Hi Uit onze Raadzaal. 200 NIEUWSTIJDINGEN. - annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL Mtlnl Oigm in lisniti Snik. 4 Brandenburgh Co., W0EH8DAG IS OCTOBER 1886 43a JAARMHR Earata Bled I 7 3 7 6 7 3 6 5 Abonnement i per jaar f 2.50 fr. p' post f 3.60. AdvertentiênQ fct. p. regel. Inge zonden mededeelingen booger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiên worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Vavsehjjsi DIMSDJLGBcaVBIJDAefilATOMDS Swbkm Tdeteea 150. flOi 4 - 1EA bi) vwUm vm 7E gld. 4ij wilsi Eft ivv Un band. e! sag iv van ssa dslne. vv School. 23 21 bedroeg, zouden er 332 BESLUIT: revuegezelschap optrad en wel op de Nij- 1 II III IV Hesselius, le Steenklipstraat 29; kip, Ooster- baan, Kloosterdwarsstraat 63; gedeelte rozen krans, M. Sijtsma, le Steenklipstraat 63; streng koralen, F. v. d. Berg, Waterpoortsgracht 12; huissleutel, J. van Dijk, Nieuwbuurt 9; haar- strik, H. Coers, Rienck Bockemakade 6; arm band (doublé), B. Visser, 2e Badhuisbuurt 16. Concertvereeniging. Het bestuur van de „Concertvereeniging” waarden voldaan wordt; in dat vertrouwen heeft spr. in B. en W. voor dit voorstel gestemd. Komen er misbruiken dan zal het beter zijn de bepaling direct weer uit de verordening te lichten. Waar ook in Leeuwarden en Groningen deze bepaling bestaat, hebben B. en W. de middenstand van Sneek, die zoo vaak beklaagd wordt misschien ten onrechte niet willen be lemmeren in zijn poging de waren zooveel mogelijk bij het pu bliek bekend te maken. Het voorstel van B. en W. wordt alsnu z. h. s. aangenomen. Punt IX. Advies van Burgemeester en W ethouders op verzoeken van het Bestuur der Vereeniging voor Christe lijk Schoolonderwijs om toekenning van een vergoeding ingevolge art. 100 der L. O. wet 1920 over 1925, ten be hoeve van de Jan van Nassauschool en de Julianaschool. (Bijl. 112: dossierno. 1.851.2.07 2 B (1)). gld. bij vwIIm TM «en vijavingeT, ram SNEEKER COURANT 247!/4 !4P/4 237'/2 2203/* Aantal leer krachten voor rekening van het Rijk. No. 1.851.2.07 2 B(l). Advies van Burgemeester en Wethouders op verzoeken van het bestuur der Vereeni ging voor Christelijk Schoolonderwijs, om toekenning van een vergoeding ingevolge art. 100 der L. O. Wet 1920 over 1925 ten behoeve van de Jan van Nassau- en de Julianaschool. overeenkomstig verzoek uit te keeren aan de Veree niging voor Christelijk Schoolonderwijs te SnecK als vergoeding van de jaarwedden van boventallige onder wijzers de somma van f3213.68, samengesteld als volgt: voor de Jan van Nassauschool f 1128.—; voor de Julianaschool f2085.68. Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen. Hierna sluiting. gld. bt| ie««ns* tanga invaliditeit meegsche kermis. Dit jubileum is nu het gezelschap toevallig op dien datum ook weer in Nijmegen optrad Donderdag feestelijk gevierd. Er waren veel bjoemen en namens het publiek werden Ter Hall en de zijnen toegesproken door den heer L. J. v. Oudheus^len,: De* héér Ter Hall zelf bedankte in eene geestige toespraak en huldigde op zijn beurt B. en W. adviseeren: Door het bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier, zijn tot U een tweetal verzoeken gericht om ten behoeve van de Jan van Nassau- en de Julianaschool ingevolge art. 100 der Lager Onderwijswet 1920 over 1925 een vergoeding te ontvangen ten bedrage van onderscheidenlijk f1128.en f2085.68, wegens uit betaalde salarissen van boventallige onderwijzers. Wij hebben een onderzoek ingesteld naar de vatbaarheid voor inwilliging van deze verzoeken, zooals U hieronder vindt aangegeven. Adressante vraagt vergoeding voor de: jan van Nassauschool van het salaris van één onder wijzer over het tijdvak 1 Januari 1925 t/m 31 December 1925; Julianaschool van het salaris van één onderwijzer over het tijdvak 1 Januari 1925 t/m 31 December 1925. Uit de beschikkingen van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen op de aanvragen om rijks- vergoeding blijkt, dat het rijk de salarissen van de betrok ken leerkrachten niet vergoedt. Waar, zooals U bekend is, de bepaling van het al of niet aanwezig zijn van boventallige leerkrachten geschiedt door vergelijking met alle openbare lagere scholen van dezelfde soort, geven wij U hieronder de benoodigde cijfers van het openbaar lager onderwijs. Gemiddeld aantal I leerlingen in 1924. Vtlgcna wonrMidM ev«i«augek»maa mat da Nollaatealia Algeeiaaaa Vim* karlasa-Haak 8a SatelaAav »i|n ansa Jtbannéa vinikird tagan eagalakkaa «mi drVVV had de directie vooralsnog geen hooge ver wachtingen. Zij beschouwt den onzekeren financieelen toestand in de zuidelijke lan den nog als een belangrijke hinderpaal voor een algemeene opleving. Naar de meening dezer directie zal men na de staking weer met verliezen gaan werken, zooals dit jaren lang het geval is geweest. Ter Hall’s Revue. -<r'Het was 7 October 25 jaar geleden, dat Henri ter Hall-voor het eerst met een eigen met bloemen en kransen de vier hoofdper sonen van zijn gezelschap, t.w. mevrouw Ter Hall, de heeren Joh. Kohier, Piet Kohier en Buziau, die mede het zilveren jubileum op .Nijmeegschen bodem herdachten. Na afloop der voorstelling boden de heer en mevr. Ter Hall een souper aan, waaraan alle leden van het gezelschap deelnamen. Dat het er opgewekt en vroolijk toeging, be hoeft zeker geen nader betoog. gld. ingml vu «vib- U|d«H binsi* SO 4. VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK, op MAANDAG 11 OCTOBER 1926, ’s avonds P/4 uur. Voorzitter de heer P. j. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig bij den aanvang 13 leden. Afwezig de heer Lampe (met kennisgeving). Er is één vacature (Put). Punt 1. Beëediging van het nieuwbenoemde raadslid, den heer M. Oppenhuizen. (X 07.51(5)). De Secretaris leest de missive van Ged. Staten betref fende de toelating van den heer Oppenhuizen, waarna de V o o r z. den Secretaris verzoekt het nieuwbenoemde raadslid binnen te leiden. Nadat dit geschied is, legt de heer Oppen huizen in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af, waarna de V o o r z. hem ongeveer als volgt toespreekt: Mijnheer Oppenhuizen, Ofschoon het voor U een waarschijnlijk niet bemoedigend voorteeken was, dat twee heéren, die boven U op de lijst stonden, voor de eer bedankten aan deze tafel zitting te nemen, doet het ons genoegen U bereid te vinden de zetel van den heer Put in te nemen. Ik hoop dat U, getrouw aan de hier door U afgelegde eed, in de medebehartiging van de algemeene be langen der gemeente Sneek een aangename taak zult vinden. Thans verzoek ik U de voor U bestemde zetel in te nemen. De heer Oppenhuizen neemt alsnu plaats naast den heer Potma. Punt II. Notulen van de vergadering van 13 September 1926. Deze notulen hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt III. Ingekomen stukken: Ingekomen is: Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger op 27 September 1926. (X 07. 352.651(2)). Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen. Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der Verordening op de heffing eener belasting op tooneelvertoomngen en andere vermakelijkheden. (Bijl. 107; dossierno. 1.714.35(1)). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt V. Advies van Burgemeester en Wethouders om trent het verzoek van het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs om gelden toe te staan voor de vernieuwing van den verwarmingsketel van de cen- TK gld. bij virile8 ti9 via Mn «inger alhier, bericht ons, dat het haar is mogen gelukken voor de a.s. winterconcerten be slag te leggen op het Hollandsch Strijk kwartet, bestaande uit de heeren Leyders- dorf, Röntgen, Mendes en Canivez. Dit kwartet dat in binnen- en buitenland een groote reputatie geniet, zal hier 18 Nov. optreden. Over het tweede concert zijn de onder- handelingen nog gaande. Het bestuur hoopt echter spoedig den leden mededeeling te kunnen doen van No. 2, dat ook onge twijfeld belangrijk zal zijn. Een zeer bijzonder concert zal echter No. 3 worden, te geven in Januari, door het beroemde Parijsche trio, dat dan een tournee door ons land maakt. We zullen dus in den a.s. winter van de twee voor naamste vormen van de Kamer-Muziek (het strijkkwartet en het trio) kunnen genieten. Tot grooten spijt van het bestuur kan, we gens onvoldoende financiën en groote kos ten, nog geen vierde concert toegevoegd worden. Maar er bestaat goede kans dat dit het volgende seizoen wel mogelijk zal blijken. Men zie de in dit nummer voor komende advertentie. De Vereen, van Rechtz. Hervormden alhier, heeft in hare vergadering van j.l. Vrijdag tot bestuurslid gekozen (vac. Pot) de heer H. van der Meer. Verder zijn gekozen tot candidaten voor de verkiezing van gemachtigden in het Kiescollege der Ned. Herv. Kerk alhier, de h.h.J. Bos, J. Doevendans, J. J. van Manen, L. de Vos, W. Nauta, H. M. Martens en K. Grondman. Kerknieuws. Geref. kerken. Ds. D. K. Wielinga te Ijlst hoopt op 14 November a.s. zijn afscheid te nemen en op 28 November zijn intrede te doen in Diemen. Onze groote stoomvaartmaatschappijen. Het Hbld. heeft gesprekken gehad met de directies van eenige onzer groote stoom- vaartmaatschapijen naar aanleiding van de stijging der vrachten. De heer Ripperda Wierdsma, president- directeur der Holland-Amerika-Lijn, deelde mede, dat de toestand iets beter is dan vo rig jaar. De vrachten in de Vereenigde Sta ten zijn sterk opgeloopen, doch het is vooral de wilde vaart, die daarvan profi teert. Wat de transatlantische lijnvaart in het algemeen betreft, kan er op gewezen wor den, dat het passagiersvervoer dit jaar be ter was dan vorig jaar. Die verbetering is uitsluitend te danken aan den opgang, dien het vervoer van toeristen derde klas uit de Vereenigde Staten naar Europa genomen heeft. De Holland-Amerika-Lijn, wier boo ten Southampton en Boulogne aandoen, heeft een behoorlijk aandeel gehad in dat vervoer, dat dezen zomer verschillende volle booten gegeven heeft. De verbetering van de vrachten dateert eerst van de laatste maanden. Wel is de Engelsche mijnwerkersstaking reeds in Mei begonnen, maar eerst in Juli en Augustus heeft de stijging van het vrachtenpeil in gezet. Komende tot de Holland-Amerika-Lijn in engeren zin, heeft het Hbld. den heer W. nog gevraagd, of de directie plan nen tot reorganisatie heeft in verband met de bekende moeilijkheden der laatste jaren. Het antwoord was, dat dergelijke plannen niet bestaan. Reorganisatie zou geen wezen lijke verandering in de positie der maat schappij brengen. De directeur van de Hollandsche Stoom boot Mij., de heer Cox, was over de ontwik keling der vrachten na de Engelsche kolen staking tamelijk sceptisch gestemd. Zooals de toestand zich thans laat aan zien, zullen de vrachten zich na beëindiging der staking wellicht nog eenigen tijd hand haven, maar een minder gunstige ontwik keling is daarna alleszins waarschijnlijk. Er zijn maatschappijen, aldus de heer Cox, die het lijnbedrijf hebben ingekrompen en het charterbedrijf hebben opgevat, aan getrokken door de betere resultaten in de wilde vaart. Vroeger heeft men het tegen overgestelde kunnen waarnemen; door de lage vrachten gingen bepaalde elementen in de scheepvaart, die de heer Cox „avon turiers” noemde, van de wilde vaart in het lijnbedrijf over. Gaan de vrachten na de sta king weer omlaag, dan komen deze bedrij ven weder op de geregelde lijnen terug, stuur eenig verwijt te maken. Hier werd gevraagd, welke mate van toezicht de gemeente op de besteding der gemeentegelden had. Wij hooren nu dat de gemeente niets te zeggen heeft en in dat verband heet spr. gezegd, dat waar het blijkt m o g e- 1 ij k te zijn dat fouten gemaakt worden, hij hoopt dat het schoolbestuur goed uit de oogen zal zien dat goede waar voor het geld verkregen wordt. Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. alsnu aangenomen. Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de Verordening tot regeling van het openbaar algemeen vormend Lager Onderwijs. (Bijl. 109; dossierno. 1.851.2.02 A(2)). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Punt Vil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onderhandsche verhuring van het perceel weiland, Sectie A, no. 577, gelegen aan de Kejkhofslaan, aan de Voetbalvereenigingen „L. S. C.” en „Sneek”. (Bijl. 111: dossierno. X 07.351.32(18)). De heer Boeijenga kan zich in het algemeen vereenigen met dit voorstel. Het is goed dat er rekening mee gehouden is dat aan de Franeker vaart gebouwd wordt. Het is daar een aardig hoekje, dat misschien ook de particuliere bouw zal aantrekken, waarom het niet onmogelijk is, dat daar spoedig straataanleg naar de Kerkhofslaan noodig zal zijn. Daarom is het wel goed dat de overeenkomst tusschentijds opzegbaar is. Voorts wil spr. nog een opmerking maken. Hij wil zien bepaald dat op Zondagen niet gespeeld mag worden, omdat de overheid alles moet weren wat de rust en heiliging van den Zondag in den weg staat, en dat is het geval met de wed strijden op Zondag. Ook is daaraan niet zooveel behoefte meer, omdat de vrije Zaterdagmiddag is ingevoerd Spr. is hét bekend dat deze wedstrijden voor menigeen hinderlijk zijn, wanneer zij een rustige gang naar het kerkhof maken. Het gejoel is ook tot ver in de stad hoorbaar en dat is in hooge mate hinderlijk. Spr. stelt dus voor als punt 6 aan de voor waarden toe te voegen: „Des Zondags zal het terrein gesloten zijn.” De heer Zuiderbaan zal hierover weinig zeggen, daar over een dergelijk voorstel vroeger reeds veel gesproken is. Dat de menschen gehinderd worden bij een rustige gang naar de begraafplaats, behoeft niet. Die wedstrijden worden gehouden van 24, er is dus tijd genoeg voor die menschen om op andere uren te gaan. Verder wil spr. niets zeggen, dan dat het hem ten zeerste verwondert dat nu dit voorstel weer wordt gedaan. De Voorz.: De discussie over deze zaak hebben we al eerder gehad. Spr. betwijfelt of verdere bespreking een der leden van een gevestigde meening zal doen veranderen. Daarom stelt spr. voor direct te stemmen. Het voorstel-Boeijenga wordt gesteund*-door de heeren Blok en Dokkum. Het wordt verworpen met 9—5 st. Tegen de leden Sijtema-, Breeuwsma, v. d. Meulen, Hoekstra, de Wolf, Zuiderbaan, Bronsema, de Groot en Smeding; voor de leden Oppenhuizen, Blok, Potma, Dokkum en Boeijenga. Z. h s. w»rdt het geheele voorste! van B. en W. alsnu aan genomen. Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de Verordening op de winkelsluiting in dier voege, dat de mogelijkheid wordt geopend, ontheffing van het gebod tot winkelsluiting te verleenen voor het houden van demonstraties, uitsluitend ten doel hebbende de te verkoopen artikelen meerdere bekendheid te geven. (Bijl. 110; dossierno. 1.838.1(1)). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer. De Voorz. zegt dat de meer moderne manier van reclame maken dit voorstel noodig gemaakt heeft. De heer Van der Meulen heeft met eenige verwondering dit voorstel gelezen, omdat er geen adres was ingekomen van belanghebbenden. Zal deze wijziging niet tot misbruik leiden? Als een middenstander een week lang een demonstratie wil houden, zullen er misschien meer komen, en daaruit zal voort vloeien dat verscheidene winkeliers hunne winkels open hebben, al wordt er misschien niet verkocht. Dat leidt er toe dat ook de winkelbedienden langer moeten werken en hun arbeids voorwaarden dus ongunstiger worden. Misschien loopt het niet hard, maar als een het voorbeeld geeft, kunnen er velen komen. Spr. wil de middenstand niet belemmeren zijn waren aan den man te brengen; kan men deze zaak echter niet aanhouden om eerst de middenstandsvereenigingen eens te hooren? Als men nu wijzigt, kan het noodig zijn dat men later weer stren gere bepalingen moet invoeren. De heer Potma ziet ook een eenigszins gevaarlijke kant aan dit voorstel, nl. de controle op het niet verkoopen. Spr. en vele andere winkeliers zijn bijzonder ingenomen met de 8-uur-sluiting. Maar als men een demonstratie houdt en een bezoeker zegt: „bezorg me zoo’n ding maar”, dan verkoopt men al. Spr. geeft de wenk aan B. en W. met de vergunningen zeer karig te zijn, want er zuilen heel wat aanvragen komen. De Voorz.: „Bezorg het me maar” kan iemand ook zeggen als hij bij een winkelier op visite is. Dat is nooit te controleeren. We hebben een aanvraag voor een modeshow gehad en we hebben bepaald dat men die alleen ’s avonds mocht houden als het winkelpersoneel niet langer werkte en 'men niet verkocht. Als van een lid van een personeel geëischt wordt langer te werken om ’n demonstratie, kan men zich wenden tot B. en W., die dan geen verlof aan zoo’n firma meer zullen geven. Deze wijze van reclame maken dringt nu van de grootere naar de kleinere steden door en het is toch niet gewenscht dat men de winkelstand daarbij belemmert. Het is niet de bedoeling de openstelling der winkels aan te moedigen. Wordt er misbruik van gemaakt dan hebben B. en W. altijd de macht geen ver gunningen meer te verleenen. De heer Van der Meulen is niet tegen het geven van gelegenheid aan de winkeliers om hunne waren zooveel moge lijk aan den man te brengen, want dat komt de stad toch weer ten goede, maar als er maar toezicht wordt geoefend dat er geen misbruik van deze vergunningen wordt gemaakt. De Voorz.: „Dan is het direct uit.” De heer Breeuwsma zegt, dat ook door B. en W. werd gevoeld, dat, hoewel men de winkelstand gaarne tegemoet kwam, dit niet mocht leiden tot buitengewoon-dienst doen van het personeel of dat de winkelsluiting werd ontdoken. Die be zwaren zijn echter goed onder de oogen gezien, en B. en W. zullen zich er terdege rekenschap van geven dat aan alle voor- waardoor de concurrentie vermoedelijk weer even sterk zal worden als voorheen. De directie der Stoomvaart Mij. „Oost zee’,’ was eveneens van meening, dat de vrachten na de staking in dezelfde mate weef zullen terugloopen als zij voorheen zijh gestegen. Van een uitbreiding van den wereldhandel'- 84 71/4 Uit deze cijfers blijkt U, dat bij het openbaar lager onderwijs in 1925 gedurende het geheele jaar boventallige onderwijzers werkzaam zijn geweest, zoodat aan de be paling van het 2e lid van art. 100 geen weigeringsgrond kan worden ontleend. Het gemiddeld aantal leerlingen per onderwijzer bedroeg aan de openbare scholen in 1925: 847 gedeeld door 23 3619/23. Jan van Nassauschool (332 leerlingen). Indien het gemiddeld getal leerlingen per onderwijzer aan deze school ook 3619/23 3619/23 9 leerkrachten zijn. Het rijk vergoedt de jaarwedden van 8 onderwijzers, zoodat voor het salaris van één leerkracht art. 100 kan worden toegepast. Aangezien adressante ook slechts vergoeding van het salaris van één onderwijzer vraagt, moet het verzoek wórden ingewilligd. julianaschool (295 leerlingen). Indien het gemiddeld getal leerlingen per onderwijzer aan deze school ook 3619/23 bedroeg, zouden er 295 3619/23 8 leerkrachten zijn. Het rijk vergoedt de jaarwedden van 7 onderwijzers, zoodat voor het salaris van één leerkracht art. 100 kan worden toegepast. Ook hier vraagt adressante niet meer dan toegestaan mag worden, zoodat wij U moeten adviseeren het verzoek in te willigen. Wij stellen U mitsdien voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen een tweetal verzoeken van het bestuur der Ver eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs aldaar, om toe kenning van een vergoeding over 1925 ingevolge art. 100 der L. O. Wet 1920 ten behoeve van de Jan van Nassau- en de Julianaschool; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders d.d. 5 October 1926, no. 1.851.2.07 2 B(l); Aantal leerkrachten in 1925. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende I ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge vonden aangegeven op 11 en 12 October 1926: snoer parels, A. Hiemstra, Kleinzand 17; zak mesje, J. v. d. Weij, Tulpstraat 3; id. D. Hen- driksma, N. Selfhelpstraat 17; geel hondje, J. Schuil. 3e N. Selfhelpstraat 2; vilten hoed, S. trale verwarming in de Julianaschool. (Bijl. 108; dossier no. 1.851.2.6.2 B(2)). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer. De heer S ij t e m a is niet tegen dit voorstel, maar deze school is betrekkelijk nieuw. Als er bij den bouw een nieuwe ketel is aangeschaft, dan is die nu wel zeer gauw versleten, dat is waarschijnlijk toch niet de normale duur van zoo’n in stallatie. Heeft de gemeente-architect ook toezicht op de in stallatie of is het schoolbestuur geheel vrij? De Voorz. weet alleen dat de oude ketel niet voldoet aan bescheiden eischen; de gemeente kan geen toezicht oefenen. Maar wethouder Blok -kan misschien iets meer meedeelen. De heer Blok: Er is bij den bouw der school een nieuwe installatie aangeschaft. Den eersten winter bij strenge vorst, voldeed deze niet aan de eischen, ze kon de lokalen niet ver warmen; later zijn verbeteringen aangebracht, maar ze is nog onvoldoende, zoodat nu een nieuwe ketel noodig is. Wat het toezicht betreft, men zou daarvoor alleen bij concurrenten van den installateur terecht kunnen, dat is immers werk van speciale ingenieurs; een bouwkundige is daartoe niet in staat. Dezelfde firma die de oude installatie leverde, leverde ook de installatie voor de Jan van Nassauschool en die voldoet best. De heer Sijtema: Dit is geen verbetering, maar een ver nieuwing der installatie. Blijkbaar had de oude geen capaciteit genoeg. Als die oude ketel dus nu verkocht kan worden, gaat dan de opbrengst af van den aanschaffingsprijs der nieuwe installatie? De heer Blok: Dat spreekt van zelf. Wat de oude ketel opbrengt gaat af van de aanschaffingskosten van de nieuwe. De heer Sijtema: Maar de gemeente heeft geen toezicht op het plaatsen? De Voorz.: Neen, volgens de wet is alleen het schoolbestuur daartoe gerechtigd. De heer Breeuwsma: Bij de stukken zijn er wel welke den heer Sijtema reeds antwoord op eenige vragen verschaffen. De ketel is in 1920 geplaatst, doch heeft nooit voldoende warmte ontwikkeld; bij hevige vrieskoude moest dan de school geslo ten. Op allerlei wijze is een oplossing gezocht, waarin men niet is geslaagd. Volgens den architect zou f 250 a f 300 noodig zijn voor verbetering van ingrijpenden aard, zoodat het beter is een nieuwe ketel te koopen. Het is zeer wel mogelijk, dat de oude installatie voor een ander gebouw nog waarde heeft, de adviseerende firma achtte de oude dan ook zeer wel ver koopbaar. Dat zal geprobeerd worden en de opbrengst zal strekken tot vermindering der aanschaffingskosten. Als er geen toezicht van de gemeente op de installatie mag zijn, dan wil spr. nog iets opmerken. Al twijfelt hij niet aan de goede bedoe ling van het schoolbestuur, het blijkt toch dat vroeger belang rijke constructiefouten gemaakt zijn. Spr. hoopt nu dat als het gemeentebestuur geen toezicht heeft, het schoolbestuur uit deze bespreking de conclusie zal trekken, dat de uitvoering met de meest mogelijke correctheid dient te geschieden. De Voorz.: De gemeente is volgens de wet verplicht mede te werken door de geldmiddelen te verschaffen, doch heeft verder geen rechten; er wordt hier echter altijd overlegd met schoolbesturen en steeds is men tot overeenstemming gekomen, maar de uitvoering en het toezicht op de uitvoering der plannen is aan de schoolbesturen. B. en W. zullen echter gaarne het schoolbestuur in overweging geven er op te letten dat nu een goede installatie wordt verkregen. De heer Blok weet niet in welk opzicht het schoolbestuur zoo’n opmerking, als de heer Breeuwsma maakte, behoefde. Te meer hoorde spr. dat betoog met verwondering aan, omdat aan onze eigen school lil veel erger dingen beleefd zijn wat de verwarming betreft. Fouten maken is menschelijk. Dat dit schoolbestuur in gebreke zou zijn en zoo’n opmerking behoefde, is nergens gebleken en daarom vindt spr. haar ongepast. De heer Breeuwsma heeft niet bedoeld het schoolbe-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1