in
IA.
I!
J
200
Gelden beschikbaar.
SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL
annsx
Kloosters in de stad Sneek.
4
NIEUWST IJDiMUtN.
Ss
NEDERU1IDSCHE HÏPOTHEEKBAHE
4V2°|o Pandbrieven a 98 °|0
Oifickil Oiqiii dir liainti huk.
I
nk
post f 3.60.
opgericht tö VsendaiH in 1890
Brandenburgh Co.,
ZATEREiAtè 31 OCTOBER 1935
liitja-ltaMk »T'> <b»>
met 21. (Dos-
Een onopgelost historisch probleem nader toegelicht.
II.
A. H.
graphisch milieu van deze locus of pagus, doch onze
Mr. J. WILKENS
Hypotheken ruim f42 000.000
Pandbrieven f 40.000.000
HET CISTERCIENSER CONVENT „SCADAWART”
TE SCHRAARD IN WONSERADEEL, OF TE
SCHILLAARD BIJ MANTGUM IN BAARDERADEEL?
bestuur is bijgestaan door een commissie, be
staande uit de h.h. H. J. Haijtink, L. L. Lampe
en Mr. A. W. Haan.
flitt 01) ««HIM van
•an vijavizige?.
voor
bil-
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens graus ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Directie Mr. M. J. BOS en
en ieder, die zich daarvoor aanmeldde, moest
voor iedere f 1000 te Verzekeren
gld. lugaval «ia o*m-
Hlder Wssnow 80 «3.
01) >.ev<m«
laags UsvaBdiMt
Ons bewust Schillaard werd blijkens echte stukken in
de 14e eeuw aangeduid als „Scellawert” en „Scalleweert”
1440). Het ontbreekt in eenigen vorm, welke dan ook,
in het oorspronkelijke kerkenlijstje der 13e eeuw betref
fende Frisia Occidentalis en Schillaard dagteekent dan ook
als parochie vermoedelijk niet dan van vóór de 14e eeuw.
Gezien nu de ligging der andere Cistercienser coenobiale
stichtingen in Westergo en dan wel die der monniken van
genoemde orde, komt het mij voor met hetzelfde en mis
schien nog meer recht te mogen pleiten voor de lezing
van het 13e eeuwsch monastiek vestinkje „Scadawart” op
of bij de plaats van het huidig Schillaard; [vgl. de varian
ten „Scadawart”, „Scellewart”, „Scalleweert”, „Schellart”
(1505)].
Want wat is het geval?
De Cisterciensers waren de bij uitstek practische kloos
terlingen die zich in Friesland sedert hun vestiging in
de tweede helft der 12e eeuw vooral toelegden op een
meer intensieven landbouw en veeteelt dan ooit te voren
hier was gezien, die technische verbetering aanbrachten
in de waterwerken, waterkeeringen opwierpen, voor een
beter irrigatiestelsel en polderbemaling zorgden, de zee
dijken langs de toenmalige Middelzee flink versterkten
en verhoogden, alles werk, zoo noodig voor een gewest
als het onze, vol poelen en moerassen en in zoo menig
opzicht nog geheel of gedeeltelijk onbeschermd tegen het
woeste geweld van het zilte nat. Zij waren het ook, die
een veel fraaiere architectuur schiepen in den Frieschen
kerk- en kloosterbouw en met hun verdienstelijke werk
zaamheden brak daardoor ’n geheel nieuwe cultuurperiode
in ons „aide heitelan” aan.
Betreffende hun vruchtbaar optreden en beschavend in
grijpen in onze nog veelszins ruwe toestanden van dien
tijd verwachten we nog altijd van een onzer beste Neder-
landsche kenners van het Middeleeuwsch kerk- en kloos
terwezen in Friesland de door hem toegezegde mono
graphic.
De Cistercienser nederzettingen op onzen bodem in
abdijen en prioraten voor mannen zoowel als voor vrou
wen want bij deze orde vinden we geen dubbelkloosters,
maar strenge afscheiding der beide seksen verbreid
den zich snel, getuige de genealogische lijst der abdij
Klaarkamp, ons bewaard in de kroniek van Bloemkamp.
Deze geeft binnen het tijdsverloop van een eeuw (tusschen
1150 en 1250), alleen voor het tegenwoordig gebied
van Friesland de volgende stichtingen op: Klaarkamp
(vóór 1165, mannenklooster), Sion bij Nijawier (vóór
1191), vrouwenklooster, Genezareth of Nazareth bij Fer-
werd (1191), vrouwenklooster, alle in Oostergo, daarna
Oldeklooster of Bloemkamp bij Hartwerd (1191), mannen
klooster, Nijeklooster (1228) bij Scharnegoutum, vrouwen
klooster, terwijl in dezen tijd ook is te plaatsen de stich
ting van „Scadawart”, waarvoor wij Schillaard gelezen
wilden zien, alle drie in Westergo. Daarna werden nog
gesticht in Oostergo de Cistercienser kloosters Steenkerk
bij Luinjeberd 1250?), vrouwenklooster, Gerkesklooster
of Jeruzalem (1240), mannenklooster, Galilea bij Burum
(1249?), vrouwenklooster. Hiermede hebben we den stam
boom en zijn vertakking van de Cistercienser klooster-
familie in het Friesland der Middeleeuwen afgeteekend.
Wanneer we nu den geographischen toestand van het
Friesland uit den door ons beschreven tijd in studie nemen
aan de hand der tot nog toe aan het licht gebrachte ge
gevens en daarmede de plaatsen der Westergosche Cister
cienser kloóstervestingen vergelijken, dan nemen we dade
lijk waar, dat de monniken hun nederzetting gekozen had
den dicht aan de boorden der zee, nl. aan den zuidweste-
1 ijken en westelijken oever der Middelzee, dit met het oog
op hun boven omschreven arbeidsterrein: dijkaanleg,
waterkeeringen, sluizenbouw en vooral last not least
landaanwinning en daarmede verrijking van het kloos
terbezit door landverovering, indijking, bepoldering, nu
juist niet in de eerste plaats toe te schrijven aan clericalen
landhonger, doch uit zucht tot bevordering der welvaart
in het algemeen belang, tewerkstelling der toenemende
bevolking, beperking van het gevaar der overstroomingen
en verhooging der productiviteit door geregelde cultuur.
De geschiedenis onzer Friesche slachtedijken en hun
talrijke zijlen of sluizen bleef tot heden onbeschreven,
althans in een geregeld chronologisch verhaal en het zijn
nog steeds talrijke gedrukte stukken en nog meer bronnen
materiaal, dat tevens nog gedeeltelijk op ordening wacht,
welke ons hiertoe ten dienste staan, doch hij of zij, die zich
tot het schrijven van dit interessante stukje geschiedenis
onzer Friesche economische cultuur zet, dient zijn praeltt-
dium te spelen onder de inspiraties van hetgeen de op
gaven uit de profane werken der Kloosterlingen alhier
hem op het blad gaven. Of, wilt ge, zonder allegorie, weten
welke bedrijvigheid in sluizen- en dijkaanleg, in water
afvoer en landaanwinning de leekebroeders en voorwerkers
der Cistercienser stichtingen aan de oude Middelzee aan
den dag hebben gelegd? Ruurdzijl, Hartwerderzijl, Hijdaar-
derzijl, Sanleansterzijl, zij werden aangelegd op de lande
rijen van het groote en rijke Oldeklooster bij Hartwerd.
En wanneer we nu dien weg volgen naar ’t noordwesten
over Lutkewierum, Bozum, Oosterwierum naar Mantgum
en Jorwerd, zouden we opnieuw een oud klooster ons kun
nen denken op de plaats van Schillaard. Weer zien we dan
geographische parallellen. Vruchtbaar land, niet te ver
en ook niet te dicht bij haar zusterstichting Bloemkamp,
een voortreffelijke ligging voor ’n vreedzame economische
concurrentie! Tevens weer een half uurtje landwaarts 'op
gebouwd, niet onmiddellijk aan den zeedijk, om voor
onverwachte overstroomingen gedekt te zijn. Precies het
zelfde merken we op bij het klooster Bloemkamp.
Er zouden op deze wijze nog .meerdere argumenten bij
te brengen zijn, die pleiten voor de identificatie Scadawart,
het 13e eeuwsche of oudere Cistercienser klooster in Schil
laard, redelijker dan Schraard met het oog op het geo-
Nog vertelde Spr.' allerlei over typen in
Vlaanderen die hem voor verschillende ge
deelten van z’n boek hadden geïnspireerd;
over de humor die zoo zeer onder z’n volk
leeft en allerlei dat zich beter vertellen dan
verslaan laat. Maar dat ’t den aanwezigen
wel beviel sprak duidelijk uit het hartelijk
applaus van de geheel gevulde zaal van
Amicitia.
De Voorz., de heer Peteri, die den Spr.
dankte, had bij de opening den overleden
penningmeester, den heer L. van Marlend
herdacht als ’n man die om z’n eenvoud,!
degelijkheid en onkreukbare eerlijkheid
ieder ten voorbeeld mag zijn.
Sneeker Onderl. Brandwaarborg vereeniging.
Onder presidium van den heer J. H. Dood-
korte vergaderden Woensdag in Onder de Lin
den de leden der Sneeker Onderlinge Brand
waarborg vereeniging, ter behandeling van het
nieuwe reglement. De voorzitter deelde mede
dat het oude reglement verouderd was, waarom
een nieuw is ontworpen, bij welk werk het
schets dient niet te zeer uitgewerkt te worden wegens
„beschrankte” plaatsruimte. In ander verband en voor
andere lezers is die uitwerking beter op haar plaats, voor
al waar documentatie aan de hand van authentieke stukken
onze argumentatie kracht van bewijs moet bijzetten. Even
wel hopen wij toch onze lezers vergast te hebben op een
meer dan verklaarbare gissing, die niet direct de kans
beloopt, om voor klinkklare nonsens versleten te worden.
In de 14e eeuw was door thans nog onverklaarbare
oorzaken het klooster Scadawart verdwenen. Liet het in
den omtrek nog sporen na door aan de Cistercienser broe
ders van het naburige zustergesticht Bloemkamp de incor
poratie over te leveren, te geven of te laten, te beschikken
of te bemiddelen van de volgende parochiekerken: Tzum,
Schingen, Jorwerd, Waaxens, Hartwerd en Scharnegoutum,
welke Mr. S. Muller Hzn. noemt in zijn „Indeeling in het
Bisdom Utrecht”. Doch eigenaardiger is nog, dat ook
volgens een niet uitgegeven hs. in de Provinciale Biblio
theek onder deze kerken ook nog worden genoemd de
Mantgumer en Hijdaarder patroon, bij Muller vallende
onder de nominatie der Lidlumer abten.
Bevat dat 16e eeuwsch handschrift waarheid, mr.
Muller geeft geen documentatie van zijn bewering
dan wijst dit glorieus op den nauwen band tusschen onze
identificatie Scadawart en Schillaard op de Mantgumer
parochie en haar bediening door Cistercienser reguliere
geestelijken, als van ouds daar thuis hoorende door hun
vroegere coenobiale stichting Scadawart of Schillaard.
Hier zou dan meteen de oplossing zijn voor het geval,
dat we de Schillaarder parochie niet vóór de 14e eeuw
geboekt vinden in de parochiale regestlijsten. Wij stellen
ons den staatsrechtelijken toestand aldus voor. Bij de
Cistercienser vestiging Scadawart vestigden zich voor en
na de 13de eeuw diverse leeken, welke behulpzaam waren
bij de grondexploitatie en landbouwcultuur. Op die wijze
ontstond een dorp Scellawert Schillaard). Volgens
stukken in het Friesch Charterboek was Schillaard gelijk
thans nog reeds in den aanvang der 16e eeuw vereenigd
met Mantgum als administratief dorp, m. a. w. de dorps-
stichting Schillaard was toen reeds staatsrechtelijk te niet
gedaan. Door welke oorzaken? Misschien kan nader onder
zoek in de archieven hier licht verspreiden, doch wij be
twijfelen het. Hoe het ook zij, het feit als zoodanig moet
geconstateerd worden als te bestaan.
Na de hervorming geschiedde zulks ook in kerkelijk
opzicht. Kon van dien tijd dus verwacht worden, dat
Schillaard een nieuwen toren in Renaissance-figuratie en
ornamentiek rijk werd. Op de oudste der bewaard gebleven
gedrukte kaarten van Friesland, in veel opzichten carto-
en geografisch slecht bewerkt, van den pastoor-kanunnik
Sibrandus Leo van het jaar 1579, vinden we de ligging
Mazgom (Mantgum) en Stullart (Schillaard) N.O.Z.W.
geteekend en Lonir (Lions) op de plaats van Schillaard,
alle drie met duidelijk a'angegeven „Jorpsstippen”. Die,
welke opgenomen is in Winsemius’ kroniek en gedateerd
is van 1622, door Metrius en Freytag vervaardigd, waarop
de dorpen en steden, stinzen en vroegere kloosters, voor-
zoover aanwezig, in opstand zijn geteekend, laat Schil
laard afgebeeld zien in kerk- en torenprofiel, de kerk als
die van Mantgum, de toren als die van Britswerd. Daar
uit blijkt dus dat kerk en toren te Schillaard anno 1622
nog geheel in gaven toestand hun spitsen ophieven naar
het blauw der Friesche luchten.
Gelijk het klokkeopschrift in den Mantgumer toren heeft
uitgewezen, werd deze Mantgumer bim-bam in 1388 ge
wijd. Een dergelijke aanwijzing hebben wij van Schillaard
niet. Van der Aa verteltJn zijn Aardrijkskundig Woor
denboek nog van Schillaard, dat hier een convent be
staan heeft als dochterklooster van het Reguliere Kanun
niken convent van Ludingakerk, maar staaft zijn bewering
ook hier niet met bronnen, zoodat het als los gezegde
mag worden beschouwd, met die restrictie, dat het hier
niet een Augustijner, maar een Cistercienser convent mag
gelden en waardoor die bloote mededeeling, aldus gewij
zigd, tot meer geloofwaardige proporties herleid worde.
Hiermede meenen we voorloopig uitgepraat te zijn over
den Schillaarder toren en hopen, dat te bepaalder plaatse
het historisch onderzoek voortgezet mag worden en dat
ook deze monumentenzorg zich mag uitstrekken tot alles,
wat in en op Friesland nog aan kunst uit het grijs verleden
is gespaard gebleven.
terend, dat 't als om ’n beschrijving vroeg.
't Moest beschreven worden en hij,
Timmermans zou dat doen. En in dat lahd-
schap hoorde de mensch Pallieter, de
mensch die volledig gelukkig wilde zijn, de
mensch die overal de saus aflikte. En ’t
Vlaamsche volk, dat echt Pallieter-achtig
van aanleg is, gaf Spr. motieven genoeg
waaruit de hoofdpersoon voor z’n werk ge
boren kon worden.
Wat ten slotte de naam van het boek be
treft: er is naar gezocht in allerlei woorden
boeken, wat 't woord Pallieter beteekent.
Het beteekent niets, het is niets, ’t Is slechts
’n verklanking van de geest van den hoofd
persoon, zooals die plotseling bij den schrij
ver opwelde: zooals hij die als 't ware
„rook” uit z’n boek.
storten in het reservefonds.
In 1912 is ook de gelegenheid gegeven om
zich te verzekeren zonder de verplichting van
dat te storten inleggeld; deze werden aange
nomen onder den naam van deelnemers. Die
maatregel heeft er toe geleid, dat het aantal ver
zekerden belangrijk is toegenomen en thans zijn
er ongeveer 800 deelnemers tegenover ongeveer
400 leden.
Het voordeel voor de leden bestaat daarin,
dat zij 15 korting genieten op de jaarpremie,
’t welk ongeveer gelijk staat mét de rente van
de gestorte inleggelden.
Daar dit voordeel dus zeer gering is geven
vele leden er de voorkeur aan het inleggeld
terug te ontvangen en dan ook als deelnemers
te worden aangemerkt.
De finantieele positie van de vereeniging laat
thans toe dat inleggeld terug te betalen, zonder
dat de soliditeit der vereeniging er ook maar
iets onder behoeft te lijden.
Een nauwkeurige berekening van de in te
vorderen premies en door ons te betalen premie
voor herverzekering geeft on§ aanleiding de be
staande premies te verlagen en zal op die wijze
door de verzekerden worden geprofiteerd van
de vooruitgang der laatste jaren.
In het bestaande reglement is nog geen reke
ning gehouden met verzekering van auto’s,
electromotoren, radio-installaties, enz. en moet
ook daaraan aandacht worden geschonken, dit
punt zal moeten worden geregeld in overleg
met onze herverzekeraars.
Verder wordt voorgesteld in het vervolg de
benoeming van den Directeur-Boekhouder toe
te vertrouwen aan het Bestuur. Het Bestuur toch
moet met hem samenwerken en het Bestuur is
beter bevoegd de capaciteiten der sollicitanten
te beoordeelen als een vergadering van 1200
leden.”
De directeur-, deneer A. F. Hingst, las daarna
het nieuwe reglement, dat artikel voor artikel
met algemeene stemmen door de aanwezigen
werd aanvaard, nadat hier en daar een enkele
redactiewijziging had plaats gehad, terwijl ten
slotte het geheele concept met algemeene stem
men Werd aangenomen. De voorzitter dankte
commissie van bijstand en aanwezige leden
voor de eendracht waarmee deze herziening,
welke naar zijn overtuiging den bloei der On
derlinge zou bevorderen, is tot stand gebracht.
Het nieuwe reglement zal direct in werking
treden. Begin van het volgende jaar zullen de
leden hun inleggeld terug kunnen ontvangen, dat
totaal een f 14000 a f 15000 bedraagt, welke uit
gave de Onderlinge nu wel dragen kan, nu zij
een eigen kapitaal van f80.000 heeft.
De jaarpremie is tevens verlaagd en is nu zeer
gering, zooals uit de onderstaande cijfers blijkt.
Ie klasse, gebouwen zonder bedrijf met in
boedel 55 ct. per f 1000.(oude tarief gebou
wen 55 ct, inboedel 70 ct.).
2e klasse, gebouwen met bedrijf, inboedel en
goederen 70 ct. per f 1000.(tot nu toe ge
bouwen 75 ct., inboedel en goederen 85 ct.).
3e klasse, gebouwen met bedrijf, met inboedel
en goederen 80 ct. per f 1000 (oude tarief ge
bouwen 82'/2 ct, inboedel en goederen 90 ct).
4e klasse, gebouwen met bedrijf, met inboedel
en goederen 100 ct. per f 1000.(oude tarief
105 ct.).
5e klasse, gebouwen met bedrijf, met*inboedel
en goederen 120 ct. per f 1000.— (oude tarief
140 ct).
GELDEN BESCHIKBAAR
eerste hypotheek op uiterst
lijke <oorwsarden
N B. Deze Bank niet te ver
warren met de 15 jaar later even
eens te Veend’im gevestigde Veen
dammer Hypotheekbank.
H gia. ui) wenkie
•v van o»n v1e£«
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 30 Oct:
Zwart beursje met inh., H. de Vries, KL
Kerkstraat 23; dweil, K. Tekelenburg, Kerk-
gracht 3.
Gewetensgeld.
Bij den inspecteur der directe belastin
gen enz. in de 2e afd. alhier is ingekomen
f 500.gewetensgeld wegens te weinig be
taalde belasting.
LEMMER, 29 Oct. Het gaat onze visschers
de laatste weken ook al niet naar wensch.
De haringvangsten toch zijn nog gering, en
de gevangen spiering is zoo klein van stuk,
dat ze voor het grootste gedeelte onver
koopbaar is. Het is te hopen dat er spoedig
een gunstige verandering in -de visscherij
moge komen, daar hier velen anders een
schrale winter te gemoet gaan.
LEMMER, 29 Oct. Heden zijn alhier ge-
arresteerd en gevankelijk naar Leeuwarden
H vervoerd en aldaar ter beschikking van de
officier v. justitie gesteld, de twee gebroe-
ders R. alhier, 18 en 20 jaar oud, verdacht
van niet nader te noemen handelingen met
minderjarigen.
B HEERENVEEN, 29 Oct. Met 365 leden is
H gisteren alhier een Vereeniging voor Zie-
kenverpleging opgericht. Tot bestuursleden
zijn gekozen de h.h. IJ. Sevensma, G. Bos-
KK I ma, H. Ie Grand, W. Bragman en Dr. Frik.
Tot gecommitteerde in het centraal bestuur
I in de gemeente Schoterland is de heer
M i le Grand aangewezen.
B DEERSUM, 28 October. Hedenmiddag ge.
I raakte te Scharnegoutum een paard gespan-
nen voor een wagen van Stelma, op hol. Het
dier rende den Sneekerweg af. Plotseling
B sloeg het voor Deersum den weg af en hold?
lB,tie openstaande schuur van veehouder F
Haagsma binnen en vernielde daar een fiets.
Aan de toelichting, welke bij het nieuwe con- q
cept werd verstrekt, ontleenen wij het volgende:
Het bestaande reglement dateert van 19 Febr. Ongeluk.
1912 en waar verschillende toestanden sedert^ Woensdagavond laat is op het Velper-
VERGADER1NG van den RAAD der gemeente SNEEK
op MAANDAG 2 NOVEMBER 1925, des avonds 7'A uur.
Punten van behandeling:
Punt 1. Notulen der vergadering van 12 October 1925.
Punt II. Ingekomen stukken.
a. Adres van A. H. de Vries en andere bewoners der
Prinsengracht, houdende bezwaren tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot het uitvaardigen van een
aanschrijving betreffende demping enz. van de opvaart,
loopende tusschen de le Selfhelpstraat en de achtererven
van de perceelen Prinsengracht 15 tot en met 21. (Dos-
sierno. 1.777.8(2)).
b. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken
van den gemeenteontvanger op 22 October 1925. (Dos-
sierno. X 07.352.651(2)).
Punt III. Aanbeveling van Curatoren van het gymnasium
voor de benoeming van een rector aan het gymnasium.
(Dossierno. 208; bijl. 103).
Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp" en de eige
naren van de perceelen nos. 15 tot en met 21 aan de
Prinsengracht ingevolge artikel 28 der Algemeene Politie
verordening aan te schrijven tot demping van de opvaart,
loopende tusschen de le Selfhelpstraat en de achtererven
van vorenbedoelde perceelen aan de Prinsengracht en tot
het aanleggen van een rioleering aldaar. (Dossierno.
1.777.8(2); bijl. 81).
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het opnieuw vaststellen van rooilijnen voor verschillende
straten in de stad. (Dossierno. 1.777.813(3); bijl. 104).
Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der Algemeene Politieverordening, tot het doen
uitdiepen van de Sperkhemmeropvaart en betreffende het
aanleggen van een wandelweg van den Leeuwarderweg
af naar den Leeuwardertrekweg en verder naar de stad.
(Dossierno. 1.754.21(1); bijl. 105).’
Punt Vil. Aanbieding door Burgemeester en Wethou
ders van de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1926.
(Dossierno. X 07.352.11(12); bijl. 97).
Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aanbieding van de gemeenterekening over 1924.
(Dossierno. X 07.352.18(4); bijl. 106).
gAO. 01) ••rllta £ji
«u, Mn daim, vv
1912 en waar verschillende toestanden sedert
dien tijd zijn veranderd, meent het bestuur dat plein te Arnhem de 69-jarige oud-onderwij-
3' J ~~A zer F. L. N. door een gemeente-autobus
ten. Vroeger kende de Vereeniging alleen leden overreden.
De man is aan de bekomen verwondingen
Felix Timmermans bij t Nut.
In de eerste bijeenkomst van het Depar
tement Sneek der Mij. tot Nut van het Al
gemeen in dezen winter trad als spreker op
de heer Felix Timmermans, de schrijver van
het bekende werk: Pallieter.
Spreker begon met de opmerking, dat hij
allereerst ’n misverstand uit den weg moet
ruimen: velen meenen, dat Pallieter een be
staande persoonlijkheid is, ja sommigen
meenen er den schrijver zelf in te zien. Hun
allen kan Spr. mede deelen dat Pallieter ’n
geesteskind is, geboren als alle boeken in
den geest van een schrijver,, die z’n perso
nen uitbeeldt zooals z’n geestesoog die zag.
Natuurlijk wordt in de figuren veel ver-
werkt van allerlei personen die de schrijver
in z’n leven ontmoet heeft, zooals Spr. met
verschillende voorbeelden aafttoonde, maar
geen enkele figuur is gecopieerd naar een
bepaalde persoon.
Hoe is Timmermans er nu toegekomen
om het boek Pallieter te schrijven? De Spr.
vertelde er ’t volgende over:
’n Vrind van hem, die jaren in Brussel
en Parijs had gewoond kwam naar Lier
terug en sprak daar over allerlei dingen
waarover men in dat landelijke stadje nooit
had gehoord: occultisme, sophisme, spiri
tisme, Boeddhisme en nog allerlei andere is
men.
Timmermans, die van huis uit Katholiek
is en daaraan ’n zucht naar ’t mystieke
dankt, vond in al dat nieuwe voedsel voor
z’n geest: hij dompelde er met kop en ooren
in onder. En al waarschuwde z’n moeder
hem ook voor al dat nieuwe, hij studeerde
door in ai die „ismes”, hij wilde de sleu
tel voor alle mysteries vinden. Maar.... ten
slotte kwam de ontnuchtering; want als hij
bij eene richting de waarheid gevonden
|E|s gis». yïj «arUsit ’ÏK
Ivv ÏAb hKind. wet lv
i meende te hebben, dan bleek die weer hope-
loos in strijd met andere waarheden en ’t
t eind was, dat hij er geen weg uit kon
vinden.
De levensbeschouwing, die hij er uit
hoopte te putten gaf z’n studie hem niet,
maar wel ’n levensvrees, ’n downheid die
op levensmoeheid dreigde uit te loopen.
Toen ging hij er tusschen uit, naar ’n heel
andere omgeving, om daar weer tot even
wicht te komen, naar de bosschen van het
Walenland eerst, toen naar ’n Trappisten
klooster, maar nergens lieten de fan
tasieën, die al die moderne richtingen in z’n
geest hadden opgeroepen hem met rust, de
levensmoeheid groeide zelfs weer in hem
Tot ’n schijnbaar ongeluk, een gelukkige
ommekeer bracht.
Timmermans moest voor ’n operatie in
’n ziekenhuis worden opgenomen en toen
hij na de operatie weer bijkwam, toen hij de
dood zoo dicht bij had gevoeld en zich nog
door z’n krachteloos lichaam aan ’t bed ge
kluisterd voelde, toen kwam de reactie.
Toen werd in hem geboren ’n geweldige
levensdrang, ’n fel er naar snakken in het
leven te blijven, niet om er mysteries op te
lossen, maar om in ’t volle leven te staan
als een bloem, blij en door de zon besche
nen, dankbaar aannemend alles wat God
ons schenkt. Niet om meer te vragen naar
het hoe en waarom en waartoe van alle din
gen, maar dankbaar dat hij mocht blijven
leven!
En hij voelde, hoe in alle menschen iets
van hetzelfde leefde: hoe ondanks ’t dik
wijls coquetteeren met hun verdriet, ten
slotte in alle menschen sterker nog leefde
’t verlangen ’n gelukkig mensch te zijn. j
En toen hij' genas, terwijl buiten ’n nieuwe'
lente opbloeide, toen voelde hiji ook in zich
dat nieuwe, krachtige, levenwekkende.
Toen zag hij het schitterende Netheland-
schap badend in voorjaarsweelde. Zóó schit-
Gepl. Maatsch. Kap. f g 839 997 45
«n Reserves
zer F. L. N. door
TttKhjjni
onrSDAG»*» ¥KIJDAGBAV©1TD9
ËniUK Sta. 150
..„g.Kuax.u d. Heli—
«ilD Abonn»’» v
ook het reglement zich daaraan moet aanslui-
I
kapitaal f 3 i overleden. Den bestuurder treft geen schuld.