la, w 10 II Brandenburgh Co., I NIEUWSTIIDIN8EN. Ollitliil Oigm in lianiti tink 1 ‘d J WOENSDAG SO APRIL 1025 41» JAARGANG 1,25 1,10 est. -1 25 0,00 0.60 0,6$ 0,70 0,70 1,40 - 1,40 - 1,40 ^T Ho. 63 Eerst» Blad V«Hch$n* DlMiDAGio VBUDAeSAVOMD» Uiigvran Sjm» T&lefea* S®. 150- HEEREH-en KlHDERKLEEDinG - 1,00 1,00 ■M IB •9 N N N niet van Grit nieuwe oorlog ons Mei viering van S. A. V., 1,50 IIEUWE SNEEKER COURANT annex SHEERER COURAHT en WYMBRITSERADEEL i een »n en i,60 ',32'/, gld. 01j lang* invaüdltait LEMMER, 27 April. Door Molkwerum- mer visschers is alhier de eerste ansjovis aangevoerd. In ’t geheel 178 K.G. waar voor van f 0.79 tot f 0.87 per K.G. werd be- somd. Deze visch was klein van stuk. Nu de haringvisscherij ten einde loopt, maken zich onze visschers klaar om ter ansjovis vangst uit te varen. gid. bij «airttm Ti» der Tweede Kamer, over klassen vereenigt U!” De- it) 1,70 1,70 1,40 1,50 BBtf. Rondegang 30 April. Naar men ons mededeelt is de Chr. mti- ziekvereeniging „Harmonie” van plan om een rondegang door de stad te maken op Donderdagavond 30 April a.s. ter eere van de verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana. LjLiinrT--nr-r_-r--i n nrrrr Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk dagen tusschen 11% en 12% uur, de navolgende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 27 April 1925: Wit coralen collier, heerenrijwiel. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 27 April: Kindermantel, M. Visser, Boschgracht 10; zwarte dameshandschoen, H. Rijgersma, Kruizebroederstr. 36; tuinhark, J. H. Har- kema, 2e Woudstraat 33; ijzeren hoepel, J. A. de Jong, Nauwe Noorderhorne 16; sier speld, J. Paques, Kleinzand 29; hoofdstel van een paardentuig, H. Blauw, 2e Fritte- mahovenstraat 3; pakje met schroefboutjes, Gem. Reiniging, Lemmerweg. is. We kunnen niet op louter vertrouwen bou wen. Christus wenschte weerloosheid bij vervol ging om de wil van het Evangelie, maar dat heeft niets te maken met nationale ontwape ning, waardoor ellende zou kunnen worden ge- is in de Schrift slechts geprofeteerd na wereld- een verband gelegd tus schen ontwapening en bekeering. Wij christelijk- lllO O Z. L> Z* M /J Z, zl Z\ Z. ««MM 1« M X Mm m1— X log beteekend. Aankondiging vergaderingen enz. Donderdag 30 April spreekt in Amicitia de heer A. Braat, lid „Plattelanders aller bat vrij. Vrijdag 1 Mei. 1 I. A. M. V., Dageraad en Fed. v. Bouwvakarbei ders des avonds 8 uur in Amicitia. Meirede van C. Bosma (Heerenveen), declamatie van den heer Kuipers van Ijlst en muziek van Talon. Vrijdag 1 Mei. 1 Mei-viering van S. B. B. en S. D. A. P. in dé Harmonie, Sperkhem. ’s Mid dags 3 uur: zang, muziek, declamatie, 1 Mei rede: ’s Avonds 8% uur: zang, muziek, tooneel en 1 Mei rede van F. S. Noordhoff (voorz. C. N. A. B., Den Haag), ’s Avonds 7% uur: demon stratie voor ontwapening, democratie in staat en bedrijf, handhaving en doorvoering van den achturendag. - 1,20 loyale oppositie was; bij de laatste crisis toonde doordat zij onderling zoo heterogeen was. Een dergelijke machteloosheid doet afbreuk aan de - - 1 1 en verontrust over het aantal intellectueele jon geren, dat ook hier te lande het parlement wel naar huis zou willen sturen om plaats te maken voor „de sterke man”. Een dergelijke toestand zou ons volk echter niet lang verdragen, er zou slechts revolutie uit voortkomen. De C.-H. wen- schen het parlementaire stelsel volkomen tot zijn recht te doen komen en willen daarom ver hoeden dat de volksvertegenwoordiging door het vele hanteeren van moties, als 't ware de regeeringsverantwoordelijkheid overneemt. Een volgend punt is de bezuiniging, het noodzakelijk wegwerken van het tekort, noodig om de ellende van de inflatie te voorkomen, heeft zich op de meest pijnlijke wijze geuit in de salarisverlaging. Het wegrukken van den af grond’. zou spr. willen zeggen, heeft pijn gekost, maar we zijn dan (och gered. Spr. begrijpt dat de intrekking van art. 40 pijnlijk en als een schending van belofte is gevoeld, en de c.-h. fractie heeft ook gevraagd of hier geen andere wijze kon worden gevolgd, of art. 40 misschien niet vrijwillig had kunnen worden opgegeven. In ieder geval de verantwoordelijkheid heeft hier gerust waar het hoorde, de regeering heeft door ten van Europa het grootste deel van ’t na tionaal inkomen wordt gebruik voor leger en vloot, die samen meer vragen dan alle andere departementen samen (onderwijs, handel, nijverheid, kunsten, wetenschap pen, waterstaat e. d.). Ze leeren ons ook dat de nationale schuldenlast door de laatste oorlog bij de overwinnaars 10 maal is vergroot en bij de overwonnenen niet meer is te overzien. En wat dat zeggen wil weten wij allen: de drukkende schuldenlast bracht ons in ons land de verslechtering der ambtenaarssala rissen, afschaffing van het 7e leerjaar, be lasting op allerlei verbruiks-artikelen, be perking der subsidies voor t.b.c.- en drank bestrijding, voor allerlei inrichtingen van onderwijs e. d. Wat heeft nu de wereldoorlog van 1914 maatschappelijk beteekend? Spr. haalt aan een aantal cijfers, die Lloyd George gaf over de verwoestingen in Noord-Frankrijk en die een ontstellend beeld geven van ’t geen daar is geschied. Een paar duizend dorpen en steden ge heel verwoest; millioenen hectaren land onbruikbaar gemaakt, duizenden kilometers straat- en spoorwegen vernield. En dan, ’n 9 millioen menschen gedood en 31 millioen invaliden, totaal 30 millioen Openbare concerten. In de j.l. vergadering van het comité ge vormd uit de muziek-vereenigingen „Sym- phonia”, Sneeker Muziekcorps, Chr. Mu ziekvereniging „Harmonie” en „Steun in den strijd”, is besloten om de volgende openbare concerten te houden: 14 Mei Harmonie, 28 Mei Sneeker Muziek corps, 11 Juni Steun in den strijd, 25 Juni Symphonia, 9 Juli'Harmonie, 23 Juli Snee ker Muziekcorps, 31 Aug. Harmonie, 10 Sept. Steun in den strijd. Ontwapening. Vrijdagavond sprak in de „Harmonie” ds. W. Banning voor de afd. der S. D. A. P. over het „Ontwapenings-ontwerp der So- ciaal-Democraten”. Nadat de Voorz., de heer J. de Groot, de vergadering had geopend, begon ds. Ban ning zijn rede met de opmerking, dat de in diening van het ontwapeningsvoorstel door de Soc. Dem. fractie geen toevallige daad is, maar een verdere stap op den eenmaal ingeslagen weg naar den wereldvrede. Spr. wil in zijn rede de volgende vragen behandelen: ie. Wat heeft de afgeloopen wereldoor- niks schelen”. De vrouw heeft een vaak treffend een diepe intuitie, groot geloofs- .-x- voor de politiek. Ds. Karres sloot met een woord van dank aan de spreekster en dankgebed. Er was een flink publiek, waaronder echter maar een klein aantal vrouwen. Abonnement per jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden tnededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Hoe staat Nederland tegenover den en hoe tegenover een i het verzekeringsstelsel leeren zien latere uitkeering van uitgesteld loon. Spreekster neemt de onderstelling dat de ont- gi<i. Wj ««rlu 49 van «iag«r menschen.in de kracht van hun leven die voor de maatschappij verloren gingen. Een Amerikaansch .ingenieur berekende dat 155 millioen arbeiders een jaar zouden moeten werken om weer over te verdienen, wat deze oorlog -vernietigde. En dan de zedelijke verwildering die de na-oor!ogsjaren ons brachten, vooral onder de jeugd! Maar, vraagt Spr. is dat te ver wonderen, waar die jfiugd is opgegroeid te midden van ’n tijd van moord en dood slag; in een maatschappij: die de jonge man nen bij hun militaire opleiding opvoedt tot moord? Er wordt over die zedelijke verwildering erg geweeklaagd, maar ’n groot deel van die klagers wil de maatschappelijke achter grond, die noodzakelijk tot deze dingen lei den moet, niet zien. Spr. komt dan aan de tweede vraag: Wat zal een volgende oorlog ons brengen. Die volgende oorlog is heusch geen hersen schim. We hebben de mogelijkheid daarvan vrijwel als een zekerheid te aanvaarden. Immers de wedijver in bewapening gaat steeds voort en zal straks natuurlijk tot een uitbarsting leiden. Wat een volgende oorlog aan maat schappelijke vernietiging zou beteekenen, zal nog heel wat erger zijn. Immers de toe komstige oorlog zal voornamelijk een lucht oorlog zijn: en de techniek heeft op-’t ge bied van vergiftige gasseTi zulke geweldige vorderingen gemaakt, dat men met enkele bommen heele streken zal kunnen uitmoor den en heeje landstreken onbewoonbaar maken Die luchtoorlog heeft bovendien een heele wijziging gebracht in de „verdediging oer grenzen” zooals dat tot nu toe werd op gevat. Verdediging der grenzen zal geen zin meer hebben in een oorlog, die in de lucht uitgevochten wordt! De der^e vraag die Spr. heeft gesteld is cteze: Hoe- staat het met de positie van Ne derland bij een volgende oorlog? Spr. gaat dan na hoe de militaire toestand van ons leger de laatste tijden is geweest. In 1910 schrijft de Raad van Defensie in zijn rapport over ons land„weerloos als wij thans zijn”. In 1919 zegt Generaal Snijders dat onze legermacht „in 1914 vol strekt onvoldoende” was, terwijl over de toestand van 1919 Generaal Burger zegt: dat deze nog „gedaald is beneden het peil van 1914”. Ook in 1922 verklaart de secre taris van „Ons Leger” dat ons land „weer loos” is! En dat terwijl van 1914 tot 1922 1400 millioen gulden aan leger en vloot is besteed! Is dus, naar het oordeel van deskundigen onze land- en zeemacht altijd absoluut on voldoende geweest om iets van beteekenis te kunnen doen, ook bij de nieuwere wijze van oorlogvoeren komen wij’ ver ten achter. Terwijl overal de giftige gassen reeds wor den toegepast, kwam op de Nederlandsche begrooting dit jaar een post van 50 duizend gulden voor „voor ’n onderzoek naar de scheikundige oorlogsmiddelen”. Onze vlieger-afdeeling beteekent niets tegenover de buitenlandsche. En dat is geen wonder: 't is voor een klein land als ’t onze nu eenmaal onmogelijk om in deze dingen met de groote rijken mee te doen. Bovendien: de ligging en de geringe grootte van ons land maken, dat vijande lijke vliegtuigen al boven onze groote ste den kunnen zijn vóórdat onze afweerdivi- vies gealarmeerd zijn! Spr. komt thans aan de inhoud van het Ontwapeningsontwerp, zooals dat thans bij de Tweede Kamer is ingediend. Dat komt hierop neer: Wij hebben thans een lichting van 19500 man, die 20 jaar onder de wape nen staan, dus in totaal ongeveer 400.000 man De Soc. Dem. stellen nu voor ’n lich ting van 3000 man, die 10 jaar blijven. Van een vechtleger wordt 't leger dus tot een politieleger van 30000 man teruggebracht. Heeft dit voorstel als nationaal ontwape ningsvoorstel dus groote beteekenis, daar achter echter dient men te zien de interna tionale ontwapenings gedachte. En dat is van grooter beteekenis. Want van wereld vrede zal alleen iets kunnen komen bij in ternationale ontwapening. Nu zijn er twee machten die de interna tionale ontwapening nader kunnen bren gen: de volkerenbond en de intern, arbei dersbeweging. Van de Volkenbond ver wacht Spr. voorloopig niet veel, maar toch is ze de belichaming van een gedachte en streven naar internationale gerechtigheid. Wat de intern, vakbeweging betreft: op de intern, congressen te Rome en Den Haag is besloten, bij nieuw dreigend oorlogsge vaar te trachten dat te voorkomen door een internationale, algemeene werkstaking. Dat zal de weg moeten zijn: massale actie der verschillende volkeren. Maar, dat is 'n geweldig iets. Want, als de regeering zegt: „mobiliseeren” en de ar- puur verstandelijk, er zit iets lafs in, en wij stel len daartegenover dat wij moeten doen wat wij kunnen, en dan aan God alles overlaten, en als een rechtvaardige strijd wordt gevoerd en daar om gaat het hier toch enkel immers wij willen enkel voorkomen dat de strijd der groote rijken hier op ons land wordt gevochten, dan leert ons de Schrift, de geschiedenis en ons eigen leven dat wonderen steeds mogelijk zijn. Zeker ook spr. waardeert ’t werk van Genève, maar we leven in de werkelijkheid, die leert dat er nog voortdurend conflicten voorkomen en dat het protocol van Genève niet aangenomen is. We kunnen niet op louter vertrouwen bou wen. Christus wenschte weerloosheid bij vervol ging om de wil van het Evangelie, maar dat heeft niets te maken met nationale ontwape ning, waardoor ellende zou kunnen worden ge bracht op vrouw en kind. Wereldontwapening is in de Schrift slechts geprofeteerd na wereld- omzetting, daar is een verband gelegd tus- A mm m<m zv mm 1mm1«mmm!mm« X1T22 m1_ ÏmXm 1221- historischen wenschen de idee van het recht naar voren te schuiven tegenover de idee van de macht. Al blijft de zonde, wij hebben tot taak die in allen vorm te bestrijden en mogen dus ook niet zeggen: De oorlog is er altijd geweest, er is niets aan te doen, doch evenmin mogen wij ons in een avontuur storten als de ontwa- penaars willen. Wij hebben tot taak de rechts- gedachte meer en meer ingang te doen vinden, zooals dat op het gebied der burgerlijke verhou dingen geschied is. Ten slotte wijdt spr. nog een woord aan de samenwerking met de katholieken. Wij strijden een gemeenschappelijke strijd, daarom is er giond voor samenwerking, maar wij staan steeds tegenover hen als katholiek kerkelijke belangen naar voren worden gebracht. Laten wij de dingen bij deze verkiezingen groot zien, en waken tegen versnippering, waardoor bij de vorige verkiezingen 62.287 protestantsch chr. stemmen absoluut verloren gingen, laat men de groote protestantsche chr. partijen in staat stellen haar politiek door te voeren en ons volk te leiden daarheen waar zijn heil ligt. Het debat en de beantwoording daarvan zul len wij samenvatten. De heer Boeijenga Sr. meent dat het so ciale vraagstuk reeds in 1874 door een der Chr. partijen aangesneden, niet tot z’n recht is geko men in de rede. Win. ds. Sikkel wilde de oplos sing zoeken in de richting dat de arbeider steeds een menschwaardig loon zou genieten. Daarmee zou inderdaad de soc. kwestie opgelost zijn. Tal ma, van wiens verzekeringswetten nu zoovelen profiteeren, kwam tot de sociale kwestie, door dat hij zag dat arbeiders ook Zondags moesten werken om een klein loontje te verdienen. Wet ten hadden niet noodig moeten zijn, herstel der sociale onrechtvaardigheden had uit het volk zelf moeten opkomen. Wat de ontwapening be treft spr. gelooft dat menschen als v. Embden en ds. Banning niet zelf aan ontwapening ge- looven doch die leuzen enkel aanheffen om kiezers te lokken. Zie maar eens naar Rusland, toen er een keizer was had het een millioen, nu 1 millioen man onder de wapenen. Ziet ook naar Engeland wat Mac Donald deed toen hij aan de regeering was. Ten slotte verklaart spr. dat de vrouwen natuurlijk volgens de wet naar de stembus moeten gaan, zij zullen echter goed doen zich niet erg druk in de politiek te maken, laten zij zich druk maken in het huisgezin. Mevrouw De Wit meent dat men de goede elementen uit het denkbeeld der sociali satie moet trachten te gebruiken en pogen moet eenigermate te komen tot een betere verhouding tusschen de vaak enorme inkomens der werk gevers en de vaak treurige inkomens der werk nemers. Wat de defensie betreft, deb. twijfelt beidersleiders zeggen: „staken”, dan betee kent dat de revolutie met alles wat daar aan vast zit. En Spr. wijst de aanwezigen er op dat goed en ernstig te zien. Een hoeratje en ’n applaus op een vergadering is zoo ge- makkelijk, maar komt ’t eenmaal zoo ver, dat de internationale ten dezen een beroep op de arbeiders zal doen, dan zal ’t hittere ernst zijn en dan zal slechts een diepe en heilige trouw aan wat men z’n plicht acht, de overwinning mogelijk maken. En daarom is het niet goed te meenen, dat we er zóó maar zullen komen. We zijn er nog lang niet en we zullen er ook de eerste jaren niet komen, omdat er nog mil lioenen arbeiders zijn, die ’t a.b.c. van deze dingen nog niet hebben geleerd. Toch zal heel ’t streven der moderne arbeidersbeweging hierop gericht moeten zijn: ’t volk rijp te maken voor deze taak. Want ’t zal er in de 20ste eeuw om gaan of het de arbeidersbeweging zal gelukken het militairisme te vernietigen, want een nieuwe oorlog zou de vernietiging van onze be schaving beteekenen. Daarvan dienen de arbeiders goed doordrongen te zijn: daf is ook de achtergrond van het ontwapenings ontwerp. En de eerste paragraaf van de memorie van toelichting is dan ook gewijd aan de zedelijke beteekenis van het ontwerp. Maar die beteekenis zal pas waarde krijgen, en de ontwapening zal alleen dan mogelijk zijn als allen die haar wenschen achter die eisch gaan staan met heel hun ziel: als zij zullen hebben geleerd niet te leven voor zich zelf, maar zich zullen willen geven voor de vrede van de wereld! De Voorz. dankte hierna de Spr. voor zijn gloedvolle rede en sloot hierna, daar nie mand zich voor debat opgaf, de vergade ring. 2e. Wat zal een brengen. 3e. F oorlog van 1914 nieuwe oorlog. 4e. Wat is de inhoud van het ontwa penings-ontwerp 5e. Wat zijn de internationale krachten, die achter dergelijke voorstellen staan? Spr. zal niet tot ’t gevoel spreken, want dat beteekent weinig. Als ’t er op aankomt heeft vrijwel een ieder een afschuw van den oorlog, maar dat beteekent niets, zoolang die afschuw niet is omgezet in daadwer kelijke strijd tegen den oorlog. Het eerst noodige is den menschen de maatschappelijke beteekenis van den oor log te laten zien. En Spr. geeft tot dat doel verschillende cijfprs, dorre cijfers die ech ter een geweldig beeld van de werkelijkheid geven. Ze leeren ons b.v. hoe in alle groote sta- >H|ï ragessl «var- jgA gta. üt; smiSss -JE fflrê. Öi) «esMae Cf| Msuaws 80 <8, Ivv ién hand. »f eeg lv vnn sass dtriro vv een Kon. besluit gehandeld. Er zal zeker nog aan de mogelijkheid van ontwapening, maar zij I meer moeten bezuinigd; laten wij dan in de gelooft dat de Nederlander en de Unie toch eerste plaats niet direct de motieven die bij het warmer en met meer gloed zouden kunnen op- i handelen voorzitten in twijfel trekken en in de komen voor het rechtsbeginsel in de verhouding I tweede plaats bedenken dat wij ons bepaalde handeling eener regeering ons niet be vredigt, wij ons niet naar andere groepen moe ten laten drijven die over het a 1 g e nt e e n met onze inzichten verschillen. Dan is er het groote sociale vraag stuk, dat naar onze opvatting in volle cmvang genomen ons geheele volk omspant en o. i. alleen is op te lossen door de gedachte der soli- .wij moeten toch alle krachten inspannen in den dariteit. De liberale g_ 2 concurrentie weer in orde komt geleidelijk toch allen verfoeien. De spreekster geheel nieuwe maatschappij- tweeledig: lo. in haar grooten omvang: platte- n land tegen stad, man en vrouw, werkgever, uitweg. De c.-h. gelooven niet aan een kunst- werknemer enz., terwijl als men de laatste groep matig opgelegde maatschappij-orde, zeker niet alleen neemt dit h. i. de sociale kwestie in enge- in een soc.-dem. Hoe kan op het beginsel van ren zin vormt. Wat deze laatste betreft men de klassenstrijd, waaroij de menschen geschoold heeft naar een evenwicht te zoeken waarbij de worden in den haat, een maatschappij, waarin mogelijkheid is geopend tot rechtmatige kapi- allen samenwonen, gebouwd? Ho? is die klas- taalvorming naast rechtvaardig loon. Er is hier senstrijd te rijmen met ons Uhr. beginsel van inderdaad vroeger gezondigd. Maar al is deze liefde tot den naaste. Maar het is ook heel ge- kwestie niet opgelost, we zijn nu zeker verder makkelijk te spreken van solidariteit, heel moei- dan in 1874. En er moet meer solidariteit komen, lijk iets in dezen te doen. Als ’t ooit kan dan is men moet leeren eikaars nooden te zien en be- het echter langs dezen weg, en door de bereid- seffen dat men van elkaar afhangt. Zoo iets heid van allen, door Gods kracht, tot offeren. moet echter geleidelijk groeien ook door de or- Als vierde punt komt in aanmerking onze hou- ganisaties; wat in die verhoudingen dan in de ding tegenover ’t g e z i n. Roosevelt zeide eens: 1 praktijk groeit kan later in een wet belichaamd, het sociale vraagstuk zou een heel eind opgelostOok moet men den arbeider leeren sparen en zijn als in alle gezinnen goedheid en vroomheid hen het verzekeringsstelsel leeren zien als de boventoon voerden. Dat woord legt de na- latere uitkeering van uitgesteld loon. druk terecht op het gezin. En de c.-h. zullen er i Spreekster neemt de onderstelling dat de ont- dan ook nooit toe meewerken de grondslagen wapenaars slechts kiezers zouden willen lokken daarvan aan te tasten. Hoe het in Rusland metniet voor haar rekening, onder hen zijn onge- 't huwelijk gegaan is, men weet ’t en ’t congres twjjfeld vele idealisten; juist waar onder de te Graz heeft het nog eens bewezen: de vrouw 1 jongeren tegenwoordig weer een verlangen is is vrij, het huwelijk is feitelijk afgeschaft of kan naar iets meer dan het materieele moeten wij op wensch van een der partijen zonder meer hen tegemoet treden als medevoelenden, i.ivt worden geannuleerd en zelfs kinderen zijn niet als verdacht makenden. Zeker wij kunnen nog meer beschermd. Hoevele voorstanders telt de met meer gloed voor de nieuwe statenverhou- afschaffing van het huwelijk ook hier. Wij wil- ding strijden; de moeders moeten in de harten hunner kinderen de vredesgedaehte leggen, de jongens vooral moet men leeren er maar niet komen, mits zij de direct op los te vechten. Wij c.-h. die voor de stemplicht zijn hopen len daartegen met alle kracht strijden, al er kennen wij dat in onze huwelijkswetgeving zeer zeker verbetering moet 1- grondslagen van het huwelijk niet aantast. Dat j verbetering noodig is, waarvoor de Unie ook niet dat de vrouwen maar als stemvee" naar de opkomt, weet spr. maar al te goed uit haar stembus zullen gaan, zonder verder notitie van advocatenpraktijk. de politiek te nemen. Misschien zou het kunnen Ten slotte een woord over de d e f e n s i e.als de mannen hun vrouwen op de hoogte hiel- Ook hier hebben wij naar twee kanten te zien, den en niet als zij de krant lezen en de vrouw Prof, van Embden en de zijnen redeneeren puurvraagt: „wat lees je?” maar altijd antwoorden: materieel: Wij kunnen toch niets, laten wij dus 1 „Och niks”. Maar dat is maar al te vaak het maar ontwapenen en beginnen met vertrouwen geval; maar als de man zijn vrouw eens over in de anderen te hebben. Ook zijn er idealisten, de politiek wil inlichten, laat de vrouw dan ook die zeggen: Voelt gij niet de nieuwe geest die niet zoo onverstandig zijn te zeggen: „Kan me door de wereld gaat of anderen die vragen: mks schelen” hoou „Jullie Christenen moeten toch voor de weer- juist inzicht, loosheid zijn. vertrouwen, dat alles late men niet braak liggen De materieele gronden voor ontwapening zijn doordat één der Staten. Het gaat toch dien kan( uit: vroeger vocht stad tegen stad, later gewest tegen ge west enz., nu hebben we al nationale eenheden. Zullgn we dus op den duur niet komen tot nog grootere eenheid? Inderdaad voelen we intuitiet dat zulke grootere eenheden wordende zijn. Met te weinig geestdrift heeft spreekster van de mo gelijkheden van den Volkenbond enz. gewaagd, 1 UUUI UC gCMavmv uvi LVVII „11^. mciviiivii uiaptuiiKii 111 ucll gedachte dat alles door de strijd tegen den oorlog, die wij als Christenen ziet de sociale kwestie noch de socialisti- C. H. Unie. In Amicitia sprak Vrijdagavond voor de Sta tenkring Sneek der C.-H. Unie mej. mr. Frida Katz, lid der Tweede Kamer. De voorzitter ds. Karrés opende met gebed en een openingswoord waarin hij spreekster en verdere aanwezigen welkom heette en betreurde dat door het stich ten van kleine partijtjes ook ter rechterzijde de groote belangen waarom het bij de verkiezingen gaat schade wordt gedaan. Vooral betreurt spr. het dat predikanten aan die scheurmakerij mee doen, die blijkbaar niet beseffen, hoe de eenheid verstard tot een dogma - der belijders daaronder lijdt. i sche, welke een De spreekster begon met op te merken j orde wil met socialisatie, bieden o. i. hier een dat het bij deze verkiezingen weer om groote dingen gaat, en het is, vooral ook van de vrou wen, verkeerd te denken, „de politiek gaat ons niet aan”. Niet vergeten immers dient dat de Kamer-meerderheid haar stempel drukt op de wetten, welke tot stand komen, en daarom is het zoo belangrijk, welke beginselen die meer derheid belijdt. De Chr. Historische Unie nu is een groep welke zich voor alles wenscht te gronden ojr de beginselen, neergelegd in de Hei lige Schrift, zij behoort dus aan de rechterzijde van de scheidslijn welke men noemt de anti these; ter linkerzijde wenscht men met die be ginselen in de staatkunde geen rekening te hou den; men toetst daar de groote staatkundige problemen alleen aan het verstand. Ter rech terzijde meent men dat de staatkunde, als men gelooft, ook van dat geloof moet zijn doortrok ken.’ Spr. betreurt dat er hoe langer hoe meer partijen komen, omdat dit de kans op meer- derheidsvorming, zonder welke geen regeering werken kan, belemmert. Dat men ook in onze kringen gaat splitsen is vooral jammer omdat de protestantsche partijen dan moeilijker het hoofd kunnen bieden aan allerlei opdringende gevaren: de macht van het ongeloof, en de macht die, mocht zij overheerschen, het vrije geweten zou willen aantasten. Het is aan de protestantsche partijen onze wetgeving van een echte protes tantsche geest te doortrekken. De christelijk historischen onderscheiden zich vooral op twee punten van alle andere partijen: le. dat wij angstvallig scheiding maken tusschen overheid en volksvertegenwoordiging, die elk hun eigen taak hebben, en dat onze vertegenwoordigers zoo min mogelijk aan banden worden gelegd. Zeker, wij hebben ons sociaal program, maar in onze statuten is bepaald dat de partij vertrouwt dat onze vertegenwoordigers met dit program bij het uitbrengen hunner stem rekening zullen houden, tenzij zij, op aan te geven deugdelijke gronden, anders zouden beslissen. Hier blijft dus de volle vrijheid van geweten voor de volks vertegenwoordigers, die daardoor menschen van karakter kunnen zijn, behouden. Wij wenschen goed democratisch te zijn, er dient rekening gehouden met de wenschen onzer partijgenoo- ten, maar anderzijds moet de verantwoordelijk heid voor de .beslissing daèr gelegd waar zij hoort. En dat is toch het karakter van ons protestantsche geloof, dat wij niet iets van bo ven opleggen, maar het individueele geweten zelf het recht tot oordeelen geven. Menschen van karakter moeten wij hebben die God vragen wat Hij wil, doch niet altijd vragen wat allerlei groepen van menschen wel willen, dit laatste leidt tot schipperpolitiek. Christelijk historisch is het ook dat wij het nationale durven voorop stellen. Zeker, wij aanvaardden de antithese, omdat onze beginselen en onze heiligste gevoe lens bij ons volk in z’n geheel niet meer veilig bleken (schoolstrijd), wij willen immers ook historisch zijn en rekening houden met wat de leiding Gods ons volk heeft te zeggen, maar wij willen ons volk toch zooveel mogelijk als één heid zien, een eenheid waartegenover wij ook een zendingstaak hebben, waardoor mede wij hopen dat onze gevoelens eenmaal weer veilig bij het geheele volk zullen zijn en als bv. in Engeland, een andere partijgroepeering mogelijk zal werden. Juist om die eenheid voorop te stel len wenschen wij een verdere splitsing van ons volk naar kerkelijke onderscheiding tegen te gaan. Tot chr. vakvereenigingen en chr. lagere scholen enz. zijn we gedwongen door de hou ding van den tegenstander, maar als men afzon derlijke Chr. universiteiten gaat oprichten, roe pen wij „halt”. De universiteit is de kweekplaats van de toekomstige leiders van ons volk, zij dienen daar g^een enge basis voor hun opleiding te vinden, doch een zoo breed mogelijke, wat hen later in staat zal stellen ons volk in al zijn deelen te overzien. Spr. gaat nu in het kort een aantal punten welke verband houden met de a.s. verkiezingen meer in het bijzonder bespreken. Ten eerste de kwestie van ’t g e z a g. Wij willen strijden voor handhaving van ons constitutioneel-monarchaal stelsel en tegen elke revolutionnaire bedreiging. De Oranjes zijn historisch met ons samenge groeid. In 1918 achtten Troelstra en de zijnen ons volk niet rijp voor revolutie, men wil het dus toch rijp daarvoor maken, wij moeten dus naar die zijde de oogen open houden. Ander zijds moeten wij waken tegen het fascisme, en het parlementaire stelsel hoog houden, wat ge makkelijker zou zijn als de linkerzijde meer - 1 40 z‘j z*c'1 önmachtig de regeering over te nemen (innrdat vü nnd^rlincr 7nn hofornrrooti nznc Pon - 1 t' - 1,5U eerbied voor ons parlement. Spr. is verbaasd 1,40

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1