Hi
Uit onze Raadzaal.
200
NIEUWSTIJDINGEN.
- annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
Mtlnl Oigm in lisniti Snik.
4
Brandenburgh Co.,
W0EH8DAG IS OCTOBER 1886
43a JAARMHR
Earata Bled
I
7
3
7
6
7
3
6
5
Abonnement i per jaar f 2.50 fr. p'
post f 3.60.
AdvertentiênQ fct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen booger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiên worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Vavsehjjsi
DIMSDJLGBcaVBIJDAefilATOMDS
Swbkm Tdeteea 150.
flOi 4
-
1EA bi) vwUm vm 7E gld. 4ij wilsi Eft
ivv Un band. e! sag iv van ssa dslne. vv
School.
23
21
bedroeg, zouden er 332
BESLUIT:
revuegezelschap optrad en wel op de Nij-
1
II
III
IV
Hesselius, le Steenklipstraat 29; kip, Ooster-
baan, Kloosterdwarsstraat 63; gedeelte rozen
krans, M. Sijtsma, le Steenklipstraat 63; streng
koralen, F. v. d. Berg, Waterpoortsgracht 12;
huissleutel, J. van Dijk, Nieuwbuurt 9; haar-
strik, H. Coers, Rienck Bockemakade 6; arm
band (doublé), B. Visser, 2e Badhuisbuurt 16.
Concertvereeniging.
Het bestuur van de „Concertvereeniging”
waarden voldaan wordt; in dat vertrouwen heeft spr. in B. en
W. voor dit voorstel gestemd. Komen er misbruiken dan zal het
beter zijn de bepaling direct weer uit de verordening te lichten.
Waar ook in Leeuwarden en Groningen deze bepaling bestaat,
hebben B. en W. de middenstand van Sneek, die zoo vaak
beklaagd wordt misschien ten onrechte niet willen be
lemmeren in zijn poging de waren zooveel mogelijk bij het pu
bliek bekend te maken.
Het voorstel van B. en W. wordt alsnu z. h. s. aangenomen.
Punt IX. Advies van Burgemeester en W ethouders op
verzoeken van het Bestuur der Vereeniging voor Christe
lijk Schoolonderwijs om toekenning van een vergoeding
ingevolge art. 100 der L. O. wet 1920 over 1925, ten be
hoeve van de Jan van Nassauschool en de Julianaschool.
(Bijl. 112: dossierno. 1.851.2.07 2 B (1)).
gld. bij vwIIm TM
«en vijavingeT,
ram SNEEKER COURANT
247!/4
!4P/4
237'/2
2203/*
Aantal leer
krachten voor
rekening van
het Rijk.
No. 1.851.2.07 2 B(l).
Advies van Burgemeester en Wethouders
op verzoeken van het bestuur der Vereeni
ging voor Christelijk Schoolonderwijs, om
toekenning van een vergoeding ingevolge
art. 100 der L. O. Wet 1920 over 1925 ten
behoeve van de Jan van Nassau- en de
Julianaschool.
overeenkomstig verzoek uit te keeren aan de Veree
niging voor Christelijk Schoolonderwijs te SnecK als
vergoeding van de jaarwedden van boventallige onder
wijzers de somma van f3213.68, samengesteld als volgt:
voor de Jan van Nassauschool f 1128.—;
voor de Julianaschool f2085.68.
Z. h. s. wordt dit voorstel aangenomen.
Hierna sluiting.
gld. bt| ie««ns*
tanga invaliditeit
meegsche kermis. Dit jubileum is nu het
gezelschap toevallig op dien datum ook
weer in Nijmegen optrad Donderdag
feestelijk gevierd. Er waren veel bjoemen en
namens het publiek werden Ter Hall en de
zijnen toegesproken door den heer L. J. v.
Oudheus^len,:
De* héér Ter Hall zelf bedankte in eene
geestige toespraak en huldigde op zijn beurt
B. en W. adviseeren:
Door het bestuur der Vereeniging voor Christelijk
Schoolonderwijs, alhier, zijn tot U een tweetal verzoeken
gericht om ten behoeve van de Jan van Nassau- en de
Julianaschool ingevolge art. 100 der Lager Onderwijswet
1920 over 1925 een vergoeding te ontvangen ten bedrage
van onderscheidenlijk f1128.en f2085.68, wegens uit
betaalde salarissen van boventallige onderwijzers.
Wij hebben een onderzoek ingesteld naar de vatbaarheid
voor inwilliging van deze verzoeken, zooals U hieronder
vindt aangegeven.
Adressante vraagt vergoeding voor de:
jan van Nassauschool van het salaris van één onder
wijzer over het tijdvak 1 Januari 1925 t/m 31 December
1925;
Julianaschool van het salaris van één onderwijzer over
het tijdvak 1 Januari 1925 t/m 31 December 1925.
Uit de beschikkingen van den minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen op de aanvragen om rijks-
vergoeding blijkt, dat het rijk de salarissen van de betrok
ken leerkrachten niet vergoedt.
Waar, zooals U bekend is, de bepaling van het al of niet
aanwezig zijn van boventallige leerkrachten geschiedt door
vergelijking met alle openbare lagere scholen van dezelfde
soort, geven wij U hieronder de benoodigde cijfers van
het openbaar lager onderwijs.
Gemiddeld aantal
I leerlingen in 1924.
Vtlgcna wonrMidM ev«i«augek»maa mat da Nollaatealia Algeeiaaaa Vim*
karlasa-Haak 8a SatelaAav »i|n ansa Jtbannéa vinikird tagan eagalakkaa «mi drVVV
had de directie vooralsnog geen hooge ver
wachtingen. Zij beschouwt den onzekeren
financieelen toestand in de zuidelijke lan
den nog als een belangrijke hinderpaal voor
een algemeene opleving. Naar de meening
dezer directie zal men na de staking weer
met verliezen gaan werken, zooals dit jaren
lang het geval is geweest.
Ter Hall’s Revue.
-<r'Het was 7 October 25 jaar geleden, dat
Henri ter Hall-voor het eerst met een eigen
met bloemen en kransen de vier hoofdper
sonen van zijn gezelschap, t.w. mevrouw
Ter Hall, de heeren Joh. Kohier, Piet Kohier
en Buziau, die mede het zilveren jubileum
op .Nijmeegschen bodem herdachten.
Na afloop der voorstelling boden de heer
en mevr. Ter Hall een souper aan, waaraan
alle leden van het gezelschap deelnamen.
Dat het er opgewekt en vroolijk toeging, be
hoeft zeker geen nader betoog.
gld. ingml vu «vib-
U|d«H binsi* SO 4.
VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK,
op MAANDAG 11 OCTOBER 1926, ’s avonds P/4 uur.
Voorzitter de heer P. j. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig bij den aanvang 13 leden. Afwezig de heer Lampe
(met kennisgeving). Er is één vacature (Put).
Punt 1. Beëediging van het nieuwbenoemde raadslid,
den heer M. Oppenhuizen. (X 07.51(5)).
De Secretaris leest de missive van Ged. Staten betref
fende de toelating van den heer Oppenhuizen, waarna de
V o o r z. den Secretaris verzoekt het nieuwbenoemde raadslid
binnen te leiden. Nadat dit geschied is, legt de heer Oppen
huizen in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af,
waarna de V o o r z. hem ongeveer als volgt toespreekt:
Mijnheer Oppenhuizen,
Ofschoon het voor U een waarschijnlijk niet bemoedigend
voorteeken was, dat twee heéren, die boven U op de lijst
stonden, voor de eer bedankten aan deze tafel zitting te nemen,
doet het ons genoegen U bereid te vinden de zetel van den
heer Put in te nemen. Ik hoop dat U, getrouw aan de hier door
U afgelegde eed, in de medebehartiging van de algemeene be
langen der gemeente Sneek een aangename taak zult vinden.
Thans verzoek ik U de voor U bestemde zetel in te nemen.
De heer Oppenhuizen neemt alsnu plaats naast den
heer Potma.
Punt II. Notulen van de vergadering van 13 September
1926.
Deze notulen hebben ter visie gelegen en worden onveranderd
vastgesteld.
Punt III. Ingekomen stukken:
Ingekomen is:
Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van
den gemeente-ontvanger op 27 September 1926. (X 07.
352.651(2)).
Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging der Verordening op de heffing eener belasting
op tooneelvertoomngen en andere vermakelijkheden. (Bijl.
107; dossierno. 1.714.35(1)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer.
Z. h. s. aangenomen als voorgesteld.
Punt V. Advies van Burgemeester en Wethouders om
trent het verzoek van het Bestuur der Vereeniging voor
Christelijk Schoolonderwijs om gelden toe te staan voor
de vernieuwing van den verwarmingsketel van de cen-
TK gld. bij virile8
ti9 via Mn «inger
alhier, bericht ons, dat het haar is mogen
gelukken voor de a.s. winterconcerten be
slag te leggen op het Hollandsch Strijk
kwartet, bestaande uit de heeren Leyders-
dorf, Röntgen, Mendes en Canivez. Dit
kwartet dat in binnen- en buitenland een
groote reputatie geniet, zal hier 18 Nov.
optreden.
Over het tweede concert zijn de onder-
handelingen nog gaande. Het bestuur hoopt
echter spoedig den leden mededeeling te
kunnen doen van No. 2, dat ook onge
twijfeld belangrijk zal zijn.
Een zeer bijzonder concert zal echter
No. 3 worden, te geven in Januari, door
het beroemde Parijsche trio, dat dan een
tournee door ons land maakt. We zullen
dus in den a.s. winter van de twee voor
naamste vormen van de Kamer-Muziek (het
strijkkwartet en het trio) kunnen genieten.
Tot grooten spijt van het bestuur kan, we
gens onvoldoende financiën en groote kos
ten, nog geen vierde concert toegevoegd
worden. Maar er bestaat goede kans dat
dit het volgende seizoen wel mogelijk zal
blijken. Men zie de in dit nummer voor
komende advertentie.
De Vereen, van Rechtz. Hervormden
alhier, heeft in hare vergadering van j.l.
Vrijdag tot bestuurslid gekozen (vac. Pot)
de heer H. van der Meer.
Verder zijn gekozen tot candidaten voor
de verkiezing van gemachtigden in het
Kiescollege der Ned. Herv. Kerk alhier, de
h.h.J. Bos, J. Doevendans, J. J. van Manen,
L. de Vos, W. Nauta, H. M. Martens en
K. Grondman.
Kerknieuws.
Geref. kerken. Ds. D. K. Wielinga te Ijlst
hoopt op 14 November a.s. zijn afscheid te
nemen en op 28 November zijn intrede te
doen in Diemen.
Onze groote stoomvaartmaatschappijen.
Het Hbld. heeft gesprekken gehad met de
directies van eenige onzer groote stoom-
vaartmaatschapijen naar aanleiding van de
stijging der vrachten.
De heer Ripperda Wierdsma, president-
directeur der Holland-Amerika-Lijn, deelde
mede, dat de toestand iets beter is dan vo
rig jaar. De vrachten in de Vereenigde Sta
ten zijn sterk opgeloopen, doch het is
vooral de wilde vaart, die daarvan profi
teert.
Wat de transatlantische lijnvaart in het
algemeen betreft, kan er op gewezen wor
den, dat het passagiersvervoer dit jaar be
ter was dan vorig jaar. Die verbetering is
uitsluitend te danken aan den opgang, dien
het vervoer van toeristen derde klas uit de
Vereenigde Staten naar Europa genomen
heeft. De Holland-Amerika-Lijn, wier boo
ten Southampton en Boulogne aandoen,
heeft een behoorlijk aandeel gehad in dat
vervoer, dat dezen zomer verschillende
volle booten gegeven heeft.
De verbetering van de vrachten dateert
eerst van de laatste maanden. Wel is de
Engelsche mijnwerkersstaking reeds in Mei
begonnen, maar eerst in Juli en Augustus
heeft de stijging van het vrachtenpeil in
gezet.
Komende tot de Holland-Amerika-Lijn in
engeren zin, heeft het Hbld. den heer
W. nog gevraagd, of de directie plan
nen tot reorganisatie heeft in verband met
de bekende moeilijkheden der laatste jaren.
Het antwoord was, dat dergelijke plannen
niet bestaan. Reorganisatie zou geen wezen
lijke verandering in de positie der maat
schappij brengen.
De directeur van de Hollandsche Stoom
boot Mij., de heer Cox, was over de ontwik
keling der vrachten na de Engelsche kolen
staking tamelijk sceptisch gestemd.
Zooals de toestand zich thans laat aan
zien, zullen de vrachten zich na beëindiging
der staking wellicht nog eenigen tijd hand
haven, maar een minder gunstige ontwik
keling is daarna alleszins waarschijnlijk.
Er zijn maatschappijen, aldus de heer
Cox, die het lijnbedrijf hebben ingekrompen
en het charterbedrijf hebben opgevat, aan
getrokken door de betere resultaten in de
wilde vaart. Vroeger heeft men het tegen
overgestelde kunnen waarnemen; door de
lage vrachten gingen bepaalde elementen
in de scheepvaart, die de heer Cox „avon
turiers” noemde, van de wilde vaart in het
lijnbedrijf over. Gaan de vrachten na de sta
king weer omlaag, dan komen deze bedrij
ven weder op de geregelde lijnen terug,
stuur eenig verwijt te maken. Hier werd gevraagd, welke mate
van toezicht de gemeente op de besteding der gemeentegelden
had. Wij hooren nu dat de gemeente niets te zeggen heeft en
in dat verband heet spr. gezegd, dat waar het blijkt m o g e-
1 ij k te zijn dat fouten gemaakt worden, hij hoopt dat het
schoolbestuur goed uit de oogen zal zien dat goede waar
voor het geld verkregen wordt.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. alsnu aangenomen.
Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de Verordening tot regeling van het
openbaar algemeen vormend Lager Onderwijs. (Bijl. 109;
dossierno. 1.851.2.02 A(2)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer.
Z. h. s. aangenomen als voorgesteld.
Punt Vil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onderhandsche verhuring van het perceel weiland,
Sectie A, no. 577, gelegen aan de Kejkhofslaan, aan de
Voetbalvereenigingen „L. S. C.” en „Sneek”. (Bijl. 111:
dossierno. X 07.351.32(18)).
De heer Boeijenga kan zich in het algemeen vereenigen
met dit voorstel. Het is goed dat er rekening mee gehouden
is dat aan de Franeker vaart gebouwd wordt. Het is daar
een aardig hoekje, dat misschien ook de particuliere bouw zal
aantrekken, waarom het niet onmogelijk is, dat daar spoedig
straataanleg naar de Kerkhofslaan noodig zal zijn. Daarom
is het wel goed dat de overeenkomst tusschentijds opzegbaar
is. Voorts wil spr. nog een opmerking maken. Hij wil zien
bepaald dat op Zondagen niet gespeeld mag worden, omdat
de overheid alles moet weren wat de rust en heiliging van den
Zondag in den weg staat, en dat is het geval met de wed
strijden op Zondag. Ook is daaraan niet zooveel behoefte
meer, omdat de vrije Zaterdagmiddag is ingevoerd Spr. is
hét bekend dat deze wedstrijden voor menigeen hinderlijk zijn,
wanneer zij een rustige gang naar het kerkhof maken. Het
gejoel is ook tot ver in de stad hoorbaar en dat is in hooge
mate hinderlijk. Spr. stelt dus voor als punt 6 aan de voor
waarden toe te voegen: „Des Zondags zal het terrein gesloten
zijn.”
De heer Zuiderbaan zal hierover weinig zeggen, daar
over een dergelijk voorstel vroeger reeds veel gesproken is. Dat
de menschen gehinderd worden bij een rustige gang naar de
begraafplaats, behoeft niet. Die wedstrijden worden gehouden
van 24, er is dus tijd genoeg voor die menschen om op
andere uren te gaan. Verder wil spr. niets zeggen, dan dat
het hem ten zeerste verwondert dat nu dit voorstel weer wordt
gedaan.
De Voorz.: De discussie over deze zaak hebben we al
eerder gehad. Spr. betwijfelt of verdere bespreking een der
leden van een gevestigde meening zal doen veranderen. Daarom
stelt spr. voor direct te stemmen.
Het voorstel-Boeijenga wordt gesteund*-door de heeren Blok
en Dokkum.
Het wordt verworpen met 9—5 st.
Tegen de leden Sijtema-, Breeuwsma, v. d. Meulen, Hoekstra,
de Wolf, Zuiderbaan, Bronsema, de Groot en Smeding; voor
de leden Oppenhuizen, Blok, Potma, Dokkum en Boeijenga.
Z. h s. w»rdt het geheele voorste! van B. en W. alsnu aan
genomen.
Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de Verordening op de winkelsluiting in
dier voege, dat de mogelijkheid wordt geopend, ontheffing
van het gebod tot winkelsluiting te verleenen voor het
houden van demonstraties, uitsluitend ten doel hebbende
de te verkoopen artikelen meerdere bekendheid te geven.
(Bijl. 110; dossierno. 1.838.1(1)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer.
De Voorz. zegt dat de meer moderne manier van reclame
maken dit voorstel noodig gemaakt heeft.
De heer Van der Meulen heeft met eenige verwondering
dit voorstel gelezen, omdat er geen adres was ingekomen van
belanghebbenden. Zal deze wijziging niet tot misbruik leiden?
Als een middenstander een week lang een demonstratie wil
houden, zullen er misschien meer komen, en daaruit zal voort
vloeien dat verscheidene winkeliers hunne winkels open hebben,
al wordt er misschien niet verkocht. Dat leidt er toe dat
ook de winkelbedienden langer moeten werken en hun arbeids
voorwaarden dus ongunstiger worden. Misschien loopt het niet
hard, maar als een het voorbeeld geeft, kunnen er velen komen.
Spr. wil de middenstand niet belemmeren zijn waren aan den
man te brengen; kan men deze zaak echter niet aanhouden
om eerst de middenstandsvereenigingen eens te hooren? Als
men nu wijzigt, kan het noodig zijn dat men later weer stren
gere bepalingen moet invoeren.
De heer Potma ziet ook een eenigszins gevaarlijke kant
aan dit voorstel, nl. de controle op het niet verkoopen. Spr.
en vele andere winkeliers zijn bijzonder ingenomen met de
8-uur-sluiting. Maar als men een demonstratie houdt en een
bezoeker zegt: „bezorg me zoo’n ding maar”, dan verkoopt
men al. Spr. geeft de wenk aan B. en W. met de vergunningen
zeer karig te zijn, want er zuilen heel wat aanvragen komen.
De Voorz.: „Bezorg het me maar” kan iemand ook zeggen
als hij bij een winkelier op visite is. Dat is nooit te controleeren.
We hebben een aanvraag voor een modeshow gehad en we
hebben bepaald dat men die alleen ’s avonds mocht houden als
het winkelpersoneel niet langer werkte en 'men niet verkocht.
Als van een lid van een personeel geëischt wordt langer te
werken om ’n demonstratie, kan men zich wenden tot B. en W.,
die dan geen verlof aan zoo’n firma meer zullen geven. Deze
wijze van reclame maken dringt nu van de grootere naar de
kleinere steden door en het is toch niet gewenscht dat men de
winkelstand daarbij belemmert. Het is niet de bedoeling de
openstelling der winkels aan te moedigen. Wordt er misbruik
van gemaakt dan hebben B. en W. altijd de macht geen ver
gunningen meer te verleenen.
De heer Van der Meulen is niet tegen het geven van
gelegenheid aan de winkeliers om hunne waren zooveel moge
lijk aan den man te brengen, want dat komt de stad toch
weer ten goede, maar als er maar toezicht wordt geoefend dat
er geen misbruik van deze vergunningen wordt gemaakt.
De Voorz.: „Dan is het direct uit.”
De heer Breeuwsma zegt, dat ook door B. en W. werd
gevoeld, dat, hoewel men de winkelstand gaarne tegemoet
kwam, dit niet mocht leiden tot buitengewoon-dienst doen van
het personeel of dat de winkelsluiting werd ontdoken. Die be
zwaren zijn echter goed onder de oogen gezien, en B. en W.
zullen zich er terdege rekenschap van geven dat aan alle voor-
waardoor de concurrentie vermoedelijk
weer even sterk zal worden als voorheen.
De directie der Stoomvaart Mij. „Oost
zee’,’ was eveneens van meening, dat de
vrachten na de staking in dezelfde mate
weef zullen terugloopen als zij voorheen
zijh gestegen.
Van een uitbreiding van den wereldhandel'-
84 71/4
Uit deze cijfers blijkt U, dat bij het openbaar lager
onderwijs in 1925 gedurende het geheele jaar boventallige
onderwijzers werkzaam zijn geweest, zoodat aan de be
paling van het 2e lid van art. 100 geen weigeringsgrond
kan worden ontleend.
Het gemiddeld aantal leerlingen per onderwijzer bedroeg
aan de openbare scholen in 1925: 847 gedeeld door 23
3619/23.
Jan van Nassauschool (332 leerlingen).
Indien het gemiddeld getal leerlingen per onderwijzer
aan deze school ook 3619/23
3619/23 9 leerkrachten zijn.
Het rijk vergoedt de jaarwedden van 8 onderwijzers,
zoodat voor het salaris van één leerkracht art. 100 kan
worden toegepast.
Aangezien adressante ook slechts vergoeding van het
salaris van één onderwijzer vraagt, moet het verzoek
wórden ingewilligd.
julianaschool (295 leerlingen).
Indien het gemiddeld getal leerlingen per onderwijzer
aan deze school ook 3619/23 bedroeg, zouden er 295
3619/23 8 leerkrachten zijn.
Het rijk vergoedt de jaarwedden van 7 onderwijzers,
zoodat voor het salaris van één leerkracht art. 100 kan
worden toegepast.
Ook hier vraagt adressante niet meer dan toegestaan
mag worden, zoodat wij U moeten adviseeren het verzoek
in te willigen.
Wij stellen U mitsdien voor het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen een tweetal verzoeken van het bestuur der Ver
eeniging voor Christelijk Schoolonderwijs aldaar, om toe
kenning van een vergoeding over 1925 ingevolge art. 100
der L. O. Wet 1920 ten behoeve van de Jan van Nassau-
en de Julianaschool;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
d.d. 5 October 1926, no. 1.851.2.07 2 B(l);
Aantal
leerkrachten in
1925.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende I
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge
vonden aangegeven op 11 en 12 October 1926:
snoer parels, A. Hiemstra, Kleinzand 17; zak
mesje, J. v. d. Weij, Tulpstraat 3; id. D. Hen-
driksma, N. Selfhelpstraat 17; geel hondje, J.
Schuil. 3e N. Selfhelpstraat 2; vilten hoed, S.
trale verwarming in de Julianaschool. (Bijl. 108; dossier
no. 1.851.2.6.2 B(2)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nummer.
De heer S ij t e m a is niet tegen dit voorstel, maar deze
school is betrekkelijk nieuw. Als er bij den bouw een nieuwe
ketel is aangeschaft, dan is die nu wel zeer gauw versleten,
dat is waarschijnlijk toch niet de normale duur van zoo’n in
stallatie. Heeft de gemeente-architect ook toezicht op de in
stallatie of is het schoolbestuur geheel vrij?
De Voorz. weet alleen dat de oude ketel niet voldoet aan
bescheiden eischen; de gemeente kan geen toezicht oefenen.
Maar wethouder Blok -kan misschien iets meer meedeelen.
De heer Blok: Er is bij den bouw der school een nieuwe
installatie aangeschaft. Den eersten winter bij strenge vorst,
voldeed deze niet aan de eischen, ze kon de lokalen niet ver
warmen; later zijn verbeteringen aangebracht, maar ze is nog
onvoldoende, zoodat nu een nieuwe ketel noodig is. Wat het
toezicht betreft, men zou daarvoor alleen bij concurrenten van
den installateur terecht kunnen, dat is immers werk van speciale
ingenieurs; een bouwkundige is daartoe niet in staat. Dezelfde
firma die de oude installatie leverde, leverde ook de installatie
voor de Jan van Nassauschool en die voldoet best.
De heer Sijtema: Dit is geen verbetering, maar een ver
nieuwing der installatie. Blijkbaar had de oude geen capaciteit
genoeg. Als die oude ketel dus nu verkocht kan worden, gaat
dan de opbrengst af van den aanschaffingsprijs der nieuwe
installatie?
De heer Blok: Dat spreekt van zelf. Wat de oude ketel
opbrengt gaat af van de aanschaffingskosten van de nieuwe.
De heer Sijtema: Maar de gemeente heeft geen toezicht
op het plaatsen?
De Voorz.: Neen, volgens de wet is alleen het schoolbestuur
daartoe gerechtigd.
De heer Breeuwsma: Bij de stukken zijn er wel welke
den heer Sijtema reeds antwoord op eenige vragen verschaffen.
De ketel is in 1920 geplaatst, doch heeft nooit voldoende warmte
ontwikkeld; bij hevige vrieskoude moest dan de school geslo
ten. Op allerlei wijze is een oplossing gezocht, waarin men
niet is geslaagd. Volgens den architect zou f 250 a f 300 noodig
zijn voor verbetering van ingrijpenden aard, zoodat het beter
is een nieuwe ketel te koopen. Het is zeer wel mogelijk, dat
de oude installatie voor een ander gebouw nog waarde heeft,
de adviseerende firma achtte de oude dan ook zeer wel ver
koopbaar. Dat zal geprobeerd worden en de opbrengst zal
strekken tot vermindering der aanschaffingskosten. Als er geen
toezicht van de gemeente op de installatie mag zijn, dan wil
spr. nog iets opmerken. Al twijfelt hij niet aan de goede bedoe
ling van het schoolbestuur, het blijkt toch dat vroeger belang
rijke constructiefouten gemaakt zijn. Spr. hoopt nu dat als het
gemeentebestuur geen toezicht heeft, het schoolbestuur uit deze
bespreking de conclusie zal trekken, dat de uitvoering met de
meest mogelijke correctheid dient te geschieden.
De Voorz.: De gemeente is volgens de wet verplicht mede
te werken door de geldmiddelen te verschaffen, doch heeft
verder geen rechten; er wordt hier echter altijd overlegd met
schoolbesturen en steeds is men tot overeenstemming gekomen,
maar de uitvoering en het toezicht op de uitvoering der plannen
is aan de schoolbesturen. B. en W. zullen echter gaarne het
schoolbestuur in overweging geven er op te letten dat nu
een goede installatie wordt verkregen.
De heer Blok weet niet in welk opzicht het schoolbestuur
zoo’n opmerking, als de heer Breeuwsma maakte, behoefde.
Te meer hoorde spr. dat betoog met verwondering aan, omdat
aan onze eigen school lil veel erger dingen beleefd zijn wat
de verwarming betreft. Fouten maken is menschelijk. Dat dit
schoolbestuur in gebreke zou zijn en zoo’n opmerking behoefde,
is nergens gebleken en daarom vindt spr. haar ongepast.
De heer Breeuwsma heeft niet bedoeld het schoolbe-