H
l
J
I
I
faaü geen
andere öy
KWATTA5
JAX4VREEP
Officiéél gedeelte.
Mill Oqiu ta liiniti link.
NIEUWSTIJDINGEN.
I
tg.iU=: 200
i
De Dempingsplannen.
Beter dan Goed. DE BEST E
pi
Niemeijers
42e JAARMHR
ZATERDAG 10 APRIL 15*6
o. 54
I
11
Tench|it
DlMDAGimiVRUDAGSAVOJrDB
Uitgaven
Brandbnburgh Co.,
hm Tslefeei Me. 150.
I I
LI
I
1
1
i
10
LI C 11 I J V1 11 y vl 1 vL IC O LI LI 1 y IX VI 11! vl 1 Vl V V Cl 11 V_z 1 Vl V. 11 j 1 1 v l Cl
zaal, aan het station Noord te Enschedé arri- I kleeding
en
van
I
veerde, dat door hem aan de spoorlijn nabij
tt iit—' Trw i i tugxaei n «w» t.im-w-j- Vz
In de Maandag te houden raadsvergadering komen o. a. de
volgende voorstellen aan de orde:
3IETO SNEEZER COURANT
- mmx SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL
een min of meer scherp voorwerp.
Het eigenaardige van het geval was, dat de
van het slachtoffer in volmaakte orde
was bevonden, en dat boordje en strik netjes
burg, waarvan de wenschelijkheid ook door Gedeputeerde j
tisch leiden tot epn samenvoeging van de twee aanwezige
bruggen daar ter plaatse tot één brug, welke brug in ver
band met de te traceeren verkeersrichtingen, van niet
minder omvang zal kunnen zijn, dan de voorgestelde over
kluizing.”
Verder worden door den heer Smits de aesthetische be
zwaren van de Gedeputeerde Staten op o. i.'afdoende wijze
weerlegd.
Ten aanzien van de door dat College voorgestelde uit-'
Het is in en buiten den Raad bekend, dat de kwestie der
demping van de Wip en andere grachten, ter verkrijging
van betere verkeerswegen in de binnenstad, een langen
lijdensweg heeft afgelegd, waarop in 1912 reeds de eerste
stap werd gezet. Was aanvankelijk de oorzaak daarvan
gelegen in het feit, dat de behandeling van de achtereen
volgens ontworpen en door ons ingediende plannen door
Uw College, dikwijls na zeer breedvoerige discussies,
waarbij het voor en tegen van de grachtdemping van ver
schillende zijden werd belicht, meerdere malen werd uit
gesteld, later, toen de Raad, tot het inzicht gekomen, dat
de toestand in het midden-stadsgedeelte niet langer kon
worden bestendigd en daarin verbetering moest komen, in
Februari 1923 voor het eerst definitief had besloten over
te gaan tot het dempen van de Wip, de Suupmarkt en
het gedeelte van den Singel van het Kleinzand af tot de
Hooiblokstraat, werden van hooger hand tegen de uit
voering dier plannen bezwaren geopperd; van regeerings-
wege vooral om aesthetische redenen en door de Gedepu
teerde Staten uit financieel oogpunt, gepaard aan schoon-
heidsoverwegingen.
Een overzicht van deze lijdensgeschiedenis tot 1924 toe
komt voor in het Gemeenteverslag over 1923, blz. 50 e. v.
Ten aanzien van den aesthetischen kant van het vraag
stuk werd door de regeering en later ook door de Gedepu
teerde Staten het advies ingewonnen van de Afdeeling L
der Rijkscommissie voor de Monumentenzorg. Van den
kant der gemeente diende dus bij het ontwerpen van dc
plannen te worden gestreefd naar een oplossing, welk
zou voldoen aan de eischen van het moderne verkeer en
die tegelijk uit schoonheidsoogpunt geen tegenkanting zou
ontmoeten bij de genoemde Monumentencommissie.
Met deze omstandigheden rekening houdende, werd door
U, in de vergadering van 19 November 1923, onder no. 6,
besloten tot demping van de Wip, verbreeding en ver
nieuwing van de bruggen bij Leeuwenburg en op den hoe!
SuupmarktKleinzandSingel, aanplemping van een ge
deelte Grootzand bij Leeuwenburg, vernieuwing van den
zuidelijken wal van de Suupmarkt en demping van den
Singel tot voorbij de Hooiblokstraat.
Daarna werd van de Gedeputeerde Staten, die evenals
de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, met het ge
nomen raadsbesluit in kennis waren gesteld, de mededee-
ling ontvangen, dat zij het dempingsplan om advies had
den gesteld in handen van de Afdeeling B dier commissie,
terwijl zij tevens daarbij in overweging gaven een raad,
welke reeds eerder ook door gemelde commissie was ge
geven om de oplossing der stedebouwkundige vraag
stukken, welke zich bij de uitvoering der plannen zouden
voordoen, op te dragen aan een daartoe bekwaam archi
tect, als zoodanig o. a. de heer A. P. Smits, te Aerdenhout,
werd genoemd.
Van de Rijkscommissie ontvingen wij reeds spoedig
daarna het bericht, dat zij zich met de strekking van het
raadsbesluit van 19 November 1923, no. 6, ongeveer over
eenkomende met het door haar onder dagteekening var
16 Juni 1923 aan ons uitgebracht advies, geheel kon ver-
eenigen, en waarbij zij haar raadgeving ten opzichte van
de stedebouwkundige verzorging der te dempen gedeelten,
met eenigen aandrang herhaalde.
Gevolg van een en ander was, dat de medewerking werd
ingeroepen van den architect A. P. Smits, die, nadat een
vrij omvangrijke correspondentie was gevoerd en verschil
lende besprekingen waren gehouden zoowel tusschen der
heer Smits en ons als tusschen eerstgenoemde en den
gemeente-architect, in December 1924 tot in details uit
gewerkte plannen aan ons inzond.
Deze plannen, beoogende:
a. demping van de Wip,
b. vervanging van de bestaande bruggen- bij Leeuwen
burg en Grootzand door één brugoverkluizing,
c. vervanging van de bestaande bruggen bij de Ge
dempte Poortezijlen en het Kleinzand door een dergelijke
overkluizing,
d. verbetering van de Suupmarkt,
e. overkluizing van den Singel tot voorbij de Hooiblok
straat,
werden door ons, vergezeld van een toelichting en een
begrooting van kosten bij U ingediend bij voorstel d.d.
6 Januari 1925, no. 1.811.111.2(19), (bijlage no. 8, raads-
verslag 1925). In de vergadering van 2 Februari 1925,
besloot Uw College, zooals bekend is, tot uitvoering van
de U voorgelegde plannen in hun geheet.
Wij meenden goed te doen hierboven het verloopt der
feiten, welke zich voor en na met betrekking tot de dem-
pingskwestie hebben voorgedaan, in het kort even te me-
moreeren, omdat o. i. door een korte samenvatting van
het voorgevallene de toedracht der zaak weer helderder
voor den geest wordt geroepen.
Nu ten opzichte van den aesthetischen kant van het
vraagstuk, waarbij ook de Gedeputeerde Staten, hoewel
staatsrechtelijk daartoe niet bevoegd, in niet geringe mate
een woord hadden meegesproken, een alleszins bevredigen-
wachtpost no. 25 het lichaam van een man was
opgemerkt. Hij voegde er aan ioe, dat bedoelde
man niet door zijn trein was overreden.
De waarnemende stationschef begaf zich met
den, om 9.50 uit Enschedé vertrekkenden trein
naar genoemden wachtpost en vond op de aan
gegeven plaats het lijk van een man van naar
schatting 30-jarigen leeftijd. De veldwachters
van Lonneker, die het stoppen van den trein op
deze ongewone plaats opmerkten, waren spoe
dig ter plaatse. Terwijl een hunner het lijk onder
zijn bewaking nam, begaf de ander zich naar
Enschede, om een dokter te halen. De waarne
mende stationchef deelde het geval per telefoon
mede aan den heer Marion, inspecteur der Lon
neker politie, die evenals dr. Gezelschap spoedig
ter plaatse verscheen. i
Laatstgenoemde kon niet anders doen dan den
dood constateeren. Het lijk lag evenwijdig met
de spoorlijn. Het hoofd, dat in een grooten
bloedplas lag, was nagenoeg geheel verpletterd,
terwijl aan de linkerzijde van den hals 'n groote
wond werd waargenomen, die volgens het oor
deel van dr. Gezelschap moet zijn ontstaan door
Valgena «eerwaarden HUMnaüinu aaet da Nallaadaoha Algaaaeaaa Varaa- Mjflü 0M-
ia(i|aga-Baak ta NafelaNaai «M® Abennd’e venekerd tegen angaiaUtan ree» *Vvv lang
T
nier wonde'1 is in Juni 1925 een brochure ver
schenen van de hand van den heer Evenhuis.
Die brochure is algemeen bekend; de inhoud er
van is' door het bestuur nimmer betwist.
De commissie van beroep van den schoolraad
heeft het ontslag van het schoolbestuur aan den
heer E. vernietigd en dus niet het bestuur maar
het schoolhoofd in het gelijk gesteld. Na dit feit
heeft het bestuur hem zesmaal geschorst, welke
schorsingen ook alle vernietigd zijn, zoodat het
schoolhoofd telkens weer in 'f gelijk werd ge
steld. Een ontslag heeft hij van het bestuur, na
de vernietiging van bovengenoemd ontslag, niet
meer gekregen.
Woensdag, 7 April 1926, moest het bestuur,
volgens beschikking van den kantonrechter d.d.
17 Maart 1926, met aangeboden getuigen be
wijzen, dat de heer E. door het bestuur ont-
slagen is. Het bestuur heeft echter ter zitting
daaivan afgezien, zoodat het getuigenverhoor
niet heeft plaats gehad, daar het bestuur geen
getuigen kon aanvoeren.
Misdaad?
Zondagavond rapporteerde de machinist van
den trein, die te 8.54 uur, komende van Olden-
H 0M< öij wrlia»
•8 van een vlnge*
voering van de brugafscheidingen merkt onze deskundige
op: „Er dient te worden gestreefd wederom te komen tot
een karaktervol stadsbeeld, met de nieuwe elementen,
welke om die redenen aan dat stadsbeeld toegevoegd zullen
worden.
„Bij wat men ook doet, is het van belang, dat het aan
past bij het algemeene karakter van het stadsbeeld, „in
de sfeer blijft”. Dit is een eerste hoofdzaak.
„Het is eene misvatting, dat dit doel wel bereikt zou
kunnen worden door het copieeren en toepassen van oude
vormen. Integendeel, daar elk vraagstuk zijn eigen oplos
sing behoeft, waaruit de vormgeving als vanzelf wederom
volgt, is een toepassing van de ijzeren leuning en in den
vorm, zooals die aan de oude XVlIde-eeuwsche bruggen
nog te vinden is, bv. in aesthetisch opzicht, geheel onvol
doende als afsluiting van een beëindiging bij overkluizin-
gen, zooals hier geprojecteerd.
„Ik waag het te betwijfelen, of hiermede een even goed
resultaat bereikt zal worden, als met de op teekening ge
projecteerde afsluitingen, welke in de juiste verhouding
tot de te overkluizen gedeelten zijn ontworpen, in eer
bescheiden, doch karaktervolle vormgeving, in een weinig
kostbaar, doch duurzaam' materiaal, de Friesche baksteen,
welke ook voor de walmuren wordt toegepast en daarmede
een geheel zal vormen.”
Het oordeel van de Rijkscommissie voor de Monumen
tenzorg, dat aan ons werd kenbaar gemaakt bij schrijven
van de commissie van 20 April 1925, no. 189/128, en
enkel betrekking had op den stedebouwkundigen kant van
het vraagstuk, liep ongeveer parallel aan*dat van den heer
Smits.
Met nadruk kwam de Commissie op tegen de beschou
wingen van de Gedeputeerde Staten over de aesthetisch.
zijde van de door den heer Smits voorgestelde oplossing
van de overkluizing van den Singel en de verbinding van
dit stadsdeel met de Gedempte Poortezijlen. Volgens haar
oordeel had gemeld college zich hierbij gewaagd op een
gebied, waarop ons staatsrecht het geen bemoeienis hei-
toegedacht en waarop zij, ook blijkens hun onderhaWge
oordeelvellingen, juist niet als bij uitstek bevoegd zijn te
beschouwen.
Na voorts een uiteenzetting te hebben gegeven van d>
elementen, waarin uit een schoonheidsoogpunt gezien, tie
waarde van het betrokken stadsdeel-is gelegen, en er op
te hebben gewezen op welke wijze, wanneer door omstan -
digheden noodwendig het meest waardevolle element moei
worden aangetast, er naar moet worden gestreefd r.i.
behulp van alle bestanddeelen, welke ten dienste staan, een
nieuwe, zoo mogelijk gelijkwaardige schoonheid te berei
ken, komt de Rijkscommissie tot de verklaring, dat
architect Smits bij het ontwerpen der plannen al deze be
standdeelen op uiterst gelukkige wijze heeft weten toe t;
passen.
„Het is duidelijk,” zoo schreef de commissie verder, „dat
van een compositie, het resultaat van een langdurig en
fijngevoelig wikken en wegen, passen en meten vaji waar
den en verhoudingen, vormen en massa’s, niet willekeurig
eenig onderdeel kan worden gewijzigd zonder schade voor
het geheel. Geeft reeds daarom het voorstel van Gedepu
teerde Staten: de door den ontwerper gedachte gemetselde
borstweringen door ijzeren leuningen te vervangen, blijk
van een volslagen miskenning van de meest elementaire
beginselen van elke artistieke compositie, ook de toelich
ting getuigt van gemis aan aesthetisch inzicht. De ver
wijzing toch naar Delft reeds weinig ter zake dienende,
omdat daar, in tegenstelling tot Sneek, juist de bebouwing
langs de grachten nog zooveel van haar oude schoonheid
heeft behouden mist ten aanzien van de omranding met
leuningen of borstweringen elke beteekenis.
„Het is toch geheel iets anders, of men smalle en hoog-
gerugde bruggetjes, die vooral lineair in het stadsbeeld
spreken, heeft af te palen, dan wel zeer groote vlakten
moet omtuinen, die ook sterk lichamelijk werken. De oud-
hollandsche ijzeren leuningen tusschen balusters, die in
het eerste geval een bij de maten van het geheel passend,
fijn netwerk teekenen, zouden in het tweede opk geheel
uit de schaal vallen.”
De Commissie besloot haar bestrijding van het stand
punt van de Gedeputeerde Staten als volgt:
„Moeten wij dan, uit een oogpunt van stedeschoon, zeer
stellig opkomen voor de superioriteit van des heeren Smits
ontwerp boven het voorstel van Gedeputeerde Staten, wij
zijn ook van oordeel, dat in dit vraagstuk van zuiver
aesthetischen aard financieele overwegingen niet den
doorslag behooren te geven. De aanleg, die thans wordt
gemaakt, zal voor zeer geruimen tijd, minstens voor een
eeuw, het aanzien van een deel der binnenstad bepalen
- het zou daarom waarlijk onverantwoordelijk zijn ter
Friesche Athletiek-Bond.
In de a.s. Algemeene Vergadering van dezen
Bond komt van het bestuur het vraagpunt aan
de orde „of het voortbestaan van den bond ai
of niet gewenscht is”? De voorzitter en secr-
penn., de heeren Wartena en Hiemstra te Leeu
warden, stellen zich niet weer verkiesbaar. De
F. A. B. werd opgericht om de athletiek te
brengen onder de Friesche kaatsers, voet-
korfballers, wat geen succes had. Meer dan 90
der F. A. B.-leden zijn turners en turnsters
van het Gewest Friesland K. N. G. V., die al
jaren de Athletiek beoefenen als onderdeel
hun stelsel voor lichamelijke oefening.
Overreden en gedood.
Bij den onbewaakten spoorwegovergang bij
Nijezijl-Ijlst heeft Woensdagmiddag een droe
vig ongeval plaats gehad. Een paard en wagen,
bestuurd door den 22-jarigen Mink Abma uit
Folsgare, zou dezen overweg passeeren, toen de
sneltrein, die om 3.29 uit Stavoren was vertrok
ken, in aantocht was. Abma bemerkte het ge
vaar, waarin hij verkeerde, te iaat en kon zoo
doende een botsing niet meer voorkomen. De
wagen werd totaal vernield, teiwijl het paard
op hol sloeg. De voerman was er heel treurig
aan toe. Hij werd hevig bloedend uit mond en
heup bewusteloos opgenomen (toevallig was
een dokter in den trein aanwezig) en met den
trein naar Sneek vervoerd, waar hij in het St.
Anthonius Ziekenhuis werd opgenomen.
Daar bleek dat hij beide armen, een been en
den ruggegraat gebroken had, terwijl hij nog
vele andere verwondingen bekomen had. Heel
kundige hulp mocht hier niet meer baten, de
jonge man is ’s avonds half zeven bezweken.
Dit ongeluk toont opnieuw aan hoe voorzich
tig men bij onbewaakte overwegen moet zijn.
De schoolkwestie te Murmerwoude.
Men schrijft aan de L. Ct:
Onder den titel „Het schoolschandaal te Mur-
Zangvereeniging Excelsior.
Op 15 en 16 April voert bovengenoemde zang-
ver. in Amicitia „Die Jahreszeiten”, het orato-
lium van Haydn uit. Hebben de uitvoeringen
dezer vereeniging altijd succes, ditmaal zal het
te grooter zijn nu een zoo bekend werk als de
Jahreszeiten is gekozen, terwijl de entrée laag
gesteld is.
Geslaagd voor ’t diploma Technisch Amb
tenaar bij den Rijkswaterstaat de heer Tj. van
Dijk alhier. (Verbeterd bericht.)
Van der Hilst Ensemble.
Zondag a.s. komt in Amicitia ons het Van
der Hilst-ensemble een avond van amusements
kunst brengen. Kitty Florel zal levensliedjes zin
gen en we krijgen ook Anna Lieman, zangeres
van het Concertgebouw te Amsterdam te hoo-
ren. Verder worden opgevoerd „De bedriegers
bedrogen”, een spannende comedie, „De wraak
van een Apache”, een sensatieschets in twee
bedrijven, welke een enorm aantal opvoeringen
beleefde en „De Verjongingskuur”. Naast bo
vengenoemde dames treden op de h.h. Reinoud
van der Hilst Jr„ ex-leider van het gezelschap
Heijermans en. R. v. d. Hilst Sr. We hebben
een aantal zeer gunstige critieken van de bla
den elders onder de oogen gehad. Zoo schreven
bladen te Lochem:
„Het geheele programma droeg een be
schaafd karakter en het publiek was met zijn
bijvalsbetuigingen niet karig.”
„De heer Reinoud v. d. Hilst Jr., dien wij vroe
ger' hebben leeren kennen als een consciëntieus
en fijnvoelend kunstenaar, heeft een met zorg
samengesteld programma uitgevoerd. Het is
werkelijk een genot dit gezelschap te zien op-
tieden.”
Het doel van dit gezelschap is de provincie
steden amusementskunst van goed gehalte
tegen bescheiden prijzen te verschaffen, hetgeen
natuurlijk alleen kan wanneer een flink publiek
dit pogen steunt.
Niet goedgekeurd.
Gedep. Staten hebben niet goedgekeurd het
besluit van den raad der gemeente Wonseradeel
tot onderhandsche verpachting van het recht
van visschcrij in de gemeentewateren aan ver
schillende in die gemeente wonende personen,
op grond dat niet is aangetoond of aannemeli.
gemaakt, dat het besluit om financieele of an
dere redenen in het belang der gemeente zal
zijn.
gevouwen in een der binnenzakken werd aan
getroffen. Ook bij of in den omtrek van het lijk
werd niets ontdekt, dat op eèn worsteling duid
de, terwijl evenmin bloedsporen ontdekt werden,
ook niet op de spoorbaan of de rails.
De brigadier König uit Enschede maakte1 bij
magnesiumlicht eenige photografische opnamen.
Inmiddels bleek, dat het. lijk was dat van den
•29-jarigen ongehuwden J. M. GrasTiof, in de
buurt woonachtig. De justitie heeft een onder
zoek ter plaatse ingesteld. Het lijk is naar En
schede1 overgebracht.
Er was nog een beurs met eenig kleingeld
gevonden. Het politie-onderzoek heeft nog niet i
uitgewezen, of hier al of niet een misdaad in
het spel is.
Uit een onderzoek is gebleken, dat de man,
die Zondagavond aan de spoorlijn Enschede
Oldenzaal gevonden werd,' overreden is dooi
den trein voorafgaande aan dien, waarvan de
machinist het geval gerapporteerd heeft.
De mogelijkheid van misdaad is thans uitge
sloten.
Auto-ongelukken in Frankrijk.
De Paaschdagen hebben er tal van auto-
ongelukken in Frankrijk plaats gehad. Men
telt tien dooden en veertig gekwetsten.
de oplossing was gevonden, meenden wij, mede in verband
met de omstandigheid, dat de zaak reeds zoozeer was
vertraagd en een verbetering der verkeerswegen te bedoel-
der plaatse steeds meer urgent werd, terwijl ook de toe-
stand van bruggen en wallen zoodanig werd, dat zij gevaar
voor het verkeer begonnen op te leveren, de hoop te mogen
koesteren, dat aan de uitvoering van de laatst vastgestelde
plannen door hooger gezag geen bezwaren meer in den
weg zouden worden gelegd. In deze verwachting werden
wij echter teleurgesteld.
Terwijl de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, aan
welke wij de nieuwe plannen ter kennisneming hadden toe
gezonden, ons bij schrijven van 3 Maart 1925, nö. 90/83
berichtte, dat zij met groote ingenomenheid van die plan
nen had kennis genomen, en gaarne hulde bracht aan ons,
voor het in deze genomen initiatief en aan Uw College
voor het genomen besluit, werd door de Gedeputeerde
Staten bezwaar gemaakt hun goedkeuring te verleenen
aan de, in verband met de uitvoering van de voorgenomen
werkzaamheden door U bij besluit van 2 Februari 1925,
no. 146 in de gemeentebegrooting voor 1925, aangebrachte
wijzigingen. y
Genoemd College is bij schrijven van 25 Februari 1925,
no. 79, 2e afdeeling F, houdende mededeeling van hun
standpunt ten opzichte van de financieele zijde der dem
pingsplannen, in een beschouwing getreden omtrent de
al én niet nood: il: ‘lijkheid der uit te voeren werken, daar
bij naar voren brengende, dat naar hun meening een uit
gaaf van f113.200.waarop de kosten van uitvoering
van het geheele plan zijn geraamd, voor „niet noodzake
lijke” werken, kwalijk is te verantwoorden.
Het ligt voor de hand, dat omtrent de vraag, wat in de
onderhavige aangelegenheid al en wat niet als noodzakelijk
moet worden aangemerkt, de meeningen kunnen verschil
len. De Gedeputeerde Staten verklaarden zich echter nader,
en wel in dien zin, dat zij de demping van de Wip en de
overkluizing van het Grootzand bij Leeuwenburg allerminst
noodig achten. Naar hun oordeel zou kunnen worden vol
staan met een vernieuwing van de brug bij Leeuwenburg
en een vernieuwing van den wal der Suupmarkt. Boven
dien zouden zij, teneinde tegemoet te komen aan verkeers-
eischen, die naar 's Rijks inzicht bepaaldelijk bevrediging
behoeven, willen meegaan met een uitgaaf voor overklui
zing van den Singel tot de Hooiblokstraat en tot het bren
gen van den overgang tusschen Singel en Gedempte Poor
tezijlen op gelijke breedte als die verkeerswegen.
Voorts meenden de Gedeputeerde Staten de vraag te
moeten opwerpen of de uitvoering van deze verbeteringen
dan zou moeten plaats hebben op de wijze, door den archi
tect Smits in zijn volledig plan aangegeven, een vraag, die
zij waagden te betwijfelen, terwijl zij daarenboven nog
eenige kritiek oefenden op de aesthetische zijde van de
door den heer Smits uitgewerkte plannen en tenslotte in
overweging gaven de „grachtafsluitingen”, waarmede
blijkens een nader schrijven alleen waren bedoeld de brug
leuningen, te doen uitvoeren op „oudvaderlandsche” wijze,
nl. in ijzeren constructie. Deze wijze Van oplossing zou
huns inziens een besparing van kosten geven, terwijl de
gelegenheid werd opengelaten om in de toekomst een
andere wijze van brugafscheiding of een andere oplossing
van het geheele vraagstuk te kiezen.
Deze houding van de Gedeputeerde Staten heeft een vrij
uitvoerige correspondentie tot gevolg gehad. Omtrent de
door dat college naar voren gebrachte bezwaren hebben
wij het oordeel ingewonnen van den ontwerper der plan
nen, den heer Smits, van de Rijkscommissie voor de Monu
mentenzorg en van den Gemeentearchitect.
Eerstgenoemde schrijft naar aanleiding daarvan in zijn
brief d.d. 9 April 1925, o. m. het volgemde:
„De demping van de Wip en de overkluizing van het
Grootzand bij Leeuwenburg vormen een voofnaaiti onder
deel van het geheele plan, hetwelk strekt tot verbetering
van verkeerstoestanden in de kern van de binnenstad.
„De noodzakelijkheid van deze werken staat m. i. vast.
„Eene nauwgezette studie van het geheele probleem,
zoowel uit een oogpunt van verkeer-technische eischen, ah
orn redenen van practischen aard en de verschillende
andere overwegingen, welke bij een dergelijk vraagstuk
naar voren komen, hebben tot de voorgestelde oplossing
geleid.
„Gesteld dat het mogelijk zou blijken voor het oogenl
af te zien van een demping van de Wip, dan zou daartoe
toch binnen korten tijd moeten worden overgegaan, ter>
thans in elk geval verbeteringen aan de rioleeringen, enz.
welke in de Wip uitmonden en aldaar een onhoudbaren
toestand hebben geschapen, moeten plaats vinden.
„De noodige verruiming van de bruggen bij Leeuwen- j
j^nrcr \Azaar\znn Hp wphcrhpliiIzhpiH nnlz dnnr fipdpniifpprdp
Staten wordt erkend, zal bij een behoud van de Wip, prac- wille van enkele duizenden guldens een. oplossing te kiezen,
waarvan bij voorbaat vaststaat, dat zij gebrekkig is.”
Ook de Gemeentearchitect heeft naar aanleiding van de
bovenaangehaalde opmerkingen der Gedeputeerde Staten
nog een rapport uitgebracht bij schrijven d.d. 25 Mei 1925
no. 225, waarbij in hoofdzaak aan de kosten van de-uit
te voeren werken nog beschouwingen zijn gewijd. Daaruit
blijkt, dat door een vervanging van de steenen borstwering
door de voorgesteide ijzeren leuningen, geen noemens
waarde kostenbesparing zal worden bereikt, terwijl met
VRIJSTELLING DIENSTPLICHT.
De BURGEMEESTER van SNEEK brengt
ter algemeene kennis, dat van heden af tei
J secretarie 2e afd. ter inzage ligt, de beschik-
I king van den Minister van Oorlog van 7
April 1926, Vil afd. No. 152 V waarbij aan:
FEDDE BLOK,
dienstplichtige der lichting 1920, met ingang
van 5 Mei 1926 voor goed vrijstelling van
den dienstplicht is verleend wegens kost
winnerschap.
Tegen deze uitspraak kan binnen 10 da
gen na de dagteekening dezer bekendma
king beroep worden ingesteld.
Sneek, 9 April 1926.
Abonnement: per jaar f 2.50 fr. p.
post f 3.60.
Advertentiën9 ct. p. regel. Inge
zonden tnededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
gld. dij vczüm £A gld. bij «mUm raa
Iv Mn dnim. vU vijnvlngar.
gld. kag«**l van nu- gld. bij vwüm vu
Bjdssn Manen S0 d. IvU ïdn hand, vaei el eeg