A,
W. Zeijl A Zoom’s Bank
berichten hiermede dat haar
Bekendmaking.
I
ki
M155BLANCHE
De resiauratie van de Ned. Hervormde Herd
THANS
Namens de gezamenlijke Café
houders aan de VEEMARKT
n
F
De Latijnsche School te Sneek.
he
HHitlnl Omni O"'11" 1,1,11
Vmehjjat
200
als
Im
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
VRAAGT
1
KRACHT
nnnsx SNEEKER COURANT «n WYMBRITSERADEEL
Tijdens de YEE-TEMTOONSTELLINGS-UREN
worden bij de gezamenlijke Café-houders
aan de Veemarkt geen bezoekers toegelaten
zonder een geldig entrée-öewijs. Na het sluiten
der tentoonstelling zijn onze zaken
gewoon geopend.
Eerste Bied
J
tevergeefs zoekt naar die eenheid, die bewaren de herinnering aan vroegere branden.
ECONOMÏE
BBH
ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1999
4I«JAAR6AR6
Ro. 98
!0,
1
I
KANTOOR
WOENSDAG 9 SEPT, en
DONDERDAG 10 Sept.as.
’s morgens na 10 uur voor
het publiek GESLOTEN zal
zijn.
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden tnededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
DIMVDAGB VRIJDAGRAVOJnM
Uttgsrws
Brandenburgjh Co.,
r
I
Viluana worvurdin oveiMngeKou>«u 7(10(1
4ia^iwwa.aaali «a Vahladawi «tin •ataakafd t*a«n angclakkac AUW
0
SSHB
BOBË
jzij
I
5.
F
n
voorgangers niet immer ontzien, en rampen als
j de witkalk en bleken te bestaan uit zandsteen,
welke, al weer op advies van Monumentenzorg,
zijn v natuurlijke kleur zal blijven behouden,
bruine vlekken hier en daar op deze pilaren
bolen in zandsteen
gouden letters.
glCL ingaval nu» ivu-
Üid«n Mnnoa 80 d
ij
- i
iieuwe mm oomst
Men kan niet allee onthouden,
maar geen rocker is er die de
spreuk vergeet
Geef MIJ maar
van de verflaag waaronder het verborgen zat,
is ontdaan en de natuurlijke kleur er aan terug
gegeven, terwijl de banken enz., welke van
andere houtsoort waren, in eikenhout kleur zijn
geverfd. Zoo is de fraaie eikenhouten preekstoel
van 1626 dateerend, ontdaan van de laklaag, de
eikenhouten kerkvoogdenbanken bij het Wester-
koor en de deuren aan die zijde eveneens en ze
hebben nu dat voorname karakter waartoe
ook het mooie snijwerk bijdraagt dat eens
zoovele banken in deze kerk bezaten, die helaas
vroeger voor een appel en een ei zijn verkocht.
Hier bij de kerkvoogdenbanken is ook de bank
waarin in het vervolg hardhoorenden de preek
M ilTT»-J •O'aB^MMMnaMrMnc*
steen vindt men aan beide zijden een paar oude
avondmaalskannen en in de voorlijst is het Snee-
ker wapen gesneden. De zware oude eiken bal
ken, het breukglas dat opnieuw in de ruitjes is
aangebracht en de oude steen, hier en daar voor
herstel noodig, en welke uit een oud pand te
Utrecht werden verkregen, toonen al de zorg,
welke hier is besteed om het karakter van het
gebouwtje te behouden. Gashaarden zorgen
voor verwarming, de verlichting is electrisch.
Van de consistoriekamer komt men in de
catechisantenkamer, welke ook al vernieuwd is.
In Mei 1924 trad duidelijk aan het licht het
euvel waaraan het kerkgebouw zelve leed: het
verzakte. Reeds 20 jaar lang was met water
passen aangetoond dat de pilaren onregelmatig
zakten wellicht door de daling van de stand
van het grondwater maar thans begonnen
zich zoodanige scheuren in de boogwerken te
vertoonen, dat kerkvoogden de tijd gekomen
achtten voor een diepgaand onderzoek. Hoewel
op rijkssteun in dezen wel niet te rekenen t iel,
daar geen kunstwaarde aan dit gebouw werd
toegekend, werd Monumentenzorg in de zaak
gekend en dit lichaam adviseerde tot sluiting van
’t gebouw, met het oog op de veiligheid. Toen
moest de omvang van
steld, welke zich bleek te moeten uitstrekken
over het opnieuw fundeeren der pilaren, gedu
rende welk werk deze kolommen dus van den
druk van het geheele bovenwerk der kerk moes
ten worden ontlast, waarvoor de heer De Jong
voor een doeltreffende en zeer omvangrijke stuf
fing had te zorgen. Met zijn bestek vereenigde
zich zoowel Monumentenzorg als de architect
der Synode de heer H. A. Kramer en de gewel
dige arbeid kon aanvangen. Geweldig, zeker
ook wat de sommen betreft welke met deze
restauratie gemoeid waren en welke op een
Hadden wij enkele weken geleden hier het
relaas te geven van de restauratie van het huis,
waar bij uitstek de materieele belangen van
onze bevolking behartigd worden: ons stadhuis,
ditmaal hebben wij het een en ander mee te
deelen van het herstel van het gebouw, waar
heen een groot deel onzer stadgenooten ter be
vrediging hunner religieuse verlangens optrekt en
geslachten lang is opgetrokken, onze St. Maar
tenskerk. Haar naam duidt er reeds op dat
kerkelijke stormen over haar hoofd moeten zijn
gegaan en haar uiterlijk getuigt hoe, nis bij het
raadhuis, ook voor dit gebouw ons voorgeslacht
niet immer die piëteit heeft gehad, welke men
bij uitstek mocht verwachten voor een gebouw,
waarin de mensch voor zijn heiligste behoeften
bevrediging zoekt, en welks bestemming sterren
der bouwkunst van alle tijden elders ook in den
uiterlijken vorm zoo schoon hebben weten uit
te drukken. Ook deze kerk heeft eenmaal een
ook naar haar uiterlijk waardige plaats in de
rij der Godshuizen ingenomen, maar de opeen
volgende geslachten hebben het werk van hun
zorg dat de kunstwaarde
erkende en een advies gaf tot herstel, wat ten 1 ingenieur van het prov. electnciteitsbedrijf. Vrij
De Latijnsche School.
glfi. Dij ivveiui
tanga tnwaltditatt
'J’fwnK TffiMWr- Ww. 150..
dat ze de achterzijde van het orgel maskeeren.
Dit Oosterkoor zal in het vervolg voor trouw
plechtigheden enz. kunnen worden gebruikt, er
zijn o. a. stoelen geplaatst, de beide orgels der
zangverenigingen staan er.
Het poortje, van 1652 dateerend, de eigenlijke
toegang van uit de Kerkstraat, waarvoor later
de nu in die straat vooruitstekende voorbouw is
aangebracht, bleek, ontdaan van zijn verflaag,
al weer iets heel moois te zijn met z’n uitvoering
in baksteen, de er boven aangebrachte sym
bolen in zandsteen en de Latijnsche spreuk in
vckmoout
van de Friesche gereformeerde kerk, die goed
en bloed voor de reformatie over had, vertrou
wensman van de Friesche adel, raadsman bij
de stichting van de Franeker hoogeschool; 3o.
Karei Roorda, de groote Friesche nationalist, die
meedeed aan het „Verbond der edelen”, balling
om den geloove, onderhandelaar, met prins Wil
lem om Friesland te verlossen, vriend van Wil
lem Lodewijk, later diens voornaamste tegen
stander.
De opvolger van rector Rode was Hendrik
Geldorp (1546), die vooral naam kreeg door
zijn ijveren voor de denkbeelden der reformatie.
Hij schreef een venijnig scherp boekje tegen den
groot inquisiteur Rpurd Tapper van Enkhuizen,
die hem veel last veroorzaakte. Wie meer van
hem wil weteh moet de dissertatie maar eens
lezen, welke Dr. J. H. de Muinck Keizer te IJs-
brechtum in 1893 aan hem wijdde.
Een heel ander man uit die tijd, maar ook
Sneejrer en leerling der Latijnsche school was
Pieter Frittema aan wiens familienaam de
Frittemahoven hun naam ontleenen. Hij stond
met hart en ziel aan Spaansche zijde als. raads
heer in ’t Hof van Friesland en hiet Caspar de
Robles stelde hij in 1572 alles in het werk om
Sneek voor den Spaanschen koning te behouden.
Uit de 16e eeuw moeten wij ook nog noemen
een conrector, die uit Vlaanderen kwam en tot
zinspreuk had „Labor mihi quies (het werk is
mij rust). Zijn naam is Wilhelmus Baudartius.
Hij was in huis bij de edellieden Syts Botnia,
grietman van Wymbritseradeel en Laes Jongama
van Wommels, waar hij kost en inwoning had
voor de lessen, welke hij hun zonen gaf (1589).
Hij behoort met Bor, van Reyd en Brandt tot
de beste Nederlandsche geschiedschrijvers. Zijn
boeken „Memoryen ofte cort verhael van de
Gedenckweerdichste Geschiedenissen” en „Cort
verhael van de Translatie onses Nederlantschen
Bijbels” verdienen nog gelezen te worden.
Voor de 17e eeuw komen in aanmerking drie
geleerden, wier wieg ook in Sneek stond, lo.
Petrus Mol, rector van zijn geboortestad in 1647,
later professor in het Grieksch aan de Friesche
academie. Zijn grafsteen is kort geleden bij de
restauratie; van de kerk weer aan het licht ge
komen en het rouwbord is in de kosterij; 2o.
David Flud van Giffen, hofprediker van de Frie
sche Nassau’s, die dienst deed bij trouwen en
sterven in de hooge familie te Leeuwarden of
in Oranjewoud; 3e. de groote Calvinistische
dogmaticus Johannes a Marek, wiens vader rec
tor te Sneek was. De zoon had groote talenten,
zoodat hij op z’n 20e jaar al benoemd werd tot
hoogleeraar in de godgeleerdheid te Franeker.
Geen handboek der dogmatiek hebben de Ne
derlandsche theologen zooveel gebruikt als zijn
„Christianae Theologiae Medulla (d. i. het merg
der Christel. Godgeleerdheid). De hoogleeraar
De Moor gaf er 70 jaar later nog een commen
taar op in zes deelen (176171).
Voor de 18e eeuw schrijf ik uit een oud hand
schrift: Ao. 1701 werd rector Joh. Doitsma, ook
„jounpreker” te Sneek, anno 1708 werd zijn
broeder Valentinus Doitsma rector, in 1721 Si-
brand Wiarda, in 1757 Ant. de Rooij, die 1 Juni
1758 zijn inaugureele rede hield in de kleine
kerk.
Voor de 19e eeuw wil ik iemand noemen,
wiens naam klank heeft in de geschiedenis van
Friesland, nl. die van rector Hendrik Amers-
foordt, die in 1818 zijn werk aan de school be
gon en haar na het verval van de Fransche
tijd, weer deed opbloeien. Vol lof was men over
zijn degelijk, maar tevens opgewekt onderwijs.
Als ér promotie was en hij de rede hield, stond
men versteld over zijn kennis, bv. als hij sprak
over de rectoren die van af den aanvang tot
het heden aan het hoofd der school hadden ge
staan. Hij opperde ook het plan tot het oprich
ten van het Friesch Genootschap. Met ds. H.
W. C. A. Visser van ijsbrechtum gaf hij uit het
Archief voor Vaderl. en Friesche geschiedenis
enz. (1824-28). Ook gaf hij zich veel moeite
voor de uitgave van, de geschriften van Jancko
Douwama (1849).
Maar genoegl Wij zullen de lezers niet meer
lastig vallen met namen. Toen door de nieöwe
wetten de Latijnsche scholen als met een bezem
werden weggeveegd, bleef de Sneeker school in
stand en rees als een phenix uit de asch in den
vorm van een gymnasium. In die vorm heeft
het nu al een 50 jaar de grootste diensten be
wezen aan Sneek en de Friesche Zuidwesthoek.
Wij zouden ons Sneek en omstreken niet zonder
een gymnasium kunnen denken. Moge deze
school groeien en bloeien in lengte van dagen.
Dr G. A. WUMKES.
It giet. MJ «arU«-
•v van mb viuca
In „It HeitelAn” van deze week schrijft dr.
Wumkes een artikel over de Latijnsche School
te Sneek, dat wij hier laten volgen.
Hoewel Sneek steeds vóór alles handelsstad
was, had deze plaats in het verleden even goed
als Leeuwarden, Franeker en Bolsward zijn fak
keldragers op het gebied van wetenschap en
kunst, voor kerk en onderwijs. Een brand
punt van geestelijke cultuur was er de Latijn
sche school, die ongeveer op dezelfde plaats
stónd, waar nu het gymnasium is, op het kerk
hof tegen het bolwerk. Daar hebben heel wat
knappe koppen uitgeblonken door hun gaven, en
uit alle hoeken van Friesland kwamen daar de
jongelui om onderricht te ontvangen in de hu
maniora. Jammer genoeg moet het feest over
gaan dat de school dezer dagen zou houden,
omdat de rector Dr. Johan Willem van Rooijen
op 16 Augs. jl. in de kracht van zijn leven is
overleden. Hij zou anders in zijn rede de ge
schiedenis van zijn school ons voor oogen
hebben gebracht. Het stemt weemoedig dat dit
leven zoo haastig werd afgesneden.
Wat hij nu niet meer kan doen, willen wij
nu hier heel in het kort doen, nl. als in een film
enkele van de voornaamste figurën dezer school
aan het oog laten voorbijgaan.
Het is wel een eerwaardige groep, welke daar
tusschen die oude muren heeft les gegeven. In
een der bovenkamers was de „librye”, waar een
zestig of zeventig zeldzame Latijnsche, Griek-
sche en Hebreeuwsche folianten met kettingen
aan de leesbanken waren geklonken, waar de
leerlingen ze konden ge.bruiken. Later zijn die
boeken naar het stadhuis gebracht (1757),
maar waar pe toen gebleven zijn ligt in het
duister. De discipelen van de rectorschool
plachten voor 1704 met een mantel over de
schouders naar de les te gaan.
i Een der eerste rectoren was Alvinius, om
streeks 1400, de man die zich verdienstelijk ge-
I maakt heeft voor de Friesche saga, de dichter
1 van „Thet Friiske Riim”. Het Friesch Genoot-
•-
Onze St. Maartenskerk moge dan uitwendig,
door haar mengsel van stiilen, eeji zekere onrust
niet vreemd blijven, door deze in alle opzichten
geslaagde restauratie is in dit kerkgebouw een
interieur geschapen, weliswaar no| steeds een
voudig, maar* van een weldadig aandoende,
voorname rust en zijn kerkvoogden die
voor de materieele belangen der gemeente wa-
1 ken er in geslaagd hier eet?”sfeer te schep-
i pen uitnemend passend bij het hoogere doel van
dit gebouw, waar geslachten hun zielerust
j hebben gezocht, naar wij hopen hebben ge-
I vonden en nog zullen vinden. Hoe vele predikers
de restauratie yastge-hebben van de kansel in deze aloude kerk hun
j kudden toegesproken, er het Eeuwige gediend;
~:j en hun gehoor zijn reeds lang vergaan, maar
het gebouw staat nog, staat thans steviger dan
ooit, in den vervolge ook getuigend van de
doortastendheid van dit college van kerkvoog- j
den en de offervaardigheid van de tegenwoor-
dige gemeenteleden. ,o__
schap heeft dit werk in 1852 uitgegeven (editie
i Epkema). Een jaar daarna kwam het Tractatus
Men meldt ons nog: ->-x u.x u:--
_Te beginnen Zondag 13 Sept. 1925 zullen de' zeer nauw samenhangt. Uit beide
spreekt een sterk Friesch nationalisme.
Een eeuw later bloeide de school onder rec
tor Johannes Rodius en magister Gerardus
1525). Zij hadden drie leerlingen, die alle man
nen van beteekenis zouden worden: lo. Joachim
Hopper, boezemvriend van Viglius van Aytta,
stichter van de hoogeschool te Douay en
later gezant van koning Filips 11 te Madrid;
2o. Jelle Hotzes (Gellius Snecanus), kerkvader
met behulp van een telefoon er zijn een zes
tal van die toestellen kunnen volgen.
Een groote verbetering is in het Noorderkoor
aangebracht, waar thans een tweede trap toe
gang geeft naar de Noordergalerij, wat in het
vervolg het hinderlijke gedrang daar bij het
verlaten der kerk zal voorkomen.
Het orgel is zoowel wat de techniek als het
uiterlijk betreft, ook al onder handen genomen;
het is nu bevrijd van z’n kakelbonte verflaag,
en met de helblinkende pijpen er zijn er een
2000 in de eikenhouten omlijsting gevat, do-
i mineert het ook wat uiterlijk betreft het mid
denschip. Technisch is het orgel verbeterd door
vernieuwing van pijpen en uitbreiding der re-
1 gisters tot een 30-tal, terwijl een electromotor
nu voor de noodige windkracht zorgt. De fa.
i van Dam van Leeuwarden voerde deze verbete-
ringen uit.
Een verrassing leverden de pilaren onder het
orgel bij de doorgang naar het Oosterkoor. Men
waande ze van steen, met hun gemarmerde verf-
laag, die, verwijderd, echter gave eikenhouten
i kolommen aan het licht bracht, welke nu hun
natuurlijke kleur hebben.
Een verheuging voor het oog is het Ooster-
koor, waarvan de muren dringend verbetering
i behoefden. Met het goede eikenhout wagen-
i schot uit de oude kap dat nog steeds in
j de kerk bewaard werd heeft de architect
daar nu een lambrizeering doen aanbrengen die
deze hooge, hel lichte voorhal ’n voornaam ka-
rakter geeft, dat verhoogd wordt door^de
WEaea^ewgp-r Oi helaas in de Fransche tijd uitgeslepen groote
wapenborden, die nu zoodanig zijn opgesteld
|£l| gia. bij «uuw van gia. mj varliM gia Oi) verUM na
Ivv Mn hand, ««at avg lu van aan daim, vv «ne vfjavlngar
branden enz., hebben het hunne er toe bijge
dragen de oorspronkelijke vorm van dit gebouw
te schenden, zoodat thans deze kerk is een staal
kaart van bouwstijlen, van Gothiek tot Empire,
en men i
er eenmaal moet geweest zijn, toen deze kerk
daar heeft gestaan als product van een architect
uit het grijs verleden, wiens vroomheid en Gods- het stutwerk te verbergen dat een boog steunde,
verlangen bevruchtend moeten hebben gewerktwaarbij reeds verzakking was opgemerkt, nu
op z’n kennis en vaardigheid. i de pilaren diep ondergraven zijn en opnieuw
Die eenheid, welke we in het kerkgebouw zelfgefundeerd, opgeruimd evenals alle verbindings-
missen, vinden wij nog weljin het kleine aan- stangen tuschen de pilaren. Opgeruimd zijn ook
bouwsel aan de kerk, de consistorie, dateerend de gaskronen met hun lange buizen, ze hebben
uit de 15e eeuw en thans gereconstrueerd, uiter- plaa(s gemaakt voor electrische verlichting,
lijk zoowel als innerlijk. Het was Monumenten- hoog in het gebouw aangebracht door de fa.
zorg dat de kunstwaarde van dit gebouwtje Hubert, onder leiding van den heer Machwirth,
erkende en een advies gaf tot herstel, wat ten ingenieur van het prov. electriciteitsbednjf. Vrij
gevolge had dat het Rijk subsidie voor deze gaat het oog nu door de lichte ruimte van het
restauratie verleende, waarop Provincie en Sy-groote middenschip, waaraan zich nu de zijbeu-
node volgden. De architect van de kerk, de i ken veel beter aansluiten, hier is rgi eenheid \er-
heer F. de Jong Izn. ontwierp het bestek, waar- kregen. Rustiger is de toon der kleuren gewor-
na de restauratie door den aannemer Johs. Olij i den, doordat alle eikenhout in het kerkgebouw
uitgevoerd werd, die eveneens onder leiding van vnn Ho norllnncr ura*>rnni>ar
den heer De Jong de nieuwe kosterswoning
bouwde, voor de plannen waarvan Monumen
tenzorg ook adviseerde. De fa. Lusthoff ver
zorgde het verfwerk.
In deze consistorie dan, is een juweeltje van
Gothische bouwkunst hersteld, waarbij men
echter de practische zijde niet heeft vergeten.
Boven de eenvoudige, stemmige maar deftig
aandoende consistoriekamer is nu een vergader
kamer gemaakt, geheel in antieken stijl, met een
laat Gothischen schoorsteen, waarvoor Monu
mentenzorg de zijstukken nog net bijtijds ergens
in Zeeland wist op te diepen. Op die schoor-
i Alvini uit, dat met het hiervoor genoemde werk
zeer nauw samenhangt. Uit beide werken
-WW M UV MU1V11 vil WVltYV Wil -
halve ton geschat werden. Nadat de kerkelijke we ,n ^rooJe P^aa^s hebben. Ter I
gemeente zich niet vereenigd had met het voor- 1 i"’J"
i worden gehouden, welke slechts toegankelijk is
dag 7 Sept, zullen hiervan, voor zoover de voor
raad toelaat, alsnog voor gemeenteleden ver
krijgbaar zijn bij den koster K. Stapert.
Godsdienstoefeningen der Ned. Herv. Gemeente
oiii^> inw>jding van het herstelde Kerkgebouw zal op
stel van kerkvoogden om kerkelijke eigendom- ^'‘jdagavond 11 Sept daarin een bijeenkomst
men ter verkrijging der noodige middelen te ver-i 7"' '"7
koop^n, werd onder de leden een leening ge- betreffende uitnoodigingskaarten. Op Maan-
plaatst. In September 1924 had de aanbesteding
plaats; aannemers werden de h.h. De Graaf en
De Wolf, het stucadoorswerk werd verricht door
de fa. Metz, voor het steenhouwerswerk zorgde
de steenhouwer van dien naam, voor het verf
werk de heer Hoekema. De restauratie verliep
uitstekend en thans is het gebouw weer gereed
de kerkgangers te ontvangen.
Hoeveel mooier is de kerk na deze restauratie
geworden. De zware pilaren zijn ontdaan van
In het zuid-westen der kerk is de schijnpilaar,
daar een 4Q of 50 jaar geleden opgesteld om
DE.