KWATTV5. JAVJA.REEP OMil Orgm i» lismtt lint Vsnehjjat s» Zi t t 2000 n WYMBRITSERADEEL üe gemeentereiniging» Officiéél gedeelte NIEUWSTUDIH8EN. Brandenburg!! Co., Beter dan öoed: DE BESTE WOENSDAG 2 JUNI 1228 42aJAARGABto Eerst» Bied fc- H' in en },;f GEZONDHEIDSRAAD. nid. •sa VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID. Lood, loodwit en loodmenie behooren tot de gevaarlijkste vijanden van den arbeider. Ze zijn afdoende te bestrijden, maar dit gelukt alleen bij voortdurende zorg. Zindelijkheid is daartoe het eerste vereischt. bedrijf tot in de kleinste bijzonderheden nagegaan, ver gelijkingen rnet andere gemeenten gemaakt en is tot de Abonnement t per jaar f 2.50 fr. p postlf 3.60. AdvertentiënQ ct. p. regel. Inge zonden mededeellngen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst In de SNEEKER COURANT Go. 69 DDUDAGB M VRIJDAGSAVOND# UiifiTBM Inn TsMmë 1#, 150. Vvigana vvorwaudvn •varMagakamta aaat de Nallandscli* Algeaaeam Veras» ftopIngo-Beafc ie IrtleSae stja ease Abvnni’v veraekerd tegen eageiwkkea vmv Het is verklaarbaar dat in dezen tijd van bezuiniging op de kosten van den gemeentelijken reinigingsdienst nu en dan, hetzij van officieele of particuliere zijde, critiek wordt uitgeoefend. Over de wijze waarop een gemeentebestuur de openbare gezondheid en den welstand heeft té ver zorgen en over het financiëele offer dat een gemeente zich daarvoor hëfeft te getroosten, loopen de meeningen uiter aard uiteen. Wanneer die critiek zich richt op bepaalde, met name genoemde werkzaamheden of feiten, is het betrekkelijk gemakkelijk, al naar gelang van bevinding, die te weer leggen of daaraan tegemoet te komen. Richt die critiek zich echter op de kosten in het algemeen, zoo wordt hei moeielijker daarop een rechtstreeksch, afdoend antwoord te geven, vooral wanneer vergelijkingen met andere ge meenten worden gemaakt. Zooals deze kosten dan in één bedrag voor den dag ko men en zonder meer naast elkander worden gesteld, geven zij op het eerste oog inderdaad aanleiding tot aanmer king, doch wanneer daarop dieper wordt ingegaan, blijkt dat zij worden beheerscht door tal van factoren, welke zich in iedere gemeente anders voordoen en die daarom niet mogen worden verwaarloosd, wil men tot een juist oordeel geraken. In het navolgende stel ik mij derhalve voor dit vraag stuk te ontleden en de factoren in het juiste licht te plaat sen, om daarna te kunnen komen tot een vergelijking en een beoordeeling van de kosten van Uwen reinigingsdienst zooals ik die zie en ten slotte tot een antwoord op de gestelde vraag. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend: dat ter secretarie ter inzage ligt een ver zoek met bijlagen van: J. DIJKSTRA, aardewerkfabrikant, aldaar, om vergunning tot het oprichten van een fabriek voor het maken van draineerbuizen, waarin ge plaatst zal worden een petroleummotor met een capaciteit van 25 P.K. op een gedeelte van het perceel, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 2509, gelegen aan den Oppenhui- zerweg; dat op Woensdag den 16 Juni 1926 des middags te 12 uur ten geineentehuize al daar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten en dat zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben in te brengen, gedu rende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter secretarie, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen bescheiden ken nis kunnen nemen. De aandacht wordt er inzonderheid op geves tigd' dat, volgens de heerschende opvatting, slechts tot hooger beroep gerechtigd zijn zij. die voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwa- •en mondeling toe te lichten. SNEEK, den 2 Juni 1926. welke deze uitkomsten in meerdere of mindere mate be- heerschen. Verder zijn op de staten A en B dé gemeenten vermei van 10.000 tot 20.000 inwoners en op A1 en B1 die van 20.000 tot 30.000 inwoners, met de genoemde grootere ge meenten. Opzettelijk is in dft staten A en A1 een andere volgorde aangenomen dan in B en B1, en wel in A en A‘ volgens het aantal inwoners, terwijl de gemeenten in de staten B en B1 zijn geplaatst volgens de brutokosten per inwoner. Met een enkele uitzondering zijn de begroetingen voor het jaar 1925 gevolgd, evenwel zijn de meeste bijzonder heden genomen uit de jaarverslagen over 1924. Het zal opvallen dat de eindbedragen1 der baten en lasten zooals ik deze vermeldde ik zeg dit aan de hand van de statis tische gegevens over 1924, zijnde die over 1925 nog niet alle verschenen dikwijls verschillen van die gegevens. Dit komt omdat ik bij voorkeur de bedrijfsbegrootingen als uitgangspunt nam en niet de eindbedragen van het be treffende hoofdstuk in de gemeentebegrooting; ik deed dit met de bedoeling om de administratieve verrekenposten tusschen gemeente en dienst uit te schakelen. Daarentegen heb ik voor een juist overzicht weer wel opgenomen de rechten, ook al werden die niet in de bedrijfsbegrootingen verantwoord. De baten zijn gesplitst in die voor meststoffen en afval, rechten en andere ontvangsten. De baten wegens verkochte meststoffen betreffen zoowel die van compost en meer of minder bewerkte straatmest, als beerstoffen. Het was niet altijd gemakkelijk de rechten, die soms saamgevoegd voor komen met wat wel genoemd wordt „retributiën”, in we zen meestal vergoedingen voor aan derden bewezen dien sten, behoorlijk daarvan te splitsen; wellicht bleef deze splitsing in enkele gevallen achterwege bij gebrek aan ge gevens. Deze vergoedingen werden opgenomen onder „an dere ontvangsten”, waaronder o.' m. ook voorkomen kor tingen op loonen en salarissen voor eigen of weduwen- en weezenpensioen; soms vond ik deze direct op de loonen in mindering gebracht. Aangezien een splitsing van deze rubriek bij vele gemeenten niet mogelijk bleek, werd, waar daartoe aanleiding was, volstaan met een toelichting on der „Aanmerkingen”. Wat al zoo van invloed is op het bedrag der netto-kosten. Bij bestudeering van deze staten blijkt dan al dadelijk dat in het tekort, men spreekt pok wel van verlies, doch beter ware: de netto-kosten, die de begrootingen van de reinigingsdiensten toonen, alléén geenszins een aanwijzing kan gelegen zijn voor een beoordeeling van de meer of minder kostbaarheid van de uitvoering. In de eerste plaats blijken die kosten in de meeste ge meenten voor een niet gering deel beïnvloed te worden door „Rechten”, welke feitelijk belastingen zijn. In den regel betreffen deze belastingen het tonnenstelsel (van de door Gedeputeerde Staten vergeleken gemeenten: Hen gelo, Wageningen, Vlaardingen en Middelburg; geen rech ten hebben: Bussum, Helmond, Sneék). Soms betreffen zij het ophalen van huisvuil (Winschoten, Hengelo, As- sen(?)). In één geval (Hoorn) wordt de reinigingsdienst gecrediteerd voor een deel der straatbelasting; in een an der geval (Meppel) worden rechten voor aansluiting aan het gemeenteriool in de baten vermeld, terwijl weer an deren (Alkmaar, Zaandam) de opbrengst van een beerput tenbelasting in de baten opnemen. Het ligt niet op mijn weg om na te gaan welke aanlei ding bepaalde gemeenten hebben om zoodanige heffingen naast en boven haar inkomstenbelasting in te voeren, aan gezien die geen enkel verband houdt met de uitvoering van den reinigingsdienst. Alleen zij geconstateerd, dat die hef fingen bestaan en dat zij, in de baten van den reinigings dienst verantwoord, de netto-kosten soms aanzienlijk ver lagen. Verder heeft op de netto-kosten een andere bate invloed, die wél voortkomt uit de uitvoering, doch waarvan de grootte eveneens afhangt van omstandigheden buiten de uitvoering gelegen, n.l. de opbrengst der meststoffen. Deze wordt in de eerste plaats beheerscht door het afvoerstel- sel en door de wijze van bewerking der stoffen,'■waarvoor men is aangewezen op het afnamegebied, hetwelk boven dien meer of minder gunstig gelegen kan zijn en waardoor mede de opbrengst bepaald wordt. Zoo ontvangt Win schoten voor de compost f4.50, Leeuwarden f4 en Sneek f 3.50 per last. Het toepassen van bedrijfsboekhouding geeft voorts aan leiding tot het opnemen van een andere soort van baten. Teneinde een zoo juist mogelijk overzicht te hebben van de kosten van den reinigingsdienst, is het in vele gemeen ten regel om de kosten van verschillende werkzaamheden die niet direct tot den reinigingsdienst behooren, aan de zen dienst terug te betalen. Was hierin nu maar eenheid, dan gaf dat voor de vergelijking geen bezwaar. Van die gewenschte eenheid is het echter nog verre; iedere gemeente heeft, om zoo te zeggen, daaromtrent een verschillende opvatting en zelfs komt het mij; voor dat nog wel eens andere overwegingen gelden. Niet alleen deze soort van baten, maar ook de wijze waarop xle netto-kos ten worden voorgedragen is oorzaak dat deze lang niet altijd de werkelijke kosten beteekenen. Zoo bestaat te Bussum naast de gemeentebijdrage ad f 84.603.welke onder Hoofdstuk VI vermeld is, nog een nadeelig saldo ad f20.956.hetwelk op Hoofdstuk XIII verantwoord wordt en als h e t nadeelig saldo in de statis tische gegevens is vermeld. Te Amersfoort worden bijv, aan de gemeente in rekening gebracht de kosten voor straatreinigen, sproeien, incl. het waterverbruik, zand- strooiën en opruimen van sneeuw, baggerwerk, een en an der verhoogd met een percentage voor algemeene kosten, in totaal f60.673.eerst daarna wordt de gemeentebij drage vastgesteld, die dan uiteraard niet hoog is. Ook daarom kon o. a. de vergelijking met Bussum niet dienen. Verder bestaan nog andere punten van verschil, van welke ik slechts één noem en wel het in meerdere of min dere mate, of in het geheel niet (Middelburg, althans bleek daarvan niets in de bedrijfsbegrooting)’ vorderen van een terugbetaling wegens bijdragen in het Pensioenfonds. Al deze factoren tezamen kunnen derhalve medebren gen, dat gemeenten met kostbare reinigingsdiensten, toch nog een lager bedrag der netto-kosten toonen dan andere minder kostbare. Nu zou het niet moeilijk zijn bij een ver gelijking met deze factoren rekening te houden, indien zij de eenige waren. Echter zijn er ook nog de opzet en de uitvoering van dienst, samenhangende met aard en karak ter der gemeente en zooveel andere omstandigheden, die in terwijl op de sta- Aangezien deze factoren het duidelijkst voor den dag ko- e bijzonderheden men in de bruto-kosten,- ook al komen daarin andere fac- Met eenigen grond mag worden aangenomen dat Gede puteerde Staten reeds dadelijk gebruik hebben gemaakt van de bewerking der gemeentebegrootingen die door het Centraal Bureau voor de Statistiek te ’s-Qravenhage met prijzenswaardigen ijver in 1924 is ter hand genomen, dade lijk nadat die begrootingen volgens vastgesteld model wa ren ingericht. Deze bewerking beoogt te geraken tot een geregelde statistiek van de gemeentefinanciën en zal in de toekomst zeker groot nut hebben. Ik zeg opzettelijk in de toekomst, omdat deze eerste bewerking, behoudens een enkele aanteekening, nog niet verder ging dan een vermel ding, op een voor iedere gemeente afzonderlijk blad, van de eindbedragen die de verschillende hoofdstukken aan wijzen en van de uitkomsten van die diensten welke als afzonderlijk bedrijf zijn ingericht. Erkend moet intusschen worden dat deze gegevens reeds nu eenig overzicht geven. In deze statistische gegevens nu worden ook de reini gingsdiensten vermeld, voor zoover deze als afzonderlijk bedrijf zijn ingericht en opgenomen zijn in Hoofdstuk XIII der gemeentebegrootingen. Wie geen vreemdeling is in de gemeenteadministratie weet evenwel dat, ondanks uni forme voorschriften, toch nog verscheidenheid mogelijk is. In het bijzonder 'geldt dit hier voor de reinigingsdiensten die verschillend blijken te worden behandeld, hetgeen, om van andere oorzaken nog niet te spreken, aan een goed en gemakkelijk overzicht wel in den weg staat. Als bewijs hiervoor diene dat in Hoofdstuk XIII der ge meentebegrooting van ’s-Gravenhage ten aanzien van den reinigingsdienst slechts verrekenposten zijn opgenomen, die den schijn geven bedrijfsuitkomsten te zijn en, als zoo danig een batig saldo aantoonende, in de statistische ge gevens zijn vermeld. In werkelijkheid is het saldo nadee lig en komt het zonder verrekenposten voor in Hoofd stuk VI. Te Sneek is daarentegen het nadeelig saldo opge nomen in Hoofdstuk XIII, echter tezamen met verreken posten tusschen gemeente en dienst; zoodat het eindcijfer van dit Hoofdstuk een ander bedrag aanwijst dan het eigenlijke bedrag der netto-kosten. Dat de reinigingsdienst, ook wanneer deze als afzonder lijk bedrijf is ingericht, onder Hoofdstuk VI voorkomt, zoo- inleiding. Bij Uwe missive d.d. 13 October 1925 mocht ik van Uw College de vereerende opdracht ontvangen, advies te ge ven over de vraag-of op de kosten van Uw reinigingsdienst op doeltreffende wijze zou kunnen worden bezuinigd, waarbij Uw College tevens den wensch te kennen gaf om te worden ingelicht over de vraag, welke maatregelen ge nomen zouden kunnen worden om tot een dergelijke be zuiniging te geraken. Deze opdracht vloeide voort uit het feit dat Uw College, naar aanleiding van de ingezonden gemeentebegrooting voor het jaar 1925, door Gedeputeerde Staten werd ge wezen op de mogelijkheid van bezuiniging op de kosten van de gemeentebedrijven, speciaal op die van de ge meentelijke reiniging. Gedeputeerde Staten verwezen daarbij; naar een zestal andere gemeenten, die in verhouding tot haar getal inwo ners een belangrijk kleiner tekort voor het jaar 1924 op de exploitatie van hare respectievelijke reinigingsdiensten hadden gehad. It gl<L Mj wrilM *i van mb «lager gUL Mj verliM £A vu mb dalai. vU De resultaten van mijn onderzoekingen zijn neergelegd in een viertal staten: A, A1, B, en B1. Op de staten A en niet geringe mate hun stempel drukken op de nettokosten. A1 komen voor de financiëele uitkomsten, f ten B en B1 vermeld zijn de verschillende bijzonderheden „T u r f - rn a c h i n e”. heer J. Lodder te Nw. Weerdinge een nieuwe turfmachine geconstru eerd met medewerking van het Rijks-Turf- Proefstation te Emmen. Er is een demonstratie mee gehouden, die goed geslaagd is. Het doel is door mechaniseering van het turfbedrijf de pro ductie per arbeider te verhoogen, om zoo doende goedkoop te kunnen produceeren. De heer G. J. van der Zwart, ontvanger der registratie en domeinen alhier, is met ingang van heden verplaatst naar Groningen, als waar nemend inspecteur bij dien dienst. Opening Eerste Friesche Boxengarage. Zaterdagmiddag is de nieuwe boxengarage van den heer F. Ozinga aan de Bolswarderweg geopend. Te midden van een schat van bloemen sprak de heer Ozinga een woord van welkom tot de talrijke aanwezigen, inzonderheid tot den burgemeester, die de officieele opening zou verrichten. Dank bracht hij aan de clientèle, wier blijvende gunst hem in staat had gesteld de zaak verder uit te breiden, tot den architect den heer F. Poelman en de uitvoerders. De burgemeester, de heer P. J. de Hoop, constateerde dat wanneer in Sneek een nieuwe zaak wordt geopend, dat getuigt van de energie der bewoners en van hun besef, dat de bakens met den tijd dienen verzet. Een rondgang door het gebouw heeft spr. de overtuiging geschon ken dat deze zaak zal kunnen concurreeren en spr. hoopt dat de clientèle een ruim gebruik van deze eerste boxengarage in Friesland zal maken. Spr. wenschte den heer Ozinga en fami lie veel succes. De heer F. de Wolf sprak een gelukwensch in dichtvorm uit. Ververschingen werden rondgediend en een strijkje verhoogde de feestelijke stemming. Een beschrijving van het nieuwe gebouw ga ven wij reeds. Zooals boven gemeld is de zeer practische inrichting verrezen onder architec tuur van den heer F. Poelmann alhier, de heer K. Hiemstra was de aannemer, de firma T. D. Joustra verrichtte het betonwerk, de firrya Hu bert zorgde voor de electrische installatie en het schilderwerk werd gedaan door de h.h. Andringa en Hofmeester. Zweminrichting. De temperatuur van het water in de Snee- ker Zweminrichting was heden 16 Draaimolen ongeval. In Viagtwedde was het kermis en voor de kinderen was wel de grootste attractie de zweefmolen van Vale. Lustig draaide de molen tot groote pret van het jonge volkje, toen plotseling ’t heele gevaarte kantelde en geheel omver viel. Een menig te verdrong zich om den molen. Wonder boven wonder waren er geen dooden of gekwetsten. Later bleek, dat een balk van het onderstel gebroken was. Een paar vrouwen waren bij ’t ongeval flauw geval len. gld. Ingeval vbb vwt- |£A gld. M| vwIIm vu «vV Ujde» Manen 80 d. IvU mb baad, wet ef eeg lv als in het hierboven genoemde geval, is geen bijzonder heid; dit komt zelfs bij tal van gemeenten voor. Deze om standigheid moge geen financieele beteekenis hebben, een feit is het niettemin dat het bedrijf zoodoende verborgen blijft in het groote Hoofdstuk „Openbare Werken” en aan de vergelijking onttrokken wordt. Verder blijkt groot verschil te bestaan in de opvatting wat niet en wat wel als baten en lasten moet worden aan gemerkt, hetgeen beteekenis heeft voor het bedrag dat ais netto-kosten van den dienst wordt voorgebracht. Dit ver schil alleen is zoo groot, dat iedere vergelijking daarop reeds moet stranden. De gemaakte vergelijking kan ook daarom niet aanvaard worden, omdat hierbij evenmin werd rekening gehouden met tal van bijzonderheden en eigenaardigheden, welke van invloed zijn op den opzet en de uitvoering van den Wij vangen in dit nummer de publicatie aan van het rapport van den heer V. de Groot, directeur van de Haag- sche gemeentelijke reinigings- en ontsmettingsdienst, in zake onze reiniging. Men zal zich misschien herinneren dat Ged. Staten, toen de begrooting 1925 aan hun oordeel werd onderworpen, uiting hebben gegeven aan hunne 1 meening dat de reiniging te dezer stede duur werkte. B. en W. dezer gemeente deden daarop den raad het voorstel, 1 door een eersterangs deskundige, den heer V. de Groot bovengenoemd, een onderzoek naar de juistheid dezer bewering te doen instellen. De raad heeft dat voorstel toen aangenomen en de heer De Groot hééft zich geruimen I tijd met dit onderzoek bezig gehouden, heeft het geheele i reinigingsdienst van iedere gemeente. Want er kan wel conclusie gekomen dat voor de meening van Ged. Staten absoluut geen grond bestaat. Een conclusie, geruststel lend voor de burgerij, die uit dit rapport zal ^ien dat de 1 70.000 welke dit bedrijf telken jare vordert, niet zonder schade voor een behoorlijke voorziening in deze onmisbare dienst, belangrijk kan worden verminderd; een conclusie, vooral verblijdend ook voor de betrokken bedrijfscommis- sie en den directeur, wier beleid thans de sanctie heeft ontvangen van een man, die als de grootste deskundige op dit gebied in Nederland wordt beschouwd, en die, ge tuige z’n lezingen in het buitenland en z’n lidmaatschap der Duitsche vereeniging van reinigingsdirecteuren, ook een internationale reputatie geniet. Thans vangen we met het rapport aan. bezwaarlijk een andere gemeentedienst worden aangewe zen, of het moest die der gemeentewerken zijn, welks in richting zoozeer samenhangt met plaatselijke gesteldheden, toestanden en verhoudingen, als de reinigingsdienst. Het mag het Centraal Bureau voor de Statistiek zeker niet als een verwijt worden aangerekend, dat een verge lijking der financieele uitkomsten van reinigingsdiensten aan de hand van bedoelde gegevens nog niet tot het doel leidt, ja zelfs oorzaak kan zijn van een onjuiste beoordee ling; immers heeft dat Bureau de begrootingen te aan vaarden zooals die daar aankomen. Om een oordeelkun dige vergelijking te kunnen maken, met inachtneming van de invloed hebbende factoren, is een deskundige bewer king dier gegevens noodig, die bij den eersten stap die i deze richting werd gezet, nog wel niet geëischt kon worden. Evenmin mag Gedeputeerde Staten een verwijt worden gemaakt, dat zij de administratieve en de technische kwes tie bij hunne vergelijking over het hoofd zagen. Integen deel, buitenstaan’den kunnen dit alles niet weten en heb ben nu eenmaal geen ander middel tot vergelijking dan de bloote financiëele uitkomstcijfers. Bij twijfel aan het be leid, dat tot die uitkomst voerde, is het aan deskundigen, en liefst buiten de kwestie staande, om voorlichting te geven en ik prijs het in Uw College, dat het deze aange legenheid in die richting heeft geleid. Wijze van behandeling van het vraagstuk. De gemeenten waarmede Gedeputeerde Staten Sneek hebben vergeleken zijn: Hengelo, Wageningen, Bussum, Helmond, Vlaardingen en Middelburg. Het toeval nu heeft gewild dat van deze zes gemeenten, zooals nader zal blij ken, geen enkele, ook maar bij benadering, een redelijken grondslag voor vergelijking aanbiedt, aangezien de wijze waarop, en de omstandigheden waaronder de nettokos ten dier gemeenten zijn tot stand gekomen, al te veel met Sneek verschillen. Er bestond derhalve voor mij geen aanleiding om, zoo- als aanvankelijk in mijn bedoeling lag, toen ik de namen dier gemeenten nog niet kende, een reis daarheen te ma ken, om mij van de plaatselijke toestanden op de hoogte te stellen. Evenmin heb ik een zestal andere gemeenten, die dan wè! een grondslag voor vergelijking zouden aanbieden, willen aanwijzen en eventueel bezoeken, alleen reeds niet omdat hiermede het geheele terrein niet zou worden over zien en daarom toch nog maar een eenzijdig inzicht zou worden gegeven. En ik moet er dadelijk bijvoegen: ik zou een zestal gemeenten dat zonder meer met Sneek te verge lijken zou zijn, niet hebben kunnen aanwijzen. Want er zijn geen twee gemeenten, al zijn zij even groot, waar alle toe standen en verhoudingen welke op den reinigingsdienst van invloed zijn, ook maar ongeveer gelijk zijn. Om die reden moest ik een veel grooter gebied bestrij ken en hiervoor heb ik een denkbeeldige reis gemaakt naar een dertigtal gemeenten. Van deze heb-Jk de afvoersyste men nagegaan, den omvang en de wijze van uitvoering harer reinigingsdiensten bestudeerd en de lasten en baten dier diensten ontleed, alles voor zoover dat practisch mo gelijk en voor mijn doel noodig was. Hierbij heb ik Gedeputeerde Staten op den voet willen volgen in dezen zin, dat ik mij niet beperkt heb tot ste den van gelijke grootte ais Sneek, al is een vergelijking van kleine gemeenten met groote op zich zelf onjuist. Ik heb vrijwel alle daarvoor in aanmerking komende ge meenten genomen, dus ook die met welke Gedeputeerde Staten vergeleken: lo. van 10.000 tot 20.000 inwoners; 2o. van 20.000 tot 30.000 inwoners; en verder ter illustra tie nog eenige groote steden in het Noorden. Hoewel voor deze vergelijking van geen waarde, heb ik het eigenaardig gevonden de stad, waarvan ik de eer heb den reinigings dienst te beheeren, daaraan eveneens toe te voegen, om ook een beeld te geven van de kosten eener groote stad. Dat het mogelijk was een zoo groote hoeveelheid gege vens te verzamelen, dank ik voor een deel aan het Centraal Bureau voor de Statistiek, waar ik alle gemeentebegroo tingen aanwezig vond en te mijner beschikking kreeg. Bij dit onderzoek werd het gemis aan eenheid, zoowel in de bedrijfsbegrootingen als in de jaarverslagen, wel zeer gevoeld. Aangezien vele begrootingen niet het noodige licht gaven, trachtte ik dat later te vinden in de jaarversla gen, die telken jare onder de collega’s worden uitgewis seld, terwijl voorts nog een uitgebreide correspondentie noodig was om juist datgene te weten waarop het dikwijls aankwam. Toch mag geen al te hoogen dunk ontstaan van de resultaten van dezen arbeid. Niet altijd waren ook de ver slagen duidelijk of werd een juist antwoord op een vraag ontvangen; bedragen moesten soms aan de hand van jaar verslagen van vorige dienstjaren gesplitst of samenge voegd worden. Ook wil ik niet geacht worden ten volle met alle finesses van iedere gemeente op de hoogte te zijn. Derhalve zal in mijn gegevens hier en daar wel een on nauwkeurigheid schuilen en hiervoor bied ik bij voorbaat mijn verontschuldiging aan. Uw College gelieve het ge heele samenstel op te vatten als een algemeene aanwijzing en als zoodanig heeft het alle waarde. Ten slotte hecht ik er aan uitdrukkelijk te verklaren dat ik met de vermelding en bespreking van allerlei bijzon derheden, andere gemeenten betreffende, geenerlei, ook niet de minste critiek heb bedoeld op beleid of toestanden. Ik moest die gemeenten nu eenmaal aanhalen als voorbeeld van bepaalde toestanden en kosten en ik heb getracht dit zoo neutraal en objectief mogelijk te doen. i«- KJ K »- De heeft OW MEEKEK COÜBABT nnax SNEEKER/COURANT Mj vwrliM vaa vijsviagmr. I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1