Miss Blanche
üfficliil lt|in hr Imnti link
VuMhjjni
annex SHEERER OOURMT an WYMBRITSERADEEL
WYMBRITSERADEEL
Brandenburgh Co
Earste Bla4
So. 47
OIMBDAGH YHUDAGSA VOM D£
UStgews
Sïmjs Tslafosa Ss. 150.
WOENSDAG *17 MAART 1996
42e JAARGANG
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens graas ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Punt 11. Ingekomen stukken en mededee-
Hngen.
Vergadering van den Raad der
Punt 1. Notulen der raadsvergadering van
ii Februari jl.
Valgans veervaudca avuMsgakoKae» <a«% da Neiiaadsofesr Algswcans Versa» 7ilüÜ
■■hladaaa «ilu ansa Abanni'a «riwïwd tagan ennalakkas m.’ AVVV
SarlsflaoBaak 3» SakiedaH siji! «n«« Abanad’s veisrèwd tagan angaiakkaa mt
"P
voor
dien
met Gauw
-
ts
hun gevoelen doen blijken.
B.
-L
als de vertaling aan den secretaris wordt over
gelaten, zou dit, al zal dit thans niet het geval
bevestigt dit. Ook had spr. gehoord dat voor
stellen in het Friesch, de taal waarin ze waren
verzoekt B. en W. dit te overwegen.
Be V o o r z. zegt dat B. en W. geen bezwaar
Maakt eens kennis met
Miss Blanche „Royal”.
van een
aan de kas.
gelegenheid van haar 25-jarig huwelijksfeest.
b. Resolutie ’van Gedeputeerde Staten d.d.
Februari 1926, 2e Afd. no. 77, waarbij inede-
deeling wordt gedaan dat afschrift is ontvangen
van het raadsbesluit d.d. 6 Februari 1926 tot
wijziging en aanvulling der verordening ter
regeling van het verkeer op de wegen en voet
paden binnen de gemeente, in verband met het
gebruik van motorrijtuigen en rijwielen.
c. Idem, van 24 Februari 1926, houdende goed
keuring van het raadsbesluit d.d. 6 Februari
1926 tot aankoop van een perceeltje grond te
Goënga.
d. Idem van 3 Maart 1926, houdende mede-
deeling dat de raadsbesluiten d.d. 19 December
1925 tot wijziging retributie voor het wegvoeren
van faecale stoffen; het heffen van opcenten op
de hoofdsom der ‘vermogensbelasting; de ver
ordening tot heffing van schoolgeld voor ge
woon lager onderwijs (voor zoover de laatste
betreft tot 1 Januari 1927) bij Koninklijk besluit
van 15 Februari 1926, no. 17, zijn goedgekeurd.
e. Dankbetuiging van de Rijksveldwachters
der brigade Sneek voor de hun verleende grati
ficatiën voor bewezen politiediensten gedurende
het jaar 1925.
f. Schrijven van Mej. W. A. Harms te Sneek,
houdende mededeeling dat zij haar benoeming
tot onderwijzeres in de nuttige handwerken aan
de openbare lagere school te Scharnegoutum
aanneemt.
Er is altijd baas boven baas, maar
geen sigaret boven „De Sigaret”.
Vandaar dat ieder behoort te
zeggen
Geef MIJ maar:
Scharnegoutum (Herv.): ongunstig.
Scharnegoutum (Ger.): gunstig, indien alle
schoolbesturen er in toestemmen. Mocht dit niet
gid. bij ieveiu-
laaga invaliditeit.
schiede. Daartegen juist rezen spr.’s bezwaren.
Het advies der Ver. v.
■iiihitiuwwnrmi uniaaanir - rt--~ii^^it“nc"rre-«-w-Tii>TiuiL‘-irB"irrM»eii uiibii ui uiittii urnn-rmmn»1 ii riiaxT»nr~iCTwamwiiiii» wiinriawawr ruwririwint
1EWE SJEEKER CODRÊÏ!
slechts 22 leerlingen telde. Ging U eene afwij
zende beslissing op den zooeven geschetsten
gedachtengang gronden dan zou dat evenwel
eene inconsequentie Uwerzijds zijn. De door U
vastgestelde algemeene regel maakt het immers
mogelijk, dat reeds bij 26 leerlingen een assistent
wordt toegelaten en die assistent mag worden
gehandhaafd ook indien het aantal leerlingen
beneden de 26, mits niet beneden de 22, daalt.
In dit geval is de algemeene regel dus nog gun
stiger dan de ongewijzigde wet 1920. Eenerzijds
zou U zich dan stellen op het standpunt der
technische herziening terwijl U anderzijds reeds
zou zijn terug geschreden tot de ongewijzigde
wet, ja tot ’n zelfs nog gunstiger regeling. Hier
bij moet tevens niet uit het oog worden verloren,
dat, ware de ongewijzigde wet nog van kracht,
de R.-K. school te Heeg recht zou hebben
op de vergoeding van de jaarwedden van even
veel leerkrachten als daaraan thans met inbe
grip van de assistente zijn verbonden en dat
dit van de Geref. school te Gaastmeer niet kan
worden gezegd.
Wij kunnen begrijpen, dat ons tegengevoerd
wordt: alles goed en wel, maar wij troffen de
gunstige regeling alleen voor de eenmansscho-
len. Dat is volkomen juist maar dat neemt niet
de tegenstrijdigheid weg. Waar de regeering
het assistentenstelsel heeft beperkt tot scholen
met hoogstens 144 leerlingen, dus niet alleen tot
de eenmansscholen, heeft de Raad daaromtrent
voor het bijzonder onderwijs geen enger gren
zen te trekken.
Doch niet alleen om de bovenvermelde motie
ven ontraden wij U de volgens Uw standpunt
daarvoor in aanmerking komende verzoeken af
te wijzen. Er is nog een andere reden.
Het is U genoegzaam bekend, dat U de bij
zondere schoolbesturen niet aan een algemeenen
regel kunt binden. Een besluit daartoe zou dus
in strijd zijn met de wet. Wij achten het abso
luut verkeerd, dat de plaatselijke overheid wil
lens en wetens besluiten neemt welke met de
Woudsend (Prot.): gunstig indien de regeling
Anders worden die besturen
belast welke reeds hun welgezindheid deden
blijken door eenvoudige exploitatie.
j Woudsend (R.-K.): ongunstig. Moet zelf 5'/?
betalen, terwijl de stichtingssom hooger is
dan de geschatte waarde.
Wij mérken hierbij op, dat wij tot de besturen
der Herv. Scholen te Gaastmeer, Gauw, Hom
merts, Oppenhuizen en Oudega geen verzoek
richtten daar die of geen rente genieten of reeds
met eene rente van 5 genoegen namen.
Blijkens het overzicht heeft ons verzoek tot
resultaat, dat alleen het Geref. Schoolbestuur
te Gauw genoegen neemt met eene rente van
5 per jaar.* Aangezien de waarde van de
Geref. School te Gauw is geschat op f 6800
komt dat Bestuur onze gemeente dus tegemoet
met een bedrag van 1.214 X f68.f82.55
per jaar.
Wij stellen U voor dit Bestuur mede te deelen,
dat U zijn tegemoetkomende houding ten zeer-
steapprecieert en daarvan dankbaar goede nota
hebt genomen.
Onmiddellijk willen wij hieraan echter toe
voegen, dat wij tevens met genoegen kennis
namen van die antwoorden van schoolbesturen,
waarbij werd medegedeeld, dat men, hetzij door
zuinige exploitatie, hetzij anderszins de gemeen
te zooveel mogelijk wenschte te ontlasten. Met
name noemen wij hier hèt bestuur der school te
Nijland. Bovendien meenen wij te moeten op
merken, dat wij volkomen begrijpen, dat de
schoolbesturen, welke zelve met financieele
moeilijkheden hebben te kampen, aan ons ver
zoek geen gehoor konden geven.
Wij vertrouwen evenwel, dat alle schoolbe
sturen hoe langer zoo meer doordrongen zullen
worden van de noodzakelijkheid om de lasten,
Westhem: ongunstig. Het Bestuur zal voort
gaan op den weg der bezuiniging bij de exploi-
hebben dit te overwegen. Ze zullen nader van tatie.
vvuuusenu i'
De notulen worden alsnu z. h. s. goedgekeurd, algemeen wordt.
Ingekomen zijn:
a. Dankbetuiging van Hare Majesteit de Ko-
JE glÈ. öij v«rlieB
vimi ««si «ingeir
gemeente
ZATERDAG 13 MAART 1926,
’s voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer H. M. Tromp, burgemees
ter.
Secretaris de heer H. M. Martens.
Aanwezig alle (15 leden).
Aan de orde is:
Zijn door de commissie nagezien en worden
onveranderd vastgesteld.
Het Friesch in de raadzaal.
Punt la. Schrijven van de Directie der
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
omtrent het gebruik van de Friesche taal
ter raadsvergadering met voorstel van B.
en W.
B. en W. adviseeren:
„In verband met hetgeen in Uwe vergadering
van 6 Februari jl. werd gezegd omtrent het
gebruik der Friesche taal leggen wij U hierbij
over een schrijven van de Directie der Vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten dd. 22 Fe
bruari 1926, no. 325, wier gevoelen wij daar
omtrent inwonnen.
„Na de afscheiding van het tegenwoordige
België van Nederland werd, in de zitting van
de Eerste Kamer van 23 October 1830, art. 15
van het reglement van orde dier Kamer en art.
3 van de instructie van den griffier, waarbij het
overbrengen van het verhandelde in de Fransche
taal wordt voorgeschreven, buiten effect gesteld
en besloten voor het vervolg uitsluitend ge
bruik te maken van de taal der noordelijke ge
westen.
Voor den voorzitter dier Kamer was het, blij
kens zijn dien dag gehouden openingsrede, een
wezenlijk genoegen, zich thans wederom uit
sluitend tot behandeling der belangen van zijn
ware vaderland geroepen te zien en niet meer
noodig te hebben daartoe een andere dan zijn
moedertaal te gebruiken.
Toen en nadien heeft men het blijkbaar overi
gens nief noodzakelijk geacht voor te schrijven,
dat in het ambtelijk verkeer uitsluitend van de
Nederlandsche taal gebruik gemaakt zal worden.
Stilzwijgend wordt zulks als vanzelfsprekend
aangenomen.
Moet van in een vreemde taal gestelde stuk
ken ambtelijk gebruik worden gemaakt, bv. bij
akten van den burgerlijken stand, dan worden,
zooals U bekend is, die stukken door beëedigde
vertalers in het Nederlandsch vertaald. Ook bij
de rechtspraak wordt van de diensten dier ver
talers gebruik gemaakt.
Waar nu de Friesche taal ongetwijfeld be
schouwd moet worden als eene andere dan de
Nederlandsche taal, en dus niet als een van
zuiver Nederlandsch afwijkend dialect, zal de
Nederlandsche overheid o. i. het Friesch in het
ambtelijk verkeer dienen te beschouwen als een
vreemde taal. Dat een raadslid, geen andere
taai dan de Friesche kennende, zich daarvan
in de raadsvergadering bedient, zal o. i. niet
kunnen worden tegen gegaan. Wij achten het
evenzeer mogelijk, dat bv. in de zuidelijke pro
vinciën een uitsluitend Fransch sprekend Neder
lander in den gemeenteraad zitting heeft. De
kiezers zijn vrij in hun keuze van zoodanigen
Nederlander. De voorzitter van den raad zal
dan o. i. hebben te zorgen, dat het in eei
vreemde taal gesprokene in het Nederlandsch
wordt overgezet, zelfs wanneer hij en de raads
leden de vreemde taal voldoende verstaan, om
dat de vergadering publiek is -en het publiek
recht heeft te weten, wat verhandeld wordt,
lu de notulen van de vergadering zal men kun
nen volstaan met het in een vreemde taal ge
sprokene in het Nederlandsch op te nemen. Hel
notulenboek is een ambtelijk stuk, waarin uit
sluitend Nederlandsch geschreven dient te wor
den.
Kan, wat wij vermoeden, het zich van de
Friesche taal bedienend raadslid zich evengoed
in het Nederlandsch uitdrukken, dan zouden wij
U raden het reglement van orde aan te vullen
niet het voorschrift, dat de raadsleden die Ne
derlandsch kennen zich in de raadsvergadering
van de Nederlandsche taal moeten bedienen. De
handhaving van dat voorschrift kan wel moei
lijkheden geven, die U liever zult ontzeilen, maar
het is toch wel belangwekkend uit te maken, ningin voor de ontvangen gelukwenschen ter
zoo noodig tot in hoogsten aanleg," op welke
wijze gehandeld dient te worden.
Gaarne zullen wij t. z. t. het verdere verloop
van deze zaak vernemen.”
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
De Directeur,
(get.) H. TH. KLEIN.
Op grond hiervan stellen wij U voor de no
tulen der vergadering van 19 December jl, thans
in haar geheel vast te stellen.
De V o o r z. leest ook een advies uit de Ge
meentestem. Zoolang er de orde niet door ver
stoord wordt kan volgens dit blad een raadslid
de taal spreken welke hij wenscht, doch de no
tulen dienen in de officieele, dus Nederlandsche
taal gesteld.
De heer R ij p m a (staande en in het Friesch)
zegt dat uit het advies van de Ver. v. Neder
landsche gemeenten blijkt dat B. en W. goed
gehandeld hebben door in de notulen in het
Nederlandsch te vermelden, hetgeen in het
Friesch is voorgesteld. Het blijkt dus dat zonder
moeilijkheden voortgegaan kan worden met het
spreken van het Friesch. Aan het einde van
het advies wordt echter geraden dwang te oefe
nen Nederlandsch te spreken, hoewel de wet
dit niet eischt. Dat is toch een zwak uitvindsel.
Wat is „Nederlandsch kennen”, dat wil in dit
geval zeggen: „goed Nederlandsch spreken?”
Wie zal nu uitmaken of men die taal goed kent,
en W. kunnen de raadsleden toch geen
welke de L. O. Wet 1920 der gemeente op de
schouders legt, voor zoover mogelijk, te verlich
ten, daar zulks immers ook in het belang van
de bestuursleden en de leden der schoolvereeni-
gingen zal zijn, aangezien deze mede de belas
tingen, waaruit de onderwijsuitgaven moeten
worden bestreden, hebben op te brengen.
In dat vertrouwen stellen wij U voor overi
gens het bovenvermelde overzicht voor kennis
geving aan te nemen.
Den heer R ij p m a spijt het dat de R.-K.
school te Heeg niet geantwoord heeft; dat is
geen voorbeeld ter navolging.
De heer De Boer vindt het jammer, dat
maar één schoolbestuur op de wensch van de
gemeente ingaat, eenige anderen willen wel „als
allen het doen”. Het is nu jammer dat dit ééne
schoolbestuur van z’n goedheid feitelijk de dupe
wordt. Spr. zou wenschen dat andere school
besturen het voorbeeld nog volgden.
De heer Rengjers vindt het zeer mooi van
dit schoolbestuur, maar waar dit aanbod zoo
weinig geeft, stelt spr. voor dat het school
bestuur bericht zal worden, dat het nog de vrij
heid krijgt dit aanbod gestand te doen of niet.
De heer A t s m a kan hiermee niet accoord
gaan. Er zijn meer scholen die reeds deze rente
ontvangen, laat Gauw maar een voorbeeld ge
ven. Wat Oppenhuizen (Ger.) schrijft, is niet
juist, het is een eeuwigdurende rente, die woTdt
uitgekeerd, anders niet.
De heer Rengers: Als er maar één steen
staat, moet betaald worden.
De heer Cnossen vindt dit een loffelijk
aanbod van Gauw, maar er zijn meer scholen
die 5 ontvangen en de finantieele toestand
van andere schoolbesturen kan zoo zijn, dat ze
geen concessies kunnen doen. Als de school iu
Hommerts niet in financieele moeilijkheden was
geweest, zou ze het ook wei hebben gedaan.
De scholen zijn gebouwd voor belangrijk groo-
ter bedragen dan de geschatte waarde nu is, en
daarom kan er toch wel een soort aflossings-
percentage in deze rente zitten.
De heer De Boer: Hoe zijn die andere
scholen tot die 5 gekomen, dat is toch op
heel andere wijze gegaan dan nu
en daarom voelt spr. voor het voorstel-Rengers.
De heer Rengers meent dat voor Oppen
huizen en Oudega een compromis is gesloten,
gebaseerd op 5 dat is heel iets anders als
dit vrijwillige aanbod. Wil Gauw alsnog de
reductie toestaan, dan zullen wij dat zeer op
prijs stellen.
De heer Breeuwsma: Abbega heeft
nieuwe kaarten enz. gekregen voor f800, waar
voor niets gevraagd is van de gemeente.
De Voorz.: Ook dat wordt gewaardeerd,
evenals wat Nijland deed.
Het voorstel-Rengers komt in stemming.
Voor de leden De Boer, Rengers, Kramer,
Abma, Cnossen en Breeuwsma; tegen de leden
Wesselius, Atsrna, Reitsma, Gaastra, Van der
Leij, Schilstra, Landman, Rijpma en Van der
Werf.
Dit voorstel is dus verworpen met 96 st. Het
voorstel van B. en W. wordt alsnu z. h. s.
aangenomen.
EFe heer Breeuwsma verzoekt het vol
gende jaar weer eenzelfde verzoek aan de scho
len te doen.
De Voorz.: Dit kan overwogen.
Punt IV. Voorstel van B. en LV. om de
daarvoor over 1925 in aanmerking komende
schoolbesturen eene vergoeding te verstrek
ken in de jaarwedde der assistenten.
B. en W. adviseeren:
De besprekingen, welke in Uwe vergadering
van 19 December jl. ten opzichte van het assis
tentenstelsel zijn gehouden geven ons aanleiding
het volgende onder Uwe aandacht te brengen.
De eerste assistente in onze gemeente werd
krachtens Uw besluit van 25 Februari 1925
aan de o. 1. school te IJsbrechtum toegelaten.
In ons voorstel daartoe deden wij uitkomen, daar zijn school bij de toelating geen 26 maar
dat de aanstelling van een assistent aan eene
openbare lagere school in onze gemeente vér
strekkende gevolgen zou kunnen hebben. V
schreven immers: „in onze gemeente zijn mits
dien twee scholen daarvan (van het assistenten
stelsel) uitgesloten nl. de sc’hool te Westhem
en de school te Woudsend, aan welker hoofd
de heer S. v. d. Brug staat.” Hieruit alleen bleek
reeds voldoende, dat alle andere scholen in de
gemeente formeel het#recht zouden hebben een
assistent voor gemeenterekening toe te laten.
Bij de beraadslaging heeft de heer Wesselius
er nog eens op gewezen, dat bij aanname van
ons voorstel niet alleen de eenmans- maar ook
de meermansscholen recht op een assistent zou
den kunnen laten gelden. Ook de heer Atsrna
heeft daarop de aandacht gevestigd, terwijl
deze tevens de verwachting uitsprak, dat er
meerdere assistenten zouden worden toegelaten
dan wij veronderstelden. Men hoopte echter
dat de meermansscholen van naar recht geen
gebruik zouden maken. Van het wettelijk recht
daartoe was men zich volkomen bewust. Des
niettegenstaande besloot U met algemeene
stemmen om te IJsbrechtum eene ad^istente toe
te laten.
De praktijk heeft bewezen, dat niet alleen
eenmans- doch ook meermansscholen van het
stelsel gebruik maken. Nolens volens hebt U
zich daarbij neergelegd, zulks in verband met
het standpunt, dat door U in Uwe vergadering
van 25 Februari 1925 reeds werd ingenomen en
met het oog op de wettelijke bepalingen daar
omtrent. lm Uwe vergadering van 19 December
jl. gingen immers de besprékingen in deze rich
ting: „Het assistentenstelsel is door de Regee
ring bedoeld als een noodmaatregel, om de na-
deelige gevolgen van de laatste verhooging der
leerlingenschaal zooveel mogelijk te neutralisee-
ren. Men heeft daarom de assistenten welke in
de plaats van afvloeiende onderwijzers worden
toegelaten ook aan meermansscholen te accep-
teeren.” De omstandigheid, dat het r.-k. school-
De stukken af worden aangenomen voor
notificatie.
g. Schrijven van het Bestuur der Afdeeling
Friesland der Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten betieffende gemeenschappelijke re
geling onderhoud van wegen, met verslagen
over de vereenigingsjaren 1921 en 1922.
Bovenstaand stuk wordt aangenomen
notificatie en de verslagen ter inzage gelegd
voor de leden.
h. Rekening en verantwoording van de Ge
zondheidscommissie, gevestigd te Sneek.
De rekening wordt goedgekeurd.
i. Schrijven van de Directie der Nederlandsche
Heidemaatschappij te Arnhem waarbij zij ver
zoeken tot het lidmaatschap van genoemde
Maatschappij te willen toetreden.
B. en W. stellen voor het verzoek af te wijzen
nu midden in het jaar.
Z. h. s. hiertoe besloten.
j. Schrijven van het Bestuur der Vereen.
„Sneek en O.” tot bevordering der pluimvee- en
konijnenteelt om een bijdrage te mogen ontvan
gen voor een te houden tentoonstelling.
B. en W. stellen voor dit in hunne handen te
stellen om advies.
Z. h. s. besloten af te wijzen.
k. Mededeeling van B. en W. dat de levering
van 3110 kubieke Meter basalt voor f27.784.19
is gegund aan de basaltmaatschappij „Rotter
dam” te Rotterdam.
Punt 111. Mededeeling resultaat verzoek
aan schoolbesturen inzake verlaging rente
getaxeerde waarde schoolgebouwen enz.
niet voorstel van B. en W.
B. en W. adviseeren:
Ter uitvoering van het raadsbesluit van 19
November jl. betreffende het in margine ver
melde onderwerp hebben wij de besturen der
bijzondere lagere scholen in onze gemeente be
leefd doch zeer dringend verzocht ernstig te
overwegen of zij er in zouden kunnen toestem
men, dat van 1 Januari jl. af, zij het dan ook
tot wederopzeging, hun van de geschatte waar
de der schoolgebouwen een rente wordt betaald
van 5 per jaar.
Wij meenen goed te doen U met de ontvangen
antwoorden in kennis te stellen, waartoe wij U
het volgende overzicht aanbieden.
Abbega: gunstig, indien alle besturen er in
toestemmen.
Folsgare: ongunstig.
Gaastmeer (Ger.): gunstig indien de meer
derheid der besturen er in toestemt.
Gauw (Ger.): gunstig.
Heeg (Ger.): ongunstig.
Heeg (Herv.): ongunstig.
Heeg (R.-K.): ondanks herbed.verzoek niet
geantwoord.
Hommerts (Ger.)ongunstig. Zit zelf in moei
lijkheden wegens bouwen nieuwe woning
schoolhoofd.
Jutrijp: ongunstig. Zal wel gaarne zien, dat
pogingen worden aangewend om de wet op dit
punt te wijzigen.
Nijland: ongunstig. Stelde Mei 1924 een assis-
handhaafd, daarvan is spr. overtuigd.
De heer R e n g e r s had van een autoriteit Oosthem: ongunstig. Deze aangelegenheid
en niet de eerste de beste op dit gebied de moet bij de wet geregeld. Bovendien stelt de
vorige maal gehoord, dat het spreken van het aanstelling van een assistente straks nieuwe
Friesch toegelaten moet worden en dit advies eischen
Oppenhuizen (Ger.): ongunstig. De rente is
niet hoog, daar in het percentage tevens de
gedaan, moesten opgenomen worden in de no- aflossing is begrepen, zoodat de rente zelve niet
tulen, die moeten vermelden het werkelijk ge-hooger dan 5 zal zijn.
Oudega (Ger.): ongunstig, in ieder geval voor
Nederl. Gem. verschilt te 1926.
dezen: opzichte met wat spr. vernam. Toch acht
spr. het van belang dat B. en W. overwegen of
het niet gewenscht is voor te schrijven dat voor-
stellen in ’t Nederlandsch moeten gedaan, want jiet geval zijn, dan is het tegen de verlaging,
aangezien het doel, dat men zich had gesteld
dan toch niet bereikt wordt en de lasten slechts
zijn, tot chicanes aanleiding kunnen geven. Spr. Op enkele besturen komen te drukken.
bestuur te Heeg een assistente had toegelaten
zonder dat een onderwijzer was afgevloeid, was
daaiaan niet vreemd. Vandaar dat door U toen
nopens de toelating van assistenten tot de
Openbare Lagere Scholen met ingang van 1
Januari 1926 de volgende algemeene regelen
werden vastgesteld:
„Een assistent wordt slechts toegelaten tot die
scholen waaraan een leerkracht is of moet wor
den ontslagen omdat wegens daling van het
gemiddeld aantal leerlingen diens jaarwedde niet
meer door het Rijk wordt vergoed. Bovendien
moet aan die scholen een stationnair aantal
leerlingen van minstens 26 staan ingeschreven.
Een eenmaal toegelaten assistent blijft ge
handhaafd tot het einde van het cursusjaar ge
durende hetwelk het aantal leerlingen aan de
betrokken schooi beneden 22 is gedaald.
Teneinde zoo goed mogelijk bij den feitelijken
toestand aan te sluiten, zal bij het bepalen van
het aantal leerlingen niet een gemiddelde over
verschillende data van een voorafgaand kalen
derjaar tot grondslag worden genomen, maar
liet werkelijk aanwezige stationnair aantal leer
lingen.”
Blijkens de besprekingen verwacht U van ons
een voorstel om de verzoeken om uitbetaling
dei vergoeding voor assistenten, ingediend door
schoolbesturen, welke in afwijking van
regel assistenten toelieten, af te wijzen.
Wij willen er nog eens met nadruk Uwe aan
dacht op vestigen, dat U de bijzondere scholen
niet aan een algemeenen regel kunt binden. U
kunt ze ook niet leiden door te decreteeren:
„Een assistent is een leefkracht, die wordt toe
gelaten in de plaats van afvloeiende onderwij
zers”, om daarmede te verhoeden, dat gelden
van gemeentewege moeten worden verstrekt
voor assistenten die niet ter vervanging van een
afvloeiend onderwijzer fungeeren. De wet heeft
reeds voldoende geregeld wie als assistent kan
worden toegelaten en de Raad mag niet treden
in hetgeen van algemeen Rijks- of Provinciaal
belang is.
Niet alleen deze omstandigheid heeft er ons
toe 'geleid nader op deze aangelegenheid terug
te komen. Het feit, dat de door U vastgestelde
algemeene regel en de motiveering daarvan met
elkaar in strijd zijn was daartoe mede de aan
leiding. U wilde immers het assistentenstelsel
zien opgevat als een noodmaatregel, ingevoerd
om de nadeelige gevolgen uit de laatste verhoo
ging der leerlingenschaal voortvloeiende zooveel
mogelijk te verzachten. Immers daarbij stelde
de Regeering het assistentenstelsel voor en niet
reeds bij de zgn. technische herziening. Hieruit
volgt, dat in Uwen gedachtengang besturen van
scholen waaraan assistenten verbonden zijn bo
ven de door de technische herziening geoorloof
de formatie, eveneens geen aanspraak op ge
meentelijke vergoeding hebben.
Waar thans moet worden beslist over de ver
zoeken loopende over 1925 zou dit het geval zijn
met het verzoek van het r.-k. schoolbestuur te
Heeg. Wij meenen echter goed te doen U er nu
reeds op te wijzen, dat dan in 1927 eveneens een
afwijzende beslissing moet worden genomen op
het verzoek van het Geref. schoolbestuur te
Gaastmeer, welk bestuur trouwens volgens den
algemeenen regel evenmin recht heeft op ver
goeding als het R.-K. schoolbestuur te Heeg,
gtó. iagwai®»«- (Eft glö. bij vurHes 7E gid. bij varllM gld. bij vulie» ms
«VU jijde» feüuier, 80 d. IvU Mn hsnd. veet ei eeg lv
examen.afnemen? Men moet dus toch volstaan
met een verklaring van het raadslid zelf. Geen i
wet dwingt echter het Nederlandsch hier te ge
bruiken en een aantasting van het recht hier I
Friesch te mogen spreken zou een anti-Neder- i
landsche stemming wekken, het incident in de
Staten van 1916, werkt nu, tien jaar later, nog
na. Er is geen tegenstelling, mijnheer Rengeis,
tusschen de Nederlandsche wet en de koninklijk i
goedgekeurde vereeniging „Upstalbeam”. Men
kan echter wel zoo’n tegenstelling maken, waar
voor de verantwoordelijkheid dan neerkomt ojr
hen, die haar uitlokten. Dat is echter hier nog
niet geschied, nog is niets gedaan om de Frie
sche taal uit den Raad te weren. Burgemeester, i
secretaris en de voltallige raad hebben er zich
niet tegen verzet, toen spr. hier begon met het
Friesch te gebruiken. De heer Rengers wilde
blijkbaar alleen uit voorzichtigheid in een vorige
vergadering niet stemmen over een voorstel,
door spr. in het Friesch gedaan uit vrees, dat
dit niet volgens de wet zou zijn. Spr. heeft geen
reden te twijfelen aan de liefde voor Friesland
van iemand, die zooveel voor deze provincie
deed als de heer Rengers, men denke alleen aan
zijn werk ten bate van ’t Friesche greidebedrijf.
Als spr. beslist eerlijk wil wezen, en spr. hoopt
dat de heer Rengers hem dit niet kwalijk zal ne
men, moet hij erkennen dat hij een oogenblik dat
gevoel wel had, nl. toen de heer Rengers zich
de vorige keer liet ontvallen, het ongelukkig te
vinden dat spr. hier bij zijn intrede door den
Voorz. in het Friesch verwelkomd is. Wat de
heer Rengers een ongeluk noemt, noemt spr.
echter een geluk, z’n achting voor het hoofd
dezer gemeente steeg er nog door, daar deze
er eerbied door toonde voor de taal, welke vele
Friezen, die van laag tot hoog zijn geklommen,
helaas missen, en die door het gebruik van half
wijze Nederlandsche woorden en het zgn. hoog
praten zich meerdere glans trachten te verlee-
nen. Spr. klonk die stem als een stem van om
hoog, die de Friesche taal recht te doen beloof
de. De directeur der Ver. v. Nederl. Gemeenten
vermoedt dat spr. ook het Nederlandsch wel
goed kent. Spr. kan zich in het Hollandsch min
der goed als de besten hier, beter dan de min
sten uitdrukken. Maar met verstaanbaar maken
alleen is het nog niet goed. Nog dezer dagen
hoorde spr. een Fries, die in het Nederlandsch
trachtte te vertellen dat de spreeuwen een dak
bevuild hadden, zeggen: „Wat hebben die vogels
het dak beschoten,’. Zoo maakt men zich be
spottelijk. En nog in een vorige vergadering
zag spr., toen een raadslid hier ook al weer
ruim stof voor taalhumor leverde, hoe de twee
verslaggevers elkaar toe glimlachten, al zetten
zij de zaken in hun verslag dan ook recht, waar
voor wij allen hun dank schuldig zijn. Laat de
heer Rengers Nederlandsch spreken, en laat mij
het Friesch gebruiken, ik beloof dat, wanneer
er eens een voorzitter en secretaris mochten
komen, die geen Friesch verstaan, ik Neder-
l^ndsch zal spreken. Een voorstel, hier gedaan
om alleen het Nederlandsch te gebruiken, zou
mij echter nopen hier voor te stellen, alleen*
Friesch te spreken, maar dat zal niet noodig 1 tente aan waarvoor voorloopig geen aanspraak
.blijken, recht en vrijheid zullen hier worden ge- wordt gemaakt op gemeentelijke vergoeding.
Kwam dus reeds tegemoet.
Oosthem: