KWATTV5.
JAVJA.REEP
OMil Orgm i» lismtt lint
Vsnehjjat
s»
Zi
t
t
2000
n WYMBRITSERADEEL
üe gemeentereiniging»
Officiéél gedeelte
NIEUWSTUDIH8EN.
Brandenburg!! Co.,
Beter dan öoed: DE BESTE
WOENSDAG 2 JUNI 1228
42aJAARGABto
Eerst» Bied
fc-
H'
in
en
},;f
GEZONDHEIDSRAAD.
nid.
•sa
VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID.
Lood, loodwit en loodmenie behooren tot de
gevaarlijkste vijanden van den arbeider. Ze zijn
afdoende te bestrijden, maar dit gelukt alleen bij
voortdurende zorg. Zindelijkheid is daartoe het
eerste vereischt.
bedrijf tot in de kleinste bijzonderheden nagegaan, ver
gelijkingen rnet andere gemeenten gemaakt en is tot de
Abonnement t per jaar f 2.50 fr. p
postlf 3.60.
AdvertentiënQ ct. p. regel. Inge
zonden mededeellngen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst In de SNEEKER COURANT
Go. 69
DDUDAGB M VRIJDAGSAVOND#
UiifiTBM
Inn TsMmë 1#, 150.
Vvigana vvorwaudvn •varMagakamta aaat de Nallandscli* Algeaaeam Veras»
ftopIngo-Beafc ie IrtleSae stja ease Abvnni’v veraekerd tegen eageiwkkea vmv
Het is verklaarbaar dat in dezen tijd van bezuiniging op
de kosten van den gemeentelijken reinigingsdienst nu en
dan, hetzij van officieele of particuliere zijde, critiek wordt
uitgeoefend. Over de wijze waarop een gemeentebestuur
de openbare gezondheid en den welstand heeft té ver
zorgen en over het financiëele offer dat een gemeente zich
daarvoor hëfeft te getroosten, loopen de meeningen uiter
aard uiteen.
Wanneer die critiek zich richt op bepaalde, met name
genoemde werkzaamheden of feiten, is het betrekkelijk
gemakkelijk, al naar gelang van bevinding, die te weer
leggen of daaraan tegemoet te komen. Richt die critiek
zich echter op de kosten in het algemeen, zoo wordt hei
moeielijker daarop een rechtstreeksch, afdoend antwoord
te geven, vooral wanneer vergelijkingen met andere ge
meenten worden gemaakt.
Zooals deze kosten dan in één bedrag voor den dag ko
men en zonder meer naast elkander worden gesteld, geven
zij op het eerste oog inderdaad aanleiding tot aanmer
king, doch wanneer daarop dieper wordt ingegaan, blijkt
dat zij worden beheerscht door tal van factoren, welke
zich in iedere gemeente anders voordoen en die daarom
niet mogen worden verwaarloosd, wil men tot een juist
oordeel geraken.
In het navolgende stel ik mij derhalve voor dit vraag
stuk te ontleden en de factoren in het juiste licht te plaat
sen, om daarna te kunnen komen tot een vergelijking en
een beoordeeling van de kosten van Uwen reinigingsdienst
zooals ik die zie en ten slotte tot een antwoord op de
gestelde vraag.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK maken bekend:
dat ter secretarie ter inzage ligt een ver
zoek met bijlagen van:
J. DIJKSTRA, aardewerkfabrikant, aldaar,
om vergunning tot het oprichten van een fabriek
voor het maken van draineerbuizen, waarin ge
plaatst zal worden een petroleummotor met een
capaciteit van 25 P.K. op een gedeelte van het
perceel, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie C, no. 2509, gelegen aan den Oppenhui-
zerweg;
dat op Woensdag den 16 Juni 1926 des
middags te 12 uur ten geineentehuize al
daar gelegenheid zal worden gegeven om
tegen het verzoek bezwaren in te brengen
en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten en dat zoowel de verzoeker, als zij
die bezwaren hebben in te brengen, gedu
rende drie dagen voor evengemeld tijdstip
ter secretarie, in de gewone bureau-uren,
van de ter zake ingekomen bescheiden ken
nis kunnen nemen.
De aandacht wordt er inzonderheid op geves
tigd' dat, volgens de heerschende opvatting,
slechts tot hooger beroep gerechtigd zijn zij. die
voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner
leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwa-
•en mondeling toe te lichten.
SNEEK, den 2 Juni 1926.
welke deze uitkomsten in meerdere of mindere mate be-
heerschen.
Verder zijn op de staten A en B dé gemeenten vermei
van 10.000 tot 20.000 inwoners en op A1 en B1 die van
20.000 tot 30.000 inwoners, met de genoemde grootere ge
meenten. Opzettelijk is in dft staten A en A1 een andere
volgorde aangenomen dan in B en B1, en wel in A en A‘
volgens het aantal inwoners, terwijl de gemeenten in de
staten B en B1 zijn geplaatst volgens de brutokosten per
inwoner.
Met een enkele uitzondering zijn de begroetingen voor
het jaar 1925 gevolgd, evenwel zijn de meeste bijzonder
heden genomen uit de jaarverslagen over 1924. Het zal
opvallen dat de eindbedragen1 der baten en lasten zooals
ik deze vermeldde ik zeg dit aan de hand van de statis
tische gegevens over 1924, zijnde die over 1925 nog niet
alle verschenen dikwijls verschillen van die gegevens.
Dit komt omdat ik bij voorkeur de bedrijfsbegrootingen als
uitgangspunt nam en niet de eindbedragen van het be
treffende hoofdstuk in de gemeentebegrooting; ik deed dit
met de bedoeling om de administratieve verrekenposten
tusschen gemeente en dienst uit te schakelen. Daarentegen
heb ik voor een juist overzicht weer wel opgenomen de
rechten, ook al werden die niet in de bedrijfsbegrootingen
verantwoord.
De baten zijn gesplitst in die voor meststoffen en afval,
rechten en andere ontvangsten. De baten wegens verkochte
meststoffen betreffen zoowel die van compost en meer of
minder bewerkte straatmest, als beerstoffen. Het was niet
altijd gemakkelijk de rechten, die soms saamgevoegd voor
komen met wat wel genoemd wordt „retributiën”, in we
zen meestal vergoedingen voor aan derden bewezen dien
sten, behoorlijk daarvan te splitsen; wellicht bleef deze
splitsing in enkele gevallen achterwege bij gebrek aan ge
gevens. Deze vergoedingen werden opgenomen onder „an
dere ontvangsten”, waaronder o.' m. ook voorkomen kor
tingen op loonen en salarissen voor eigen of weduwen- en
weezenpensioen; soms vond ik deze direct op de loonen
in mindering gebracht. Aangezien een splitsing van deze
rubriek bij vele gemeenten niet mogelijk bleek, werd, waar
daartoe aanleiding was, volstaan met een toelichting on
der „Aanmerkingen”.
Wat al zoo van invloed is op het bedrag der netto-kosten.
Bij bestudeering van deze staten blijkt dan al dadelijk
dat in het tekort, men spreekt pok wel van verlies, doch
beter ware: de netto-kosten, die de begrootingen van de
reinigingsdiensten toonen, alléén geenszins een aanwijzing
kan gelegen zijn voor een beoordeeling van de meer of
minder kostbaarheid van de uitvoering.
In de eerste plaats blijken die kosten in de meeste ge
meenten voor een niet gering deel beïnvloed te worden
door „Rechten”, welke feitelijk belastingen zijn. In den
regel betreffen deze belastingen het tonnenstelsel (van de
door Gedeputeerde Staten vergeleken gemeenten: Hen
gelo, Wageningen, Vlaardingen en Middelburg; geen rech
ten hebben: Bussum, Helmond, Sneék). Soms betreffen zij
het ophalen van huisvuil (Winschoten, Hengelo, As-
sen(?)). In één geval (Hoorn) wordt de reinigingsdienst
gecrediteerd voor een deel der straatbelasting; in een an
der geval (Meppel) worden rechten voor aansluiting aan
het gemeenteriool in de baten vermeld, terwijl weer an
deren (Alkmaar, Zaandam) de opbrengst van een beerput
tenbelasting in de baten opnemen.
Het ligt niet op mijn weg om na te gaan welke aanlei
ding bepaalde gemeenten hebben om zoodanige heffingen
naast en boven haar inkomstenbelasting in te voeren, aan
gezien die geen enkel verband houdt met de uitvoering van
den reinigingsdienst. Alleen zij geconstateerd, dat die hef
fingen bestaan en dat zij, in de baten van den reinigings
dienst verantwoord, de netto-kosten soms aanzienlijk ver
lagen.
Verder heeft op de netto-kosten een andere bate invloed,
die wél voortkomt uit de uitvoering, doch waarvan de
grootte eveneens afhangt van omstandigheden buiten de
uitvoering gelegen, n.l. de opbrengst der meststoffen. Deze
wordt in de eerste plaats beheerscht door het afvoerstel-
sel en door de wijze van bewerking der stoffen,'■waarvoor
men is aangewezen op het afnamegebied, hetwelk boven
dien meer of minder gunstig gelegen kan zijn en waardoor
mede de opbrengst bepaald wordt. Zoo ontvangt Win
schoten voor de compost f4.50, Leeuwarden f4 en Sneek
f 3.50 per last.
Het toepassen van bedrijfsboekhouding geeft voorts aan
leiding tot het opnemen van een andere soort van baten.
Teneinde een zoo juist mogelijk overzicht te hebben van
de kosten van den reinigingsdienst, is het in vele gemeen
ten regel om de kosten van verschillende werkzaamheden
die niet direct tot den reinigingsdienst behooren, aan de
zen dienst terug te betalen. Was hierin nu maar eenheid,
dan gaf dat voor de vergelijking geen bezwaar.
Van die gewenschte eenheid is het echter nog verre;
iedere gemeente heeft, om zoo te zeggen, daaromtrent een
verschillende opvatting en zelfs komt het mij; voor dat nog
wel eens andere overwegingen gelden. Niet alleen deze
soort van baten, maar ook de wijze waarop xle netto-kos
ten worden voorgedragen is oorzaak dat deze lang niet
altijd de werkelijke kosten beteekenen.
Zoo bestaat te Bussum naast de gemeentebijdrage ad
f 84.603.welke onder Hoofdstuk VI vermeld is, nog een
nadeelig saldo ad f20.956.hetwelk op Hoofdstuk XIII
verantwoord wordt en als h e t nadeelig saldo in de statis
tische gegevens is vermeld. Te Amersfoort worden bijv,
aan de gemeente in rekening gebracht de kosten voor
straatreinigen, sproeien, incl. het waterverbruik, zand-
strooiën en opruimen van sneeuw, baggerwerk, een en an
der verhoogd met een percentage voor algemeene kosten,
in totaal f60.673.eerst daarna wordt de gemeentebij
drage vastgesteld, die dan uiteraard niet hoog is. Ook
daarom kon o. a. de vergelijking met Bussum niet dienen.
Verder bestaan nog andere punten van verschil, van
welke ik slechts één noem en wel het in meerdere of min
dere mate, of in het geheel niet (Middelburg, althans bleek
daarvan niets in de bedrijfsbegrooting)’ vorderen van een
terugbetaling wegens bijdragen in het Pensioenfonds.
Al deze factoren tezamen kunnen derhalve medebren
gen, dat gemeenten met kostbare reinigingsdiensten, toch
nog een lager bedrag der netto-kosten toonen dan andere
minder kostbare. Nu zou het niet moeilijk zijn bij een ver
gelijking met deze factoren rekening te houden, indien zij
de eenige waren. Echter zijn er ook nog de opzet en de
uitvoering van dienst, samenhangende met aard en karak
ter der gemeente en zooveel andere omstandigheden, die in
terwijl op de sta- Aangezien deze factoren het duidelijkst voor den dag ko-
e bijzonderheden men in de bruto-kosten,- ook al komen daarin andere fac-
Met eenigen grond mag worden aangenomen dat Gede
puteerde Staten reeds dadelijk gebruik hebben gemaakt
van de bewerking der gemeentebegrootingen die door het
Centraal Bureau voor de Statistiek te ’s-Qravenhage met
prijzenswaardigen ijver in 1924 is ter hand genomen, dade
lijk nadat die begrootingen volgens vastgesteld model wa
ren ingericht. Deze bewerking beoogt te geraken tot een
geregelde statistiek van de gemeentefinanciën en zal in de
toekomst zeker groot nut hebben. Ik zeg opzettelijk in de
toekomst, omdat deze eerste bewerking, behoudens een
enkele aanteekening, nog niet verder ging dan een vermel
ding, op een voor iedere gemeente afzonderlijk blad, van
de eindbedragen die de verschillende hoofdstukken aan
wijzen en van de uitkomsten van die diensten welke als
afzonderlijk bedrijf zijn ingericht. Erkend moet intusschen
worden dat deze gegevens reeds nu eenig overzicht geven.
In deze statistische gegevens nu worden ook de reini
gingsdiensten vermeld, voor zoover deze als afzonderlijk
bedrijf zijn ingericht en opgenomen zijn in Hoofdstuk XIII
der gemeentebegrootingen. Wie geen vreemdeling is in de
gemeenteadministratie weet evenwel dat, ondanks uni
forme voorschriften, toch nog verscheidenheid mogelijk is.
In het bijzonder 'geldt dit hier voor de reinigingsdiensten
die verschillend blijken te worden behandeld, hetgeen, om
van andere oorzaken nog niet te spreken, aan een goed
en gemakkelijk overzicht wel in den weg staat.
Als bewijs hiervoor diene dat in Hoofdstuk XIII der ge
meentebegrooting van ’s-Gravenhage ten aanzien van den
reinigingsdienst slechts verrekenposten zijn opgenomen,
die den schijn geven bedrijfsuitkomsten te zijn en, als zoo
danig een batig saldo aantoonende, in de statistische ge
gevens zijn vermeld. In werkelijkheid is het saldo nadee
lig en komt het zonder verrekenposten voor in Hoofd
stuk VI. Te Sneek is daarentegen het nadeelig saldo opge
nomen in Hoofdstuk XIII, echter tezamen met verreken
posten tusschen gemeente en dienst; zoodat het eindcijfer
van dit Hoofdstuk een ander bedrag aanwijst dan het
eigenlijke bedrag der netto-kosten.
Dat de reinigingsdienst, ook wanneer deze als afzonder
lijk bedrijf is ingericht, onder Hoofdstuk VI voorkomt, zoo-
inleiding.
Bij Uwe missive d.d. 13 October 1925 mocht ik van Uw
College de vereerende opdracht ontvangen, advies te ge
ven over de vraag-of op de kosten van Uw reinigingsdienst
op doeltreffende wijze zou kunnen worden bezuinigd,
waarbij Uw College tevens den wensch te kennen gaf om
te worden ingelicht over de vraag, welke maatregelen ge
nomen zouden kunnen worden om tot een dergelijke be
zuiniging te geraken.
Deze opdracht vloeide voort uit het feit dat Uw College,
naar aanleiding van de ingezonden gemeentebegrooting
voor het jaar 1925, door Gedeputeerde Staten werd ge
wezen op de mogelijkheid van bezuiniging op de kosten
van de gemeentebedrijven, speciaal op die van de ge
meentelijke reiniging.
Gedeputeerde Staten verwezen daarbij; naar een zestal
andere gemeenten, die in verhouding tot haar getal inwo
ners een belangrijk kleiner tekort voor het jaar 1924 op
de exploitatie van hare respectievelijke reinigingsdiensten
hadden gehad.
It gl<L Mj wrilM
*i van mb «lager
gUL Mj verliM £A
vu mb dalai. vU
De resultaten van mijn onderzoekingen zijn neergelegd
in een viertal staten: A, A1, B, en B1. Op de staten A en niet geringe mate hun stempel drukken op de nettokosten.
A1 komen voor de financiëele uitkomsten, f
ten B en B1 vermeld zijn de verschillende bijzonderheden
„T u r f - rn a c h i n e”.
heer J. Lodder te Nw. Weerdinge
een nieuwe turfmachine geconstru
eerd met medewerking van het Rijks-Turf-
Proefstation te Emmen.
Er is een demonstratie mee gehouden,
die goed geslaagd is. Het doel is door
mechaniseering van het turfbedrijf de pro
ductie per arbeider te verhoogen, om zoo
doende goedkoop te kunnen produceeren.
De heer G. J. van der Zwart, ontvanger
der registratie en domeinen alhier, is met ingang
van heden verplaatst naar Groningen, als waar
nemend inspecteur bij dien dienst.
Opening Eerste Friesche Boxengarage.
Zaterdagmiddag is de nieuwe boxengarage
van den heer F. Ozinga aan de Bolswarderweg
geopend. Te midden van een schat van bloemen
sprak de heer Ozinga een woord van welkom
tot de talrijke aanwezigen, inzonderheid tot den
burgemeester, die de officieele opening zou
verrichten. Dank bracht hij aan de clientèle,
wier blijvende gunst hem in staat had gesteld
de zaak verder uit te breiden, tot den architect
den heer F. Poelman en de uitvoerders.
De burgemeester, de heer P. J. de Hoop,
constateerde dat wanneer in Sneek een nieuwe
zaak wordt geopend, dat getuigt van de energie
der bewoners en van hun besef, dat de bakens
met den tijd dienen verzet. Een rondgang door
het gebouw heeft spr. de overtuiging geschon
ken dat deze zaak zal kunnen concurreeren en
spr. hoopt dat de clientèle een ruim gebruik
van deze eerste boxengarage in Friesland zal
maken. Spr. wenschte den heer Ozinga en fami
lie veel succes.
De heer F. de Wolf sprak een gelukwensch
in dichtvorm uit.
Ververschingen werden rondgediend en een
strijkje verhoogde de feestelijke stemming.
Een beschrijving van het nieuwe gebouw ga
ven wij reeds. Zooals boven gemeld is de zeer
practische inrichting verrezen onder architec
tuur van den heer F. Poelmann alhier, de heer
K. Hiemstra was de aannemer, de firma T. D.
Joustra verrichtte het betonwerk, de firrya Hu
bert zorgde voor de electrische installatie en het
schilderwerk werd gedaan door de h.h. Andringa
en Hofmeester.
Zweminrichting.
De temperatuur van het water in de Snee-
ker Zweminrichting was heden 16
Draaimolen ongeval.
In Viagtwedde was het kermis en voor
de kinderen was wel de grootste attractie
de zweefmolen van Vale. Lustig draaide
de molen tot groote pret van het jonge
volkje, toen plotseling ’t heele gevaarte
kantelde en geheel omver viel. Een menig
te verdrong zich om den molen. Wonder
boven wonder waren er geen dooden of
gekwetsten. Later bleek, dat een balk van
het onderstel gebroken was. Een paar
vrouwen waren bij ’t ongeval flauw geval
len.
gld. Ingeval vbb vwt- |£A gld. M| vwIIm vu
«vV Ujde» Manen 80 d. IvU mb baad, wet ef eeg lv
als in het hierboven genoemde geval, is geen bijzonder
heid; dit komt zelfs bij tal van gemeenten voor. Deze om
standigheid moge geen financieele beteekenis hebben, een
feit is het niettemin dat het bedrijf zoodoende verborgen
blijft in het groote Hoofdstuk „Openbare Werken” en aan
de vergelijking onttrokken wordt.
Verder blijkt groot verschil te bestaan in de opvatting
wat niet en wat wel als baten en lasten moet worden aan
gemerkt, hetgeen beteekenis heeft voor het bedrag dat ais
netto-kosten van den dienst wordt voorgebracht. Dit ver
schil alleen is zoo groot, dat iedere vergelijking daarop
reeds moet stranden.
De gemaakte vergelijking kan ook daarom niet aanvaard
worden, omdat hierbij evenmin werd rekening gehouden
met tal van bijzonderheden en eigenaardigheden, welke
van invloed zijn op den opzet en de uitvoering van den
Wij vangen in dit nummer de publicatie aan van het
rapport van den heer V. de Groot, directeur van de Haag-
sche gemeentelijke reinigings- en ontsmettingsdienst, in
zake onze reiniging. Men zal zich misschien herinneren
dat Ged. Staten, toen de begrooting 1925 aan hun oordeel
werd onderworpen, uiting hebben gegeven aan hunne 1
meening dat de reiniging te dezer stede duur werkte. B.
en W. dezer gemeente deden daarop den raad het voorstel, 1
door een eersterangs deskundige, den heer V. de Groot
bovengenoemd, een onderzoek naar de juistheid dezer
bewering te doen instellen. De raad heeft dat voorstel
toen aangenomen en de heer De Groot hééft zich geruimen
I tijd met dit onderzoek bezig gehouden, heeft het geheele
i reinigingsdienst van iedere gemeente. Want er kan wel
conclusie gekomen dat voor de meening van Ged. Staten
absoluut geen grond bestaat. Een conclusie, geruststel
lend voor de burgerij, die uit dit rapport zal ^ien dat de
1 70.000 welke dit bedrijf telken jare vordert, niet zonder
schade voor een behoorlijke voorziening in deze onmisbare
dienst, belangrijk kan worden verminderd; een conclusie,
vooral verblijdend ook voor de betrokken bedrijfscommis-
sie en den directeur, wier beleid thans de sanctie heeft
ontvangen van een man, die als de grootste deskundige
op dit gebied in Nederland wordt beschouwd, en die, ge
tuige z’n lezingen in het buitenland en z’n lidmaatschap
der Duitsche vereeniging van reinigingsdirecteuren, ook
een internationale reputatie geniet.
Thans vangen we met het rapport aan.
bezwaarlijk een andere gemeentedienst worden aangewe
zen, of het moest die der gemeentewerken zijn, welks in
richting zoozeer samenhangt met plaatselijke gesteldheden,
toestanden en verhoudingen, als de reinigingsdienst.
Het mag het Centraal Bureau voor de Statistiek zeker
niet als een verwijt worden aangerekend, dat een verge
lijking der financieele uitkomsten van reinigingsdiensten
aan de hand van bedoelde gegevens nog niet tot het doel
leidt, ja zelfs oorzaak kan zijn van een onjuiste beoordee
ling; immers heeft dat Bureau de begrootingen te aan
vaarden zooals die daar aankomen. Om een oordeelkun
dige vergelijking te kunnen maken, met inachtneming van
de invloed hebbende factoren, is een deskundige bewer
king dier gegevens noodig, die bij den eersten stap die i
deze richting werd gezet, nog wel niet geëischt kon
worden.
Evenmin mag Gedeputeerde Staten een verwijt worden
gemaakt, dat zij de administratieve en de technische kwes
tie bij hunne vergelijking over het hoofd zagen. Integen
deel, buitenstaan’den kunnen dit alles niet weten en heb
ben nu eenmaal geen ander middel tot vergelijking dan de
bloote financiëele uitkomstcijfers. Bij twijfel aan het be
leid, dat tot die uitkomst voerde, is het aan deskundigen,
en liefst buiten de kwestie staande, om voorlichting te
geven en ik prijs het in Uw College, dat het deze aange
legenheid in die richting heeft geleid.
Wijze van behandeling van het vraagstuk.
De gemeenten waarmede Gedeputeerde Staten Sneek
hebben vergeleken zijn: Hengelo, Wageningen, Bussum,
Helmond, Vlaardingen en Middelburg. Het toeval nu heeft
gewild dat van deze zes gemeenten, zooals nader zal blij
ken, geen enkele, ook maar bij benadering, een redelijken
grondslag voor vergelijking aanbiedt, aangezien de wijze
waarop, en de omstandigheden waaronder de nettokos
ten dier gemeenten zijn tot stand gekomen, al te veel met
Sneek verschillen.
Er bestond derhalve voor mij geen aanleiding om, zoo-
als aanvankelijk in mijn bedoeling lag, toen ik de namen
dier gemeenten nog niet kende, een reis daarheen te ma
ken, om mij van de plaatselijke toestanden op de hoogte
te stellen.
Evenmin heb ik een zestal andere gemeenten, die dan
wè! een grondslag voor vergelijking zouden aanbieden,
willen aanwijzen en eventueel bezoeken, alleen reeds niet
omdat hiermede het geheele terrein niet zou worden over
zien en daarom toch nog maar een eenzijdig inzicht zou
worden gegeven. En ik moet er dadelijk bijvoegen: ik zou
een zestal gemeenten dat zonder meer met Sneek te verge
lijken zou zijn, niet hebben kunnen aanwijzen. Want er zijn
geen twee gemeenten, al zijn zij even groot, waar alle toe
standen en verhoudingen welke op den reinigingsdienst
van invloed zijn, ook maar ongeveer gelijk zijn.
Om die reden moest ik een veel grooter gebied bestrij
ken en hiervoor heb ik een denkbeeldige reis gemaakt naar
een dertigtal gemeenten. Van deze heb-Jk de afvoersyste
men nagegaan, den omvang en de wijze van uitvoering
harer reinigingsdiensten bestudeerd en de lasten en baten
dier diensten ontleed, alles voor zoover dat practisch mo
gelijk en voor mijn doel noodig was.
Hierbij heb ik Gedeputeerde Staten op den voet willen
volgen in dezen zin, dat ik mij niet beperkt heb tot ste
den van gelijke grootte ais Sneek, al is een vergelijking
van kleine gemeenten met groote op zich zelf onjuist. Ik
heb vrijwel alle daarvoor in aanmerking komende ge
meenten genomen, dus ook die met welke Gedeputeerde
Staten vergeleken: lo. van 10.000 tot 20.000 inwoners;
2o. van 20.000 tot 30.000 inwoners; en verder ter illustra
tie nog eenige groote steden in het Noorden. Hoewel voor
deze vergelijking van geen waarde, heb ik het eigenaardig
gevonden de stad, waarvan ik de eer heb den reinigings
dienst te beheeren, daaraan eveneens toe te voegen, om
ook een beeld te geven van de kosten eener groote stad.
Dat het mogelijk was een zoo groote hoeveelheid gege
vens te verzamelen, dank ik voor een deel aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek, waar ik alle gemeentebegroo
tingen aanwezig vond en te mijner beschikking kreeg.
Bij dit onderzoek werd het gemis aan eenheid, zoowel in
de bedrijfsbegrootingen als in de jaarverslagen, wel zeer
gevoeld. Aangezien vele begrootingen niet het noodige
licht gaven, trachtte ik dat later te vinden in de jaarversla
gen, die telken jare onder de collega’s worden uitgewis
seld, terwijl voorts nog een uitgebreide correspondentie
noodig was om juist datgene te weten waarop het dikwijls
aankwam.
Toch mag geen al te hoogen dunk ontstaan van de
resultaten van dezen arbeid. Niet altijd waren ook de ver
slagen duidelijk of werd een juist antwoord op een vraag
ontvangen; bedragen moesten soms aan de hand van jaar
verslagen van vorige dienstjaren gesplitst of samenge
voegd worden. Ook wil ik niet geacht worden ten volle
met alle finesses van iedere gemeente op de hoogte te zijn.
Derhalve zal in mijn gegevens hier en daar wel een on
nauwkeurigheid schuilen en hiervoor bied ik bij voorbaat
mijn verontschuldiging aan. Uw College gelieve het ge
heele samenstel op te vatten als een algemeene aanwijzing
en als zoodanig heeft het alle waarde.
Ten slotte hecht ik er aan uitdrukkelijk te verklaren
dat ik met de vermelding en bespreking van allerlei bijzon
derheden, andere gemeenten betreffende, geenerlei, ook
niet de minste critiek heb bedoeld op beleid of toestanden.
Ik moest die gemeenten nu eenmaal aanhalen als voorbeeld
van bepaalde toestanden en kosten en ik heb getracht dit
zoo neutraal en objectief mogelijk te doen.
i«-
KJ
K
»-
De
heeft
OW MEEKEK COÜBABT
nnax SNEEKER/COURANT
Mj vwrliM vaa
vijsviagmr.
I