H
HMK OFFER.
2000 ft.gusa MO
- annex SHEERER COURANT! an WYMBRITSERADEEL
Sfitlnl (him hr lamti Snit.
Ni«uw»ti|disgs».
41e JAAR6AH8
WOEHSDAtt IO JUBI 1025
Earst* Blad
VtndtjnO
Brandenburgh Co.,
SaanM Tdafesa ^50*
In het debat trad in de eerste plaats de heer
bater wilde dat de V.B. hier en daar de pogin-
der pacificatie wil spr. niet tornen, maar verzet
wat hij met voorbeelden uit Zeeuwsch Vlaande-
t
I
Wordt vervolgd.
door
HALLIWELL SUTCLIFFE.
Voor Nederland bewerkt door
Mevrouw J. p. WesselinkVan Rossum.
IIEWE SEEEEEH CODEAIT
I ook op onderwijs, waarvan de uitgaven in
lang wij kunnen.”
Zijn stem begaf hem. Hij strekte zijn
zwakke hand uit naar de wijinflesch, en
Nick vulde zijn glas opnieuw. De wind ver
minderde, en verhief zich weer, en de squire
verbeeldde zich dat gestorven Oldfields een
strijdlied voor hem floten en hem verzoch
ten, deze moeilijke zaak van den dood vier
kant in het gelaat te zien.
Hij nam bedaard een diepe teug, en greep
naar de hand van zijn zoon.
„Daar is Alison Blake,” zei hij. „Ik laak
je er niet om, mijn jongen, dat je haar lief-
hebt.”
„U weet het dus, vader? Ik vermoedde
niet ik
„Oude menschen kijken naar de spelle
tjes van jongelieden, mijn jongen.”
De kalme ironie van den vader werd ge
temperd door zijn genegenheid, zoodat zijn
gelaat geleek op dat van den een of ande
ren vriendelijken priester, die èn het ver
driet van de ouden, èn de onschuldige be
kentenissen van de jongeren kent.
De wind begon cfpnieuw te snikken,
evenals Rachel schreide om haar kinderen.
De jongen hoorde het en dacht aan de wan
delingen, en de ritten te paard die vóór hem
lagen de wandelingen en rijtoeren die
hij zonder zijn makker zou maken. De
oude squire hoorde het en keerde zijn
hoofd om, terwijl hij dacht aan de tochten,
die hij nooit meer zou doen. Beiden keken
naar buiten, denkend aan de uitgestrekte
heidevelden, en moerassige wildernissen
die van ouds dierbaar waren aan het oude
geslacht der Oldfields.
„Hij wordt ongeduldig Nick,” zei de
squire.
Nick dacht, dat zijn vader begon te ijlen,
Embden ziet alle oogsten ook al vernietigd, wel
nu spr., practisch landbouwer, stelt gaarne al
zijn gewassen voor een proef op dit gebied be
schikbaar! Bij de vrede van 1918 konden de
staatslieden nog geen rekening houden met het
bolsjewistisch gevaar. Wat de paraatheid van
onze weermacht betreft, deze behoeft slechts re
latief te zijn, omdat men in alle landen over de
toestand van de verdedigingsmacht klaagt. Ten
slotte wijst spr. er op dat Frankrijk en België
wilden dat Nederland toetrad tot een militair
tractaat, wat Nederland zeer terecht weigerde,
toen wilde men dat Nederland Limburg beschik
baar stelde voor aanleg van permanente ver
dedigingswerken. Ook dat werd geweigerd doch
Nederland kon deze landen alleen gerust stellen
door de verklaring dat het elke schending van
grondgebied zou beschouwen als een casus
belli. We hebben bij de overweging onzer posi
tie dus ook te rekenen met andere naties. Ook
dit zïj ons een waarschuwing thans niet den
weg der eenzijdige nationale ontwapening te
gaan.
De V o o r z. sloot met een woord van dank
aan spreker en debaters de vrij goed bezochte
vergadering.
STAVOREN, 6 Juni. Het gaat met de
ansjovisvangst nog in stijgende lijn. Twin
tig booten brachten hier deze week 25.120
K.G. aan, het record gedurende deze visch-
periode. De prijs bewoog zich tusschen 67
en 60 cent per K. G. L. C.
Voor een diner.
Te Rotterdam kwamen twee dames, behoo-
rende tot een familie, welke hij goed kende, in
den winkel van een zilversmid en ver
zochten zichtzending van een uitgezóchte
partij tafelzilver, liefst van hetzelfde genre.
De zilversmid kende de familie als welge
zeten en liet alles bezorgen, zooals verlangd
was, zoodat meneer, want die zou de eind
beslissing hebben, slechts zijn keuze te bepalen
had, zegt de Maasb.
Goede klanten zijn zeldzaam in dezen tijd en
de zilversmid wachtte met spanning af, zoodat,
toen na twee dagen de zending terugkwam met
de boodschap, dat er geen keus bij was, hij een
oogenblik perplex stond en daarna in alles be
halve prettige gemoedsstemming kwam.
En deze werd er niet beter op, toen een on
voorzichtige uitlating van de dienstbode der
familie hem ter oore kwam
De familie had, toen het tafelzilver bij haar
berustte, toevallig een groot diner gegeven.
Ongevraagd eervol ontslag.
In Stbl. no. 199 is opgenomen een Kon. Besl.
van 23 Mei, houdende beschikking op het be
roep, ingesteld door L. M. van HoeveLeijs,
thans wonende te Rotterdam, tegen het besluit
van Ged. Staten van Zuid-Holland van 3 Sept,
jl., waarbij is bevestigd het besluit van den
Raad van Capelle aan den IJssei van 15 Mei
1924, tot het verleenen aan haar van ongevraagd
eervol ontslag uit haar betrekking van onder
wijzeres aan de openbare lagere school no. 1
in die gemeente, met ingang van den dag, waar
op zij in het huwelijk zal zijn getreden.
Het besluit overweegt o. m., dat weliswaar
de L. O.-wet 1920 zonder eenig voorbehoud
onderwijzeressen, gehuwd of niet, tot het geven
van onderwijs in de lagere scholen toelaat en
diensvolgens het enkele feit van het aangaan
door haar van een huwelijk voor een gemeente
raad geene voldoende aanleiding mag zijn een
onderwijzeres ongevraagd te ontslaan. Het staat
evenwel een gemeenteraad vrij zich op het
standpunt te plaatsen, dat het niet wenschelijk
is een onderwijzeres in vasten dienst te benoe
men, van wie verwacht kan worden, dat zij
weldra in het huwelijk zal treden. Mej. L. M.
Leijs was er, blijkens een door haar in de ver
gadering van B. en W. van Capelle aan den
Ijssel van 14 Mei 1924 afgelegde verklaring,
volkomen mede bekend, dat de Raad dier ge
meente dit standpunt innam, zoodat zij door
moedwillig haar voorgenomen huwelijk te ver-
Abonnement £’per* jaar fj2.5O2fr.-p.
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
zwijgen op 14 April 1924 hare benoeming heeft
verkregen, welke benoeming zij alleen daarom
begeerde, .om mede door het aan die betrekking
verbonden vaste salaris het huwelijk te kunnen
aangaan, waarvoor zij op denzelfden dag der
aanvaarding van die betrekking, nl. 1 Mei 1924,
de benoodigde bescheiden opvroeg, zoodat de
voltrekking reeds op 21 Mei 1924 kon plaats
vinden.
In het onderhavige geval is dan ook geen
sprake van een ongevraagd ontslag, aan een
onderwijzeres verleend wegens het enkele feit
van het aangaan door haar van een huwelijk,
doch wegens de onjuiste voorstelling van zaken,
die de onderwijzeres willens en wetens bij den
gemeenteraad heeft bestendigd gelaten, ten
einde aldus de vaste betrekking te verkrijgen.
Onder die omstandigheden is het raadsbesluit,
waarbij aan L. M. van HoeveLeijs uit haar
betrekking als onderwijzeres ongevraagd eer
vol ontslag is verleend, gerechtvaardigd. Ged.
Staten hebben mitsdien dit besluit terecht ge
handhaafd.
'ÏL gld. öij ••riles
*8 vaa Mn ving ar
2.)
De jonge Nicholas stond bij het raam
en sloeg de wolken gade, die zich ophoop
ten, voortdreven, en voortijlden tusschen de
maan en het bewegend netwerk van kale
takjes en naakte takken. Hij nam nu en dan
een teugje van den wijn, niet omdat hij er
behoefte aan gevoelde, maar omdat hij den
ouden squire ter wille wilde zijn. De scha
duw van een aanstaande eenzaamheid lag
over den jongen. Zijn smart, na die eene
uitbarsting toen zijn moeder heel dicht bij
hem scheen te zijn, uitte zich niet in tranen.
Hij voelde eerder de overspannen ziele-
smart waarvoor geen tranen waren; van
iemand "die gebonden en hulpeloos ligt, ter
wijl hij het lijden van een makker gade
slaat. Want dat was de oude squire een
makker. Ja een vader die een zekere
mate van gehoorzaamheid eischte; maar
bovenal een makker.
„Nick,” zei de squire op zachten, beve
lenden toon.
De jonge' man keerde zich onmiddellijk
om, en kvèam naar het bed.
„Nick, er is een oud huis, dat in stand
gehouden moet worden, en de landerijen
- en er zijn bedienden, die op ons hebben
vertrouwd om in hun levensonderhoud te
voorzien. Het is een moeilijke nalatenschap
voor je, mijn jongen schulden, en nog
eens schulden, en weinig inkomsten.”
gld. inganl nn ••«- |EA gld. felj varllas van gld. ölj verliaa
Üjdan binnen SO <L IvV Mn hand, veeft et eeg *v van mu daim.
Ontoerekenbaar?
De 15-jarige scholier uit Amsterdam, die
een moordaanslag op zijn in de Kleverlaan
te Haarlem wonende moeder heeft gepleegd
is door den kinderrechter naar Amsterdam
gezonden, waar een onderzoek naar zijn
geestvermogens zal worden ingesteld.
De jongen heeft eenigc maanden geleden
ook al een leelijke streek tegen zijn moe
der uitgehaald. Hij ging toen naar Haar
lem om te zeggen ,dat een broertje thuis
doodelijk ziek was. De moeder trok naar
Amsterdam, maar daar bleek, dat het ver
haal over het zieke broertje verzonnen was.
Toen de moeder weer in Haarlem kwam,
bleek het zoontje er met al haar zilver van
door te zijn. De jeugdige dief kon achter
haald worden en de moeder kreeg het ge-
stolene terug. De jongen zei toen dat hij
het gedaan had, omdat hij een hekel aan
zijn moeder had.
De Kamerverkiezingen.
De voorzitter van het centraal stembureau
voor de verkiezing van de leden van de
Tweede Kamer maakt bekend, dat de voor
de kiezers toegankelijke zitting, waarin het
centraal stembureau de ingeleverde lijsten
van candidaten zal nummeren in de volg
orde, door het lot aangewezen, zal worden
gehouden op Dinsdag 9 Juni, des namid
dags te 2 uur, .in het lokaal van het ge
meentehuis in den Haag, voorheen voor
de vergaderingen van den raad bestemd.
Fooien in Zwitserland.
Wie in de komende zomermaanden naar Zwit
serland komt, moge nota nemen van de volgende
regeling, die dezer dagen in zake het fooien
stelsel tusschen de Vereeniging der hotelhouders
eenerzijds en den Vakbond der kellners (en
hotelpersoneel) anderzijds gesloten is.
In beginsel blijft het aan de discretie der
gasten overgeiaten te bepalen: hoeveel fooi zij
wenscBFn te geven.
Wenscht de gast de berekening van ’t fooien-
geld aan het bureau over te laten, dan gelden
de volgende tarieven:
a. voor logies van een nacht met ontbijt 15
pet der hotelrekening;
b. voor logies van een tot drie nachten met
ontbijt 1510 pet.;
K c. voor logies van langeren tijd 12—10 pet.;
d. bij langer verblijf en dus hoogere hotel
rekening 108 pet.;
e. in sanatoriums, bij een verblijf van min
sten/ 3 maanden 5 pet.
Om dit lijstje aan te vullen zij nog meege
deeld, dat men in café’s en restaurants 10 pet.
fooi geeft, met een minimum van 2050 cen
times, naarmate men inrichtingen van meer of
minder comfort bezoekt, even naar binnen wipt
of een uurtje blijft pleisteren.
Eindexamen Gymnasium.
Voor het eindexamen van het gymnasium
te
ten.
Geslaagd voor diploma a. de heeren b.
Hovinga te Franeker en D. T. de Muinck
Keizer te IJsbrechtum, voor b. mej. A.
Meima te Sneek en de heer P. J. Oranje te
Lemmer.
Afgewezen 1 candidaat.
Met 1 candidaat wordt
voortgezet.
Geslaagd voor diploma rekening-
eourant-boekhouden, instituut Mercurius,
onze stadgenoote mej. J. G. “van Hout.
Rede dr. Bierema.
Bij Jellema te IJsbrechtum sprak Vrijdagavond
voor de vrijzinnige kiesver. in Wymbritseradeel
Dr. Bierenia, no. 2 van de lijst van den Vrij
heidsbond voor de a.s. Kamerverkiezingen. Na
’n woord van welkom van den voorz. den heer
Joh. Domna begon de spr. met er op te wijzen
dat er onder het kiezerscorps groote ontevreden
heid heerscht over het tegenwoordige kiesstelsel
dat geen contact tusschen afgevaardigde en zijn
kiezers meer mogelijk maakt. De V. B. heeft nu
een initiatiefvoorstel ingediend beoogende het
herstel van een districtenstelsel maar met be
houd van de evenredige vertegenwoordiging.
Laat ons hopen dat dit voorstel ’t contact weer
zal herstellen.
Spr. wil nu even terugzien op wat in de laat
ste parlementaire periode geschied is. Men weet
dat er bezuinigd moest worden, maar is nu over
al op den Staatsdienst bezuinigd waar dat kon?
Verre van dat. Men leze maar eens de rapporten
der bezuinigingscommissie daarover. De minister
van Waterstaat wist zelfs die commissie twee
maanden buiten de poorten van het gebouw van
het hoofdbestuur der posterijen te houden toen
zij daar eens neuzen wilde. Dat daarin iets te
doen viel blijkt bv. uit het feit, dat voor de
aanvoer van materiaal voor den bouw van het
radiostation te Kootwijk een spoorweg werd
aangelegd voor f 240.000, welke spoorweg nooit
dienst deed want het station was klaar toen
de spoorweg gereed was. Wat nu de eigenlijke
bezuiniging betreft, minister Colijn moest aan
vankelijk een tekort op de begrooting van 1925
dekken van 140 millioen. Toen later de midde
len wat ruimer bleken te vloeien, o. a. vielen
de winsten der Indische cultures mee (alleen
de bewoners van Den Haag trekken in een
normaal jaar 200 millioen gulden uit Indië) enz.,
kon het tekort teruggebracht tot 114 */2 millioen
en dat bedrag heeft minister Colijn gevonden,
maar hoe? Uitstel van de storting van 18l/a
millioen in het invaliditeitsfonds is toch geen
bezuiniging, dat is slechts verschuiving van
lasten, evenals het uitstel van uitvoering van
belangrijke waterstaatswerken, en dan heeft mi
nister Colijn zich vooral ontpopt, inplaats van
als bezuinigingsminister, als belastingminister;
er kwam belasting op tabak, thee, bier, rijwielen
en er kwam de verhooging der invoerrechten,
de tariefwet; het was een eisch van parlemen
tair fatsoen geweest dat men het volk in staat
had gesteld over een verandering in onze han-
delspolitiek een uitspraak te doen. Nederland
heeft een sterk groeiende bevolking, waarvan
het accres in de industrie vooral onderdak zal
moeten vinden, en dat kan alleen als die indus
trie op de wereldmarkt lesrft concurreeren, en
men niet door protectionistische maatregelen het
buitenland uitdaagt tegenmaatregelen te treffen.
De tariefwet is de donkere plek in de econo
mische politiek dezer regeering, dat beseffen
land- en tuinbouw die van export leven, ook ter
dege.
De»groote fout van/de regeering is dat zij
zoolang een zo6 hoogst onbekwaam minister
als de a.-r. heer S. de Vries aan financiën heeft
gehandhaafd. Spr. erkent dat er bezuinigd moest
EA gld. bij varUoa ra
vu Mn wijavtngar.
I DUA M1IUC1W1JO, -vyauiruii VIV K 1 141 UVVU1 14 UW 11. --
I 1922 tot 160 millioen waren gestegen, terwijl V 1 e e r, h. d. s. te Tirns, die betoogde aan de
I onze geheele staatsbegrooting in 1913 197 mil- hand van een artikel in de Haagsche Post dat
lioen bedroeg men zie bv. naar Emmen, dat de belastingontduiking van de hoogste inkomens
reeds 62 lagere scholen heeft! Aan het principe de druk op de lagere nog grooter maakt De-
- -- (jer pacificatie wil spr. niet tornen, maar verzet bater wilde dat de V.B. hier en daar de pogin-
Sneek werden geëxamineerd 6 Candida- (Jjent ge(jaail tegen de vaak illoyale uitvoering gen om openbare scholen, vooral de kleine een-
1 (te ver doorgevoerde splitsing op wensch van mansscholen, dragers van de vrijheidsgedachte
pastoor of doming, geknoei met handteekenin- toch, in stand te houden wat beter steunde. De
gen). De V. B. wilde, zij het met bloedend bater staat sceptisch tegenover de eenzijdige
hart, voor de verhooging van het aantal kinde- ontwapening welke S. D. A. P. en V. D. willen,
len per klas stemmen, mits Ged. St. het rechtmaar heeft ook weinig vertrouwen in ons leger,
i „„iz Uo hnnw van hiizondprp scholen te j wat hij met voorbeelden uit Zeeuwsch Vlaande-
verhinderen. Toen dat niet geaccepteerd werd, ren, waar debater tijdens de mobilisatie diende,
staafde.
Tweede debater was de heer M r. P. C.
A n d r e a e van Sneek die in verband met de
beschikbare tijd alleen zou spreken over de een
zijdige nationale ontwapening. Niet het pro
tocol van Genève maar het Handvest van den
Volkenbond is de wet voor de leden van dien
bond, dat is de werkelijheid. Wij zijn volgens
dat handvest verplicht bij een conflict een vol-
kenbondsmacht in ons land toe te laten, doch
nergens eischt dat handvest dat wijzelf ’n weer
macht moeten hebben. Gesteld Duitschland is de
aanvaller in een strijd tegen Frankrijk en Enge
land, dan zal dat rijk als wij een leger hebben
en wij mee moeten doen natuurlijk trachten de
volkenbondsmacht voor te zijn en direct met
ons afrekenen, geen onzer soldaten zal dan het
leven er af brengen. Zeker Duitschland spaarde
ons de vorige keer doch dat kostte dat rijk de
slag aan de Marne en Moltke zijn generaals-
kraag. Trouwens lessen uit de vorige oorlog zijn
van weinig waarde, want de nieuwe oorlog zal
als hoofdwapen de vliegtuigen en gassen heb
ben, waarbij geen onderscheid tusschen combat
tanten en non-combattanten valt te maken. Heb
ben we geen weermacht dan heeft Duitschland
geen reden bij een conflict zoo moorddadig
tegen ons op te treden.
Over de waarde van onze weermacht citeert
debater het ongunstig oordeel van generaal
Snijders en verklaart hij het eens te zijn met den
heer Vleer.
Wat het bolsjewistische gevaar betreft, de
bater begrijpt spreker niet, als Clemenceau,
Wilson en Lloyd George ook maar een greintje
vrees daarvoor hadden gehad dan hadden zij
het bolwerk tegen Rusland: Duitschland zeker
niet machteloos gemaakt. Onze positie ten slotte
is anders dan die der groote landen, waar bo
vendien de oorlogspsychose nog heerscht.
De heer dr. Bierema veroordeelt belasting
ontduiking doch kon bij zijn beschouwingen
uitteraard alleen rekening hofiden met bestaande
tarieven en vastgestelde inkomens. Belasting
ontduiking is bovendien niet genrakkelijk, is er
maar eenig vermoeden van dan keert de fiscus
immers de bewijslast om. De Vrijheidsbond wil
ook de kleine openbare scholen, toevluchtsoord
voor de geestelijke vrijheid, in stand houden, dat
hier en daar neutrale bijzondere scholen ge
sticht worden is te wijten aan de medestanders
van den heer Vleer zelve, die maar steeds op
komen voor de genivelleerde school. Wat de
defensie betreft, een man als de soc.-dem. Vlie
gen wil deelnemen in het machtsinstrument van
d^n Volkenbond, hoe is de eenzijdige nationale
ontwapening daarmede te rijmen? Spr. ziet
geen groot verschil tusschen handvest en pro
tocol. Of Nederland eventueel oorlogsterrein zal
worden is nog de vraag. Spr. gelooft overigens
niet dat Duitschland door den Belgischen tegen
stand van beteekenis is opgehouden, von Kluck
was steeds bij met zijn marschorder-data. Maar
als wij niet gemobiliseerd hadden, zou Duitsch
land gedwongen geweest zijn ons land te bezet
ten. Onze weermacht had slechts ten doel onze
neutraliteit te handhaven, en zou en zal nooit
zonder bondgenooten tegenover een machtigen
vijand staan. Spr. ziet niet in dat het gassen-
gebruik verschrikkelijker is dan het granaten-
gebruik. Het bekende rapport over de gifgassen1*
is schrikkelijk overdreven en niet samengesteld
door deskundigen met oorlogservaring. Prof, van
en bukte zich om met zijn hand over het
voorhoofd van den zieken man te strijken.
De squire glimlachte kalm en zacht.
„Ik bedoel de „Jacht-Squire”; hij roept
mij,” fluisterde hij. Daarna verzamelde hij
kracht, richtte zich in bed op, en zijn stem
was helder en dringend. „We hebben geen
tijd voor beuzelingen mijn jongen, jij! en ik.
Wij weten wat de Jager, die op den wind
komt aanrijden, ons heeft te vertellen. Luis
ter, Nick! Alison Blake is het meisje, dat
voor jou past. Ze is een meisje naar mijn
eigen hart, en ik ken de vrouwen. Nick,
zij is de vrouw voor jou eene, die ik hier
graag als meesteres zou zien maar het
kan niet zijn, Nick. Jongen, het kan niet!”
Het was voor den jongeling nu alsof hij
in den droom leefde. De oude squire had
in den laatsten tijd, hoeveel hij ook van
Alison Blake hield, den omgang tusschen
deze twee tegengegaan. De jongen had er
zich dikw-ijls over verbaasd, waarom de va
der van Alison, en zijn eigen, die vroeger
als goede buren en vriendschappelijk met
elkaar waren omgegaan, toch zoo koel in
hun groet waren als zij elkaar op het jacht
veld, of op de markt ontmoetten. Hij wist
niet eens dat, voordat de squire gedwongen
was geworden de nuchtere bijzonderheden
van zijn zaken te bezien, het tusschen die
twee besloten was, dat Alison en hij een
huwelijk zouden sluiten.
„Het kan niet?” herhaalde de jonge man,
alsof hij de beteekenis van die woorden ter
nauwernood begreep.
j kregen ook de bouw van bijzondere scholen te
het examen
„Dat is niet de geheele nalatenschap,”' doen
antwoordde de andere kalm. j
De stervende keek hem nieuwsgierig aan.' sterruiten werden geworpen, zich in elkaar
strengelen, en weer uiteen gaan.
„De moeilijkheid is gekomen, Nick. De
tijden zijn veranderd. De armzalige nieuwe
handelsleer weigert over schulden te
lachen. God! in mijn tijd was het voldoende
om te zeggen:-„Ik ben een Oldfield”, en
„loop jelui naar den duivel!” als handelaars
met veel drukte kwamen opeischen wat
hun toekwam. Zij waren er trotsch op de
Oldfields in hun schuld-boeken te hebben
staan.”
De wind floot schriller. Vader en zoon
1 keerden zich tegelijkertijd de een op den
rand van den dood, de ander op den drem
pel van den manlijken leeftijd naar het
raam. Door de dalen van de heide wee
klaagde de wind. Het was alsof hij al de
snikken van de geheele wereld in zijn boe
zem had verzameld, deze wind; alsof de
beekjes en rivieren van alle menschelijke
tranen opzwollen tot één stroom.
„Het is de roep van den ouden „Jager”
Nick,” zei de squire, terwijl zijn oogen
schitterden alspf hij naar een plaats van
samenkomst ging, in de Dene beneden, om
daar het eene of andere meisje te ontmoe
ten. „Bloedverwanten kennen bloedver
wanten,” zegt men, en de „Jager” heeft ons
gadegeslagen, terwijl wij onze hindernis
sen namen. Nick, het is een slechte ge
woonte van de Oldfields om, wat na den
dood komt, te vergeten. Misschien zijn wij
te vol leven, te verlangend om verder te
leven, te jagen, te drinken, en onze kleine
jongens te zien opgroeien tot mannen. Wij
zetten den dood opzij Nick, zonder eenige
twijfel: wij zetten den dood opzij zoo-
stemde de V. B. tegen, die ook voorstelde een
commissie uit alle partijen te vormen om op ba
sis der pacificatie ’n meer bevredigende regeling
te treffen. Minister Colijn steunde dit voorstel,
doch rechts wilde er niet aan. Katholieken en
A.-R. willen de splitsing zelfs op staatskosten
tot in het universitair onderwijs, doorvoeren.
Zouden we dan niet al meer en meer in het
moeras geraken? Het werk der bezuini
ging moet eigenlijk nog beginnen, onze open
bare diensten zijn op veel te grootsche voet
ingericht. De belastingen eischen 30 van het
volksinkomen, dat belemmert de kapitaalvor
ming, waarvan ook de sociaal democraten ten
minste die in de Kamer, de noodzakelijkheid
inzien. Prof, de Bruijn schat dat om opname in
de industrie van een nieuwe arbeider mogelijk
te maken,'f 17.000 nieuw kapitaal noodig is dat
is dus voor de 30.000 arbeiders die er hier te
lande per j. bij komen, 500 millioen per j., de En-
gelsche econoom Keynes rekent voor ons land
zelfs 700 millioen per jaar nieuw kapitaalvor
ming noodig. Thans teeren wij zelfs in, op
straffe van groote werkloosheid in volgende ge
slachten dient hierin verandering te komen.
Spr. staat nu stil bij de defensie. Uit de ge
schriften der Duitsche legeraanvoerders is vast
komen te staan dat onze mobilisatie in 1914
Duitschland de flankdekking bezorgde, waar
voor de Duitsche staf anders zelf zou hebben
gezorgd. Alle Nederlandsche partijen zagen dat
ook zoo en stonden tot voor kort op het stand
punt der nationale verdediging. Nu is de Vol
kenbond gekomen, ’t protocol van Genève voor
gesteld en daardoor is een neutrale houding
in een volgend conflict onmogelijk. De aanval
lende staat wordt staat-misdadiger en de vijand
van alle andere volken. Als men zich nu op dit
standpunt stelt, hoe ter wereld kan men dan
éénzijdig nationaal willen ontwapenen, het is
wel njet verplicht om tegen een eventueelen
staat-misdadiger aan militaire actie mee te doen
maar een moreele verplichting bestaat in dezen
stellig en, wie hulp tegen een eventueel onrecht-
vaardigen aanval van anderen verwacht, moet
beginnen zelf de handen uit de mouw te steken.
Een aantal vooraanstaande Vrijzmnig-democra-
ten denkt er precies zoo over. Mogelijk komt
het protocol er thans niet, 'maar deze dingen
leven in de volkeren en zullen toch groeien. De
V. B. verwerpt dan ook de eenzijdige ontwape
ning, te meer waar het gevaar voor nieuwe con
flicten geenszins denkbeeldig is, de communisten
trachten allerwege te stoken (Estland, Boelga-
rije, China).
De Vrijheidsbond acht de huidige coalitie
politiek, gegrond op de verfoeilijke antithese
uit den booze. Die coalitie heeft bovendien mets
specifieks Christelijks opgeleverd, de heer Colijn
zegt zelf ddt alleen de pacificatie het
resultaat er van was. Feitelijk heeft de coa
litie liberaal geregeerd, alle wetten zijn van
liberalisme doortrokken, het liberalisme dat ge
meengoed geworden is. Maar daarmede is
onze taak niet ten einde, deze is eenerzijds op
te komen voor onze geestelijke vrijheid welke
van rechts bedreigd wordt (bioscoopwet enz.),
anderzijds voor onze economische vrijheid tegen'
socialisatiepogingen enz. van uiterst links. Strij
den wij daarvoor niet met vuur en volharding,
een kwade dag zou ons zien ontwaken tot het
besef dat wij niet meer liberaal geregeerd wor
den (applaus).
- zag de schaduwen van kale tak-
1 ken, die door de heldere maan op de ven-
De jongen scheen eensklaps in jaren en
waardigheid toegenomen.
„U hebt mij den Oldfield-naam nagela
ten, vader, daar ben ik trotsch op.”
Een vurig licht kwam in de mooie, oude
oogen. Stervende, terwijl hij bezorgd was
over de toekomst van den jongen, scheen
de squire zich als het ware te verwarmen
aan de levende asch der traditie. Ja, hij had
per slot van rekening toch iets aan Nick
na te laten. En de jongen begreep de
waarde van zijn erfenis de jongen be
greep het!
„Ik zal gelukkig sterven, Nick. Juist dat
wilde ik van je hooren dat je trotsch
waart op den ouden naam. Maar, jongen,
je moet naar me luisteren. Het is niet ge
makkelijk. Wij, Oldfields, hebben zoo lang
op onze schulden geleefd, en bevonden ons
daar wél bij, zoodat zij voor ons als een
tweede natuur zijn geworden. Maar de
moeilijkheid is gekomen, jongen de
moeilijkheid is gekomen.”
Nick verbaasde er zich over vaag on
der zijn smart door dat zijn vader zoo
helder kon spreken, zoo helder kon den
ken. Nu en dan kwamen er woorden
langzaam, maar voor het grootste deel was
de stem, zooals hij, zich die herinnerde,
diep, levendig, vol vuur, en getint door die
vroolijke, moedige ironie, die het geboorte
recht de.r Oldfields was.
Buiten woei de Jagers-wind flauwer dan
zijn gewoonte was, en de bladeren van den
klimop tikten zacht tegen de ruiten. Nick
die zich naar de buitenlucht keerde, zooals
de heuvelbewoners in tijden van spanning