H I Uit onze Raadzaal. 75 e ÏÏ.T.£r 50 NiiMwstijdmgoN. i Oifieliil Orgm iir limiti huk Vanehgni 200 - annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL Brandenburgh Co., ZATERDAG S4 JULI ISSA 42«JAARGARG Ro. 84 Eerst* Blad CKcHags-NaMfc ta 3«hla4tain >ri)o Abenai’a s««kwd tagas angalakkat* v«a» BESLUIT: Het bewaarschoolonderwijs. De electriciteitstarieven. het eigenlijke tarief, dat in verband met het lichttarief *1 zou Abonnementper jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. AdvertentiënQ ct. p. regel. Inge zonden tnededeelingen booger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens graus ge plaatst in de SNEEKER COURANT gi« 01) «arua» No. 1.824.112(3). Advies van Burgemeester en Wethouders betreffende de opmerkingen van de Gedepu teerde Staten ten aanzien van het raadsbe sluit van 12 April 1926, no. 5, tot verlaging van de tarieven voor de levering van electri- schen stroom door het gemeentelijk electri- citeitsbedrijf. B. en W. stellen den raad o. a. het volgende voor: UIIBDAGS at VRIJDAG HA VOIDS Smsbk Tetofon We» 150, aen tf10’ W1 *wUm Ivl' 4in hand, vea« af aao No. 1.851.1(1). Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende overbrenging van het 7e leerjaar van school 1 naar school 2, overplaatsing van den onderwijzer R. Frank van school 1 naar school 2 en wijziging van de inrichting van het openbaar bewaarschoolonderwijs. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk dagen tusschen 11 *4 en 12*4 uur, de navolgen de voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 22 Juli 1926: Heerenrijwiel, hondenpenning 1926. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge vonden aangegeven op 22 Juli 1926: Rood wollen kinderschoentje, A. Bok, le Zomerrakbuurt 24; zakmesje, A. Bijlsma, Verl. Westersingel 27; heerenrijwiel, F. Dan- tuma, le Steenklipstraat 55; ceintuur, N. Hoekstra, Alb. Agnesstraat 21; ceintuur, R. Ringma, IJlsterkade 28; breekijzer, H. Lok, W. de Zwijgerstraat 29; zakmesje, Postma, Leeuwarderdwarsstr. 11. HEERENVEEN, 22 Juli. Door de Kroon is goed gekeurd de heffing van een straatbelasting voor de bewoners van de Dracht, die pas van een nieuwe bestrating en trottoirs is voorzien. De aangeslagenen kunnen deze belasting, die gedu rende 15 jaar geheven zal worden, ineens afkoo- pen door betaling van 10(4 rnaal den eersten, jaarlijkschen aanslag binnen 3 maanden na de invoering. Volgens het oordeel van bevoegden komt dit afkoopsysteem bij deze belasting nog niet eerder voor. JUTR1JR. Door den heer T. Vlink alhier werd aan de hengel een edelkarper gevangen van 12 pond. Dit is wel een zeldzaamheid, daar deze soort karpers in den regel nooit zoo’n gewicht krijgen. Zedenschandaal. Aan het Volk wordt gemeld, dat de po litie te Katwijk aan Zee een ernstig zeden schandaal op het spoor is gekomen, waarbij ongeveer 30 schooljongens betrokken zijn. De herhalingsoefeningen. Naar de Nederl. verneemt ligt het in het voornemen van de regeering, eenige re- serve-veldpredikers op te roepen in het be lang van de geestelijke verzorging van de in grooten getale voor de herhalingsoefe ningen opkomende manschappen. Melkvervalsching. Het kantongerecht te Druten heeft M. v. d. L., uit Winssen, wegens melkvervalsching veroordeeld, tot f 200 of 2 maanden hechte nis. Hij had melk afgeleverd, verdund met ongeveer 32 pet. water. De eisch was f 500 of 2 maanden. Mijnongeluk. Door een gasontploffing zijn te Blecton (Alabama, Ver. Staten), negen mijnwerkers gedood. si gia. ai) ••riia* Bij Uw besluit van 1 Juni 1926, no. 2e, werd in onze handen om advies gesteld een verzoek van het bestuur der afdeeling „Sneek” van de Vereeniging „Volksonder wijs”, houdende verzoek over te gaan tot opheffing van de tegenwoordige openbare bewaarschool en tot het over brengen van het fröbelonderwijs naar de 4 openbare lagere scholen. Dit punt was bij ons reeds aanhangig toen het adres U bereikte. Adviezen van de hoofden der vier openbare scholen voor gewoon lager onderwijs en van de Commissie van toezicht leggen wij hierbij over. Bij de in ons collage gevoerde besprekingen omtrent de aan U ter zake van het bewaarschoolonderwijs te doene voorstellen konden wij niet tot algeheele eenstem migheid komen. Een minderheid verklaarde zich voor stander van het omzetten van het openbaar bewaarschool onderwijs in bijzonder. Door particulieren zou dan de taak, tot dusver door de gemeente uitgevoerd, moeten worden overgenomen. Het in deze gemeente bestaande bewaarschoolonderwijs zou dan in vollen omvahg met den naam „bijzonder” bestempeld kunnen worden. De meerderheid is van een andere opvatting: zij meent, dat, hoewel het openbaar bewaarschoolonderwijs niet bij de wet aan de zorg der gemeente is toevertrouwd, deze ge meente het, evenals zooveel andere, gedurende een lange reeks van jaren als haar taak beschouwd heeft, dit onder wijs te doen geven, zoodat er wel zeer dringende redenen aanwezig moeten zijn, indien zij ten aanzien van dit onderwijs een meer afzijdige houding wenscht in te nemen. Deze dringende redenen bestaan er volgens de meerderheid niet. Zij wenscht het openbaar bewaarschoolonderwijs te handhaven, zij het dan ook, dat naar een gewijzigde in richting daarvan, die het nut zoo groot mogelijk doet zijn en die het toepassen van nieuwere methoden op dit gebied meer volledig tot zijn recht zou kunnen doen komen, moet worden gestreefd. Het verbinden van een fröbelklas aan elk der 4 openbare lagere scholen, zooals het adres van de afdeeling Sneek der vereeniging „Volksonderwijs” beoogt, heeft èn om het verband dat op deze wijze wordt gelegd èn om de plaats waar de tegenwoordige bewaarschool is gesticht, èn ten slotte, om het meest intense gebruik van in de openbare scholen beschikbare lokaalruimte, dat tot bezui niging kan leiden, ongetwijfeld iets, dat aantrekt. Toch achten wij het eenigermate voorbarig, nu reeds tot het inrichten van 4 fröbelklassen over te gaan. Beter schijnt het ons, ten einde de ervaring te. kunnen laten spreken, een proef te nemen met het stichten van één klasse voor- loopig. Daartoe het besluit te nemen, meent de meerder heid van ons college dan ook te moeten adviseeren. Bij de overweging van de vraag, aan welke school deze klasse het best verbonden zou kunnen worden, is een aan gelegenheid betreffende het gewoon lager onderwijs naar voren gekomen, waaraan, ook afgescheiden van de bewaar- schoolkwestie, het gewenscht is een oplossing te geven. Zij betreft de rijksvergoeding van de onderwijzersjaarwed- den en het aantal „boventallige” onderwijzers. Aan school 2, de driemansschool, die voor de vergoeding der jaar wedden valt onder de wet van 30 Juni 1924, S. 319, („Bezuinigingswet”) is 1 boventallige onderwijzer ver bonden, terwijl het zich laat aanzien, dat ten opzichte van school 1, tengevolge van de mindere bezetting van het aan die school verbonden 7e leerjaar, niet steeds met vol doende zekerheid op een zoodanig leerlingental zal kun nen worden gerekend, dat de jaarwedden van alle onder wijzers worden vergoed. De aangewezen maatregel, om dit gevaar te ontgaan, is naar onze opvatting het overbrengen van het 7e leerjaar van school 1 naar school 2, met gelijktijdige overplaatsing van een onderwijzer van eerstgenoemde naar laatstgenoem de school. Gevolg zal zijn, dat na die overplaatsing aan school 2 van het 4-tal onderwijzers het rijk de jaarwedden van 3 vergoedt, er blijft dus evenals thans 1 onderwijzer „boventallig” terwijl aan school 1 ruim voldoende leer lingen beschikbaar blijven, om van de overblijvende 6 leerkrachten de jaarwedden volledig doof het rijk vergoed te krijgen. Het een met het ander in verband brengende, wordt het onzerzijds wenschelijk geacht, de bij wijze van proef in te richten fröbelklasse te verbinden aan schóól 1, waar door het wegnemen van het 7e leerjaar een lokaal be schikbaar komt. Voor de inrichting van dit lokaal zullen eenige kosten moeten worden gemaakt: een zandspeelplaats met om heining van draadgaas dient te worden aangebracht, een 40-tal fröbeltafeltjes en -stoeltjes aangeschaft, enkele kleine gootsteentjes met waterleiding aangelegd, eenig verfwerk verricht, enkele kasten met wat fröbelmateriaal aangeschaft. De kosten van deze voorzieningen worden in totaal geraamd op f 870. De leerlingen, die samen de nieuwe fröbelklasse zullen vormen, zullen o. i. getrokken moeten worden uit de be volking van het stadsdeel waarin school no. 1 gelegen is. Aan de in te stellen fröbelklasse zal een onderwijzeres dienen te worden benoemd. Zij zal tot de gemeentelijke bewaarschool in geen verband staan en dus in de nieuwe klas onder de algemeene leiding van het hoofd der school zelfstandig werkzaam zijn. Wij meenen, dat het door deze leerkracht te genieten salaris mag worden bepaald op f 1300. tot f 1600.(3 éénjaarlijksche verhoogingen van f 100.Het lijdt o. i. geen twijfel, of voor dit salaris zal het mogelijk zijn, een geschikte leerkracht met volledige bevoegdheid te verkrijgen. Onder samenvatting van het vorenstaande en onder overlegging van verschillende op deze aangelegenheid betrekking hebbende stukken, waartoe behoort een advies van den Inspecteur van het lager onderwijs, stellen wij U voor, het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 20 Juli 1926, no. 1.851.1(1); Bedrog bij examens. In aansluiting aan het bericht over bedrog, dat gepleegd zou zijn bij examens aan de Gemeen telijke Handelsschool aan den Bergsingel te Rot terdam, verneemt het Hbl. nog, dat thans het rapport van den directeur der school over deze aangelegenheid bij den wethouder van onder wijs is ingekomen. Volgens dit rapport zijn door een der twee concierges, die aan de school verbonden zijn, aan drie leerlingen, die overgangsexamen moes ten doen van de derde naar de vierde klasse, alle opgaven voor de verschillende examenvakken verstrekt, waardoor het examen voor deze leer lingen feitelijk geen beteekenis meer had. Aan een vierden leerling heeft dezelfde concierge de opgave voor Nederlandsch verstrekt. De wethouder van onderwijs overweegt de drie eerste leerlingen naar een andere school te doen overplaatsen. Er is nog niet beslist, welke straf den concierge zal worden opgelegd. Het conflict te Alphen bijgelegd. Naar wij hebben gemeld is de vorige week een conflict uitgebroken tusschen het Alphen- sche Ziekenhuisfonds en de directie van het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Tegen het uitdrukkelijk advies van Leiden werden meermalen fondspatiënten door den fondsarts genezen verklaard, met de boodschap, dat zij het ziekenhuis moesten verlaten omdat het fonds de kosten niet langer zou vergoeden. Als gevolg van dezen toestand ontstonden, aldus de Tel., tusschen het Academisch Ziekenhuis en het fonds ook financiëele geschillen en, nadat de directeur herhaaldelijk gepoogd had de zaak met het fondsbestuur te regelen, heeft deze zich tot Alphens burgemeester, dr. Lovink, gewend met verzoek om bemiddeling. Bij het onderhoud zou de directeur medege deeld hebben dat, indien de toestand niet ver anderde, hij de samenwerking zou verbreken en van Maandag af geen patiënten voor rekening van het fonds zouden worden opgenomen. Burgemeester Lovink benoemde hierna een commissie, waarin ook de controleerend ge neesheer zitting had, welke dan zou trachten het geschil te regelen. Intusschen had het fondsbestuur Maandag avond jl. een vergadering belegd waarop ook dr. de Graaf verscheen en waarin het tot uiterst scherpe besprekingen kwam tusschen enkele bestuursleden en den fondsdokter. Ten slotte moest de secretaris van het fonds bewusteloos weggedragen worden. Dinsdagmiddag volgde de bemiddelingsconfe- rentie en hierbij schijnt men een modus te heb ben gevonden, waarbij dr. de Graaf alsnog ge handhaafd blijft. Overigens verklaarde de directeur van het Academisch Ziekenhuis in een onderhoud dat het nimmer in zijn bedoeling heeft gelegen, onder welke omstandigheden ook, patiënten te weigeren. I. behoudens vergunning van de Koningin het aan school no. 1 verbonden 7e leerjaar over te brengen naar school no. 2; II. in verband met het bepaalde onder 1 te bepalen, dat met ingang van het schooljaar 1926/1927 de onderwijzer R. Frank van school no.l naar school no. 2 zal worden overgeplaatst; lil. tot het, bij wijze van proef, verbinden van een fröbel klasse aan school no. 1 en het instellen van de functie van onderwijzeres aan die klasse; IV. de aan de functie, ondefTIl bedoeld, verbonden jaar wedde te regelen als volgt: aanvang f 1300.—, met 3 éénjaarlijksche verhoogingen van f 100.opklimmende tot f 1600. Velgana naotwsardan e*«?Mnag«kvnwn mt tto W14, **1 lavana CKarlaaa-NaMk te NehlaAeai rijn «mi Abaut’a sataakard tagan •ngal«Jkk«x> AVUV tanga invaliditeit Ad. 4. Ad. 5. Ad. 6. lijksche administratief iets eenvoudiger, doch ’t is voor de verbrui kers m. i. minder prettig en het werkt als zoodanig iets belemmerend op het stroomverbruik. Halfjaarlijksche in ning van de meterhuur komt bij gasfabrieken meer voor, doch dan gaat het in den regel om kleinere bedragen. Ad. 7. Het huishoudelijk tarief in den vorm van een piektarief is niet in de verordening vastgelegd, doch als afzonderlijk besluit en het geldt slechts tot eind 1927. Dit laatste is gedaan, omdat „er meer zekerheid (moet bestaan) over de vraag, welke wijzigingen de tusschen de provincie en de gemeente bestaande stroomleverings- overeenkomst in 1927 zal ondergaan, inzonderheid op het punt van de wijze van berekening van het door de ge meente aan de provincie voor te ontvangen stroom te be talen bedrag”. Deze tijdelijkheid van het tarief maakt het op zichzelf voor de verbruikers weinig aanlokkelijk. Waar de verkoo- per zoo tegenover de zaak staat, kan ook niet worden verwacht, dat van zijnentwege de aansluiting op dit tarief zal worden bevorderd. Hetzelfde geldt ten aanzien van den inhoud van het ta rief zelf. le. Het voorstel van het Provinciaal Electriciteitsbe drijf was: f300.bij een piekverhouding 1 :5 (b.v. 150 Watt in de winteravonduren en 750 Watt in de overige uren van het jaar) f250.bij een piekverhouding 1 3. Sneek heeft vastgesteld f 300.bij een verhouding 1 3, dus een verhooging van dem prijs. 2e. Het tarief geldt alleen voor éénphase-aanslui- i tingen. Dit is een beperking, die de werkings-sfeer van het dat het voorgestelde piektarief geheel onvoldoende is en herziening behoeft, vooral wat betreft: a. den geldigheidsduur van dit tarief; b. de toepasselijkheid, die niet alleen tot éénphase-aan- sluitingen beperkt moet blijven c. het eigenlijke tarief, dat in verband met het lichttarief en de plaatselijke omstandigheden niet hooger moet zijn dan berekend naar: f 300.per K.W. bij een piekverhouding van 1 op 5 f250.per K.W. bij een piekverhouding van 1 op 3; zooals bij brieven aan den Directeur van het Gemeente lijk Electriciteitsbedrijf van 13 Januari j.l., no. 246 en 15 Februari j.l., no. 1065 door den Directeur van het Provin ciaal Electriciteitsbedrijf is voorgesteld. U gelieve den gemeenteraad overeenkomstig het voren staande in te lichten en hem namens ons te verzoeken een wijziging van het aangeboden besluit, waardoor aan de geopperde bezwaren wordt tegemoetgekomen, alsnog in overweging te willen nemen.” Wij hebben de gemaakte opmerkingen in handen gesteld van de Commissie voor de bedrijven met het verzoek om advies, welk advies luidt als volgt: „De bemerkingen van Gedeputeerde Staten betreffende de door den Raad aangenomen stroomprijsverlaging, ko men op het volgende neer: 1. Dat het vastgestelde vastrecht-tarief niet aan de be doeling beantwoordt, omdat het verband met het eenheids- tarief is verbroken, nu de prijs van het enkel-tarief van 50 op 40 cent werd gebracht. In overweging wordt daarom gegeven om, ter herstelling van dit verband, dit vastrecht nader te herzien, b.v. door het brengen van den eenheids prijs van 30 op 25 cents per K.W.U. Naar aanleiding hiervan kan het volgende worden op gemerkt: Bij schrijven van 13 October 1925 deelde de heer Van Dijk mee, dat het aanbeveling zou verdienen om, hetzij als eenig tarief, hetzij naast het bestaande tarief, een vastrecht met een eenheidsprijs van b.v. 30 cent per K. W. U., en een vastrechtschaal van 1 tot en met 14 lichtpunten loo- pende, van f 8.40 tot f 36.in te voeren, ter vervanging van de bestaande regeling, die, ook bij een K. W. U. prijs van 30 cent, liep van f 15.— tot f60.—. Voorts werd in, dat zelfde schrijven betoogd dat de krachttarieven een verlaging van 5 cent per K. W. U. zou den kunnen ondergaan en dat ons bedrijf bij overneming van zijn voorstellen, op basis van den omzet 1924, een ver mindering van ongeveer f8500.— per jaar te wachten had. Door onzen Directeur werd daarna een regeling ont worpen, welke hierop berustte, dat de voorgestelde vast- rechtregeling, behoudens een kleine afwijking in de licht- punten-orde, werd overgenomen, terwijl daarnaast de enkel-tariefprijs van 50 cent op 40 cent werd gesteld, en de dubbeltariefprijs van 55 cent ook met 10 cent werd ver laagd. Deze regeling, het kan blijken uit bijgaande staatjes die zijn samengesteld uit voor de vuist weggenomen boekcij- fers, was voor het overgroote deel der verbruikers belang rijk voordeeliger. Ook de krachttarieven werden hierbij nog 5 cent per K.W.U. lager gesteld dan naar de meening van den heer Van Dijk mogelijk werd geacht. Dat naar een dwingende overgang naar het vastrecht- tarief moest worden gestreefd, was niet onze meening. Wij gaven de voorkeur aan een meervoudige regeling, waaruit de verbruiker, al naar diens verbruik het wenschelijk maakt, zou kunnen kiezen. Dit in het belang van den klein verbruiker alsmede in dat van het bedrijf. Van een en ander zond onze Directeur een afschrift naar het P.E.B., waarop bij schrijven van 28 December 1925 het antwoord kwam dat geen wijziging in den prijs van 50 cent was voorgesteld om daardoor den overgang naar het vastrecht zooveel mogelijk te bevorderen. De heer Van Dijk gaf daarbij in overweging om nu het vastrecht ook nog meer te verlagen, door de vastrechtschaal te stellen van f5.40 tot f28.20, loopende van 1 tot 15 lichtpunten en meer. In elk geval, zoo schreef hij, zou hij de door hem voorgestelde, meer geleidelijke opklimming van het aantal lichtpunten verkiezen. Op 6 Februari heeft over een en ander een bespreking plaats gevonden tusschen de Directie van het P. E. B. eenerzijds en de heeren Breeuwsina en De Boer ander zijds. Door den heer Breeuwsma werd er op gewezen, dat het eenigszins vreemd aandeed, dat, nadat het voorgestelde vastrecht-tarief door ons was overgenomen van het P.E.B. nog een voorstel tot verdere verlaging werd ontvangend Aan het voorstel tot een geleidelijker opklimming van het aantal lichtpunten kon worden tegemoet gekomen, doch met het oog op de financiën was verder gaan onmogelijk. De heer Van Dijk antwoordde hierop, dat hij zich met de tarieven kon vereenigen en dat naar zijn meening het vastrecht-tarief opnieuw onder de oogen kon worden ge zien als de exploitatie dit mogelijk maakte. In een van het P. E. B. ontvangen schrijven d.d. 9 Fe bruari 1926, dat een kort overzicht Van ons onderhoud be vat, staat dit als volgt bevestigd: „Ten aanzien van de tarieven voor lichtverbruik door U aan Burgemeester en Wethouders worden voorge steld, een eenheidstarief van f 0.40 en daarnaast een vast recht-tarief zooals dezerzijdsch bij schrijven van 13 Octo ber 1925, no. 7524 is genoemd. Tegen een verdere verlaging van het vastrecht-tarief bestond bij U bezwaar; deze verlaging zou echter in over weging genomen kunnen worden zoodra de financieele toestand van het bedrijf daartoe aanleiding gaf.” Uit het bovenstaande blijkt, dat ons den Raad gedaan voorstel tot tariefsverlaging is geschied op grond van ver kregen overeenstemming en met niet geringe verwonde ring namen wij dan ook kennis van het, nu derde, voorstel om het vastrecht opnieuw te verlagen, thans in de richting tarief sterk inkrimpt. Eigenlijk is door een en ander het ta rief onbruikbaar geworden. Ons met des Directeurs beschouwingen kunnende ver eenigen deelen wij U mede: 1. dat tegen het verlaagde eenheidstarief, het verlaagde dubbeltarief en het gewijzigde klein-krachttarief geen be zwaar bestaat; 2. dat het vastrecht-tarief thans niet aan de bedoeling beantwoordt doordat het verband met het eenheidstarief is verbroken, waarom in overweging wordt gegeven, dit, mede op grond van de exploitatie-uitkomsten over 1925, nader te herzien, b.v. door het brengen van den eenheids prijs hierbij op 25 cents; 3. dat tegen de voorgestelde wijziging in de inning van de meterhuur bezwaar bestaat, waarom wordt verzocht het nut dezer wijziging aan te toonen. 4. Bij Uw besluit van 12 April 1926, no. 5 zijn de tarieven voor de levering van electrischen stroom door het gemeen telijk electriciteitsbedrijf in verschillende opzichten ver laagd. Dit besluit, dat ingevolge de „Electriciteitsverorde- ning voor Friesland” aan de goedkeuring van de Gedepu teerde Staten is onderworpen, heeft dit college aanleiding gegeven tot het maken van de opmerkingen, welke wij U hieronder in haar geheel mededeelen. „Omtrent het bij nevensvermelden brief ons ter goedkeu ring toegezonden besluit van den Raad Uwer gemeente tot wijziging der stroomleveringsvoorwaarden van het ge meentelijk electriciteitsbedrijf, hebben wij het advies inge wonnen van den Directeur van het Provinciaal Electrici teitsbedrijf, die ons o. m. het volgende schrijft: a. Samenvatting van den inhoud van het raadsbesluit. 1. Enkeltarief. Stroomprijs 50 cent in 6 wintermaan den en 30 cent in 6 zomermaanden wordt steeds 40 cent. 2. Dubbeltarief. Stroomprijs 55 cent in winteravond uren en 30 cent daarbuiten, wordt 45 en 30 cent. 3. Vastrecht wordt verlaagd: vroeger van f 15.tot f60. wordt - 8.40 -36. Stroomprijs blijft 30 cent per K. W. U. 4. Het tarief voor kleinrecht wordt pl.m. 5 cent per K.W.U. verlaagd. 5. Krachtstroomprijs in de avonduren wordt gebracht van 55 op 45 cent. 6. De meterhuur wordt 2 X per jaar, bij vooruitbeta ling over 6 maanden, geïnd, in plaats van maandelijks. 7. Een huishoudelijk tarief wordt vastgesteld, bij wijze van proef uiterlijk tot 31 December 1927, en los van de ver ordening. b. Deze punten geven mij aanleiding tot de volgende opmerkingen: Tegen deze wijziging is op zichzelf geen be- Ad. 1. zwaar. Het eerste advies van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf gaf in overweging, de tegenwoordige eenheidsprijzen te handhaven, doch daarnaast het vastrecht-tarief aanlokke lijker te maken, om den overgang op dit tarief te bevor deren. Dit systeem is thans verbroken, nu het eenheidstarief ver laagd is, doch het vastrecht-tarief niet hiermee in overeen stemming is gebracht. Wil men den oorspronkelijken gedachtengang van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf volgen, dan brengt de con sequentie van een wijziging (verlaging) van het eenheids tarief mee, dat nu ook het voorgestelde vastrecht-tarief wordt verlaagd. Ad. 2. Met de wijziging ten aanzien van het dubbel tarief kan accoord worden gegaan. Ad. 3. Zie onder 1. Dit vastrecht-tarief is door het Provinciaal Electriciteitsbedrijf voorgesteld in October 1925, op basis van de bedrijfsuitkomsten over 1924. Nu de vaststelling der tarieven geduurd heeft tot April 1926, kon den ook in aanmerking zijn genomen de uitkomsten van 1925, die in elk geval globaal bekend kunnen zijn. Waar als tariefsysteem aan het vastrecht-tarief de voor keur moet worden gegeven, had een nader bezien van dit tarief op grond van de thans bekende omstandigheden er misschien toe kunnen leiden den stroomprijs van 30 cent bij dit tarief te verlagen; tot b.v. 25 cent. Accoord. Accoord. Tegen deze wijziging bestaat bezwaar. Halfjaar- vooruitbetaling van de meterhuur is misschien i 3IEUWE SNEEKER CDÜRAHT L9 Mr «1BQO'

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1