la,
w
10
II
Brandenburgh Co.,
I
NIEUWSTIIDIN8EN.
Ollitliil Oigm in lianiti tink
1
‘d
J
WOENSDAG SO APRIL 1025
41» JAARGANG
1,25
1,10
est.
-1 25
0,00
0.60
0,6$
0,70
0,70
1,40
- 1,40
- 1,40
^T
Ho. 63
Eerst» Blad
V«Hch$n*
DlMiDAGio VBUDAeSAVOMD»
Uiigvran
Sjm» T&lefea* S®. 150-
HEEREH-en
KlHDERKLEEDinG
- 1,00
1,00
■M
IB
•9
N
N
N
niet
van
Grit
nieuwe oorlog ons
Mei viering van S. A. V.,
1,50
IIEUWE SNEEKER COURANT
annex SHEERER COURAHT en WYMBRITSERADEEL
i een
»n en
i,60
',32'/,
gld. 01j
lang* invaüdltait
LEMMER, 27 April. Door Molkwerum-
mer visschers is alhier de eerste ansjovis
aangevoerd. In ’t geheel 178 K.G. waar
voor van f 0.79 tot f 0.87 per K.G. werd be-
somd. Deze visch was klein van stuk. Nu
de haringvisscherij ten einde loopt, maken
zich onze visschers klaar om ter ansjovis
vangst uit te varen.
gid. bij «airttm Ti»
der Tweede Kamer, over
klassen vereenigt U!” De-
it)
1,70
1,70
1,40
1,50
BBtf.
Rondegang 30 April.
Naar men ons mededeelt is de Chr. mti-
ziekvereeniging „Harmonie” van plan om
een rondegang door de stad te maken op
Donderdagavond 30 April a.s. ter eere van
de verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.
LjLiinrT--nr-r_-r--i n nrrrr
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe
Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk
dagen tusschen 11% en 12% uur, de navolgende
voorwerpen als gevonden gedeponeerd op
27 April 1925:
Wit coralen collier, heerenrijwiel.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 27 April:
Kindermantel, M. Visser, Boschgracht 10;
zwarte dameshandschoen, H. Rijgersma,
Kruizebroederstr. 36; tuinhark, J. H. Har-
kema, 2e Woudstraat 33; ijzeren hoepel, J.
A. de Jong, Nauwe Noorderhorne 16; sier
speld, J. Paques, Kleinzand 29; hoofdstel
van een paardentuig, H. Blauw, 2e Fritte-
mahovenstraat 3; pakje met schroefboutjes,
Gem. Reiniging, Lemmerweg.
is. We kunnen niet op louter vertrouwen bou
wen. Christus wenschte weerloosheid bij vervol
ging om de wil van het Evangelie, maar dat
heeft niets te maken met nationale ontwape
ning, waardoor ellende zou kunnen worden ge-
is in de Schrift slechts geprofeteerd na wereld-
een verband gelegd tus
schen ontwapening en bekeering. Wij christelijk-
lllO O Z. L> Z* M /J Z, zl Z\ Z. ««MM 1« M X Mm m1— X
log beteekend.
Aankondiging vergaderingen enz.
Donderdag 30 April spreekt in Amicitia de
heer A. Braat, lid
„Plattelanders aller
bat vrij.
Vrijdag 1 Mei. 1
I. A. M. V., Dageraad en Fed. v. Bouwvakarbei
ders des avonds 8 uur in Amicitia. Meirede van
C. Bosma (Heerenveen), declamatie van den
heer Kuipers van Ijlst en muziek van Talon.
Vrijdag 1 Mei. 1 Mei-viering van S. B. B. en
S. D. A. P. in dé Harmonie, Sperkhem. ’s Mid
dags 3 uur: zang, muziek, declamatie, 1 Mei
rede: ’s Avonds 8% uur: zang, muziek, tooneel
en 1 Mei rede van F. S. Noordhoff (voorz. C.
N. A. B., Den Haag), ’s Avonds 7% uur: demon
stratie voor ontwapening, democratie in staat
en bedrijf, handhaving en doorvoering van den
achturendag.
- 1,20 loyale oppositie was; bij de laatste crisis toonde
doordat zij onderling zoo heterogeen was. Een
dergelijke machteloosheid doet afbreuk aan de
- - 1 1
en verontrust over het aantal intellectueele jon
geren, dat ook hier te lande het parlement wel
naar huis zou willen sturen om plaats te maken
voor „de sterke man”. Een dergelijke toestand
zou ons volk echter niet lang verdragen, er zou
slechts revolutie uit voortkomen. De C.-H. wen-
schen het parlementaire stelsel volkomen tot
zijn recht te doen komen en willen daarom ver
hoeden dat de volksvertegenwoordiging door
het vele hanteeren van moties, als 't ware de
regeeringsverantwoordelijkheid overneemt.
Een volgend punt is de bezuiniging, het
noodzakelijk wegwerken van het tekort, noodig
om de ellende van de inflatie te voorkomen,
heeft zich op de meest pijnlijke wijze geuit in
de salarisverlaging. Het wegrukken van den af
grond’. zou spr. willen zeggen, heeft pijn gekost,
maar we zijn dan (och gered. Spr. begrijpt dat
de intrekking van art. 40 pijnlijk en als een
schending van belofte is gevoeld, en de c.-h.
fractie heeft ook gevraagd of hier geen andere
wijze kon worden gevolgd, of art. 40 misschien
niet vrijwillig had kunnen worden opgegeven.
In ieder geval de verantwoordelijkheid heeft hier
gerust waar het hoorde, de regeering heeft door
ten van Europa het grootste deel van ’t na
tionaal inkomen wordt gebruik voor leger
en vloot, die samen meer vragen dan alle
andere departementen samen (onderwijs,
handel, nijverheid, kunsten, wetenschap
pen, waterstaat e. d.).
Ze leeren ons ook dat de nationale
schuldenlast door de laatste oorlog bij de
overwinnaars 10 maal is vergroot en bij de
overwonnenen niet meer is te overzien. En
wat dat zeggen wil weten wij allen: de
drukkende schuldenlast bracht ons in ons
land de verslechtering der ambtenaarssala
rissen, afschaffing van het 7e leerjaar, be
lasting op allerlei verbruiks-artikelen, be
perking der subsidies voor t.b.c.- en drank
bestrijding, voor allerlei inrichtingen van
onderwijs e. d.
Wat heeft nu de wereldoorlog van 1914
maatschappelijk beteekend?
Spr. haalt aan een aantal cijfers, die
Lloyd George gaf over de verwoestingen
in Noord-Frankrijk en die een ontstellend
beeld geven van ’t geen daar is geschied.
Een paar duizend dorpen en steden ge
heel verwoest; millioenen hectaren land
onbruikbaar gemaakt, duizenden kilometers
straat- en spoorwegen vernield.
En dan, ’n 9 millioen menschen gedood en
31 millioen invaliden, totaal 30 millioen
Openbare concerten.
In de j.l. vergadering van het comité ge
vormd uit de muziek-vereenigingen „Sym-
phonia”, Sneeker Muziekcorps, Chr. Mu
ziekvereniging „Harmonie” en „Steun in
den strijd”, is besloten om de volgende
openbare concerten te houden:
14 Mei Harmonie, 28 Mei Sneeker Muziek
corps, 11 Juni Steun in den strijd, 25 Juni
Symphonia, 9 Juli'Harmonie, 23 Juli Snee
ker Muziekcorps, 31 Aug. Harmonie, 10
Sept. Steun in den strijd.
Ontwapening.
Vrijdagavond sprak in de „Harmonie”
ds. W. Banning voor de afd. der S. D. A. P.
over het „Ontwapenings-ontwerp der So-
ciaal-Democraten”.
Nadat de Voorz., de heer J. de Groot, de
vergadering had geopend, begon ds. Ban
ning zijn rede met de opmerking, dat de in
diening van het ontwapeningsvoorstel door
de Soc. Dem. fractie geen toevallige daad
is, maar een verdere stap op den eenmaal
ingeslagen weg naar den wereldvrede.
Spr. wil in zijn rede de volgende vragen
behandelen:
ie. Wat heeft de afgeloopen wereldoor-
niks schelen”. De vrouw heeft een vaak treffend
een diepe intuitie, groot geloofs-
.-x-
voor de politiek.
Ds. Karres sloot met een woord van dank aan
de spreekster en dankgebed.
Er was een flink publiek, waaronder echter
maar een klein aantal vrouwen.
Abonnement per jaar f 2.50 fr. p.
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden tnededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Hoe staat Nederland tegenover den
en hoe tegenover een
i het verzekeringsstelsel leeren zien
latere uitkeering van uitgesteld loon.
Spreekster neemt de onderstelling dat de ont-
gi<i. Wj ««rlu
49 van «iag«r
menschen.in de kracht van hun leven die
voor de maatschappij verloren gingen.
Een Amerikaansch .ingenieur berekende
dat 155 millioen arbeiders een jaar zouden
moeten werken om weer over te verdienen,
wat deze oorlog -vernietigde.
En dan de zedelijke verwildering die de
na-oor!ogsjaren ons brachten, vooral onder
de jeugd! Maar, vraagt Spr. is dat te ver
wonderen, waar die jfiugd is opgegroeid
te midden van ’n tijd van moord en dood
slag; in een maatschappij: die de jonge man
nen bij hun militaire opleiding opvoedt tot
moord?
Er wordt over die zedelijke verwildering
erg geweeklaagd, maar ’n groot deel van
die klagers wil de maatschappelijke achter
grond, die noodzakelijk tot deze dingen lei
den moet, niet zien.
Spr. komt dan aan de tweede vraag: Wat
zal een volgende oorlog ons brengen. Die
volgende oorlog is heusch geen hersen
schim. We hebben de mogelijkheid daarvan
vrijwel als een zekerheid te aanvaarden.
Immers de wedijver in bewapening gaat
steeds voort en zal straks natuurlijk tot een
uitbarsting leiden.
Wat een volgende oorlog aan maat
schappelijke vernietiging zou beteekenen,
zal nog heel wat erger zijn. Immers de toe
komstige oorlog zal voornamelijk een lucht
oorlog zijn: en de techniek heeft op-’t ge
bied van vergiftige gasseTi zulke geweldige
vorderingen gemaakt, dat men met enkele
bommen heele streken zal kunnen uitmoor
den en heeje landstreken onbewoonbaar
maken
Die luchtoorlog heeft bovendien een
heele wijziging gebracht in de „verdediging
oer grenzen” zooals dat tot nu toe werd op
gevat. Verdediging der grenzen zal geen zin
meer hebben in een oorlog, die in de lucht
uitgevochten wordt!
De der^e vraag die Spr. heeft gesteld is
cteze: Hoe- staat het met de positie van Ne
derland bij een volgende oorlog? Spr. gaat
dan na hoe de militaire toestand van ons
leger de laatste tijden is geweest.
In 1910 schrijft de Raad van Defensie in
zijn rapport over ons land„weerloos
als wij thans zijn”. In 1919 zegt Generaal
Snijders dat onze legermacht „in 1914 vol
strekt onvoldoende” was, terwijl over de
toestand van 1919 Generaal Burger zegt:
dat deze nog „gedaald is beneden het peil
van 1914”. Ook in 1922 verklaart de secre
taris van „Ons Leger” dat ons land „weer
loos” is! En dat terwijl van 1914 tot 1922
1400 millioen gulden aan leger en vloot is
besteed!
Is dus, naar het oordeel van deskundigen
onze land- en zeemacht altijd absoluut on
voldoende geweest om iets van beteekenis
te kunnen doen, ook bij de nieuwere wijze
van oorlogvoeren komen wij’ ver ten achter.
Terwijl overal de giftige gassen reeds wor
den toegepast, kwam op de Nederlandsche
begrooting dit jaar een post van 50 duizend
gulden voor „voor ’n onderzoek naar de
scheikundige oorlogsmiddelen”.
Onze vlieger-afdeeling beteekent niets
tegenover de buitenlandsche. En dat is geen
wonder: 't is voor een klein land als ’t onze
nu eenmaal onmogelijk om in deze dingen
met de groote rijken mee te doen.
Bovendien: de ligging en de geringe
grootte van ons land maken, dat vijande
lijke vliegtuigen al boven onze groote ste
den kunnen zijn vóórdat onze afweerdivi-
vies gealarmeerd zijn!
Spr. komt thans aan de inhoud van het
Ontwapeningsontwerp, zooals dat thans bij
de Tweede Kamer is ingediend. Dat komt
hierop neer: Wij hebben thans een lichting
van 19500 man, die 20 jaar onder de wape
nen staan, dus in totaal ongeveer 400.000
man De Soc. Dem. stellen nu voor ’n lich
ting van 3000 man, die 10 jaar blijven. Van
een vechtleger wordt 't leger dus tot een
politieleger van 30000 man teruggebracht.
Heeft dit voorstel als nationaal ontwape
ningsvoorstel dus groote beteekenis, daar
achter echter dient men te zien de interna
tionale ontwapenings gedachte. En dat is
van grooter beteekenis. Want van wereld
vrede zal alleen iets kunnen komen bij in
ternationale ontwapening.
Nu zijn er twee machten die de interna
tionale ontwapening nader kunnen bren
gen: de volkerenbond en de intern, arbei
dersbeweging. Van de Volkenbond ver
wacht Spr. voorloopig niet veel, maar toch
is ze de belichaming van een gedachte en
streven naar internationale gerechtigheid.
Wat de intern, vakbeweging betreft: op
de intern, congressen te Rome en Den Haag
is besloten, bij nieuw dreigend oorlogsge
vaar te trachten dat te voorkomen door een
internationale, algemeene werkstaking. Dat
zal de weg moeten zijn: massale actie der
verschillende volkeren.
Maar, dat is 'n geweldig iets. Want, als
de regeering zegt: „mobiliseeren” en de ar-
puur verstandelijk, er zit iets lafs in, en wij stel
len daartegenover dat wij moeten doen wat wij
kunnen, en dan aan God alles overlaten, en als
een rechtvaardige strijd wordt gevoerd en daar
om gaat het hier toch enkel immers wij willen
enkel voorkomen dat de strijd der groote rijken
hier op ons land wordt gevochten, dan leert ons
de Schrift, de geschiedenis en ons eigen leven
dat wonderen steeds mogelijk zijn.
Zeker ook spr. waardeert ’t werk van Genève,
maar we leven in de werkelijkheid, die leert dat
er nog voortdurend conflicten voorkomen en
dat het protocol van Genève niet aangenomen
is. We kunnen niet op louter vertrouwen bou
wen. Christus wenschte weerloosheid bij vervol
ging om de wil van het Evangelie, maar dat
heeft niets te maken met nationale ontwape
ning, waardoor ellende zou kunnen worden ge
bracht op vrouw en kind. Wereldontwapening
is in de Schrift slechts geprofeteerd na wereld-
omzetting, daar is een verband gelegd tus-
A mm m<m zv mm 1mm1«mmm!mm« X1T22 m1_ ÏmXm 1221-
historischen wenschen de idee van het recht
naar voren te schuiven tegenover de idee van
de macht. Al blijft de zonde, wij hebben tot taak
die in allen vorm te bestrijden en mogen dus
ook niet zeggen: De oorlog is er altijd geweest,
er is niets aan te doen, doch evenmin mogen
wij ons in een avontuur storten als de ontwa-
penaars willen. Wij hebben tot taak de rechts-
gedachte meer en meer ingang te doen vinden,
zooals dat op het gebied der burgerlijke verhou
dingen geschied is.
Ten slotte wijdt spr. nog een woord aan de
samenwerking met de katholieken. Wij strijden
een gemeenschappelijke strijd, daarom is er
giond voor samenwerking, maar wij staan
steeds tegenover hen als katholiek kerkelijke
belangen naar voren worden gebracht.
Laten wij de dingen bij deze verkiezingen
groot zien, en waken tegen versnippering,
waardoor bij de vorige verkiezingen 62.287
protestantsch chr. stemmen absoluut verloren
gingen, laat men de groote protestantsche chr.
partijen in staat stellen haar politiek door te
voeren en ons volk te leiden daarheen waar
zijn heil ligt.
Het debat en de beantwoording daarvan zul
len wij samenvatten.
De heer Boeijenga Sr. meent dat het so
ciale vraagstuk reeds in 1874 door een der Chr.
partijen aangesneden, niet tot z’n recht is geko
men in de rede. Win. ds. Sikkel wilde de oplos
sing zoeken in de richting dat de arbeider steeds
een menschwaardig loon zou genieten. Daarmee
zou inderdaad de soc. kwestie opgelost zijn. Tal
ma, van wiens verzekeringswetten nu zoovelen
profiteeren, kwam tot de sociale kwestie, door
dat hij zag dat arbeiders ook Zondags moesten
werken om een klein loontje te verdienen. Wet
ten hadden niet noodig moeten zijn, herstel der
sociale onrechtvaardigheden had uit het volk
zelf moeten opkomen. Wat de ontwapening be
treft spr. gelooft dat menschen als v. Embden
en ds. Banning niet zelf aan ontwapening ge-
looven doch die leuzen enkel aanheffen om
kiezers te lokken. Zie maar eens naar Rusland,
toen er een keizer was had het een millioen,
nu 1 millioen man onder de wapenen. Ziet ook
naar Engeland wat Mac Donald deed toen hij
aan de regeering was. Ten slotte verklaart spr.
dat de vrouwen natuurlijk volgens de wet naar
de stembus moeten gaan, zij zullen echter goed
doen zich niet erg druk in de politiek te maken,
laten zij zich druk maken in het huisgezin.
Mevrouw De Wit meent dat men de
goede elementen uit het denkbeeld der sociali
satie moet trachten te gebruiken en pogen moet
eenigermate te komen tot een betere verhouding
tusschen de vaak enorme inkomens der werk
gevers en de vaak treurige inkomens der werk
nemers. Wat de defensie betreft, deb. twijfelt
beidersleiders zeggen: „staken”, dan betee
kent dat de revolutie met alles wat daar aan
vast zit. En Spr. wijst de aanwezigen er op
dat goed en ernstig te zien. Een hoeratje en
’n applaus op een vergadering is zoo ge-
makkelijk, maar komt ’t eenmaal zoo ver,
dat de internationale ten dezen een beroep
op de arbeiders zal doen, dan zal ’t hittere
ernst zijn en dan zal slechts een diepe en
heilige trouw aan wat men z’n plicht acht,
de overwinning mogelijk maken.
En daarom is het niet goed te meenen,
dat we er zóó maar zullen komen. We zijn
er nog lang niet en we zullen er ook de
eerste jaren niet komen, omdat er nog mil
lioenen arbeiders zijn, die ’t a.b.c. van deze
dingen nog niet hebben geleerd.
Toch zal heel ’t streven der moderne
arbeidersbeweging hierop gericht moeten
zijn: ’t volk rijp te maken voor deze taak.
Want ’t zal er in de 20ste eeuw om gaan of
het de arbeidersbeweging zal gelukken het
militairisme te vernietigen, want een nieuwe
oorlog zou de vernietiging van onze be
schaving beteekenen. Daarvan dienen de
arbeiders goed doordrongen te zijn: daf is
ook de achtergrond van het ontwapenings
ontwerp.
En de eerste paragraaf van de memorie
van toelichting is dan ook gewijd aan de
zedelijke beteekenis van het ontwerp. Maar
die beteekenis zal pas waarde krijgen, en
de ontwapening zal alleen dan mogelijk zijn
als allen die haar wenschen achter die eisch
gaan staan met heel hun ziel: als zij zullen
hebben geleerd niet te leven voor zich zelf,
maar zich zullen willen geven voor de vrede
van de wereld!
De Voorz. dankte hierna de Spr. voor zijn
gloedvolle rede en sloot hierna, daar nie
mand zich voor debat opgaf, de vergade
ring.
2e. Wat zal een
brengen.
3e. F
oorlog van 1914
nieuwe oorlog.
4e. Wat is de inhoud van het ontwa
penings-ontwerp
5e. Wat zijn de internationale krachten,
die achter dergelijke voorstellen staan?
Spr. zal niet tot ’t gevoel spreken, want
dat beteekent weinig. Als ’t er op aankomt
heeft vrijwel een ieder een afschuw van den
oorlog, maar dat beteekent niets, zoolang
die afschuw niet is omgezet in daadwer
kelijke strijd tegen den oorlog.
Het eerst noodige is den menschen de
maatschappelijke beteekenis van den oor
log te laten zien. En Spr. geeft tot dat doel
verschillende cijfprs, dorre cijfers die ech
ter een geweldig beeld van de werkelijkheid
geven.
Ze leeren ons b.v. hoe in alle groote sta-
>H|ï ragessl «var- jgA gta. üt; smiSss -JE fflrê. Öi) «esMae Cf|
Msuaws 80 <8, Ivv ién hand. »f eeg lv vnn sass dtriro vv
een Kon. besluit gehandeld. Er zal zeker nog aan de mogelijkheid van ontwapening, maar zij
I meer moeten bezuinigd; laten wij dan in de gelooft dat de Nederlander en de Unie toch
eerste plaats niet direct de motieven die bij het warmer en met meer gloed zouden kunnen op-
i handelen voorzitten in twijfel trekken en in de komen voor het rechtsbeginsel in de verhouding
I tweede plaats bedenken dat wij ons
bepaalde handeling eener regeering ons niet be
vredigt, wij ons niet naar andere groepen moe
ten laten drijven die over het a 1 g e nt e e n met
onze inzichten verschillen.
Dan is er het groote sociale vraag
stuk, dat naar onze opvatting in volle cmvang
genomen ons geheele volk omspant en o. i.
alleen is op te lossen door de gedachte der soli- .wij moeten toch alle krachten inspannen in den
dariteit. De liberale g_ 2
concurrentie weer in orde komt geleidelijk toch allen verfoeien.
De spreekster
geheel nieuwe maatschappij- tweeledig: lo. in haar grooten omvang: platte-
n land tegen stad, man en vrouw, werkgever,
uitweg. De c.-h. gelooven niet aan een kunst- werknemer enz., terwijl als men de laatste groep
matig opgelegde maatschappij-orde, zeker niet alleen neemt dit h. i. de sociale kwestie in enge-
in een soc.-dem. Hoe kan op het beginsel van ren zin vormt. Wat deze laatste betreft men
de klassenstrijd, waaroij de menschen geschoold heeft naar een evenwicht te zoeken waarbij de
worden in den haat, een maatschappij, waarin mogelijkheid is geopend tot rechtmatige kapi-
allen samenwonen, gebouwd? Ho? is die klas- taalvorming naast rechtvaardig loon. Er is hier
senstrijd te rijmen met ons Uhr. beginsel van inderdaad vroeger gezondigd. Maar al is deze
liefde tot den naaste. Maar het is ook heel ge- kwestie niet opgelost, we zijn nu zeker verder
makkelijk te spreken van solidariteit, heel moei- dan in 1874. En er moet meer solidariteit komen,
lijk iets in dezen te doen. Als ’t ooit kan dan is men moet leeren eikaars nooden te zien en be-
het echter langs dezen weg, en door de bereid- seffen dat men van elkaar afhangt. Zoo iets
heid van allen, door Gods kracht, tot offeren. moet echter geleidelijk groeien ook door de or-
Als vierde punt komt in aanmerking onze hou- ganisaties; wat in die verhoudingen dan in de
ding tegenover ’t g e z i n. Roosevelt zeide eens: 1 praktijk groeit kan later in een wet belichaamd,
het sociale vraagstuk zou een heel eind opgelostOok moet men den arbeider leeren sparen en
zijn als in alle gezinnen goedheid en vroomheid hen het verzekeringsstelsel leeren zien als
de boventoon voerden. Dat woord legt de na- latere uitkeering van uitgesteld loon.
druk terecht op het gezin. En de c.-h. zullen er i Spreekster neemt de onderstelling dat de ont-
dan ook nooit toe meewerken de grondslagen wapenaars slechts kiezers zouden willen lokken
daarvan aan te tasten. Hoe het in Rusland metniet voor haar rekening, onder hen zijn onge-
't huwelijk gegaan is, men weet ’t en ’t congres twjjfeld vele idealisten; juist waar onder de
te Graz heeft het nog eens bewezen: de vrouw 1 jongeren tegenwoordig weer een verlangen is
is vrij, het huwelijk is feitelijk afgeschaft of kan naar iets meer dan het materieele moeten wij
op wensch van een der partijen zonder meer hen tegemoet treden als medevoelenden, i.ivt
worden geannuleerd en zelfs kinderen zijn niet als verdacht makenden. Zeker wij kunnen nog
meer beschermd. Hoevele voorstanders telt de met meer gloed voor de nieuwe statenverhou-
afschaffing van het huwelijk ook hier. Wij wil- ding strijden; de moeders moeten in de harten
hunner kinderen de vredesgedaehte leggen, de
jongens vooral moet men leeren er maar niet
komen, mits zij de direct op los te vechten.
Wij c.-h. die voor de stemplicht zijn hopen
len daartegen met alle kracht strijden, al er
kennen wij dat in onze huwelijkswetgeving zeer
zeker verbetering moet 1-
grondslagen van het huwelijk niet aantast. Dat j
verbetering noodig is, waarvoor de Unie ook niet dat de vrouwen maar als stemvee" naar de
opkomt, weet spr. maar al te goed uit haar stembus zullen gaan, zonder verder notitie van
advocatenpraktijk. de politiek te nemen. Misschien zou het kunnen
Ten slotte een woord over de d e f e n s i e.als de mannen hun vrouwen op de hoogte hiel-
Ook hier hebben wij naar twee kanten te zien, den en niet als zij de krant lezen en de vrouw
Prof, van Embden en de zijnen redeneeren puurvraagt: „wat lees je?” maar altijd antwoorden:
materieel: Wij kunnen toch niets, laten wij dus 1 „Och niks”. Maar dat is maar al te vaak het
maar ontwapenen en beginnen met vertrouwen geval; maar als de man zijn vrouw eens over
in de anderen te hebben. Ook zijn er idealisten, de politiek wil inlichten, laat de vrouw dan ook
die zeggen: Voelt gij niet de nieuwe geest die niet zoo onverstandig zijn te zeggen: „Kan me
door de wereld gaat of anderen die vragen: mks schelen” hoou
„Jullie Christenen moeten toch voor de weer- juist inzicht,
loosheid zijn. vertrouwen, dat alles late men niet braak liggen
De materieele gronden voor ontwapening zijn
doordat één der Staten. Het gaat toch dien kan( uit: vroeger
vocht stad tegen stad, later gewest tegen ge
west enz., nu hebben we al nationale eenheden.
Zullgn we dus op den duur niet komen tot nog
grootere eenheid? Inderdaad voelen we intuitiet
dat zulke grootere eenheden wordende zijn. Met
te weinig geestdrift heeft spreekster van de mo
gelijkheden van den Volkenbond enz. gewaagd,
1 UUUI UC gCMavmv uvi LVVII „11^. mciviiivii uiaptuiiKii 111 ucll
gedachte dat alles door de strijd tegen den oorlog, die wij als Christenen
ziet de sociale kwestie
noch de socialisti-
C. H. Unie.
In Amicitia sprak Vrijdagavond voor de Sta
tenkring Sneek der C.-H. Unie mej. mr. Frida
Katz, lid der Tweede Kamer. De voorzitter ds.
Karrés opende met gebed en een openingswoord
waarin hij spreekster en verdere aanwezigen
welkom heette en betreurde dat door het stich
ten van kleine partijtjes ook ter rechterzijde de
groote belangen waarom het bij de verkiezingen
gaat schade wordt gedaan. Vooral betreurt spr.
het dat predikanten aan die scheurmakerij mee
doen, die blijkbaar niet beseffen, hoe de eenheid verstard tot een dogma -
der belijders daaronder lijdt. i sche, welke een
De spreekster begon met op te merken j orde wil met socialisatie, bieden o. i. hier een
dat het bij deze verkiezingen weer om groote
dingen gaat, en het is, vooral ook van de vrou
wen, verkeerd te denken, „de politiek gaat ons
niet aan”. Niet vergeten immers dient dat de
Kamer-meerderheid haar stempel drukt op de
wetten, welke tot stand komen, en daarom is
het zoo belangrijk, welke beginselen die meer
derheid belijdt. De Chr. Historische Unie nu is
een groep welke zich voor alles wenscht te
gronden ojr de beginselen, neergelegd in de Hei
lige Schrift, zij behoort dus aan de rechterzijde
van de scheidslijn welke men noemt de anti
these; ter linkerzijde wenscht men met die be
ginselen in de staatkunde geen rekening te hou
den; men toetst daar de groote staatkundige
problemen alleen aan het verstand. Ter rech
terzijde meent men dat de staatkunde, als men
gelooft, ook van dat geloof moet zijn doortrok
ken.’ Spr. betreurt dat er hoe langer hoe meer
partijen komen, omdat dit de kans op meer-
derheidsvorming, zonder welke geen regeering
werken kan, belemmert. Dat men ook in onze
kringen gaat splitsen is vooral jammer omdat de
protestantsche partijen dan moeilijker het hoofd
kunnen bieden aan allerlei opdringende gevaren:
de macht van het ongeloof, en de macht die,
mocht zij overheerschen, het vrije geweten zou
willen aantasten. Het is aan de protestantsche
partijen onze wetgeving van een echte protes
tantsche geest te doortrekken. De christelijk
historischen onderscheiden zich vooral op twee
punten van alle andere partijen: le. dat wij
angstvallig scheiding maken tusschen overheid
en volksvertegenwoordiging, die elk hun eigen
taak hebben, en dat onze vertegenwoordigers
zoo min mogelijk aan banden worden gelegd.
Zeker, wij hebben ons sociaal program, maar in
onze statuten is bepaald dat de partij vertrouwt
dat onze vertegenwoordigers met dit program
bij het uitbrengen hunner stem rekening zullen
houden, tenzij zij, op aan te geven deugdelijke
gronden, anders zouden beslissen. Hier blijft
dus de volle vrijheid van geweten voor de volks
vertegenwoordigers, die daardoor menschen van
karakter kunnen zijn, behouden. Wij wenschen
goed democratisch te zijn, er dient rekening
gehouden met de wenschen onzer partijgenoo-
ten, maar anderzijds moet de verantwoordelijk
heid voor de .beslissing daèr gelegd waar zij
hoort. En dat is toch het karakter van ons
protestantsche geloof, dat wij niet iets van bo
ven opleggen, maar het individueele geweten
zelf het recht tot oordeelen geven. Menschen van
karakter moeten wij hebben die God vragen wat
Hij wil, doch niet altijd vragen wat allerlei
groepen van menschen wel willen, dit laatste
leidt tot schipperpolitiek. Christelijk historisch is
het ook dat wij het nationale durven voorop
stellen. Zeker, wij aanvaardden de antithese,
omdat onze beginselen en onze heiligste gevoe
lens bij ons volk in z’n geheel niet meer veilig
bleken (schoolstrijd), wij willen immers ook
historisch zijn en rekening houden met wat de
leiding Gods ons volk heeft te zeggen, maar wij
willen ons volk toch zooveel mogelijk als één
heid zien, een eenheid waartegenover wij ook
een zendingstaak hebben, waardoor mede wij
hopen dat onze gevoelens eenmaal weer veilig
bij het geheele volk zullen zijn en als bv. in
Engeland, een andere partijgroepeering mogelijk
zal werden. Juist om die eenheid voorop te stel
len wenschen wij een verdere splitsing van ons
volk naar kerkelijke onderscheiding tegen te
gaan. Tot chr. vakvereenigingen en chr. lagere
scholen enz. zijn we gedwongen door de hou
ding van den tegenstander, maar als men afzon
derlijke Chr. universiteiten gaat oprichten, roe
pen wij „halt”. De universiteit is de kweekplaats
van de toekomstige leiders van ons volk, zij
dienen daar g^een enge basis voor hun opleiding
te vinden, doch een zoo breed mogelijke, wat
hen later in staat zal stellen ons volk in al zijn
deelen te overzien.
Spr. gaat nu in het kort een aantal punten
welke verband houden met de a.s. verkiezingen
meer in het bijzonder bespreken. Ten eerste de
kwestie van ’t g e z a g. Wij willen strijden voor
handhaving van ons constitutioneel-monarchaal
stelsel en tegen elke revolutionnaire bedreiging.
De Oranjes zijn historisch met ons samenge
groeid. In 1918 achtten Troelstra en de zijnen
ons volk niet rijp voor revolutie, men wil het
dus toch rijp daarvoor maken, wij moeten dus
naar die zijde de oogen open houden. Ander
zijds moeten wij waken tegen het fascisme, en
het parlementaire stelsel hoog houden, wat ge
makkelijker zou zijn als de linkerzijde meer
- 1 40 z‘j z*c'1 önmachtig de regeering over te nemen
(innrdat vü nnd^rlincr 7nn hofornrrooti nznc Pon
- 1 t'
- 1,5U eerbied voor ons parlement. Spr. is verbaasd
1,40