A KWXHA'A DatsKWATTA Lezingen ds. Banning. REEPEN 75 ÏÏL’SÏÏÏÏ 50 I BUITENLAND [24 NIEUWSTIJDINGEN. rk /j Mg. Olfiiiiil Organ dir liuiiti Snik. 43aJAARGABG WOERSDAG6 OCTOBER IRSfi Eerste Blad n Ct. r n e t r i f Slechts één merk kan't beste zyn VimnliflBt OIMDAGi VRUDAG8AVO1D8 UStgsTCM Brandenburga Co., ■naz Tclefoea N«o 150. I I I n voor 5, eeuwigheidsbesef H tKg~M-ru vwvw -xj 11 »i'~i '«r J lir.~w in HI. 2o. Het gebied van het politieke en sociale leven. De burgerlijke maatschappij had de oude ban den gebroken, een zelfstandig economisch en politiek leven groeide op, ’t zuiverst zich uitend in de liberale leer met haar vrije concurrentie, vrije ontwikkeling van het economisch leven, regeling van de productie enz. door vraag en aanbod. Groote belangentegenstellingen ont stonden tusschen bezitters en bezitloozen, en het liberalisme zag in den strijd van allen tegen allen, de groote motor voor de vooruitgang. Zoo er eenige solidariteit was dan bleef die beperkt tot de individuen onderling van bepaalde groe pen aan weerszijden van de groote scheidingslijn, tusschen bepaalde groepen bezitters, bepaalde groepen arbeiders dus, de klassenstrijd werd de groote vloek dezer maatschappij, welke vol belangentegenstellingen was. Van godsdienstig verband was geen sprake meer, de eenheid der menschheid werd verbroken door klassetegen- stellingen; alleen een verband van belangen werd bewust gezocht, geen verband echter van de menschen met de eeuwigheid. Bezittende zoowel als niet bezittende klasse worden zoo godsdienstloos, de eerste misschien het minst omdat zij de kerk nog trachtte te gebruiken voor haar belangen, maar van levend Godsbe sef, de menschheid gedragen door het Eeuwige, was geen sprake meer. Dat was het noodwendig en noodlottig gevolg der in de maatschappij groeiende belangentegen stellingen, die het verband met het eeuwige braken. Den proletariërs, onderworpen aan de geestdoodende mechaniseering van den arbeid, wordt de kans op ’n persoonlijk geestelijk leven ontnomen, uit hen ontstaat de massa, die dan ook mist de groote gemeenschappelijke ziel. Bioscoopnieuws. De Amicitia-Bioscoop heeft nu als hoofd nummer: „De Rozen van de Madonna”. Julia Hofer is tegen den wil harer ouders getrouwd met een officier, die in den oor log. sneuvelt. Julia vertrouwt haar kindje toe aan de zusters van het klooster van het H. Hart en zelf gaat zij naar Parijs en als Joline verovert zij daar vele harten o. a. die van Graaf Adrian de Roche en Paul Gran ville, een berooide Am.erikaansche schilder voor wie Joline poseert. Het schilderij van haar heeft succes en samen leeft dit twee tal nu gelukkig tot de Roche Granville over- openbaren de beslissende dingen in dezen zich niet meer in een kerk, worden ze niet meer uit gedacht in de theologie. Spr. zal op een vijftal gebieden de wending in de gedachten even aan duiden. 3o. Het z e d e 1 ij k leven. Het groote protest tegen het zedelijk leven van 'n protest tegen de levenshouding van die eeuw, nu een rol te spelen, het was alleen onfatsoen lijk bij elkaar weg te gaan, al verzette de per soonlijke fierheid zich tegen de prostitueering der vrouw in het huwelijk, wanneer de liefde er uit verdwenen was. Tegen de leugen der con ventie werd als protest gesteld het vrije huwe lijk, dat echter individualistisch is, en waarop men geen samenleving bouwt, de massa voelde dat intuïtief en wilde er niet aan, wilde niet los van de gemeenschapsbanden. Daarbij kwam dat IIÏUÏ! SÏEEKER CDURAET nnax SHEERER COURANT an WYMBRITSERADEEL le. Op het gebied der natuurwetenschap. Met name op het gebied der biologie begint men meer en meer tot de opvatting van het irratio- neele van het leven te komen, dus tot het besef dat de verklaring van het leven zelve een onop losbaar raadsel voor ons blijft, ontoegankelijk voor ons verstand. De strijd tusschen mechanis- dit alles protesteert de jeugdziel in de jeugd beweging, die vol romantiek is omdat de jeugd daarvan vervuld is, die haar leven heeft los ge maakt van dat der ouderen, die op alle gebied anders is en wil als dezen. Die jeugdbeweging heeft haar gevaren, zij mist nog te zeer ’t profe tisch beginsel als de positieve kracht voor het geheele verdere leven; er ontbreekt iets aan wat de jeugd mee kan dragen tot in haar grijzen ouderdom. Maar ook hier zien wij een welbe wust zoeken van verband met de religieuse be weging en dat is verklaarbaar, want in de jeugd leeft immers altijd het gevoel voor het wonder, en als zij in eerbied voor dat wonder, ook komt tot het besef van het zedelijk moeten, de eisch die uit het ideaal volgt, aanvaardt dus ook de eisch van zelf-loutering, dan, gelooft spr., heb ben we in deze jeugdbeweging ook te begroeten de ombuiging van de burgerlijke geest naar het eeuwige, dus naar de religieuse geest toe. 4o. Het h u w e 1 ij k. Het huwelijk is in de burgerlijke eeuw buiten gewoon verworden. De katholieke kerk stelde het in als een sacrament, gesloten dus voor de eeuwigheid. Het protestantisme zag het in het licht van de persoonlijke verantwoordelijkheid, beide personen waren verantwoordelijk voor het slagen van het huwelijk als hunne roeping van Godswege. De burgerlijke maatschappij ontkende het goddelijk karakter vrijwel: de band werd zooveel losser, het fatsoen begon beteekent van de denkrichting, aanvankelijk in gesteld op het verklaarbare, dus eindige, naar het ondoorgrondelijke, het mysterieuse, dus eeuwige. van de wortelt. Eenheidsbesef beide ontbreken ons. En nu staan we in de 20ste eeuw aan een keerpunt, we willen deze twee waarden terug winnen. Terug naar de Roomsch-Katholieke kerk kunnen we niet meer, omdat zes eeuwen beschavingsgeschiedenis zich niet laten weg vagen. Maar de levende waarden uit oude tijden, naar het bezit waarvan we hunkeren, we moe ten trachten ze voor onzen tijd opnieuw te ver werkelijken. Dat nu is het groote probleem, en het hoopgevende is dat men op alle terrein in deze richting zoekt; op alle terrein, want door de verwereldlijking van het cultuurleven Daartegen rijst dan het socialisme als gewel dig protest. Tweezijdig is het: wetenschappe lijk, maar ook profetisch en daardoor verwant aan het religieuse gevoel. Het beseft dat het ware leven niet begrensd kan worden door het bestaande en het communistisch manifest roept dan op tot die religieuse waarheid, dat het leven niet het hoogste is, doch wel het leven in dienst gesteld van het ideaal. Ook dat socialisme is door de burgerlijke geest ontzaglijk geknauwd, het is zoo geweldig verstandig en fatsoenlijk geworden en heeft zich te zeer teruggetrokken binnen de grenzen van het eindige. In het religieuse socialisme is echter de poging het leven te zien als gegrondvest op de eeuwigheid, het wil dat sociale leven, dat zich ontworsteld heeft aan de kerk, en in de wereld versplinterd is, weer ombuigen naar het inzicht dat dit leven heeft dieper fundamenten dan soci ale tegenstellingen, dat het rust op de eeuwig heid. Het wil godsdienst niet alleen zien als de band tusschen God en individu waarop het liberalisme zoo de nadruk legde maar ook als de band tusschen God en alle levensterrein. Het sociale leven weer in verband met de eeuwig heid te brengen, dit sociale leven dus ombuigen naar de eeuwigheid, ook dat is de taak van onze twintigste eeuw. Valgana wonruidin iiuHusümin d« NallMdaoke Varaa- ^aP|HflS.Bank Sa Sahlwlaai lij» Abanni’a vanakerd tagan engelnkken waai «VVV die vloeit uit een grootere omzet verge noegd. Wat zeer zeker een verstandige poli tiek is. Hoe grooter de omzet thans is, hoe meer er in de toekomst, als de kolenaanvoer weer normaal wordt, van zal blijven hangen. De Middenstand. Het plan van de „Leidsche Post” om de middenstand kunstmatig te beperken, door te bepalen, dat een nieuwe zaak slechts ge opend mag worden met toestemming van de gewestelijke Kamer van Koophandel, laat de gemoederen nog niet met rust. Thans komt Jhr. Mollerus er nog eens tegen op in een artikel in „Handelsberichten”. Hoewel de schrijver het over tal van dingen heeft, staat er weinig nieuws in zijn betoog, dat wij slechts kunnen beschouwen als het intrap pen van een open deur. Men denke hoe men wil over de wenschelijkheid van absolute be- drijfsvrijheid, maar een zöo radicale be perking als „De Leidsche; Post” voorstelt, zal de overgroote meerderheid van het Ne- derlandsche volk niet willen. Al is het dan niet nieuw, niettemin is van groot belang wat de schrijver meedeelt over een ander plan, of liever over een vraag, die men zich in officieele middenstandskringen reeds in 1920 stelde. Moet de overheid aan hen, die zich als zelfstandig zakenman wil len vestigen, bepaalde eischen van be kwaamheid stellen. Een commissie, die deze zaak in onderzoek nam, stond afwijzend tegen direct overheidsingrijpen, maar meen de, dat de middenstand zélf de handen aan de ploeg moest slaan ,o. mj door goede vak opleiding. Ook zouden de ouders goed op de beroepskeuze hunner kinderen moeten toezien. Uit het verslag van den Midden- standsraad over 1921 bleek, dat er verschil lende stroomingen omtrent dit onderwerp in den middenstand zelf waren. Van R.-K. zijde wilde men wachten op de invoering der publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Dan zullen er publiekrechtelijke lichamen tot stand komen, waarin zoowel patroons als arbeiders in een bepaald bedrijf zullen zijn vertegenwoordigd. Deze organisaties zullen dan het recht hebben verordeningen vast te stellen, die voor het geheele bedrijf bindend zijn. Zoodoende zou men kunnen komen tot het stellen van eischen, waaraan iemand, die een eigen zaak wilde beginnen, zou moeten voldoen. Van andere zijde werd opgemerkt, dat de maatschappij zelf wel zorgt, dat menschen, die de noodige bekwaamheid missen om een zaak te leiden, van het tooneel verdwijnen. Deze kunnen de concurrentie niet volhou den. Zooals men ziet, eensgezindheid bestaat er niet in dezen, maar allen zijn het er over eens, dat de tijd voor hardhandig in grijpen van overheidszijde, zooals de „Leid sche Post” dit voorstond, nog niet geko men is. De Engelsche mijnen, il. Het jaar 1923 is voor de Engelsche mijn werkers een jaar van ongelukken geworden. Daar de regeering in het begin van dit jaar haar handen van de mijnindustrie had af getrokken, zouden de van 1917 tot 1921 toe gekende nationaal geldende loonbijslagen komen te vervallen. Strijd ontbrandde èn over het loon èn over het districtenstelsel. Wel werden de onderhandelingen tot 31 Maart den dag waarop de nieuwe rege ling in werking zou treden gerekt, maar zonder resultaat. Op 1 April brak de strijd uit, de arbeiders wilden de loonsverlaging, die hier en daar 40 procent bedroeg, niet aanvaarden. Het had er alles van dat het conflict groote gevolgen met zich zou slee- pen. Tusschen de bonden van mijnwerkers, spoorwegmenschen en transportarbeiders, was een verbond tot stand gekomen. Men beloofde elkaar wederkeerig te zullen steu nen. Dit verbond, de triple alliance ge naamd, zou nu in werking treden. Dus niet alleen in de mijnen, maar ook op de spoor wegen en in de havens dreigde men ’t werk neer te leggen. Het grootste arbeidsconflict, dat ooit had plaats gehad, werd nog op het laatste oogenblik voorkomen, doordat de mijnwerkers geen gevolg gaven aan een uit- noodiging van minister Lloyd George om op nieuw te onderhandelen. Dit zette bij de anderen kwaad bloed en op Vrijdag 15 April 1921in de geschiedenis der Engelsche arbeidsbeweging nog steeds bekend als Black Friday, Zwarte Vrijdag viel het drievoudig verbond uit elkaar. De mijnar beiders moesten nu den strijd alleen voort zetten en verloren. De nationale loonrege ling werd afgeschaft, het loon zou in het vervolg afhangen van de uitkomsten van het bedrijf in elk der dertien districten, wat een loonsverlaging over de geheele linie beteekende. De bittere pil werd voor de ar beiders nog eenigszins verguld door een regeeringssubsidie aan de mijnindustrie van 10.000.000 pond sterling. Een dergelijk subsidie werd eveneens ver leend toen in Augustus 1925 opnieuw strijd dreigde te ontbranden. De toestand van 1925 had veel overeenkomst met dien van 1921. Ook nu was de oorzaak van den strijd loonsverlaging, welke de eigenaars met het oog op de slechte uitkomsten van het bedrijf wilden invoeren. Deze uitkomsten waren nog slechter dan in 1921. De wereld toch was sedert dien tijd aanmerkelijk verarmd en stookolie verving de steenkool, electrici- teit de stoom meer en meer. Maar ook de verouderde productiemethoden, de groote versnippering in de mijnen was van ongun- stigen invloed. Tegen 1 Augustus werd de loonregeling opgezegd, de werkgevers wil den lagere loonen en nog liever werktijdver- lenging, de arbeiders moesten noch van het een noch van het ander iets hebben. De re geering wist een uitbarsting van het con flict tijdelijk te voorkomen door een nieuw subsidie, thans van 7.000.000 p. st. en het benoemen van een staatscommissie, die een IK flld. bij aarif «8 van aan vlnger Abonnement t per jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentiën9 £ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Gisteravond hield ds. Banning zijn derde lezing in de Harmonie. Zijn onderwerp was dit maal: Nieuwe vragen en nieuwe krachten. In een proces van enkele eeuwen is de Mid- deleeuwsche gezagscultuur vervangen door de autonome wereldlijke cultuur. Vinden we de eerste symbolisch weergegeven in het beeld eener middeleeuwsche stad, waar de kerk in het midden stond, waarheen dan alle straten leidden, beeld van de allesbeheerschende kerk, ten, die alle levensverschijnselen terug brachten tot' welke alle leven vloeide om daar naar de eeuwigheid gericht te worden, naar omhoog, waarheen de schoone torens streefden van de laatste vinden we het symbool in de moderne groote stad. Daar is geen middelpunt meer, ze is uiteengevallen, wordt niet meer saamgehou- rèorganisatieplan moest uitwerken. De staatscommissie, de commissie Samuel, bracht inderdaad een prachtig rapport uit, maar hierdoor kwamen de partijen niet na der tot elkaar. Integendeel. De eigenaars waren het met het rapport slechts eens, voorzoover ’t langer werktijd en lager loon wilde invoeren, de arbeiders legden den nadruk op de aangekondigde plannen tot reorganisatie van het bedrijf, waarvan de werkgevers weer niets moesten hebben. Vrij dag 3 April door de arbeiders wel wat voor barig Red Friday (Roode Vrijdag) ge noemd, viel het stakingsbesluit. De mijn werkers werden nu gesteund door een alge- meene staking, die evenwel 12 Mei reeds eindigde. De strijd in de mijnen werd even wel tot den huidigen dag voortgezet, tot groote schade van de heele -Engelsche in dustrie. De schrijver van het artikel laakt het ten zeerste, dat de regeering meerdere malen het gunstige oogenblik om in te grijpen heeft laten voorbijgaan. Steenkolen en Stookolie. In de dagen van de kolenstaking komt weer eens aan het licht, welk een groote rol de uit petroleum gewonnen stookolie tegenwoordig als brandstof voor industrie doeleinden speelt. Ook in het snelverkeer, waar men vroeger uitsluitend op steenkolen was aangewezen, neemt het gebruik van pe- troleum-producten meer en meer toe. Enge- land’s grootste spoorwegmaatschappij heeft reeds locomotieven loopen, die uitsluitend met olie gestookt worden, hoewel men hier nog voordeeliger steenkolen kan gebruiken. En tal van fabrieken hebben reserve olie- stookinrichtingen, terwijl een van de groot ste hotels in Londen nog slechts olie ge bruikt om te stoken. Behalve stookolie neemt natuurlijk ook benzine een hoe langer hoe grooter plaats in. Volgens De Telegraaf, waaraan wij bo venstaande gegevens eveneens ontleenen, had het Engelsche ministerie van handel bij den aanvang van de algemeene staking reeds een plan uitgewerkt om ter voorzie ning in de behoefte aan benzine het geheele land in Petrol Areas te verdeelen. Zoolang men maar genoeg petroleum-producten tot zijn beschikking had om .het transport van personen en goederen gaande te houden, meende men, dat men wel in staat zou zijn de algemeene staking het hoofd te bieden. De algemeene staking zal moeten worden uitgevochten met petroleum-producten, zoo zeide men. Aan het plan van de regeering is het niet eens toegekomen. De drie groote maatschappijen, de Anglo American (onder deel van de Standard Oil), de Shell en de Anglo Persian wisten hun bedrijf gaande te houden .Slechts behoefde de regeering enkele benzine-depöts in Hyde Park en op enkele andere plaatsen in de openlucht op te slaan. Ook werd, om ’t benzinehamsteren te voorkomen, de regeling getroffen, dat ieder, die een bus benzine kocht, een oude bus moest inleveren. Tijdens de kolenstaking is het gebruik van stookolie en benzine nog enorm toege nomen, wat de volgende cijfers wel uitwij zen. De invoer van ruwe olie in Engeland be droeg in Januari van dit jaar 39.29 millioen gallons, in April steeg ze tot 58.03 millioen, en in de volgende maanden werd er resp. 48.95, 60.33 en 48.12 millioen gallons inge voerd. De invoer van benzine nam toe met 100 procent, die van stookolie niet bijna 300 procent. De maatschappijen hebben de prijzen niet verhoogd, maar zich met de meerdere winst, gld. bij vatUea m aan wfjs»tug»s. appelen te halen, werd zij gevolgd door verdach te, die met een riek gewapend was. Nadat zij het schuurtje verlaten had, werd zij op het ge vaar opmerkzaam gemaakt door haar dochter, die haar toeriep: „Moeder, pas op!” De vrouw zag toen verdachte met den riek dreigen en nam de vlucht in de richting van haar dochter, die op den dijk stond. Verdachte was de vrouw achterna gegaan, tot hij bij moeder en dochter gekomen was. De dochter had toen haar moeder op zijde geduwd en geroepen: „Neem mij dan maar, laat moeder maar gaan.” Verdachte had toen de dochter aangegrepen en haar op den grond geworpen, roepende: „Dan moet jij maar kapotd’ De dochter was op den riek gevallen en daardoor is het verdachte niet mogen gelukken haar met dit wapen letsel toe te brengen. Toen de vader op het hulpgeschrei der beide vrouwen kwam toesnellen, mocht het met ver eende krachten gelukken verdachte in bedwang te houden ,tot politiehulp kwam opdagen. Tijdens het vooronderzoek had verdachte een volledige bekentenis afgelegd en ook verklaard, dat hij het voornemen had de vrouw te dooden. Ter terechtzitting kwam hij van deze verklaring terug en deed het voorkomen, of hij door de vrouwen was aangevallen. Het O. M. eischte een gevangenisstraf van één jaar met aftrek van de preventieve hechtenis. De toegevoegde raadsman, mr. J. van Nes, meende, dat verdachte wel als in verminderde mate toerekenbaar moet beschouwd worden. Verdachte werd verschrikkelijk door de familie Winkenius geplaagd, waartegen zelfs zijn goed moedig karakter niet bestand was. Spr. gelooft,, dat verdachte met een gevangenisstraf van 4 a 5 maanden meer dan voldoende gestraft is. De herfsttijd. In ’t najaar uit. Door veld en bosch, door hei en dennen, langs velden en wegen. Uit. De heerlijk mooie, de goddelijke natuur in. Waar altijd weer wat nieuws, wat anders te zien valt, waarvan het aanzien verandert met elk jaargetij, elk waarvan iets aparts, iets eigen aardigs heeft. Men praat er van te wandelen in den zomer. Ik voel meer voor den voor- en den natijd. Ik voel vooral veel voor wandelen in den herfst. Nu, in de maand September en in October, als het groen nog niet heelemaal verdwenen is en er toch ai mooie herfsttinten beginnen te komen. Dan ligt over de velden niet meer die gloeien de hittedans van de lucht, dan is het er helder en doorzichtig en dan lijkt de lucht er boven hooger en verder weg. Dan is het bosch ijler. De blaren vallen al- lengskens en laten heele plekken open reeds, waardoor het licht in bundels naar beneê valt en den met gelige bladeren bedekten bodem be roert. Dan lijken de dennebosschen dichte bla derrijke wouden, waaronder het donker is en blijft den heelen winter door, terwijl de berkjes, ontdaan van hun zomertooi, er armelijk hun beroofde takken tusschen opsteken. Maar al dat hout toont in het najaar een kleurenpracht, een kleurenweelde, die voor den waren liefhebber van de natuur een verrukking is en een oogen- streeling. Maar genoeg, ge weet het reeds. Ook in den herfst is de natuur schoon; neen, beter nog, juist in den herfst. Maar dan vraag ik u ook in gemoede, waarom ge niet méér uitgaat in dit jaargetijde. Het behoeft toch im mers niet te zijn in lange vacanties, een enkelen dag is er toch zeker ook wel te vinden om eens te gaan dolen door die streken, waar de herfst kleuren haar veelbewonderde spel spelen? (Kampioen.) Te veel onderwijzers. Voor de betrekking van onderwijzeres aan de openbare lagere school te Nieuwehorne (Er.) hebben zich ruim 80 sollicitanten aangemeld. gld. ingeval van avar- ICO gld. bij verlies van lijden binnen 80 d. Ivv Mn band, vast el eeg gld. bij levens- IftA lange invaliditeit. UU tot mechanische en chemische processen, en vi- talisten, die erkennen dat het leven zelf iets on verklaarbaars ig, al kan men enkele wetten om trent bepaalde verschijnselen opstellen, dat dus het leven als zoodanig meer is dan een som van door het verstand te verklaren mechanische en den door één groote gedachte; kerk, universi- chemische processen, neigt ten gunste der laat- teit, schouwburg, concertzaal zijn even zoovele ste opvattingen. Het leven blijft voor ons sferen voor geestelijk leven van hooger karak- ondanks de voortschrijdende ontdekkingen der ter, terwijl het volk naast nog wel eens de kerk natuurwetenschappen, een ontzaglijk raadsel; heeft de bioscoop, het voetbalveld, de krant, i we zien de schepselen als het ware omhoog ge- Ons cultuurleven is dus versplinterd, wij ver- stooten door de geweldige oerbron van alle loren het besef van de eenheid van alle cultuur- leven, waarvan de verklaring voor ons mysterie leven zoowel als het religieus besef, het besef j blijft. Hier nadert de wetenschap de grenzen der eeuwigheid, waarin alle cultuurleven i eeu'”' eid, zij kan niet verklaren wat de schep- Ecnhcidcbcccf en eeuwigheidsbesef pr j^acht van het Al is, welke wij hebben jjiuaiden en waaraan wij ons hebben over te geven. Bergson spreekt dan ook van een scheppende evolutie, waarin het wezen der scheppingskracht ondoorgrondelijk is, al zijn enkele wetten betreffende de ontwikkeling op te stellen. De groote fout van de burgerlijke geest was dat als zij wonderen beschreef, zij deze daarmee ook weggeredeneerd meende te hebben, doch het wonder bleef onverklaard en even onbegrijpelijk. De erkenning van de on doorgrondelijkheid van het leven als zoodanig door de natuurwetenschap is van buitengewoon gewicht, omdat zij de wending op dit gebied haalt een schilderij te maken van de Ma donna in het Rozenbosch; Joline gaat ver kleed als man naar het Rozenbosch dat in het mannenklooster is, en daar schildert Paul haar als de Madonna. Maar de rozen bloeien niet en de broeder Augustinus wijt dit aan z’n zonden. Hij gaat naar ’t Rozen bosch om daar te bidden en ziet daar Joline 'als Madonna. Hij denkt aan een hemelsche verschijning en spoedig gaat het gerucht van deze verschijning in het rónd. Dan heeft Joline die snel met Paul gevlucht is geen rust meer en bekent den prior alles, doch deze zegt dat er toch een wonder ge beurd is, want het Rozenbosch is plotseling in vollen bloei geraakt. Diep getroffen keert Joline thans tot zichzelven in, haar eerste daad is haar kind weer tot zich te nemen, nu een flinke jongen van 5 jaar. Als dan blijkt dat Pauls liefde voor haar standvastig is, huwt het tweetal en Joline’s jongen heeft een tweede vader, met wie hij het best kan vinden. De Bioscoop bij de Waag heeft als hoofd nummer „Dancing!” Alles danst, de geheele wereld is ëén Jazz, zoo denken velen er te genwoordig over, ook Una Loury, een Lon- densche jongedame, wier levensgenot uit de schamele middelen van een tante betaald wordt. Ver van Londen in Rio de Janeiro heeft haar jeugdvriend, Tony een bar met dansgelegenheid, en Maxine, de Spaansche danseres heeft liefde voor Tony opgevat, doch deze denkt alleen maar aan Una, het meisje dat hij uit het oog verloor. Tony’s oom, lord Chievely sterft, en Tony erft de groote Engelsche bezittingen; hij kan nu naar Londen teruggaan en Una zoeken, hij gelast z’n advocaat Fothering telegrafisch een onderzoek in te stellen en een huwelijk voor te bereiden. Maar Una heeft voor de ernstige zijde van het leven weinig aan dacht, zij danst maar, en heeft een liefdes avontuur met haar cavalier Evan. De vol gende dag komt Mr. Fothering bij haar om haar Tony’s aanzoek te melden. Zij herin nert zich haar jeugdvriend, doch wil omdat zij zich met Evan compromitteerde hem niet aannemen. Haar tante overreedt haar ech ter, doch vlak voor haar huwelijk bekent zij Tony alles, nadat ze vergif heeft ingenomen. Zij sterft in Tony’s armen en Tony gaat weer naar het verre Rio, naar z’n bar, waar men danst BOLSWARD. Naar wij uit goede bron ver nemen, behoeft het garantiefonds voor de ge houden winkelweek niet aangesproken te wor den. De feesten zijn dus tevens financieel een succes geweest. F. D. BALK. Met de studiebeurs van het Vrouwe Constantia Johanna Rengers leen is begiftigd geworden Abe Schram te Wyc- kel, leerling 3de klas R. H. B. S. te Sneek. Poging tot doodslag. Voor de rechtbank te Tiel stond Donderdag terecht een 67-jarige man, gedetineerd in het Huis van Bewaring aldaar, verdacht van poging tot doodslag, subs, poging tot zware mishande ling. Op 2 Juni van dit jaar was verdachte door den politierechter te Tiel wegens mishandeling begaan tegen het echtpaar Winkenius te Ros- sum (Gld.), veroordeeld tot drie weken gevan genisstraf. Toen hij na afloop van de rechtszit ting te Rossum terugkwam, had hij de bedrei ging geuit: „Dat ik drie weken moet zitten, kan mij niet schelen, maar zij zullen er van lusten, ik maak ze kapot.” Dat het verdachte ernst was met zijn be dreiging, ondervond juffrouw Winkenius twee dagen later. Toen zij zich naar het nabij haar woning gelegen schuurtje begaf om daar aard- de burgerlijke eeuw is de jeugdbeweging, die een goede positie, dus goed geld verdienen, als het voornaamste in dit leven vooropschoof; de burgerlijke eeuw bracht de standen en het standenverschil naar voren, en vroeg van de jeugd zich te onderwerpen aan de normen der volwassenen, erkende haar niet als een groep met zelfstandige ziel en dienovereenkomstige behoeften. Omgang tusschen jongens en meisjes heette onfatsoenlijk, het meisje wachtte braaf tot een jongen om haar kwam hengelen. Tegen.de vrouw maatschappelijk meer en meer zelf-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1