H Uit onze Raadzaal. MIS5ÖLANCHE NIEUWSTIJDINGEN. b J Uitlui Qrgin hr liainti hul Tcnek|at 42eJAARGAB8 ZATERDAG D DECEMBER I92B Eerste BIsA Ao $9 in T 3 i" i- :n 1- 1 K JIB8DAG1a» VBUDAG8AY0irD« Brandenbürgh Co., ar V^iu.iu «.«wna»*»®» “et a* ««rw /mill %»Haga-IU>®k •«•’••h*"""' «1!» T«»B«h«rd tegen engelekfeen eee» *VvU It n f H H e n 1. n k I Hl ke Bij volgno. 268 vraagt de ie Sectie: Gezien de toestand van perceelen 3 en 4 aan de Rienck Bockemakade werd de wenschelijkheid uitgesproken zoo spoedig mogelijk tot opruiming van die perceelen over te ^aan. B. en W. antwoorden: Het ligt in ons voornemen, in het voorjaar van 1926 U voorstellen te doen betreffende verbetering van de situ atie aan de Rienck Bockemakade. Z. h. s. wordt de post vastgesteld. 5. is d- 22 n, 16 22 er 1 a- n- k- Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentiên9 ct. p. regel. 'Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiên worden tevens grai<$ ge plaatst in de SNEEKER COURANT e :n te t- in Ie n n n P >r :n n. :s d. :e »r te i- Ht U I- uij seruee «e» ram SNEEKER COOBOI annex SNEEKER COURANT an WYNRBRITSERADEEL giO Oij lange SoenlldltwW Ut IgavOTS TnWW'? ^50 ifiO. 01} e«>l »»b «en M» er geen steun wil geven, er nu weer mee naar voren komt, vooral nu hij er een maatregel aan vastkoppelt die spr. wel eens nader wil bekijken. De heer Hoekstra heeft zich wel doen kennen als iemand die er geen gevoel voor heeft, dat de gemeente in dezen een taak heeft en nu wil hij B. en W. drijven in een richting, die bij de drankbestrijders zelf niet gewild is. Wat de Voorz. heeft gezegd van de ondersteunden: in ’t alge meen zit daar een goede kant aan, maar men treft met een dergelij^e maatregel niet de menschen, die hun steun naar de kroeg brengen, maar in de eerste plaats de vrouwen en kinderen. Als er opvoedend werk in dezen te doen is, dan zal spr. een poging gaarne steunen maar men dient daarmee de uiterste voorzichtigheid te betrachten. De Voorz. vraagt den heer Hoekstra of hij er een voorstel van maakt, de post te schrappen. Nadat de heer Hoekstra hierop ontkennend heeft geant woord wordt het voorstel van B. en W. z. h. st. aangenomen. Arbeiderswoningbouw. De 2e Sectie schrijft: Hoofdstuk V, volgnummer 254. In de sectie wordt de opmerking gemaakt, als zou e. behoefte bestaan aan goedkoope arbeiderswoningen, vraag wordt gesteld in hoeverre dit juist is, en zoo ja of er bij B. en W. nog plannen bestaan ter voorziening. B. en W- antwoorden: Bij ons zijn in overweging plannen voor den bouw van een aantal woningen van het allereenvoudigste type, o. m. teneinde aan de bij het raadsbesluit van 19 Mei 1924, no. 21 uitgesproken en eventueel nog nader uit te spreken onbewoonbaarverklaring van. woningen inderdaad volledig effect te kunnen geven. Voor deze plannen wordt nader verwezen naar de toe lichting bij ons voorstel van 10 November 1925, no. 1.778.522(3), (bijlage 114) betreffende verlenging van den termijn van ontruiming der onbewoonbaar verklaarde wo ning Hooghuistersteeg 9. Z. h. s. wordt volgno. 254 hierna vastgesteld. Demping Wip enz. Bij Hoofdstuk VI Openbare Werken vraagt de 2e Sectie: De sectie vraagt hoever de plannen inzake demping van Wip enz. gevorderd zijn. B. en W. antwoorden: Na bij de Gedeputeerde Staten tweemaal te hebben aangedrongen (bij brieven van 29 Mei 1925 en 27 October 1925) op goedkeuring van Uw besluit van 2 Februari 1925. no. 14d, tot wijziging van de gemeentebegrooting vooi 1925 in verband met de plannen tot demping van Wip c. a., heeft dit college ons zijn nadere bezwaren ten aanzien van dat besluit doen kennen bij schrijven van 4 November 1925, no. 68, 2e Afd. F. Wij hebben over den inhoud van dit schrijven het oor deel gevraagd van den architect A. P. Smits te Aerden- hout, den gemeentearchitect en de Rijkscommissie voor de monumentenzorg. Zoodra de gevraagde adviezen ontvan gen zijn, komen wij over deze aangelegenheid nader bij Uw college terug. De Voorz. deelt nog mee, dat eerst 4 November het ant woord van Ged. Staten inkwam. B. en W. zullen zoo spoedig mogelijk met voorstellen komen. Laat het U geiagd aijn, dat ga ongelijk hebt, ale ge iets andere aegt dan Geef MIJ Bij volgno. 271 vraagt de 2e Sectie: De sectie stelt de vraag, of er al definitieve plannen zijn tot oplossing van het slootenvraagstuk bij Stationsweg en omgeving. B. en W. antwoorden: Ten opzichte van het vraagstuk van demping van slooten bij den Stationsweg en omgeving deelen wij U mede, dat reeds voor geruimen tijd plannen dienaangaande door den gemeentearchitect zijn ontworpen. De uitvoering hiervan kwam echter nog al duur, ook al tengevolge van de omstandigheid, dat de belangen van verschillende eigenaren bij de oplossing van dit vraagstuk betrokken zijn. Wij zijn nog niet in staat te zeggen, in hoever een basis te vinden zal zijn, op welken samenwerking in dezen kan worden verkregen. De post wordt z. h. s. vastgesteld. Het Carillon. De le Sectie vraagt: Hoofdstuk VI, volgnummer 276. De Sectie zag gaarne het carillon (een carillon) weer geplaatst in den toren van de St. Martinikerk. Tot aan moediging van het particulier initiatief zou jaarlijks een bescheiden bedrag op de begrooting kunnen worden uit getrokken. B. en W. antwoorden: Met voldoening namen wij kennis van den wensch der sectie, dat de toren der St. Martinikerk weder van een carillon voorzien zal worden. Het zal de Sectie bekend zijn, dat sedert eenigen tijd gewerkt wordt in de verlangde richting. Immers, behalve het door de Vereeniging voor vreemdelingenverkeer ver zamelde bedrag van f 1325.werden krachtens Uw be sluiten van 16 September 1924, no. 11 en 2 Februari 1925, no. 8, de bedragen, die na voldoening der kosten van aan koop van obligaties overbleven van de voor de belegging in aanmerking komende sommen (opbrengst verkoop deel trekweg Sneek-Leeuwarden en opbrengst verkochte eigen dommen) bestemd voor de vorming van een „carillon- fonds”. Dit fonds is thans, met de gekweekte rente, groot ongeveer f2300. De heer Breeuwsma zegt dat de le Sectie eenstemmig van oordeel was, dat de wensch eens naar voren werd ge bracht dat er weer een carillon in de toren zou komen: me» wilde de zaak ook van de zijde van het gemeentebestuur be spoedigen door bv. jaarlijks een bedragje daarvoor beschikbaar te stellen mede als prikkel voor ’t particulier initiatief om de zaak weer eens aan te pakken. Spr. is daarom teleurgesteld door het antwoord van B. en W., die er met:geen enkel woord op reageeren of steun mogelijk •is. Spr. had gaarne gewild, dat B. en W. de zaak nog eens onder de oogen hadden gezien, hoever ze met een jaarlijksche bijdrage kunnen gaan, om binnen zoo kort mogelijken tijd, doch in overeenstemming met de gemeentefinanciën, weer een caril lon in de toren te brengen, 't Is een zaak van belang voor de Instituut voor Arbeidersontwikkeling en A. J. C. 'Zooals blijkt uif een advertentie in dit nummer wordt door bovengenoemde orga nisaties op Woensdag 9 Dec. a.s. een propa- gandavergadering gehouden in de „Harmo nie”, waar vertoond zal worden de film „Het Pinksterfeest der A. J. C.” Op de heide bij Vierhouten voor het schoone Makkerhuis wordt elk jaar temid den der wijde rustige natuur het groote feest der jeugd gevierd. Van het begin af beleven wij dit mede. Wij zien op de ruige heide de voorbereidingen treffen, wij zien de makkers aan het werk, die het kamp opbouwen, dan trekken uit alle steden de jonge kameraden onder hun wapperende vlaggen naar de sta tionsgebouwen. Op de perrons zien wij de afdeelingen uit Noord en Zuid elkander ont moeten, dan eindelijk het station Nunspeet van waar de eindelooze stoet naar het kamp trekt. En daar zijn wij dan het heele feest met hen samen. Daar zien wij hun dansen, hun spel en sport, daar zien wij de duizen den lichten van den fakkelstoet door het avondduister fonkelen, daar speelt zich vooi onze oogen het wonderlijke spel af van „Goudvreugde’s ontwaken”. Wij zien de jeugd in het eigenlijke kampleven, aan de waschplaatsen, bij het eten, voor de tenten, als corveeërs en wachtslieden, wij! zien er de jeugd, als de luim hoogtij viert bij de opvoe ring van „Bulletje en Boonestaak,” als het lied in het openluchttheater opklinkt uit dui zend kelen, maar ook als de oudere voor mannen, als wethouder Wibaut, hun be zielend woord tot hen richten. Wibaut, Zadelhoff, Bergmeijer, Harmen de Boer en hoeveel andere bekenden werden door de vreugde aangetast en in het feestgewoel op genomen. Tot eindelijk het afscheidsuur komt en Koos Vorrink tot allen nog eenmaal het woord richt. Een film zoo vol echte levensvreugde, zoo artistiek van uitvoeringen zoo veelzijdig in zijn opnamen, dat zij voor ieder publiek een groot succes waarborgt. Den heer F. Doornspleet, alhier, be haalde op de reciteerwedstrijid j.l. Woensdag te Sloten, uitgaande van ’t Nut aldaar, in afd. luim den tweeden prijs. De oplichter gepakt. De pseudo-postambtenaar Hamming, die te Heerenveen, Wolvega, Akkrum en an dere plaatsen in Friesland oplichterijen en diefstallen pleegde, is blijkens een radio- politlebericht door de marechaussee te Wor- merveer aangehouden. Hij blijkt te [zijn de 21-jarige M. Luiming, afkomstig van Groningen. Volksonderwijs en O. L. school. Door een actie van de afd. Volksonder wijs te Oldenzaal wordt aldaar door de afd. van het Nut een school gesticht onder zelfstandig schoolbestuur. De oorzaak hier van is, dat een overcomplete leerkracht op 1 Jan. a.s. ontslagen moest worden, en de gemeenteraad tegen den wensch in van „Volksonderwijs” een jonge leerkracht ont sloeg in plaats van een 60 jarige onderwij zeres, die gaarne haar ontslag wilde hebben. Ds. E. van den Bergh, f Men bericht uit Maastricht, dat aan ds. Van den Bergh geen wandaad is bedreven. Hij is op straat bezweken aan een hart kwaal. De Limb. Koer., die wel vermeldt, dat even voordat ds. Van den Bergh ineenzakte, deze door jongens met sneeuwballen was geworpen, schrijft: „Geruchten, als zou de dood van den predikant in verband staan met het gooien van sneeuwballen, zijn in het geheel niet bevestigd, ook niet, naar ons werd mede gedeeld door den dokter, die den dood constateerde”. Een Concertgebouw te den Haag. Er is een reeks perceelen aan het Lange Voorhout aangekocht, liggende tusschen het paleis van de Koningin-Moeder en de firma Nieuwerkerk en zich uitstrekkende tot het Smidswater, ten behoeve van een groot Haagsch concertgebouw, uitsluitend bestemd voor ernstige kunst. Den Haagscher Kunstkring is aangeboden, in dit nieuwe gebouw haar domicilie te kiezen, welk voor stel in overweging is genomen. De archi tect is Co Brandes, die reeds met zijn ont werpen is begonnen. In anderhalf jaar hoopt men met den bouw gereed te zijn. Hoog bezoek! Volgens de H. Crt. zou de Amerikaan- sche film-artist Charley Chaplin, die een reis naar de Europee^che hoofdsteden gaat ondernemen, voornemens zijn op tournée ook ons land te bezoeken. dat hier plaatsen. De heer Breeuwsma zal met genoegen zijn stem geven aan het voorstel van B .en W. Het bevreemdt spr. wel, dat de heer Hoekstra die er wel bezwaar tegen heeft, dat de gemeente in dit opzicht «en taak zou hebben en die daarsjm heelemaal VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK op MAANDAG 30 NOVEMBER 1925. (Vervolg van ons blad van 3 Dec.) Behandeling Gemeentebegrooting. Bij de artikelsgewijze behandeling der begrooting wórden alleen die volgnummers behandeld, waarop door de secties bemerkingen zijn gemaakt. Allereerst vraagt de le Sectie bij: UITGAVEN. Hoofdstuk 11, volgnummers 168 en 169. De Sectie vraagt, of èn ten opzichte van het archief èn ten opzichte van aangekochte boekwerken aan de leden van den Raad gelegenheid kan worden gegeven, daarvan een gemakkelijk en ruim gebruik te maken, zoo mogelijK mede door het samenstellen van een catalogus of legger. B. en W. antwoorden: le Sectie. Volgnos. 168 en 169. Bij de beantwoording van de gestelde vraag maken wij onderscheid tusschen het archief der gemeente en de op de secretariekamer aanwezige boekenverzameling. Wat het archief betreft, merken wij op, dat het verlee- nen van inzage beheerscht wordt door de bepalingen van de Archiefwet en enkele, door Uw college vastgestelde, verordeningen. Met inachtneming daarvan kunnen de leden van Uw college het gewenschte gebruik van het archief maken. Wij nemen deze gelegenheid te baat, om onder Uw aan dacht te brengen, dat ten opzichte van het oud-archief, thans ondergebracht in een ruimte, die ons groote vol doening geeft, nog de noodzakelijkheid gevoeld wordt van het maken van een volledige inventaris. Voor een goede raadpleging van dit archief kan een dergelijke in ventaris niet ontbeerd worden. Het opmaken er van kan echter niet geschieden zonder de medewerking van ten deze wetenschappelijk geschoolde personen. Wellicht ko men wij eerlang omtrent deze zaak met nadere plannen bij Uw college. Ten aanzien van de boekenverzameling deelen wij U mede, dat een volledige legger in bewerking is. Wanneer deze gereed is, zullen wij hem gaarne voor U ter inzage leggen. Tot dat tijdstip zal op Uw verzoek door den Secretaris gaarne gelegenheid tot kennisneming van den inhoud der boekwerken verleend worden. De posten worden z. h. s. vastgesteld. Brandweer. Bij volgnummer 217 vraagt de 2e Sectie hoever de plannen t. a. v. het centraal weksysteem gevorderd zijn. B. en W. antwoorden: De plannen voor het invoeren van een weksysteem zijn nog in voorbereiding. De invoering is vertraagd door de ziekte en het overlijden van den wethouder voor de be drijven. De heer Hoekstra vraagt of B. en W. ook eenige inlich tingen kunnen geven hoever de zaak gevorderd is. De Voorz.: Neen. De heer Hoekstra: Zal de zaak nog lang op zich laten wachten? De Voorz. zal informeeren hoever de zaak gevorderd is. De heer Hoekstra vraagt, als ’t nog lang duurt, of het dan niet raadzaam is, dat de politie nog een aanhangwagentje aan de slangenwagen krijgt De Voorz. zegt geen nadere inlichtingen te kunnen geven; hij zal 't college Brandmeesters over de zaak spreken. Een aanhangwagen zal meer personeel vragen dan bij de politie als regel beschikbaar is. De politie heeft thans een minimax- apparaat, dat al enkele keeren goede diensten heeft bewezen. De resultaten bij een begin van brand waren schitterend. Slaat een brand eenmaal uit dan doet een enkele slangenwagen ook niet veel. Spr. belooft echter zoo spoedig mogeiijk met voor stellen te zullen komen. meentekas over 1926. Het laatstgenoemde Comité geniet reeds gedurende 5 jaren van gemeentewege financieelen steun. Op verzoeken om subsidie van andere organisaties werd vroeger door U geregeld afwijzend beschikt, op grond van de omstandig heid, dat door U ten opzichte van de drankbestrijding meer heil werd verwacht van centralisatie dan van verbrokke ling van krachten, tot het bereiken van welke centralisatie die andere organisaties, voor welke ook de mogelijkheid van aansluiting bij het Centraal Drankweer Comité be stond, niet medewerkten. In Uw vergadering van 17 November 1924 werd echter van dit standpunt afgeweken en ook voor andere vereeni- gingen, werkzaam aan de bestrijding van het drankmis bruik, inzonderheid voor die, welke zich om principiëele iedenen niet aansluiten bij het Centraal Drankweer Comité, de mogelijkheid geopend voor het verkrijgen van geldelij- ken steun van gemeentewege. Te dien einde werd over het jaar 1925 aan het genoemde comité een subsidie, groot f350.verleend, o.m. onder voorwaarde, dat hef een bedrag van f 100.— van deze som af zou dragen aan een uit de niet bij het comité aan gesloten drankbestrijdingsvereenigingen te vormen com missie, ter onderlinge verdeeling. Het komt ons gewenscht voor ook thans dezelfde hou ding aan te nemen ten aanzien van de actie op het gebied der drankbestrijding, en derhalve aan het Centraal Drank- weercomité een bijdrage van f 350.— toe te kennen, met bepaling, dat van deze som een bedrag van f 100.ter onderlinge verdeeling zal worden afgedragen aan een uit de vorengenoemde andere organisaties te vormen com missie. Ter vereenvoudiging van de administratie schijnt het ons wenschelijk, om, ten einde te voorkomen, dat deze aangelegenheid jaarlijks bij de behandeling der gemeente begrooting aan de orde moet worden gesteld, de bijdrage tot wederopzegging in den bovenomschreven vorm te ver- leenen. De heer Hoekstra zegt, dat hij nog steeds op hetzelfde standpunt staat van vroeger. Spr. wil niet in herhalingen ver vallen, maar er zich alleen tegen verzetten dat de gemeente subsidie verleent aan de drankbestrijding. Die dient geheel overgelaten aan het particulier initiatief. Voorts wil spr. nog eens dé „zwarte lijst” aanbevelen. Hij zou gaarne vernemen hoe B. en W. daartegenover staan. De heer Boeijenga vraagt een toelichting wat die „zwarte lijst” is. De heer Hoekstra antwoordt dat de zwarte lijst de namen bevat van drankmisbruikers. Ze wordt samengesteld door den Comm. van Politie en B. en W. en opgehangen in de verschil lende café’s. Aan de personen op die lijst vermeld is ’t den caféhouders verboden te tappen. De heer S ij t e in a vraagt bij hoeveel slokjes men op die lijst komt. De heer Hoekstra antwoordt dat alleen zij die zich aan openbare dronkenschap hebben schuldig gemaakt er op worden geplaatst. Men zou er alleen al mee gewonnen hebben dat inen geen dronken lui meer langs de straat zou zien. Spr. raadt aan eens te informeeren bij Utingeradeel en Alkmaar; men zal verwonderd staan over de resultaten. De heer Put komt op tegen de gedachte van den heer Hoek stra. De heer Hoekstra meent, dat nu de tijd gekomen is het gemeentesubsidie in te trekken en de bestrijding van de drank maar verder aan het particulier initiatief over te laten. Maar met het tot hiertoe verleenen van deze subsidie blijkt wel dat de raad principieel de waarde Van het drankbestrijderswerk voor de gemeenschap heeft erkend en de noodzakelijkheid van finan- cieele steun heeft ingezien. En wat is er nu veranderd dat deze steun in eens zou ophouden? Twee dingen kunnen verander zijn: in de eerste plaats dit: het is niet meer noodig, want er wordt niet meer gedronken, de actie van de drankbestrijding is dus overbodig geworden. Maar spr. denkt dat niemand durven beweren, dat dit juist is. Of in de tweede plaats: hr werk is nog wel noodig, mhar de drankbestrijders zijn ineens zooveel kapitaalkrachtigen geworden dat ze .behalve de tijd en de financieele offers die ze nu al geven in het belang der gemeenschap, nu ook wel zelf bovendien kunnen betalen wat thans de gemeente geeft. Ieder weet dat ook dat onjuist is. Er is' dan ook geen enkele redelijke grond aan te wijzen dar deze gelden, waarop tot nu toe de drankbestrijding mocht rekenen, zouden moeten worden ingehouden. Er zijn veel redenen aanwezig die deze subsidie motiveeren. Nog onlangs is in deze raad bij meerderheid van stemmen be sloten het maximum aantal vergunningen te beperken, een be wijs dat het gemeentebestuur in den geest der drankwet wil handelen door de drankverleiding te beperken. Men voelt dus zijn roeping in het belang van de aan zijn zorgen toevertrouwde gemeente. Nu weten wij allen wel, dat wetten voor de drank bestrijding, wanneer die niet leven in de volksovertuiging, niet veel baten. Eri die volksovertuiging om te zetten ligt niet m het vermogen van de raad en ook niet op zijn weg. Neen dat laat hij over aan het particulier initiatief, maar het is dan ook zijn eigen belang of liever het belang der gemeenschap, wanneer dank zij het particulier initiatief de geest zoo omgezet wordt, dat hij met de door de overheid genomen maatregelen accoord gaat. Dat deze particuliere bemoeiingen derhalve ge steund worden door den raad is alleszins te verdedigen en het zou getuigen van groote kortzichtigheid wanneer een dergelijke steun werd ingetrokken. Misschien is het argument: bezuinigen! Maar ook dat argument gaat niet op, want drankbestrijding is een bezuiniging en nog wel een, waarmee terdege rekening moet worden gehouden, want allerlei kosten worden aan de gemeenschap bespaard, doordat de drankbestrijding hét kwaad voorkomt. Spr. hoopt dan ook dat de raad zich niet zal laten verleiden om ter wille van kleine argumenten den finantieelen, en vooral niet minder den zedelijken steun, die er in het toe kennen van subsidie gelegen is, weg te nemen. Het is den ont houders ook wat waard, dat ze voelen, dat het werk, dat ze met opoffering van tijd, kracht en geld voor de gemeenschap doen, waardeering vindt bij de overheid. Laat men deze rugge steun niet gaan wegnemen en het voorstel van B. en W. zooals dit wordt aangeboden aannemen. De Voorz. zegt, dat op de zwarte lijst worden geplaatst personen, die doorloopend misbruik maken van sterken drank. Dat getal is hier ter stede niet zoo heel groot: die kent men wel. Bovendien de contröle is zeer moeilijk. Beter acht spr. dan nog dat er lijsten samengesteld worden van de menschen die onder steuning genieten en van wie men merkt, dat ze veel kroegen bezoeken. Ook is al gezegd: geef lijsten van alle bedeelden, maar spr. acht zulks immoreel. En wat de dronken lui op straat betreft, spr. meent, dat niet zooveel voorkomt in Vergelijking met andere l|li| gia. iagsvau van w««u- |C|| um. <Uj «uum «<m> Mnnotr #0 d. Iv” be»”* ««-g Bij volgnummer 221 Subsidie aan het Genootschap tot zede lijke verbetering van gevangenen f5.wordt besloten, die sub sidie voortaan te verleenen aan de onlangs opgerichte afd. Sneek van dat genootschap. Kraamverzorging. Volgno. van de begrooting 240. Punt XXVa. Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van het bestuur der Vereeniging voor kraam verzorging, houdende verzoek om toekenning van een sub sidie van f700.voor 1926. (Bijl. 98; dossierno. 1.842. 1(D). B. en W. adviseeren: Door het Bestuur der Vereeniging voor Kraamverzor- ging alhier wordt in het hierbij overgelegde adres tot U het verzoek gericht om toekenning voor het jaar 1926 van een subsidie uit de gemeentekas van f 700. In de bij het adres overgelegde bescheiden wordt een overzicht gegeven van den financieelen toestand der Ver eeniging. Wij brengen bij U in herinnering dat over de jaren 1922, 1923 en 1924 aan bedoeld Bestuur een gemeentelijk sub sidie werd verleend van respectievelijk f800.—, f800 en f700.—. Wij meenen, dat er evenals vorige jaren termen be- staan, om aan de Vereeniging een financieelen steun uit de gemeentekas te verleenen. In aanmerking nemende, dat, hoewel het aanvankelijk in de bedoeling heeft gelegen, het te verleenen subsidie zooveel mogelijk afloopend te doen zijn, de financieele toe stand der Vereeniging verdere vermindering thans nog niet toelaat, meenen wij U te moeten adviseeren, het voor 1926 uit de gemeentekas toe te kennen subsidie, evenals voor 1925, op f700.— te bepalen. Z. h. s. aldus besloten. Subsidie Drankbestrijding. Volgno. van de begrooting 243. Punt XXVb. Advies van Burgemeester en Wethouders inzake adressen van het Centraal Drankweercomité, van de afdeeling Sneek van het Kruisverband, van de Gere formeerde Vereeniging voor Drankbestrijding en de Maria- Vereeniging, houdende verzoek om toekenning van een subsidie uit de gemeentekas, over 1926. (Bijl. 99; dossier no. 1.761.1(2)). J B. en W. adviseeren: Onder dagteekening respectievelijk van 3 en 12 Septem ber j.l. zijn onderscheidenlijk door de afdeeling Sneek van het Kruisverbond, de Gereformeerde Vereeniging voor Drankbestrijding en de Maria-Veregniging, en het Centraal Drankweer Comité tot U de hierbij overgelegde verzoe ken gericht om toekenning van een subsidie uit de ge- gia. as;

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1925 | | pagina 1