in IA. I! J 200 Gelden beschikbaar. SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL annsx Kloosters in de stad Sneek. 4 NIEUWST IJDiMUtN. Ss NEDERU1IDSCHE HÏPOTHEEKBAHE 4V2°|o Pandbrieven a 98 °|0 Oifickil Oiqiii dir liainti huk. I nk post f 3.60. opgericht tö VsendaiH in 1890 Brandenburgh Co., ZATEREiAtè 31 OCTOBER 1935 liitja-ltaMk »T'> <b»> met 21. (Dos- Een onopgelost historisch probleem nader toegelicht. II. A. H. graphisch milieu van deze locus of pagus, doch onze Mr. J. WILKENS Hypotheken ruim f42 000.000 Pandbrieven f 40.000.000 HET CISTERCIENSER CONVENT „SCADAWART” TE SCHRAARD IN WONSERADEEL, OF TE SCHILLAARD BIJ MANTGUM IN BAARDERADEEL? bestuur is bijgestaan door een commissie, be staande uit de h.h. H. J. Haijtink, L. L. Lampe en Mr. A. W. Haan. flitt 01) ««HIM van •an vijavizige?. voor bil- Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens graus ge plaatst in de SNEEKER COURANT Directie Mr. M. J. BOS en en ieder, die zich daarvoor aanmeldde, moest voor iedere f 1000 te Verzekeren gld. lugaval «ia o*m- Hlder Wssnow 80 «3. 01) >.ev<m« laags UsvaBdiMt Ons bewust Schillaard werd blijkens echte stukken in de 14e eeuw aangeduid als „Scellawert” en „Scalleweert” 1440). Het ontbreekt in eenigen vorm, welke dan ook, in het oorspronkelijke kerkenlijstje der 13e eeuw betref fende Frisia Occidentalis en Schillaard dagteekent dan ook als parochie vermoedelijk niet dan van vóór de 14e eeuw. Gezien nu de ligging der andere Cistercienser coenobiale stichtingen in Westergo en dan wel die der monniken van genoemde orde, komt het mij voor met hetzelfde en mis schien nog meer recht te mogen pleiten voor de lezing van het 13e eeuwsch monastiek vestinkje „Scadawart” op of bij de plaats van het huidig Schillaard; [vgl. de varian ten „Scadawart”, „Scellewart”, „Scalleweert”, „Schellart” (1505)]. Want wat is het geval? De Cisterciensers waren de bij uitstek practische kloos terlingen die zich in Friesland sedert hun vestiging in de tweede helft der 12e eeuw vooral toelegden op een meer intensieven landbouw en veeteelt dan ooit te voren hier was gezien, die technische verbetering aanbrachten in de waterwerken, waterkeeringen opwierpen, voor een beter irrigatiestelsel en polderbemaling zorgden, de zee dijken langs de toenmalige Middelzee flink versterkten en verhoogden, alles werk, zoo noodig voor een gewest als het onze, vol poelen en moerassen en in zoo menig opzicht nog geheel of gedeeltelijk onbeschermd tegen het woeste geweld van het zilte nat. Zij waren het ook, die een veel fraaiere architectuur schiepen in den Frieschen kerk- en kloosterbouw en met hun verdienstelijke werk zaamheden brak daardoor ’n geheel nieuwe cultuurperiode in ons „aide heitelan” aan. Betreffende hun vruchtbaar optreden en beschavend in grijpen in onze nog veelszins ruwe toestanden van dien tijd verwachten we nog altijd van een onzer beste Neder- landsche kenners van het Middeleeuwsch kerk- en kloos terwezen in Friesland de door hem toegezegde mono graphic. De Cistercienser nederzettingen op onzen bodem in abdijen en prioraten voor mannen zoowel als voor vrou wen want bij deze orde vinden we geen dubbelkloosters, maar strenge afscheiding der beide seksen verbreid den zich snel, getuige de genealogische lijst der abdij Klaarkamp, ons bewaard in de kroniek van Bloemkamp. Deze geeft binnen het tijdsverloop van een eeuw (tusschen 1150 en 1250), alleen voor het tegenwoordig gebied van Friesland de volgende stichtingen op: Klaarkamp (vóór 1165, mannenklooster), Sion bij Nijawier (vóór 1191), vrouwenklooster, Genezareth of Nazareth bij Fer- werd (1191), vrouwenklooster, alle in Oostergo, daarna Oldeklooster of Bloemkamp bij Hartwerd (1191), mannen klooster, Nijeklooster (1228) bij Scharnegoutum, vrouwen klooster, terwijl in dezen tijd ook is te plaatsen de stich ting van „Scadawart”, waarvoor wij Schillaard gelezen wilden zien, alle drie in Westergo. Daarna werden nog gesticht in Oostergo de Cistercienser kloosters Steenkerk bij Luinjeberd 1250?), vrouwenklooster, Gerkesklooster of Jeruzalem (1240), mannenklooster, Galilea bij Burum (1249?), vrouwenklooster. Hiermede hebben we den stam boom en zijn vertakking van de Cistercienser klooster- familie in het Friesland der Middeleeuwen afgeteekend. Wanneer we nu den geographischen toestand van het Friesland uit den door ons beschreven tijd in studie nemen aan de hand der tot nog toe aan het licht gebrachte ge gevens en daarmede de plaatsen der Westergosche Cister cienser kloóstervestingen vergelijken, dan nemen we dade lijk waar, dat de monniken hun nederzetting gekozen had den dicht aan de boorden der zee, nl. aan den zuidweste- 1 ijken en westelijken oever der Middelzee, dit met het oog op hun boven omschreven arbeidsterrein: dijkaanleg, waterkeeringen, sluizenbouw en vooral last not least landaanwinning en daarmede verrijking van het kloos terbezit door landverovering, indijking, bepoldering, nu juist niet in de eerste plaats toe te schrijven aan clericalen landhonger, doch uit zucht tot bevordering der welvaart in het algemeen belang, tewerkstelling der toenemende bevolking, beperking van het gevaar der overstroomingen en verhooging der productiviteit door geregelde cultuur. De geschiedenis onzer Friesche slachtedijken en hun talrijke zijlen of sluizen bleef tot heden onbeschreven, althans in een geregeld chronologisch verhaal en het zijn nog steeds talrijke gedrukte stukken en nog meer bronnen materiaal, dat tevens nog gedeeltelijk op ordening wacht, welke ons hiertoe ten dienste staan, doch hij of zij, die zich tot het schrijven van dit interessante stukje geschiedenis onzer Friesche economische cultuur zet, dient zijn praeltt- dium te spelen onder de inspiraties van hetgeen de op gaven uit de profane werken der Kloosterlingen alhier hem op het blad gaven. Of, wilt ge, zonder allegorie, weten welke bedrijvigheid in sluizen- en dijkaanleg, in water afvoer en landaanwinning de leekebroeders en voorwerkers der Cistercienser stichtingen aan de oude Middelzee aan den dag hebben gelegd? Ruurdzijl, Hartwerderzijl, Hijdaar- derzijl, Sanleansterzijl, zij werden aangelegd op de lande rijen van het groote en rijke Oldeklooster bij Hartwerd. En wanneer we nu dien weg volgen naar ’t noordwesten over Lutkewierum, Bozum, Oosterwierum naar Mantgum en Jorwerd, zouden we opnieuw een oud klooster ons kun nen denken op de plaats van Schillaard. Weer zien we dan geographische parallellen. Vruchtbaar land, niet te ver en ook niet te dicht bij haar zusterstichting Bloemkamp, een voortreffelijke ligging voor ’n vreedzame economische concurrentie! Tevens weer een half uurtje landwaarts 'op gebouwd, niet onmiddellijk aan den zeedijk, om voor onverwachte overstroomingen gedekt te zijn. Precies het zelfde merken we op bij het klooster Bloemkamp. Er zouden op deze wijze nog .meerdere argumenten bij te brengen zijn, die pleiten voor de identificatie Scadawart, het 13e eeuwsche of oudere Cistercienser klooster in Schil laard, redelijker dan Schraard met het oog op het geo- Nog vertelde Spr.' allerlei over typen in Vlaanderen die hem voor verschillende ge deelten van z’n boek hadden geïnspireerd; over de humor die zoo zeer onder z’n volk leeft en allerlei dat zich beter vertellen dan verslaan laat. Maar dat ’t den aanwezigen wel beviel sprak duidelijk uit het hartelijk applaus van de geheel gevulde zaal van Amicitia. De Voorz., de heer Peteri, die den Spr. dankte, had bij de opening den overleden penningmeester, den heer L. van Marlend herdacht als ’n man die om z’n eenvoud,! degelijkheid en onkreukbare eerlijkheid ieder ten voorbeeld mag zijn. Sneeker Onderl. Brandwaarborg vereeniging. Onder presidium van den heer J. H. Dood- korte vergaderden Woensdag in Onder de Lin den de leden der Sneeker Onderlinge Brand waarborg vereeniging, ter behandeling van het nieuwe reglement. De voorzitter deelde mede dat het oude reglement verouderd was, waarom een nieuw is ontworpen, bij welk werk het schets dient niet te zeer uitgewerkt te worden wegens „beschrankte” plaatsruimte. In ander verband en voor andere lezers is die uitwerking beter op haar plaats, voor al waar documentatie aan de hand van authentieke stukken onze argumentatie kracht van bewijs moet bijzetten. Even wel hopen wij toch onze lezers vergast te hebben op een meer dan verklaarbare gissing, die niet direct de kans beloopt, om voor klinkklare nonsens versleten te worden. In de 14e eeuw was door thans nog onverklaarbare oorzaken het klooster Scadawart verdwenen. Liet het in den omtrek nog sporen na door aan de Cistercienser broe ders van het naburige zustergesticht Bloemkamp de incor poratie over te leveren, te geven of te laten, te beschikken of te bemiddelen van de volgende parochiekerken: Tzum, Schingen, Jorwerd, Waaxens, Hartwerd en Scharnegoutum, welke Mr. S. Muller Hzn. noemt in zijn „Indeeling in het Bisdom Utrecht”. Doch eigenaardiger is nog, dat ook volgens een niet uitgegeven hs. in de Provinciale Biblio theek onder deze kerken ook nog worden genoemd de Mantgumer en Hijdaarder patroon, bij Muller vallende onder de nominatie der Lidlumer abten. Bevat dat 16e eeuwsch handschrift waarheid, mr. Muller geeft geen documentatie van zijn bewering dan wijst dit glorieus op den nauwen band tusschen onze identificatie Scadawart en Schillaard op de Mantgumer parochie en haar bediening door Cistercienser reguliere geestelijken, als van ouds daar thuis hoorende door hun vroegere coenobiale stichting Scadawart of Schillaard. Hier zou dan meteen de oplossing zijn voor het geval, dat we de Schillaarder parochie niet vóór de 14e eeuw geboekt vinden in de parochiale regestlijsten. Wij stellen ons den staatsrechtelijken toestand aldus voor. Bij de Cistercienser vestiging Scadawart vestigden zich voor en na de 13de eeuw diverse leeken, welke behulpzaam waren bij de grondexploitatie en landbouwcultuur. Op die wijze ontstond een dorp Scellawert Schillaard). Volgens stukken in het Friesch Charterboek was Schillaard gelijk thans nog reeds in den aanvang der 16e eeuw vereenigd met Mantgum als administratief dorp, m. a. w. de dorps- stichting Schillaard was toen reeds staatsrechtelijk te niet gedaan. Door welke oorzaken? Misschien kan nader onder zoek in de archieven hier licht verspreiden, doch wij be twijfelen het. Hoe het ook zij, het feit als zoodanig moet geconstateerd worden als te bestaan. Na de hervorming geschiedde zulks ook in kerkelijk opzicht. Kon van dien tijd dus verwacht worden, dat Schillaard een nieuwen toren in Renaissance-figuratie en ornamentiek rijk werd. Op de oudste der bewaard gebleven gedrukte kaarten van Friesland, in veel opzichten carto- en geografisch slecht bewerkt, van den pastoor-kanunnik Sibrandus Leo van het jaar 1579, vinden we de ligging Mazgom (Mantgum) en Stullart (Schillaard) N.O.Z.W. geteekend en Lonir (Lions) op de plaats van Schillaard, alle drie met duidelijk a'angegeven „Jorpsstippen”. Die, welke opgenomen is in Winsemius’ kroniek en gedateerd is van 1622, door Metrius en Freytag vervaardigd, waarop de dorpen en steden, stinzen en vroegere kloosters, voor- zoover aanwezig, in opstand zijn geteekend, laat Schil laard afgebeeld zien in kerk- en torenprofiel, de kerk als die van Mantgum, de toren als die van Britswerd. Daar uit blijkt dus dat kerk en toren te Schillaard anno 1622 nog geheel in gaven toestand hun spitsen ophieven naar het blauw der Friesche luchten. Gelijk het klokkeopschrift in den Mantgumer toren heeft uitgewezen, werd deze Mantgumer bim-bam in 1388 ge wijd. Een dergelijke aanwijzing hebben wij van Schillaard niet. Van der Aa verteltJn zijn Aardrijkskundig Woor denboek nog van Schillaard, dat hier een convent be staan heeft als dochterklooster van het Reguliere Kanun niken convent van Ludingakerk, maar staaft zijn bewering ook hier niet met bronnen, zoodat het als los gezegde mag worden beschouwd, met die restrictie, dat het hier niet een Augustijner, maar een Cistercienser convent mag gelden en waardoor die bloote mededeeling, aldus gewij zigd, tot meer geloofwaardige proporties herleid worde. Hiermede meenen we voorloopig uitgepraat te zijn over den Schillaarder toren en hopen, dat te bepaalder plaatse het historisch onderzoek voortgezet mag worden en dat ook deze monumentenzorg zich mag uitstrekken tot alles, wat in en op Friesland nog aan kunst uit het grijs verleden is gespaard gebleven. terend, dat 't als om ’n beschrijving vroeg. 't Moest beschreven worden en hij, Timmermans zou dat doen. En in dat lahd- schap hoorde de mensch Pallieter, de mensch die volledig gelukkig wilde zijn, de mensch die overal de saus aflikte. En ’t Vlaamsche volk, dat echt Pallieter-achtig van aanleg is, gaf Spr. motieven genoeg waaruit de hoofdpersoon voor z’n werk ge boren kon worden. Wat ten slotte de naam van het boek be treft: er is naar gezocht in allerlei woorden boeken, wat 't woord Pallieter beteekent. Het beteekent niets, het is niets, ’t Is slechts ’n verklanking van de geest van den hoofd persoon, zooals die plotseling bij den schrij ver opwelde: zooals hij die als 't ware „rook” uit z’n boek. storten in het reservefonds. In 1912 is ook de gelegenheid gegeven om zich te verzekeren zonder de verplichting van dat te storten inleggeld; deze werden aange nomen onder den naam van deelnemers. Die maatregel heeft er toe geleid, dat het aantal ver zekerden belangrijk is toegenomen en thans zijn er ongeveer 800 deelnemers tegenover ongeveer 400 leden. Het voordeel voor de leden bestaat daarin, dat zij 15 korting genieten op de jaarpremie, ’t welk ongeveer gelijk staat mét de rente van de gestorte inleggelden. Daar dit voordeel dus zeer gering is geven vele leden er de voorkeur aan het inleggeld terug te ontvangen en dan ook als deelnemers te worden aangemerkt. De finantieele positie van de vereeniging laat thans toe dat inleggeld terug te betalen, zonder dat de soliditeit der vereeniging er ook maar iets onder behoeft te lijden. Een nauwkeurige berekening van de in te vorderen premies en door ons te betalen premie voor herverzekering geeft on§ aanleiding de be staande premies te verlagen en zal op die wijze door de verzekerden worden geprofiteerd van de vooruitgang der laatste jaren. In het bestaande reglement is nog geen reke ning gehouden met verzekering van auto’s, electromotoren, radio-installaties, enz. en moet ook daaraan aandacht worden geschonken, dit punt zal moeten worden geregeld in overleg met onze herverzekeraars. Verder wordt voorgesteld in het vervolg de benoeming van den Directeur-Boekhouder toe te vertrouwen aan het Bestuur. Het Bestuur toch moet met hem samenwerken en het Bestuur is beter bevoegd de capaciteiten der sollicitanten te beoordeelen als een vergadering van 1200 leden.” De directeur-, deneer A. F. Hingst, las daarna het nieuwe reglement, dat artikel voor artikel met algemeene stemmen door de aanwezigen werd aanvaard, nadat hier en daar een enkele redactiewijziging had plaats gehad, terwijl ten slotte het geheele concept met algemeene stem men Werd aangenomen. De voorzitter dankte commissie van bijstand en aanwezige leden voor de eendracht waarmee deze herziening, welke naar zijn overtuiging den bloei der On derlinge zou bevorderen, is tot stand gebracht. Het nieuwe reglement zal direct in werking treden. Begin van het volgende jaar zullen de leden hun inleggeld terug kunnen ontvangen, dat totaal een f 14000 a f 15000 bedraagt, welke uit gave de Onderlinge nu wel dragen kan, nu zij een eigen kapitaal van f80.000 heeft. De jaarpremie is tevens verlaagd en is nu zeer gering, zooals uit de onderstaande cijfers blijkt. Ie klasse, gebouwen zonder bedrijf met in boedel 55 ct. per f 1000.(oude tarief gebou wen 55 ct, inboedel 70 ct.). 2e klasse, gebouwen met bedrijf, inboedel en goederen 70 ct. per f 1000.(tot nu toe ge bouwen 75 ct., inboedel en goederen 85 ct.). 3e klasse, gebouwen met bedrijf, met inboedel en goederen 80 ct. per f 1000 (oude tarief ge bouwen 82'/2 ct, inboedel en goederen 90 ct). 4e klasse, gebouwen met bedrijf, met inboedel en goederen 100 ct. per f 1000.(oude tarief 105 ct.). 5e klasse, gebouwen met bedrijf, met*inboedel en goederen 120 ct. per f 1000.— (oude tarief 140 ct). GELDEN BESCHIKBAAR eerste hypotheek op uiterst lijke <oorwsarden N B. Deze Bank niet te ver warren met de 15 jaar later even eens te Veend’im gevestigde Veen dammer Hypotheekbank. H gia. ui) wenkie •v van o»n v1e£« Gevonden voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 30 Oct: Zwart beursje met inh., H. de Vries, KL Kerkstraat 23; dweil, K. Tekelenburg, Kerk- gracht 3. Gewetensgeld. Bij den inspecteur der directe belastin gen enz. in de 2e afd. alhier is ingekomen f 500.gewetensgeld wegens te weinig be taalde belasting. LEMMER, 29 Oct. Het gaat onze visschers de laatste weken ook al niet naar wensch. De haringvangsten toch zijn nog gering, en de gevangen spiering is zoo klein van stuk, dat ze voor het grootste gedeelte onver koopbaar is. Het is te hopen dat er spoedig een gunstige verandering in -de visscherij moge komen, daar hier velen anders een schrale winter te gemoet gaan. LEMMER, 29 Oct. Heden zijn alhier ge- arresteerd en gevankelijk naar Leeuwarden H vervoerd en aldaar ter beschikking van de officier v. justitie gesteld, de twee gebroe- ders R. alhier, 18 en 20 jaar oud, verdacht van niet nader te noemen handelingen met minderjarigen. B HEERENVEEN, 29 Oct. Met 365 leden is H gisteren alhier een Vereeniging voor Zie- kenverpleging opgericht. Tot bestuursleden zijn gekozen de h.h. IJ. Sevensma, G. Bos- KK I ma, H. Ie Grand, W. Bragman en Dr. Frik. Tot gecommitteerde in het centraal bestuur I in de gemeente Schoterland is de heer M i le Grand aangewezen. B DEERSUM, 28 October. Hedenmiddag ge. I raakte te Scharnegoutum een paard gespan- nen voor een wagen van Stelma, op hol. Het dier rende den Sneekerweg af. Plotseling B sloeg het voor Deersum den weg af en hold? lB,tie openstaande schuur van veehouder F Haagsma binnen en vernielde daar een fiets. Aan de toelichting, welke bij het nieuwe con- q cept werd verstrekt, ontleenen wij het volgende: Het bestaande reglement dateert van 19 Febr. Ongeluk. 1912 en waar verschillende toestanden sedert^ Woensdagavond laat is op het Velper- VERGADER1NG van den RAAD der gemeente SNEEK op MAANDAG 2 NOVEMBER 1925, des avonds 7'A uur. Punten van behandeling: Punt 1. Notulen der vergadering van 12 October 1925. Punt II. Ingekomen stukken. a. Adres van A. H. de Vries en andere bewoners der Prinsengracht, houdende bezwaren tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het uitvaardigen van een aanschrijving betreffende demping enz. van de opvaart, loopende tusschen de le Selfhelpstraat en de achtererven van de perceelen Prinsengracht 15 tot en met 21. (Dos- sierno. 1.777.8(2)). b. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeenteontvanger op 22 October 1925. (Dos- sierno. X 07.352.651(2)). Punt III. Aanbeveling van Curatoren van het gymnasium voor de benoeming van een rector aan het gymnasium. (Dossierno. 208; bijl. 103). Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp" en de eige naren van de perceelen nos. 15 tot en met 21 aan de Prinsengracht ingevolge artikel 28 der Algemeene Politie verordening aan te schrijven tot demping van de opvaart, loopende tusschen de le Selfhelpstraat en de achtererven van vorenbedoelde perceelen aan de Prinsengracht en tot het aanleggen van een rioleering aldaar. (Dossierno. 1.777.8(2); bijl. 81). Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het opnieuw vaststellen van rooilijnen voor verschillende straten in de stad. (Dossierno. 1.777.813(3); bijl. 104). Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Algemeene Politieverordening, tot het doen uitdiepen van de Sperkhemmeropvaart en betreffende het aanleggen van een wandelweg van den Leeuwarderweg af naar den Leeuwardertrekweg en verder naar de stad. (Dossierno. 1.754.21(1); bijl. 105).’ Punt Vil. Aanbieding door Burgemeester en Wethou ders van de gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1926. (Dossierno. X 07.352.11(12); bijl. 97). Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aanbieding van de gemeenterekening over 1924. (Dossierno. X 07.352.18(4); bijl. 106). gAO. 01) ••rllta £ji «u, Mn daim, vv 1912 en waar verschillende toestanden sedert dien tijd zijn veranderd, meent het bestuur dat plein te Arnhem de 69-jarige oud-onderwij- 3' J ~~A zer F. L. N. door een gemeente-autobus ten. Vroeger kende de Vereeniging alleen leden overreden. De man is aan de bekomen verwondingen Felix Timmermans bij t Nut. In de eerste bijeenkomst van het Depar tement Sneek der Mij. tot Nut van het Al gemeen in dezen winter trad als spreker op de heer Felix Timmermans, de schrijver van het bekende werk: Pallieter. Spreker begon met de opmerking, dat hij allereerst ’n misverstand uit den weg moet ruimen: velen meenen, dat Pallieter een be staande persoonlijkheid is, ja sommigen meenen er den schrijver zelf in te zien. Hun allen kan Spr. mede deelen dat Pallieter ’n geesteskind is, geboren als alle boeken in den geest van een schrijver,, die z’n perso nen uitbeeldt zooals z’n geestesoog die zag. Natuurlijk wordt in de figuren veel ver- werkt van allerlei personen die de schrijver in z’n leven ontmoet heeft, zooals Spr. met verschillende voorbeelden aafttoonde, maar geen enkele figuur is gecopieerd naar een bepaalde persoon. Hoe is Timmermans er nu toegekomen om het boek Pallieter te schrijven? De Spr. vertelde er ’t volgende over: ’n Vrind van hem, die jaren in Brussel en Parijs had gewoond kwam naar Lier terug en sprak daar over allerlei dingen waarover men in dat landelijke stadje nooit had gehoord: occultisme, sophisme, spiri tisme, Boeddhisme en nog allerlei andere is men. Timmermans, die van huis uit Katholiek is en daaraan ’n zucht naar ’t mystieke dankt, vond in al dat nieuwe voedsel voor z’n geest: hij dompelde er met kop en ooren in onder. En al waarschuwde z’n moeder hem ook voor al dat nieuwe, hij studeerde door in ai die „ismes”, hij wilde de sleu tel voor alle mysteries vinden. Maar.... ten slotte kwam de ontnuchtering; want als hij bij eene richting de waarheid gevonden |E|s gis». yïj «arUsit ’ÏK Ivv ÏAb hKind. wet lv i meende te hebben, dan bleek die weer hope- loos in strijd met andere waarheden en ’t t eind was, dat hij er geen weg uit kon vinden. De levensbeschouwing, die hij er uit hoopte te putten gaf z’n studie hem niet, maar wel ’n levensvrees, ’n downheid die op levensmoeheid dreigde uit te loopen. Toen ging hij er tusschen uit, naar ’n heel andere omgeving, om daar weer tot even wicht te komen, naar de bosschen van het Walenland eerst, toen naar ’n Trappisten klooster, maar nergens lieten de fan tasieën, die al die moderne richtingen in z’n geest hadden opgeroepen hem met rust, de levensmoeheid groeide zelfs weer in hem Tot ’n schijnbaar ongeluk, een gelukkige ommekeer bracht. Timmermans moest voor ’n operatie in ’n ziekenhuis worden opgenomen en toen hij na de operatie weer bijkwam, toen hij de dood zoo dicht bij had gevoeld en zich nog door z’n krachteloos lichaam aan ’t bed ge kluisterd voelde, toen kwam de reactie. Toen werd in hem geboren ’n geweldige levensdrang, ’n fel er naar snakken in het leven te blijven, niet om er mysteries op te lossen, maar om in ’t volle leven te staan als een bloem, blij en door de zon besche nen, dankbaar aannemend alles wat God ons schenkt. Niet om meer te vragen naar het hoe en waarom en waartoe van alle din gen, maar dankbaar dat hij mocht blijven leven! En hij voelde, hoe in alle menschen iets van hetzelfde leefde: hoe ondanks ’t dik wijls coquetteeren met hun verdriet, ten slotte in alle menschen sterker nog leefde ’t verlangen ’n gelukkig mensch te zijn. j En toen hij' genas, terwijl buiten ’n nieuwe' lente opbloeide, toen voelde hiji ook in zich dat nieuwe, krachtige, levenwekkende. Toen zag hij het schitterende Netheland- schap badend in voorjaarsweelde. Zóó schit- Gepl. Maatsch. Kap. f g 839 997 45 «n Reserves zer F. L. N. door TttKhjjni onrSDAG»*» ¥KIJDAGBAV©1TD9 ËniUK Sta. 150 ..„g.Kuax.u d. Heli— «ilD Abonn»’» v ook het reglement zich daaraan moet aanslui- I kapitaal f 3 i overleden. Den bestuurder treft geen schuld.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1