r i I Uit onze Raadzaal. I n IffidNl öijiii in hiiuti link Vcraehjat unriDAGlaaVBUDAeBAYOirD» 2000 EtJUZ UITSTOOMEH I 200 150 75 WIJMBBITSËRADEEL I WOEHSDAG SS JUKI ISM 41» JAARGAM o. 75 Eerste Bled I r Abonnementper jaar f 2.50 fr. p postj 3.60. Advertentiën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Brandenburgh Co., Inn Tslafetn Ita 150, - f 1.00 - SloomvervBiij - Chem. Wasscharij fa ll DHIH-firsthand -SNEIK M V Mevrouw, Geeft eerbiedig te kennen: De Raad der gemeente Wymbritseradeel; dat hij bij besluit dd. 21 Maart 1925 de ver goeding op grond van art 101, 9e lid der Lager Onderwijswet 1920 over 1923 aan het R.-K. Kerkbestuur van den St. Joseph te Heeg voor de onder zijn bestuur staande school te verleenen heeft vastgesteld op f 159.14; dat het betrokken schoolbestuur bij Gedepu teerde Staten dezer provincie van dit besluit in beroep ging, daar het zich met de door hem uitgegeven; 3e. dat hoewel de bewoordingen dezer wets bepaling geen antwoord geven op de vraag of voor eenzelfde categorie van vakonderwijzers ook dezelfde belooning behoort te worden ver- I. aan I Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. dat, blijkens de bij de totstandkoming van art. j hoeve van een of meer openbare scholen vak onderwijzers hebben aangesteld aan de bijzon dere schoolbesturen, die ook vakonderwijzers per lesuur voor de openbare vakonderwijzers 1 101, 9e lid der L. O. Wet, geacht moet worden met en zonder akte uitgegevene, terwijl hij voor zijn vakonderwijzeres, die in het bezit is der akte, aanspraak meent te hebben op de vergoe ding, berekend naar hetgeen de gemeente voor hare eveneens in het bezit eener akte zijnde vakonderwijzeressen uitgaf; 2e. dat volgens art 101, 9e lid len volzin gid. Mj varllM wan Mn dnln. BESLUIT: over te gaan tot opspuiting van het terrein gelegen de Franekervaart, bestemd voor den bouw van 34 woningen, overeenkomstig de bij dit besluit behoorende teekening; II. behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten de onder 1 bedoelde opspuiting van ongeveer 5000 M.3 zand ondershands aan te besteden aan de Gebroeders Krikke, aannemers te Heerenveen, tegen een bedrag van f 1.10 per M.3 en verder onder de nader door Burgemeester en Wethouders te stellen voorwaarden. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Hierna sluiting. JIEUWE SIEEEER CDÜRABT ■nnu SHEERER COURAMT en WYMBRITSERADEEL 44, 2e afd. F, met vernietiging van zijn in den aanhef dezes genoemd besluit de daarbij bepaal de vergoeding hebben vastgesteld op f 196.30; dat hij zich veroorlooft ten opzichte van de overwegingen van Gedeputeerde Staten ten aan zien van het onder le. genoemd bezwaar aan ie voeren, dat de door hen bedoelde toelichting van den Minister van Onderwijs etc. alle prac- tische waarde mist, daar nergens is voorge schreven, dat na afloop van een kalenderjaar onmiddellijk aan de schoolbesturen moet wor den medegedeeld hoe groot het aantal lesuren is dat gemiddeld over dat jaar aan de openbare scholen is gegeven en dat, al ware dit het geval, zulks nog geen beteekenis zou hebben daar als dan zelfs nog niet kan worden verondersteld hoe groot de vergoeding, waarop het school bestuur recht heeft zal zijn, daar immers voor de berekening daarvan de uitgaven over het loopende jaar tot maatstaf moeten worden ge nomen; dat waar dan ook bij geen der ten opzichte van deze vraag bestaande opvattingen den schoolbesturen eenige zekerheid kan worden gegeven omtrent de hoegrootheid der door hen te ontvangen vergoeding naar zijn oordeel, voor zoover zulks niet in strijd is met de duidelijke bewoordingen der wet, moet worden nagegaan welke opvatting het meest in overeenstemming is met den eisch der financieele gelijkstelling tusschen het openbaar en bijzonder lager onder wijs; dat het z. i. met dien eisch het meest in over eenstemming is èn het aantal lesuren èn de jaarwedden, tot grondslag der vergoeding te nemen, over een en hetzelfde jaar te berekenen, daar immers het schoolbestuur in rekening mag brengen het aantal lesuren aan zijn school ge geven over hetzelfde jaar als waarover de jaar wedden tot maatstaf dienen te worden genomen en bij de door hem gehuldigde opvatting om trent de uitdrukking „onmiddellijk voorafgaand kalenderjaar” de openbare en bijzondere scholen èn naar de lesuren èn naar het andere tot grond slag te nemen element geheel gelijk opgaan; dat de bewoordingen der wet in verband met de voorschriften omtrent het tijdstip van indie ning der aanvraag om de onderhavige vergoe ding overigens er op wijzen, dat onder „onmid dellijk voorafgaande kalenderjaar” moet worden verstaan het jaar onmiddellijk voorafgaande aan dat, waarin de aanvraag om vergoeding is in gediend; dat hij meent naar aanleiding van de overwe gingen van Gedeputeerde Staten omtrent het onder 2e vermelde bezwaar van het schoolbe stuur te mogen opmerken, dat de wet duidelijk spreekt van „eenzelfde bedrag per lesuur als de gemeente voor haar vakonderwijzers heeft uitgegeven” en niet, zooals het tiende lid van gemeld artikel, van „eenzelfde maatstaf”. dat de wet dan ook niet rept van verschillen de categoriën van vakonderwijzers, wier wedden naar verschillende maatstaf zouden moeten wor den vergoed, de Minister van Onderwijs etc. heeft in de Memorie van Antwoord Tweede Kamer bij de technische herziening der wet op gemerkt, dat art. 101, 9e lid in het algemeen spreekt van vakonderwijzers zóódat, wanneer de gemeente bv. vakonderwijzers voor 1 i c h a- melijke oefening heeft aangesteld en geen vakonderwijzeressen voor nuttige handwerken en bij een schoolbestuur juist het omgekeerde het geval, dat bestuur nochtans recht heeft op de vergoeding bedoeld in art. 101, 9e lid der L. O. Wet 1920; dat waar in overeenstemming met de bewoor dingen der wet en het oordeel van den Minis ter in de praktijk geen onderscheid wordt ge maakt naar den aard van het vakonder- w ij s, ook de vakonderwijzers zelve niet in verschillende categoriën kunnen worden ver deeld, niet in die voor lichamelijke oefening of in nuttige handwerken noch in gediplomeerde of ongediplomeerde; dat hij ten slotte tegen de meening van Ge deputeerde Staten, dat de pensioensbijdragen voor de openbare vakonderwijzers door de ge meente te betalen niet bij de tot maatstaf der berekening te nemen jaarwedden mogen worden opgeteld, de vrijheid neemt aan te voeren dat CA gid. bij varllM m vv mh vijavlngM. lid der L. O. Wet 1920 niet van toepassing is daar die vergoeding meermalen slechts eene tegemoetkoming is en de pensioensbijdragen voor de vakonderwijzers te betalen in aanmer king moeten worden genomen bij de berekening ex. art. 101, 9e lid der L. O. Wet 1920; dat de beslissing van Gedeputeerde Staten naar zijn oordeel op grond van de daarvoor door hem aangevoerde motieven dan ook in strijd met de wet is. Redenen waarom hij Uwe Majesteit eerbiedig verzoekt de in dit beroepschrift vermelde beslis sing van Gedeputeerde Staten te vernietigen. De heer R ij p m a zegt dat zoolang niet vast staat, dat het standpunt van Qed. Staten in strijd is met de wet, hij dit bezwaarschrift maar achterwege zou laten; onze kansen te winnen zullen wel slecht staan als we Ged. St. tegen ons hebben. Het gaat wel meer om het spel dan Valgraa wonnuurdaa •vuMng«k«iaaa aart da H«llM<sak« Alg«Baama« Warm- kaptaia-Baak ta SaklaAaai «i|n anaa Abannd’a ranted tagan angalakkan vaar oppervlakte van ongeveer 967 M.2, vormende een Oostelijk gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 2295 en gelegen aan den Oppenhui- zerweg, zooals nader met een roode argure op de bij dit besluit behoorende teekening is aangegeven, tegen den prijs van f3.50 per M.2, onder voorwaarde: le. dat de ophooging van het na den verkoop nog aan de genoemde N. V. blijvende gedeelte van het aangeduide perceel door en op kosten van de gemeente zal plaats hebben; 2e. dat het aan de N. V. blijvende terrein door haar van den Oppenhuizerweg zal worden afgescheiden door een net hekwerk, waarvan de kosten voor haar rekening komen. II. Burgemeester en Wethouders te machtigen tot het doen ophoogen van het geheele, in dit besluit genoemde, terrein, zoowel het door de gemeente over te nemen ge deelte als dat, hetwelk in eigendom bij de N. V. blijft, tot een, voor een goede aansluiting met de omgeving ver- eischt, peil. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt XI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het opspuiten van het terrein aan de Franekervaart, be stemd voor den bouw van 34 woningen en tot onderhand- sche aanbesteding van die opspinting aan de Gebrs. Krikke te Heerenveen. (Bijl. 61; dossierno. 1.778.531.(1)). B. en W. adviseeren: Door Uw 'College werd in de vergadering van 12 April jl. besloten tot den bouw van 34 woningen aan de Fra nekervaart. Dit besluit werd, om de redenen, in ons voor stel d.d. 8 Juni jl., bijlage no. 58, vermeld, nog niet door de Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Waar echter aangenomen mag worden, dat gemeld College tegen het nieuwe besluit, dat wij U bij het even- genoemd voorstel in overweging geven te nemen,, geen be zwaren zal hebben, komt het ons gewenscht voor, teneinde zoo spoedig mogelijk den bouw te kunnen aanvangen, dat waren, de gecursiveerde woorden zijn opgeno men, teneinde te ondervangen het bezwaar, dat het schoolbestuur, hetwelk tevoren de regeling der lessen van den vakonderwijzer moet treffen, anders niet zou weten voor hoeveel uren de vergoeding der gemeente kan worden verkre gen; 2e. dat deze toelichting er op wijst, dat onder het onmiddellijk voorafgaande kalenderjaar moet worden verstaan het jaar, voorafgaande aan dat, waarop de vergoedingsaanvrage van het schoolbestuur betrekking heeft, waarom zij de zienswijze van het schoolbestuur, dat in casu de vergoeding naar het gemiddeld getal lesuren van vakonderwijzers aan de openbare lagere scholen in het jaar 1922 gegeven, had moeten worden berekend; dat Gedeputeerde Staten wat het He. bezwaar van het schoolbestuur aangaat hebben overwo gen: le. dat, waar uit eene mededeeling van Burgemeester en Wethouders is gebleken, dat in het beroepschrift ten onrechte wordt gespro ken van „onbevoegde” vakonderwijzers, wier belooningen een element van berekening uit maakten, daar deze leerkrachten wel niet in het bezit waren van eene akte van bekwaamheid Punt Vil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een tijdelijke geldleening met de Natio nale Bankvereeniging. (Bijl. 56; dossierno. X .07.352.71 (14)). Het voorstel vindt men in ons vorig nr. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van een overeenkomst van ruiling van grond met de firma D. van der Werf Gzn. aan de IJlster- kade. (Bijl. 57; dossierno. X 07.351.13(7)). Het voorstel vindt men in ons vorig nr. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit van 12 April 1926, no. 11, betreffende den bouw van 34 woningen aan de Franeker vaart. (Bijl. 58; dossierno. 1.778.531.(1)). Het voorstel vindt men in ons vorig nr. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van grond aan den Oppenhuizerweg van de N. V. Stoomolie- en Veevoederfabriek „Friesland”. (Bijl. 60; dossierno. 1.811.111.4(6)). B. en W. adviseeren: In de besloten raadsvergadering van 1 dezer deden wij U eenige mededeelingen omtrent de onderhandelingen, gevoerd met de N. V. Stoomolie- en Veekoekenfabriek „Friesland” over het in koop afstaan van een gedeelte van haar terrein aan den Oppenhuizerweg, grenzende aan de ijzeren loods der N. V. Uw College kon zich vereenigen met ons voorstel, om door het voeren van verdere onderhandelingen alsnog enkele voordeelen te bedingen, met name het ook in koop ontvangen van een gedeelte van het bedoelde terrein, ge legen tusschen den Oppenhuizerweg en de bedoelde loods. Het is ons tot ons leedwezen niet mogen gelukken de eigenares bereid te vinden tot het afstaan ook van dezen grond. In een nog nader van haar ontvangen schrijven van 8 dezer formuleert zij de voorwaarden, waaronder de grondverkoop tot stand kan komen; die voorwaarden zijn de volgende: de te verkoopen grond heeft een breedte van 24.20 M. en een diepte van 39.96 M. (de eigenares wenscht namelijk, voor het bereiken van de achterzijde der loods daar ter goed, de noodzakelijkheid om het in de wet neergelegde beginsel der financieele gelijkstel ling van bijzonder met openbaar lager onderwijs waar mogelijk tot zijn recht te doen komen, er op wijst, dat nu de wet zich hiertegen niet ver zet, eene opvatting welke de evenbedoelde vraag bevestigend beantwoordt, het meeste overeen komstig hare bedoeling moet worden geacht; 4e. dat dan ook naar het oordeel dezer ver gadering de gemeente Wymbritseradeel apel- lant voor zijne handwerkonderwijzeres met akte per lesuur behoort uit te keeren, wat zij zelve over 1923 voor hare gelijkbevoegde handwerk- onderwijzeressen uitgaf; cfat Gedeputeerde Staten ten opzichte van de door het schoolbestuur aangeroerde maar overi gens opengelaten vraag of bij de berekening al dan niet terecht de voor de vakleerkrachten ver schuldigde pensioensbijdragen hebben medege- teld hebben overwogen: le. dat volgens art. 39 der Pensioenswet 1922, hij te wiens laste komen de wedden van aan gesubsidieerde bijzondere lagere scholen ver bonden onderwijzers of die deze wedden ver goedt, jaarlijks aan het Rijk vergoedt een be- drag gelijk aan hetgeen het Rijk op grond van de Minister van Onderwijs etc. blijkens mede- maar zij hunne bevoegdheid ontleenden aan de art. 35 voor hen aan het Algemeen Burgerlijk deeling in no. 1238 van het Weekblad van den L; Nederlandschen Bond van Gemeenteambtenaren 2e. dat de wedde van een bijzonder vakonder- van oordeel is, dat art. 39 der Pensioenwet 1922 TC gid. Nj varlfa* •8 tu mb vlngar WOLLEN DEKENS deze week K het daarvoor bestemde terrein aan de Franekervaart reeds thans wordt opgespoten. Directe opspuiting komt zeer goed gelegen, omdat dat werk dan kan worden uitgevoerd in aansluiting met de opspuiting van het terrein nabij het Kloosterhof en de Priorstraat, die binnenkort haar beslag zal krijgen. iui_ Wordt de ophooging van beide terreinen gecombineerd, plaatse een strook grond van 1 M. breedte, geheel door- dan zal de opspuiting van het terrein aan de Lranekervaarj uiteraard minder kostbaar zijn, dan bij uitvoering op zich zelf. Om het bedoelde terrein op voldoende hoogte te bren- j gen is aanvoer van ongeveer 5000 M.3 zand noodig. t i Ten einde zooveel mogelijk vertraging te voorkomen, is door en op kosten van de gemeente geschieden; dit terrein de gemeente-architect op ons ^verzoek, jnet^de aannemers zal door de N. V. van den Oppenhuizerweg worden afge- 'z' n-K- scheiden door een net hekwerk, waarvan de kosten voor rekening van de N. V. komen. Wij meenen, dat de gestelde voorwaarden aannemelijk moeten worden geacht, terwijl zij bovendien de gelegenheid bieden tot het scheppen van een beteren toestand ter plaatse, waarom wij U in overweging geven, tot de:, des- betreffenden aankoop 'óver te gaan. Deze aankoop brengt met zich mede de noodzakelijk heid, om het geheele, thans nog aan de N. V. behoorende terrein op te hoogen tot een in aansluiting met de omge ving vast te stellen peil. De kosten van deze ophooging bedragen voor eiken M.2 f 1.40, volgens de raming van overgangsbepaling van art. 209, 5e lid der wet, Pensioenfonds verschuldigd is; de bedenking hierop neerkomt, dat de raad hem Lv. --.- --- per lesuur wenscht te vergoeden het gemiddeld j wijzer, vallende onder de toepassing van art. ten aanzien van de vergoeding ex. art. 101, 9e i__ j_ t ___1 1 t mi jf r\ Grl rloe I ft \Uz4 1090 mnè Mannooitirv 1 door de gemeente aan het schoolbestuur te wor den vergoed voor het deel, dat zij uit het krach tens die wetsbepaling toegekende bedrag kan worden gekweten; 3e. dat de gemeente diensvolgens een even redig deel der voor den betrokken bijzonder vakonderwijzer verschuldigde pensioensbijdra gen rechtstreeks aan het Rijk moet betalen; 4e. dat waar alsnu van uitkeering van een deel der pensioensbijdragen aan het schoolbe stuur langs den weg van art. 101, 9e lid geen aanstelden, eenzelfde bedrag per lesuur vergoe-sprake kan zijn, de gemeente ook bij de bere den als zij voor hare vakonderwijzers hebben kening van hetgeen zij voor hare eigen vak onderwijzers heeft uitgegeven de voor die vak onderwijzers gestorte pensioensbijdrage buiten beschouwing heeft te laten; dat Gedeputeerde Staten op grond van een en ander bij hunne resolutie van 26 Mei 1926, no. VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK op MAANDAG 21 JUNI 1926, ’s avonds 7% uur. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig 14 leden; afwezig de heer Zuiderbaan (m. k.). Punt 1. Notulen der vergadering van 1 Juni 1926. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt 11. Ingekomen stukken: a. Verslag van den Provincialen Keuringsdienst over 1925. (1.773.11-3(1)). Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Verslag van het reinigingsbedrijf over 1925, (111(1)). Dit verslag wordt opgenomen in het gemeenteverslag. c. Verslag van de afdeeling Friesland der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten over 1925. (X 07.571.1(2)). Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. d. Verslag der Vereeniging „Sneeker Ambachtsschool” over 1925. (1.851.36.02.98(1)). Dit verslag wordt gedeeltelijk opgenomen in het gemeente verslag. e. Verslag der Vereeniging „Openbare Leeszaal en Bi bliotheek” over 1925. (1.852.11(1)). Alsvoren. f. Verslag van de Vereeniging tot oprichting en exploi tatie van een Friesch Volkssanatorium, gevestigd te Leeu warden, over 1925. (1.843.11(1)). Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. g. Verslag van de N. V. Centrale Ammoniakfabriek over 1925. (11.07.333.5(2)). Alsvoren. Punt Hl. Voordracht van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een onderwijzer aan de openbare school voor U.L.O. (Bijl. 59; dossierno. 208). De voordracht is in ons vorig nr. opgenomen. De heer J. Gorter heeft zijn sollicitatie ingetrokken. De heer W. J .Jouwersma wordt met 9 st. benoemd; de heer Tj. Bakker had 5 st. Punt IV. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium voor de benoeming van een leeraar in het Didtsch aan het Gymnasium. (Bijl. 62; dossierno. 208). Curatoren schrijven: Het College van Curatoren bij het Gymnasium te Sneek heeft de eer onder toezending der sollicitatie-stukken van vier sollicitanten, ingekomen op de oproeping in Weekblad no. 34 d.d. 21 April 1926, tegen 1 September a.s. voor de betrekking van leeraar in het Duitsch aan dit Gymnasium en met overlegging van het desbetreffend advies van den heer Inspecteur der Gymnasia d.d. 28 Mei 1926, no. 301, de navolgende aanbevelingslijst van benoembaren bij Uwen Raad in te zenden: No. 1. G. Dijkstra te Leeuwarden; No. 2. L. Straus te Terborg. zulks op gronden door den heer Inspecteur aangegeven en met overneming van de bemerkingen dat een eventueele benoeming van den sub 1 aanbevolene eene tijdelijke zij en met bepaling, dat het aantal der door hem aan verschil lende scholen te geven lessen niet hooger mag zijn dan 30 De heer Q. Dijkstra wordt met alg. (14) st. benoemd. Punt V. Nieuwe stemming over het voorstel-Dokkum, om de kosten van de uit te voeren werken aan de Rienck Bockemakade te brengen op de gemeentebegrooting voor 1927. (Dossierno. 1.811.111.2(26)). Voor stemmen thans de leden Lampe, Blok, Put, Bronsema, Dokkum, Van der Meulen en Boeijenga; tegen de leden De Groot, Hoekstra, De Wolf, Potma, Breeuwsma, Smeding en Sijtema. De stemmen staken opnieuw (77). Het voorstel is dus thans verworpen. Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot voorloopige vaststelling van de rekening van het reini gingsbedrijf over 1925. (Bijl. 55; dossierno. III 07.352. 17(1)). Het voorstel vindt men in ons vorig nr. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Raadsvergadering. van (Vervolg.) Punt VI. Resolutie van Gedeputeerde Sta ten van Friesland dd. 26 Mei 1926, no. 44, 2e afd. F. tot vernietiging van het raadsbe sluit dd. 21 Maart 1925 waarbij de vergoe ding ex. art. 1019e lid L. O. wet 1920 voor het R.-K. Schoolbestuur te Heeg werd vast gesteld, met voorstel van B. en W. B. en W. adviseeren: Bij Uw besluit dd. 21 Maart 1925 werd de vergoeding ex. art. 101, 9e lid der Lager On derwijswet 1920 over 1923 aan het Roomsch Katholiek Kerkbestuur van den St. Joseph te Heeg voor de onder zijn bestuur staande school vastgesteld op f 159.14. Het R.-K. Schoolbestuur kon evenwel met deze beslissing^een genoegen nemen en stelde daartegen bij Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie beroep in. Heeren Gedeputeerde Staten hebben bij reso lutie dd. 26 Mei 1926, no. 44, 2e afd. F, het R.-K. Schoolbestuur in het gelijk gesteld en met vernietiging van Uwe beslissing de vergoeding vastgesteld op f 196.30. Waar wij evenwel de beslissing van Gedepu- teerde Staten niet juist achten stellen wij U voor de beslissing der Kroon in te roepen en daartoe bijgaand concept-beroepschrift vast te stellen gevolgde wijze van berekening niet kon veree nigen, aangezien: le. daarbij is uitgegaan van het standpunt, dat onder het „onmiddellijk voorafgaande kalender jaar” volgens art. 101, le lid, 2e en 3e volzin der wet moet worden verstaan het jaar, voor afgaande aan dat, waarin de aanvrage van het schoolbestuur werd ingediend en dienovereen komstig de vergoeding is bepaald naar het ge middeld getal in 1923 aan de openbare lagere scholen der gemeente gegeven lesuren, terwijl naar de meening van het schoolbestuur de ver goeding naar het gemiddeld getal lesuren van vakonderwijzers aan de openbare lagere scholen in het jaar 1922, d. i. het jaar, voorafgaande aan dat, waarover de vergoeding loopt, had moeten worden berekend; lie. in de berekening mede zijn opgenomen het getal lesuren, gegeven door en het bedrag der belooningen, uitgekeerd aan de wettelijk niet bevoegde vakonderwijzers, die in 1923 aan de overeenkomstig^ openbare lagere scholen onder wijs gaven en lager dan de bevoegde vakon derwijzers werden bezoldigd, terwijl aan voor melde bijzondere lagere school in dat jaar een wettelijk bevoegde vakleerkracht werkzaam was; dat het schoolbestuur in verband met de om standigheid, dat bij de berekening van het be drag, dat de gemeente per lesuur voor haar vakonderwijzers heeft uitgegeven, de pensioens bijdragen zijn medegeteld, tevens aan Gedepu teerde Staten heeft opgemerkt, dat, afgezien van de vraag of dit laatste terecht is geschied, het hiervoor onder 11e. bedoelde bezwaar zich ook uitstrekt tot de voor de onbevoegde leerkrachten verschuldigde pensioensbijdragen. Dat Gedeputeerde Staten, wat het sub le. ge noemd bezwaar betreft, hebben overwogen: le. der L. O. Wet 1920, de gemeenten, die ten be- 101, 9e lid, in zijne tegenwoordige lezing door de Regeering gegeven toelichting (Wet van 23 Juni 1923, Stbl, 287, Memorie van Antwoord dd. 14 April 1923 no. 5), in het voorschrift, dat de vergoeding zal worden berekend naar het ge middeld aantal lesuren, gedurende hetwelk aan de overeenkomstige openbare school (scholen) in het onmiddellijk voorafgaande kalenderjaar vakonderwijzers werkzaam loopende tot aan den Oppenhuizerweg, in eigendom te behouden) de prijs bedraagt f3.50 per M.2; de ophooging van het aan de N. V. blijvende terrein zal i 1 van de opspuiting-Kloosterhof, de Gebroeders Krikke te Heerenveen in onderhandeling getreden en tot overeen stemming gekomen. De aannemers zijn bereid het werk uit te voeren tegen denzelfden prijs als met hen voor de opspuiting van het terrein bij het Kloosterhof is overeen gekomen, nl. f 1.10 per M.3 en onder de voorwaarden welke door den gemeente-architect bij schrijven d.d. 14 Juni 1926, no. B, 246 aan ons zijn ingezonden.- Wij achtten destijds de prijs uiterst billiffi en kunnen ook fhans daarmede accoord gaan. Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders den gemeente-architect. Deze kosten zullen door de latere d.d. 15 Juni 1926, no. L778.531 (l)j koopers van het thans door de gemeente over te nemen 1 terrein boven de koopsom moeten worden betaald. Wij verzoeken U, ons te machtigen tot het doen uitvoeren van de vereischte ophoogingswerken. Onder samenvatting van het vorenstaande en onder overlegging van de terzake gevoerde correspondentie stellen wij U voor, het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 Juni 1926, no. 1.811.111.4(6); BESLUIT: 1. onder voorbehoud van de goedkeuring van de Gede puteerde Staten aan te koopen van de N. V. Stoomolie- en Veekoekenfabriek „Friesland” aldaar, een stuk grond ter

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1