1 Bran den burgh Co., KVVATTV5 Dat s KWATTA Lezingen ds. Banning. Economische Kroniek. VOLLEMELR REEPEN Slechts een merk kan aan de spits staan NIEUWSTIJDINGEN. I Olficliil Oigui lir liimti Snit - annax SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL Officiéél gedeelte. WOENSDAG SS SEPTEMBER 11*6 41a JAARSARS Eerst* Blad I in- het wordt I I de volgende maai nog een en ander mee te deelen. cultuur-ideaal: de alomspannende eenheid der wereld in haar godsdienst. Een ideaal, niet de mocratisch, maar religieus-hiërarchisch, een te genstelling echter welke zich hoe langer zoo meer aan ons zal voordoen. De principieele fout van Rome, waardoor zij weinig beteekenis kan krijgen voor de door breking van de burgerlijke geest is, dat zij het eeuwige wil binden aan een kerk, een leer en een cultus, dus aan tijdelijke, menschelijke, ge brekkige instellingen. De kerk is een mensche lijke instelling met vele menschelijke gebreken, al is ook in deze kerk hartstochtelijk om de waarheid gestreden en al leeft ook daar iets van de geest van Christus, en als de 19e eeuw zich menschelijk bouwwerk tot het hoogste maakt, dan doet de R.-K. kerk eigenlijk niets anders, daar zij menschelijk bouwwerk tot Goddelijk verklaart. We hebben in de laatste tientallen jaren het Een gevaarlijke jongen. Donderdagmiddag kregen twee peuters van 6 jaar, leerlingen uit de eerste klas der lagere school te Almelo, ruzie met elkaar. De een haalde daarbij een zakmes te voorschijn en gaf den ander daarmee een steek in de borst. De daardoor ontstane verwonding was van dien aard, dat overbrenging naar ’t R.-K. Ziekenhuis noodzakelijk was. De dader, de jongen K., kan niet als volkomen normaal beschouwd worden. 3. 4. 5. 6. II. In z’n tweede lezing, gisteravond in de Har monie gehouden, sprak ds. Banning over de traditioneele stroomingen en haar beteekenis voor de strijd tegen den burgerlijken geest. Tusschen alle godsdienst en deze geest is een vrij scherpe tegenstelling, immers heeft de laatste afgerekend met alle wonder en mysterie in het leven, elke godsdienst erkent juist het ondoorgrondelijke van het leven, het eeuwige mysterie, en waar de godsdienstige stroomingen haar bedding vooral vinden in de kerken, spreekt het wel van zelf dat ook deze in tegen spraak zijn met de geest van de 19e eeuw. Een andere vraag is echter of in den strijd daartegen van al die kerken veel verwacht kan worden. Over een antwoord op die vraag, in het bijzon der wat die godsdienstige richtingen betreft, welke in eenigerlei vorm aan een traditie bin dend gezag toekennen, zal spr. het heden avond hebben. Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f 3.60. Advertentlên9 ct. p. regel. Inge zonden tnededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentlên worden tevens gratis ge plaatst In de SNEEKER COURANT I vailiM VM Isviagai, VtMchjjai DWiDAGi «b VRIJDAG8A YQ1TDR UJtfevwu Inu Toleteea Bs. 150. Bid. bij MB Wijl Theoretisch gesproken kunnen de kerken kie zen tusschen twee houdingen tegenover de bur gerlijke geest: zij kunnen pogen die geest te vernietigen, zij kunnen ook pogen met die geest een compromis te sluiten. Het laatste standpunt wordt ingenomen door het orthodox protestan tisme, het eerste door de Roomsch Katholieke kerk. De Roomsche kerk wil de burgerlijke geest bestrijden vanuit haar geestelijk bezit dat uit de middeleeuwen en de oud Christelijke traditie stamt. Sedert ’t concilie van Trente (1545-1563) strijdt deze kerk naar twee fronten: nl. tegen het protestantisme en tegen de wereldlijke cul tuur, welke zich sedert de renaissance buiten de kerk omhoog worstelde en een zelfstandig, autonoom leven trachtte te leiden, strijdt dus het R.-Katholicisme ook tegen de zelfstandig wordende beschaving hier in Europa. Wat de strijd tegen het protestantisme betreft, woon werd versterkt. In het orthodox protestan tisme leven echter enkele belangrijke momenten waardoor het nooit zoo geheel ten buit aan die geest is gevallen als het liberaal protestantisme. Het geloof aan het wonder nl., het moge dan onhoudbaar zijn, was echter toch iets waardoor orthodox protestanten anders tegenover het leven kwamen te staan, de inspiratieleer, al evenmin houdbaar, bracht hen toch in contact met een onzienlijke wereld, een wereld waarin grootere waarheden verborgen liggen, dan de zienlijke wereld te aanschouwen geeft, ’t Zonde besef bracht in die kringen voorts een veel ster ker gevoel voor de tragische momenten in deze IIBÜW1 S3EEKER cddrabt De Nederlandsche Nijverheid in gevaar? In een onzer vorige kronieken maakten wij melding van een adres der werkgevers en arbeiders in de textiel-industrie aan de regeering, waarin werd gewezen op de moordende concurrentie uit het buitenland, die onze textielnijverheid bedreigen zou. Adressanten verzochten de regeering maat regelen te nemen, deze concurrentie tegen te gaan. Iemand, die gewoon is zich op de hoogte te houden van wat onze economi sche bladen schrijven, weet, dat het niet alleen de bij de weverij betrokkenen zijn, die zich ongerust maken over den toestand van onze nijverheid. In „Handelsberichten” dringt mr. H. P. L. Steenberghe eveneens aan op het nemen van maatregelen tegen de buitenlandsche in dustrie. Ook hij wil, dat de Staten Generaal de regeering zal machtigen om zoovaak als de laatste het noodig acht, invoerverboden uit te vaardigen. Als zulks ten minste niet te laat is, want het kwaad heeft volgens den schrijver reeds een grooten omvang aange nomen. Aan de eene kant worden wij over stroomd met Fransche en Belgische artike len, aan de andere kant kunnen wij met onze artikelen niet op de buitenlandsche markt concurreeren. Door de waardedaling van het Fransche en Belgische betaalmiddel kan een fabrikant in deze landen volstaan met loo- nen van f10 per week, terwijl in dezelfde branche hier f 20f 30 per week moet wor den betaald. De premies voor de invalidi teitsverzekering bedragen hier 40 tot 60 cents per week, een Belgisch werkgever kan met 3 francs per maand volstaan. Zoo doende kunnen wij op de wereldmarkt niet meekomen, wij moeten onze afzetgebieden aan anderen afstaan. En dit kan een ramp voor ons land worden. Wij doen niets om dit gevaar af te weren. Terwijl wij onze grenzen openhouden voor alle export uit het buitenland, sluit men daar door steeds hoogere tarieven de grenzen voor onze waren. Het wordt hoog tijd, dat beleefd openbaarden zich in de krachtige op leving van handel en industrie in de 15e en 16e eeuw na de ontdekking van de weg naar Indië enz., en deze opleving maakte een grootere zelfstandigheid van de staten noodig en leidde zoo tot losmaking van de kerk. Op die anti-kapi- talistische tendenz dienen de socialisten zich echter niet te verkijken, want de R.-K. kerk stelt daartegenover geen socialistische tendenz doch wil veeleer een omvorming naar het oude ideaal der Middeleeuwen. Er leeft inderdaad in deze R.-K. kerk der Middeleeuwen en ook in die van heden een religieus en maatschappelijk ideaal van ontzag lijke beteekenis; principieel immers vertegen woordigt zij de richting naar het eeuwige, ter wijl de burgerlijke geest de richting naar het eindige wees. De prachtig omhoog strevende Gothische kerken ci|er Middeleeuwen, waarom de ontroering van h^t eeuwige fluistert, de na- ieve devotie der Madonna’s van onze middel- modernisme in het Roomsch-Katholicisme zien eeuwsche schilders, door onze moderne schil- opkomen ook daar is gestreden voor bijbel- derkunst niet meer te treffen, symboliseeren de kritiek en evolutieleer en door Pauselijke be- Gevonden voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 28 Sept.: Rijwielbelastingmerk, Bonma, N. Noor- derhorne; rozenkrans in étui, H. Kwant, le Oosterkade 4; 2 koperen gewichten, F. Brinkman, le Woudstr. 13; rijwielbelasting merk, Joh. H. Buwalda, 2e Selfhelpstraat 6; handtaschje met inh., U. Noordenbos, Prior- straat 56. Te 's Gravenhage slaagde voor acte Wis kunde onze vroegere stadgenoot j. Huitema, thans te Borne. De Engelsche mijnen. in „De Opbouw” lazen we een interessant artikel over de geschiedenis der Engelsche mijnindustrie, die met het oog op de tegen woordige staking zich zeer zeker in ieders belangstelling mag verheugen. Wij nemen er hier een en ander uit over. Dat de Engelsche mijnbouw in de laatste jaren zoo slecht rendeerde, was niet een gevolg van gebrek aan steenkool in den grond. Integendeel Engeland heeft nog wel voor 700 jaar kolen in zijn bodem zitten. Maar de Engelsche mijnindustrie was erg achterlijk en versnipperd. De 2600 ontgin- ningszetels waren verdeeld over 1400 on dernemingen, die allen hun eigen verkoops organisatie, hun eigen kolenwagons enz. hadden. In de oorlogsjaren, toen de vloot veel kolen noodig had, ging de regeering zich voor de mijnen interesseeren. Zij kwamen onder strenge regeeringscontröle en zoo doende werd er een zekere eenheid bereikt, die ook de arbeiders ten goede kwam. De arbeidsvoorwaarden waren vroeger in de verschillende districten zeer verschillend, maar nu kwam er een ingrijpende sociale wetgeving die zelfs zoo ver ging, dat zij minimumloonen vaststelde. De arbeiders wilden nog verder gaan en eischten natio nalisatie van de mijnen. De regeering wei gerde, maar kwam de werklieden toch tege moet, o. a. door invoering van den zeven- urigen werkdag. Dit kon destijds, het was in de eerste na-oorlogsche jaren en overal heerschte een koortsachtige bedrijvigheid. De Engelsche regeering, die zoo langzamer hand sterk bij het mijnbedrijf geïnteresseerd was geraakt, zorgde wel, dat de schatkist .ook zijn voordeelen trok van dezen bloeitijd. Maar na de vette jaren volgden de ma gere. De regeering zag de bui aankomen. Nog midden in den goeden tijd gaf zij de controle op het mijnbedrijf plotseling prijs en herkregen de mijneigenaars hun vrijheid van handelen, waarvan zij natuurlijk ge bruik maakten om de loonen en de arbeids voorwaarden, die in de slechte tijden, welke op komst waren, om de waarheid te zeggen te zwaar op het bedrijf drukten, weer ge deeltelijk ongedaan maakten. De arbeiders verzetten zich met hand en tand en sinds dien heeft het voortdurend gespannen Over dezen strijd van 1921 tot heden hopen we GEMEENTEBEGROOT1NG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend, dat ter secretarie dier gemeente van heden af gedurende 14 dagen voor een ieder ter lezing is neerge legd en ir afschrift tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar gesteld de aan den Raad aangeboden: 1. Begroeting van inkomsten en uitga ven der gemeente voor 1927; 2. begroeting van baten en lasten en van kapitaalsinkomsten en -uitgaven van l.~i electriciteitsbedrijf voor 1927; idem van het gasbedrijf; idem van het waterleidingbedrijf; idem van het woningbedrijf; idem van het reinigingsbedrijf. Sneek, 28 September 1926. den schappelijk moeten behandelen. M.a.w. men zal de invoer van waren uit andere lan den ook geen belemmeringen in den weg moeten leggen. De Fransche handelspolitiek zal er op uit moeten zijn zooveel mogelijk handelsverdragen af te sluiten, waarbij par tijen overeenkomen elkaar zoo weinig mo- gld. bij wriie» VBB MB «Lager gelijk in den weg te zullen leggen. Zullen de groote politieke partijen hiertoe genegen zijn In de Fransche politiek werd tot nog toe veel rekening gehouden met de belangen der boeren, die een groot percentage van het kiezersvolk vormen. Wel klaagt men erg over de ontvolking van het platteland, wel zijn tengevolge van den trek naar de steden na den oorlog meer dan 9000 H.A. land braak komen te liggen, maar toch vormt de landbouwende bevolking nog steeds een belangrijk element, een element ook, dat altijd een politiek van bescherming heeft voorgestaan en van alles, wat naar vrijhandel riekt, niets moet hebben. Een regeering die dus om de uitvoer van Fran sche waren te verzekeren, buitenlandsche importeurs zou willen tegemoet komen, kan nog wel eens voor heete vuren komen te staan. armoede van ’n Franciscus van Assisie naast de officieel. Ziedaar de geest der in zich zelf rus- bond tusschen de liberaal-protestantsche bewe- rijke pracht van een Eucharistisch congres dit laatste,brak met het bindend gezag van de Roomsche autoriteiten Paus en Concilie, de hervorming was een principieel verzet tegen het geloof dat deze autoriteiten de waarheid konden vaststellen; tot op dit oogenblik tracht de R.-K. kerk echter alle godsdienstige en geestelijke waarheid aan dat gezag te onderwerpen. Ook brak de hervorming met het priesterbegrip der R.-K. kerk, waarbij de priester een plaats krijgt in de goddelijke ordening, middelaar wordt tus schen God en mensch, welk middelaarschap de R.-K. kerk ook nu nog handhaaft. Principieel ook brak de hervorming met de hiërarchische ordening der R.-K. kerk, welke ordening een groote macht vormt en ook nu gehandhaafd wordt. Voorts verzet het protestantisme zich tegen de Roomsche opvattingen van vagevuur en misoffer, de sacramentsleer, aanbidding der heiligen enz. enz., het wordt als bijgeloof door de hervorming verworpen, door de katholieken welbewust gehandhaafd. Wat de strijd tegen de wereldlijke cultuur be treft door de R.-K. kerk gevoerd, deze uit zich bv. in de oprichting der Keizer Karei universiteit te Nijmegen, waar Roomsche wetenschap wordt gedoceerd, alsof de wetenschap een kerkelijk jasje kan aanhebben. Wanneer er, zegt een pro fessor aan die universiteit, een botsing plaats heeft tusschen mijn geweten en ’t geloof mijner Kerk, zou het gewetenloos zijn de stem van mijn geweten te volgen; ziet daar duidelijk uitgedrukt dat de R.-K. kerk de wetenschap weer tracht onder haar ban te krijgen, waarvan deze zich sedert de renaissance tracht te bevrijden. Daar naast voerde deze kerk steeds strijd tegen het zelfstandig worden der staten; tusschen den gang van Hendrik IV naar Canossa en het „de staat ben ik” van Lodewijk XIV, ligt de ont worsteling van het staatkundig teven aan de R.-K. kerk. Hierin ligt een oorzaak voor de anti kapitalistische tendenz van het Roomsch Katho licisme. De eerste roerselen van het kapitalisme cisme op alle andere geestelijke richtingen, waarvan de uitbloei in de 19e eeuw i TERHORNE. De voordracht voor onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de openbare lagere school te Ureterp bestaat uit: 1. S. Seldenrust, assistent te Terhorne en 2. H. Haan, volontair te Tjuchen bij Appingedam. HEERENVEEN, 27 Sept. Aan de garage van het hotel Groen alhier vroeg een reiziger voor een boodschapje te Knijpe op klaarlichten dag even een fiets ter teen. De knecht gaf hem het karretje van de patroon mee. ’t Is nu bijna een week geleden; reiziger en fiets zijn nooit terug gezien! De politie heeft nu de zaak in handen. Raadsvergadering Ijlst. Vergadering van den Raad der gemeente Ijlst op Maandag 27 Sept. 1926. Voorzitter de heer H. P. Fledderus, burge meester. Afwezig de heer Woudstra. Punt I. Notulen. De notulen worden gelezen en onveranderd vastgesteld. Punt 11. Mededeelmgen. Medegedeeld wordt: a. dat goedgekeurd is de wijziging der gemeentebegrooting dienst 1926; b. dat de boeken van den gemeente-ontvanger zijn nagezien en in orde bevonden; c. dat de Gereformeerde Schoolvereeniging in hooger be roep succes heeft gehad en nog vergoeding voor het schoolplein en assurantiegelden kan ontvan gen. Idem dat het hooger beroep der Hervormde schoolvereeniging is afgewezen. De V o o r z. zegt dat door een en ander het noodzakelijk is geworden de begrooting 1926 te wijzigen om nog over 1926 een post te krij gen voor rente en aflossing schoolgebouw. Punten lil en IV. Aanbieding: a. Armvoog- dijbegrooting dienst 1927; b. Gemeentebe grooting dienst 1927. Eerstgen. wordt aangeb. in Ontv. en Uitg. met f 4063.015 en een gemeentelijke subsidie van f 2760. b. met f 53947.37 en kapitaaldienst f 50.000. Naar aanleiding van sub. a merkt de Heer Visser op dat het bijna zonder uitzondering ge woonte is dat de armvoogdijbegr. èn bij aanb. èn bij behandeling zonder discussie de revue passeert en armvoogden steeds het gevraagde subsidie krijgen toegewezen. Hij wil thans hiervan een uitzondering maken en deze begr. thans in bespreking brengen daar hetgeen hij hieromtrent wenscht op te merken bij de be handeling misschien te laat zou zijn. Allereerst kan opgemerkt, dat het getal verpleegden zich in dalende lijn beweegt. Dank zij de wet op de Ouderdomsrente blijven verschillende oudjes die te samen bij 65-jarigen leeftijd f 5.per week genieten dikwijls bij eenigen verderen steun van nabestaanden, voor het armenhuis bewaard en gelukkig! zóó dat toename van verpleegden niet waarschijnlijk is, doch inte- bv.) 1 tende eindigheid, zich openbarend in de R.-K. ging en de liberaal-politieke, waardoor de in- en deze in dienst weten te stelten van vergroo- kerk, die daarom niets belooft voor de oplossing vloed van de burgerlijke geest zoo buitenge- ting van eigen machtspositie. Tegenover de j van geest van de 19e eeuw: de versplintering, stelt de R.-K. kerk het universeele, het alomspannen- de; het katholieke: haar eeredienst is in alle tijden en alle landen gelijk, zietdaar waarom zij tegenover deze geest zoo’n geweldige kracht kon ontwikkelen en thans met zooveel krachts bewustzijn optreedt, en waarom door haar kun stenaars de geest schijnt te gaan welke ook onze beste socialistische dichters beroert, die van: de wereld ligt voor ons open. Een voor sprong heeft bovendien het Roomsch-Katholi- werd j ook op de socialistische, nl. die van het religieus gendeel het te voorzien is dat het aantal zal blijven daten. Bij het inzien van de begrooting zien wij echter bij dalende batig-saldo-cijfers een ontstellende climax in de subsidiecijfers die voor 1925 f 1815, voor 1926 f 2090 en voor 1927 f 2760 bedragen, voor het volgende jaar dus 50% meer dan voor 1925. f 2760 subsidie zegt spreker, voor hoofdza kelijk drie menschen 1 Hij veronderstelt dat allen het er wel over eens zullen zijn, dat dit cijfer veel te hoog is en dat naar verlaging moet worden gestreefd. In dat verband noodigt hij B. en W. uit in overleg te treden met HH. Armvoogden en middelen te beramen die tot opheffing van het huis kunnen leiden. Hoewel het niet in zijn be doeling ligt thans in finesses te treden meent hij toch een lijn te kunnen aangeven in welke richting de besprekingen gevoerd zouden kun nen worden. Er bestaat plaatselijk een dergelijke richting van de Diaconie der Ned. Herv. Ge meente. Getracht zou kunnen worden de drie verpleegden in het Stadsarmenhuis daar opge nomen te krijgen als betalende logé’s. Hij ver onderstelt dat die inrichting om dezelfde reden ook wel niet zal bloeien en zou zoodoende de eene hand de andere kunnen wasschen. Er is daar een pleegzuster-moeder en de inrichting is zoodanig dat een goede verpleging daar wel als gewaarborgd is te achten. Op deze wijze ge handeld zal z.i. het gevraagde cijfer belangrijk lager kunnen gesteld worden. De heer Brens gaat geheel accoord met het geen de heer Visser gesproken heeft en zegt dat er onder de raadsleden onderling reeds over gesproken is. De heer Fijlstra zou willen weten of er ook redenen voor zijn dat het be drag zooveel hooger is dan 1925. De heer Vis ser antwoordt dat dit hooge cijfer zit in het be drag van het batig saldo dat met 800 gld. ge slonken is, doet.men dit bedrag er bij dan is men op het juiste cijfer. De Wethouders zijn ook van meening dat de zaak eens nagegaan moet worden. De Voor zitter is er niet tegen en zegt de zaak te zullen onderzoeken. Punt V. Benoeming tijdelijk onderwijze res. Wegens ziekte der onderwijzeres, voorgesteld tijdelijk een te benoemen. Op ad vies van het hoofd der school is zoolang mej. Rudolphi in functie getreden. Doch daar de toe stand van mej. Wierda thans zoover hersteld is dat deze met ingang van 1 October weer in functie kan treden, kan dit punt van de agenda verdwijnen. Aldus besloten. Punt VI. Vaststelling van het bedrag der uitkeering aan de bijzondere scholen. De Voorzitter zegt dat op dit terrein er te genwoordig dagelijks verrassingen zijn. Zater dag las hij nog dat Ged. Staten van Friesland zich op het standpunt plaatsen dat deze bedra gen niet eerder definitief vastgesteld kunnen worden dan nadat de rekening officieel is vast gesteld. Dus k'an ook dit punt heden niet worden be handeld. Punt VII. Noodzakelijke wijziging der be grooting dienst 1926. Besloten om het tekort te vinden uit de on voorziene uitgaven. gld. iagwal vbb •«•>- ICft gld. bi| wUm vbb 7E gld. Mj vullu £A U)d«B biBBBB S0 d. IvU Mb hand. vaat ai aag IV vbb aaa dalai, vv ook wij de noodige maatregelen nemen om de waren te weren uit die landen, welke ons verhinderen de onze bij hen in te voeren. Dit zou ons land tegenover de steeds scherper wordende beschermingsmaatregelen in an dere landen, een wapen in de hand geven. Door te dreigen hun waren te weigeren zouden wij hen kunnen dwingen de onze toe te laten. Men moet niet denken, dat andere landen zich niet zouden storen aan hooge invoer rechten van onze zijde. Men zegt wel eens, dat Nederland een land is, dat veel uit voert, maar weinig invoert en dat er het buitenland zich dus niet veel aan gelegen zou zijn ons als afzetgebied te verliezen. De in- en uitvoercijfers wijzen dit wel an ders uit. In 1924 was de binnenl. afzet. van wolproducten hier te lande 45.883.582 K.G., de uitvoer 12.883.942 K.G. en de in voer 51.943.000 K.G. Voor tricotage bedroe gen deze cijfers resp. 9.952.576, 2.883.118 en 23.236.000, voor papier 15.857.181, 14.446.000 en 18.429.000. Wij zien dus, dat hier heel wat waren worden ingevoerd en dat, als wij het buitenland dreigden aan deze invoer een eind te maken, indien men door ging met onze waren te weren, men wel degelijk rekening met zoo’n dreigement zou houden. Dit is de meening van mr. Steenberghe. Maar ook van den kant der vrijhandelaren zal men wel niet stil zitten en waarschijnlijk zal in de naaste toekomst wel een hunner ópstaan om hem van repliek te dienen. Ook diens zienswijze hopen wij dan onze lezers mee te deelen. De Handelspolitiek van Frankrijk. Ook in Frankrijk staat men voor de vraag: Zullen wij ter bevordering van onze indus trie zooveel mogelijk onze grenzen voor vreemde waren sluiten, zoodat de verbrui kers op de binnenlandsche producenten zijn aangewezen, of is het wenschelijk een poli tiek te volgen waarbij aan den invoer uit het buitenland zoo weinig mogelijk in den weg wordt gelegd. Evenmin als een land ter wereld kan Frankrijk zich zelf van al het noodige voorzien. Alles wat het noodig heeft aan petroleum, een vierde van wat het noo dig heeft aan steenkool, zijn geheele wol- en katoenverbruik, alle koffie, thee en cacao moet uit het buitenland worden aan gevoerd. Omgekeerd zal in de laatste jaren de Fransche uitvoer zijn toegenomen, niet tegenstaande de drooglegging van de Ver- eenigde Staten, waardoor het land een van zijn grootste afnemers van wijn kwam te verliezen. Hier staat tegenover, dat het ge bied der Fransche republiek werd vergroot met een industrieland als Elzas Lotharingen en dat dank zij, de waardedaling van de franc groote afzetgebieden werden verkre gen. De waardedaling van het geld toch gaat in het buitenland veel sneller dan in het binnenland. Terwijl de prijs van een bepaald artikel te Parijs nog 50 francs is, zal men er te Amsterdam reeds voor een waarde van laat ons zeggen 150 francs in guldens voor moeten neertellen. Een gevolg i hiervan is, dat de Fransche industrieelen, wat de prijzen in het buitenland betreft, goedkoop kunnen produceeren en dat zij, wat de prijzen in het buitenland aangaat, goedkoop kunnen verkoopen, Als de franc evenwel wordt gestabili seerd, zal Frankrijk zijn afzetgebied natuur lijk graag zooveel mogelijk willen behou den. Hiervoor is het noodig, dat het buiten land den invoer van Fransche waren niet belemmert door hooge invoerrechten. En om dit gedaan te krijgen zal men andere lan-‘ Valgana Morwaaidaa aweangakaman «ast do Naliaadsskio Algaaiaaaa Varaa- 1000 ®ld’ **4 Imobb- taerlaga-Baak ta Nabladaai «i|n obbo Atwaad’o varsakard tegen ongelakkoa most bVvV lange invaliditeit, «vv terieel omhoog, en een geestelijke weerslag moest in de hoofden komen. Maar vijf eeuwen later is het samengaan van kapitalisme en pro testantisme een zeer groot gevaar. Het protestantisme met z’n priesterschap van alle geloovigen, dat elk middelaar tusschen God en mensch verwierp, is in wezen demo cratisch. Maar het orthodox protestantisme stelde voor priester en kerk een nieuw dwingend gezag, dat van teer en bijbelHet Woord. Het Luthersche protestantisme zoekt daarbij uit zelfbehoud contact met de wereld lijke overheid zoodat in plaats van het Room sche beginsel: de staat onderworpen aan de kerk, de kerk nu afhankelijk van de staat werd, het rampzalig verbond tusschen troon en altaar ontstond, het conservatief-monarchale-militaire stelsel, door zijn aanhangers als het eeuwige beschouwd, kreeg macht over de kerk en daar naast zocht deze steun op het platteland, wat op haar een agrarisch stempel drukte. In onze _jChr.-Historische partij is wat men uit deze rich- levenshouding van het Roomsch-Katholicisme. slissingen zien ondergaan. Groote, knappe kop- ting met de kerk voor heeft, wel het best uit zijn groote kracht is het universeele, het verbin- pen hebben voor het kerkelijk gezag hun hoofd gedrukt. den van alle tegenstellingen (dé zelf gewilde gebogen: „zich loffelijk onderworpen” heet het In de 19e eeuw hebben we dan nog het ver- .JfC—A J. „IC. Si oe oincieei. zneuaai uc gecsi uci in zilu z.vii iuo- uvnu bv.) tende eindigheid, zich openbarend in de R.-K. ging het groote vraagstuk der twintigste eeuw. Nu het protestantisme, waarvan het ontstaan nauw verbonden was met dat van het kapita lisme. De maatschappelijke zijde van de hervor ming is vooral scherp gezien door Calvijn, die de toekomst van het protestantisme samenhan gende zag met die van de nieuw opgekomen productieverhoudingen. Een verband, in zekeren zin heugelijk omdat in de 15e en 16e eeuw de geboorte van het kapitalisme een geweldige bevrijding beteekende na de middeleeuwen, de groote geografische ontdekkingen brachten rijkdom en vooruitgang, stieten de wereld ma-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1