1! PUROL NIEUWSTIJDINGEN. tüdnl Oiiiii hr liiiiM linl unriD AGS ea VRUDAG8AYOKDÖ Ultgvrars Brandenburgh Co., - annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL Schrijnende Handen na de Wasch I WOEHSDAG 3 NOVEMBER 1838 43s JAAR8HE8 Eerst* Riad Gebrek Vanehjit ilnsx Tdefmis 3K 150= IWiBBSCHIciiocoiOfii® a welk laatstgenoemd stoomschip met vele -<£. t verzacht geneest en Doos 30-60 90 et. den I Eet MEER HOUANDsck ■mkmMMMMMMmMMnMaUMMHMMMIlKUMBM^^HMMMMaaiUMMMMMU^^M ■- 01d. te’j twll«s «u mb wijavingcrl de N. V. De Drie Provinciën en B. en W. dezer gemeente, omtrent den verkoop van dien grond, om deze te ontginnen en daardoor aan tal van arbeiders in deze omgeving werk te verschaf fen, zijn vrijwel op het doode punt gekomen. Ds. van Lonkhuizen te Hoornsterzwaag en Ds. Pijnacker Hordijk te Nijehorne, beheerders der Pastoralia (deze instelling bezit verreweg het grootste deel van het complex heide) vroegen volgens het oordeel der N. V. voor de heide een te hoogen prijs. Er werd door genoemde heeren weer met de N. V. en het Gemeentebestuur vergaderd; de heeren wenschten ook tegen taxatie van een deskundige de gronden niet af te staan. Ook zijn zij niet genegen zich neer te leggen bij de uitspraak van drie deskundigen, een te benoemen door de heeren der Pastoralia, een door de N. V. en de derde te benoemen door den kantonrechter. Alle verdere pogingen om tot een minnelijke schikking te geraken misluk ten; zoodat nu wel tot onteigening zal moeten worden overgegaan. Daarmede is echter min stens zeven maanden gemoeid, zoodat in’ den aanstaanden winter van deze werkverschaffing wel niet meer zal kunnen komen. De werklooze arbeiders in Jubbega en omgeving, en hun aan tal is eiken winter groot, zullen nu ver van hun woonplaats, in de Boornbergumer Petten of elders aan den arbeid gesteld moeten worden. Wat bij meerdere samenwerking in de onmid dellijke nabijheid had kunnen plaats vinden. HIBÏÏWË SNEEZER CQDRABT Uns Genoegen. Naar wij vernemen is door het Reciteergezel- schap „Ons Genoegen” in studie genomen het blijspel „Vluchtelingen”, door Henri ’t Sas, schrijver van het blijspel „Peper”, waarmede dit Gezelschap het vorig jaar ten tooneele ver scheen. Wij verwijzen gaarne naar een te dezer zake in dit nummer voorkomende advertentie. De Nieuwe Waterweg. Zondag was het 60 jaar geleden, dat wij len Koning Willem lil op plechtige wijze de werkzaamheden deed aanvangen voor den toen te graven Nieuwen Waterweg nabij; Hoek van Holland. Op 21 Augustus 1863 was het maken van een deel van het noordelijk hoofd uitbesteed geworden, terwijl op 21 Oct, 1866 op plech tige wijze de eerste spade duingrond werd gestoken door den Koning. .Op 26 Novem ber 1868 werd de doorgraving in gemeen schap met de Noordzee gebracht en in Sep tember 1870 gingen de eerste visschers- vaartuigen den Waterweg uit, op 9 Maart 1871 gevolgd door het eerste stoomschip, 31.1. de „Richard Young” (Harwichlijn), Autobusdiensten. Gedeputeerde Staten van Friesland heb ben besloten, zich omtrent de gedragslijn, welke gevolgd dient te worden bij het ver- leenen van vergunningen voor autobus diensten, te laten voorlichten door een commissie van deskundigen en belangheb benden, bestaande uit vertegenwoordigers van: de afdeeling Friesland der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten, het ge meentebestuur van Leeuwarden, de directie der Nederlandsche Spoorwegen, de Neder landsche Tramwegmaatschappij, den Bond van bedrijfsautohouders, den Nederland- schen Bond van autobusondernemers, de Friesche Maatschappij van Landbouw en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland. Mede hebben in de commissie zitting enkele leden van Gedeputeerde Sta ten en de hoofdingenieur van den provin cialen waterstaat. SCHOTERLAND, 1 Nov. De onderhandelin- welk laatstgenoemd stoomschip met vele gen tusschen de eigenaren van een complex I passagiers aan= boord het vaarwater plech- heidegrond (ongeveer 80 H.A.) te Jubbega en fjg opende. Op 19 Maart werd de riviermonding be tond. De doorgraving was 4300 M. lang, met 10 M. bodembreedte en een diepte van 2 M. bij laag water. Later kwamen allerlei tegenslagen door de onvoldoende uitslijping van den water weg door de zeestroomingen en men begon daardoor van een mislukking te spreken. In 1873 was nog slechts 4 M. diepte, terwijl de geheele oorspronkelijk geraamde som verwerkt was. In 1877 was 12>/2 millioen besteed plus 3.4 millioen in de uitvoering, tezamen ongev. 2J/2 maal de geraamde kos ten, terwijl de riviermond slechts een diepte van 3*/2 M. bij laag water had. In 1881 wer den de werken onder Leemans hervat en in 1896 voltooid, waardoor de Waterweg een diepte van 8 M. aan de monding en min1- stcns 6J/2 M. op de rivier verkreeg. Benoemd tot gemeente-opzichter van Gaasterland, de heer Tj. van Dijk, opzichter- teekenaar bij de gemeentewerken te Sneek. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk dagen tusschen lll/2 en 12!/2 uur, de navolgen de voorwerpen als gevonden gedeporteerd op 1 November 1926: schooltasch; boodschapstasch; huissleutel; paar klompen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge vonden aangegeven op 1 November 1926: R.-K. gebedenboekje, B. Zeldenrust, 2e Selfhelpstraat 15; zilveren horloge met nikkelen ketting, W. Modderman, Boschstraat 3; schroevendraaier, Tj. Koopmans, Balthusstreekje 4; paar wanten, J. Coen, Smidsbuurt 5; streng witte parels, J. Nota, 3e Woudstraat 6; zakmesje, S. de Groes, 3e Woudstraat 3; mantelceintuur, K. Greidanus, le Zomerrakbuurt 30; zilveren lepeltje, J. Zweitzer, Jachthaven 7; kinderwant, H. L. de Moedt, Priorstraat 30. AKKRUM, 31 Oct. Bij ’t voetbalspel tusschen Joure I en Akkrum II gehouden alhier, had een der spelers van de club Joure het ongeluk zoo danig te vallen, dat hij een been brak. Het spel werd gestaakt, en de getroffene bij den dokter binnengedragen. L. C. Abonnement: per jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentlën9 et.’ p. regel. Inge zonden mededeellngen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentlën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT TC sid. Mj vari'e* •8 van «<>n vinger aan eetlust slechte spijsvertering, schele hoofdpijn, prikkelbaarheid, ver- stopping, maagpijn en 7 hartwater, genezen spoedig na gebruik van Foster's Maag- pillen, het tonische I» laxeermiddel. Foster’s Maagpiüerr Alom verkrijgbaar a f 0.65 per flacon- financiën, den heer Francqui, en de Duit- sche heeren, met wie deze de besprekingen gevoerd heeft. Zonder twijfel zullen zij zich herinneren, dat de heer Francqui begonnen is de Duitschers te vragen naar hun ge neigdheid om Antwerpen bijzonder te be- voordeeien, een onderwerp dat van de baan raakte doordat de Duitschers er beslist niet aan wilden, wat stellig niet uit liefde tot Rotterdam is geschied. Na zijn dementi nemen wij gaarne aan, dat de heer Vandervelde niet van deze be spreking geweten heeft. Zelfs echter, als minister Francqui zonder medeweten van zijn collega’s ’t onderwerp ter sprake heeft gebracht, vermindert dit niets aan de betee- kenis, die zijn optreden als waarschuwing voor ons heeft. Dat er geen opeplijke onderhandelingen over Eupen en Malmedy hebben plaats ge had, was ons, zooals ieder ander, bekend. Het doet ons genoegen, dat de heer Van dervelde in deze niet verder gaande de menti’s op zijn rekening neemt. Wij moeten zijn verwijt terugwijzen, dat wij „op het laatste oogenblik nog stemming maken tegen het verdrag.” De heer Vander- Velde bevindt zich daarmede in zijner on waardig gezelschap. Ai onze publicaties over het verdrag, die men het karakter van onthulling heeft toegekend, zijn door ons gepubliceerd onmiddellijk nadat zij ons in handen waren gekomen. Wij stellen er prijs op den heer Vander velde te verzekeren, dat van onzen kant al les is geschied om te voorkomen, dat de beslissende factoren in dezen zouden wor den misleid of zelfs maar afhankelijk zou den zijn van onze subjectieve opvatting der ons geworden mededeeling. Wij hebben ter bevoegde plaatse vertrouwelijk kennis ge geven van de wijze, waarop en den vorm waarin het door den heer Vandervelde ge wraakte bericht ons heeft bereikt. Meer konden wij uiteraard niet doen, maar dit leek ons alleszins voldoende. Ook in Berlijn ontkent men volgens de Tel. dat officieele onderhandelingen over Eupen en Malmédy zijn gevoerd. leuer Duitscher en Belg, die tot ootdeelen bevoegd is, weet, dat het een onmogelijke eisch is, dat Duitschland aan Antwerpen ten koste van Hamburg en Rotterdam voor deelen' zou verstrekken. In de eerste plaats verzetten de Duitsche binnenlandsche be langen zich daartegen en vervolgens zou ’t een streep beteekenen door de traditioneele politiek, die Duitschland jegens Nederland voert. Slechts onder den dwang van Ver sailles moest Duitschand een oogenblik van deze houding afwijken, maar vrijwillig zal het dat nooit doen. Donderdagavond heeft ’t oud-Kamerlid Colijn te Amstelveen gesproken over ’t ver drag. Spr. bezag de kwestie uit economisch, militair en internationaal oogpunt. In 1839 waren beider belangen geregeld en beider rechten verzekerd, wel niet met volle overeenstemming, doch men legde er zich bij neer. Spr. wees er dan op, dat bij aanneming van het verdrag de zeggenschap van Ne derland over de Schelde in het gedrang komt. Spr. ging ook nog na hoe de totstandko ming van het verdrag te verklaren is en meende dat het annexionistisch streven van België er niet vreemd aan zou zijn. Toen België zijn hoop op gebiedsuitbrei ding door annexatie van Limburg en Zeeuwsch-Vlaanderen de bodem zag inge slagen, omdat de groote mogendheden daar niet van wilden weten, toen had men toch de meening, dat België iets moest hebben. Spr. meende, dat hoe men het ook be kijkt, het verdrag niet te aanvaarden is, het biedt ons hoegenaamd geen voordeelen, maar louter nadeelen. En hoewel spr. ook internationaal voelt en zich ten aanzien daarvan geheel aansluit bij Minister Van Karnebeek, toch mag ons internationaal voelen niet zoover gaan, dat onze nationale belangen in verdrukking komen. Het is te begrijpen, dat het ook bij eene overeenkomst wel eens geven en ne men is, doch hier is de kwestie zoo dat Ne derland zoo goed als alles geeft en België alles neemt. Hoewel spr. de kwaliteiten van Minister Van Karnebeek hoog aanslaat, meende hij toch dat dit verdrag door ons niet moet worden geaccepteerd. Het staat voor hem vast, dat als dit verdrag, geboren in de sfeer en in den tijd, die voor ons land on gunstig was, nu nog moest worden ge maakt, 't ook door Minister Van Karnebeek nimmer zou zijn tot stand gekomen. Spr. wees er op, dat ook van Ant.-Rev. zijde te weinig aandacht aan dit verdrag is geschonken. Dat men de kiezers ook hier over had moeten voorlichten. Spr. hoopte dat de anti-rev. Kamerclub zich in haar geheel tegen het v'erdrag zal verklaren. De vergadering nam een motie aan, die ter kennisneming van de Kamerclub zal worden gebracht en waarin de wenschelijk- heid wordt uitgesproken dat de Kamer het verdrag niet zal goedkeuren. sla. bij vuiiw cn van mb duim. vu De vermiste logger K. W. 148. Blijkens het door den schipper van den Vlaardinger logger „103” te-Katwijk bij den terugkeer van de haringvisscherij uitge brachte rapport wordt thans als vast staande aangenomen, dat ook het logger- vaartuig K. W. 148 van de N. V. Katwijk- sche Reederij en Harin^iandel v. h. A. den Duik te Katwijk aan Zee, waaromtrent het uitblijven van berichten in Katwijk reeds enkele dagen ongerustheid wekte, bij de laatste stormen schipbreuk heeft geleden, waarbij de geheele horman ning uitsluitend bestaande uit Katwijkers om het leven moet zijn gekomen. Bovengenoemde schipper toch heeft bij de Doggersbank breels (netten), afkomstig van de K. W. 148, opgevischt, terwijl in die omgeving ook tonnen drijvende werden aangetroffen. Vooral door dit laatste wordt het vergaan van het schip als een feit be schouwd en wordt daarmee de hoop, dat ’t vaartuig nog zal terugkeeren, de bodem ingeslagen. In verband hiermee is reeds een der pre dikanten aangewezen om de betrokken familieleden op deze ontzettende ramp voor te bereiden. De opvarenden zijn: schipper C. van Bee- len, stuurman C. Blok, Krijn, Groen, K. de Haas, D. van der Plas, C. Zwanenburg, H. Messmaker, A. Vlieland, A. Hoek, A. de Best, J. Kuyt, A. v. d. Marei. Een gestoorde debatavond. Tijdens een debatvergadering te Amster dam, in de Vrije Gemeente gehouden, op initiatief van de vredesgroep Amsterdam, waar het onderwerp; „Is dienstweigering gewetenseisch?” werd behandeld, kwam ’t tot een incident. De beide sprekers ds. H. C. Bartel (pro) en dr. P. H. Ritter uit Utrecht (contra) wa ren in onderling overleg overeengekomen, dat bij loting zou worden bepaald, wie het eerst zou spreken, en dientengevolge voerde dr. Ritter het eerst het woord. Aanvankelijk had de vergadering een rustig beloop, tot het oogenblik, dat spreker betoogde, dat de consequentie van dienst weigering zou zijn, weigering om belasting te betalen. Hij voegde daar de opmerking aan toe, dat hij persoonlijk graag zijn be lasting betaalde, omdat een groot deel van het geld werd besteed voor den steun aan werkloozen. Dit had tengevolge, dat een aantal in de zaal aanwezige werkloozen hardop begon te lachen. Dr. Ritter vatte hierop vlam en protes teerde met klem tegen het feit dat er een hoongelach opging, als hij hier in dezen kring getuigde-van zijn gemeenschapszin. Dit bleek echter olie op het vuur en de in terrupties en protesten ware'n nu niet meer van de lucht, waarop de spreker steeds hef tig reageerde. Tenslotte deed de kreet „hui chelaar” den beker overloopen; met de ver klaring, dat hij niet langer wenschte te spreken voor een gehoor, dat twijfelde aan zijn goede trouw, verliet hij de zaal. Nadat de voorzitter stilte had verkregen, sprak hij zijn leedwezen uit over het ge- beurde en hekelde het scherp dat menschen, die zelf zeggen den vrede te willen, niet eens zelfbedwang genoeg hebben, om een tegenstander vreedzaam zijn meening uit te laten spreken, er daarbij op wijzend, dat zij daarmede de zaak van den vrede slechts denkbaren dienst bewezen. Vervolgens voerde de tweede spreker, ds. H. C. Bartel, nog het woord en had de ver gadering verder een volkomen rustig be loop. Een incident op een kerkhof. Op de algemeene begraafplaats te Bleijerheide (gem. Kerkrade) zou de ter aardebestelling plaats hebben van het stof felijk overschot van vrouw P., van Duitsche nationaliteit, te Kerkrade overleden'. De vrouw was Evangelisch, doch in jaar en dag niet in de kerk geweest. Ze leefde ge scheiden van haar man. die in Aken woonde. Op verzoek zou ds. V. bij de be grafenis tegenwoordig zijn. Het was reeds 11 uur, doch op of in> de nabijheid van het kerkhof was niets te zien, wat op een be grafenisstoet geleek. De dominee, die reeds langer dan een uur in de koude had staan wachten, ging naar huis. Later kwam men hem nog verzoeken, om bij de begrafenis tegenwoordig te zijn, doch hij ging niet op die verzoeken in, te meer; waar hij vroeg in den middag in de nabijheid van Valkenburg moest zijn. Tevergeefs beproefden de fami lieleden' nog een anderen dominee, o.a. die van Terwinselen te krijgen; deze was niet thuis. Daarop werd den rector der paters Franciscanen te Bleijerheide verzocht, de begrafenisplechtigheden te verrichten. On derwijl was het tusschen licht en donker geworden; de lijkkist stond nog steeds bij de geopende groeve. Op last van den ge- waarschuwden burgemeester werd het lijk overgebracht naar het lijkenhuisje, waar ’t den nacht verbleef. De dominee had naderhand laten weten, dat hij den volgenden morgen half 9 de ter aardebestelling zou verrichten. Toen hij vóór half 9 kwam, waren de familieleden reeds present. Nadat de kist in de groeve was gedaald, richtte hij woorden tot de om standers. Deze woorden schenen allesbe halve in goede aarde te vallen, want enkele familieleden' begonnen te interrumpeeren, luider en heftiger. De dominee, die de be grafenis niet als een gelegenheid tot debat beschouwde, maakte een einde aan zijn toe spraak, waarop hij met de vuisten van en kele familieleden kennis maakte en de pa- rapluies als strijdknotsen dreigend werden gezwaaid. Het was tijd, dat ds. V. ’t kerk hof verliet, want de menschen waren zeer strijdlustig. Ze joelden hem na, uitten nog allerlei liefelijkheden aan zijn adres. De herrie op het kerkhof had vele nieuwsgie rigen van allen kant doen toestroomen. Het verdrag met België. In eene verklaring tot de vertegenwoor digers der pers zei de Belgische minister Vandervelde, inzake het Nederlandsch Belgisch verdrag het volgende: Gij weet, hoe zeer ik wensch, dat het verdrag door het Nederlandsche Parlement wordt aangenomen en wel misschien nog minder wegens de economische voordeelen, die het verdrag biedt, dan wel uit het oog punt, dat mijn Nederlandsche ambtgenoot zoo goed heeft uiteengezet in zijn memo randum, welks inhoud de Times zooeven in herinnering heeft gebracht. De minister geeft dan in het kort den in houd van dit memorandum weer en ver volgt dan: Ik ben het geheel met hem eens behalve op het punt, dat volgens hem het verdrag voordeelig voor België zou zijn. Zoo het al voordeelen voor België oplevert, dan zijn deze aan den anderen kant gecom penseerd en worden Rotterdam en Antwer pen op denzelfden voet behandeld. Men kan inderdaad volhoudeh, dat behalve reden van goede nabuurschap en economische re denen er internationale redenen tot goede verstandhouding tusschen Nederland en België bestaan. Op het oogenblik echter, dat het verdrag in de Tweede Kamer in behandeling zou komen, nemen belangrijke pers-organen in Nederland een houding aan, waartegen een krachtig protest onzerzijds past. De minister noemt dan met name het ar tikel in de N. Rott. Crt. van Donderdag avond en vooral een passus, waarin het blad volhoudt, dat bij de onderhandelingen tusschen België en Duitschland over de te ruggave van Eupen en Malmedy, België aan Duitschland voorstelde, om als tegen prestatie o.a. een zeer vérstrekkende rege ling ten gunste van de haven van Antwer pen te doen voorkomen. Het blad voegde daaraan toe, dit te zul len velhouden, ook al zou het van Belgische zijde worden tegengesproken. Minister Vandervelde komt tegen deze wijze van handelen op. Hij verklaarde ten stelligste, dat nooit onderhandelingen tus schen België en Duitschland inzake Eupen en Malmédy hebben plaats gehad. Evenmin is er ooit officieel noch officieus sprake ge weest van een voorkeur-regime voor de Antwerpsche haven. Mijn dementi, zoo besloot de minister, is categorisch en ik kan niet genoeg protes- teeren tegen een handelwijze, die op het oogenblik, dat de beraadslagingen over het verdrag zullen beginnen, er op gericht is, om een voor deze beraadslagingen ongun stige atmosfeer te scheppen. De N. R. Crt. teekent bij deze verklaring aan: Het spijt ons te moeten constateeren, dat de Belgische minister van buitenlandsche zaken in deze onvoldoende blijkt ingelicht. Laat hij zich wenden tot zijn collega van men spoedig met Postkantoor Sneek. Lijst van onbestelbare brieven en briefkaarten, van welke de afzenders onbekend zijn, terug ontvangen in de 2e helft van October 1926. Brieven Binnenland. Postbox 18, Heerenveen; Prijsvraag Redacteur Geïll. Stuiversblad, Utrecht, 2 stuks; Raad van Arbeid, Leeuwar den; Mevr. Wierda, Leeuwarden. Briefkaarten Binnenland. H. Houtman, Steen bergen. Door de politie alhier is aangehouden een 16-jarige dienstbode wegens diefstal van een gouden broche, waarop 60 brillanten en een parel, ter waarde van f 500. A KOUDUM. Op het concept-begrooting voor 1927 van de gemeente Hemelumer Oldephaert en Noordwolde is f 3300 uitge trokken voor kosten van leerlingen uit die gemeente, die elders hoogere burgerscholen gymnasia of nijverheidsscholen bezoeken. Deze post gaf vele raadsleden aanleiding tot critiek, vooral nu de gemeentebelasting in 1927 al weer hooger zal zijn en ongeveer 12 pct. van het belastbare inkomen zal be dragen. Zuinigheid is dus geboden en deze post voor leerlingen wordt elk jaar grooter, omdat hun aantal grooter wordt. Er werd op gewezen, dat weinig van die leerlingen het eindpunt hunner studie bereiken, en ve len na een paar keer tweemaal dezelfde klasse te hebben doorloopen, verdere stu die staken. Bij meisjes, die H. B. S. of gym nasia bezoeken, is het er vaak alléén om te doen, een zekere algemeene ontwikkeling deelachtig te worden. Dat de gemeentekas daarvan de kosten moet dragen, terwijl de belasting zoo hoog is, vond algemeen af keuring. Men meende dat het meer de plicht van de ouders is deze mee te betalen. Besloten werd, zich tot de regeering te wenden met het verzoek, de gemeente van betaling van die kosten te ontheffen en deze meer te leggen op de schouders van de ouders. Er werd o.m. op gewezen, dat belasting- betalenden met weinig draagkracht bijdra gen in de onderwijskosten van leerlingen van ouders, die financieel veel sterker zijn, en dat gemeentegeld vaak nog doelloos be steed wordt. Valaaas vaorvaaidaa avuMiigikaawB mat da NaliaHdaafe* JI|«aaM» V«rx«« TQAfl a*d. hij lavana- Tftft ksrixes-Hank «e SahladaM si|n ansa Abanni’a «anakavd tagan vngalakkaa vaar *Uvu langs invaliditeit «VU gld.ingavalvuavai- |CA gld. ÖfJ verliu vu TC ll|daa blnnsn S0 d. luw Ma hand, vaat al aag I v Begrafenis Boukje van der Horst. Gistermiddag werd op de Algemeene begraaf plaats ter aarde besteld het stoffelijk overschot van mejuffrouw Boukje van der Horst, in leven ambtenares ter gemeentesecretarie van Sneek, en alhier op 21-jarigen leeftijd overleden. In de stoet welke de baar ter begraafplaats volgde, merkten wij o. a. op de burgemeester en ont vanger der gemeente en ’t personeel der secre tarie. Aan de groeve nam de burgemeester 't woord en zeide ongeveer het volgende: Opnieuw rust op mij de treurige plicht de laatste eer te be wijzen aan iemand, in dienst der gemeente. Thans geldt het een ambtenares die op jeugdi gen leeftijd aan haar werkkring is onttrokken. Voorzeker hadden wij ons niet kunnen denken, toen zij in het voorjaar haar taak weer met moed opnanf, dat dit leven zoo spoedig ten einde zou zijn. Het is moeilijk voor ons er ons in te denken dat in het vervolg haar plaats ter secretarie niet meer door haar'zai worden inge nomen, een plaats waarin zij zich door haar ijver, plichtsbetrachting en hulpvaardigheid aller sympathie en veler vriendschap verwierf. Moge het voor de moeder en verdere naaste bloedver wanten een kleine troost zijn dat hare nage dachtenis bij ons steeds in aangename herinne ring zal worden gehouden. De heer Ds. Koopmans, wiens gewoonte, het anders niet is aan het graf te spreken, wil, nu zoovelen. hier aan dit graf zijn geschaard, hier toch een enkel woord zeggen. In het sterfhuis heeft spr. het reeds over haar gehad, wier stof felijk overschot hier aan de aarde wordt toe vertrouwd. Zij behoorde tot de meisjes, die dg. waarheid van Gods Woord zoeken en onderzoe ken en er op uit zijn ’n toenemende kennis dezer waarheid deelachtig te worden, wat ons zalig kan doen leven en sterven. En naar wij mogen gelooven, heeft dat zoeken der waarheid voor haar vrucht gedragen, want zij getuigde ook op haar sterfbed in het zoenbloed van Jezus verlos sing gezocht en gevonden te hebben. Spr. zou hier allen, naar aanleiding van dit heengaan wel willen toeroepen: „Gedenk te sterven”, maar nog veel meer: „Gedenk te leven”. Te laat is het wanneer God alleen wordt gezocht bij het sterven, God gaf ons dit leven om Hem tijdens dat geheele leven te zoeken. Gedenk te leven, zóó dat gij allen welgetroost kunt leven maar ook sterven, en dat kan als wij in heel ons leven van ellende en zonde troost zoeken bi. God. Een der bloedverwanten, de heer van der Heide, dankte geroerd voor de goede woorden hier gesproken en voor de treffende bewijzen van deelneming van zoovele zijden ontvangen. Eenige kransen dekten de kist, waaronder van burgemeester, secretaris en personeel der secretarie.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1926 | | pagina 1