H I Oilidiil Omni iir Imiiti Smk I Nieuwstijding^ 150 SJA*ÏÏ?:,“ 75 50 *J 2000 etfiJSK 200 Eerste Blad I I 5 Brandenburgh Co., ZATERDAG 19 JURIglSSB 49e JAARBABB f L 3e kl. 275 330 290 20 130 495 405 165 165 120 110 210 100 160 475 370 105 90 135 145 355 410 55 255 215 50 70 65 445 35 270 245 130 390 340 545 45 25 265 530 15 335 80 90 85 320 435 295 75 25 310 320 45 15 300 320 2e kl. 130 25 35 55 70 85 90 100 Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens grans ge plaatst in de SNEEKER COURANT b 1 Veraehjat UIJiSDAGi ca VRIJDAGSAVONDS UltgcvcH Sihbk Tdcleea 150. 25 185 700 570 230 230 165 155 295 140 225 670 520 145 125 190 200 500 575 80 360 300 70 100 90 625 50 380 345 180 550 480 770 60 35 375 750 20 470 115 125 120 450 615 415 105 35 435 450 65 20 425 450 je 0ia. nij «ari VBB Wt wlnc«* I i I i Het getuigen-verhoor. Als getuige-deskundige wordt gehoord de heer HEERENVEEN, 16 Juni. Onze winkeliers- vereeniging heeft een enorm succes met haar lintenwedstrijd in de diverse winkeluitstal- lingen. Vooral op de Dracht onze winkel straat heerscht ’n drukte van belang. Het Leeuwarden Scharnegoutum Bozum Wieuwerd Mantgum Jorwerd Beers JellumBoxum VEILIGHEID EN VOLKSGEZONDHEID. Bij; olie- of benzinebrand. Blusch niet met water, doch met zand. GEZONDHEIDSRAAD. Abonnementper jxar f 2.50 fr. p post f 3.60. 'it iimii IM I I If irwilim wiisiiimin Alkmaar Amsterdam Assen Bozum Buitenpost Delft Deventer Dokkum Enkhuizen Ferwerd Franeker Groningen Grouw Grijpskerk Den Haag Haarlem Hallum Hardegarijp Harlingen Heerenveen Helder Hilversum Hindeloopen Hoogezand Hoorn JellumBoxum KoudumMolkwerum Leeuwarden Leiden Mantgum Medemblik Meppel Minnertsga NaardenBussum Nieuweschans Nijmegen Nijhuizum Oudega PuTmerend Rotterdam Scharnegoutum Stadskanaal Stavoren Stiens Tietjerk Uitgeest Utrecht Veendam Warns Wieuwerd Winschoten Wormerveer Workum ijlst Zaandam Zwolle 2e kl. 390 465 405 De pleidooien. Het woord is dan aan den verdediger van be klaagde De K., mr. R. Pollema, te Leeuwarden. PI. bestrijdt, dat De K. de dader van de inbraak zou zijn. Uit het vooronderzoek is, zegt spr., wel gebleken, dat er waarschijnlijk nog meer personen bij deze inbraak annex zijn geweest. Heeft de commissaris van politie te Sneek hier niet zelf verklaard, dat het zijn overtuiging is, dat er nog een derde man bij dit geval betrok ken is geweest! En nu spreekt het toch vanzelf, dat men uiterst voorzichtig moet zijn met te zeggen: De K. is in het kantoor geweest. Het cardinale punt in deze zaak, ging spr. verder, is de herkenning door de veldwachters. Deze herkenning is voor mij absoluut waarde loos, doch daarover straks. Naast deze herken ning, die door den officier 't hoofdbewijs wordt genoemd, staan dan nog een aantal andere din gen, die dit bewijs zouden versterken. Daar is allereerst de fiets: Wie weet echter pertinent te zeggen, dat deze fiets van De K. is en dat hij de kar niet aan den weg gevonden heeft. Nie mand. De speciale kenteekening aan de band? Dit kan toch wel een constructiefout zijn en dan komt dus die zelfde fout in verscheidene Engelbert-banden voor. De K. heeft verder als alibi opgegeven, dat hij den nacht van de inbraak in Steenwijk lo geerde. Door enkele logementhouders hiernaar te vragen en van hen 't antwoord te ontvangen: De K .is hier niet geweest, is het alibi echter nog niet ontzenuwd. Men had De K. zélf mee naar Steenwijk moeten nemen en hem moeten vra gen: wijs nu maar eens aan waar je geweest bent. Dan alleen had men zekerheid gehad. Spr. komt dan op de naast de fietssporen ge vonden voetafdrukken, die niet van De K. af komstig zijn. Ook dit feit pleit voor zijn on schuld. Mr. Pollema maakt dan een ernstige aanmer king op de wijze waarop de veldwachters hun verklaring in zake de herkenning hebben afge legd. Voor den rechter-commissaris verklaar den beiden héél anders. De Vries zelfs heeftloen gezegd: Ik heb De K. niet in ’t gezicht gezien, ik herken hem om zijn gestalte, zijn regenjas en hoed. Jaarsma zei: ik heb een schim van de ge zichten gezien, maar pertinent zeggen: dat zijn ze, dat durf ik niet. Hier, voor de rechtbank, daarentegen verklaren beide mannend Wij her kennen ze pertinent, wij hebben ze in de gezich ten gezien. Dat klopt toch lang niet! Spr. dringt er dan ook ten zeerste op aan, dat in deze zaak de rechter-commissaris, mr. Schut te, gehoord wordt. Mr. Pollema besluit met er op te wijzen hoe voorzichtig men moet zijn met de herkenning door getuigen van verdachten. Heeft niet des tijds de pleegzuster, die een uur lang met den moordenaar van mr. Wijsman reisde, pertinent iemand als de bewuste reisgenoot aangewezen, die later toch een alibi kon bewijzen dien avond niet in den bewusten trein te hebben gezeten? Spr.’s conclusie is dan ook, dat De K. zal moe ten worden vrijgesproken. Mr. C. H. Beekhuis Jr., te Leeuwarden, die voor den anderen beklaagde optreedt, sluit zich bij het pleidooi van den vorigen spr. aan. Ook hem lijkt het bewijs, dat men in de herkenning meent te vinden, beslist ondeugdelijk. De veld wachters, zij hebben ’t zelf erkend, schrokken toen zij twee mannen in ’t kantoor bezig zagen en wanneer men geëmotioneerd is, dan neemt men niet zonder meer waar, dat is bekend ge noeg. De zaak zit, meent pl. zóó: de veldwachters willen de mannen graag herkennen en dit speelt hen, onbewust, parten. Wat de gevonden sleutels en de bagagedrager betreft, deze kunnen best van een eventueele derde afkomstig zijn. Ook lijkt het niet waar schijnlijk, dat iemand uit Rotterdam sleutels bij zich heeft, die precies op ’t kantoor der fabriek passen. Ook L. zal, meent pleiter, moeten worden vrijgesproken. Volgt re- en dupliek. Ten slotte gaat de rechtbank in raadkamer om over ’t verzoek der verdedigers, betreffende z ’t hooren van den rechter-commissaris te beslis sen. Terugkomende deelt de president mee, dat geen termen zijn gevonden om hieraan te vol doen. Het laatste woord is aan de beklaagden. L. beweert met een stortvloed van woorden, OTE S1ÏEEKER CQDHAÜT annex SNEEKER COURANT «n WYMBRITSERADEEL Spr. bedoelt de afdrukken genomen van het op het fabrieksterrein gevonden fietsspoor, die precies overeenkomen met het spoor, dat door beklaagde De K.’s fiets wordt achtergelaten, daar zijn de sleutels en de bagagedrager ge vonden op de plaats waar verdachte L. werd gearresteerd, enz. Vraagt men de heeren wat ze hier in Fries land, als ze dan toch niet bij de inbraak betrok ken zijn, kwamen uitvoeren, dan wordt een ver haal opgehangen, waarvan ieder dadelijk snapt, dat het gelogen is. 't Bewijs, dat beklaagden in dezen werkelijk de schuldigen zijn, staat dan ook m. i. vast. De vraag is welke straf thans moet worden opgelegd. Beide mannen zijn geen vreemdelin gen op het terrein van de misdaad. L. heeft al een vijf jaar in de gevangenis gezeten óók we gens inbraak; De K. voor eenzelfde soort mis drijf al eens 2’/2 jaar. Met het oog hierop meent spr. de maximum-straf die op dit misdrijf poging tot diefstal staat, te kunnen vragen. Eisch: 4 jaar gevangenisstraf ieder. school te Hilversum. Gedeputeerde Staten van Friesland hebben den heer H. Pollema te Lemmer op nieuw voor den tijd van zes jaar benoemd tot voorzitter van den veenpolder Delfstra- huizen. M&iA LEMMER, 17 Juni. De ansjovisvangst aeemt af, de laatste nachten was de gemid delde vangst van onze visschers 100 K.G. en daar uitsluitend nog in den omtrek van Enk huizen en Medemblik naar ansjovis wordt gevischt, was hier heden geen aanvoer. De prijs was hier gisteren f 45.de 100 K.G. Telegrafische berichten hier deze week ontvangen uit andere havens luiden allen: „Vangst neemt af.” VAN DE LEEUWARDER RECHTBANK. Zitting van Woensdag 16 Juni. Een predikant mishandeld. Op 13 December was in de Ned. Herv. Kerk te Nijehorne een vergadering van stemgerech tigden ter verkiezing van diakenen. De vrijzin nige richting in de kerk was sterk vertegen woordigd, van de orthodoxe richting waren er slechts vier, die zich van stemming onthielden, daar de orthodoxen toch geen kans hadden te winnen. Ds* H. J. Pijnacker Hordijk, die tot de ortho doxe richting behoort, bevond zich met vier leden der vrijzinnige richting en de twee der orthodoxe richting Hielkema en Wijbenga in het doophek ter stemopneming. De scherpe verhoudingen tusschen de beide richtingen in de kerk kwam hier op ergerlijke wijze tot uiting. Toen dé predikant het doophek wilde verlaten, werd het hek door vrijzinnigen dichtgehouden. Met behulp van Hielkerha en Wijbenga werd het hek met geweld geopend, waarna de predikant de kerk inging. Buiten het hek gekomen, kreeg getuige een schop van den 46-jarigen veehou der B. B. te Nijehorne. Ook verder is de predikant door gemeente leden geduwd en gestompt. De officier van justitie vindt de wijze van optreden door de leden der kerk tegen den pre dikant meer dan ergerlijk, aldus de L. Ct. De mishandeling zelf is niet zoo gewichtig, maar de omstandigheden, waaronder zij gebeurd zijn, is wel ernstig. Eisch 6 weken gevangenisstraf. De verdediger van den verdachte, mr. M. E. Hepkema te Leeuwarden, deelt de meening van den officier, dat de wijze van optreden schande lijk is geweest, doch waar twee vechten, hebben gewoonlijk twee schuld. De oorzaak ligt verder af. Indertijd is de ge meente bedrogen bij de benoeming van den predikant. Volgens afspraak van de vrijzinnigen en orthodoxen zou een ander worden benoemd, doch deze predikant werd beroepen, dus tegen de afspraak in, wat te wijten was aan de ortho doxen. Nu de predikant op een dergelijke wijze be roepen was, zou het verstandiger van hem ge weest, dat hij voor het beroep bedankt had. Wat de mishandeling betreft, de verkiezing werd ge houden in de kerk, bij gebrek aan een ander lokaal; de predikant was hier niet aanwezig in zijn kwaliteit van dominee. Het was dus heele- maal geen kerkdiensten de kerk waren een 80 a 90 menschen, die bij de banken stonden. De verklaring van den predikant acht pleiter waar deloos, daar te midden van al die menschen een waarneming, als deze zegt gedaan te hebben, niet mogelijk is. Bovendien is de predikant thans op de zitting niet meer zoo pertinent in zijn verklaringen als bij het vooronderzoek, wat be treft de plaats waar verdachte stond. Pleiter meent daarom, dat vrijspraak moet volgen. De inbraak in de zuivelfabriek te St. Nicolaasga. Verscheidene malen is het gebeurd, dat in een zuivelfabriek in onze provincie werd ingebroken zonder dat, ondanks de ijverige nasporingen van de politie, de daders ontdekt werden, schrijft het Leeuwarder Nieuwsblad. We denken hierbij aan de fabrieken te Wor kum, Ried, Dronrijp, Lutjepost, die allemaal zoo voor en na inbrekersbezoek kregen zonder dat ooit de ongenoode gasten achterhaald werden. De laatste maal echter, dat in een fabriek in ons gewest werd ingebroken, zijn de daders op hee- terdaad betrapt en ’t heeft allen schijn, dat ze ditmaal hun gerechte straf niet zullen ontgaan. Men herinnert zich ’t gebeurde nog wel: In den nacht van Vrijdag 12 op Zaterdag 13 Maart dus de nacht waarop in den regel heel wat geld in de kantoren van dergelijke fabrieken aanwezig is lichtte de politieman, die in St. Nicolaasga de laatste ronde deed, van uit de verte eens even met zijn zaklantaarn door ’t raam van ’t kantoor der zuivelfabriek. Tot zijn niet geringen schrik zag hij in den witten licht cirkel twee donkere gestalten, die in de buurt van de brandkast rond scharrelden en nu, klaar blijkelijk hevig geschrokken door ’t licht, hals over den kop ’t kantoor uit stormden. De een werd even buiten ’t dorp gepakt, de andere werd ’s morgens in Steenwijk gegrepen. Gestolen was er, zooals later bleek, nog niets. Woensdag stonden de beide verdachten, de 36-jarige koopman Justus M. L. en de 28-jarige koopman IsaSc Pierre de K., beiden van Rot terdam, voor de heeren. Zij ontkennen ten stelligste iets met de in braak te maken te hebben gehad. De heer J. van Tuinen, le ambtenaar ter secretarie der gemeente Wijmbritsera- deel is gisteren te ’s-Gravenhage geslaagd voor het diploma gemeentefinanciën. De heer U. de Haan, kommies-verifi- cateur der directe belastingen, invoerrech ten en accijnzen, sedert 1 September 1923 belast met de waarneming van het ontvang kantoor der directe belastingen en accijnzen te Drachten en tot dien datum chef van den actieven belastingdienst alhier, is bij K. B. benoemd tot rijksontvanger te Drachten. In de gisteravond gehouden ouder- vergadering van de „Sneeker Koorklassen” is tot directeur herbenoemd de heer M. H. van der Werff. Vslfluia veorvMzoiM •vaiMiigakaiMii de Naliaateofea AlgaBiaaaa Voraa» ksrlaffa-Naak fta Sahladani >1|b «dm Abenné’a vanskaxd togas angelakkan ths geen hij hier zegt. Den rechter-commissaris ver telde De Vries dat hij De K. niet in het gezicht heeft gezien, doch hem herkende aan regenjas, hoed en gestalte. Daarentegen beweerde getuige hier, dat hij De K. in ’t gezicht heeft gezien op ’t oogenblik dat hij in ’t kantoor bezig was en dat hij hem nu ook aan ’t gezicht herkent. De president roept de veldwachters nog eens voor zich en vraagt hen, of ze absoluut zeker zijn van hun zaak. Beide mannen leggen daarop nog eens de verklaring af, dat ze de inbrekers pertinent herkennen. De rijwielhandelaar Lagerstee te Rotterdam, die nu als getuige wordt gehoord, herkent de fiets als eigendom van De K. De band met ’t kleine uitsteekseltje is een Engelbert Licht Pedal Tyre. De K., voor den president geroepen, ontkent dat de fiets zijn eigendom is. Thans wordt gehoord de directeur van de zuivelfabriek, de heer Rijpkema, die meedeelt, dat de brandkast den nacht van de inbraak f 11.000 bevatte. Veldwachter Jaarsma, die getuige na de in braak sprak zei hem: ik heb die lui zoo goed gezien, dat ik ze uit duizend anderen zou her kennen. Het verhoor van de verdachten. De beide verdachten, die gedurende het ge tuigenverhoor rustig tusschen de veldwachters op de beklaagdenbank hebben zitten luisteren en slechts af en toe eens even interrumpeerden, worden voor den president geroepen. Het zijn beide donkere typen, de een, De K., klein, de ander middelmatig groot en eenigszins gedron gen. Beide hebben al heel wat op hun kerfstok. Rad, met echt Rotterdamschen tongval, ver telt L., dat hij den dag vóór de inbraak naar Sneek was geweest om daar een zaak te koo- pen. Welke zaak? Ja, nou, welke zaak, dat weet hij niet zoo precies, ’n Zaak. Nu, ’t was daar niks gedaan in Sneek. Geen enkele winkel die ’m aanstond. Toen maar weer weg. ’t Was goed weer en daarom zou hij maar naar Lem mer fietsen, om vandaar met de boot naar Am sterdam te gaan. Kwam ie daar in St. Nicolaas ga, vredig en wel, en daar pakten op eens twee politiemannen hem aan, schoten met een revol ver in de lucht. Een spektakel! En hij had niks gedaan, fietste daar als rustig burger. Rare toe standen hier in Friesland, hoor. De rechtbank glimlacht. „Wat toevallig allemaal, wat toevallig alle maal,” zegt de president, en dan tot De K.: „En hoe is het met jou?” „O, zéér gezond,” zegt deze droog. Om dit gezegde wordt even hartelijk gela chen. De president vervolgt dan het verhoor: „Hoe verklaar je dat met de fiets.” Verdachte: „Die fiets, wel die is niet van mij. ik vond ’m aan den weg en dacht: daar maak ik maar even gebruik van.” De president: „De politie heeft overal rond gevraagd, maar niemand vermist een fiets.” Verdachte: „Zoo, en kan die kar dan niet afkomstig zijn van den eigenlijken dader van de inbraak?” De president negeert deze opmerking en vraagt waar of De K. den nacht van de inbraak dan .wel gezeten heeft. „In Steenwijk. Ik was daar voor zaken. Maar ik kon niet slapen en dacht: weet je wat, ik sta maar op en ga eens wat van de omgeving zien. Zoo kwam ik in Wolvega en stapte daar met fiets en al op de trein. Niks bijzonders niet waar?” De president wijst er verdachte op, dat in Steenwijk alle logementhouders door de politie gevraagd zijn of ze dien nacht aan een jonge man van zijn uiterlijk onderdak hadden ver leend, doch allen antwoordden ontkennend. Verdachte: „O, maar ik was ook niet in een logement. Ik sliep bij een burger. Ik kwam ’m op straat tegen. Hij zei: Zoek je onderdak, dan kun je wel bij mij terecht.” De president: „Zaljk je eens watt zeggen: Je bent een geslepen man. Maar ditmaal zit ’t er zoo dik op, dat jij ’t gedaan hebt, dat je beter deed maar te bekennen!” Verdachte: „Mijnheer de president, u herin nert zich zeker wel dat geval in Duïtschland. Daar werd een slager wegens moord voor 20 jaar in de gevangenis gebracht en toen ie daar 15 jaar onschuldig, ja onschuldig gezeten had, kwam het pas uit, dat toch een ander ’t ge daan had.” Tegen dien man heeft de rechtbank zeker ook gezegd: beken maar, want het zit er zoo dik op. Ja, en nou lacht u allemaal. Als de veldwach ters wat zeggen lacht u niet. Maar ik heb ook hersens, hoor.” De president: „Ga maar zitten, man, ’t is toch alles onzin wat je verklaart.” Het requisitoir. - De officier brengt hier gaarne hulde aan de politie voor haar flinke wijze van optreden. Verscheidene malen reeds werd in een zuiveP fabriek hier in de provincie ingebroken zonder dat het gelukte de daders te vinden. Ditmaal echter was de politie door een toeval zoo ge lukkig de daders dadelijk te kunnen achterhalen. De verdediger meent te kunnen afdingen op de juistheid van de verklaring der veldwachters in zake de herkenning der beide verdachten. De commissaris van politie te Sneek echter heeft de mannen goed op het hart gedrukt toch vooral niet meer te zeggen, dan zij voor zich zelf weten, dat zij verantwoorden kunnen. Wij hebben dus geen enkele reden om aan te nemerr, dat hun verklaringen dienaangaande minder juist zouden zijn. Deze verklaringen, vervolgde Spr., zijn in deze zaak ’t centrale punt. Daaromheen groe- peeren zich tal van aanwijzingen, die het be wijs, door die herkenning- gelevtzrd, nog ver sterken. dienst, die de verschillende werktuigen, welke LEMMER, 17 Juni. Geslaagd voor het c(e inbrekers bij hun overhaaste vlucht achter- examen van onderwijzer, de heer,H. J. v. d. Heten, onderzocht. Ze bleken allen in zeer goe- Passagiers tarieven Ned. Spoorwegen. Hieronder laten wij volgen de nieuwe passagierstarieven van de Ned. Spoorwegen van Sneek naar de hier genoemde plaatsen, le kl. 490 585 510 30 230 880 715 290 290 205 195 375 175 285 845 655 185 160 235 250 630 725 100 450 380 85 125 110 785 60 480 430 225 690 600 970 75 45 470 940 20 590 145 155 150 570 775 520 130 45 545 565 80 20 535 570 3e kl. 90 20 25 40 50 60 60 70 Handelscursus. Na gehouden examen verwierven het Eind diploma van den Handelscursus „Middenstand” alhier de dames T. de Boer, IJsbrechtum en D. Vollema, alhier, en de heeren E. Hoekstra, F. Ligthart, A. Put, Joh. de Vries, D. J. v. d. Zee, allen alhier en Tj. Struikmans, Hommerts. Af gewezen 1. Aan één leerlinge, die wegens ziekte niet aan het geheele examen heeft deelgenomen, kon geen diploma worden uitgereikt. Overgang. Bevorderd van klasse A naar klasse B: R. Gildemacher, J. Terpstra, R. Graaf- sma. Afgewezen 4. Van klasse B naar klasse 1: *A. Bouma, J. M. Flapper, L. Hamming, L. de Jong, *J. Jong- sma, R. v. d. Kooij, H. Tolsma. Herexamen D. M. Stoffer, B. S. Wiarda. Afgewezen 3. Van klasse I naar klasse II: J. Bakker, C. Blanksma, M. Fijlstra, K. Gorter, Sj. Hoogma, J. Jellema, W. Modderman, D. Woudstra. Afge wezen 2. Van klasse II naar klasse III: W. Anema, M. de Boer, *R. Tuinenga, A. Visser. Afgewezen 2. De met een gemerkte namen zijn die van meisjes. Plaatskaarten voor buurtverkeer, geldig in alle treinen, le kl. 165 is een va-et-vient van den eenen winkel naar de andere, de nieuwe trottoirs worden voorgoed ingewijd. I 1Z r 1 ir. M. Kaufmann, directeur der Prov. Keunngs- Lj V-, i i i i 'tl LEMMER, 17 Juni. Geslaagd voor het de ïnbrekêrs'"bij' Berg,alhier,, leerling van de R. K. kweek- <jen staat en tot dadelijk gebruik gereed. Onder de werktuigen, die thans op ’t tafeltje vóór den president verzameld zijn, bevindt zich o. a. een zuurstof-apparaat. De heer Van der Berg, commissaris van poli tie te Sneek, nam op de plaats van 't misdrijf verscheidene fotografieën en gipsafdrukken. Een dier gipsafdrukken is gemaakt van een voet spoor, de ander van het spoor van een Engel- bert-fietsband, welke bandensoort, zooals later bleek, ook zat om de fiets, die de K. bij zich had, toen hij in Steenwijk werd aangehouden. De gevonden voetafdrukken bleken evenwel niet van de verdachten afkomstig. „Van wie dan wel, dacht u?” vraagt de pre sident. Getuige kan hierop geen antwoord geven. Het personeel loopt gewoonlijk op klompen. De president: „Er was sprake van nog een derde man?” Getuige: „Ja. En mijn overtuiging is dat die voetafdrukken van die derde man afkomstig zijn, evenals de geschilde en blijkbaar haastig weggeworpen sinaasappel, die de politie vond.” De president: „Welke rol zou die derde man in deze zaak gespeeld hebben?” Get.: „Waarschijnlijk die van wachter.” De heer Van der Berg deelt verder mee, dat de rijwielsporen afkomstig moeten zijn van de de fiets van de K., de man die in Steenwijk ge arresteerd is. De fiets wordt vóór den president gebracht en de heer Van der Berg toont de heeren een klein uitsteeksel aan de blijkbaar nog vrij nieuwe band. De gipsafdruk nu vertoont op die plaats een deuk. Hierdoor staat het, meent getuige, onomstootelijk vast, dat de bewuste afdruk van verdachtes fiets afkomstig is. De verdediger, mr. Pollema, vraagt of het uitsteeksel van den band misschien ’n construc tiefout is. Getuige acht dit niet waarschijnlijk. Het feit, dat dit uitsteeksel nu de banden leeg zijn zooveel kleiner is, wijst er op, dat het uitsteeksel ver oorzaakt is doordat de binnenband min of meer m de knel zat. Vervolgens wordt als getuige gehoord de heer B. Jaarsma, veldwachter te St Nicolaasga, die de dieven betrapte. Op 't oogenblik, dat zij in den lichtcirkel van zijn lantaarn werden gezet, stonden ze vlak bij de brandkast en namen overhaast de vlucht. De veldwachter herkent de beide personen, die thans op de beklaagdenbank zitten, pertinent als degenen, die hij in het kan toor bezig zag. Beide personen zijn van een type, dat maakt, dat, als men ze eenmaal gezien heeft, men ze niet licht weer vergeet. Onmiddellijk nadat de veldwachter de man nen op de vlucht zag slaan, nam hij zijn fiets en zette ze na. Niet ver van de fabriek zag hij de oudste der twee inbrekers, L., staan. De president: „Staan?” Getuige: „Ja, op dat oogenblik had-ie zeker juist de bagage-drager en de sleutels wegge worpen, die wij op die plek, of in ieder geval onmiddellijk daarbij, vonden.” De president: „Ja, nu begrijp ik het.” Getuige deelt verder mee, dat hij L. arres teerde en op een bekentenis aandrong. L. zeide echter, dat de veldwachter zich in den persoon vergiste. Hij had met de inbraak niets te maken. Natuurlijk werd de man toch stevig achter slot en grendel gezet. Den volgenden morgen stapte de veldwachter te Heerenveen op den trein van 6.52, in de hoop van op de een of andere nabu rige halte den tweeden man, dien hij in ’t kan toor bezig had gezien, te zien instappen. Reeds in Wolvega zag Jaarsma den gezochte instap pen. Hij wachtte tot de trein in Steenwijk was en arresteerde daar den man. Hij had ’t re?u van een fiets in zijn zak en ook deze fiets werd meegenomen. De verdediger, mr. Pollema, meent, dat het bijna onmogelijk is om, wanneer men slechts even, vanuit de verte nog wel, een paar vreemde menschen met een zaklantaarn belicht, hen later dadelijk weer te herkennen. Is de veld wachter niet wat heel positief in zijn verklaring? Vroeger heeft hij zich omtrent het punt „her kenning” véél voorzichtiger uitgelaten. De veldwachter blijft er bij, dat hij de twee mannen beslist herkent. Hij kan zich onmogelijk vergissen. Verdachte L.: „Toen Jaarsma mij arresteerde zei hij: Zoo’n soort man heb ik daar gezien. Hieruit blijkt dus al, dat hij degenen, die hij in ’t kantoor bezig zag, toch niet zóó goed heeft gezien. Als getuige wordt nu gehoord veldwachter De Vries, die den bewusten nacht tezamen met Jaarsma de ronde deed. Ook hij herkent de beide mannen pertinent. De een L. stond links van de brandkast, de ander, De K., rechts. Verder deelt deze getuige nog mee, dat bij de plaats waar L. gearresteerd werd, een bagagedrager van een fiets werd gevondem, terwijl later nog een kind een zakje met sleutels, dat op ’t land gevonden was, bracht. De president: „Wat zei L. op ’t oogenblik, dat hij gearresteerd werd.” Getuige: „Hij zei: ’t Is een mooie boel hier in Friesland. Sta je hier midden in de nacht met je fiets en dan schieten zé maar op je en nemen ze je mee.” De heer Pollema bestrijdt nog eens, dat de veldwachters door d.e mannen één ondeelbaar oogenblik te belichten hun beeld zóó vast in hun hersens konden prenten, dat ze hen later pertinent konden herkennen. Bovendien er is een tegenstrijdigheid in ’t geen De Vries voor den rechter-commissaris heeft verklaard en ’t

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1