A
KWXHA'A
DatsKWATTA
Lezingen ds. Banning.
REEPEN
75 ÏÏL’SÏÏÏÏ 50
I
BUITENLAND
[24
NIEUWSTIJDINGEN.
rk
/j
Mg.
Olfiiiiil Organ dir liuiiti Snik.
43aJAARGABG
WOERSDAG6 OCTOBER IRSfi
Eerste Blad
n
Ct.
r
n
e
t
r
i
f
Slechts één merk kan't beste zyn
VimnliflBt
OIMDAGi VRUDAG8AVO1D8
UStgsTCM
Brandenburga Co.,
■naz Tclefoea N«o 150.
I
I
I
n
voor
5,
eeuwigheidsbesef
H
tKg~M-ru vwvw -xj 11 »i'~i '«r J lir.~w in
HI.
2o. Het gebied van het politieke en sociale
leven.
De burgerlijke maatschappij had de oude ban
den gebroken, een zelfstandig economisch en
politiek leven groeide op, ’t zuiverst zich uitend
in de liberale leer met haar vrije concurrentie,
vrije ontwikkeling van het economisch leven,
regeling van de productie enz. door vraag en
aanbod. Groote belangentegenstellingen ont
stonden tusschen bezitters en bezitloozen, en
het liberalisme zag in den strijd van allen tegen
allen, de groote motor voor de vooruitgang. Zoo
er eenige solidariteit was dan bleef die beperkt
tot de individuen onderling van bepaalde groe
pen aan weerszijden van de groote scheidingslijn,
tusschen bepaalde groepen bezitters, bepaalde
groepen arbeiders dus, de klassenstrijd werd
de groote vloek dezer maatschappij, welke vol
belangentegenstellingen was. Van godsdienstig
verband was geen sprake meer, de eenheid der
menschheid werd verbroken door klassetegen-
stellingen; alleen een verband van belangen
werd bewust gezocht, geen verband echter van
de menschen met de eeuwigheid. Bezittende
zoowel als niet bezittende klasse worden zoo
godsdienstloos, de eerste misschien het minst
omdat zij de kerk nog trachtte te gebruiken
voor haar belangen, maar van levend Godsbe
sef, de menschheid gedragen door het Eeuwige,
was geen sprake meer.
Dat was het noodwendig en noodlottig gevolg
der in de maatschappij groeiende belangentegen
stellingen, die het verband met het eeuwige
braken. Den proletariërs, onderworpen aan de
geestdoodende mechaniseering van den arbeid,
wordt de kans op ’n persoonlijk geestelijk leven
ontnomen, uit hen ontstaat de massa, die dan
ook mist de groote gemeenschappelijke ziel.
Bioscoopnieuws.
De Amicitia-Bioscoop heeft nu als hoofd
nummer: „De Rozen van de Madonna”.
Julia Hofer is tegen den wil harer ouders
getrouwd met een officier, die in den oor
log. sneuvelt. Julia vertrouwt haar kindje
toe aan de zusters van het klooster van het
H. Hart en zelf gaat zij naar Parijs en als
Joline verovert zij daar vele harten o. a. die
van Graaf Adrian de Roche en Paul Gran
ville, een berooide Am.erikaansche schilder
voor wie Joline poseert. Het schilderij van
haar heeft succes en samen leeft dit twee
tal nu gelukkig tot de Roche Granville over-
openbaren de beslissende dingen in dezen zich
niet meer in een kerk, worden ze niet meer uit
gedacht in de theologie. Spr. zal op een vijftal
gebieden de wending in de gedachten even aan
duiden.
3o. Het z e d e 1 ij k leven.
Het groote protest tegen het zedelijk leven
van
'n protest tegen de levenshouding van die eeuw, nu een rol te spelen, het was alleen onfatsoen
lijk bij elkaar weg te gaan, al verzette de per
soonlijke fierheid zich tegen de prostitueering
der vrouw in het huwelijk, wanneer de liefde er
uit verdwenen was. Tegen de leugen der con
ventie werd als protest gesteld het vrije huwe
lijk, dat echter individualistisch is, en waarop
men geen samenleving bouwt, de massa voelde
dat intuïtief en wilde er niet aan, wilde niet los
van de gemeenschapsbanden. Daarbij kwam dat
IIÏUÏ! SÏEEKER CDURAET
nnax SHEERER COURANT an WYMBRITSERADEEL
le. Op het gebied der natuurwetenschap. Met
name op het gebied der biologie begint men
meer en meer tot de opvatting van het irratio-
neele van het leven te komen, dus tot het besef
dat de verklaring van het leven zelve een onop
losbaar raadsel voor ons blijft, ontoegankelijk
voor ons verstand. De strijd tusschen mechanis-
dit alles protesteert de jeugdziel in de jeugd
beweging, die vol romantiek is omdat de jeugd
daarvan vervuld is, die haar leven heeft los ge
maakt van dat der ouderen, die op alle gebied
anders is en wil als dezen. Die jeugdbeweging
heeft haar gevaren, zij mist nog te zeer ’t profe
tisch beginsel als de positieve kracht voor het
geheele verdere leven; er ontbreekt iets aan wat
de jeugd mee kan dragen tot in haar grijzen
ouderdom. Maar ook hier zien wij een welbe
wust zoeken van verband met de religieuse be
weging en dat is verklaarbaar, want in de jeugd
leeft immers altijd het gevoel voor het wonder,
en als zij in eerbied voor dat wonder, ook komt
tot het besef van het zedelijk moeten, de eisch
die uit het ideaal volgt, aanvaardt dus ook de
eisch van zelf-loutering, dan, gelooft spr., heb
ben we in deze jeugdbeweging ook te begroeten
de ombuiging van de burgerlijke geest naar het
eeuwige, dus naar de religieuse geest toe.
4o. Het h u w e 1 ij k.
Het huwelijk is in de burgerlijke eeuw buiten
gewoon verworden. De katholieke kerk stelde
het in als een sacrament, gesloten dus voor de
eeuwigheid. Het protestantisme zag het in het
licht van de persoonlijke verantwoordelijkheid,
beide personen waren verantwoordelijk voor
het slagen van het huwelijk als hunne roeping
van Godswege. De burgerlijke maatschappij
ontkende het goddelijk karakter vrijwel: de
band werd zooveel losser, het fatsoen begon
beteekent van de denkrichting, aanvankelijk in
gesteld op het verklaarbare, dus eindige, naar
het ondoorgrondelijke, het mysterieuse, dus
eeuwige.
van de
wortelt. Eenheidsbesef
beide ontbreken ons.
En nu staan we in de 20ste eeuw aan een
keerpunt, we willen deze twee waarden terug
winnen. Terug naar de Roomsch-Katholieke
kerk kunnen we niet meer, omdat zes eeuwen
beschavingsgeschiedenis zich niet laten weg
vagen. Maar de levende waarden uit oude tijden,
naar het bezit waarvan we hunkeren, we moe
ten trachten ze voor onzen tijd opnieuw te ver
werkelijken. Dat nu is het groote probleem, en
het hoopgevende is dat men op alle terrein
in deze richting zoekt; op alle terrein, want
door de verwereldlijking van het cultuurleven
Daartegen rijst dan het socialisme als gewel
dig protest. Tweezijdig is het: wetenschappe
lijk, maar ook profetisch en daardoor verwant
aan het religieuse gevoel. Het beseft dat het
ware leven niet begrensd kan worden door het
bestaande en het communistisch manifest roept
dan op tot die religieuse waarheid, dat het leven
niet het hoogste is, doch wel het leven in dienst
gesteld van het ideaal. Ook dat socialisme is
door de burgerlijke geest ontzaglijk geknauwd,
het is zoo geweldig verstandig en fatsoenlijk
geworden en heeft zich te zeer teruggetrokken
binnen de grenzen van het eindige. In het
religieuse socialisme is echter de poging
het leven te zien als gegrondvest op de
eeuwigheid, het wil dat sociale leven, dat zich
ontworsteld heeft aan de kerk, en in de wereld
versplinterd is, weer ombuigen naar het inzicht
dat dit leven heeft dieper fundamenten dan soci
ale tegenstellingen, dat het rust op de eeuwig
heid. Het wil godsdienst niet alleen zien als de
band tusschen God en individu waarop het
liberalisme zoo de nadruk legde maar ook als
de band tusschen God en alle levensterrein. Het
sociale leven weer in verband met de eeuwig
heid te brengen, dit sociale leven dus ombuigen
naar de eeuwigheid, ook dat is de taak van onze
twintigste eeuw.
Valgana wonruidin iiuHusümin d« NallMdaoke Varaa-
^aP|HflS.Bank Sa Sahlwlaai lij» Abanni’a vanakerd tagan engelnkken waai «VVV
die vloeit uit een grootere omzet verge
noegd. Wat zeer zeker een verstandige poli
tiek is. Hoe grooter de omzet thans is, hoe
meer er in de toekomst, als de kolenaanvoer
weer normaal wordt, van zal blijven hangen.
De Middenstand.
Het plan van de „Leidsche Post” om de
middenstand kunstmatig te beperken, door
te bepalen, dat een nieuwe zaak slechts ge
opend mag worden met toestemming van de
gewestelijke Kamer van Koophandel, laat de
gemoederen nog niet met rust. Thans komt
Jhr. Mollerus er nog eens tegen op in een
artikel in „Handelsberichten”. Hoewel de
schrijver het over tal van dingen heeft, staat
er weinig nieuws in zijn betoog, dat wij
slechts kunnen beschouwen als het intrap
pen van een open deur. Men denke hoe men
wil over de wenschelijkheid van absolute be-
drijfsvrijheid, maar een zöo radicale be
perking als „De Leidsche; Post” voorstelt,
zal de overgroote meerderheid van het Ne-
derlandsche volk niet willen.
Al is het dan niet nieuw, niettemin is van
groot belang wat de schrijver meedeelt over
een ander plan, of liever over een vraag, die
men zich in officieele middenstandskringen
reeds in 1920 stelde. Moet de overheid aan
hen, die zich als zelfstandig zakenman wil
len vestigen, bepaalde eischen van be
kwaamheid stellen. Een commissie, die deze
zaak in onderzoek nam, stond afwijzend
tegen direct overheidsingrijpen, maar meen
de, dat de middenstand zélf de handen aan
de ploeg moest slaan ,o. mj door goede vak
opleiding. Ook zouden de ouders goed op
de beroepskeuze hunner kinderen moeten
toezien. Uit het verslag van den Midden-
standsraad over 1921 bleek, dat er verschil
lende stroomingen omtrent dit onderwerp
in den middenstand zelf waren. Van R.-K.
zijde wilde men wachten op de invoering
der publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie.
Dan zullen er publiekrechtelijke lichamen
tot stand komen, waarin zoowel patroons
als arbeiders in een bepaald bedrijf zullen
zijn vertegenwoordigd. Deze organisaties
zullen dan het recht hebben verordeningen
vast te stellen, die voor het geheele bedrijf
bindend zijn. Zoodoende zou men kunnen
komen tot het stellen van eischen, waaraan
iemand, die een eigen zaak wilde beginnen,
zou moeten voldoen.
Van andere zijde werd opgemerkt, dat de
maatschappij zelf wel zorgt, dat menschen,
die de noodige bekwaamheid missen om een
zaak te leiden, van het tooneel verdwijnen.
Deze kunnen de concurrentie niet volhou
den.
Zooals men ziet, eensgezindheid bestaat
er niet in dezen, maar allen zijn het er
over eens, dat de tijd voor hardhandig in
grijpen van overheidszijde, zooals de „Leid
sche Post” dit voorstond, nog niet geko
men is.
De Engelsche mijnen, il.
Het jaar 1923 is voor de Engelsche mijn
werkers een jaar van ongelukken geworden.
Daar de regeering in het begin van dit jaar
haar handen van de mijnindustrie had af
getrokken, zouden de van 1917 tot 1921 toe
gekende nationaal geldende loonbijslagen
komen te vervallen. Strijd ontbrandde èn
over het loon èn over het districtenstelsel.
Wel werden de onderhandelingen tot 31
Maart den dag waarop de nieuwe rege
ling in werking zou treden gerekt, maar
zonder resultaat. Op 1 April brak de strijd
uit, de arbeiders wilden de loonsverlaging,
die hier en daar 40 procent bedroeg, niet
aanvaarden. Het had er alles van dat het
conflict groote gevolgen met zich zou slee-
pen. Tusschen de bonden van mijnwerkers,
spoorwegmenschen en transportarbeiders,
was een verbond tot stand gekomen. Men
beloofde elkaar wederkeerig te zullen steu
nen. Dit verbond, de triple alliance ge
naamd, zou nu in werking treden. Dus niet
alleen in de mijnen, maar ook op de spoor
wegen en in de havens dreigde men ’t werk
neer te leggen. Het grootste arbeidsconflict,
dat ooit had plaats gehad, werd nog op het
laatste oogenblik voorkomen, doordat de
mijnwerkers geen gevolg gaven aan een uit-
noodiging van minister Lloyd George om op
nieuw te onderhandelen. Dit zette bij de
anderen kwaad bloed en op Vrijdag 15 April
1921in de geschiedenis der Engelsche
arbeidsbeweging nog steeds bekend als
Black Friday, Zwarte Vrijdag viel het
drievoudig verbond uit elkaar. De mijnar
beiders moesten nu den strijd alleen voort
zetten en verloren. De nationale loonrege
ling werd afgeschaft, het loon zou in het
vervolg afhangen van de uitkomsten van
het bedrijf in elk der dertien districten, wat
een loonsverlaging over de geheele linie
beteekende. De bittere pil werd voor de ar
beiders nog eenigszins verguld door een
regeeringssubsidie aan de mijnindustrie van
10.000.000 pond sterling.
Een dergelijk subsidie werd eveneens ver
leend toen in Augustus 1925 opnieuw strijd
dreigde te ontbranden. De toestand van
1925 had veel overeenkomst met dien van
1921. Ook nu was de oorzaak van den strijd
loonsverlaging, welke de eigenaars met het
oog op de slechte uitkomsten van het bedrijf
wilden invoeren. Deze uitkomsten waren
nog slechter dan in 1921. De wereld toch
was sedert dien tijd aanmerkelijk verarmd
en stookolie verving de steenkool, electrici-
teit de stoom meer en meer. Maar ook de
verouderde productiemethoden, de groote
versnippering in de mijnen was van ongun-
stigen invloed. Tegen 1 Augustus werd de
loonregeling opgezegd, de werkgevers wil
den lagere loonen en nog liever werktijdver-
lenging, de arbeiders moesten noch van het
een noch van het ander iets hebben. De re
geering wist een uitbarsting van het con
flict tijdelijk te voorkomen door een nieuw
subsidie, thans van 7.000.000 p. st. en het
benoemen van een staatscommissie, die een
IK flld. bij aarif
«8 van aan vlnger
Abonnement t per jaar f 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentiën9 £ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Gisteravond hield ds. Banning zijn derde
lezing in de Harmonie. Zijn onderwerp was dit
maal: Nieuwe vragen en nieuwe krachten.
In een proces van enkele eeuwen is de Mid-
deleeuwsche gezagscultuur vervangen door de
autonome wereldlijke cultuur. Vinden we de
eerste symbolisch weergegeven in het beeld
eener middeleeuwsche stad, waar de kerk in
het midden stond, waarheen dan alle straten
leidden, beeld van de allesbeheerschende kerk, ten, die alle levensverschijnselen terug brachten
tot' welke alle leven vloeide om daar naar de
eeuwigheid gericht te worden, naar omhoog,
waarheen de schoone torens streefden van
de laatste vinden we het symbool in de moderne
groote stad. Daar is geen middelpunt meer, ze
is uiteengevallen, wordt niet meer saamgehou-
rèorganisatieplan moest uitwerken. De
staatscommissie, de commissie Samuel,
bracht inderdaad een prachtig rapport uit,
maar hierdoor kwamen de partijen niet na
der tot elkaar. Integendeel. De eigenaars
waren het met het rapport slechts eens,
voorzoover ’t langer werktijd en lager loon
wilde invoeren, de arbeiders legden den
nadruk op de aangekondigde plannen tot
reorganisatie van het bedrijf, waarvan de
werkgevers weer niets moesten hebben. Vrij
dag 3 April door de arbeiders wel wat voor
barig Red Friday (Roode Vrijdag) ge
noemd, viel het stakingsbesluit. De mijn
werkers werden nu gesteund door een alge-
meene staking, die evenwel 12 Mei reeds
eindigde. De strijd in de mijnen werd even
wel tot den huidigen dag voortgezet, tot
groote schade van de heele -Engelsche in
dustrie.
De schrijver van het artikel laakt het ten
zeerste, dat de regeering meerdere malen
het gunstige oogenblik om in te grijpen
heeft laten voorbijgaan.
Steenkolen en Stookolie.
In de dagen van de kolenstaking komt
weer eens aan het licht, welk een groote
rol de uit petroleum gewonnen stookolie
tegenwoordig als brandstof voor industrie
doeleinden speelt. Ook in het snelverkeer,
waar men vroeger uitsluitend op steenkolen
was aangewezen, neemt het gebruik van pe-
troleum-producten meer en meer toe. Enge-
land’s grootste spoorwegmaatschappij heeft
reeds locomotieven loopen, die uitsluitend
met olie gestookt worden, hoewel men hier
nog voordeeliger steenkolen kan gebruiken.
En tal van fabrieken hebben reserve olie-
stookinrichtingen, terwijl een van de groot
ste hotels in Londen nog slechts olie ge
bruikt om te stoken.
Behalve stookolie neemt natuurlijk ook
benzine een hoe langer hoe grooter plaats
in. Volgens De Telegraaf, waaraan wij bo
venstaande gegevens eveneens ontleenen,
had het Engelsche ministerie van handel bij
den aanvang van de algemeene staking
reeds een plan uitgewerkt om ter voorzie
ning in de behoefte aan benzine het geheele
land in Petrol Areas te verdeelen. Zoolang
men maar genoeg petroleum-producten tot
zijn beschikking had om .het transport van
personen en goederen gaande te houden,
meende men, dat men wel in staat zou zijn
de algemeene staking het hoofd te bieden.
De algemeene staking zal moeten worden
uitgevochten met petroleum-producten, zoo
zeide men. Aan het plan van de regeering
is het niet eens toegekomen. De drie groote
maatschappijen, de Anglo American (onder
deel van de Standard Oil), de Shell en de
Anglo Persian wisten hun bedrijf gaande
te houden .Slechts behoefde de regeering
enkele benzine-depöts in Hyde Park en op
enkele andere plaatsen in de openlucht op
te slaan. Ook werd, om ’t benzinehamsteren
te voorkomen, de regeling getroffen, dat
ieder, die een bus benzine kocht, een oude
bus moest inleveren.
Tijdens de kolenstaking is het gebruik
van stookolie en benzine nog enorm toege
nomen, wat de volgende cijfers wel uitwij
zen.
De invoer van ruwe olie in Engeland be
droeg in Januari van dit jaar 39.29 millioen
gallons, in April steeg ze tot 58.03 millioen,
en in de volgende maanden werd er resp.
48.95, 60.33 en 48.12 millioen gallons inge
voerd. De invoer van benzine nam toe met
100 procent, die van stookolie niet bijna 300
procent.
De maatschappijen hebben de prijzen niet
verhoogd, maar zich met de meerdere winst,
gld. bij vatUea m
aan wfjs»tug»s.
appelen te halen, werd zij gevolgd door verdach
te, die met een riek gewapend was. Nadat zij
het schuurtje verlaten had, werd zij op het ge
vaar opmerkzaam gemaakt door haar dochter,
die haar toeriep: „Moeder, pas op!” De vrouw
zag toen verdachte met den riek dreigen en
nam de vlucht in de richting van haar dochter,
die op den dijk stond. Verdachte was de vrouw
achterna gegaan, tot hij bij moeder en dochter
gekomen was. De dochter had toen haar moeder
op zijde geduwd en geroepen: „Neem mij dan
maar, laat moeder maar gaan.” Verdachte had
toen de dochter aangegrepen en haar op den
grond geworpen, roepende: „Dan moet jij maar
kapotd’ De dochter was op den riek gevallen en
daardoor is het verdachte niet mogen gelukken
haar met dit wapen letsel toe te brengen.
Toen de vader op het hulpgeschrei der beide
vrouwen kwam toesnellen, mocht het met ver
eende krachten gelukken verdachte in bedwang
te houden ,tot politiehulp kwam opdagen.
Tijdens het vooronderzoek had verdachte een
volledige bekentenis afgelegd en ook verklaard,
dat hij het voornemen had de vrouw te dooden.
Ter terechtzitting kwam hij van deze verklaring
terug en deed het voorkomen, of hij door de
vrouwen was aangevallen.
Het O. M. eischte een gevangenisstraf van één
jaar met aftrek van de preventieve hechtenis.
De toegevoegde raadsman, mr. J. van Nes,
meende, dat verdachte wel als in verminderde
mate toerekenbaar moet beschouwd worden.
Verdachte werd verschrikkelijk door de familie
Winkenius geplaagd, waartegen zelfs zijn goed
moedig karakter niet bestand was. Spr. gelooft,,
dat verdachte met een gevangenisstraf van 4
a 5 maanden meer dan voldoende gestraft is.
De herfsttijd.
In ’t najaar uit.
Door veld en bosch, door hei en dennen, langs
velden en wegen.
Uit.
De heerlijk mooie, de goddelijke natuur in.
Waar altijd weer wat nieuws, wat anders te
zien valt, waarvan het aanzien verandert met
elk jaargetij, elk waarvan iets aparts, iets eigen
aardigs heeft.
Men praat er van te wandelen in den zomer.
Ik voel meer voor den voor- en den natijd. Ik
voel vooral veel voor wandelen in den herfst.
Nu, in de maand September en in October, als
het groen nog niet heelemaal verdwenen is en
er toch ai mooie herfsttinten beginnen te komen.
Dan ligt over de velden niet meer die gloeien
de hittedans van de lucht, dan is het er helder
en doorzichtig en dan lijkt de lucht er boven
hooger en verder weg.
Dan is het bosch ijler. De blaren vallen al-
lengskens en laten heele plekken open reeds,
waardoor het licht in bundels naar beneê valt
en den met gelige bladeren bedekten bodem be
roert. Dan lijken de dennebosschen dichte bla
derrijke wouden, waaronder het donker is en
blijft den heelen winter door, terwijl de berkjes,
ontdaan van hun zomertooi, er armelijk hun
beroofde takken tusschen opsteken. Maar al dat
hout toont in het najaar een kleurenpracht, een
kleurenweelde, die voor den waren liefhebber
van de natuur een verrukking is en een oogen-
streeling.
Maar genoeg, ge weet het reeds.
Ook in den herfst is de natuur schoon; neen,
beter nog, juist in den herfst. Maar dan vraag
ik u ook in gemoede, waarom ge niet méér
uitgaat in dit jaargetijde. Het behoeft toch im
mers niet te zijn in lange vacanties, een enkelen
dag is er toch zeker ook wel te vinden om eens
te gaan dolen door die streken, waar de herfst
kleuren haar veelbewonderde spel spelen?
(Kampioen.)
Te veel onderwijzers.
Voor de betrekking van onderwijzeres aan
de openbare lagere school te Nieuwehorne (Er.)
hebben zich ruim 80 sollicitanten aangemeld.
gld. ingeval van avar- ICO gld. bij verlies van
lijden binnen 80 d. Ivv Mn band, vast el eeg
gld. bij levens- IftA
lange invaliditeit. UU
tot mechanische en chemische processen, en vi-
talisten, die erkennen dat het leven zelf iets on
verklaarbaars ig, al kan men enkele wetten om
trent bepaalde verschijnselen opstellen, dat dus
het leven als zoodanig meer is dan een som van
door het verstand te verklaren mechanische en
den door één groote gedachte; kerk, universi- chemische processen, neigt ten gunste der laat-
teit, schouwburg, concertzaal zijn even zoovele ste opvattingen. Het leven blijft voor ons
sferen voor geestelijk leven van hooger karak- ondanks de voortschrijdende ontdekkingen der
ter, terwijl het volk naast nog wel eens de kerk natuurwetenschappen, een ontzaglijk raadsel;
heeft de bioscoop, het voetbalveld, de krant, i we zien de schepselen als het ware omhoog ge-
Ons cultuurleven is dus versplinterd, wij ver- stooten door de geweldige oerbron van alle
loren het besef van de eenheid van alle cultuur- leven, waarvan de verklaring voor ons mysterie
leven zoowel als het religieus besef, het besef j blijft. Hier nadert de wetenschap de grenzen der
eeuwigheid, waarin alle cultuurleven i eeu'”' eid, zij kan niet verklaren wat de schep-
Ecnhcidcbcccf en eeuwigheidsbesef pr j^acht van het Al is, welke wij hebben
jjiuaiden en waaraan wij ons hebben over
te geven. Bergson spreekt dan ook van een
scheppende evolutie, waarin het wezen der
scheppingskracht ondoorgrondelijk is, al zijn
enkele wetten betreffende de ontwikkeling op
te stellen. De groote fout van de burgerlijke
geest was dat als zij wonderen beschreef,
zij deze daarmee ook weggeredeneerd meende te
hebben, doch het wonder bleef onverklaard en
even onbegrijpelijk. De erkenning van de on
doorgrondelijkheid van het leven als zoodanig
door de natuurwetenschap is van buitengewoon
gewicht, omdat zij de wending op dit gebied
haalt een schilderij te maken van de Ma
donna in het Rozenbosch; Joline gaat ver
kleed als man naar het Rozenbosch dat in
het mannenklooster is, en daar schildert
Paul haar als de Madonna. Maar de rozen
bloeien niet en de broeder Augustinus wijt
dit aan z’n zonden. Hij gaat naar ’t Rozen
bosch om daar te bidden en ziet daar Joline
'als Madonna. Hij denkt aan een hemelsche
verschijning en spoedig gaat het gerucht
van deze verschijning in het rónd. Dan
heeft Joline die snel met Paul gevlucht is
geen rust meer en bekent den prior alles,
doch deze zegt dat er toch een wonder ge
beurd is, want het Rozenbosch is plotseling
in vollen bloei geraakt. Diep getroffen keert
Joline thans tot zichzelven in, haar eerste
daad is haar kind weer tot zich te nemen,
nu een flinke jongen van 5 jaar. Als dan
blijkt dat Pauls liefde voor haar standvastig
is, huwt het tweetal en Joline’s jongen heeft
een tweede vader, met wie hij het best kan
vinden.
De Bioscoop bij de Waag heeft als hoofd
nummer „Dancing!” Alles danst, de geheele
wereld is ëén Jazz, zoo denken velen er te
genwoordig over, ook Una Loury, een Lon-
densche jongedame, wier levensgenot uit de
schamele middelen van een tante betaald
wordt. Ver van Londen in Rio de Janeiro
heeft haar jeugdvriend, Tony een bar met
dansgelegenheid, en Maxine, de Spaansche
danseres heeft liefde voor Tony opgevat,
doch deze denkt alleen maar aan Una, het
meisje dat hij uit het oog verloor. Tony’s
oom, lord Chievely sterft, en Tony erft de
groote Engelsche bezittingen; hij kan nu
naar Londen teruggaan en Una zoeken, hij
gelast z’n advocaat Fothering telegrafisch
een onderzoek in te stellen en een huwelijk
voor te bereiden. Maar Una heeft voor de
ernstige zijde van het leven weinig aan
dacht, zij danst maar, en heeft een liefdes
avontuur met haar cavalier Evan. De vol
gende dag komt Mr. Fothering bij haar om
haar Tony’s aanzoek te melden. Zij herin
nert zich haar jeugdvriend, doch wil omdat
zij zich met Evan compromitteerde hem niet
aannemen. Haar tante overreedt haar ech
ter, doch vlak voor haar huwelijk bekent zij
Tony alles, nadat ze vergif heeft ingenomen.
Zij sterft in Tony’s armen en Tony gaat
weer naar het verre Rio, naar z’n bar, waar
men danst
BOLSWARD. Naar wij uit goede bron ver
nemen, behoeft het garantiefonds voor de ge
houden winkelweek niet aangesproken te wor
den. De feesten zijn dus tevens financieel een
succes geweest. F. D.
BALK. Met de studiebeurs van het
Vrouwe Constantia Johanna Rengers leen
is begiftigd geworden Abe Schram te Wyc-
kel, leerling 3de klas R. H. B. S. te Sneek.
Poging tot doodslag.
Voor de rechtbank te Tiel stond Donderdag
terecht een 67-jarige man, gedetineerd in het
Huis van Bewaring aldaar, verdacht van poging
tot doodslag, subs, poging tot zware mishande
ling.
Op 2 Juni van dit jaar was verdachte door
den politierechter te Tiel wegens mishandeling
begaan tegen het echtpaar Winkenius te Ros-
sum (Gld.), veroordeeld tot drie weken gevan
genisstraf. Toen hij na afloop van de rechtszit
ting te Rossum terugkwam, had hij de bedrei
ging geuit: „Dat ik drie weken moet zitten,
kan mij niet schelen, maar zij zullen er van
lusten, ik maak ze kapot.”
Dat het verdachte ernst was met zijn be
dreiging, ondervond juffrouw Winkenius twee
dagen later. Toen zij zich naar het nabij haar
woning gelegen schuurtje begaf om daar aard-
de burgerlijke eeuw is de jeugdbeweging,
die een goede positie, dus goed geld verdienen,
als het voornaamste in dit leven vooropschoof;
de burgerlijke eeuw bracht de standen en het
standenverschil naar voren, en vroeg van de
jeugd zich te onderwerpen aan de normen der
volwassenen, erkende haar niet als een groep
met zelfstandige ziel en dienovereenkomstige
behoeften. Omgang tusschen jongens en meisjes
heette onfatsoenlijk, het meisje wachtte braaf
tot een jongen om haar kwam hengelen. Tegen.de vrouw maatschappelijk meer en meer zelf-