MissBlanche 1! Uit onze Raadzaal. 200 Officliil Orgui lir lisiiiti hul Niouwstijdingsii. fiijnhardt’s Hoofdpijntabletten Brandenburg!! Co., inn Tdefees Sa» 150. a stillen spoedig de ergste hoofdpijn M p- a 9kj levens de genoemde perceelen aan de Prin- De heer Zuiderbaan: Eigenaren aan de Prinsegracht Maakt eena kennia met Miss Blanche „Koyal De heer Hoekstra: Gaan de bewoners accoord met dit voorstel? De Voorz.: We hebben van het tegendeel niets gehoord. J »«ïhe.» van Mn wijsvinger. r jgAlle rookei B zingen deztlfde^noot: Qeef MIJ maar V ersehf nt DUBTiDAGI en VRIJDAGSA VÖF Df Ultgavan 3IEUWE smm COÜRAKT annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL Spr. vertelde daarna iets van de opschrif ten in de catacomben gevonden, veelal een voudig maar sprekend van een sterk geloof, evenals de symboliek der teekeningen waaronder veel oud-testamentische voor stellingen als Daniël in de leeuwenkuil, ge tuigend dat het leven niet kan worden ver nietigd, als het geleefd wordt in Gods geest en liefde; Mozes waterslaande uit de rots, symbool van het eeuwige leven dat voort komt uit de harde werkelijkheid, enz. Veel teekeningen herinneren ook aan de natuur als b.v. vogels. Spr. vertelt dan nog het een en ander van het meer artistieke versieringswerk om er daarna .op te wijzen dat alles in de cata comben tot ons spreekt van eene offervaar digheid voor het geloof, die wij in het heden eigenlijk niet meer benaderen. De eerste Christenen offerden hun leven voor hun ge loof en dit geloof was hun des te heiliger, omdat zij er zware offers voor moesten brengen. Zij bezaten het geloof als een groote schat, laat ook ons het kostbare van dit bezit trachten te beseffen, om als de schaduwen des doods over ons vallen, de rust te winnen welke van God is. De heer ds. Schuurmans dankte den Spr. voor zijn schoone rede. Valgana vaorvaardan avaraangekonaan mat de Msllaisdsefec AigeMBBea Veraa- 7lifiÜ aarlags-Baok to SebleBaoa sl|ö saae Abasné’a versekerd togas angolakken vmï «vUV lange iavaUditaSt De catacomben. De bazar der Doopsgezinde gemeente de vorige week gehouden, heeft een waardig en hooggestemd slot gevonden in eene lezing, welke dr. Miedema van Amersfoort Zon dagavond, bij lichtbeelden, over de Cata comben heeft gehouden. De catacomben (naar: catacumbae letterlijk: bij de helling de naam van de streek aan de Via Appia te Rome, waar de ingang naar de onderaardsche begraafplaat sen van San Sebastiano is) voeren ons te rug naar een tijd van chaos, maar ook van groote offervaardigheid terwille van het ge loof, offervaardigheid die het geloofsleven zoo versterkte. Reeds keizer Nero 40 n. Chr.) was begonnen met de vervolging der Romein sche Christenen, maar eerst Trajanus be gon dat systematisch te doen. In het Coli seum, waar 80.000 menschen konden gade slaan wat zich in de arena afspeelde, is me nig christen-martelaar aan uitgehongerde wilde dieren ten prooi gevallen. Wat van hen restte, kon, buiten de muren van Rome aan de Via Appia, waar de rijke Ro meinen hun mausolea hadden, geen rust plaats vinden, de grond was te duur en zoo kwamen de Christenen er toe onderaard- sche begraafplaatsen aan te leggen (de grond leent zich daarvoor bij uitstek, hij toont overeenkomst met de bodem in het Zuiden van ops land). Van een voorportaal gaat een gang uit in welks wanden de nis sen zijn aangebracht (loculus) waarin het stoffelijk overschot werd geschoven, waarna de opening met tegels werd dichtgemaakt. Van deze graven liggen er een drietal bo ven elkaar en onder de eerste gang is een tweede en derde gemaakt, zoodat deze be graafplaatsen zeer uitgestrekt zijn, totaal schat men de lengte van alle catacomben wel op 1000 K.M., de diepste gangen liggen een 40 M. onder de oppervlakte. In de derde en vierde eeuw toen ’t Christendom staats godsdienst was geworden, heeft men vele der graven geopend en toen zijn de gebeen ten der martelaars over geheel Europa als relikwieën verspreid; op één keer zijn er, zoo is bekend, niet minder dan 28 karrevrachten beenderen uit de catacomben gehaald. Dit vandalisme is te betreuren, mede omdat daardoor veel opschriften der tegels, die al lerlei wetenswaardigs bevatten zijn verloren gegaan. Naast de graven in de gangen zijn er oók grafkamers (cubicula) waar geheele families zijn bijgezet en die voor gods dienstoefeningen waren ingericht, want tot het midden van de derde eeuw toonden de Romeinsche keizers zooveel eerbied voor de dooden, dat zij de Christenen, waren zij in de catacomben bijeen, met rust lieten. Doch in de derde eeuw is ook dat anders geworden, werden zij ook daar vervolgd en de geschiedeis verhaalt dat eens 300 a 400 Christenen tijdens eene bijeenkomst in de catacomben door Romeinsche soldaten zijn overvallen, die eenvoudig de toegang dicht- metselden, waardoor al deze Christenen levend zijn begraven. in hun bezwaren tegemoet komen. Dit kan zich echter niet zoover uitstrekken, dat van het plan tot demping defini tief wordt afgezien. Wij zouden hun de keus willen laten, óf onmiddellijk aan de aanschrijving te voldoen, óf de op vaart thans grondig schoon te maken, onder de verplichting om vóór den len Januari 1929 den bestaanden toestand te verbeteren in den zin als in de vorenbedoelde aanschrij ving is aangegeven. Wij adviseeren U daarom het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het adres van de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp” en de eigenaren van de woningen aan de Prin sengracht nos. 15 tot en met 21 om de ingevolge het raads besluit van 2 November 1925, no. 4, tot hen gerichte aan schrijving in dien zin te wijzigen, dat de sloot, loopende tusschen de achtererven van genoemde woningen aan de van ge- Prijs 60ct. Bij Apoth.en Drogisten. Abonnement: per Jaar f 2.50 fr. post f 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT den Stationsweg door de Kerkstraat; als dit huis er weg komt dan heeft men langs het Klokhuis een ruim gezicht op wat van de Stationsstraat afkomt, dat wordt dus veel beter. Het was zelfs beter geweest als het pand reeds eerder aangekocht was. De heer Zuiderbaan ziet de dringende noodzakelijkheid niet in van deze aankoop, doch erkent dat het er wel iets beter door wordt. Als het café aan den overkant weg kwam, was er heel veel gewonnen, dit is echter slechts een kleine verbetering. De heer B r o n s e m a heeft de toestand ook eens opgenomen. Het Klokhuis blijft in den weg staan, nu wint men dus maar weinig. De prijs is nog al wat hoog, het is alleen afbraak, er moet bestraat enz. Spr. ziet het nut van dit voorstel niet. Het spijt den Voorz. dat de heeren het niet eens zijn-met B. en W. Spr. gelooft dat als men nu niet koopt, men later duurder uit zal zijn. De heer Put is wel voor aankoop, doch stelt voor het tweede gedeelte van het voorstel betreffende de afbraak te redi- geeren: sub 2o: „tot den afbraak van het sub lo bedoelde gebouw over te .gaan op een nader te bepalen tijdstip”. De heer D o k k u m gaat mee met het voorstel van B. en W. Van eenigermate verwijderde afstand van de zijde van de Sta tionsstraat wordt het uitzicht wel degelijk zeer verbeterd. Spr. is er voor de gelegenheid nu aan te grijpen om zich in het bezit van het pand te stellen en aan B. en W. over te laten wanneer men lof afbraak zal overgaan. De heer Blok kan de motieven der tegenstanders begrijpen, maar er dient op gelet dat den eigenaar is geweigerd er een beter pand neer te zetten, de man verkoopt het pand nu voor dezelfde som, waarvoor hij het kocht, dus er is geen kwestie van winstbejag. Er is overigens nog een argument voor de aankoop. Er worden nu veel reclames op de muur geplakt; dat werkt ontsierend en als een particulier het pand in handen krijgt, bv. de heer De Wolf, dan zou die er aardig geld uit halen door het voor reclame beschikbaar te stellen. Ook om dus een verkeerde exploitatie te voorkomen, moeten we het pand in ons bezit hebben. De heer De Wolf is voor en tegen het voorstel. Wanneer het betrof het pand aan den overkant, het café, zou hij bijzonder gaarne tot aankoop meewerken. Als men nu de boomen bij het Klokhuis rooit, wordt het echter al heel wat beter. In de laatste 6 weken hegft spr. er twee botsingen gezien van auto’s, en daarbij bleek dat deze boomen hinderlijk voor het verkeer zijn. Spr. zou voor aankoop zijn, als het pand niet afgebroken werd, doch er iets werd gezet, dat wat opbracht. Spr .zou er een scheef hoekje maken, dan kan er nog een winkeltje gesticht, waarin men niet kan wonen, doch dat geëxploiteerd kan worden. De heer S ij te ma: Een gemeentewinkel? De heer De Wolf: Dat hoeft toch niet. De Voorz. wil niet zeggen, dat er niet tal van andere hoeken in de stad te verbeteren zijn; hij zou daartoe gaarne meewerken, als er uit den raad aandrang daartoe kwam. De heer Blok: Ik niet, dan konden we heel Sneek wel af breken. De Voorz.: Maar hier is nu een gelegenheid, laten we die aangrijpen. B. en W. hebben vooral het verkeersbelang op het oog. De heer Hoekstra: Kunnen de boomen ook opgeruimd? De Voorz.: Dat kunnen wij nog nagaan. Het voorstel-Put om alleen tot aankoop over te gaan en nog niet tot afbraak te besluiten vindt geen steun. Over het voorstel van B. en W. wordt alsnu gestemd. Voor de leden .Sijtema, Hoekstra, Breeuwsma, Smeding, Lampe, De Wolf, Dokkum, Put, Zuiderbaan, De Groot, Van der Meulen, Bronsema, Blok, Potma en Boeijenga. Met alg. stemmen is dit voorstel dus aangenomen. Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verhuring van de Sate en landen „Wel gelegen" aan den Leeuwarderweg aan S. Bruinsma. (Bijl. 13; dossierno. X 07.351.11(28)). Het voorstel is opgenomen in ons vorig nr. De heer De Wolf wil de zaak eens van een anderen kant bezien. De gemeente Sneek pikt alle landerijen om de stad in voor bouwterrein; de kleine koemelkers kunnen gaandeweg geen land meer krijgen, gevolg dus minder melk, en daardoor duurder melk. De burgerij wordt daarvan de dupe. Is het ook mogelijk van deze plaats landerijen voor kleine koemelkers te reserveeren? Er is spr. gezegd dat de gemeente dan niet minder huur behoefde te beuren. Spr. kan zelfs zeggen dat een koemelker voor eenige perceelen f 125 huur wil geven. Misschien is het beter deze boerderij in elkaar te houden, maar laat men op deze kwestie letten. De Voorz.: Er is door den raad een besluit genomen om aan de koemelkers, die ten opzichte der melkwinning aan bepaalde eischen voldoen, gemeente-landerijen onderhands te verhuren. We kunnen natuurlijk niet allen gerieven cn er zijn koemelkers, die ook niet aan die eischen voldoen, maar de gemeente doet haar best reeds om de burgerij goede melk te verschaffen. Spr. gelooft echter niet, dat deze boerderij beter te verhuren is als hier nu wordt voorgesteld, de gemeente mag tevreden zijn met deze regeling. Er zijn overigens nog wel landerijen voor koemelkers. Het doel is echter geleidelijk meer er van uit te geven aan koemelkers, die ten opzichte van de melkwinning aan bescheiden eischen voldoen. De heer Lampe zegt dat deze boerderij aangekocht is met het oog op de uitbreiding der stad. Ze wordt nu verhuurd voor vijf jaren; is in het contract ook voorzien, dat perceelen langs den weg, die eerder voor bouwterrein noodig zouden zijn, binnen die 5 jaar' kunnen worden opgeëischt? De Voorz.: Ja zeker. Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. alsnu aangenomen. Punt VII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van de perceelen Sectie D nos. 786, 467 en 468 aan den Leeuwarderweg en de Oudvaart van H. en H. Halbertsma, tot onderhandsche verhuring van per ceel Sectie D, no. 467 aan M. Zijlstra en tot openbare verhuring van het perceel weiland Sectie. D, no. 786. (Bijl. 14; dossierno. X 07.351.11(29)). Het voorstel is opgenomen in ons vorig nr. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt VIII. Advies van Burgemeester en Wethouders in zake het adres van de Coöperatieve Vereeniging „Self- help" en de eigenaren van de woningen aan de Prinsen te achtererven van de genoemde perceelen aan de Prin sengracht te dempen, haar te vervangen door een riool van betonbuizen, en de huisrioleeringen, tot dusverre loozende in vorenbedoelde sloot, naar dit riool te leiden. Voorts werd besloten de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp” aan te schrijven de Woudvaartskade, ter plaatse waar zich thans het brugje over de onderwerpelijke opvaart bevindt, te bestraten of te verharden en den wal van de Woud- vaart aldaar van een beschoeiing te voorzien. Deze aanschrijving heeft tot gevolg gehad, dat van hen, tot wie zij gericht werd, het hierbij overgelegde ver zoek is ingekomen, om, met het oog op de hooge kosten, die de financieele draagkracht van eenigen hunner te boven zullen'gaan, mplaats van de opvaart te dempen, haar te mogen schoonmaken, onder de* verplichting voortaan voor geregelde reiniging te moeten zorgdragen. In dit adres hebben wij aanleiding gevonden den ge- meente-architect opdracht te geven ons te rapporteeren omtrent de kosten, welke de vervanging van de opvaart door een rioleering zal meebrengen. Deze opgaaf heeft de gemeentearchitect ons bij zijn schrijven van 1 Februari 1.1., B, no. 47, verstrekt. Dit schrij ven voegen wij hierbij. Op 16 Februari 1.1. hebben wij met een vertegenwoor diger van de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp” een onderhoud gehad, waarin het verzoek om de bedoelde sloot te mogen reinigen inplaats van haar te dempen en te vervangen door een rioleering, met eenigen aandrang is herhaald, inzonderheid in verband met financiëele be zwaren van de zijde van de aangeschrevenen. Wij zijn echter van meening, en uit het overgelegde advies van den gemeente-architect blijkt dit ook, dat deze kosten niet van dien aard zijn, dat het blijven voortbe staan van den huidigen ongewenschten toestand daardoor wordt gewettigd. Wij willen echter de belanghebbenden zooveel mogelijk 1£ gld. bij iirlle’ •8 aas ringel VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK op MAANDAG 1 MAART 1926, ’s avonds 7% uur. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris: de heer P. Sikkes. Aanwezig: alle (15) leden. De heer Hoekstra verzoekt aan het eind der vergadering een vraag tot B. en W. te mogen richten, nl. hoever men ge vorderd is met het rapport inzake de bezuiniging bij de ge- meentereiniging. De Voorz.: Dat is binnengekomen, doch nog niet in B. en W. behandeld. Punt I. Notulen der vergadering van 8 Februari 1926. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt 11. Ingekomen stukken: a. Verslag van de commissie tot wering van schoolver zuim. (1.851.2.04.6(1)). Dit verslag wordt opgenomen in het gemeenteverslag. b. Mededeeling van L. L. Lampe, dat hij bedankt als gedelegeerde der gemeente in het bestuur der Ambachts school en Middelbaar Technische School. (1.851.36.07-2 (2)). Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Adres van den Sneeker Bestuurdersbond, houdende verzoek over te gaan tot de instelling van een gemeente lijken ophaal- en stortingsdienst. (IX 07.1(1)). Dit adres wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders om advies. d. Verslag van hetgeen met betrekking tot de verbetering der volkshuisvesting in de gemeente Sneek over 1925 is verricht. (1.778.5(1)). Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. Punt Ill. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een gedelegeerde in het bestuur der Ambachtsschool en Middelbaar Technische School. (Bijl. 20; dossierno. 1.851.36.07-2(2)). B. en W. deelen mede: De heer L. L. Lampe, bij Uw besluit vafi 21 December 1925 no. 11 benoemd tot gedelegeerde der gemeente in het bestuur der Ambachtsschool en der Middelbaar Tech nische School heeft verzocht van die aanwijzing te worden ontheven. Ter voorziening in de vacature, welke daardoor zal ontstaan, bevelen wij voor een benoeming bij U aan voor het tijdvak loopende tot 1 Januari 1929: 1. den heer U. Sijtema. 2. den heer J. van der Meulen. De heer U. Sijtema wordt met 13 st. benoemd; de heer J. van der Meulen had 2 st. Punt IV. Advies van Burgemeester en Wethouders om trent het verzoek van H. Mendelson, leeraar aan het gym nasium, om vrijstelling van het geven van lessen in de middaguren gedurende het verdere gedeelte van het cur susjaar 1925/1926. (Bijl. 21;- dossierno. 208). B. en W. adviseeren: Door den heer H. Mendelson, leeraar in de oude talen aan het gymnasiurh, alhier, is in een hierbij overgelegd schrijven d.d. 18 Februari jl. het verzoek gedaan om ge durende het verdere gedeelte van het cursusjaar 1925/ 1926 te worden vrijgesteld van het geven van lessen aan die onderwijsinrichting in de middaguren. Volgens artikel 9, 2e lid van het Reglement voor het gymnasium heeft gemelde leeraar daartoe verlof noodig van Uw college, omdat het hier betreft een afwezigheid gedurende langer dan een maand. Hoewel, zooals uit de overgelegde adviezen blijkt, met eenige aarzeling, geven de Inspecteur der Gymnasia en Curatoren bij het gymnasium in overweging het verzoek van adressant in te willigen. Aangezien het hier voor den heer Mendelson een zeer belangrijke aangelegenheid betreft, omdat hij volgens de overgangsbepaling, opgenomen in artikel XLIX van de wet van 1 Maart 1920 (Stbl. 105) tot wijziging der Hooger Onderwijswet, slechts tot 1 September 1926 bevoegd zal zijn les aan het gymnasium te geven, indien hij niet vóór dien datum het doctoraal examen in de oude talen met goed gevolg heeft afgelegd, meenen ook wij, dat aan het verzoek van den heer Mendelson moet worden voldaan. Wij merken hierbij echter op, dat wij met eenigen nadruk hebben stilgestaan bij de vraag of voor de toekomst met het oog op het belang van het onderwijs aan het gym nasium, ten aanzien van het geven van studieverlof steeds een zoo vrijgevig standpunt zal kunnen worden ingenomen als in den laatsten tijd meermalen heeft plaats gehad. Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen. De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het schrijven d.d. 18 Februari 1926, van H. Men delson, leeraar in de oude talen aan het gymnasium alhier, houdende verzoek om aan hem gedurende het verdere gedeelte van het cursusjaar 1925/1926, vrijstelling te ver- leenen tot het geven van lessen aan. die onderwijsinrichting, in de middaguren; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 23 Februari 1926, no. 208; BESLUIT: het verzoek van H. Mendelson, voornoemd, in te willigen. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot den aankoop en den ajbraak van het perceel aan de Oroote Kerkstraat no. 9, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie B, no. 3624. (Bijl. 12; dossierno. X 07.351.11(30)). Het voorstel is opgenomen in ons vorig nr. De heer Put vraagt of bij aanneming direct besloten is tot afbraak. De Voorz.: Dat ligt hierin inderdaad opgesloten, want men wil hier een betere toestand voor het verkeer het is daar zeer gevaarlijk scheppen. De heer Put is wel voor aankoop, maar directe afbraak gaat hem te ver; wordt de veiligheid er wel erg door gebaat. De Voorz.: Het uitzicht van de zijde van de Stationsstraat wordt er veel beter door; men kan dan van de zijde van de veemarkt de Kerkstraat inzien. De heer Zuiderbaan kan niet inzien dat het verkeer er aanmerkelijk veiliger door zal worden. De verbindingsweg van de Oude Koemarkt naar de Kerkstraat loopt rechtuit, die levert dus geen gevaar op, veel verkeer van de Kerkstraat naar de Stationsweg is er niet. Dan is er het verkeer van de Stations straat naar den Lemmerweg, en daarvoor is de hoek bij het café, dus tegenover het pand in kwestie, juist de gevaarlijke. Waar door de Galigastraat geen rijverkeer is toegelaten, ziet spr. het groote nut van deze afbraak niet in. Is aankoop voor de Veemarkt gewenscht, dan is het wat anders. Het huis staat achter het Klokhuis, kwam dat er weg dan was er voor hei verkeer wat meer te bereiken. De Voorz.: Men heeft wel degelijk ook veel verkeer van Prinsengracht en de le Selfhelpstraat inplaats dempt, schoongemaakt moet worden; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 Februari 1926, no. 1.777.8(2); BESLUIT: aan adressanten te berichten, dat zij óf onmiddellijk ge volg moeten geven aan de ingevolge het raadsbesluit van 2 November 1925, no. 4, tot hen gerichte aanschrijving, óf de in die aanschrijving bedoelde opvaart vóór den Isten Mei e.k. grondig moeten reinigen, onder de verplichting om vóór den len Januari 1929 den bestaanden toestand te ver beteren in den zin als in de vorenbedoelde aanschrijving 'is aangegeven. De heer Bronsema zegt dat bij een conferentie met B. en W. gebleken is dat verleden jaar de gemeentereiniging de specie uit de sloot niet kon ontvangen. Toen heeft men de wenk gegeven, die specie op de tuintjes te brengen. Als de raad dit voorstel aanneemt, kunnen dan de bewoners die specie nu brengen naar de reiniging of kan ze op de tuintjes gebruikt worden? De heer Blok: Dat is een kwestie van uitvoering. Spr. kan geen bepaalde toezegging dóen, maar dit zal wel geen moeilijk heden opleveren. De heer Bronsema: Behoeft de specie dus niet vervoerd naar de Franekervaart? De heer Blok: De kans is alleszins groot, dat men ze slechts een klein eindje behoeft te vervoeren. De heer Bronsema: Is het ook niet beter dat we na 3 jaar weer overleggen inplaats'van tiu reeds voor te schrijven dat het riool moet gelegd. Laat men nu niet reeds pertinent vastleggen dat na drie jaar het riool in de sloot moet gelegd. De heer Lampe heeft met verwondering dit voorstel gelezen, omdat het de moeilijkheid slechts verschuift, wat ook blijkt uit wat de heer Bronsema nu zegt. Het eerste voorstel van B. en W. ontstond op advies der gezondheidscommissie. Hier moet een betere, meer hygiënische toestand geschapen en daar om moet men nu doorzetten. De betrokkenen krijgen nu de kosten voor het schoonmaken van de sloot en straks toch de kosten der demping ook, dat is dus voor hen nog duurder, dan directe demping. Men moet die stilstaande watertjes hier in de gemeente zooveel mogelijk opruimen en dus doortasten. Laat men dit voorstel intrekken en met belanghebbenden nog eens overleggen over de definitieve opruiming van de sloot. De Voorz.: De wijziging in het plan is ontstaan, doordat in de conferentie van B. en W. met den heer Bronsema bleek dat Selfhelp nu de kosten der demping bezwaarlijk kon betalen. Het was bereid de sloot nu schoon te maken en na drie jaar zouden de finantiën een demping wel toelaten. Ook wij hebben er op gewezen, dat de schoonmaak-gelden dan weggegooid waren. De sloot moet ook schoongehouden in die drie jaar, dat spreekt. Geraakt de sloot weer vervuild, dan kan de raad direct zeggen dat ze gedempt moet. Een paar bewoners van het laatste gedeelte hebben de sloot bij hun perceelen reeds dicht doen werpen. De heer De Wolf zegt dat als na drie jaar de sloot toch gedempt moet worden, spr. niet kan begrijpen, dat de bewoners met zoo’n voorstel komen. Immers het slatten kost meer dan de rente der leening voor de demping. Selfhelp kan toch wel een leening sluiten voor die demping? Persoonlijk kan het spr. niet schelen of de sloot schoon of vuil is; hij woont allang bij zoo’n zelfde sloot. De heer Bronsema: De sloot moet toch schoongemaakt gracht nos. 15*'tot en met 21, om de Ingevolge het raads- l voor dat met de demping kan begonnen. Als men het nu doet, besluit van 2 November 1925, no. 4, tot hen gerichte aan- i dan behoeft er over drie jaar niet uitgehaald wat er nu uit komt. schrijving in dien zin te wijzigen, dat de sloot, loopende De bewoners zullen wel zorgen voor het geregeld schoonhouden. tussphen de achtererven van genoemde woningen aan de Prinsengracht en de le Selfhelpstraat inplaats van ge dempt, schoongemaakt moet worden. (Bijl. 15; dossierno. 1.777.8(2)). B. en W. adviseeren^ In de vergadering van 2 November 1925 werd door U onder punt 4 besloten het bestuur van de Coöperatieve Vereeniging „Selfhelp” en de eigenaren van de woningen De menschen kunnen overigens nu nog kiezen of zij direct aan de Prinsengracht nos. 15 tot en met 21 aan te schrij- dempen willen, of handelen volgens dit voorstel. ven de sloot, loopende tusschen de le Selfhelpstraat en De heer Zuiderbaan: Eigenaren aan de Prinsegracht gld. ingeval na «vat- gld. i>S| iwlli» vua gld. Öij »m11m cn gj, Ujdcs» Mnn«e SO 4. IvU éia hand, el »ag IV van wn dafat. vv wn rii besluit van 2 November 1925, no. 4, tot hen gerichte aan- dan behoeft er i Drie perceelen zijn al gedempt door bewoners der Prinsegracht, I die daardoor hun panden een meter of drie vier dieper hebben I kunnen maken. Spr. geeft in overweging de bewoners nu drie jaar tijd te geven, dan zal men wel tot demping overgaan.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1