zoo Uit onze Raadzaal. NIEUWSTIIOIN8EH. IS Qtfidiil Orgiu hr hiiini huk annex SNEEKER COURANT »n WYMBIRTSERADEEL 4f« JAARQAMO Eerste Blad SNEEK. 24 Februari 1925. Aan den Gemeenteraad. B. SNEEK, 24 Februari 1925. Aan den Gemeenteraad. SNEEK, 18 Februari 1925. Aan den Gemeenteraad. No. 1.773.12(1). De Raad der Gemeente Sneek; BESLUIT: -900.— SNEEK, 24 Februari 1925. Aan den Gemeenteraad. De Raad der gemeente Sneek; BESLUIT: No. 1.851.2.07-2 B. Gelezen de adressen van besturen van bijzondere lagere scholen, houdende verzoek om toekenning van een voor schot op de vergoeding en de bijdrage, bedoeld in de arti kelen 101 en 102 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1925; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 24 Februari 1925, no. 1.851.2.07-2 B; Rehoböthschool R.-K. Meisjesschool Groen van Prinstererschool Vakonderwijs: Rehoböthschool R.-K. Meisjesschool Groen van Prinstererschool Vervolgonderwijs: Julianaschool - 150.—; - 150.— - 150.— Voor de Raadsvergadering van a.s. Maandag doen en Wo.a. de volgende voorstellen Voorstel van Burgemeester en Wethouders om met de N. V. Nederlandsche Thermo- Chemische fabrieken te Amsterdam een re geling aan te gaan omtrent het onbruikbaar maken van voor voedsel voor mensch en dier afgekeurde cadavers en afvaldeelen van slachtdieren, alsmede van besmette cadavers. SNEEK, 12 Februari 1924. Aan den Gemeenteraad. Wij geven U in overweging, het volgende besluit te nemen No. 1.851.2.02.7-2(1). Aanbeveling van Burgemeester en Wet- üOrfDAGMea VRIJDAGS A Brandenburgh Co., Tslataa» 150- No. 1.852.12(2). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de onder het stadhuis aanwezige ruimte in te richten tot een brand- en vochtvrije archiefbewaarplaats en om de restauratie van het inwendige van het stadhuis verder uit te voeren. Ie. het aan de besturen van de onderstaande bijzondere scholen te verleenen voorschot op de vergoeding der in- standhoudingskosten (art. 101, le lid) te bepalen op: Rehoböthschool f 3176.84 Jan van Nassauschool f4881.60; Julianaschool - 4200. R.-K. Jongensschool -2335.24; R.-K. Meisjesschool -2202.22; Groen van Prinstererschool - 827.68; 2e. het bedrag van dit voorschot te verniinderen met de voor 1925 geraamde schoolgelden en wel voor de: Groen van Prinstererschool f300. 3e. het bedrag van dit voorschot bovendien te vermin deren met het over 1923 te veel aan voorschot genotene en wel voor de: Groen van Prinstererschool f232.43; 4e. op de over 1925 te betalen vergoeding van de be- looning der vakonderwijzers ingevolge artikel 101, 9e lid der Lager Onderwijswet 1920 de volgende voorschotten te verleenen: Abonnementper jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Droevig ongeluk. Toen te Munstersche veld het schip van den schipper Sibaart de draaibrug passeerde, stak het 8-jarige dochtertje van den schipper haar hoofd buiten den roef, op het oogenblik dat de brug terug liep. Het hoofdje raakte bekneld en werd verbrijzeld. Het kind overleed onmiddellijk. I Voor werkverschaffing. De Raad van Assen heeft besloten tot den aanleg van een waterpartij met zwemgelegen- heid, als werkverschaffing. De tijd voor den aanleg van dit werk wordt gerekend op twee jaar; de kosten zijn geraamd op f117.000. Advies van Burgemeester en Wethouders op adressen van besturen van bijzondere la gere scholen, houdende verzoek om toeken ning van een voorschot op de vergoeding en de bijdrage, bedoeld in de artikelen 101 en 102 der Lager Onderwijswet 1920, over het dienstjaar 1925. Wij deelen U mede, dat de heer F. .Smit, Secretaris- Boekhouder onzer stichting ons heeft verzocht hem met ingang van 1 Juli a.s. in zijn betrekking te continueeren. Naar aanleiding hiervan en in verband met de laatste alinea van artikel 10 van het Reglement voor het Old Burger Weeshuis hebben wij besloten hem voor herbenoe ming voor den tijd van vijf jaren, ingaande 1 Juli 1925, aan U voor te dragen. De besturen der in deze gemeente gevestigde bijzondere lagere scholen hebben verzocht, overeenkomstig artikel 103, 3e lid, der Lager Onderwijswet 1920, aan hen een voorschot te verleenen op de krachtens art. 101 dier wet over 1925 toe te kennen vergoeding van de kosten van instandhouding dier scholen, met uitzondering van de jaar wedden en wedden der onderwijzers. Dit voorschot be draagt ten hoogste 80 van hetgeen voor gelijke doel einden voor de overeenkomstige openbare lagere scholen, dus naar de onderscheiding in scholen voor uitgebreid en voor gewoon lager onderwijs, is uitgegeven over het laatste dienstjaar, waarover de gemeenterekening is gesloten. In dit geval wordt als maatstaf genomen de rekening over het dienstjaar 1923. Blijkens de gemeenterekening over 1923 hebben de in- standhoudingskosten over dat jaar bedragen: f 4.007.92>/2 voor het openbaar U.L.O. en f 15.588.26 voor het open baar gewoon 1. o. Het gemiddeld aantal leerlingen, dat in 1923 het openbaar U.L.O. en het openbaar gewoon L.O. heeft gevolgd, bedraagt onderscheidenlijk 144 en 844. Aan de hand van deze gegevens kan voor 1923 het gemiddeld bedrag per leerling van de kosten van instandhouding voor het U.L.O. op f27.83 en voor het gewoon 1. o. op f 18.47 worden vastgesteld. Het bedrag van het voorschot voor 1925 wordt voor de Rehoböthschool, voorzooveel betreft de klassen, die gere kend kunnen worden tot het U.L.O. te behooren, op 80 van f 27.83 f 20.26 per leerling en voor de overige klas sen der Rehoböthschool en de overige bijzondere scholen op 80 van f 18.47 f 14.78 per leerling vastgesteld. Op dit voorschot wordt in mindering gebracht de voor 1925' geraamde opbrengst van schoolgeld, althans voor- zóover de schoolbesturen zelf voor de inning zorg dragen. Eigen inning- bestaat thans alleen nog ten aanzien van de Groen van Prinstererschool. De Da Costa-school, voor welke ook steeds het stelsel van eigen inning werd toege past, is 1 October 1924 opgeheven. De schoolbesturen, die een lager voorschot aanvroegen dan de bovenvermeelde 80 ontvangen het aangevraagde bedrag. Zooals reeds in ons advies tot vaststelling van de ver goeding over 1923 (bijlage 18, d.d. 24 Februari 1925) werd aangegeven, moet op het over 1925 te verleenen voorschot eveneens in mindering worden gebracht het over 1923 door de schoolbesturen te veel genotene (zie hiervoor 3e van het ontwerp-besluit). Hoewel de wet dienaangaande geen nadrukkelijk voor schrift bevat, lijkt het ons billijkheidshalve gewenscht, voor 1925 eveneens een voorschot te verleenen op de toe te kennen vergoeding voor vakonderwijzers (art. 101, 9e lie en de bijdrage voor het bijzonder vervolgonderwijs (art. 102). Voor deze vergoeding komen in aanmerking een 3-tal bijzondere scholen, nl. de Rehoböthschool, de R.-K. Meis jesschool en de Groen van Prinstererschool, terwijl op de bijdrage voor het vervolgonderwijs slechts aanspraak ge maakt kan worden voor de Julianaschool. Het bestuur der laatstgenoemde school heeft een verzoek, om in het genot van dit voorschot gesteld te worden, ingediend. Naar de mate van den omvang van het vakonderwijs, respectievelijk vervolgonderwijs aan die scholen en van de voor dat onderwijs aan de openbare scholen bestede kosten meenen wij, dat de voorschotten als volgt dienen te worden bepaald: No. 1.761.11(3). Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme (N. C. A.), houdende verzoek om maatregelen te treffen tot beper king van het aantal drankgelegenheden. Gelezen het adres van de Nationale Commissie tegen het Alcoholisme (N. C. A.) d.d. Januari 1925, houdende verzoek om maatregelen te treffen tot beperking van het aantal in deze gemeente aanwezige drankgelegenheden; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 Februari 1925, no. 1.761.11(3); tot H. M. de Koningin het voorstel te richten om het maximum der in deze gemeente te verleenen vergunningen, op grond van het bepaalde bij artikel 4, 2e lid, sub le der Drankwet, nader vast te stellen op 25. 5e. op de over 1925 te betalen bijdrage in de kosten van het bijzonder vervolgonderwijs (art. 102) het volgen de voorschot te verleenen: Julianaschool f900. 6e. te bepalen, dat de onder le in verband met 2e en 3e en onder 4e en 5e bedoelde voorschotten zullen worden uitbetaald in 4 gelijke termijnen, verschijnende respectie velijk 1 April 1925, 1 Juli 1925, 1 October 1925 en 31 December 1925. van personeel of materiaal noodig zal zijn. Onzes inziens is toetreding tot bovenbedoelde regeling, uit een financiëel oogpunt bezien, in het belang der ge meente. ZATERDAG S8 FEBRUARI 1998. De Zomertijd. Door het Bestuur van V. V. alhier is gisteren het volgende telegram verzonden aan de Twee de Kamer der Staten Generaal: Het Bestuur der Ver. v. V. V. te Sneek ver zoekt U Hoog EdelAchtbaren beleefd doch drin gend het Wetsontwerp tot intrekking van den zomertijd niet te willen aannemen. (get.) VAN ROOIJEN, Voorz. (get.) v. d. PIJPEKAMP, Secr. JORWERD, 25 Febr. Op de alhier gehou den vergadering van de afd. Baarderadeel van de Fr. Maatschappij van Landbouw, waren 26 gewone en buitengewone leden aanwezig en werden 4 nieuwe leden aan genomen. Volgens het jaarverslag was het ledental verminderd van 242 tot 237. De heer K. 1J. Bosma te Mantgum, die tien jaren als secretaris had gefungeerd en die betrek king had neergelegd, werd benoemd tot 1. van verdienste. Een uitgebreid en zakelijk verslag van de Alg. Verg, werd door den heer H. B. Siderius van Winsum als afge vaardigde uitgebracht. De vergadering ging accoord met het prae-advies van het hoofd bestuur ten opzichte van punt 6 van de agenda der Alg. Verg, om de regeling van de herkiesbaarstelling van de leden der af- deelingsbesturen aan de afdeelingen zelve over te laten. Unaniem besloot de vergadering toe te treden tot den op te richten provincialen keuringsdienst van veevoeder en kunstmest stoffen. Zeer ten genoegen der vergadering hield de heer W. Algera te Jorwerd een lezing over de melkmachine. Tot afgevaardigde naar de alg. verg, werd gekozen de heer Siderius voornoemd en als diens plaatsvervanger de heer Bosma, welke laatste bij het einde der vergadering eenige zeer waardeerende woorden wijdde aan de nagedachtenis van wijlen den heer K. Bergsma te Mantgum, lid van verdienste en oud-voorzitter der afd. HEERENVEEN, 26 Febr. De voetbalclub van de R. H. B. S. te Sneek speelde gisteren alhier tegen de club van de R. H. B. S. Heerenveen. Sneek was ver in de meerderheid en won met 9—1. Gymnastiek en Attiletiek in het K. N. G. V. In de jongste Bonds-Technische Vergadering van het Kon. Ned. Gymnastiek Verbond te Utrecht werd besloten 'tot instelling van Athle- tiek-kampioenschappen voor de leden van het K. N. G. V. Het Bondsbestuur hechtte daaraan zijn goedkeuring en nog dit jaar zullen deze wedstrijden gehouden worden. Een commissie van organisatie is reeds be noemd; de bepalingen der wedstrijden worden binnenkort bekend gemaakt. Voor deze wedstrijden zijn, natuurlijk vele Juryleden noodig, geschikt en bekwaam voor hun taak. Daarom heeft de Bonds-Technische Commissie zich gewend tot de besturen van Ge westen en Turnkringen om opgave van perso nen, om als Juryleden bij die kampioenschappen te kunnen optreden. GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 26 Febr. Voor een misdrijf tegen de zeden, in 1921 en 1924 te Sneek gepleegd, is H. R. K., 36 jaar, expediteur, thans te Groningen, i vonnis van 24 December j.l. door de Leeu warder rechtbank tot 3 maanden gevange nisstraf veroordeeld. De behandeling der zaak voor het hof van beide zijden is appèl aangeteekend geschiedt met gesloten deuren. Eisch: bevestiging. In deze zaak trad mr. A. W. Haan te Sneek als verdediger op. L. C. KANTONGERECHT TE LEEUWARDEN. H andelsnaam wet. Tegen R. de J. te Sneek werd door den ambtenaar van het O. M. geëischt een geld boete van f 3, subsidiair 3 dagen hechtenis, ter zake dat hij op of omstreeks 20 Novem ber 1924 te Leeuwarden, door zoodanige in schrijving te verzoeken in het handelsregis- ter aldaar, als handelsnaam heeft gevoerd „Uitgevers - Maatschappij Het Nieuws”, welke naam in strijd met de waarheid aan duidde, dat zijn te Sneek gevestigde han- delszaak zou toebehooren aan een naam- looze vennootschap of vereeniging, terwijl deze toebehoorde aan beklaagde alleen. De uitspraak van het vonnis in deze zaak werd bepaald op 5 Maart e.k. L. C. De postdienst op het platteland. Vóór de stations voor den postdienst of voor den post-, telegraaf- en telefoondienst, welke in de plaats zijn gekomen van opge heven hulpkantoren, zullen brievenbussen Door de uit verschillende drankbestrijdersorganisaties gevormde „Nationale Commissie tegen het alcoholisme” (N. C. A.) wordt in een hierbij overgelegd adres d.d. Januari 1925 tot U het verzoek gericht om maatregelen te treffen welke kunnen leiden tot beperking van het aantal in deze gemeente aanwezige drankgelegenheden en in verband daarmede tot beteugeling van het drankmisbruik. Wij hebben omtrent dit verzoek ingewonnen het advies van den Commissaris van Politie, dat zich onder de hierb? gevoegde stukken bevindt. Artikel 4, 2e lid der Drankwet biedt, zooals U wellicht bekend zal zijn, de gelegenheid om in het jaar 1925 weder om maatregelen, als door de adresseerende commissie wor den gevraagd, te treffen. Door den Commissaris van Politie wordt het wensche- lijk geacht, dat het maximum van het aantal te verleenen vergunningen dat thans is bepaald op 35, in elk geval tot 30 wordt teruggebracht. Wij zouden nog een stap verder willen gaan. Het is U bekend, dat, zoodra het aantal vergunningen is gedaald tot het maximum, de mogelijkheid van het ver leenen van een nieuwe vergunning tegen inlevering van afstandsverklaringen van twee bestaande vergunningen is uitgesloten. Indien het maximum wordt verlaagd tot 30, dan zal de mogelijkheid niet uitgesloten zijn, dat in de eerstvol gende periode van 5 jaren het aantal vergunningen tot beneden het maximum daalt. Om in de toekomst de bii artikel 5, 2e lid der Drankwet toegekende bevoegdheid tot het verleenen van zgn. opkoopersvergunningen zoo lang mogelijk in stand te houden, wenschen wij U in over weging te geven tot H. M. de Koningin het voorstel te richten om het maximum der te verleenen vergunningen voor deze gemeente vast te stellen op 25. Wij adviseeren U daarom het volgende besluit te nemen: Naar aanleiding van in de beide secties ter onderzoek van de gemeentebegrooting voor 1925 gemaakte opmer kingen is door ons in de memorie van antwoord op de rapporten dier secties de toezegging gedaan, dat wij den gemeentearchitect zouden opdragen, om een plan met be- grqoting van kosten bij ons in te dienen betreffende het inrichten van de onder het stadhuis aanwezige ruimte tot archiefbewaarplaats. Aan de daarna aan dien ambtenaar verstrekte opdracht is door dezen bij schrijven van 16 Februari 1925, no. 70, voldaan. Wij achten het niet noodig, thans nog aan te toonen, dat het maken van een behoorlijke brand- en vochtvrije archiefbewaarplaats als noodzakelijk moet worden be schouwd. Uit de desbetreffende opmerkingen der secties hebben wij zeer duidelijk den indruk ontvangen, dat Uw college van oordeel is, dat de tegenwoordige archiefbe waarplaats in hoofdzaak op den zolder der secretarie, ten eenenmale ongeschikt moet worden geacht. De ingezonden plannen hebben onze goedkeuring. De kosten van uitvoering er van worden begroot op f4500. Komen zij tot uitvoering, dan zal in de vestibule van het Stadhuis een vloerbedekking van oude Namensche tegels worden aangebracht. Wij verwijzen ook dienaangaande naar het rapport van den Gemeente-architect. Wij wenschen van deze gelegenheid gebruik te maken, om onder Uwe aandacht te brengen, dat het aanbeveling verdient, thans tot geheele afwerking van de restauratie van het inwendige van het stadhuis over te gaan. Onze belangstelling is daarbij gericht op het in den oorspron- kelijken staat terug brengen van de trap, de deuren, enz. in de vestibule en het trappenhuis. De hiervoor noodige w ei kzaamheden bestaan in het af logen en opnieuw verven van daarvoor in aanmerking komend verfwerk en in het van de verflaag ontdoen van de eikenhouten trap met borstwering en de deuren boven in het trappenhuis Wij zijn van oordeel, dat het te betreuren zou zijn in- dien deze werkzaamheden, die de beteekenis der restau ratie nog te meer tot haar recht zouden doen komen, achterwege moesten blijven. De kosten er van worden be groot op f 1000. SNEEK, 17 Februari 1925. Aan den Gemeenteraad. Ter uitvoering van het bepaalde in het le lid, letter i, van artikel 18 der Vleeschkeuringswet 1919, S. 524, is in artikel 61 van het Koninklijk Besluit van 5 Juni 1920, S. 285, voorgeschreven, dat onbruikbaarmaking van vleesch en vleeschwaren moet geschieden door behandeling in een destructor. Van dit voorschrift'is ten aanzien van deze gemeente door den Minister van Arbeid bij schrijven van 5 Juli 1922, no. 769 E, Afd. V, ontheffing verleend tot 1 Juni 1927. Met ingang van dezen datum zal dus op de gemeente de verplichting komen te rusten om voor het bovenaange geven doel te zorgen voor de aanwezigheid van een des tructor. Aangezien het mogelijk is uit afgekeurde cadavers en deelen van slachtdieren waardevolle afvalproducten, als beenderenmeel en vleeschmeel, te fabriceeren, heeft de Directie der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten pogingen in het werk gesteld om met de N. V. Nederland sche Thermo-Chemische fabrieken, gevestigd te Amster dam, tot een regeling te geraken omtrent het verwerken van voor voedsel voor mensch en dier afgekeurde cadavers en afvaldeelen van slachtdieren, alsmede van besmette cadavers. Deze pogingen hebben er toe geleid, dat genoemde ven nootschap zich bereid heeft verklaard de voor de ge meenten bestaande verplichtingen omtrent de onbruikbaar making van vleesch enz. over te nemen op voorwaarden, vervat in het hierbij overgelegde, aan ons door het bestuur van de afdeeling Friesland van vorenvermelde vereeniging toegezonden concept-contract, hetwelk uit den aard der zaak voor alle gemeenten gelijkluidend dient te zijn. Voor de gemeenten is derhalve de mogelijkheid geopend om door aansluiting bij deze gemeenschappelijke overeen komst met de N. V. Nederlandsche Thermo-Chemische fabrieken, te Amsterdam, te worden ontheven van de ver plichting om zelve een destructor aan te schaffen, en in verband daarmede een uitgaaf tot een vrij aanzienlijk be drag te besparen. Bovendien zullen, met het oog op het bepaalde in artikel 11 van het ontwerp-contract, uit de regeling voor de gemeenten vermoedelijk baten voort vloeien. Indien door deze gemeente met de genoemde vennoot schap een contract met bovenomschreven strekking wordt aangegaan, zal het noodig zijn dagelijks door een werk man der gemeente-reiniging de door den Keuringsveearts afgekeurde deelen bij de door dezen opgegeven slagers te doen weghalen en te doen bewaren in een afsluit-plaats- reservoir op het terrein der gemeente-reiniging, totdat zij vanwege de naamlooze vennootschap worden afgehaald, worden opgesteld. De correspondentie kom^ Uit het hierbij overgelegde rapport van den Keuringsvee- dus met in handen van de stationhouders, arts blijkt evenwel, dat de Directeur van gemeld bedrijf daai deze bussen geledigd zullen worden van meening is, dat voor één en ander geen uitbreiding door beambten die de bestelling uitvoeren. - houders voor de benoeming van een lid der commissie van toezicht op het lager onder wijs. Mevr. M. Volkers—Bokma heeft bij schrijven van 8 Januari jl. ontslag genomen als lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs in deze gemeente, (le categorie: ouders van leerlingen eener openbare lagere school.) Ter voorziening in de daardoor ontstane vacature be velen wij, onder overlegging van het advies der commissie, voor een benoeming bij U aan de heeren: 1. K. Edel. 2. H. J. Haytink. No. 1.842.73(17). Voordracht van Regenten van het Old Burger Weeshuis voor de herbenoeming van den secretaris-boekhouder van dat Weeshuis. Sc I I yia Slj («ruaa «lm •an vii««luaa> yid. «au hvu f900.— - 150.—; f900.— yiu, O1J «arUe» •*b oen <l«lns w" •i«a «ourvuiflab ïWmmomïï «n<* Abonné’e •«ngalakkan fcwW l«ng* ‘DWl'MHaH L. C. 1L tfiO. 01) v«l>M van hd vinger |C|| jia. 01} «oruoa TC IvW «t&D banrii »9 Iv

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1