>ch
"J
I
1.1
K
#1
25
Nieuwstijding»»
IHitlnl kim fcf tninu kml
21100
150 CA 1“ 75
I
ek
ZATERDAG S3 MEI 1925
41e JAARGARG
s»
2ÜÜ
V«la«Ms voorvMurclmi «w»»#**®***®
-R—O sa*»- c
Kloosters in de stad Sneek.
I
I
G.
at.
het hospitaalklooster.
II.
Moh
en
J
werden tenslotte vermist en die bleken
verdronken, n.l. mej. G. v. d. Wetering
Vropm 53 jaar, haar 27-jarige dochter, een
verpleegster en de 18-jarige Henk Verloop.
Het tragisch gebeuren heeft een dief niet
weerhouden nog gauw uit de broek van een
redder die zich te water had begeven, een
portemonnaie te stelen.
I zeer
■o> 69 Blad
VBKDA98AVÖMD8
Brandenburgh Co.,
£hfBBK T«jWtoWl 150’
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Afstand 194 K.M., duiven los 11 uur v.m.
De uitslag was als volgt: le, 2e en 3e prijs
A. Best, alhier. Begunstigers: le pr. H. de
Jong, 2e pr. H. Binksma en 3de pr. H. Sei
nen.
SIJBRANDABUREN. Onze plaatsgenoot
P. Postunia is benoemd tot waterbouwkun
dig opzichter te Termunten; leerling van
de M. T. S. te Sneek.
terdijbeen brak. Bekl. heeft deswege een
uitkeering krachtens de Ongevallenwet ge
noten. De ambtenaar, die later de toedracht
van het ongeval onderzocht, ontdekte, dai
bekl. met een vriend in vroolijk gezelschap
was, toen de auto slipte. Bekl. werd aan
gemaand, de genoten uitkeering terug te
storten, doch hij hield de zaak hangende en
werd ten slotte vervolgd.
Hij bekende de feiten. De ambtenaar van
het O. M., mr. Blok, eischte 1 maand ge
vangenisstraf voorwaardelijk, met 3 jaar
proeftijd.
klooster der Johanniters te Sneek zou zijn gesticht.
Welk bewijs daarvoor is te leveren, dat zulks in dat
jaar of in dien tijd moet zijn gebeurd? 1
Daarin wordt eveneens met schijnbaar chronologische
zekerheid vermeld, dat in 1295 dit klooster door een brand
werd vernield, toen het op ’t Noord-Oost van de Sneeker
Buurte 88 jaar had gestaan. Eveneens is van denzelfden
zegsman (Winsemius), dat Sneek van een dorp tot een
aanzienlijk stedeke werd ten jare 1294. Quid est veritas?
Nu is het wel waar, dat Winsemius in zijn tijd een
autoriteit vertegenwoordigde en ongetwijfeld gezag ver
dient, voorzoover zijn geschiedbeschrijving zich uitstrekt
over de jaren der 16e en 17e eeuw. Voor de 15e geldt die
autoriteit al minder en ten opzichte van de eeuwen daar
voor fabelt hij er met de andere Friesche kroniekschrijvers
te dikwijls luk-raak op los. Men leze enkel Bolhuis van
Zeeburgh’s „Kritiek der Friesche geschiedschrijving”, he
laas onvoltooid gebleven, of ook Dr. Kampinga’s „De
opvatting over onze oudere vaderiandsche geschiedenis
bij de Hollandsche historici der XVIe en XVIIe eeuw”,
en men zal overtuigd zijn van hetgeen ik hierboven be
weerde.
Nogmaals, het is niet met zekerheid te zeggen, wanneer
het Hospitaalklooster te Sneek verrees.
Een andere vraag, die zich met niet minder klem aan
ons opdringt, welker beantwoording ons in nog neteliger
kwesties terugvoert, en waarop we een positief antwoord
eigenlijk eveneens moeten schuldig blijven, is de volgende:
Hoe is het te verklaren, dat zich in het geïsoleerde
Friesland uit het begin der 13e eeuw, onherbergzaam en
nog grootendeels open voor overstrooming en watervloe
den, reeds Johanniters vestigden, en dat nog slechts een
kleine eeuw, nadat zij in het verre Oosten door hun ordes-
generaal, den reeds genoemden Raymond du Puy, waren
gemobiliseerd voor den strijd tegen de vijanden van het
Christendom? En dat zou dan nog wel zijn een eeuw,
voordat diezelfde orde den Nederlandschen bodem betrad
en te Utrecht haar eerste Kathrijneklooster bij de poort
van dien naam verkreeg, gelijk ik U reeds mededeelde in
mijn artikel hiervoor!
Ge ziet, waarde lezer, dat er weinig aannemelijke rede
nen bestaan, om te kunnen gelooven, het meest op gezag
van onze Friesche chronici, dat in of omstreeks 1206 bij
Sneek een Hospitaalklooster verrees, maar nog veel min
der, dat dit gesticht van den aanvang af door Johanniters
bewoond werd.
Waarom ik dan in mijn vorig artikel van dit weinig
historische feit ben uitgegaan?
Ik deed dit, om aan te toonen, hoe voorzichtig men zijn
moet, om zoo maar klakkeloos weg over te nemen, wat
men in boeken gedrukt vindt, en hiermede een kwaal bloot
te leggen, waaraan heel wat Friesche en ook andere
schrijvers en schrijvertjes lijden, die maar onkritisch en
iuk-raak neerpennen, wat omtrent het verleden van hun
stad, gewest of land is geboekstaafd.
Het is natuurlijk altijd veel gemakkelijker, om maar
over te schrijven, wat oudere en nieuwere schrijvers in
dezen hebben gewrocht of ook gefabeld, maar daarmee
komt men niet tot de waarheid!
Om nu echter hier ook iets positiefs te vertellen uit de
geschiedenis van het genoemde klooster, diene het vol
gende.
Het is in ’t geheel niet onmogelijk, dat er in het begin
van de 13e eeuw een gasthuis, hospitaal of soortgelijk
asyl verrees in de onmiddellijke nabijheid der gebuurte,
waaruit in de volgende eeuwen de stad Sneek zou groeien.
Men lette maar eens op de volgende omstandigheden, die
tevens nauw samenhangen met den oorsprong, den ouder
dom en de opkomst van de plaats Sneek.
En die prae-historie of voor-geschiedenis van Sneek is
bij uitstek duister, doordat alle zekere gegevens vóór de
13e eeuw door brand en andere oorzaken spoorloos zijn
verdwenen.
Nu is het bekend uit de geschiedenis der landaanwin
ning in Friesland, dat de Middelzee in haar uiterste zuide
lijke deel gedurende de 11e eeuw langzamerhand werd
Inbreker gevat.
Voor eenigen tijd arresteerde de politie
te Amsterdam een vreemdeling, die een kof
fer met goederen te koop had aangeboden.
Aangezien de vreemdeling een Fransch-
man weigerde iets omtrent de herkomst
mede te deelen, verzocht de politie via den
Hilversumschen draadloozen dienst om in
lichtingen.
Het resultaat hiervan was, dat de politie
te Arnhem mededeelde, dat de goederen al
daar waren gestolen. Voorts bleek het sig-
A. H.
nalement van den aangehoudene overeen te
stemmen met dat, hetwelk door verschil
lende politieautoriteiten uit den lande was
rondgezonden, als zijnde van den verdachte
van inbraken en diefstal. De politie te Roo
sendaal verzocht voorgeleiding van den
aangehoudene voor den commissaris van
politie aldaar. Hier bleek de aangehoudene
de dader te zijn van de te Roosendaal in
April gepleegde inbraken in de kloosters
der Broeders en het Pensionaat St. Marie.
Tevens bekende de aangehoudene inbra
ken te hebben gepleegd in Den Bosch,
Utrecht. Alkmaar, Haarlem en Arnhem.
Onweer.
Te Oss is de kolenhandelaar A. Z., die
met vrouw en kinderen aan tafel zat, door
den bliksem gedood.
De winkelier W. werd door den bliksem
tegen den grond geslagen en kreeg een
wonde aan het hoofd.
Bij den heer v. d. V. te Oss sloeg een
groote kast van den muur; de vrouw, die
ervoor stond, werd weggeslingerd, waarbij
een lichte yerlamming intrad.
Valsche verklaring Ongevallenwet.
Voor de Almelosche rechtbank heeft te
recht gestaan de 37-jarige winkelbediende
L. v. d. W., aldaar, beschuldigd van het af
leggen van een valsche verklaring in zake
de Ongevallenwet voor den ambtenaar van
den Raad van Arbeid te Hengelo.
Bekl. had verklaard, dat hij op 27 No-1
vember 1923 in de buurt van Gronau (D.),i
in dienst van zijn patroon zijnde bm twee
naaimachines te verkoopen en zich onmid
dellijk van zijn werk naar zijn woonplaats
begevende, door een auto-ongeluk getrof-
de driehoek, waarvan Sneek, Ijlst en Tjerkwerd de hoek
punten vormden.
Door wie werd hierbij de leiding gegeven? Op welke
1 een
blijvende nederzetting op deze nieuw gewonnen landen
mogelijk gemaakt?
De oude Middelzee klimt hier op tot hoogen ouderdom.
Van Cappelle heeft uit een paar boringen waarschijnlijk
gemaakt, dat de bodem ouder is dan het tijdperk van het
oudste diluviale landijs. Het hier aangewezen deel, nl. de
zuidelijke kom met als grenzen Sneek, Ijlst, Bolsward,
I waarin de dorpen op -hem door aarden wallen of
andere bescherming beschut tegen het omringende water)
liggen, is daarvan het oudste en misschien eenmaal door
overstrooming ontstaan, gelijk ook de bekende geograaf
R. Schuiling aannam. „Vanaf Bolsward in Noordwestelijke
richting wijzen verschillende dijken op een oude verbin
ding met het Vlie”.
Deze gecultiveerde gronden nu zullen ongetwijfeld door
de geestelijken en hun meiers of huurboeren in goeden
staat zijn gebracht. Daarop wijzen bv. voor de kloosters
Hospitaal, Bloemkamp (bij Hartwerd) en Thabor (bij
Tirns) de groote landerijen, welke eens aan die stichtingen
toebehoorden, (Hospitaal bv. tijdens de Hervorming
nog ruim 1600 pondematen, waarvan 450 aan den
„geestelijken staat” van Sneek werden toegewezen (1586),
voorts de landrenten, welke de pachters wijd en zijd
rondom de stad aan die kloosters moesten opbrengen, en
last not least de sluizen of binnenzijlen en dijksgedeelten,
welke deze conventen of hun meiers moesten onderhouden.
Het kan dan ofk met geleerden van naam als Prof. dr.
Blok (Friesche toestanden in de Middeleeuwen), Mr. A. S.
Miedema (Sneek en het Sneeker Stadrecht) e. a. aan
genomen worden, dat ook ’t Hospitaal op het nieuwland
bij Sneek een vooruitgeschoven monnikenpost was met
het doel, om te ontginnen, dijken aan te leggen, den ver
overden grond in cultuur te brengen en dezen voor het
klooster en de Kerk te behouden.
Doch dan zullen het in den beginne eerder Cistercien-
sers, de zgn. Schiermonniken zijn geweest dan Hospitaal-
of Johanniterridders. Let ook eens op den naam Schierhem
of Scherhem, de aanduiding vóór de ontgonnen gebieden
om Sneek heen, welke men in de eerste beide deelen van
Friesland Charterboeken meermalen aantreft. Ook waren
de betrekkingen tusschen het Hospitaal bij Sneek en
Bloemkamp bij Hartwerd bijzonder hartelijk. Daarom is
het niet onmogelijk, dat het Hospitaal eerst een „voorhof”,
„grangius”, „uitwerk” van Oldeklooster of Bloemkamp 'i
geweest, terwijl er zich naderhand Johanniters hebben ge
vestigd.
Bij deze kloosters ontstonden in de meeste gevallen
marktplaatsen, die bij gunstige ligging voor handel,
scheepvaart enz. gelegenheid kregen, om zich te ontwikke
len tot landstadjes. Op die wijze zou ik dan ook de op
komst van Sneek en Ijlst willen verklaren, hetgeen hier
echter verder onbesproken moet worden gelaten.
Uit de monniken van het klooster Hospitaal werd later
voor de Sneeker St. Maartenskerk de pastoor gekozen. En
dit klooster had eveneens het patronaat over de kerken
van Bolsward, Oppenhuizen, Folsgare, IJsbrechtum, Uit-
wellingerga, (in Wymbritseradeel behalve de eerstgenoem
de stad), terwijl het in z’n bloeitijd uithoven bezat te
Osingahuizen in Wymbritseradeel, waar een geestelijke
uit het klooster als hofmeester fungeerde. Dit was ook het
geval in den uithof Eems- of Ymswoude bij Ferwoude
(vgl. het huidige Eemburen), in Wonseradeel, waar ook
een Hospitaler priester hofmeester was, alsmede te Sloten,
waar een hofmeester resideerde voor de bediening der
kapel aldaar en te Longerhou, waar de pastoor in de 16e
eeuw ook voortkwam uit het Hospitaler klooster.
Dit geeft te denken omtrent den geestelijken en kerke-
lijken invloed van het klooster. Ook dat de „Commandoer
van Snake” met den abt van Lidlum, den prior van „Flor-
camp” (Bloemkamp bij Hartwerd) en den Proost van
Hemelum de prelaten van Friesland heetten in oorkonden
van de jaren 1317 en 1318. Het is daarom wel aan te
nemgn, dat sedert den aanvang dier eeuw, dus ongeveer
lidge meegedeeld, dat hij
overtuigd was dat er
108.000.000 dollar
Veenbranden.
In Klazinaveen-Noord ten Oosten van het
Scholtenskanaal, is de toestand iets verbe
terd. Vier spuiten hebben verderen voort
gang van het vuur gestuit. De spuit van
fer Apel werkt met 450 meter slang. Die
Veendam is weer ingerukt. De spuit van
Ernmen is met de spuit van Emmer-
Erfscheiderveen vertrokken naar den turf-
brand te Emmer-Erfscheiderveen.
Te Emmer-Erfscheiderveen is de toe
stand ernstig. Op verscheidene plaatsen
ziet men bij, avond een vuurkolom. Honder
den dagwerk turf gaan verloren. Op één
plaats zijn naar schatting 300 dagwerken
turf verloren gegaan.
Een nieuwe brand ten Westen van het
Scholtenskanaal is uitgebroken, waardoor
vele dagwerken turf zijn aangetast.
De turfbrand in Schoonebeekersveen is
te wijten aan het ontstaan van brand in een
arbeiderswoning, waardoor turf werd aan
getast. Men vermoedt, hier met opzet te
doen te hebben.
Te Schoonebeek heeft een veenbrand ge
woed. De brandspuiten uit de omliggende
gemeenten werden gerequireerd.
zijn. Naar ’t Noorden toe werd voet voor voet de vrucht-
t— 1 .1 5 J a-*. -J Aa A... A M AM Alm fl O nr!’I
Ik noemde eerder het jaar 1206, waarin het Hospitaal- kon weldra in cultuur gebracht worden. Dat was ongeveer
Qeenerlei! Alleen de Friesche kronieken noemen dit jaar. wijze werden deze werken uitgevoerd en hoe werd
gelijkertijd met de vestiging der Johanniters in het Sticht
(bij de stad Utrecht) en in Holland (te Haarlem), waarvan
ik in het vorige artikel melding maakte, op Frieschen
bodem deze orde zich heeft gevestigd. In die meening
zouden we nog versterkt kunnen worden door den inhoud
van het oudste kloosterlijstje van Friesland (1326?),
dat tot heden uit het stof der archieven bekend werd.
Daarin kan men nl. de aanteekening vinden: „Duo com-
mendatores: de Nesse, Teuthonici (et de Sn)eke, Sancte
Katerine, waaruit moet gelezen worden: Er waren in Fries
land twee geestelijke ridderorden gevestigd, de Duitsche
Orde te Nes en die der Johanniter-orde in het Sint Katha
rine klooster bij Sneek. Het valt echter moeilijk, om juist
te zeggen, in hoeverre hier de naam de zaak dekt.
Uit de rijke geschiedenis des kloosters halen we nog
enkele merkwaardigheden aan. Immers het is onmogelijk,
hier het geheele repertoire van den inhoud der rijke ver
scheidenheid charters, oorkonden en andere bescheiden, in
geschrifte of in druk bewaard, af te werken.
Van den bovengeschetsten kerkdijken invloed des kloos
ters nog een interessant staaltje. Onder de kloosterpapieren
van het Hospitaal, in het Rijksarchiefdepót Friesland te
Leeuwarden berustende, komt een Latijnsche brief voor,
waaraan ik de volgende mededeelingen, natuurlijk ver
taald, ontleen.
„Aan den godvruchtigen man, den heer Tako, comman
deur van het Huis op den Berg bij Sneek van de Orde
van St. Jan te Jeruzalem en Pastoor te Bolsward, wenschen
wij, Sybodus, deken in Borndegho en Pastoor van de kerk
te Wyspolia (Terwispel), Hoytetus, Pastoor van de kerk
te Lippenhuizen, met de overige priesters der kerken, pas
toors, prebendarissen of vicarissen van voornoemd deka-
naat, alsmede de grietman en mederechters van Opster-
land, zegen en onderdanige toegenegenheid met allen eer
bied en alle vereering. Eenigen tijd geleden hebt Gij u
met eenige Uwer dienstbroeders genegen betoond, om aan
ons verlangen te voldoen ten opzichte van de stichting van
een ander bedehuis op Uw bezittingen in deze plaats,
welke liggen binnen de parochie-grenzen van Lippenhui
zen. Opgewekt, om deelachtig te worden aan de gunsten
en aflaten, welke Uwer orde door den Apostolischen Stoei
zijn verleend, bijzonder totf vermeerdering van de eere
Gods, gelijk een dorstend nert verlangt naar de water
bronnen, zoo verzoeken wij U en Uw convent, dat Gij een
kapel of bedeplaats met altaar, klok en alle andere benoo-
digdheden in genoemde parochie van Lippenhuizen wilt
laten oprichten, bouwen of doen plaatsen, opdat de be
woners van onze landen Uw voornoemde nieuw op te rich
ten kapel kunnen bezoeken, ten einde de aflaten, gunsten
en vergeving der zonden overvloediger en gemakkelijker
aldaar te verkrijgen dan door zich op ver afgelegen
plaatsen aan de gevaren der wegen te moeten bloot stellen.
Indien Gij dan, wat God geve, besluiten mocht, bedoelde
kapel op te richten, zoo beloven wij, deze met hartelijke
toegenegenheid, met vrome aalmoezen en godvruchtige
bezoeken in stand te houden, ter oorzake van de bijzon
dere genegenheid, die wij jegens U en Uw convent koeste
ren en voorts Uw broeders of dienaren op deze Uw be
zitting te Lippenhuizen of bij Uw kapel aldaar in ’t bij
zonder, of waar zij zich dan ook mogen bevinden, met de
meeste onderscheiding en eerbied te ontvangen en te doen
behandelen.
Volgt de onderteekening met de namen der aanvragers.
25 Juli 1415.
Is dit niet een schitterend getuigenis van den grooten
invloed, die het Hospitaalklooster in wijden omtrek uit
oefende? En typeert dit stuk niet fraai tijden en toestanden
in het Kerkelijk Friesland van vijf eeuwen geleden, als
mede hoe het in het Oostelijk deel van dit gewest met de
wegen en de veiligheid stond?
Er zou in dit genre nog zoo veel moois zijn aan te
halen, als niet de beperkte plaats tot afbreken noodzaakte.
Het zij voldoende gezegd, dat hier blijkens vele origineele
stukken, extracten, gedrukte charters en andere beschei
den, die ons nog omtrent het klooster en zijn inwoners
bewaard bleven, aan de cultuur van den grond met noeste
vlijt werd gewerkt, dat in het klooster zelf geestelijken
van naam werden gevormd, die na de voltooiing hunner
studiën in en buiten Friesland met zegen hebben gewerkt,
eer en aanzien bekwamen, zooals bv. van een Gellius
Ylstanus, en Dominicus Benedix en zoovele anderen vol
doende bekend is. En ook, dat zijn kommandeurs en
andere kloostergeestelijken als onderhandelaars tot de
vrede meermalen gunstig van zich hebben doen spreken, hoeveelheden en tegen lagere prijzen tér
ingedijkt. Hier' werd door de Friesche polderwerkers van
erkende reputatie schitterend werk verricht en de natuur
hielp hen daarin mee. Van Sneek tot Tjerkwerd werd
i telkens meer land gewonnen en de Hemdijk, zuidelijke
I grens der Middelzee, zou weldra geen zeewering meer
zijn. Naar ’t Noorden toe werd voet voor voet de vrucht
bare kleigrond op de zee gewonnen en dit „nieuwland”
Hagelslag.
Het centrum van het Westland is Woens
dagmiddag tijdens een onweer geteisterd
door een zwaren hagelslag bij hevigen re
genval De koudegrondsteelten, als sla,
bloemkool, uien, vroege aardappelen, na-
tuurtomaten, tulpen, zijn zwaar beschadigd
of geheel vernield. Ook de ontbloote raam-
aardbeien hebben geleden en voor den
bloei van de vruchtboomen en natuuraard-
beien wordt gevreesd.
Noodlottig ongeluk op den Amstel.
Gistermorgen voer op de Amstel bij
Nieuwer Amstel een motorbootje met 12
passagiers. De heer Verloop, de eigenaar,
stuurde zelf, doch raakte toen zwaardere
motorbooten hem inhaalden of tegemoet
voeren het was prachtig weer voor de
pleiziervaart de kluts kwijt en stuurde
zijn bootje vlak voor de groote motorboot
Mutatio, waarvan de stuurman een aanva-
Drankbestrijding. ring niet meer kon voorkomen. Het bootje
LEEUWARDEN, 21 Mei. Vanwege de v?n den heer Verloop, de Johanna, zonk
Ned. Vereeniging tot afschaffing van alco- d’rect- Snel werd van alle kanten hulp ge-
holhoudende dranken, zijn heden hier ter boden. 8 personen waren spoedig gered en
stede op feestelijke wijze provinciale be- een negende, mej. Sterndorf werd door een
toogingen voor drankbestrijding gehouden? stoutmoedig duikend zwemmer uit haar
Des voorrniddags werden in de drie bios- beklemming tusschen het wrakhout onder
coopzalen en in de concertzaal-Schaafwater bevrijd. Tien minuten was zij onder
drukbezochte wijdingssamenkomsten ge- water geweest, doch gelukkig konden de
houden, waarbij, gesproken werd door de levensgeesten nog opgewekt. Drie personen
heeren P. van der Meulen uit Utrecht; ds.
W. Banning uit Sneek en J. Brouwer te
Leeuwarden. Het gesprokene werd afge
wisseld door muziek en zang. Des namid
dags optocht met ongev. 200 vaandels door
de stad, waarna een groote provinciale be-
tooging op de Wilhelminabaan; hier werd
’t woord gevoerd door den heer H. Ploeg Jr.
uit Utrecht en ds. G. H. de Haas uit Zwolle,
en door ongeveer 500 leden van een 20-tal
onthouderszangkoren, onder leiding van
den heer J. Paardekoper, de cantate „Lente-
nachtsfantasie” op zeer verdienstelijke
wijze uitgevoerd. De instrumentale begelei
ding geschiedde door het stedelijk sympho-
nie-orkest. De betooging werd door fraai
zomerweer begunstigd en door een over
groot getal belangstellenden bijgewoond.
Den geheelen dag bewoog zich een talrijke
menigte, afkomstig uit alle deelen der pro
vincie, door de straten der stad.
Bij het zwemmen verdronken.
Nu het warme zomerweer wederom bij
allen, die de zwemkunst machtig zijn, de
lust opwekt om het verblijf op het land tij
delijk met dat in het natte element te ver
wisselen, hoort men, zooals telken jare, ook
thans weer van de gewone, blijkbaar on
vermijdelijke ongelukken, die het zwemsel-
zÓen meebrengt. Het droevige relaas van
de bij, het zwemmen omgekomenen wordt
reeds nu ingezet. Te Rotterdam is n.l. als
eerste slachtoffer gevallen de 24-jarige B.
Honger, wonende Schaardijk, die bij het
baden in de Maas plotseling in de diepte
verdween en een kwartier later dood werd
opgehaald.
Het tienjarig zoontje van den visscher
J. v. d. Berg te Urk is bij het zwemmen in
de Zuiderzee verdronken.
Invoer van groenten in Duitschland.
De groenteninvoer van Nederland was,
naar consul Lampe te Dortmund in Han-
delsberichten opmerkt, den laatsten tijd niet
zeer groot. Het meest werden gevraagd
savoye-, witte- en roode kool. In aardap
pelen was de omzet onbelangrijk. Zoodra
de gangbare.4groentensoorten in grootere
beschikking zullen staan, valt wef op een
verlevendiging van zaken te rekenen. Er
kan echter niet genoeg op worden gewe
zen, dat de toestand van den groentenhan
del in dit ressort de uiterste voorzichtigheid
van exporteurs vordert. Bijzonder slechte
ervaringen werden opgedaan bij verkoopen
in commissie. Ter vermijding van verliezen
wordt ten sterkste aanbevolen dezen vorm
van zakendoen niet toe te passen. De ge
heele groentenhandel lijdt daar sedert
maanden aan chronisch geldgebrek; een
verandering van dezen toestand kan alleen
plaats vinden, wanneer de koopkracht van
het publiek verbetert.
Massa-moordenares.
In een Servische stad staat thans terecht
de dertigjarige beeldschoone vrouw Renici,
die twee harer echtgenooten, haar 10-jarige
zoon en 32 minnaars met arsenicum zou
hebben vergiftigd. De lijken verborg zij in
tonnen in den kelder, op elke ton een op
schrift aangevende naam, leeftijd en duur
der liefdesbetrekking van het slachtoffer.
Zij bekende.
Flink batig slot.
De directeur van het Amerikaansche be
grotingsbureau heeft aan president Coo-
er vast van
een batig slot van
zou blijken te
zijn op den dienst van het begrotingsjaar
Juli 1924Juli 1925. Dat bedrag overtreft
verre de raming van verleden jaar
herfst, toen nog maar gerekend werd met
1 een surplus van 67.000.000 dollar
De toeneming mag op rekening worden
gesteld van de hoogere ontvangsten uit
be'ast‘n£en en gro°tere opbrengsten van
fen werd, tengevolge waarvan hij het rech- de posterijen.
Zweminrichting.
De temperatuur van het water in de
Sneeker Zweminrichting was heden 21 gr.
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 20 en 21
Mei:
Bruin beursje met inh., S. Schurer, le
Steenklipstraat 76; blauwe duif, J. Koorn-
stra, Kruizebroederstraat 15; bruine porte
monnaie z. i., W. Hoogerhuis, le Ooster-
kade; heerenhorloge, Tj. Faber, Scheiding-
steeg 3; kinderbeursje met inh. J. v. d.
Horst, ijlsterkade 66.
Olympisch Comité van Actie.
Het Comité van Actie hoopt morgenmid
dag een optocht en inzameling te houden
voor de Olympische Spelen. Verschillende
sportvereenigingen hier ter stede zullen
hieraan deelnemen. Om 5 uur zal het Snee
ker Muziekcorps zich bij den stoet voegen,
daar dit vóór dit uur verhinderd is. Het
Comité hoopt dat de ingezetenen van Sneek
in die mate voor dit doel zullen bijdragen,
dat Sneek een flinke bijdrage aan ’t Olym
pisch Comité kan afdragen. De inzameling
op het terrein van Sport en Liefdadigheid,
gisteren gehouden, bracht f61.05 op; een
aardig begin!
Ook wordt onder de leden der Sneeker
Tennisclub een inzameling gehouden.
L’Estafette.
De Postduivenvereen. „L’Estafette” hield
Zaterdag j.l. een wedstrijdvlucht van Venlo.
48
satt de Aig«Mio*W9 V»t*xe>
l'
yia eij iwum ru
Mn vil.vino.»
JIEUWE SNEEKEH COURANT
annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
yia. oij fwim
,»d Mn <tn. ar
iziya-ftu s*b cvu-
Mld.n binnen 30 6.
*•*'-'■*'* j o - - - - - - -j
gia. 91) VMU9S
«M aan vV
te <b®ané’» taaan scgalakfcsn w