>ch "J I 1.1 K #1 25 Nieuwstijding»» IHitlnl kim fcf tninu kml 21100 150 CA 1“ 75 I ek ZATERDAG S3 MEI 1925 41e JAARGARG s» 2ÜÜ V«la«Ms voorvMurclmi «w»»#**®***® -R—O sa*»- c Kloosters in de stad Sneek. I I G. at. het hospitaalklooster. II. Moh en J werden tenslotte vermist en die bleken verdronken, n.l. mej. G. v. d. Wetering Vropm 53 jaar, haar 27-jarige dochter, een verpleegster en de 18-jarige Henk Verloop. Het tragisch gebeuren heeft een dief niet weerhouden nog gauw uit de broek van een redder die zich te water had begeven, een portemonnaie te stelen. I zeer ■o> 69 Blad VBKDA98AVÖMD8 Brandenburgh Co., £hfBBK T«jWtoWl 150’ Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Afstand 194 K.M., duiven los 11 uur v.m. De uitslag was als volgt: le, 2e en 3e prijs A. Best, alhier. Begunstigers: le pr. H. de Jong, 2e pr. H. Binksma en 3de pr. H. Sei nen. SIJBRANDABUREN. Onze plaatsgenoot P. Postunia is benoemd tot waterbouwkun dig opzichter te Termunten; leerling van de M. T. S. te Sneek. terdijbeen brak. Bekl. heeft deswege een uitkeering krachtens de Ongevallenwet ge noten. De ambtenaar, die later de toedracht van het ongeval onderzocht, ontdekte, dai bekl. met een vriend in vroolijk gezelschap was, toen de auto slipte. Bekl. werd aan gemaand, de genoten uitkeering terug te storten, doch hij hield de zaak hangende en werd ten slotte vervolgd. Hij bekende de feiten. De ambtenaar van het O. M., mr. Blok, eischte 1 maand ge vangenisstraf voorwaardelijk, met 3 jaar proeftijd. klooster der Johanniters te Sneek zou zijn gesticht. Welk bewijs daarvoor is te leveren, dat zulks in dat jaar of in dien tijd moet zijn gebeurd? 1 Daarin wordt eveneens met schijnbaar chronologische zekerheid vermeld, dat in 1295 dit klooster door een brand werd vernield, toen het op ’t Noord-Oost van de Sneeker Buurte 88 jaar had gestaan. Eveneens is van denzelfden zegsman (Winsemius), dat Sneek van een dorp tot een aanzienlijk stedeke werd ten jare 1294. Quid est veritas? Nu is het wel waar, dat Winsemius in zijn tijd een autoriteit vertegenwoordigde en ongetwijfeld gezag ver dient, voorzoover zijn geschiedbeschrijving zich uitstrekt over de jaren der 16e en 17e eeuw. Voor de 15e geldt die autoriteit al minder en ten opzichte van de eeuwen daar voor fabelt hij er met de andere Friesche kroniekschrijvers te dikwijls luk-raak op los. Men leze enkel Bolhuis van Zeeburgh’s „Kritiek der Friesche geschiedschrijving”, he laas onvoltooid gebleven, of ook Dr. Kampinga’s „De opvatting over onze oudere vaderiandsche geschiedenis bij de Hollandsche historici der XVIe en XVIIe eeuw”, en men zal overtuigd zijn van hetgeen ik hierboven be weerde. Nogmaals, het is niet met zekerheid te zeggen, wanneer het Hospitaalklooster te Sneek verrees. Een andere vraag, die zich met niet minder klem aan ons opdringt, welker beantwoording ons in nog neteliger kwesties terugvoert, en waarop we een positief antwoord eigenlijk eveneens moeten schuldig blijven, is de volgende: Hoe is het te verklaren, dat zich in het geïsoleerde Friesland uit het begin der 13e eeuw, onherbergzaam en nog grootendeels open voor overstrooming en watervloe den, reeds Johanniters vestigden, en dat nog slechts een kleine eeuw, nadat zij in het verre Oosten door hun ordes- generaal, den reeds genoemden Raymond du Puy, waren gemobiliseerd voor den strijd tegen de vijanden van het Christendom? En dat zou dan nog wel zijn een eeuw, voordat diezelfde orde den Nederlandschen bodem betrad en te Utrecht haar eerste Kathrijneklooster bij de poort van dien naam verkreeg, gelijk ik U reeds mededeelde in mijn artikel hiervoor! Ge ziet, waarde lezer, dat er weinig aannemelijke rede nen bestaan, om te kunnen gelooven, het meest op gezag van onze Friesche chronici, dat in of omstreeks 1206 bij Sneek een Hospitaalklooster verrees, maar nog veel min der, dat dit gesticht van den aanvang af door Johanniters bewoond werd. Waarom ik dan in mijn vorig artikel van dit weinig historische feit ben uitgegaan? Ik deed dit, om aan te toonen, hoe voorzichtig men zijn moet, om zoo maar klakkeloos weg over te nemen, wat men in boeken gedrukt vindt, en hiermede een kwaal bloot te leggen, waaraan heel wat Friesche en ook andere schrijvers en schrijvertjes lijden, die maar onkritisch en iuk-raak neerpennen, wat omtrent het verleden van hun stad, gewest of land is geboekstaafd. Het is natuurlijk altijd veel gemakkelijker, om maar over te schrijven, wat oudere en nieuwere schrijvers in dezen hebben gewrocht of ook gefabeld, maar daarmee komt men niet tot de waarheid! Om nu echter hier ook iets positiefs te vertellen uit de geschiedenis van het genoemde klooster, diene het vol gende. Het is in ’t geheel niet onmogelijk, dat er in het begin van de 13e eeuw een gasthuis, hospitaal of soortgelijk asyl verrees in de onmiddellijke nabijheid der gebuurte, waaruit in de volgende eeuwen de stad Sneek zou groeien. Men lette maar eens op de volgende omstandigheden, die tevens nauw samenhangen met den oorsprong, den ouder dom en de opkomst van de plaats Sneek. En die prae-historie of voor-geschiedenis van Sneek is bij uitstek duister, doordat alle zekere gegevens vóór de 13e eeuw door brand en andere oorzaken spoorloos zijn verdwenen. Nu is het bekend uit de geschiedenis der landaanwin ning in Friesland, dat de Middelzee in haar uiterste zuide lijke deel gedurende de 11e eeuw langzamerhand werd Inbreker gevat. Voor eenigen tijd arresteerde de politie te Amsterdam een vreemdeling, die een kof fer met goederen te koop had aangeboden. Aangezien de vreemdeling een Fransch- man weigerde iets omtrent de herkomst mede te deelen, verzocht de politie via den Hilversumschen draadloozen dienst om in lichtingen. Het resultaat hiervan was, dat de politie te Arnhem mededeelde, dat de goederen al daar waren gestolen. Voorts bleek het sig- A. H. nalement van den aangehoudene overeen te stemmen met dat, hetwelk door verschil lende politieautoriteiten uit den lande was rondgezonden, als zijnde van den verdachte van inbraken en diefstal. De politie te Roo sendaal verzocht voorgeleiding van den aangehoudene voor den commissaris van politie aldaar. Hier bleek de aangehoudene de dader te zijn van de te Roosendaal in April gepleegde inbraken in de kloosters der Broeders en het Pensionaat St. Marie. Tevens bekende de aangehoudene inbra ken te hebben gepleegd in Den Bosch, Utrecht. Alkmaar, Haarlem en Arnhem. Onweer. Te Oss is de kolenhandelaar A. Z., die met vrouw en kinderen aan tafel zat, door den bliksem gedood. De winkelier W. werd door den bliksem tegen den grond geslagen en kreeg een wonde aan het hoofd. Bij den heer v. d. V. te Oss sloeg een groote kast van den muur; de vrouw, die ervoor stond, werd weggeslingerd, waarbij een lichte yerlamming intrad. Valsche verklaring Ongevallenwet. Voor de Almelosche rechtbank heeft te recht gestaan de 37-jarige winkelbediende L. v. d. W., aldaar, beschuldigd van het af leggen van een valsche verklaring in zake de Ongevallenwet voor den ambtenaar van den Raad van Arbeid te Hengelo. Bekl. had verklaard, dat hij op 27 No-1 vember 1923 in de buurt van Gronau (D.),i in dienst van zijn patroon zijnde bm twee naaimachines te verkoopen en zich onmid dellijk van zijn werk naar zijn woonplaats begevende, door een auto-ongeluk getrof- de driehoek, waarvan Sneek, Ijlst en Tjerkwerd de hoek punten vormden. Door wie werd hierbij de leiding gegeven? Op welke 1 een blijvende nederzetting op deze nieuw gewonnen landen mogelijk gemaakt? De oude Middelzee klimt hier op tot hoogen ouderdom. Van Cappelle heeft uit een paar boringen waarschijnlijk gemaakt, dat de bodem ouder is dan het tijdperk van het oudste diluviale landijs. Het hier aangewezen deel, nl. de zuidelijke kom met als grenzen Sneek, Ijlst, Bolsward, I waarin de dorpen op -hem door aarden wallen of andere bescherming beschut tegen het omringende water) liggen, is daarvan het oudste en misschien eenmaal door overstrooming ontstaan, gelijk ook de bekende geograaf R. Schuiling aannam. „Vanaf Bolsward in Noordwestelijke richting wijzen verschillende dijken op een oude verbin ding met het Vlie”. Deze gecultiveerde gronden nu zullen ongetwijfeld door de geestelijken en hun meiers of huurboeren in goeden staat zijn gebracht. Daarop wijzen bv. voor de kloosters Hospitaal, Bloemkamp (bij Hartwerd) en Thabor (bij Tirns) de groote landerijen, welke eens aan die stichtingen toebehoorden, (Hospitaal bv. tijdens de Hervorming nog ruim 1600 pondematen, waarvan 450 aan den „geestelijken staat” van Sneek werden toegewezen (1586), voorts de landrenten, welke de pachters wijd en zijd rondom de stad aan die kloosters moesten opbrengen, en last not least de sluizen of binnenzijlen en dijksgedeelten, welke deze conventen of hun meiers moesten onderhouden. Het kan dan ofk met geleerden van naam als Prof. dr. Blok (Friesche toestanden in de Middeleeuwen), Mr. A. S. Miedema (Sneek en het Sneeker Stadrecht) e. a. aan genomen worden, dat ook ’t Hospitaal op het nieuwland bij Sneek een vooruitgeschoven monnikenpost was met het doel, om te ontginnen, dijken aan te leggen, den ver overden grond in cultuur te brengen en dezen voor het klooster en de Kerk te behouden. Doch dan zullen het in den beginne eerder Cistercien- sers, de zgn. Schiermonniken zijn geweest dan Hospitaal- of Johanniterridders. Let ook eens op den naam Schierhem of Scherhem, de aanduiding vóór de ontgonnen gebieden om Sneek heen, welke men in de eerste beide deelen van Friesland Charterboeken meermalen aantreft. Ook waren de betrekkingen tusschen het Hospitaal bij Sneek en Bloemkamp bij Hartwerd bijzonder hartelijk. Daarom is het niet onmogelijk, dat het Hospitaal eerst een „voorhof”, „grangius”, „uitwerk” van Oldeklooster of Bloemkamp 'i geweest, terwijl er zich naderhand Johanniters hebben ge vestigd. Bij deze kloosters ontstonden in de meeste gevallen marktplaatsen, die bij gunstige ligging voor handel, scheepvaart enz. gelegenheid kregen, om zich te ontwikke len tot landstadjes. Op die wijze zou ik dan ook de op komst van Sneek en Ijlst willen verklaren, hetgeen hier echter verder onbesproken moet worden gelaten. Uit de monniken van het klooster Hospitaal werd later voor de Sneeker St. Maartenskerk de pastoor gekozen. En dit klooster had eveneens het patronaat over de kerken van Bolsward, Oppenhuizen, Folsgare, IJsbrechtum, Uit- wellingerga, (in Wymbritseradeel behalve de eerstgenoem de stad), terwijl het in z’n bloeitijd uithoven bezat te Osingahuizen in Wymbritseradeel, waar een geestelijke uit het klooster als hofmeester fungeerde. Dit was ook het geval in den uithof Eems- of Ymswoude bij Ferwoude (vgl. het huidige Eemburen), in Wonseradeel, waar ook een Hospitaler priester hofmeester was, alsmede te Sloten, waar een hofmeester resideerde voor de bediening der kapel aldaar en te Longerhou, waar de pastoor in de 16e eeuw ook voortkwam uit het Hospitaler klooster. Dit geeft te denken omtrent den geestelijken en kerke- lijken invloed van het klooster. Ook dat de „Commandoer van Snake” met den abt van Lidlum, den prior van „Flor- camp” (Bloemkamp bij Hartwerd) en den Proost van Hemelum de prelaten van Friesland heetten in oorkonden van de jaren 1317 en 1318. Het is daarom wel aan te nemgn, dat sedert den aanvang dier eeuw, dus ongeveer lidge meegedeeld, dat hij overtuigd was dat er 108.000.000 dollar Veenbranden. In Klazinaveen-Noord ten Oosten van het Scholtenskanaal, is de toestand iets verbe terd. Vier spuiten hebben verderen voort gang van het vuur gestuit. De spuit van fer Apel werkt met 450 meter slang. Die Veendam is weer ingerukt. De spuit van Ernmen is met de spuit van Emmer- Erfscheiderveen vertrokken naar den turf- brand te Emmer-Erfscheiderveen. Te Emmer-Erfscheiderveen is de toe stand ernstig. Op verscheidene plaatsen ziet men bij, avond een vuurkolom. Honder den dagwerk turf gaan verloren. Op één plaats zijn naar schatting 300 dagwerken turf verloren gegaan. Een nieuwe brand ten Westen van het Scholtenskanaal is uitgebroken, waardoor vele dagwerken turf zijn aangetast. De turfbrand in Schoonebeekersveen is te wijten aan het ontstaan van brand in een arbeiderswoning, waardoor turf werd aan getast. Men vermoedt, hier met opzet te doen te hebben. Te Schoonebeek heeft een veenbrand ge woed. De brandspuiten uit de omliggende gemeenten werden gerequireerd. zijn. Naar ’t Noorden toe werd voet voor voet de vrucht- t— 1 .1 5 J a-*. -J Aa A... A M AM Alm fl O nr!’I Ik noemde eerder het jaar 1206, waarin het Hospitaal- kon weldra in cultuur gebracht worden. Dat was ongeveer Qeenerlei! Alleen de Friesche kronieken noemen dit jaar. wijze werden deze werken uitgevoerd en hoe werd gelijkertijd met de vestiging der Johanniters in het Sticht (bij de stad Utrecht) en in Holland (te Haarlem), waarvan ik in het vorige artikel melding maakte, op Frieschen bodem deze orde zich heeft gevestigd. In die meening zouden we nog versterkt kunnen worden door den inhoud van het oudste kloosterlijstje van Friesland (1326?), dat tot heden uit het stof der archieven bekend werd. Daarin kan men nl. de aanteekening vinden: „Duo com- mendatores: de Nesse, Teuthonici (et de Sn)eke, Sancte Katerine, waaruit moet gelezen worden: Er waren in Fries land twee geestelijke ridderorden gevestigd, de Duitsche Orde te Nes en die der Johanniter-orde in het Sint Katha rine klooster bij Sneek. Het valt echter moeilijk, om juist te zeggen, in hoeverre hier de naam de zaak dekt. Uit de rijke geschiedenis des kloosters halen we nog enkele merkwaardigheden aan. Immers het is onmogelijk, hier het geheele repertoire van den inhoud der rijke ver scheidenheid charters, oorkonden en andere bescheiden, in geschrifte of in druk bewaard, af te werken. Van den bovengeschetsten kerkdijken invloed des kloos ters nog een interessant staaltje. Onder de kloosterpapieren van het Hospitaal, in het Rijksarchiefdepót Friesland te Leeuwarden berustende, komt een Latijnsche brief voor, waaraan ik de volgende mededeelingen, natuurlijk ver taald, ontleen. „Aan den godvruchtigen man, den heer Tako, comman deur van het Huis op den Berg bij Sneek van de Orde van St. Jan te Jeruzalem en Pastoor te Bolsward, wenschen wij, Sybodus, deken in Borndegho en Pastoor van de kerk te Wyspolia (Terwispel), Hoytetus, Pastoor van de kerk te Lippenhuizen, met de overige priesters der kerken, pas toors, prebendarissen of vicarissen van voornoemd deka- naat, alsmede de grietman en mederechters van Opster- land, zegen en onderdanige toegenegenheid met allen eer bied en alle vereering. Eenigen tijd geleden hebt Gij u met eenige Uwer dienstbroeders genegen betoond, om aan ons verlangen te voldoen ten opzichte van de stichting van een ander bedehuis op Uw bezittingen in deze plaats, welke liggen binnen de parochie-grenzen van Lippenhui zen. Opgewekt, om deelachtig te worden aan de gunsten en aflaten, welke Uwer orde door den Apostolischen Stoei zijn verleend, bijzonder totf vermeerdering van de eere Gods, gelijk een dorstend nert verlangt naar de water bronnen, zoo verzoeken wij U en Uw convent, dat Gij een kapel of bedeplaats met altaar, klok en alle andere benoo- digdheden in genoemde parochie van Lippenhuizen wilt laten oprichten, bouwen of doen plaatsen, opdat de be woners van onze landen Uw voornoemde nieuw op te rich ten kapel kunnen bezoeken, ten einde de aflaten, gunsten en vergeving der zonden overvloediger en gemakkelijker aldaar te verkrijgen dan door zich op ver afgelegen plaatsen aan de gevaren der wegen te moeten bloot stellen. Indien Gij dan, wat God geve, besluiten mocht, bedoelde kapel op te richten, zoo beloven wij, deze met hartelijke toegenegenheid, met vrome aalmoezen en godvruchtige bezoeken in stand te houden, ter oorzake van de bijzon dere genegenheid, die wij jegens U en Uw convent koeste ren en voorts Uw broeders of dienaren op deze Uw be zitting te Lippenhuizen of bij Uw kapel aldaar in ’t bij zonder, of waar zij zich dan ook mogen bevinden, met de meeste onderscheiding en eerbied te ontvangen en te doen behandelen. Volgt de onderteekening met de namen der aanvragers. 25 Juli 1415. Is dit niet een schitterend getuigenis van den grooten invloed, die het Hospitaalklooster in wijden omtrek uit oefende? En typeert dit stuk niet fraai tijden en toestanden in het Kerkelijk Friesland van vijf eeuwen geleden, als mede hoe het in het Oostelijk deel van dit gewest met de wegen en de veiligheid stond? Er zou in dit genre nog zoo veel moois zijn aan te halen, als niet de beperkte plaats tot afbreken noodzaakte. Het zij voldoende gezegd, dat hier blijkens vele origineele stukken, extracten, gedrukte charters en andere beschei den, die ons nog omtrent het klooster en zijn inwoners bewaard bleven, aan de cultuur van den grond met noeste vlijt werd gewerkt, dat in het klooster zelf geestelijken van naam werden gevormd, die na de voltooiing hunner studiën in en buiten Friesland met zegen hebben gewerkt, eer en aanzien bekwamen, zooals bv. van een Gellius Ylstanus, en Dominicus Benedix en zoovele anderen vol doende bekend is. En ook, dat zijn kommandeurs en andere kloostergeestelijken als onderhandelaars tot de vrede meermalen gunstig van zich hebben doen spreken, hoeveelheden en tegen lagere prijzen tér ingedijkt. Hier' werd door de Friesche polderwerkers van erkende reputatie schitterend werk verricht en de natuur hielp hen daarin mee. Van Sneek tot Tjerkwerd werd i telkens meer land gewonnen en de Hemdijk, zuidelijke I grens der Middelzee, zou weldra geen zeewering meer zijn. Naar ’t Noorden toe werd voet voor voet de vrucht bare kleigrond op de zee gewonnen en dit „nieuwland” Hagelslag. Het centrum van het Westland is Woens dagmiddag tijdens een onweer geteisterd door een zwaren hagelslag bij hevigen re genval De koudegrondsteelten, als sla, bloemkool, uien, vroege aardappelen, na- tuurtomaten, tulpen, zijn zwaar beschadigd of geheel vernield. Ook de ontbloote raam- aardbeien hebben geleden en voor den bloei van de vruchtboomen en natuuraard- beien wordt gevreesd. Noodlottig ongeluk op den Amstel. Gistermorgen voer op de Amstel bij Nieuwer Amstel een motorbootje met 12 passagiers. De heer Verloop, de eigenaar, stuurde zelf, doch raakte toen zwaardere motorbooten hem inhaalden of tegemoet voeren het was prachtig weer voor de pleiziervaart de kluts kwijt en stuurde zijn bootje vlak voor de groote motorboot Mutatio, waarvan de stuurman een aanva- Drankbestrijding. ring niet meer kon voorkomen. Het bootje LEEUWARDEN, 21 Mei. Vanwege de v?n den heer Verloop, de Johanna, zonk Ned. Vereeniging tot afschaffing van alco- d’rect- Snel werd van alle kanten hulp ge- holhoudende dranken, zijn heden hier ter boden. 8 personen waren spoedig gered en stede op feestelijke wijze provinciale be- een negende, mej. Sterndorf werd door een toogingen voor drankbestrijding gehouden? stoutmoedig duikend zwemmer uit haar Des voorrniddags werden in de drie bios- beklemming tusschen het wrakhout onder coopzalen en in de concertzaal-Schaafwater bevrijd. Tien minuten was zij onder drukbezochte wijdingssamenkomsten ge- water geweest, doch gelukkig konden de houden, waarbij, gesproken werd door de levensgeesten nog opgewekt. Drie personen heeren P. van der Meulen uit Utrecht; ds. W. Banning uit Sneek en J. Brouwer te Leeuwarden. Het gesprokene werd afge wisseld door muziek en zang. Des namid dags optocht met ongev. 200 vaandels door de stad, waarna een groote provinciale be- tooging op de Wilhelminabaan; hier werd ’t woord gevoerd door den heer H. Ploeg Jr. uit Utrecht en ds. G. H. de Haas uit Zwolle, en door ongeveer 500 leden van een 20-tal onthouderszangkoren, onder leiding van den heer J. Paardekoper, de cantate „Lente- nachtsfantasie” op zeer verdienstelijke wijze uitgevoerd. De instrumentale begelei ding geschiedde door het stedelijk sympho- nie-orkest. De betooging werd door fraai zomerweer begunstigd en door een over groot getal belangstellenden bijgewoond. Den geheelen dag bewoog zich een talrijke menigte, afkomstig uit alle deelen der pro vincie, door de straten der stad. Bij het zwemmen verdronken. Nu het warme zomerweer wederom bij allen, die de zwemkunst machtig zijn, de lust opwekt om het verblijf op het land tij delijk met dat in het natte element te ver wisselen, hoort men, zooals telken jare, ook thans weer van de gewone, blijkbaar on vermijdelijke ongelukken, die het zwemsel- zÓen meebrengt. Het droevige relaas van de bij, het zwemmen omgekomenen wordt reeds nu ingezet. Te Rotterdam is n.l. als eerste slachtoffer gevallen de 24-jarige B. Honger, wonende Schaardijk, die bij het baden in de Maas plotseling in de diepte verdween en een kwartier later dood werd opgehaald. Het tienjarig zoontje van den visscher J. v. d. Berg te Urk is bij het zwemmen in de Zuiderzee verdronken. Invoer van groenten in Duitschland. De groenteninvoer van Nederland was, naar consul Lampe te Dortmund in Han- delsberichten opmerkt, den laatsten tijd niet zeer groot. Het meest werden gevraagd savoye-, witte- en roode kool. In aardap pelen was de omzet onbelangrijk. Zoodra de gangbare.4groentensoorten in grootere beschikking zullen staan, valt wef op een verlevendiging van zaken te rekenen. Er kan echter niet genoeg op worden gewe zen, dat de toestand van den groentenhan del in dit ressort de uiterste voorzichtigheid van exporteurs vordert. Bijzonder slechte ervaringen werden opgedaan bij verkoopen in commissie. Ter vermijding van verliezen wordt ten sterkste aanbevolen dezen vorm van zakendoen niet toe te passen. De ge heele groentenhandel lijdt daar sedert maanden aan chronisch geldgebrek; een verandering van dezen toestand kan alleen plaats vinden, wanneer de koopkracht van het publiek verbetert. Massa-moordenares. In een Servische stad staat thans terecht de dertigjarige beeldschoone vrouw Renici, die twee harer echtgenooten, haar 10-jarige zoon en 32 minnaars met arsenicum zou hebben vergiftigd. De lijken verborg zij in tonnen in den kelder, op elke ton een op schrift aangevende naam, leeftijd en duur der liefdesbetrekking van het slachtoffer. Zij bekende. Flink batig slot. De directeur van het Amerikaansche be grotingsbureau heeft aan president Coo- er vast van een batig slot van zou blijken te zijn op den dienst van het begrotingsjaar Juli 1924Juli 1925. Dat bedrag overtreft verre de raming van verleden jaar herfst, toen nog maar gerekend werd met 1 een surplus van 67.000.000 dollar De toeneming mag op rekening worden gesteld van de hoogere ontvangsten uit be'ast‘n£en en gro°tere opbrengsten van fen werd, tengevolge waarvan hij het rech- de posterijen. Zweminrichting. De temperatuur van het water in de Sneeker Zweminrichting was heden 21 gr. Gevonden voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 20 en 21 Mei: Bruin beursje met inh., S. Schurer, le Steenklipstraat 76; blauwe duif, J. Koorn- stra, Kruizebroederstraat 15; bruine porte monnaie z. i., W. Hoogerhuis, le Ooster- kade; heerenhorloge, Tj. Faber, Scheiding- steeg 3; kinderbeursje met inh. J. v. d. Horst, ijlsterkade 66. Olympisch Comité van Actie. Het Comité van Actie hoopt morgenmid dag een optocht en inzameling te houden voor de Olympische Spelen. Verschillende sportvereenigingen hier ter stede zullen hieraan deelnemen. Om 5 uur zal het Snee ker Muziekcorps zich bij den stoet voegen, daar dit vóór dit uur verhinderd is. Het Comité hoopt dat de ingezetenen van Sneek in die mate voor dit doel zullen bijdragen, dat Sneek een flinke bijdrage aan ’t Olym pisch Comité kan afdragen. De inzameling op het terrein van Sport en Liefdadigheid, gisteren gehouden, bracht f61.05 op; een aardig begin! Ook wordt onder de leden der Sneeker Tennisclub een inzameling gehouden. L’Estafette. De Postduivenvereen. „L’Estafette” hield Zaterdag j.l. een wedstrijdvlucht van Venlo. 48 satt de Aig«Mio*W9 V»t*xe> l' yia eij iwum ru Mn vil.vino.» JIEUWE SNEEKEH COURANT annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL yia. oij fwim ,»d Mn <tn. ar iziya-ftu s*b cvu- Mld.n binnen 30 6. *•*'-'■*'* j o - - - - - - -j gia. 91) VMU9S «M aan vV te <b®ané’» taaan scgalakfcsn w

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1