im
H
ter
Uit onze Raadzaal.
zooü r
Officiéél gedeelte-
annex
200
IJ
R
end,
36.
IGA
421
SNEEKER COURKNTjen WYMBRITSERADEEL
Otfidnl Om» lir Imnti luit 1
Vxïsehgai
I
Nieuwstijdingen.
Bek
4leJAARGARG
s
an
LAS
nichtje van Delila Jameson, de bezitster
1
40
45
210
4.10
7-45
63
2 40
0.95
1.10
70
1.30
75
45
0-95
14
10
14
13
16
16
20
20
20
25
et.
14
22
10
UUriUADi m VBUDAÖBAVOFDU
Uütgsvw» -
Brandenbürgh Co.,
fiSvnax ï'eleftoH Woo 150»
ZATERCAU 2O JUWI 1925
t-
i
9
J1'
ijxu aij »«iuw van
•an vljavingu.
leken
I met
Vviaana voorwaaravn ovvraaugvnotnan
k.riafl.-BMk to C—-
Abonnementjper jaar f 2.50 fr.^ p
post f 3.60.
Advertentiën9; ct.^ p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
IEÜWE SNEEKER COURANT
n
)-
Q
d
1.
ft
11
d
O1J VWUMI Kjg
vms van deun. vu
01) lavana-
ïange ia validiteit
naat da N«li«M»on»
•oVlêtf mi ai|n enne Abanni’v varaakard tegae sugalakken «aar
individu, doch de held van dit verhaal over
wint, tante Delila’s hart wordt verteederd
en John en Martha worden zooals het op
de film hoort, een paar.
De Bioscoop bij de Waag heeft een groot
amusementsprogramma met 2 hoofdnrs.
.lebben.
De heer P u t is bang dat dan ook ander personeel hetzelfde
zal eischen .Spr. wil geen onderscheid en zal tegen het amende-
Liquidatie Spoorwegmij. Z. W. hoek.
Hedenmiddag had ten stadhuize alhier
eene algemeene vergadering plaats van
aandeelhouders der Spoorwegmaatschappij
Zuid-Westhoek, onder voorzitterschap van
den president-commissaris, den heer P. J.
de Hoop, burgemeester van Sneek.
In deze vergadering is tot liquidatie der
maatschappij besloten.
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 18 Juni:
Schooltasch met inhoud, W. Nauta, Wa-
terpoortsgracht 4; rijwielbelastingmerk, P.
Stilma, Lemmerweg 25; pet, I. Kroes, Op-
penhuizerweg 6.
Bioscoopnieuws.
De Amicitia-Bioscoop heeft een zeer bij
zondere Wild Westfilm in zes acten geti
teld Arendsveer, de geschiedenis van John
Trent, die arm en berooid in the far West
aankomt en daar in een autobus kennis
maakt met Martha Jameson, een lief meisje,
nichtje van Delila Jameson, de bezitster van geweldig het land heeft," zoo zeffs dat” hij j schuldigt” John
SPOEDEISCHENDE VERGADERING van den RAAD
der cmc-aK, op Z/17 iztcUAG 20 JUNI 1925,
des namiddags 7’4 uur.
Punten van behandeling:
Punt I. Notulen der vergadering van 9 Juni 1925.
Punt II. Ingekomen stukken.
a. Verzoek van het bestuur der Nederlandsche vereeni-
ging van fabrikanten van timmerwerken om opheffing van
de bepalingen, waardoor firma’s, buiten de gemeente
woonachtig^ van opdrachten worden uitgesloten, of indien
Jt niet mogelijk is, alleen van in de gemeente woonachtige
firma’s prijsopgaaf te vragen. (Dossierno. 1.712.2(1))
b. Verslag, van de N. V. Centrale Ammoniakfabriek over
1924. (Dossierno. II 07.353 5(5)).
Punt lil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1924. (Dos
sierno. X 07.352.11(10); bijl. 58.)
Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot af- en overschrijving op uitgaafposten der gemeente-
jegrooting voor 1924, waartoe bij de begrooting zelve
machtiging is verleend. (Dossierno. X 07.352.11(10),
bijl. 59).
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
buitengewone aflossing van het restant der 6 en 7
leeningen 1920 en tot het aangaan van een nieuwe 5
leening, groot f389.000.(Dossierno. X 07.352.71(13);
bijl. 60).
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK brengen ter openbare kennis,
dat bij hun besluiten van 16 Juni 1925, nos.
4, 8 en 9, vergunning is verleend onder
scheidenlijk aan:
le. P. VROLIJK, bakker, wonende al
daar, voor het oprichten van een bakkerij
op het perceel, kadastraal bekend ge
meente Sneek, sectie B, no. 3630, gelegen
aan de Prins Hendrikkade, aldaar;
2e. de firma KOOY en VISSER, te
Sneek, voor het oprichten van een boek- en
handelsdrukkerij; die zal worden gedreven
door 5 electromotoren met een gezamenlijk
vermogen van 5% P.K., op de perceelen,
kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie
B, nos. 3642 en 3643, staande aan de Ge
dempte Pol no. 30 en de Prins Hendrikkade
no. 21, aldaar;
3e. de firma TONNEMA en Co., te
Sneek, voor het uitbreiden harer bestaande,
tot dusverre door een gasmotor van 10 P.K.
en twee electromotoren van respectievelijk
2 P.K. en 10 P.K. gedreven fabriek voor het
vervaardigen van drops, pepermunt en sui
kerwerken in het gebouw Kleinzand no. 53,
kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie
B, no. 3717, door plaatsing van een electro
motor van 3 P.K. voor het aandrijven van
een nieuw te plaatsen kneedmachine en
steekmachine, een electromotor van 3 P.K.
voor het aandrijven van een goederenlier,
een electromotor van 2 P. K. voor het aan
drijven van een bestaande kneedmachine,
een electromotor van 1 /2 P.K. voor het
aandrijven van een bestaande pepermunt-
machine en een electromotor van 3 P.K.
voor het aandrijven van een bestaande wals
en een bestaande bonbonmachine.
Sneek, 16 Juni 1925.
VERGADERING van den RAAD der ge
meente WYMBRITSERADEEL, op DON
DE RD AG 25 JUNI 1925, des voormiddags
te 10 uur. (N. T.).
Punten van behandeling.
Punt I. Beëediging van den heer Joh.
Rijpma te Westhem als lid van den raad.
Punt II. Notulen raadsvergadering 28 Mei
1925.
Punt III. Ingekomen stukken en mededee
lingen.
Punt IV. Verzoek van het Dagelijksch Be
stuur van den Bond „Heemschut” om een
welstandsbepaling in de Bouw- en Bewo-
ningsverordening op te nemen, met voorstel
van B. en W.
Punt V. Idem van P. Jellema e. a. te An
na buren onder Tirns om bij de dorpsreini-
ging te worden aangesloten, met voorstel
van B. en W.
Punt VI. Idem van ’t Bestuur van „Plaat
selijk Belang” te Oudega om uitdieping ha
venmond Brekken en verplaatsing mestver-
zamelplaats, met voorstel van B. en W.
Punt Vil. Voorstel van B. en W. tot ver
plaatsing van de mestverzamelplaats op
den Nijlanderzijl naar het Morrawieltje.
Punt VIII. Verzoek van het Bestuur der
Vereeniging tot bevordering van Chr. Na
tionaal Schoolonderwijs te Scharnegoutum
om gelden te mogen ontvangen voor der
verbouw zijner school met voorstel van B
en IV.
Punt IX. Idem van 't Bestuur van „Dorps
belangen” te Woudsend om verschillende
verbeteringen aan te brengen met voorstel
van B. .en W.
Punt X. Rapport der PI. Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs inzake der
toestand der schoolgebouwen enz. mei
voorstel van B. en W.
Punt XI. Rapport Commissie onderzoel
Balans, Winst- en Verliesrekening Wo
ningstichting „Wymbritseradeel”, resp. per
31 December 1924 en over 1924.
Punt XII. Onderzoek geloofsbrief nieuv
benoemd lid van den raad, den heer Joh. v
d. Werf te Scharnegoutum.
Punt XIII. Vaststelling lijst oninbare pos
ten.
Punt XIV. Wijziging begrooting, dienst
1925.
r.u van toepassing verklaard.
De heer S ij t e m a zegt dat waar hier gezegd is dat wat vast
gesteld is voor ,de anibtenaarsverorder.ing automatisch geldt
voor het werkliedenreglement, die regel ook in dit geval moet
gelden. De begrippen „tijdelijk” en „op pioef” zijn bij het
ambtenarenreglement vastgesteld en dienen nu hier ook precies
zoo vastgesteld, zoodat nu 11 alleen over de losse arbeiders
kan gaan.
De Voorz.: Art. 4 van het werkliedenreglement, waarin
gezegd wordt op welke groepen dit reglement van toepassing
is, is reeds aangenomen.
De heer Kiezebrink zegt dat als men het voorstel-Sijtema
aanneemt, in het geheele reglement geen sprake is van tijde
lijke werklieden, die toch eigenlijk iets hooger zijn dan losse
arbeiders. Zulke werklieden zouden dan ook niet meer kunnen
aangesteld.
De heer S ij t e m a constateert een afschuwelijke verwarring
over de kwestie wat tijdelijke werklieden en tijdelijke amb
tenaren zijn.
De heer Blok zegt dat als de heer-Sijtema zijn zin kreeg,
de tijdelijke menschen niet langer dan 1 jaar in dienst der ge
meente konden zijn, dat is de consekwentie van het voorstel-
Sijtema.
hu Ko'rnt dit voorstel in stemming.
Voor stemmen de leden Smeding, Sijtema, Breeuwsma, Zui-
derbaan en De Groot; tegen de leden Put, Lampe, Hoekstra,
Potma, Van der Meulen, Blok, Dokkum, Boeijenga en Kieze
brink.
Lnt amendement is dus verworpen met 95 st.
Alsnu wordt gestemd over het geheele reglement.
Voor de leden Boeijenga, Kiezebrink, Put, Lampe, Hoekstra,
Potma, Van der Meulen, Blok en Dokkum; tegen de leden
Sijtema, Breeuwsma, Zuiderbaan, De Groot en Smeding.
Aangenomen met 95 st.
Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de verordening regelende de inrichting
der politie. (Dossierno. V 07(1); bijl. no. 39).
B. en W. adviseeren:
Onder verwijzing naar ons voorstel tot gewijzigde
nieuwe vaststelling van de Ambtenaarsverordening, waar
van verschillende punten ook de agenten van politie
raken, brengen wij nog bij U ter taiel een voorstel tot
wijziging van de verordening regelende de inrichting der
pontie en wel inzonderheid rakende de artikelen 9 en 10,
regelende de belooning voor overwerk. Het komt ons nl.
voor, dat de in die artikelen genoemde bedragen aan den
hoogen kant zijn, te meer als in aanmerking wordt geno
men, dat in de bezoldiging der agenten reeds voor een
deel is verrekend de kans op het moeten verrichten van
eenigszins onregelmatigen dienst.
Wij hebben dit, ons inzicht tot uiting gebracht in een
wijziging der genoemde artikelen, waarvan wij U hierbij
de vaststelling in overweging geven:
Wij stellen U voor liet volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 24 April 1925 no. V 07(1);
BESLUIT:
I. de verordening, regelende de inrichting der politie te
wijzigen in dien zin, dat:
le. artikel 9, 1ste lid, luidt als volgt:
„Voor het verrichten van overwerk, hun door den Com-
i missaris van politie opgedragen, wordt door de agenten
van politie een belooning genoten,
a. op den dag per uur f 0.75;
b. des-nachts per uur t 1.
c. op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feest
dagen per uur f 1.50”;
2e. artikel 10 luidt als volgt:
„Bij intrekking van vrije uren, dagen, Zondagen of
nachten, welke niet kunnen worden ingehaald of terug
gegeven, wordt een vergoeding toegekend:
a. voor vrije uren, als geregeld in artikel 9, 1ste lid;
b. voor vrije Zondagen of nachten van f 6.50;
c. voor vrije dagen van f 5.
II. te bepalen dat deze wijziging in werking zal treden
op den dag harer vaststelling.
De heer De Groot zegt dat toen in 1920 deze regeling
werd voorgesteld, men hetzelfde vermenigvuldigingscijfer om
tot het overurenpercentage te komen gebruikte als bij de
werklieden. Deze wijziging brengt echter de vergoeding voor
dit noodzakelijk kwaad beneden de waardeering van de gewone
diensten, de rustdag wordt gewaardeerd beneden de gewone
dag. Dat acht spr. niet billijk, men dient een hoogere belooning
te geven. Wat eens billijk werd geacht, dient gehandhaafd.
Een beknibbeling met dubbeltjes en kwartjes mag niet den
doorslag geven. Overwerk wordt bijna uitsluitend verricht
tijdens de kermisweek, het gaat dus om een zeer miniem voor
deel voor de gemeente. Spr. kan zich met het voorstel van
B. en W. niet vereenigen en stelt voor de oude regeling te
handhaven.
Ook de heer Put acht deze regeling niet billijk en wil de
oude regeling gehandhaafd zien.
De heer Dokkum meent dat destijds niet op den voor
grond stond een billijke overwerkregeling te treffen, maar.men
wilde de vergoeding juist zoo hoog mogelijk opschroeven als
de sterkste rem tegen het overwerk maken. En die rem moet
niet noodig zijn, men moet vertrouwen op de leiding dat deze
het noodzakelijk kwaad zal beperken tot het allerminiemste.
Waar nu de vergoeding op zich zelf hoog lijkt, kan spr. mee
gaan met het voorstel van B. en W.
De heer Boeijenga vraagt of het aantal diensturen onver
anderd 48 is.
De Voorz.: Op het oogenblik wel. Er is wel eens een plan
voor 10 uur gemaakt, maar dat is niet aangenomen. B. en W.
achtten de overwerkvergoeding wel wat hoog, daarom dit voor
stel tot verlaging.
De heer S ij t e m a zegt dat uit de stukken gebleken is, dat
dé commissaris van meening is dat hij op grond der bepaling
dat /2 uur extra dienst niet voor overwerk gerekend wordt,
hij 3 'uur langer dienst kan geven zonder betaling en dus zoo
de 51 urenweek binnen kan halen.
De Voprz.: Deze bepaling is destijds ook besproken, doch
dat is de bedoeling niet. Men moet hier weten te geven en
te nemen.
Het voorstel-De Groot om de oude regeling te handhaven
wordt gesteund door den heer Put en komt in stemming.
Voor de leden Van der Meulen, Smeding, Boeijenga, Sijtema,
Breeuwsma, Zuiderbaan, De Groot, en Put; tegen de leden
Potma, Blok, Dokkum, Kiezebrink, Lampe en Hoekstra.
Met 86 st. is de oude regeling dus gehandhaafd.
|pa. oij «•«na
•3 van aan viu^ea
----T
ment stemmen.
De heer S ij t e m a heeft de verdediging in eerste instantie
overgelaten aan den heer Breeuwsma, die lid der commissie
voor de bedrijven is, doch spr. wil nu nog wel een opmerking
maken. Spr. meent dat juist het zwaar vermoeiende en meel
sloopende van dezen arbeid het hooger loon motiveert. De
menschen moeten een vrije dag per week hebben en zooveel
mogelijk een Zondag. Maar dat^zooveel mogelijk” is wel zeer
ingeperkt; ze hebben slechts 12 vrije Zondagen per jaar; ze
verkeeren dus in een zeer ongunstige positie, daar de meeste
arbeiders liever een vrije Zondag dan een andere vrije dag
hebben. Spr. gelooft niet dat de andere arbeiders hetzelfde
en vragen, tenminste niet de modern georganiseerde, daar
et hier eep verzoek van de moderne vakorganisatie zelve
oetreft. Spr. beveelt het amendement aan.
De heer Lampe zegt dat het juist is dat in de commissie
voor de bedrijven de meerderheid was voor 14 dagen vacantie;
met name omdat deze arbeiders geen vrij hebben op de erkende
Chr. feestdagen, en toen de bedrijfsleiding geen bezwaren
maakte. Men zag het als eenige compensatie. En waar men
juist op grond van de derving van deze vrije dagen een com
pensatie wil geven, kunnen andere arbeiders, welke die dagen
niet derven, zich hierop niet beroepen.
De Voorz. zegt dat B. en W. èn het argument van den
heer Put èn het feit dat deze menschen een kortere werktijd
hebben (4 ploegenstelsel) èn de hoogere loonen in aanmerking
hebben genomen. De brugwachters en politieagenten hebben
Zondags ook wel dienst. B. en W. willen geen onderscheid.
Alsnu komt in stemming het voorstel-Sijtema.
VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK, op
MAANDAG 15 JUNI 1925, ’s avonds 7(4 uur.
(Vervolg.)
Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
ot gewijzigde nieuwe vaststelling van het Wërklieden-
eglement. (Bijl. 38; dossierno. X 08.17(1)).
De behandeling van dit voorstel wordt voortgezet bij
irtikel 31.
Bij art. 31 handelend over de opname van werklieden in
riekeninrichtingen, heeft de heer S ij t e m a een amendement
mgediend met dezelfde strekking als bij de ambtenaarsveror-
lening. Daar dit amendement bij de ambtenaarsverordening is
aangenomen, stelt de Voorz. voor dit nu ook in dit reglement
jp te nemen.
De heer Hoekstra vraagt stemming.
De heer Blok meende dat stilzwijgend was aangenomen,
dat wat bij de ambtenaarsverordening aangenomen was, ook
jelden zou voor het werkliedenreglement.
De heer Dokkum meent dat ook.
Het voorstel-H o e k s t r a vindt geen steun, waarop de
J o o r z. voorstelt alle bij amendement aangebrachte wijzigin
gen in de ambtenaarsverordening ook over te nemen in dit
eglement.
Hiertoe wordt z. h. s. besloten.
Bij art. 36 regelende de vacantie stelt de heer S ij t e m a een
imendement voor beoogende arbeiders in continubedrijven 14
lagen vacantie te verschaffen. In het artikel wordt 12 dagen
/oor alle categorieën voorgesteld.
De heer Breeuwsma zegt, dat waar de vacantietijd 12
lagen is voor alle arbeiders, deze arbeiders, die niet elke
londag vrij hebben, wel wat in het gedrang komen. Op de
irkende Chr. feestdagen hebben zij ook geen vrijaf; zij hebben
n vergelijking met hét andere personeel der gemeente feitelijk
naar 6 dagen vacantie. Men wist dat natuurlijk toen men in
iienst trad, doch bij de vacantieregeling dient met deze moei-
ijkheid rekening gehouden. In de commissie voor de bedrijven
/oelden allen, met uitzondering var. den wethouder, er wel
/oor, ook de directeur voerde geen bedrijfsbezwaren aan.
De heer Blok zegt dat nu de heer Kiezebrink er niet is,
:pr. toch even wenscht te zeggen dat het bedrijf door 14 dagen
/acantie of zelfs door verdubbeling van de vacantie wel geen
rezwaren zal ondervinden, maar iets anders is of de directeur
voor is 14 dagen te geven en dat betwijfelt spr. Er is ook
;enige compensatie voor de continu-arbeiders nl. in het loon;
:pr. gelooft dan ook dat er geen reden bestaat van de voor-
jestelde bepaling af te wijken.
De heer Breeuwsma zegt dat het juist is dat de direc
teur zich niet voor dit voorstel uitsprak; hij liet er zich niet
/ver uit omdat zijn oordeel niet gevraagd was, dus kunnen
ve de opinie van den directeur er buiten laten. Bij de oude
egeling hadden deze menschen de 6-urendag; door de invoering
/an de 48-urenweek werd echter hun dienst 144 uur in 3 weken,
.■en belangrijke verslechtering en als men dan in aanmerking
leemt, dat zij de erkende Chr. feestdagen ook dienst moeten
loen, mogen ze wel eenige tegemoetkoming inzake de vacantie
werkgever. De bepalingen kunnen dan toegepast zooals de
beste particuliere werkgever het doet; waar nooit eigenbelang
bij de gemeente voorzit zal hier nimmer een werkman een
beroep behoeven te doen op den kantonrechter. En van de
losse arbeiders geldt hetzelfde. Waarom niet eenig vertrouwen
gestéld in de ambtenaren die de regeling uitvoeren en de com
missies van bijstand? Deze artikelen van dit reglement zijn
overbodig geworden, nu het B. W. de zaak regelt.
(De heer Kiezebrink komt ter vergadering.)
De heer Sijtema: Zijn tijdelijke ambtenaren iets,anders
dan tijdelijke arbeiders? In de ambtenaarsverordening hebben
we nu vaste, tijdelijke en ambtenaren op proef; spr. meent dat
nu ook dit karakter overgebracht dient in het werkliedenregle
ment, dat is immers aangenomen? We kunnen hier nu alleen
nog spreken over de losse arbeiders.
De Voorz.: De bedoelde artikelen van het B. W. zijn eerst
na dit reglement tot stand gekomen, en daarom zijn ze hier
- iiit «w ■- aitii erLorawnreaKxataiit-iwi wimr«ui.»iaunjTiirTwiraajaxgMvrryji jcarMc-jtor
de grootste ranch uit de buurt en om haar John een ongeluk laat krijgen dat echterlaatstgenoemde wordt afgeranseld en
eigenschappen Arendswijfje genoemd vrij goed afloopt. John heeft natuurlijk een Martha wordt de deur gewezen. De Chi-
waaraan Martha haar bijnaam Arendsveer i oogje op Arendsveer, maar er ontstaat eenneesche kok brengt echter uitredding en
ontleent. John komt op deze ranch in dienstmisverstand tusschen deze gelieven, en j verraadt dat Carey zelf de diefstal pleegde,
en wint daar de genegenheid van tante tante Delila is bovendien woedend omdat Door een dichte sneeuwstorm zien we dan
Delila, waaraan de bedrijfsleider Jeff Carey J hij Martha boven haar verkiest. Carey be- John Martha gaan zoeken, beiden vallen
J i dan nog van diefstal en dan nog even in handen van een berucht
Voor de leden Sijtema, Breeuwsma, Zuiderbaan, De Groot,
Lampe, Van der Meulen en Smeding; tegen de leden Put, Hoek
stra, Potma, Blok, Dokkum en Boeijenga.
Dit amendement is dus aangenomen met 76 st
Bij hetzeade artikel stelt de heer Boeijenga voor dat
wanneer de dienst het toelaat den werkman de vacantie onaf
gebroken wordt gegeven wanneer hij dit wenscht.
De Voorz. gelooft dat de redactie van het artikel geen
bezwaar oplevert tegen een dergelijk verleenen van de vacantie.
Er wordt ieneiijk aan de wenschen van den heer Boeijenga vol
daan. We hebben wel gehoord dat de chefs liever hadden dat
men de vacantie in eens nam dan in gedeelten.
De heer Boeijenga zegt dat bij een der organisaties twijfel
bestond of dit mogelijk was, maar na deze toezegging van
B. en W. kan spr. zich wel met dit artikel vereenigen. Spr,
trekt zijn amendement in.
Het artikel wordt alsnu z. h. s. aangenomen.
Bij art. 41) (bestraffing) wordt z. h. s. ingelascht de bepaling
mzake het misbruik maken van Gods naam en onzedelijk gedrag,
welke op voorstel van de hh. Dokkum en Boeijenga ook is
aangenomen voor de ambtenaarsverordening.
Bij art. 59a vestigt de heer Lampe de aandacht op het
wachtgeld voor bijbetrekkingen. Als temand bv. een volle ge-
meentebetrekking heeft kan het voorkomen, dat hij ook een
bijbetrekking in dienst der gemeente waarneemt, en hij, als die
opgeheven wordt, daarvoor wachtgeld geniet Spr. vraagt zich
nu af of het wel goed is het geval dat mén dan voor de bij
betrekking geen wachtgeld geniet tot een salarieering van f3ÜU
te beperken, zooals dit artikel beoogt, het kan best zijn dat
er bijbetrekkingen zijn of komen met f350 of meer salaris,
waarvoor dan wel wachtgeld genoten zou worden. Spr. wil het
bedrag schrappen of bepalen dat nimmer wachtgeld voor bij-
oetrekkingen wordt verleend aan hen die een hoofdbetrekking
in dienst der gemeente hebben. Dit is de zaak welke spr. ook
bij de ambtenaarsverordening ter sprake had willen brengen,
loen was hij te iaat, maar de Voorz. heeft spr. toen gevraagd
of hij er misschien bij het werkliedenreglement op terug kon
komen, dat doet hij nu. -»
De Voorz. zegt dat hier toch een bedrag zal moeten
worden genoemd. Dit is bovendien reeds in de ambtenaarsveror
dening vastgelegd.
De heer Lampe zou dan een nieuw lid willen toevoegen,
dat luidt: „Ook wordt geen wachtgeld voor bijbetrekkingen
toegekend aan hen, die hun hoofdbetrekking bij de gemeente
vervullen.”
De heer Blok meent ook dat waar de ambtenaarsverordening
reeds aangenomen is, hetzelfde ook voor het werkliedenregle
ment moet gelden, al erkent spr. dat hierdoor de kleine bijbe
trekkingen wel gedrukt worden, de hoogere niet.
De heer Dokkum voelt alles voor de voorgestelde wijzi
ging, doch heeft alleen het bezwaar dat de gewraakte bepaling
reeds opgenomen is in de ambtenaarsverordening.
De heer Lampe zegt dat het wenschelijk zou zijn deze
bepaling ook nog voor de ambtenaarsverordening te doen gel
den; hij wilde hierover de vorige maal spreken, doch was te
laat en dry Voorz. verleende spr. het woord niet meer, doch
wees er enkel op dat er misschien gelegenheid was bij het
werkliedenreglement hierop terug te komen. Als het niet moge
lijk is deze bepaling ook over te nemen in de ambtenaarsver
ordening, ziet spr. af van een voorstel voor het werklieden
reglement, waarin bijbetrekkingen wel steeds beneden f300
loon zullen blijven.
De Voorz.: De ambtenaarsverordening is vastgesteld en
men kan m. i. daaraan nu niet meer beginnen; spr. gelooft dat
men met dit artikel wel ih zee kan gaan.
De heer Lampe: Voor het werkliedenreglement wel, maar
bijbetrekkingen met meer dan f300 salaris zijn voor de amb
tenaren heel wel denkbaar. Spr. trekt echter nu zijn amende
ment in.
11 beoogt voor tijdelijke en losse arbeiders, inplaats van
dit reglement een arbeidsovereenkomst te doen gelden. De heer
Sijtema stelt voor niet hiertoe over te gaan.
De heer S ij t e m a zegt dat dit amendement behandeld is
bij de ambtenaarsverordening en dus vallen nu tijdelijke en
werklieden op proef vallen onder het reglement en dus gelden
nu deze bepalingen alleen voor losse» arbeiders, met wie nu
teen arbeidscontract afgesloten zou worden. Spr. stelt nu voor
ook voor de losse arbeiders de oude artikelen te handhaven.
De heer Blok zegt dat bij het werkliedenreglement men
met geheel andere categorieën te stellen heeft dan bij de amb
tenaarsverordening. Bij de gemeentewerklieden zijn bv. men
schen, die jaren in tijdelijke dienst zijn, die niet vast kunnen
worden. Men moet met hen toch een arbeidsovereenkomst aan
gaan, evenals voor de losse arbeiders.
De heer Breeuwsma zegt dat deze 11 de grootste
verslechtering inhoudt van het geheele reglement. Onder het
oude reglement was de regeling dat een zeker percentage zie
kengeld uitgekeerd werd naar verhouding van den tijd dat
de menschen werkzaam geweest waren bij de gemeente. Voor
de menschen die lang tijdelijk in dienst zijn, was deze bepaling
van 11 prachtig, omdat zij ziekengeld kregen naarmate zij
langer de gemeente gediend hadden. Als ’t nieuwe art ingevoerd
wordt heeft hij echter voor een groot deel zijne aanspraken
verloren; volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek
toch kan men met slechts een uitkeering voor korten tijd toe
en zou zoo iemand eventueel nog voor den kantonrechter
zijn rechten moeten trachten te handhaven. Een particulier
patroon kan dan handelen zoo hij wil, maar spr. meent dat de
gemeente zoo niet moet doen. Ook voor de gemeente is het
beter dat de regeling omschreven is. Daarom moet men de
oude bepalingen handhaven.
De heer Blok zegt dat het voor de hand ligt dat voor de
gemeente ook het B. W. moet gelden als ze tijdelijk personeel
néémt, de gemeente is dan niet anders dan een particuliere
glO. UagavM ma |C|| gia. Bl) «arUMi vaa -7Ë
Ü|d«n binnen 30 d. IvV Nu hand, want o«o iv