Nwuw«tijdingsii MM Iw lm! £US 200 I 41a JK^RQAHB ZATBRÜAQ 86 APRIL 19*0 No. Bl J I' Eerst* VuNhSai Uftgawa Brandenbürgh Co., Kwbbk TstefeaB Be» ^SiivSSrdSSrSS&ZmX» 2000 “a sa dictus beklommen den bisschopszetel te Utrecht, waarvan G. A. H. „Die werelt wil ic nu af g>aen: Haer vruecht 1s so haest gedaen, Si vergaet in corten daghen, 1c en wil die edel sie.le mijn Niet langher daer in waghen. „Die werelt heeft mi in hare ghewout: (macht) Mit haren stricken so menichfout Heeft si mijn cracht benomen. Nochtans so wil ic hebben moet: Daer ysser vele ut comen. Verval s'c h t e spaarbankboekjes. Voor de rechtbank te Amsterdam stond Dinsdag een 33-jarige kantoorbediende der posterijen terecht, die door ’t vervalschen van spaarbankboekjes ’t Rijk voor een aan zienlijk bedrag had opgelicht. Op verschil lende plaatsen in ons land o.a. te Amster dam, Hilversum, Bussum en Weesp depo neerde hij een klein bedrag op de Rijks- postspaarbank. Nu eens bedroeg dit fl, dan weer f2.50, f3, f4 en eens zelfs f8. In totaal stortte hij op deze wijze f59. Door de ingelegde bedragen te vervalschen (bijna steeds geschiedde dit door achter het getal twee nullen te plaatsen) kon hij een totale som van f4700 innen. Bij alles zorgde hij er wel voor nauwkeurig re kening te houden met de gebruikelijke verificaties van de rijkspostspaarbank. gld. Bij T«rUts lij lv ms aan vv nog heden ten dage de herinnering aan die tijden van stille overpeinzing, vrome gebeden en devote getijden, waaraan monniken en nonnen in deze landouwen van Frieslands grond zich met ijverige Godsvereering overgaven. Doch ze deden meer! Iets daarvan in het licht te stellen, de her innering op te wekken aan tal van door den tand des tijds gesloopte stichtingen, waarvan enkel namen bleven, zal hef doel van de thans volgende opstellen zijn. De vestiging van het Christendom fn Noord-Nederland, toen in hoofdzaak het „Frisia Magna”, Groot-Friesland, omvattende, had gewichtige gevolgen. Toen omstreeks het midden der 8ste eeuw in het Friesche stamland voor goed met het heidendom werd gebroken en tegen het einde dier eeuw ook de Friezen ten oosten van de Lauwers gekerstend werden door den dwang van den grootsten der Karolin gische vorsten, werden op tal van Friesche plaatsen paro chies gesticht, werd de nieuwe, Grieksch-Romeinsche of Christo-Romaansche cultuur ingeënt op de Oud-Germaan- sche toestanden in deze landen. Deze ingrijpende verande ringen dankten onze voorouders hoofdzakelijk aan de Kerknieuws. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Joure c. s. ds. P. J. F. van Voorst Vader te Lochem. I dat later overgeplaatst werd binnen de Bolswarder veste. Het was Vinea Domini, aanvankelijk op ’t Zand ter plaatse bovengenoemd. De vertegenwoordigers dezer orde werkten meer op geestelijk terrein, de Cisterciensers cultiveerden daarentegen in grooten getale den bodem. Aan zulken had men in het oude Wagenbrugge (nu Wymbritseradeel) en Woldenseradeel (nu Wonseradeel) meer behoefte. Toch onderschatte men niet den invloed, die ook de Praemon- stratensers op Sneek en z’n omgeving gehad hebben. Immers de macht dezer orde verspreidde zich over gansch Noordelijk Nederland, hetwelk door hun „circaria Frisiae” werd ingenomen, vooral wegens de beoefening der specu latieve wetenschappen door hare leden, hun stichting van parochiescholen in de steden en op het platteland, door de omstandigheid, dat tal van parochies in Friesland ge ïncorporeerd waren bij hun abdijen, welke zij moesten voorzien van pastoors en vicarissen. Bij deze orde sloot zich innig aan die van de Reguliere Kanunniken van den H. Augustinus. Rolduc of Klooster- rade was weleer het uitgangspunt van de Nederlandsche kloosters dezer orde. Tot aan de eerste helft der 15e eeuw stonden dan ook de Friesche Reguliere Kanunniken- en Kanunnikessen-kloosters onder het oppertoezicht van den 1 Rolducschen abt. In Wymbritseradeel vestigden deze broeders zich in het Nil de staking. De marechaussée te Heerenveen heeft te Jubbega gearresteerd de twee van H.’s en St. te Jubbega, de twee eersten verdacht van opruiing, de laatste van mishandeling van de politie tijdens de jongste werkstaking. L. C. Prof. Dr. P. J. Blok. Bij Kon. besluit is met ingang van 21 Sept. e.k. aan dr. P. J. Blok, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als hoog- leeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, met dankbetuiging voor de langdurige den 'lande bewezen diensten. Abonnement: per jaarf,‘2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT van dit gewest leverde in de oudste tijden der klooster stichting in deze landen nog te veel gevaren en bezwaren op om hier de grond te ontwoekeren aan de baren. Dit deden na hen wel de Cisterciensers, die vooral sedert het krachtigjen manmoedig optreden van abt Bernard van Clairva’ux nog- in de tweede helft der 12e eeliw voor Friesland reeds veel goeds voorspelden. Aan hen komt de eer toe, een groot deel van Friesland vruchtbaar te hebben gemaakt. Toen deze bij uitstek practische mannen zich in Friesland vooral toelegden op een meer intensieven landbouw en veeteelt dan ooit te voren hier was gezien, technische verbeteringen aanbrachten in de waterwerken, zoo noodig voor een gewest als het onze, vol poelen en moerassen en nog onbeschermd tegen het woeste geweld van het ziljte nat, een veel fraaier architectuur schiepen in kerk- en kloosterbouw, brak een geheel nieuwe kultuur- periode aan. Hun nederzettingen op onzen bodem in ab dijen tn prioraten voor mannen zoowel als voor vrouwen, want bij deze orde vinden we geen dubbelkloosters, maar strenge afscheiding der beide seksen verbreidden zich snel, getuige de genealogische lijst der abdij Klaar- kamp, ons bewaard in de kroniek van het klooster Bloem- kamp bij Hartwerd. Deze geeft binnen het tijdsverloop van een eeuw (tus- schen 1150 en 1250) voor het district, waarvan des tijds de buurtschap Sneek het middelpunt vormde, de vol gende stichtingen op: het Oldeklooster of Bloemkamp bij Hartwerd in of 1191 gebouwd, een mannenklooster, Nijeklooster of Aula Dei bij Scharnegoutum, een vrouwen klooster, terwijl omtrent de claustrale behuizingen der Cisterciensers te Scadawart, nu Schraard, en Harch, nu Harich, geen juiste dateering is op te geven; slechtsj/an het laatste kan vermoedelijk met eenige zekerheid vast gesteld worden, dat het na de Cistercienser gebedsver- de vrije natuur. Wij moeten een proletarische kalender hebben, met onze proletarische heilige dagen; onze grooten herdenken, aan wie bepaalde dagen gewijd kunnen zijn, waarbij muziek en zang op de voorgrond kunnen treden. Wij willen in het leven zoeken naar de samenhangende cultuurelementen. Na het stellen van eenige vragen en be antwoording door den heer Voogd werd een afdeeling van het Instituut voor Arbei dersontwikkeling opgericht met ruim 40 leden, terwijl ook eenige donateurs zich op gaven. „Die ons dit Heken heeft gedicht, Dat was een ioncfrou uten Sticht. Die werelt heeft si begheven, In een cluyse is si ghegaen Om daer te beteren haer leven.” broedering van 1302 schijnt te zijn ontstaan, ofschoon hiermede de moeilijkheid nog in ’t minst niet is opgelost. Tegelijk met de vestiging der laatstgenoemde orde op onzen bodeni of kort daarna, stichtten de canonici der Praemonstratenser-orde in deze landen hun oudste kloos ters. De groote kloosters dezer orde vindt men in de stich tingen Mariëngaarde bij Hallum, ’t St. Bonifaciusklooster te Dokkum en Lidlum bij Oosterbierum, alle dus op de vette kleigronden van Noord-Friesland. Ook de vrouwen kloosters der Praemonstratensers bleven tot andere oorden dan het Sneeker district beperkt. Slechts in latere eeuwen verrees er nog een mannenklooster dezer orde te Pingjum, en boerenhofsteden, van terpen, wegen en vaarten bewaren Toen de Mendicanten of Bedelorden zich in de eeuw van hun ontstaan, (de 13de), ook reeds in Nederland vestigden, verrezen hier de Dominicaner- en Franciscaner i mannen- en vrouwenkloosters, alsmede die van de Kar- 1 melieterorde. De laatsten waren in de genoemde eeuw uit het Heilige Land verdreven naar het Westen, totdat ook in de 14e eeuw Friesland hun een wijkplaats mocht aan bieden. Het is wel zeer merkwaardig, dat de stad Sneek binnen haar wallen deze naar practische vroomheid stre vende mannen en vrouwen niet in een kloosterlijke veree- niging een woonplaats heeft mogen aanbieden en wel daarentegen de steden Leeuwaarden (klooster der Domini canen sedert 1245), Bolsward (klooster der Francis canen vanaf 1270) en Ijlst (klooster der Karmelieters sedert 1387). Toch waren in de nabije omtrek van Sneek enkele aanverwante stichtingen, zooals die der Tertiaris sen bij de Workumêr Ursulapoel, Oegeklooster bij Hart werd en Groendijk bij Sneek, terwijl het oudste Karmelie tenhuis, dat in Friesland gegrondvest werd, sedert 1330 de broeders dezer orde een wijkplaats aanbood te Wouds- end. Eindelijk had de stad Sneek zelf de eere te zijn de oudste woonplaats der geestelijke ridderorde van de Johanniters in het Hospitaalklooster aldaar, in den aanvang der 13e eeuw misschien onder invloed der Kruistochten ontstaan, terwijl er veel later, in de 15e eeuw, een klooster der Kruisbroeders verrees, dat ook eenige beteekenis heeft gehad. Het vorenstaande overzicht van kloosters en kloosterlijke stichtingen, welke in, bij en om Sneek in de late Middel eeuwen achtereenvolgens werden opgericht en daar eeuwen aaneen zegen, welvaart en voorspoed hebben verspreid, geeft ons een rijke verscheidenheid van stof, om in volgende artikelen daarvan het voornaamste aan te bieden in den vorm van beknopte monographieën van elk der hier genoemde en voornaamste kloosters. KOUDUM, 23 April. De uitslag der heden gehouden districtsstierenkeuring is als volgt: 1. Driejarige en oudere stieren. Aange- H 01Q. 01] Wrlu lan md vinger SIEUWE SNEEKEH COURAHT annex SHEERER COURMT an WYMBIRTSERADEEL schap en eervol „Lord V” (76 p.) van D. S. Gerritsen te Heidenschap. 3. Enterstieren. Aangeboden 16. Eer vol verklaard „Piet Kollumer lil” (75 p.) van F. D. de Boer te Hindeloopen en „Kol lumer” (75 p.) van K. F. Vrolijk te Wor- kum. „Ic sie den engen wech bereyt, Met doemen is hi al bespreyt, Nature en ghi moet sterven; Dat ic dus lange verloren heb, Hope ick noch te verwerven. „Adieu, adieu, nature mijn, Mijn hert moet onbecommert sijn Van alle eertsche saken. Die coninc vander eewicheyt Die wil mi nu in laten. 533 bloembakje 561 deurkleedje Diverse verlotingen (uit het raadtentje): Naam van de pop: Wietske. Naam van de pop: Theresia. Trouwdag 20 Juni. Naam van ’t schip: L’Esperance „De Hoop”. 7 rechte bonbondoos 10 hoekige bonbondoos 12 spreihanger 18 vier kleedjes 20 vaasjes 22 drie kleedjes 22 theepot 25 handwerkkleedje 26 hoekbordje 33 boulloir 41 klein karpet 45 handwerkkleedje 50 zijden kussen 60 theetafel 67 groot beeld 91 drie kleedjes 99 indische tafellooper 121 kleerenhanger 127 stukje rookvleesch 136 sprei 149 vier kleedjes 215 theekast 253 poppenwieg 302 karpet en kleedje 721 zijden deken De prijzen kunnen worden afgehaald Za terdagmiddag in de R. K. Leesbibliotheek (Hooiblokstraaf) van 35 uur. gld. van «vu- |Cft gld. ölj «azlies aan Üidaa blnnon 80 d. Ivl’ Mn hand. vest «8 a«g Fancy Fair. Uitslag der groote verloting van de Fancy Fair ten bate van het St. Bonifaciusgesticht te Sneek. De nummers dezes, loten zijn van de gele loten, die a f 0.50 zijn verkocht aan huis: 26 deurkleedje 35 stofdoekhanger 65 kussen 106 borstelhanger 109 theemuts 135 drie bonte kleedjes 136 drie kleedjes 149 theekast 188 drie kleedjes 200 drie bonte kleedjes 224 zijden kleedjes 257 serretafel met stoelen 261 deurkleedje 294 idem 364 roode theemuts 376 rijwiel 425 pendule 437 deurkleedje 475 driedeelig stelletje 516 deurkleedje DE ÜTAD SNEEK ALS MIDDELPUNT VAN KLOOSTERSTICHTING EN KLOOSTERLEVEN IN FRIESLAND. Het smachten der Middeleeuwsche ziel naar de eenzaam heid en het alleen-zijn met Gods geest vindt zulk een heerlijke uitdrukking in de vrome-mystiek van Thomas a Kempis’ wereldberoemde Irnitatio. Het geheim der ziels rust vond volgens hem zijn grond in de afsterving dezer wereld, in een contemplatieve zelfkennis en een voort durende verbetering van ’s menschen denken en doen, een verinniging des gemoeds en beheerschen van des harten begeerten. Wilt ge een proefje uit zijn vermanend woord, dat aanspoort tot heilig ascetisme, waaraan geen vrome ziel, van welke gezindte dan ook, zelfs maar de geringste aanstoot kan nemen, waartegen geen ongevoe lige en ongodsdienstige protesten iets kunnen uitwerken? „Bedrijf inwendig rouw, dat gij nog zulk een kind der wereld zijt! „Uwe driften zoo weinig afgestorven, zoo licht te ver leiden, zoo onbewaakt van zinnen, zoo verstrikt in hersen beelden, zoo aandoénlijk voor het uitwendige en zoo koei voor het inwendige! „Gij mensch, die zulk een speelbal der uitgelatenheid zijt en ook zulk een vijand der zelfbeschuldiging, zoo ge mak- en weeldelievend, zoo tucht- en geestdriftschuw, zoo averechts nieuwsgierig en geneigd u aan den schijn te vergapen, zoo wars van toewijding aan het geringe en onaanzienlijke, zoo begeerig in het bezitten en zoo schriel in het geven, zoo tuk op het behouden en wanhopig' in het verliezen; zulk een onbedachtzaam spreker en even ongeoefend zwijger! „Uzelf zöo weinig meester, zoo overijld in het handelen, zoo spoedig afgeleid en zoo zelden louter aandacht, zoo opvliegend en lichtgeraakt en zoo ijzig hard in het grieven, zoo haastig in het oordeel en gestreng in het berispen. In voorspoed zoo opgetogen en in tegenspoed zoo zwak; zoo overvloedig in goede voornemens en zoo spaarzaam in het volbrengen!” Hier strijden de werkelijkheid der onwaardigheid van den mensch met de fraaie cadans van het kerkelijk latijn om den voorrang, in deze taalplastiek van ’s menschen innerlijke wezen en de uitingen zijns harten is het poëtische proza even schoon van vorm, als het idealisme van den eenvoudigen boetprediker hoog verheven en toch zoo ongekunsteld is! Waarlijk deze man Gods wijst op de schoone zijde van het kloosterleven. eeuwsch ascetisme, die in gevoelvolle rhytmiek een geheel vrijwillige geestelijke dressuur aanprijst ter bekoming van de eeuwige zaligheid. Het is Zuster Bertken, in wier mee- Gevonden voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 23 April: Zwart kinderbeursje, G. Mulder, Bosch- straat 15; beursje met inhoud, Wed. L. de Haan, 3e Steenklipstraat 14. Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Dinsdagavond had in de Harmonie de aangekondigde vergadering plaats, waar de heer Voogd sprak over het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Voorzitter was de heer de Groot, die mededeelde dat gepoogd zou worden dezen avond eene afdeeling van bovengenoemd instituut op te richten. De heer Voogd herinnerde er aan hoe Fichte de cultuur in twee tijdperken scheidde: het instinctieve en dat der vrij heid. In het le. is er een autoriteit boven en naast den mensch die hem dwingende gebo den oplegt, in het 2e. is dat dwingende ge zag niet meer aanwezig en zal de mensch- heid met onfeilbaren zin haar onderlinge ver houdingen en gedragingen regelen. De over- gang tusschen die tijdperken meende Fichte in zijn tijd te zien, hij voorzag daarvan een ziekteproces dat echter juist na hem, toen het machinewezen van zegepraal tot zege praal ging, zoo scherp in het oogvallend en zoo acuut zou worden. Lage loonen, lange werktijd, kinderarbeid, slechte hygiënische toestanden, de trek naar de steden bracht dat machinale stelsel met zich mede, wel heeft de arbeidersklasse met suc ces later een aantal verbeteringen in haar positie weten te veroveren, maar het oveP heerschen van de kleine persoonlijke belan gen van het individu over het algemeen be lang bleef. Nooit scherper is het zedelijk verval dat hiervan het gevolg was en is gezien en geteekend dan door Rathenau, de mechaniseering vSn den arbeid heeft de mechaniseering van de ziel tengevolge ge had, zegt hij. Er ontstaat door die mechani seering een geest ingesteld op het speciale, die het geheel niet meer weet te overzien, een geest van gedwongen denken, welke een machinaal karakter gaf aan meYisch en maatschappij. De arbeid wordt niet meer als een geluk gevoeld, de HSênsch werkt met in spanning, wordt overspannen en werkt zon der liefde. De tijd die nu achter ons ligt - staat in het teeken van het nuttige, maar de ziel lijdt scnade. Dat alles komt omdat de oude instincten in deze maatschappij nog overheerschen, waarvan strijd en twee dracht het gevolg zijn. Zagen wij echter naar meer eenheid, naar het belang van het algemeen voor het belang van het indivi- dueele dan zou het anders zijn. Nu staan wij, na den oorlog, midden in een revolutionaire periode, overal gisting, de som van het leed is overal gestegen, de vijandschap tusschen arm en rijk is grooter dan ooit. Een ver sterkt militairisme in de democratische lan den roept het schrikbeeld van een nieuwen oorlog naar voren. De meeste menschen dragen hun leed gedachteloos, anderen ho pen op het hiernamaals, anderen weer wor den pessimisten of fatalisten; er zijn er die spotten met de wereldhervormers, er zijn er ook die het leed verheerlijken omdat hét den mensch beter zou maken. Zeker kan het lijden innerHjke verdieping brengen, maar daarom mag men het toch zeker wel bestrij den? De mensch heeft gaandeweg de na tuurkrachten overmeesterd, maar inplaats van de afhankelijkheid van de natuur is de economische afhankelijkheid gekomen, het is de onvergankelijke roem van Marx en Engels geweest te hebben aangetoond dat slechts economische ophéffing de grondslag kan leveren voor een hoogere cultuur. We moeten trachten de materieele ontwikkeling van de menschheid door een geestelijke te doen beantwoorden. Dat kan alleen bereikt door organisatie en vorming van den mensch tot gemeenschapswezen. Er is een zeker onbevredigd gevoel in de arbeiders klasse, ze voelt dat haar strijd wat te uit sluitend gericht is gèweest op de bevredi ging van materieele behoeften en ook de geestelijke vragen nu om bevrediging. Men wil een diepere omvatting van de grond der dingen. Daarbij komt dat het streven naar socialisatie de arbeid op een hooger plan van beschaving van geestelijken en moreelen aard brengt. De arbeider moet leeren pro- duceeren met vreugde, omdat de gemeen schap van zijn arbeid, de vruchten zal pluk ken, de arbeidsproductiviteit, door het kapi talisme reeds ver opgevoerd, zal nog hoo ger peil moeten bereiken. Dit beschavingsideaal kan verwezenlijkt op, verschillend gebied. Ons onderwijs moet bijv, het saamhoorigheidsgevoel meer ont wikkelen en als de jeugd de school verlaat moet zij terechtkomen in onze mooie jeugd organisaties. En daarnaast staat dan de ont wikkeling der volwassenen. Wij willen op *clat gebied niet alleen cursussen maar heel een systeem van cultureele vorming. Wij willen niet alleen tot de hersenen spreken, maar ook tot karakter en gevoel. Om een voorbeeld te noemen, hooge eischen dienen wij te stellen aan de voorbereiding onzer feesten, waar men ook niet moet rooken, geen schreeuwende kinderen moet meebren gen, enz. Ons streven zij er op gericht den arbeider in het algemeen zijn vrije tijd beter te laten besteden dan tot nu. Het risico van de Zon dag dient bestreden, het bezoek van café- chantants, bioscopen, kroegen, enz. De vacanties dienen besteed voor excursies in boden 2. Eervol en premiewaardig ver-Ongeveer dertien verschillende kantoren klaard Adolf” (79 p.) van T. S. Haagsma ontvingen zijn bezoek. te Workum en „Romke” (78 p.) van G. F. I In de eerste perjode van de opljchtjn Bouwstra te Koudum. ichtte hij voor f2300 op. Hiervan gaf hij vol en premiewaardig verklaard „Wodan u f t" 1’ ze^Senc{> ^af dit de Jan 11” (81 p.) van D. D. Dijkstra te Heiden- helft was van het bedrag, dat hem m han- den was gevallen. De tweede periode was i in het begin van dit jaar. Ditmaal kreeg hij een som van f 2400 groot, in handen en gaf hiervan f 900 aan zijn vriend, die hem, naar hij vertelde, tot de daad had aangezet. Beklaagde bekende geheel. Tot de om standigheden, die tot verzachting kunnen worden aangevoerd, rekende het O. M. o.a. het zeer lage tractament. dat deze postambtenaar genoot. Zijn salaris bedroeg nog geen f80 per maand en daar moest dan f 60 voor pension af De eisch luidde acht maanden gevang. Ook tegen den vriend luidde, wegens heling, de eisch 8 maanden gevang. gld. BU ««rliM vu aen vifavliigar. Benedictijnen: Willebrord, Bonifacius, Liudger! Nog wer- in Wymbritseradeel vestigden deze broeders zich in het den hier wel geen kloosters gesticht, maar het coenobiale beroemd geworden klooster Thabor bij Tirns en in het leven der geestelijken begon zich te ontwikkelen bij paro- I klooster Nazareth bij Idzega. Verder op was een Augustij- chiekerken als die van Dokkum en Stavoren. Friesche ner klooster in het stadje Sloten gevestigd, maar zijn in- jongelingen trokken naar de door Willebrord te Utrecht I woners behoorden- speciaal tot de orde der Augustijner- gestichte Kloosterschool, Friesche zonen van den H. Bene- Eremieten, die in zekere punten verschilden van de Regu- dictus beklommen den bisschopszetel te Utrecht, waarvan Here Kanunnikken. Sommige dezer genoemde-kloosters in de eerste helft der 9de eeuw de H. Fredericus als een stonden buiten eenig kloosterverband, andere als Ludinga- schitterende sterre van ongeleende glans uitblonk, terwijl kerk bij Midlum en Thabor werden in de 15e eeuw opge- ten slotte het groot aantal schenkingen van Friezen aan nomen in de Windesheimer Congregatie, de abdijen te Fulda (Bonifacius) en Werden (Liudger) er j m Daar is'een andere bezielende leidster van dit middel-J op wijzen, hoezeer onze voorouders ingenomen bleken te zijn met de kloosterinrichtingen in ’t algemeen, met die van den H. Benedictus in ’t bijzonder. Om Sneek heen noch in de plaats zelf hebben de leden slepende hymne een heimwee naar de hemeische heerlijk- dezer orde zich echter blijvend gevestigd. Het merengebied heid trilt, een smachtend verlangen eener vrome ziel naar het hemelsch paradijs en het eeuwig Jeruzalem. Hoort haar getuigen: 'k j, I Dit is de geest der ware kloosterbewoners en -bewoon- sters, die de scheppingsdrang veroorzaakten, waardoor ons land bezaaid werd met een groot getal geestelijke stich tingen, waarvan ook Friesland ruim zijn aandeel be kwam. Want het Middeleeuwsch Friesland was het kloos- terland bij uitnemendheid! En ook om, bij en in de stad Sneek verhieven zich van de 12e tot de 16e eeuw tal van kloosterspitsen ten hemel, om getuigenis af te leggen van den geest der wereldafsterving en de zucht naar een eeuwig zalig leven, waarbij dit tijdelijk bestaan in het niet verzonk en dikwijls een hinderpaal was, om naar den eisch Gods, Hem te dienen in alle waarheid en zelf overgave. Straat- en dorpsnamen, namen van uitbuurten

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1