3
II
I?
MissBlanche
I
200
25
187
NIEUWSTIJDINGEN.
187
Olficliil Orgm hr limiiti Snik
NtDIRLAIIDSCHE HYPOTHEEKBAHK
2000
4 l/2°|o Pandbrieven a 98 Va °|o
iso 75
ZATERDAG 83 JA6UARI 1826
Eerst» Blad
42e JAAR6A66
■o. 32
ir en
I
Brandenburgh Co.,
p
ta
Vjigana «orwMiütii ««sracagakoman mat da Nwllawflwwkw AlgwaawwB» Vwrae-
Mnrteww-Bamh te Swktedam «ij» ansa Ibanni'e vasaakard tagan angalekkan «aar
en
IN
i.
doch
I
A. H.
G.
r
I
I*
I
gid
can
Hypotheken ruim 145.000.000
Pandbrieven ruim f 43.000.000
en
Cursus F. v. d. Goes.
„De grondslagen van het kapitalisme.”
Voor dezen cursus van het Instituut» voor
Arbeidersontwikkeling, die zooals men weet
gegeven wordt op zeven achtereenvolgende
Zaterdagmiddagen, te beginnen morgen om
half 5, blijkt zoo groote animo te zijn, dat
het bestuur de groote Harmoniezaal er voor
heeft moeten huren. Er bestaat nog gelegen
heid tot aanmelding. Men zie hiervoor een
advertentie in dit nummer.
't deelt geen sier, den rookox iets
andica aan te bevelen Hij blijft
t >oh neggen
Geef MIJ maar
Abonnement: per jaar f 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentiên9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen booger, bij
I Abonnement belangrijke korting
Advertentiên worden tevens grans ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
ct.
ct.
ct.
ct.
ct.
ct.
Pct.
ct.
SS
Maakt eens kennis met
Miss Blanche ,,R< yal”.
ie
it
i-
c
9
gld. ülj «anisa
van vinder
VwaaajaiK
DlMHJAGSea VRUDaGSAVöKDS
Uitgaven
Swbmk delates* êfe ISO.
Ongeluk met een heimachine.
Bij 't verzetten van een heistelling is Woens
dagmiddag aan den Sprevelsweg te Rotterdam
leidden fietssporen met indrukken van verdach- j een ernstig ongeluk gebeurd. Op een oogenblik
DE DONIA’S EN HARINXMA’S TE SN EEK
TOT 1525.
Doni*a was de naam van een oud Friesch adelsgeslacht,
dat vele krijgshelden heeft opgeleverd. Tjaard Donia was
de aanvoerder der Friezen, die in het jaar 1248 den Room-
schen Koning Willem II de stad Aken hielpen veroveren.
In de 15e eeuw vermaagschapten de Donia’s zich met de
Harinxma’s, doordat Tjerk Harinxma in het huwelijk trad
met Aukje Donia. Hij kreeg nu de Doniastins bij Oosterend
in bezit en nam toen den naam Donia aan. Zeven zonen
werden uit dit huwelijk geboren, waarvan er zes daad
werkelijk eh met onderscheiding optraden in den strijd
tusschen de Schieringers en Vetkoopers tegen het einde
der 15e eeuw, waardoor de oorlog in zijn laatste periode
ook wel de Donia-oorlog genoemd werd. In de 16e eeuw
was Keimpe Donia grietman van Leeuwarderadeel en
tevens lid van de Gedeputeerde Staten, in 1607 zelfs door
de Staten-Generaal gecommitteerd tot het sluiten van ’t
bekende 12-jarig Bestand met Spanje, dat in 1609 inging.
Diens zoon Frans Donia werd later afgevaardigde ter
Staten-Generaal en gevolmachtigde voor Friesland bij het
sluiten van den vrede te Munster in 1648, die een einde
maakte aan den Tachtigjarigen Oorlog.
Een en ander bewijst dus wel, dat vele Donia’s in Fries
land zich hetzij beroemd hetzij berucht maakten. Want
ook het laatste was niet zeldzaam, doordat de regeering-
lóoze 15e eeuw en de voortdurende twisten tusschen de
beide genoemde partijen de landedellieden telkens naar
het zwaard deden grijpen, ruwe toestanden en even ruwe
menschen schiepen.
Ook de thans nog bestaands plaatsnamen binnen dit
gewest bewijzen, dat de naam Donia destijds en later
een vermaarden klank had. Ik herinner U bijvoorbeeld aan
den grietenij- of gemeentenaam Doniawerstal, welke op
zijn beurt ontleend is aan dien der uitbuurt Donia-ga ten
Z. van St. Nicolaasga. Aldaar was weleer de warfstal
of gerechtsplaats van de grietenij aangelegd, zoodat we
reeds in de oorkonden van 1380 en 1384 lezen de namen
Dodingwerff en Dodingwerstal, waarvan uit 1395, 1398,
1413 enz. varianten als Dodingwerffstal, Doedingwaerstal,
Doedingenwerstalle e. a. bekend zijn.
Maar ook in andere gemeenten dan de genoemde bestaat
nog het „Donia-stee”. In Hennaarderadeel, heel op de
grens, aan den Slachtedijk bezuiden Hidaard en bewesten
Kliuw ligt de oudste Donia-state, nu misschien een boer
derij, welke den eeuwenouden naam bewaart. In Wonsera-
deel is Doniaburen aan den zeedijk Z.W. van Ferwoude
wel goed bekend, terwijl ook Doniawier met Engwier of
Abbingawier bezuiden het dorpje Wons niet geheel ver
geten is. En alweer is het een huis of huizinge ten Zuiden
van de Burgwerder kerk, die Donia heet. En ook in het
meer noordelijk gelegen deel van Friesland heeft de naam
Donia zich gehandhaafd. Hier zij slechts gewezen op het
„Doniasteed” bij Wijnaldum en Donia ten Westen van
Oosterbierum.
tes fiets naar de plaats waar de aanval plaats
greep. Ook zijn daar voetafdrukken, niet die van
verdachtes voet overeenkomend, aangetroffen.
De aanval zou eigenlijk gemunt zijn geweest op
den veehandelaar Bouwe Postma, met wien ver
dachte een kwestie had en dien hij reeds eerder
had bedreigd. Toen Postma van den aanval
hoorde en men hem tevens Zei, dat het op hem
was gemunt geweest, had hij de politie gezegd
dat J. W. dan wel de dader kon zijn.
Het O. M. eischte tegen J. W. 4 jaar gevan
genisstraf.
De verdediger mr. F. C. Stoop, vroeg een na
der onderzoek subs, vrijspraak bij gebrek aan
bewijs.
Sminia, van wien de Naamlijst der Grietmannen in Fries
land nog altijd een waardevolle historische gids is. Deze
betoogde en m. i. zeer terecht, dat het toch onmogelijk
was, althans hoogst onwaarschijnlijk „dat de zoon van
hem, die in 1300 reeds eene betrekking bekleedde, in 1436
zoude gestorven zijn.” Hij acht dan ook, dat Bocke Donia
1350 hoofdeling van Sneek was.
Intusschen is van diens leven niets met zekerheid be
kend. Iets meer weten we van zijn zoon Rienck Bockema,
zooals hij meestal genoemd wordt. Schotanus in zijn Frie-
sche Historiën, de schrijver van „Oudheden en Gestichten”,
die van den „Tegenwoordige Staat” tot den bekenden
Sneeker „eksteur” Napjes toe hebben allen het avontuur
lijke en aan afwisseling rijke leven van dezen Sneeker
hoofdeling kroniekmatig meegedeeld. In hoofdzaak komen
die verhalen op het volgende neer. Rienck werd 1350
geboren, trad al spoedig in Engelschen krijgsdienst, om
naar de gewoonte dier dagen naam te maken als ridder
en woonde daarna meest op zijn stins Rodenburg te Sneek,
zoo van 13771385, 1387—1390 en misschien ook van
1391—1396.
Bij den inval van Albrecht van Beieren op Frieschen
bodem speelde hij een overeenkomstige rol als later Hessel
van Martena in Franeker. Hij haalde nl. den doodsvijand
van vele Friezen in het land en zwoer dien als een echte
Vetkooper trouw. In het Charterboek werd hij in de des
betreffende oorkonde gedoopt als Revenich van der Snecke,
waarvoor echter dient gelezen te worden Rienck van Sneek.
Ook de daar genoemde Haring in den Hage is identiek
met Haring Donia of Harinxma van Heeg, die vader was
van den bovengenoemden Tjerk Harinxma, den lateien
schoonzoon van Rienck Bockema.
Meer dan door zijn stoute krijgstochten heeft deze
Donia zich naam gemaakt door zijn stichting van het
klooster Thabor, waarvoor hij zijn goederen bij Tirns en
Sneek'bestemde. Hij hulde zich toen ook zelf in geestelijk
habijt waarschijnlijk als een der leekebroeders of con
vers! en overleed te Thabor ten jare 1436. Ook de lalere
leden van de geslachten Donia en Harinxma hebben de
kloosterstichtingen in en om Sneek met hun gaven bij
leven en sterven bedacht. Zoo releveerden we reeds in
onze serie Kloosteropstellen, hoe blijkens het Stamboek
van den Frieschen Adel. Katrijn Harinxma, de echtgenoote
van Louw Donia en zuster van Bocke Jr. „die cruce-
bruderen bynnen Sneeck” bij testament bedacht, terwijl
het klooster Groendijk onder den rook der stad alsmede
het genoemde Thabor van haar een gelijke donatie kregen.
Intusschen had de in Thabor ontslapen Sneeker hoof
deling Rienck geen zoons,, die hem in dat ambt konden
opvolgen, maar wel een paar dochters. Een daarvan,
His(ke) was in 1402 gehuwd met Ag(g)e Harinxma, de
andere Trijn met Tiete (of Tjitte) Idzarts Hettinga, vol
gens het Stamboek hoofdeling van Hommerts. De eerst
genoemde schoonzoon volgde Rienck op als hoofdeling
van Sneek en was evenals zijn voorganger met hart en ziel
Schieringer edelman. Men verdenkt hem van de sticking
der Donia- of Harinxma-stins, welke nog in de 17e eeuw
een der markante bouwwerken van de Sneeker Markt
straat uitmaakte. Het bovengenoemde slot Rodenburg toch
was in de 14e eeuw door de woedende Sneekers zelf ver
nield. Het daarvoor nu in de plaats gekomen Harinxma-
huis heette in de 16e en 17e eeuw meest Dekama- of Gruy-
tersmahuis.
Na Age Harinxma kwam in 1422 aan het hoofd van
de Sneeker regeering zijn zoon Bocke, toen nog slechts
19 jaar oud. Onder dezen hoofdeling werd in 1456 het
Sneeker stadrecht voor het eerst beschreven in den vorm
waarin we het nog kennen. Blijkens de meest waardevolle
onzer Friesche kronieken, de Latijnsche van Ubbo Emmius,
was de macht dér Friesche landedelen, die destijds als
hoofdelingen der Friesche steden optraden, al vrij aan
zienlijk geworden, hetgeen vooral gold de Sjaerda’s of
Sjaardema’s te Franeker, de Jongema’s van Bolsward en
de Harinxma’s van Sneek, allen erfelijke heerschers.
Dat echter de Sneekers zich reeds toen niet in alle zaken
de wet lieten stellen en dus wel degelijk democratische
gevoelens aan den dag legden, kan men gemakkelijk af
leiden uit het eerste artikel van het boven aangehaalde
IBM SNEEKER COÜRANI
annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
#1) varlte» vww
vRavingar.
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen 11 /2 en 12j/2 uur,
de navolgende voorwerpen als gevonden gede
poneerd op 21 Januari 1926:
Steeksleutel, pluimmuts.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge
vonden aangegeven op 21 Jan. 1926:
Huissleutel, J. Jillings, 2e Zomerrakbuurt
40; nikkelen heerenhorloge, M. Corbier,
Kleinzand 5; paar schaatsen, J. Cambach,
2e Boschdw.straat 6;; zilveren horlogeket
ting, S. Zandstra, Kloosterdwarsstr. 42,
handschoen, R. v. d. Wal, Zuidend 23.
Geslaagd voor het examen boekhou
den, de heer W. IJntema, alhier, leerling van
de Fa. Terpstra en Kooi.
gltt. Bl] rate CA
««E d«ts». VU
Verduistering van een ton.
Bij een bankinstelling op een der grachten in
het centrum van Amsterdam is men een zeer
omvangrijke verduistering op, het spoor geko
men, zoo meldt de Tel. Bij een contróie van
optellingen, welke met een telmachine gedaan
yvaren, werd een verschil van eenige duizenden
'guldens opgemerkt. Het onderzoek werd toen
nog uitgebreid en ten slotte werd een tekort ont
dekt, dat ongeveer f 100.000 bedraagt. Het bleek,
dat het rnogelijk was geweest, dit bedrag te ver
duisteren door ongeoorloofde handelingen met
de telmachine te verrichten, zonder dat zulks
dadelijk ontdekt kon worden.
In verband met deze verduistering viel het
vermoeden op een 25-jarig bankbediende. Deze
is Dinsdagavond door de politie van het bureau
Lauriergracht gearresteerd. Bij het verhoor door
commissaris Pijper bekende hij het feit gepleegd
te hebben. Hij had op zeer grooten voet geleefd
en het geheele bedrag verspeeld en verbrast.
Ook kwam aan het licht, dat een zijner vrien
den, een jonge man van ongeveer denzelfden
leeftijd, van deze verduistering op groote schaal
had geprofiteerd en mede had geholpen het
geld op te maken. Ook deze jeugdige losbol is
in verzekerde bewaring gesteld. Beiden worden
ter beschikking van de justitie gesteld.
Te veel onderwijzers.
Voor de betrekking van onderwijzeres
aan de openbare school te Ruurlo hebben
zich 113 sollicitanten aangemeld.
Een F o k k e r-v 1 i e g t u i g zoek.
Men maakt zich te Soesterberg ongerust
over het wegblijven van een Fokkerverken-
nersvliegtuig, aan boord waarvan zich 2
onderofficieren bevinden. Omstreeks 12
uur Dinsdagmiddag zijn zij opgestegen en
Woensdagmorgen 8 uur was nog nietsomtrent
het vliegtuig vernomen.
Te Soesterberg en op het vliegveld de
„Kooy” te den Helder staan vliegtuigen
voor het vertrek gereed, om naar het ver
miste vliegtuig te zoeken.
De namen der vliegers zijn Hartjesveld
en M. Vos. De machine zou een oefening
langs de kust maken. In den loop van den
middag is het vliegtuig Dinsdag nog ter
hoogte van Katwijk gesignaleerd,
sindsdien is niets meer vernomen.
Om vier uur had de machine in Soes
terberg terug moeten zijn.
Genoeg om te doen zien, wat de Donia’s in ’t algemeen
voor Friesland hebben beteekend. Nu iets over deze en
aanverwante families, voorzoover speciaal Sneek betreft.
In Wymbritseradeel en Sneek traden de hoofdelingen,
(in ’t Oudfriesch „haedlingen” genoemd), voor het eerst
in de desbetreffende oorkonden van het jaar 1421 op,
daarna in 1424. Zoo legden zij in eerstgenoemd jaar den
eed van trouw af aan Johan van Beieren „mit opgerechten
vingheren lijflic ten heiligen zwerende”, gelijk het er letter
lijk in Frieslands Charterboeken staat. Ten jare 1424
bezorgden zij, als hoofden van de rechtsmacht in „Wein-
britzeradeel” c. a. aan Ijlst een rechtspleging „gelijck dae
yn Snitze jefta othera Steden”, d. w. z. als in Sneek of
de andere steden.
Toch had Sneek al eerder zijn hoofdelingen. En het
is juist de oudst bekende, welke een der Donia’s moet
zijn geweest. Die eerste zou dan zijn Bocke Dodinga,
Dothnia of Donia. In het Nieuw. Friesch Volksalmanak
van 1856 noemt Adelen van Cronenburch hem hoofdeling
van Sneek en Qosterend 1300. Dit gevoelen is echter
bestreden als een historische onjuistheid door Baerdt van-
Op de Nationale Pluimveetentoon-
stelling gehouden op 15, 16 en 17 Januari
te Nieuwe Pekela behaalden de Gebr. Koop-
mans van Sneek met 5 inz. pluimvee 5 eer
ste en 4 eereprijzen plus een prijs voor de
mooiste collectie watervogels.
BR1TSWERD—W1EUWERD. Men deelt
ons van zeer betrouwbare zijde mede, dat
de vervulling van de predikantsplaats al
hier zeker nog lang op zich zal laten wach
ten, aangezien er geen eenstemmigheid is
inzake ’t voldoen van den aanslag van den
Raad van Beheer.
DEERSUM. Een auto, bestuurd door
iemand uit Den Haag kwam in de nabij
heid van de plaats Siksma te dicht aan den
slootkant. De bestuurder geraakte even het
stuur kwijt en de geheele auto plofte te
water. Gelukkig wist de chauffeur zich tij
dig te bergen. Eerst met veel moeite bracht
men de auto op 't droge.
Verbreeding van onze straatweg ware ze
ker een zaak van groot belang.
HEM. OLDEPH. c.a., 21 Jan. Bijkens het
verslag van de commissie tot wering van
schoolverzuim heeft er in deze gemeente ge
durende 1925 weinig schoolverzuim plaats
gevonden.
Tien maal is genoemde commissie bijeen
geroepen ter behandeling in totaal van
slechts 13 gevallen, waarvan een paar ma
len nog bij de Inspectie voor verzachtende
omstandigheden kon worden gepleit.
Poging tot doodslag.
Voor de rechtbank te Leeuwarden is Woens
dag de zaak behandeld tegen J. W., 30 jaar,
boerenknecht te Surhuisterveen, verdacht van
poging tot doodslag op den koopman W. Meijer
aldaar. Verdachte zou hem in den vroegen och
tend van 23 October bij Surhuisterveen van ach
teren beslopen en bij de keel gegrepen hebben,
waardoor Meijer het bewustzijn verloor. De mis
handelde beweert dat het de verdachte was, die
hem heeft aangevallen. Deze ontkent echter. Er
Sneeker Stadboek ,dat a. h. w. te beschouwen is als
een accoord, gesloten tusschen den hoofdeling Bocke Ha
rinxma en de zelfbewuste burgerij. Dit artikel geeft meteen
een illustratief beeld van tijden en toestanden, vooral
betreffende de plaatselijke regeering van het 15e eeuwsche
Sneek en daarom laten we zijn inhoud hier eens volgen:
„Bocka Harinxma oft zynen naecomelingen zullen alle
iaer enen Scepen kiesen vuyt den XXXVI, wien zy willen,
ende als Bocka foersz. ofte zyn nacomeling zelf tot Sche
pen gecoren es, zoe en sail hy des selvis iaers gheen koer
hebben to kiezen, mer die drye Hoeftpriesters ende die
olde Scepenen ende Raedtsluyden, (als foirsz. steet), zul
len des tsiaers vier nye Schepenen kiesen.”
Hieruit blijkt voldoende, dat ook de macht van een
Harinxma nog besnoeid en beperkt kon worden door het
zelfbeschikkingsrecht en de democratie der Sneekers, die
met hem de regeering over hun stad deelden.
En heer Bokke onderwierp zich daaraan gewillig, of
schoon hij zijn eenmaal verkregen familierechten voor zich
en zijn nazaten opeischte. Immers we lezen nog verder:
„Ende hier mede soo heeft Bocka foirsz. voer hem ende
voer zyn nacomelinghen overgegeven met vryen wille alle
zyn Scepenyen, die hy hadde bynnen Sneeck, beholdelick
die één koer ten ewighen daghen voer hem ende voer zijnen
nacomelingen, in maten als voersz. staet.”
Dit „ten ewighen daghen” eindigde echter, toen de
Sneeker tak der Harinxma’s in rechte lijn uitstierf en
vooral, doordat in volgende eeuwen nieuwe regeerings-
toestanden met nieuwe, zelfs vreemde vorsten aan het
hoofd van stad en lande, ook andere verhoudingen schie
pen. Daarover echter thans niet, maar liever zetten we
onze persoonsbeschrijvingen voort.
Toen Bocke in 1469 stierf, liet hij twee zoons na. De
oudste daarvan was Watze Harinxma, die reeds heerschap
of hoofdeling van Sloten was. Deze tak der Harinxma’s
kreeg daardoor den toenaam van Harinxma thoe Slooten,
welke thans nog voortleeft in de bekende adellijke familie
van dien naam, waartoe vele vooraanstaande persoonlijk
heden op politiek en justitieel gebied behooren en waarvan
Frieslands Gouverneur ongetwijfeld in den voorrang staat
en daardoor dit treffelijk erfschap zijner roemruchte va
deren nóg meer populair helpt maken. Tevens blijkt er uit,
dat de Zuidwesthoek dezer provincie hun bakermat droeg
en de stad Sneek aan velen hunner titels en praedicaten
schonk, die hun aanzien verhoogden.
Watze Harinxma bleef intusschen hoofdeling van Sloten
en Sneek kreeg tot 1471 zijn broer Feycke als heer. Toen
stierf deze reeds en Watze’s zoon Pieter Harinxma trad
in de rechten van zijn overleden oom. Daar ook gene reeds
ten jare 1488 kinderloos ten grave daalde, werd de zoon
van Feycke, wederom een Bocke (de jongere) Sneeker
hoofdeling. Hij staat in de annalen van Frieslands krijgs
geschiedenis met gulden letteren opgeteekend wegens zijn
dappere daden, getuigende van moed, beleid en trouw.
Zulks kon echter niet verhinderen, dat met hem de laatste
der Sneeker Harinxma’s van het woelig strijdtooneel ver
dween, toen reeds in 1499 zijn doodsure sloeg. Het was
net in den tijd, dat de Saksische vorsten Albrecht en diens
zoon Hendrik te Sneek gehuldigd werden.
De familie-tradities en dito rechten werden toen voor
een deel overgenomen en geërfd door den aangehuwden
neef van den overleden Bocke Harinxma Jr., die nl. ge
huwd was met Bocke’s volle nicht Luts van Harinxma,
dochter van Bocke’s oom Juw. Zij was eerder getrouwd
geweest met den Franeker hoofdeling Sicko Sjaerda (of
Sjaardema). Met z’n allen hadden ze den Saks in ’t land
gehaald, die sedert 1500 de vrijheidlievende Friezen naar
zijn hand trachtte te zetten, hier ordelijker bestuurstoe-
standen in ’t leven heeft geroepen en het arme beroqide
Friesland een nieuwe periode van bloei en vooruitgang
deed ingaan.
Aan dit gezegend werk konden geen Sneeker Harinxma’s
meer hun krachten wijden, doch thans namen de Liaucke-
ma’s*hun taak over. Daarover echter in ‘onze schets omtrent
leven en werken van Sicko Liauckema, den bevrijder van
Sneek.
opgericht tö VOCndaiïl in 1890
Directie Mr. M. J- BOS en
Mr. J. WILKENS
Gepl. Maatsch Kap. j 857 547 78
en Reserves
I ct.
ct.
ct.
glü ingeval van ever-
!i|dan binnen 80 d.
Het nieuwe Sportpark en de
Olympische Spelen.
In de Amsterdamsche raad is behandeld
het voorstel van B. en W. tot ontbinding
van erfpachtsovereenkomsten met de N. V,
Mij. tot Expl. van het Nederl. Sportpark,
tot het aangaan van nieuwe overeenkom
sten met bovengenoemde maatschappij en
het Nederl. Olympisch Comité en tot het
beschikbaar stellen van een crediet voor
werken aan den Amstelveenschenweg.
Het voors'el van B. en W. is zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Onderwijs en postzegelverzamelen.
In het laatste Ed. Suppl. van The Times
wordt de aandacht gevestigd op hef nut en
de beteekenis van het postzegelverzamelen
door de scholieren voor onderwijs en alge-
meene ontwikkeling. Het is altijd een ver
standige paedagogiek geweest, de natuur
lijke neigingen van het kind zoo te leiden,
dat zij aan zijn lichamelijk en geestelijk heil
ten goede komen. Dat kan en moet ook ge
beuren met de neiging tot postzegelverza
melen bij scholieren, die sterker is dan
ooit.
„Het is te betwijfelen” aldus ’t Suppl.
„of er eenige liefhebberij is, die zoo po
pulair blijft en tevens zooveel opvoedkun
dige elementen in zich bergt; Met het oog
op de groote opvoedkundige mogelijkheden
van deze liefhebberij is het verwonderlijk,
dat het verzamelen van postzegels niet al
gemeen door onderwijsautoriteiten wordt
aangemoedigd en niet meer aangewend
wordt als een middel om belangstelling aan
te kweeken in vakken als geschiedenis,
aardrijkskunde, plant- en dierkunde, waar
toe de postzegel in staat is. Deze nederige
dienaar van de post verricht tegenwoordig
nog tal van andere diensten dan het fran-
keeren van brieven, niet het minst het ver
breiden van kennis over allerlei uiteenloo-
pende zaken.”
GELDEN BESCHIKBAAR voor
ecrate hypotheek op uiterst bil"
lijke «oerwaarden.
NB. Deze Bank niet te ver
warren met de 15 jaar later even
eens te Veendam gevestigde Veen
dammer Hypotheekbank.
-
liep het touw van de machine vast, en de 34-
jarige M. K., die haar bediende, trachtte niet
zijn rechterhand het touw weer te ontwarren.
Daarbij raakte hij met die hand bekneld tus
schen het touw en de winch; hij trachtte toen
met de linkerhand den stoom af te sluiten, doch
in der haast of uit zenuwachtigheid gaf hij in
tegendeel vol stoom, zoodat hij door de winch
gegrepen en rondgeslingerd werd. Toen kame
raden de machine tot stilstand gekregen had
den, was de ongelukkige reeds overleden.
Moeilijkheden in het college van B. en W.
van Gouda.
De burgemeester de heer Ubbo J. Mijs, die in
het college van B. en W. van Gouda de afdee-
ling financiën beheert, heeft deze functie neer
gelegd, daar hij niet langer de verantwoorde
lijkheid voor het beheer der gemeentelijke geld
middelen wenscht te dragen.
Hoewel hieromtrent reeds eerder geruchten
liepen, waarvan echter geen bevestiging te ver
krijgen was, heeft de burgemeester dêrst in de
Woensdag gehouden vergadering van B. en W.
zijn portefeuille ter beschikking gesteld van de
overige leden van het dagelijksch bestuur der
gemeente. De aanwijzing van den wethouder,
die nu met de zorg van de financiën belast zal
worden, heeft in deze vergadering nog niet
plaats gehad.
De directe aanleiding tot het besluit van den
heer Mijs schijnt te zijn gelegen in het votum
van den gemeenteraad, om aan de werkloozen
50 pet. reductie te verleenen op den prijs der
door de gemeente-lichtfabrieken te leveren
cokes. Bij de debatten, die over deze kwestie
in den gemeenteraad werden gevoerd, heeft de
burgemeester, die met wethouder Bokhoven
(v.-b.) ten opzichte van deze aangelegenheid de
minderheid vormde in het dagelijksch bestuur,
herhaaldelijk betoogd, dat de gemeente, deze re
ductie verleenend, zou treden in de taak van
het Burgerlijk Armbestuur, en de functie vervul
len eener maatschappij van liefdadigheid.
De heer Van Staal (s.-d.) zal in de eerstvol
gende gemeenteraadsvergadering over deze
aangelegenheid vragen stellen.