I
I
Uit onze Raadzaal.
200
Officiéél gedeelte.
I.
ir
NIEUWSTIJDiN&EH.
i
Oilitliil Omni hr Inniti Snik
Stremming verkeer
1
42e JAARSAM
ZATERDAG B JUHI 18*8
3
9
I
I
1
r
Eerste Ried
Brandbnburgh Co.,
Inn Tslefa» 150,
A).
n
D s. K. V o s. f
s
1ft 9la- £fl
'se .tetss. vU
Vaustmc starsMifisii e»*»««tugtó»see!’ awt 4o Slwil»x<Boft« AIs*m«*m* Yeras*» 71)00
aiitf ®»»a ALaaa4’e rarsa&ard teaac anaaiakkao vea» «VVV
tavrfaSV-BMMk *a S«tel»4a* Bit» as»» ALaaoi’e varsakard tagan angalakkan «at
kV
in
f
z;:i
n
giet asj wavlias «sus
vijBvtagai.
1
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p
post, f 3.60.
Advertentlën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeellngen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentlën worden tevens gratis ge-
plaatst In de SNEEKER COURANT
MOT SSEEKER CGURAST
annex SNEEKER COURANT, en WYMBRITSERADEEL
Vanehfm
UUID16I cm VRIJ DA tl 8 A TOVDB
Ultg«v®'?s
VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK
op DINSDAG I JUNI 1926, ’s namiddags 7% uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer S. Bijlsma, loco-secretaris.
Aanwezig alle (15) leden.
Punt I. Notulen der vergadering van 10 Mei 1926.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Ingekomen stukken:
a. Verslag der Commissie voor de lichamelijke opvoe
ding over 1925. (1.855.3(7)).
Dit verslag wordt gedeeltelijk opgencmen in het gemeente
verslag.
b. Verslag van de Provinciale Friesche adviescommissie
tot wering van inbreuk op de schoonheid van stad en
land. (1.778.51(1)).
Dit verslag wordt aangenomen voor kennisgeving.
c. Adres van het bestuur der afdeeling Sheek van de
Vereeniging „Volksonderwijs”, houdende verzoek om over
te gaan tot opheffing van de tegenwoordige bewaarschool
en tot het overbrengen van het fröbelonderwijs naar de
4 openbare lagere scholen. (1.851.1(1)).
De heer B o e ij e n g a kan zich met het uitbrengen van prae-
advies door B. en W. vereenigen, doch zou het liefst zien dat
dit adres gezien werd.in het licht der besprekingen bij de be
groeting 1926, toen opgemèrkt werd dat dit onderwijs hier
tamelijk duur was nl. 8 a f 10.001) per jaar en dat die kosten
naar"beneden moesten. Het is mogelijk, dat het door het denk
beeld dat thans naar voren komt, goedkooper kan, maar in
ieder geval hoopt spr. dat B. en W. in het oog zullen houden,
dat in den raad een sterke strooming is, die uit is op bezuiniging
op dit onderwijs. Dan is er ook nog het bijzonder bewaarschool-
onderwijs, dat alles hier betaalt uit eigen middelen. De rijkswet
heeft hierin nog geen voorziening getroffen, de gemeente is
vrij, doch zij mag ook subsidieeren en als het openbaar onder
wijs gehandhaafd wordt meent spr. dat ook het bijzonder op
steun der gemeente recht heeft. Maar het allerliefst zag spr. dat
dit onderwijs geheel op de particuliere kassen aangewezen was,
doch bijaldien daarvoor geen meerderheid hier is te vinden,
hoopt spr. toch dat met de strekking zijner opmerkingen reke
ning zal worden gehouden.
De Voorz.: De kwestie van het bewaarschoolonderwijs is
een onderwerp van bespreking in B. en W., al is men daar
nog niet tot een resultaat gekomen. Men is ook bezig de finan-
cieele gevolgen van dit adres na te gaan. Het advies kan dus
nog wel op Zich laten wachten. Maar komt het, dan zal het
de geheele bewaarschoolkwestie hier onder de oogen zien.
Alsnu wordt het adres om prae-advies in handen van B. en
W. gesteld.
d. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken
van den gemeenteontvanger op 18 Mei 1926. (X 07.352.
651 (2)).
Dit proces-verbaal wordt aangenomen voor kennisgeving.
Punt Hl. Nieuwe stemming over het amendement-
Boeijenga, om bij de bepaling der vergoeding van de
mstandhoudingskosten aan de bijzondere scholen over
1924 o o k te vergoeden de uitgaven voor het bezoeken
van sollicitanten. (Dossierno. 1.851.2.07-2(B)).
Voor stemmen thans de leden: Potma, Put, Boeijenga, De
Wolf, Lampe, Dokkum, Van der Meulen en Blok; tegen stemmen
de leden: Smeding, Breeuwsma, Zuiderbaan, Sijtema, Hoekstra,
Bronsema en De Groot.
Het amendement-Boeijenga is dus nu aangenomen met 87
stemmen.
Punt IV. Rapport van de Commissie vaor rekeningen en
begrootingen inzake onderzoek van de voorgestelde wij
ziging der begrooting van het Old Burger Weeshuis over
1925. (Bijlage 48; dossierno. 1.842.73(14)).
De Commissie adviseert:
De Commissie voor rekeningen en begrootingen ontving
ter adviseering de gewijzigde begrooting van het Old
Burger Weeshuis over het jaar 1925.
Na de aangebrachte wijzigingen is deze in ontvang en
uitgaaf verhoogd met f 3964.88!/2 en in eindtotaal gebracht
op f 101.528.15'/2. Bij punt 4 der lasten, kosten van onder
houd van losse landen, meende de commissie de vraag te
moeten stellen, of een bedrag van f471.75, uitgegeven als
onkosten bij den verkoop van één perceel land, welke
verkoop na de provisioneele veiling geen voortgang heeft,
niet aan den hoogen kant is, te meer waar in dit geval
geen strijkgelden worden uitgekeerd. In elk geval ware
een aanduiding van de hoegrootheid van het perceel, ter
goede beoordeeling van de gemaakte kosten, niet ondien
stig geweest.
De commissie die zich overigens met de aangebrachte
wijzigingen kan vereenigen,. adviseert tot goedkeuring der
begrooting.
Z. h. s. vastgesteld als voorgesteld.
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verlenging van den termijn van ontruiming van eenige
onbewoonbaar verklaarde woningen. (Bijlage 49; dos
sierno. 1.778.522(3)).
B. en W. stellen voor:
De ontruimingstermijn van de onbewoonbaar verklaarde
woningen aan de Bothniakade no. 25, aan het Zuidend
nos. 13 en 14, aan de Brouwerssteeg nos. 4 en 8 en aan
de Hooghuistersteeg no. 9, werd voor de laatste maal
verlengd bij Uw besluit van 8 Februari 1926, no. 8, goed
gekeurd door de Gedeputeerde Staten bij besluit van 3
Maart 1926, no. 83, le afd. B., en wel tot 23 Juni 1926.
De woning aan de Bothniakade no. 25 is thans ontruimd.
De overige der genoemde woningien worden nog bewoond,
die Hooghuistersteeg no. 9 nog door twee gezinnen (aan
vankelijk vier) en die Brouwerssteeg no. 4 nog door een
gezin (aanvankelijk twee). De voor de ontruiming dezer
perceelen gestelde termijn is nagenoeg reeds weer ver
streken.
Op grond van dezelfde motieven als die, welke wij ten
voriglen male aanvoerden voor het verlengen van den ont
ruimingstermijn dier woningen (zie bijlage no. 6 van het
raadsverslag 1926) adviseeren wij U dezen termijn nog
maals met zes maanden te verlengen.
Bij de Gezondheidscommissie met den zetel Sneek be
staan daartegen blijkens het hierbij overgelegde advies
van 6 Mei 1.1. geen bezwaren.
Wij geven U daarom in overweging het volgende besluit
te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 11 Mei 1926, no. 1.778.522(3);
Gelet op het advies van de Gezondheidscommissie met
den zetel Sneek d.d. 6 Mei 1926;
BESLUIT:
onder voorbehoud der goedkeuring van de Gedeputeerde
Staten den bij raadsbesluit van 19 Mei 1924, no. 21, gestel
den termijn van ontruiming der woningen aan de Hoog
huistersteeg nu. 9, aan het Zuidend nos. 13 en 14 en aan
de Brouwerssteeg nos. 4 en 8, laatstelijk bij raadsbesluit
van 8 Februari 1926, no. 8, goedgekeurd door de Gedepu
teerde Staten van Friesland bij besluit van 3 Maart 1926,
no. 83, le afd. B, verlengd tot 23 Juni 1926, opnieuw te
verlengen, thans tot 23 December 1926.
De Voorz. zegt dat dit voorstel te meer noodig is nu
Ged. Staten nog geen goedkeuring hebben verleend aan het
raadsbesluit inzake nieuwe woningbouw.
De heer Boeijenga: Kan U ook bijzonderheden geven?
Wij worden nu nieuwsgierig. Wij leden der woningcomrnissie
weten hoe groot de woningnood hier is; nieuwe aanbouw is
noodig om in het dringend woninggebrek te voorzien; naast
particuliere is ook gemeente-aanbouw nog noodig. Er zijn niet
alleen afgekeurde woningen, maar er zijn ook heel wat gezinnen
die nog bij anderen inwonen.
De Voorz.: Het raadsbesluit tot het bouwen van woningen,
bij Ged. Staten ingezonden, moet hen wel doen weten hoe noo
dig aanbouw hier is. De vastgestelde annuïteit van 75 jaar
aangenomen om de huren zoo laag mogelijk te stellen heeft
niet de goedkeuring van Ged. Staten kunnen verwerven. We
hebben nieuwe voorstellen gedaan en spr. hoopt dat het ant
woord niet te lang op zich zal laten wachten, opdat wij onze
plicht inzake de woningbouw hier spoedig kunnen vervullen.
Het terrein wordt intusschen bebouwbaar gemaakt en spr.
hoopt dat de volgende vergadering nieuwe voorstellen aan den
raad kunnen worden gedaan. We zullen trachten tot een
compromis met Ged. Staten te komen.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. alsnu aangenomen.
Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan de Gebroeders Van der Meer te Wijtgaard, vergun
ning te verleenen tot het gebruiken van een deel van den
trekweg SneekLeeuwarden met bermsloot ter lengte van
10 Meter, grenzende aan hét perceel, ten kadaster bekend
gemeente Scharnegoutum, Sectie A, no. 760 en het ter
plaatse aanbrengen van een los- en laadsteiger met over-
gang over de bermsloot. (Bijlage 50; dossierno. X 07.351.
34 T(39)).
Z. h. s. aangenomen als voorgesteld.
Punt Vil. Advies van Burgemeester en Wethouders om
trent het bezwaarschrift van Zwart tegen de door hen
ingevolge hun besluit van 13 April 1926, no. 30, tot dezen
gerichte aanschrijving tot verbetering van de rioleering
van de woning aan de le Oosterkade no. 4. (Bijlage 51;
dossierno. 1.777.8(2)).
Den heer D e W o 1 f is opgevallen, dat de vroegere eigenaar
van het bedoelde land, de heer Halbertsma, bij den aankoop
daarvan, de verplichting op zich heeft genomen voor den water
afvoer te zorgen door middel van een riool door de sloot. Het
gaat niet aan dat de nieuwe eigenaar (de gemeente) dat gebruik
nu verbiedt. Spr. begrijpt overigens niet hoe er nog onrein
water in het haventje kan komen; het is er wel vuil maar dat
komt niet van den waterafvoer. Het gaat niet aan iemand maar
op een paar honderd gulden kosten te jagen; het is billijk dal
de gemeente ook wat doet. Het is gemakkelijk te beschikken
over andermans beurs. Jaar in jaar uit echter zitten we met
de stinksloot bij het Ziekenhuis; die is van de gemeente en die
doet er niets aan. En hier gaat het maar om een beetje water
afvoer.
Den Voorz. verwondert het dat de heer De Wolf, die jaren
lang raadslid is, publiekrechtelijke en civielrechtelijke zaken
nog niet uit elkaar weet te houden. Het geldt hier menagewater
dat in een sloot loopt; in dorpen is dat euvel chronisch, maar
hier moet het nu verdwijnen. Volgens de verordening kan
voorgeschreven worden dat de afwatering dient te geschieden
naar een openbaar vaarwater. Als de familie Halbertsma destijds
deze loozing toeliet in bedoelde sloot, is dat misschien toen toe
gelaten, zooals hier wel veel is toegelaten, maar het gemeente
bestuur heeft het recht voor te schrijven dat naar een openbaar
vaarwater wordt afgewaterd. En nu is het een civielrechtelijke
kwestie tusschen bedoelde 2 particulieren of het eene pand mag
uitwateren op 'het andere. De verplichting rust echter stellig
niet op de gemeente, maar wel op de eigenaars van de wonin
gen. Men mag wel gewoon regenwater in den polder loozen,
maar zeer waarschijnlijk niet het menagewater.
Wat de sloot bij het Ziekenhuis betreft, de heer De Wolf
weet hoeveel haken en oogen daaraan zitten; de pogingen van
B. en W. tot nog toe tot verbetering gedaan zijn mislukt; er
wordt nog wel aan gewerkt, maar er zijn ook nog andere
eigenaars dan de gemeente en er is voor afdoende verbetering
nog geen oplossing gevonden.
De heer De Wolf: Er is toch sprake van erfdienstbaarheid
en een servituut. De heer Halbertsma nam de verplichting op
zich, dat door de sloot kon worden uitgewaterd op openbaar
vaarwater. Toen dat niet meer kon moest een andere uitwatering
gevonden door een riool door de gedempte sloot.
De Voorz.: Maar de gemeente heeft het land niet gekocht
met de verplichting het riool aan te leggen.
De heer De Wolf: De eigenaar Halbertsma heeft dit land
vroeger gekocht onder voorwaarde dat hij de sloot mocht
dicht gooien, maar dan moest voor rioleering gezorgd worden.
De heer Zuiderbaan kan het ook niet anders zien dan
dat dit een kwestie is tusschen den naastleger en den heer
Zwart. De sloot is gedempt en de heer Halbertsma heeft de
rioleering gelegd naar de put bij het pand van den heer
Schuurmans en de heer Zwart heeft het recht daarin uit te
wateren en moet dit dus met den heer Schuurmans uitvechten.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. alsnu aangenomen
als voorgesteld.
Punt VIII. Rapport van de Commissie voor rekeningen
en begrootingen inzake onderzoek van de rekening van
het Burgerlijk Armbestuur over 1925. (Bijlage 52; dos
sierno. VI 07.352.1(1)).
De commissie adviseert:
De rekening van het Burgerlijk Armbestuur over he
jaar 1925, werd gesteld in handen van de commissie voor
rekeningen en begrootingen om advies.
De commissie heeft deze rekening accoord bevonden en
in overeenstemming met de daarop betrekking hebbende
raadsbesluiten, en adviseert derhalve tot goedkeuring.
De heer B o e ij en ga vindt de administratie keurig in orde,
maar we hebben nog altijd de kwestie van het hooge water
verbruik, waarover al eens gesproken is, Er is voor 1925 ge
contracteerd voor 1000 M.3 a f216, maar'er is een oververbruik
van 1490 M.3, zoodat totaal voor f514 water verbruikt is. Dat
enorme waterverbruik lijkt toch vreemd, waar bij dit gebouw
groote regenbakken zijn. Spr. wilde daarom hierop nog eens
de aandacht vestigen. Dan komt onder de uitgaven in één
som f 19.645.25 voor, waarbij slechts staat „Weeklijsten”. Spr
vermoedt dat dit wekelijksche uitgaven aan menschen die steun
ontvangen, voorstelt, maar het is raadzaam dat die lijsten dan
ook overgelegd worden. Dat is voor een richtige beoordeeling
noodig. De armenwet heeft zekere beginseleh; als men de
namen der gesteunden onder de oogen krijgt, heeft men de
gelegenheid te beoordeelen hoe die beginselen werken en of
die worden toegepast. Als die lijsten overgelegd worden kunnen
we dus ook beter de werking van de armenwet beoordeelen.
De Voorz.: De laatste wensch zal worden overgebracht
gid k>!|
l»ng« tewtóditxlt
IL gsa. öij nrl
«8 «U MD Vlug*/
Tjebbe Poelstra, Leeuwarden (dipl. B).
A)’
A).
De BURGEMEESTER der gemeente
SNEEK maakt bekend, dat in den nacht
van 7 op 8 Juni, en enkele daarop
volgende nachten, het verkeer over de
Lemmerbrug van des avonds 10 uur
tot des morgens 6 uur zal zijn gestremd.
gitt. «n 1£|| gift. Ötj «wriias ïi»
tlfdei tilqpab 30 4. Ivv weateiaeg
1
aan voogden. Over het waterverbruik is reeds eerder eens ge
sproken en overlegd. De uitslag "weet spr. niet meer; doch we
kunnen nog eens informeeren. Als er inderdaad zooveel meer-
verbruik is, is het beter een ander contract te sluiten.
De heer Blok: Destijds was er een kwestie tusschen voogden
en de directie der waterleiding. Voogden dachten dat er te
veel water in rekening werd gebracht en staan nu blijkbaar nog
op het standpunt dat men met 1000 M.a toe kan. Het is dan
niet in orde, dat deze hoeveelheid zoo enorm overschreden
wordt. Terecht ook merkt de heer Boeijenga op, dat er groote
regenbakken bij het pand zijn. Deze zaak mag wel eens onder
zocht.
De Voorz.: We zullen een onderzoek instellen.
Conform het voorstel der commissie wordt alsnu besloten.
Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling van het uitbreidingsplan. (Bijlage 53; dos
sierno. 1.777.811(2)).
De Voorz. zegt dat er nog is ingekomen een schrijven van
het Ziekenhuis, dat bezwaar maakt tegen een straat, welke
dwars door zijn tuin heen geprojecteerd is. Het kwam B. en W.
ook gewenscht voor deze straat te laten vervallen.
Z. h. s. wordt alsnu aldus besloten en het plan gewijzigd
overeenkomstig de voorstellen van B. en W. vastgesteld.
Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders be
treffende demping van het „haventje" aan de Rienck
Bockemakade, afbraak van de woningen nos. 3 en 4 aan
die kade, ruiling van grond en uitvoering van verdere weh-
ken ter verbetering van den toestand ter plaatse. (Bijlage
54; dossierno. 1.811.111.2(26)).
De heer Dokkum zegt dat het voorstel zelf wel zijn sym
pathie heeft, de gegeven oplossing lijkt wel de beste, maai
de financieele beschouwingen bij het voorstel geven spr. aan
leiding eenige bezwaren kenbaar te maken om het plan nu reeds
uit te voeren. B. en W. zeggen dat de f 9000 nu niet disponibel
zijn en het uitzicht ook niet bestaat, dat die binnenkort op de
gewone dienst beschikbaar komen. Waar men nu ook niet wil
leenen, zou het wellicht raadzaam zijn met de uitvoering te
wachten tot op de eerstvolgende begrooting een post daarvoor
gebracht kan worden ;over de dekking daarvan kan dan ge
sproken. Ook wordt weer een woning, zij het een die ook
werkelijk onbewoonbaar is, aan de beschikbare woon
ruimte onttrokken; waar die bewoners ook nog geen andere
woning hebben, moet ook daarin nog voorzien. En waar we de
zomer en herfst tegemoet gaan, met de groote drukte bij de
veiling, welke belemmering van de uitvoering dezer plannen
zal ondervinden, evenals het verkeer, geeft een en ander spr.
aanleiding voor te stellen de uitvoering nog op te schorten.
De heer Bronsema acht het niet in orde, dat deze sloot-
demping geheel ten laste der gemeente komt. Aan den Op-
penhuizerweg moesten de eigenaars der aangelegen panden
een deel bijdragen, en hier stijgen de betrokken perceelen door
deze verbetering stellig in waarde. Spr. geeft B. en W. in over
weging ook die perceelen te doen bijdragen, dan doen we
recht.
De heer Zuiderbaan: Men spreekt in het voorstel van
improductieve uitgaven, maar het geldt hier toch een belang
rijke verbetering en waarom zou men daarvoor niet mogen
leenen, en wel de gewone dienst met f 9000 bezwaren?
De Voorz. zegt dat reeds verleden jaar Mei de bewoners
der af te breken panden gewaarschuwd zijn dat zij naar een
andere woning moesten omzien en spr. verwondert het eigenlijk
dat deze gebouwen de stormen nog hebben getrotseerd. Als
het plan uitgevoerd wordt, vervalt het dure onderhoud van
het brugje en dat is een voordeel, dat rendement geeft. Als
men gaat leenen voor deze zaak is dit feitelijk een vergrooting
van kosten door de rente, die er bij komt. Als men al maar
schulden opstapelt, wordt het nageslacht wel wat te zwaar
belast voor zaken, waarvan ook het huidige geslacht profiteert,
want direct voordeel is er ook door de ruimtewinning. Wij
meenden dat het tijd werd het doel te verwezenlijken, dat de
raad had met aankoop dezer panden.
Bij den Oppenhuizerweg waren de eigendomsrechten van
particulieren bij de verbetering betrokken, maar hier is alles
gemeentegrond en is er geen reden op particulieren iets te
verhalen.
De heer Bronsema noemt als voorbeeld het pand van
den heer Zandstra aan den Oppenhuizerweg. Daarvoor moest
wel een paar honderd gulden betaald, hoewel deze heer er
toch niet door grondbezit bij betrokken was.
De heer Blok: Die heer had ook een sloot voor en achter
zijn huis, en hier bij het Haventje is alles gemeente-eigendom.
Of deze perceelen er veel beter van worden is ook de vraag,
want men woont er nu zeer rustig, wat ook een voordeel is.
Uit financieel oogpunt is voor het voorstel-Dokkum wat te
zeggen, nu de dekking dezer uitgave nog niet kan aangewezen.
Door allerlei uitgaven te voteeren houdt men den H. O. hoog;
de laatste jaren zijn dergelijke uitgaven wel bestreden uit toe
vallige baten, maar de kansen daarop zijn nu verkeken en
daarom is er inderdaad wat voor te zeggen, dat dergelijke
belangrijke uitgaven bij de begrooting worden bekeken. Spr.
voelt dus wel iets voor het voorstel-Dokkum. Maar een leening
brengt mee het betalen van rente en aflosling en aangezien
er voor nog uit te voeren werken heel wat geleend zal moeten
worden, moet men voor zulke kleine werkjes niet leenen en ze
uit den gewonen dienst bestrijden. Maar een andere vraag
is of men de uitvoering niet kan uitstellen tot de begrooting
1927.
De heer Zuiderbaan zegt dat als men verbeteringen
aanbrengt en leent, het tegenwoordige geslacht daaraan toch
direct mee begint te betalen en er blijft slechts een restant
voor het nageslacht te betalen. Als men veel moet leenen
de f9000 er ook nog wel bij kunnen.
De heer L a m p e wil zich ook niet gebonden zien door de
financieele beschouwingen in het voorstel van B. en W. Deze
zelfde kwestie is, gedeeltelijk tenminste, besproken bij de be
grooting 1924, een post daarvoor op den gewonen dienst is toen
juist geschrapt als zijnde werk van buitengewonen aard. Inder
daad als men leent moet men later geleidelijk betalen, maar
als men niet leent moet het tegenwoordig geslacht direct alles
betalen. De vraag is: moeten we nu niet eens met dat systeem
breken en gaan leenen voor dergelijke zaken. Spr. is voor het
voorstel-Dokkum.
De heer Breeuwsma zegt dat reeds 2 jaar geleden deze
zaak door aandrang uit de secties bij de begrooting aan de
orde is gesteld, omdat het niet doenlijk was dat bruggetje
steeds voor het zwaarder verkeer in orde te houden. Deze zaak
is dus voor den raad niet nieuw. Geheel in de lijn van den
raad is nu deze verbetering hier ter tafel gebracht, nu ook de
panden in handen der gemeente zijn geraakt. Spr. is lichte
verbaasd, dat de heer Blok deze zaak nu ook voor een tijd
van de baan wil schuiven, hoewel deze zaak meermalen in B.
e* W. aan de orde is geweest. Er is toch geen aanleiding tot
uitstel? De toestand bij de Lemmerweg moet veranderd en nu
B. en W. op aandringen van den raad met plannen komen, moe
ten het sterke argumenten zijn, die deze zaak op de lange baan
schuiven. Die argumenten heeft spr. echter niet gehoord. B.
en W. zeggen inderdaad dat ze nog geen vaag idee hebben van
het financieele resultaat van het loopende jaar en zeggen daar-
Eindexamen Gymnasium.
Heden slaagden voor het eind examen
aan het gymnasium alhier
J. H. F. Engel, Groningen
J. de Jong, Oudega (W.)
Wiebe Wiersma, Uitwellingerga
Met ingang van 1 Juni j.l. is de heer
T. C. J. de Smidt, surnumerair der regis
tratie en domeinen, belast met de waar
neming van het ontvangkantoor der
registratie en domeinen alhier.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen 11en ^¥2 uur
de navolgende voorwerpen als gevonden gede
poneerd op 3 Juni 1926: beurs met inho.ud; 2
gummibanden van een kinderwagen; bundel
stalen (flanel).
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge
vonden aangegeven: jong eendje, Th. Vonk,
Suupmarkt 13; dameshandschoen, S. Groendal,
Singel 21; sierkam, R. Asselman, 2e Woudstraat
34; grijze pet en sleuteltje, J. Wiarda, Lem-
merweg 74; rijwielbelastingmerk, G. Stilma,
Scharnegoutum.
Zweminrichting.
De temperatuur van het water in de Sne'e-
ker Zweminrichting was heden 19 0
Het A I b a d a - L e e 11
Door collatoren van het Lieve Vrouwe-
of „Albada-Leen” te Poppingawier is tot
beneficiant benoemd Th F. J. Albada Jel-
gersma te Teteringen bij Breda. L. C.
Vergoeding uitvoering
Invaliditeitswet.
Door den Minister van Arbeid is
overleg met den Minister van Financiën
bepaald, dat door iederen Raad van Arbeid
aan het Rijk voor de beteekening van
dwangbevelen ten behoeve van de uitvoering
der Invaliditeitswet door de belasting
deurwaarders een vergoeding zal worden
betaald.
Deze vergoeding, welke zal worden
vastgesteld door den Ontvanger der Directe
Belastingen aan wien de dwangbevelen
ter uitvoering zijn toegezonden, is bepaald
op f 0.50 van ieder dwangbevel dat door
al of niet geheele betaling is gevolgd, en
f 1.voor alle overige dwangbevelen. De
regeling is met ingang van 1 Juni j.l. in
werking getreden.
Te Groningen is in het Diaconessenhuis
na kortstondige ziekte overleden ds. Karei
Vos, predikant bij de Doopsgezinde ge
meente te Middelstum.
Deze onverwachte dood van een man
in de kracht van zijn jaren, die, met zijn
gaven van geest en gemoed nog zooveel
voor zijn gezin, zijn gemeente, de weten
schap had kunnen zijn, zal velen in de
lande, die den Doopsgezinden predikant
uit Middelstum kenden en dus hoogachtten
droevig treffen, schrijft de „N. R. Crt.”.
Mede zal betreurd worden, dat hier een
man heenging, die met zijn scherpzinnig
heid, speurzin en werklust nog zooveel
voor de theologie en speciaal het gebied
zijner voorliefde, de kerkhistorie, had kun
nen zijn.
Ds. Vos is 51 jaar geworden. Zijn eer
ste standplaats was Woudsend. In 1911
verwisselde hij deze standplaats voor Mid
delstum.
Ook in de politiek, als aanhanger van
de vrijzinnige gedachte, heeft ds. Vos meer
malen van zich laten hoorenhij was in
dertijd een zeer actief lid van den Bond
van Vrije Liberalen.
Kerknieuws.
Een predikant uit de omgeving van
Sneek die voor eenigen tijd ’t predikants
ambt verwisselde voor een ander, verhuurde
vóór zijn vertrek de landerijen, waaruit hij
zijne inkomsten trok, voor den tijd van
zeven’jaar, voor ongeveer f 1900 per jaar min
der dan hij zelf gewoon was te ontvangen
meldt het Leeuw. N.-bl.
De nieuw te beroepen predikant zal daar
door natuurlijk jaarlijks ten minste ze
ven jaar deze som minder ontvangen.
In predikantskringen is men over 't alge
meen zeer verontwaardigd over deze on
collegiale handeling.