EH. IK EH H [S K! IT IK Mil Omni dit liiinti hui- Vurmikgni I 200 2i Kloosters in de stad Sneek. N ieu wstijdingen. ng A. H. I van 1 Jubileum. 1 Juni a.s. hoopt de heer J. v. Manen, J Sneek in handen der Gelderschen was. Op Paasch-Dins- te zoo’n groot deel der heeft ge- tewegsend. WYMBRITSERADEEL. De heer J. SneekWymbritseradeel. Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot wijziging van de grens tusschen de gemeenten Sneek en Wymbritseradeel stelden enkele leden de vraag of het niet beter ware geweest, de gemeente Wymbritseradeel geheel te voegen bij de gemeente Sneek. Andere leden verklaarden daarentegen aan de bij dit wetsontwerp voorgestelde oplossing de voorkeur te geven. HEERENVEEN, 29 Mei. In de gister avond gehouden Algemeene Vergadering der V. V. is besloten alhier gelden in te za melen voor de Olympiade 1928 te Amster dam. (X8D AGS VSUDAÖ8AVQMD® Brandenbürgh Co., Sshw 150. 41e JXAR6AO8 Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Koppige voerman. Ondanks herhaalde waarschuwing wilde de voerman G. F. te Noordwolde niet voor een auto uitwijken. De kantonrechter te Heerenveen heeft hem deswege veroordeeld tot 75 gld. boete of 2 maanden hechtenis. LEMMER, 28 Mei. Aan Gebr. W. en H. Visser alhier is gegund door de Prov. Wa terstaat van Friesland, het bouwen van twee sluizen, met sluiswachterswoning in de rivier de Linde, voor de som van f 85880.—. LEMMER, 28 Mei. Een trouwpartij per auto uit Oosterzee, geraakte hedennamid dag op de terugweg van Lemmer, ter hoogte van de Achterweg, tengevolge een defect aan het stuur, bij de weg neer en in de bermsloot. De inzittenden wisten zich gelukkig allen door de achterdeur te red den. De chauffeur, de eigenaar van de auto den heer Brals van Echten, verwondde zich echter vrij ernstig aan een zijner handen waarmee hij door de voorruit sloeg. LEMMER. De petroleumventer A. Zijlstra van 'hier reed gisternamiddag met zijn hon denkar door Eesterga, toen hem uit de rich ting Lemmer een auto tegenkwam. Z. sprong daarop even van zijn kar om de auto te laten passeeren. Bij die sprong viel echter zijn beurs met inhoud van ruim f 140 uit zijn zak, waarvan hij echter niets bemetkte. Hij sprong even later weer op zijn kar en reed door naar Lemmer. Toen hij dicht bij; ons dorp kwam, zag hij achter ^zich dezelfde auto weer aankomen, waar van een der twee inzittenden hem vroeg, o', hij ook iets verloren had. Z. bemerkte toen tot zijn schrik dat hij zijn beurs kwijt was. Deze werd hem toen met inhoud door de inzittenden der auto ter hand gesteld als door hen op den weg gevonden. De auto maakte daarop onmiddellijk rechtsom- keerd, waardoor Z., die geheel verbouwe reerd was, ternauwernood tijd had de in zittenden zijn dank te betuigen. LEMMER. Bij de gisteren alhier gehou den aanbesteding door B. en W. van Lem- sterland, voor het maken van een wal- beschoeiïng langs de visschershaven en het maken van vier ducdalven met bijkomende werken in de haven alhier, was niet ééi briefje ingekomen. Dit is zeker wel een bij zonderheid. Er zal nu opnieuw een aanbe steding plaats hebben. WOUDSEND, 27 Mei. Onze vroegere plaatsgenoot de heer A. van der Heide, on derwijzer te Koudum, is benoemd tot hoofd der Chr. School te Hoorn (Terschelling). OUDEGA (W.), 28 Mei. De heer E. Krol, hoofd der hervormde school alhier is als zoodanig benoemd te Rijperkerk bij Zwar te Sneek, den dag te gedenken dat hij ’t Christelijk onderwijs 25 jaar mocht dienen. Eerst werd hij verbonden aan een der Chr. scholen te Berlikum, daarna aan de Chr. school te Nederhorst den Berg. Na op nieuw de school te Berlikum eenige jaren te hebben gediend, kwam hij in Sneek, om aan de Rehoboth- en Jan v. Nassauschool zijn arbeid voort te zetten. Zijn arbeid, ook op het gebied van zang en muziek wordt door allen die er van profiteerden of er mee kennis maakten ten zeerste gewaar deerd. opgevolgd door den heer J. v. d. Werf te Scharnegoutum. WOUDSEND, 28 Mei. Beroepen bij de Ger. Kerk te Domburg-Westkapelle (Zee land) de heer D. Feenstra, theologisch can- didaat alhier. Een nieuw Centraal Station te Den Haag. Er bestaan reeds lang plannen om te ko men tot den bouw van een groot nieuw centraal-station in Den Haag, dat dan de Hollandsche- en Staatsspoorstations zal combineeren. Hoewel hieromtrent nog geen definitieve plannen bestaan heeft men zich gedacht, dit te doen verrijzen in het Westen der stad tusschen de Schenkkade en de Spoorbaan naar Amsterdam. De daar gelegen terrei nen dreigden echter in handen over te gaan van een bouwmaatschappij. Om dit te beletterf heeft de Haagsche Raad Maandagavond besloten tot aankoop van 4 H.A. grond tegen f 6.60 per vierkan ten meter, voor een bedrag van f 277.500. Als de plannen, om hier het nieuwe cen traal-station te vestigen, doorgaan, heeft de de genoemde terreinen ter dwijnen van den stikgassenoorlog gericht is? II. Acht de minister, mede in verband met deze belangrijke verklaring, het niet gewenscht, nader te overwegen, of Neder land nu wel verdere maatregelen moet ne- dag geschiedde het, dat er een groote oploop van burgers tegen laatstgenoemde vreemde indringers ontstond, eigen lijk gericht tegen de heeren van de stad, die nog steeds goed Gelderschgezind waren. Bij dezen overval der bur gers waren het vooral Keimpe van Jongema, grietman van Wymbritseradeel, en burgemeester van Sneek, Sierck van Donia, grietman van Hennaarderadeel, Doeke Fons, griet man van Baarderadeel, Popke Ruyrds, grietman van Idaarderadeel en Tjaard Gosses, grietman van Utingera- deel, die achtervolgd werden door de woede des volks en daardoor genoodzaakt waren, om hun leven te bergen in de kapel der Kruisbroeders, waar zij zich konden ver schuilen. Ook in het volgende jaar diende dit vertrek nogmaals tot schuilplaats aan Groote Wierd (Jelckema), zusters zoon van Groote Pier, die met den kanselier Mr. Huibert bij Oldemarkt in Overijsel werd geyangen geno men door de krijgsknechten van den heer van Wassenaar. Men voerde hen beiden mee naar Sloten en vervolgens naar Sneek. Hier nam Wierd zijn kans waar, om te ont vluchten, verstak zich in het Kruisbroedersklooster, doch werd verraden en opnieuw gevangen genomen. Thans werd hij regelrecht naar Leeuwarden gevoerd, aldaar in ’t Blok huis in verzekerde bewaring gesteld en kort daarna op ’t schavot onthoofd, terwijl de kanselier zijn vrijheid na eenigen tijd terugkreeg. Maar ook werden binnen deze kloostermuren veel vreedzamer tooneelen afgespeeld buiten de dagelijksche kerkelijke en gewijde handelingen. Zoo bewaart het vroe gere „Oud-Archief van Friesland” een acte van overeen komst nopens het opgraven en slatten van het veer van Saenlaen tot de Eesterzijl, het maken van betere water lossingen en het herstellen van de Hospitalerzijl en de kleine steenen zijl in Sneek. Hiertoe waren den 7en April 1508 bijeen „in dat capittelhuijs tot die Cruijssebroederen in Sneeck, den weerdigen pater Wijbrandus van Tabor, her Arend Janss. machtig (gevolmachtigde) van Her Haijo, commeldueer van Hospitaelen wegen, ende den erbaren ende vesten joncker Hans van Gruumbach, amptman tot Sneeck ende in Weijmbritzeradeel grietman,” alsmede eenige andere autoriteiten in deze waterschapsaangelegen- heden uit Sneek, IJsbrechtum, Folsgara, Tjalhuizum, Gou- tum (Scharne-), Tirns, Saenlaen en Lutkewierum. In dit stuk wordt zelfs gesproken van „die van ’t doester Tabor mi’t hare schepen,” „dat doester toe Hospifael mit haer eijgen zijl ende mollen” (molen), en dat genoemde „her Haijo van des cloesters wegen hem guetwillich heffe be wezen ende die vors, stijenen zijl op des cloesters eygen cost ende loen heefft weder laten maken tot der landen ende gemeente profijt.” Dat zijn voorwaar klinkende be wijzen van den economischen invloed der Friesche kloos ters, inzonderheid die in en om Sneek, zulks in verband met de indijking en waterschapswerken „yn dizze lege kontreijen”. v Ook het Kruisbroedersklooster van Sneek bekwam daar in zijn gerecht aandeel. Dit was immers ook in het bezit van ruim 360 pondematen land, hetwelk over verschillende landerijen-verspreid lag, o. a. te Nijland 71 pond., Wolsum 18 pond. -J- 66 pond., Keppens 22 pond, (onder Bols- ward), Saenlaen 50 pond, (onder Lutkewierum), Bons 6 pond, (onder IJsbrechtum), Gauw 25 pond., Uitwellin- gerga 10 pond., Oosterend 23 pond. halve terp, Op penhuizen 33 pond., Hommerts 8 pond., Helporte 3 pond, (onder Jutrijp), Ijlst 2 pond, en Sneek, (bij de Ooster- poort, de Groendijksterzijl, achter Tinga, en eenige ver spreid liggende akkers om de stad heen). Na de hervorming bleef ook dit klooster als stichting bestaan en werd veel minder dan het Hospitaal vernield. Wel kreeg de stichting een veranderde bestemming, nl. die van weeshuis. Aan dit weeshuis schonk de Sneeker Magis traat ook de goederen der kloosters Groendijk en Nazareth, welke we reeds bij name vermeldden, doch die later ook hun beurt van behandeling zullen krijgen. Daardoor wer den aan het oorspronkelijke weeshuisfonds nog 360 pon dematen toegevoegd van „Groendijk”, welks landen lagen te Sneek, Loönga, Peins, Weidum, Irnsum, Poppingawier, Oppenhuizen en IJsbrechtum, alsmede van Nazareth 130 pondematen, o. a. te Idsega, Abbega, Heeg, Bozum. Doordat de oorkonde van deze veranderde bestemming gelukkig bewaard bleef in den vorm van „Punckten, art(ike)len ende voerwaerden, concerneerende tweeshuys” (afgedrukt bij Bergsma, De Weeshuiskwestie), kan ik hier volstaan met daarvan het le artikel aan te halen tot besluit van de geschiedenis van het Kruisbroedersklooster te Sneek: „In den eersten hebben burgemeysteren, scheepenen ende raeden vsz. orbarlyck ende goodtlyck bevonden te ordon- neeren ende stellen zeeckeren weeshuyse in den convente van de Cruyscebroederen, omme int zelve metten opcomp- sten van dien ende meede van Groendyck ende Nazareth te onderhouden alle zoo veele arme weesen, geboeren van burgeren der vsz. steede, als d’opcomsten van de drye vsz. conventen zullen moegen lyden ende draegen, midts ncfchtans datten conventualen van denzelven convente ende oock den proeveniers eerst ende vooral zullen hebben ende genieten eerlyck onderhoudinghe van cost ende dranck, geduyrende dtyt haar levens.” Sic transit gloria mundi! G. 111. HET KRUISBROEDERSKLOOSTER. Nog heden ten dage herinnert de Kruizebroedersstraat te Sneek aan de stichting, waarover we thans een artikeltje willen schrijven. Het klooster der Kruisbroeders is van veel jonger dag- teekening dan dat der Hospitaalridders. Wel viel Sneek de eer te beurt, de eerste stad in Friesland te mogen zijn, die aan deze monniken huisvesting mocht verleenen, doch hun nederzetting aldaar dagteekent eerst van het jaar 1462. Voordat ik echter iets uit de geschiedenis van dit Sneeker klooster mededeel, diene wel vooraf te gaan, waar deze religieuzen hun bakermat hadden, wijl het één der minst bekende orden betreft. Van Benedictijnen, Cis- terciensers, Praemonstratensers, de Geestelijke Ridder orden en de verschillende Orden der Bedelmonniken heeft ieder beschaafd mensch wel eens iets gelezen, doch van de Kruisheeren of -broeders vernam men zelden of nimmer. Daarom het volgende ter opheldering en verduidelijking. In het voormalige bisdom Luik, dat met de stad van dienzelfden naam in den eenige jaren geleden uitgedoofden wereldbrand getuige Is geweest van het vreeselijkste lijden, dat door een oorlog over land en volk kan uitgestort wor den, lag in de vroege Middeleeuwen een weinig omvangrijk onderwijzer aan" de Jan van Nassauschool .leengoed. Het bestond voornamelijk uit het stadje Celles met haar omstreken. Het stedeke verkreeg groot aanzien door de schoone kerk, welke een bekend Karolingisch vorst, Pepijn de Korte, aldaar had doen verrijzen. Niet enkel om die kerk, door een koning geschonken,-was het, dat Celles beteekenis kreeg in het genoemde bisdom, doch haar rbem verkreeg zij bovenmate door het wonderdoende beeld van Onze Lieve Vrouwe ter Geloove, dat van heinde en ver „devotelyck” werd bezocht. Op een kwartier af- stands van deze plaats lag het trotsche kasteel, waar een invloedrijk burger van Celles zijn woonplaats had. ’t Was de Burchtheer, in wiens standaard het blazoen van den Hertog van Bretagne praalde. Hem werd in 1166 een zoon geboren en deze is het, die tot ons onderwerp in nauwe betrekking staat Van zijn vader verkreeg het kind den beteekenisvollen naam Theodoor (.gave Gods). Van God gegeven, zou dit jonkske zich later met alles, wat het bezat of wat het zou worden toebedeeld, spoedig op zijn beurt aan God en Zijn dienst wedergeven. Want in hem openbaarde zich weldra de neiging om, èls een geestelijk ridder mede te werken tot de uitbreiding der Christelijke leer. In den aanvang poogde hij als Kruisridder dezen schoonen wensch. te verwezenlijken en trok in de legioenen van Duitschlands machtigen keizer Frederik Barbarossa op ter bestrijding van Mohammed’s aanhang. Doch ook door dezer derden kruistocht werd geen blijvende voldoening geschonken aan de verlangens, die Theodoor van Celles en zijn gelijkgezinden bezielden. Helaas, Duitschland ver loor zijn machtigen keizer, Frankrijks koning en de „Leeuw van Engeland” (Richard Leeuwenhart), leefden spoedig in groote vijandschap, zoodat men moeilijk mocht hopen, dat van de Christenschare, ter kruisvaart getogen, de zege nende invloed van Jezus’ liefdeleer mocht doordringen tot in het Saraceensche hart. Met zijn Bisschop, die volgens het gebruik van dien tijd zich zelf niet onwaardig keurde en geroepen voelde, het zwaard te dragen ter bestrijding van andersdenkenden, keerde Theodoor weer terug naar zijn vaderland. Van dien tijd af zien we hem zich oefenen in de theologische wetenschappen. Hierin schijnt hij toen bevrediging gevon den te hebben voor zijn verlangend hart, (fat volgens het getuigenis van een geleerd tijdgenoot „brandende was door Gods Heiligen Geest, om te doen alle goede werken en niet één enkele te verzuimen, liefde ademde door liefde in der menschen hart uit te storten en jubelde bij de gedachte, om iets te mogen bijdragen tot verheerlijking van Gods en der Heiligen eer.” Nuchterder zouden wij hem dus karakteriseeren als een innig vroom mensch. Nog steeds droeg hij rouw over de gedeeltelijke mis lukking der onderneming, waaraan hij had meegewerkt, den 3en kruistocht. Om zijn ijver brandende te houden, verbond de Bisschop hem aan diens hof en spoedig had hij nu zeggingschap in het beheer der Kathedraal en wat daarmee samenhing. Doch ook hierin lag niet zijn belang rijkste levenstaak. Toen hem vergund werd te Clair-Lieu in de nabijheid van Hoey, waar in onze eeuw aan de Maas de machines ronken en snorren, talrijke fabrieken de lucht bijkans zwart kleuren door den rook hunner hooge schoorsteenpijpen en de golven der snelvlietende stroom spelemeiend en klotsend over elkaar heen buitelen, een klooster te stichten en een nieuwe orde te vestigen, had hij aan zijn roeping voldaan. Daardoor werd hij de stichter der Kruisheeren of-broeders, een orde, die zich niet zoozeer door haar regels van andere kloosterorden onderscheidt, maar die inzonderheid haar oorsprong aan de Kruistochten ontleende en waarin aanvankelijk bij voor keur werden opgenomen zij, die als kruisridders gezond of gekwetst teruggekeerd waren in hun eigen vaderland en die door omstandigheden, lichaams- of zielsgebreken 4 - Een groot aantal belangstellenden woonde de plechtigheid bij. Ds. J. Cramer voerde namens het comité het woord. Hij herdacht de slachtoffers van de ramp en huldigde den heerA. Hartkamp, die zich bij het reddingswerk zeer heeft on derscheiden. Ten slotte droeg spreker het monument aan de gemeente over. De burgemeester, de heer W. A. P. Kers- senmakers, aanvaarde het uit naam van het gemeentebestuur. Bij de plechtigheid waren ook aanwezig de overlevenden van de ramp, de dames A. Hagerman en A. ten Dam en de heer W. Nyenkamp. Nederlandsche pleegouders naar Oostenrijk. Van 24 Mei tot 8 Juni brengen 530 Ne derlandsche pleegouders van Oostenrijk- sche kinderen een bezoek aan Weenen. De moord te Wychen. In de te Arnhem voortgezette zaak voor ’t commissie ge-gerechtshof tegen J. N. v. Munster, beschul- vormd, die gelden voor dit monument had digd van den tweevoudigen moord te Wy- men, zich in zake eventueels gasoorlogen i bijeengebracht. Het is een rechtopstaande chen, heeft de advocaat-generaal levens- verder voor te bereiden? steen, waarin de namen der slachtoffers lange gevangenisstraf geëischt, nadat een lil. Is de minister dan niet geneigd de’zijn gebeiteld en die verder van een toe- rapport van deskundigen beklaagde toere- voorloopige maatregelen tot oprichting van j passelijke tekst is voorzien. i kenbaar had verklaard. w ïmbki 1 bEKAUttL. De heer J. van t Berckum (c.h.), die bedankt had als lid gemeente dus den raad dezer gemeente, zal worden beschikking. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk dagen tusschen ll’/2 en 12’/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 28 Mei 1925: Zakdoek met blauwe rand. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 28 Mei: Leeren ceintuur, H. J. Elzer, Oude Koe markt 40; kastsleutel, W. van Houten, Swe- rissteeg 2; rozenkrans, H. Gerrits, Zomer- rakbuurt 8; 2 sleuteltjes, J. Osinga, 2e Frit- temahovenstraat 6; zilveren vingerhoed, J. Nota, 3e Woudstraat 6; heerenrijwiel, Hof meester, Scharnesteeg; 6 lampe-balonnen, rijwielbewaarplaats, Stationsplein; zakmes, A. van Foeken, Zuidend 15; autopomp (Ford), R. Dijkstra, Galigastraat 16; gou- den(?) broche, J. Volkers, Grootzand 46; zwart lederen ceintuur, H. van der Wal, Zuidend 23. gasschool te Utrecht. minister van oorlog de volgende vragen ge- j steld: I. i1_ o van de mededeeling van de DuitsChe af-j ^an een militaire gasschool te bevre- De autobusramp bij Heino. Woensdagavond is op de algemeene be- tionale regeling, welke op het doen ver- graafplaats te Raalte de onthulling schied van het monument, dat verrezen is op het gemeenschappelijke graf van de slachtoffers van de autobusramp op 26; Augustus 1924 tusschen Heino en Raalte. i Uit de burgerij was een verhinderd waren, om aan de kruistochten naar het Heilige Land deel te nemen. De herinnering aan dien eigenaardigen oorsprong werd 1 bij de broeders dezer orde ook in latere eeuwen steeds levendig gehouden door hun gewaad, wijl hun donkere mantel prijkte met een kruis van rood en wit linnen, over elkaar heen geslagen. Slechts in een drietal landen wer den kloosters van deze orde gesticht, in ons land ook eenige. Voor Friesland waren Sneek en Franeker de plaat sen, waar de Kruisbroeders hun zetels vestigden. In en bij eerstgenoemde stad waren als kerkelijke stich tingen gedurende de Middeleeuwen bekend de St. Maar tenskerk, welke in den tegenwoordigen vorm Van 1498 dateert; de reeds beschreven St. Catharina-commanderij der Johanmters of Hospitaalklooster; een huiskapel in het huis der Donia’s, die daarvoor een aparte prebendaris of vicaris hadden; de vóór 1390 gestichte St. Antoniuskapel, na de Hervorming de Kleine Kerk, welke in 1845 werd argebroken ;naast deze kapel het in 1462 gestichte klooster der Kruisbroeders of Cruciferi (letterlijk: Kruisdragers naar het bovenomschreven kruisteeken op hun pij), dat na de Hervorming tot een weeshuis werd bestemd. De Kruisbroeders betraden dus laat den Frieschen bodem. Eerst in 1462 vestigden zij zich binnen Sneek. De bovengenoemde St. Antonius-kapel werd hun als kerk afgestaan en „zij hebben daeromtrent een klooster ge sticht”, vermeldde Winsemius. Ook hadden ze hun eigen kerkhof bij dit klooster, waar bij vergraving van dit ter rein nog in 1855 sporen van geraamten werden opge dolven. In hun Kerk, dikwijls als Broere- of Broederkerk aan geduid, bewaarden de „doctores” een wonderdoend Maria beeld, dat aldaar geplaatst was door Rienck Bockema, die het op het einde der 14e eeuw bij de verovering van een zekere burcht, het slot Gaarde, behoorende aan Wigbald, prins van Lithauwen, zou hebben vermeesterd. Dit klinkt ons intusschen te Germaansch en te weinig Slavisch, om een en ander zonder verder bewijs voor waarheid aan te nemen. Maar niet enkel in deze zgn. „kleine kerk” bedienden de broeders de mis of verrichtten zij andere kerkelijke diensten. Immers er wordt melding gemaakt van zekere geestelijke Syardus Watke’s zoon, die in 1468 te Arum pastoor was en welke zijn opleiding tot het priesterlijk ambt genoten had „bij de Geestelijke broederen der Orde nen des Heyligen Cruycis, daer dat overste kloester aff is tot Hoeye in den Landen van Ludiek” (Luik), gelijk het Friesche Charterboek meedeelt. Deze pastoor zal onge twijfeld van uit Sneek in de aangeduide parochie zijn ge ïnstitueerd door den abt der Utrecntsche St. Paulus-abdij. Op zijn beurt gaf deze priester zijn volle medewerking aan de stichting van een tweede klooster dezer orde te Franeker. Hij wist nl. den hoofdeling Douwe Sjaardema van laatstgenoemde stad er toe te bewegen, om in zijn woonplaats een klooster met kerk te stichten ten be hoeve van „sesse ersamen Priesteren ende Broederen v van den sdyerOrdenen”. Wonderlijk genoeg is de stich- tingsacle^eómn wel bewaard, terwijl die van Sneéh ver loren is gegaan. Het Franeker klooster werd in 1580 ont ruimd ,in 1585 tot academiegebouw met -kerk gedestineerd en na de buiten-gebruik-stelling van het Athenaeum (in 1843), enkele jaren nadien, nl. in 1851, tot een krankzin nigengesticht ingericht. De verhouding tusschen de Sneeker en Franeker kruis broeders komt slechts een enkele maal aan het licht. Zoo maakt het Stamboek van den Frieschen adel melding van een testament vag. Katrijn Harinxma, de echtgenoote van Louw Donia en zuster van Bocke de jongere, waarin deze clausule: ”Soo wil ic dat die renten met die lasten ver- screven, sullen comen tot die crucebruderen bynnen Sneeck die helft, In die ander helft tot die crucebruders van Fraencker”. Helaas is het moedergesticht der orde, het. kruisbroe dersklooster te Hoey niet meer in het bezit van het archief, dat door de woelingen tijdens de Fransche Revolutie schijnt verloren geraakt te zijn. Daardoor is ook een volledige geschiedenis der beide Friesche koosters van genoemde orde niet meer te schrijven en kan men al even weinig ’’het historisch verband tusschen beide stichtingen nagaan. Wel is uit een reeks van bescheiden van diversen aard bekend, hoe dikwijls ook dit Sneeker klooster het tooneel van oorlog en onrust der tijden uitmaakte. Om slechts enkele feiten te noemen. Bij de muiterij en het verraad in de stad Sneek in het jaar 1520 werd daarvan ook beschuldigd de toenmalige prior van het klooster, die men afzette en naar Gelderland zond, terwijl de sub-prior Johannes van Schoonhoven de vlucht nam naar Franeker. Later bleek beider onschuld, doch zoolang de Gelderschen de stad in bedwang hielden, werden ze niet toegelaten. Want in dien strijd tusschen de Bourgondiërs partij van keizer Karel V, heer der Nederlandsche gewesten en de Gelderschen, was het Kruisbroedersklooster een mid delpunt van het staatkundig leven. Hier, nl. in het reventer des kloosters, kwamen volgens Jancko Douwama’s Ge denkschriften de afgevaardigden der Gelderschen samen, om de landsdagen te houden, inzonderheid in ’t jaar 1517. Andermaal werd ten jare 1522 het gesticht een tooneel van krijgsverwarring. Het was toen het laatste jaar, dat Spoorwegmaatschappij „Zuidwesthoek”. een militaire gasschool te Utrecht stop In de algemeene vergadering van aan-zetten, waartegen 1 deelhouders van de Spoorwegmaatschappij Utrechtsche bevolking bezwaar „Zuidwesthoek”, welke 19 Juni a.s. ten maakt? stadhuize te Sneek gehouden wordt, komt! IV. Is de minister in elk geval niet be- een voorstel in behandeling tot liquidatiereid, elke handeling, welke mocht leiden der maatschappij over te gaan. j tot oprichting dezer school, op te houden, Het plan tot oprichting van een militaire totdat na de Kamerverkiezingen van 1 Jul gasschool te Utrecht. I 1925 zal zijn gebleken, of het Nederland- Hej Eerste Kamerlid Moltmaker heeft den I sche volk wel begeert uitgaven woor dusda- nige doeleinden te verstrekken? V. Acht de minister het niet gewenscht, Heeft de minister kennis genomenop deze wijze het groote aantal tegenstan- vaardiging ter Geneefsche Wapenconferen- digen? tie, dat Duitschland bereid is, zonder eenig voorbehoud toe te treden tot elke interna- ZATERL'AQ SO MEI 1935 K I I ge- gia wij wau». wljsvUtgcii ••riial <iu. ar gia. oij HO KETO SNEEKER COURÊHT annex SNEEKER COURANT «n WYMBRITSERADEEL V*iu*n* v*orw**rd*D ue HiBllsotfooliv /llilll ’wUjt.Xv*,liB 9*0» 4UvV uiicch iii nciiiLXdi uti \_Jviviel ÖL.11C11 Wdb, LJp r 7£ rfio. OU IV ««0 <1*11* VU 1 „amviuu IVlVKlliaiVVl UVU tflU. Olj lovaui M|il fliö. ingeval vaa j£|» gm, ei) vwuee «u ’*uge iuvaildltelt. lilde» binnea 80 d IVV hand, voet ei eeg

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1