Bran den burgh Co.,
4n®» 150,
Nieuwstijdingen.
Historische figuren.
-=□.=-
- annex SNEEKER COURANT an WYMBRITSERADEEL
1
Mui ui Orgm hi limiw hul
VanMh|*>
iJIMIUAÖIo VKlJDAttKAVe>D«
V,
lEDEIIinilSCIIE HYPOTHEEIBAKr
opgericht te VfiBndaBl in 1890
Directie Mr. M J BOS en
Mr J. WILKENS
4V2°|o Pandbrieven a 100 °|o
voor omwisseling van 6% pandbrie
ven is de koers
Vs °|o lager.
GELDEN BESCHIKBAAR I
ZATERDAG 8 JARUARI I8Z7
43a JAARGA8G
Eerste Mart
■o. 39
3
I
H
MCEDEP
DE 8UNDÈREN
verölqden zich -ner nel lezen der leerrijke en
ooeiende reisverhalen, beschreven in de mooie
Albums «A/elke zij gratis ten qeschenke onh/anqen
Allen
ZiJN OPGETOGEN ©VED
op billijke voorwaarden.
L. C.
Volgens voorwsarden overeengekomen met de Holl»i>d»ch» Algemeen» Verxe-
e Rank Schiedam sim onse aborné’s veisekerd tenen onaelnkken voor AVvv
7R gld. bij verlies CA
I v van een duim, v v
kering*-Bank «e Schiedam sijn onse aborné’s versekerd tegen ongelukken voor
teraad te Sneek.
Een
6.000.000
DUQUESNE.
De knoeierijen te St. Philipsland.
Voor de rechtbank te Breda hebben te
recht gestaan C. v. B., gemeentesecretaris
en -ontvanger van St. Philipsland, en L. N.,
ex-burgemeester van die gemeente, thans
wonende te ’s Gravenhage.
De secretaris wordt bescz.ildigd van ver-
valsching van de notulen eener vergadering
van B. en W. en van het register over 1925
/26 der kaaigelden en van het vernietigen
van deze registers' over 1921-25.
De ex-burgemeester had zich te verant
woorden omdat hij den kademeester zijner
gemeente diens register van liggelden zou
nebben doen vervalschen, door een bedrag
aan liggeld niet te doen opnemen, wat een
nadeel van pl. m. f 200 of f 400 kon veroor
zaken.
Eerst werd de zaak tegen den secretaris
behandeld.
Bij het verhoor van verdachte verklaarde
deze, dat de knoeierijen in 1921 waren be
gonnen. Verschillende uitgaven, zooals de-
pld. ii geval van over
lijden bitnen 30 d.
gld. bij verlies van
een wi svirger-
3IBUWE SSEEEER CODSiUI
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentieën9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hoeger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
I
ia
De voorzitter der Tweede Kamer-fractie
van den Vrijheidsbond.
Prof. mr. A. van Gijn is door de liberale
Tweede Kamerfractie tot haren voorzitter
benoemd en zal dus als zoodanig in de
plaats van wijlen mr. H. C. Dresselhuys tre.-
den.
onthaal) zich op een pijpje van tqn jeiiefkoosae rapah
qentet van de heerlijke qeur der 5TE.PTABAA
Besmettelijke veeziekten.
Gedurende de maand December jl. zijn in
deze provincie de volgende besmettelijke vee
ziekten geconstateerd:
mond- en klauwzeer bij 76 veestapels in de
gemeenten Achtkarspelen, Ameland, Baardera-
deel, het Bildt, Dantumadeel, Ferwerderadeel,
Franekeradeel, Haskerland, Hem. Oldephaert,
Hennaarderadeel, Idaarderadeel, Leeuwardera-
deel, Menaldumadeel, Oostdongeradeel, Oost-
stellingwerf, Opsterland, Schoterland, Smallin-
gerland, Tietjerksteradeel, Weststellingwerf, en
Wymbritseradeel;
schurft bij 6 stuks vee van een veehouder in
de gemeente Idaarderadeel;
rotkreupel bij 8 schapen van 2 veehouders
in de gemeenten Gaasterland en Weststelling
werf;
miltvuur bij 7 stuks vee van 7 veehouders in
de gemeenten Achtkarspelen, Hem. Oldephaert,
Ooststellingwerf, Rauwerderhem, Westdonge-
radeel en Wymbritseradeel.
voorz. van de Fr. Mij. van Landbouw te
Huizum, aftr.; 3. G. Boelens, lid van den
raad van Smallingerland te Drachten; 4. H.
Veenbaas, directeur van den Gezondheids-
1 UIVXIOL VVXXJX VVV XXXI L 1 I.JIUIIM XV- V. V V LX VV CXX VX vxl
en 5. D. Zuiderbaan, lid van den Gemeen-
f li ci. i r>
De Staten-verkïezing.
Na gehouden referendum zijn op de eer
ste nummers van de candidatenlijst van den
Vrijzinnig Democratischen Bond voor de
aanstaande Statenverkiezing geplaatst de
h.h.: J. J. G. S. Falkena, burgemeester van
Ooststellingwerf, aftr.; 2. J. Wuite Jzn.,
dit zeker wel het meest, Duquesne van ge
loof te doen veranderen; eindelijk moest
men echter wel inzien dat alle moeite in
dezen wel moest afstuiten op zijn vastheid
van geloof.
Dat het Duquesne overigens werkelijk
niet aan vaderlandsliefde ontbrak bewijst
ook wel het feit dat hij, niettegenstaande ’t
aanbod dat hij van andere, protestantsche,
landen ontving om bij; hen in dienst te ko
men op aanmerkelijk gunstiger voorwaar
den dan die welke hij in Frankrijk genoot,
hij hierop nooit heeft willen ingaan. Inte
gendeel, hij bleef Frankrijk dienen met de
zelfde energie en moed als altijd door hem
aan den dag gelegd. Frankrijk had toen,
evenals Holland en ook de andere zeeva
rende mogendheden van Europa, zeer veel
te lijden van de zeeroovers, in hoofdzaak
van de Algerijnen. Duquesne werd opge
dragen zoo mogelijk aan deze rooverijen
voor goed een einde te maken. Hij vertrok
naar Tripolis en tuchtigde dit in het jaar
1681, terwijl Algiers in het jaar 1683 aan de
beurt kwam. Mocht het hem al niet geluk
ken aan de zeerooverspraktijken van deze
piraten voor goed een einde te maken, de
tuchtiging welke hij bovengenoemde staten
toediende was toch voldoende om voor-
loopig althans aan de koopvaardijvloten
eenige verademing te schenken.
Zeer veel moeite werd Frankrijk ook ver
oorzaakt door Genua. Dat Duquesne ook
deze machtige stad, zij het ook na betrek
kelijk veel moeite, eindelijk tot onderwer
ping bracht, vormde voor hem als het ware
een kroon op zijn loopbaan van vloot
voogd; terwijl deze onderwerping voor
Frankrijk eene ware verlichting was.
Loop der bevolking der gemeente Sneek.
De bevolking dezer gemeente bestond op
31 December 1925 uit: 6986 mannen en 7395
vrouwen; totaal 14381 zielen. Zij vermeer
derde door geboorte met 153 mannen en
met 138 vrouwen; door vestiging met 459
mannen en met 583 vrouwen; totaal 612
mannen en 721 vrouwen. Zij verminderde
door overlijden met 81 mannen en met 76
vrouwen; door vertrek met 466 mannen en
met 563 vrouwen; totaal met 547 mannen
en 639 vrouwen. Zoodat de bevolking op 31
December 1926 bestond uit 7051 mannegen
7477 vrouwen; totaal 14528 zielen,
vooruitgang dus van 147 zielen.
De Dienstknecht in het Huis.
Het 1. v. A. O. heeft alle eer gehad van
zijn pogen hier ter stede een prima too-
neelvoorstelling te doen geven en ’t moge
lijk te maken, dat deze ook toegankelijk
was voor velen die wegens de hooge
entrée’s daarvan gewoonlijk zijn uitge
sloten.
De Harmoniezaal was Dinsdagavond
stampvol toen het „Vereenigd Tooneel”
Kennedy’s moraliteit „De Dienstknecht in
het Huis” opvoerde en men heeft genoten
van het sublieme spel en de diepe inhoud
van dit stuk, die dank zij de behandeling
door ds. Banning in z’n Maandagavond-
bijeenkomsten voor de aanwezigem zeker
veel in beteekenis heeft gewonnen.
Alle medespelenden hebben schitterende
tooneelkunst gegeven. Ontroerend was in ’t
derde bedrijf de scène tusschen Mary en
haar vader, die dank zij het spel van Ninni
Buijs en Albert van Dalsum tot ’n juweeltje
werd. Ook Kommer Kleijn en Sara Heijblom
gaven prachtig spel als William Smith en
Martha en Verkade (als Manson) was Ver-
kade!
Moge ’t I. v. A. O. meer dergelijke avon
den kunnen geven!
Te Haarlem slaagde Woensdag jf. voor
het diploma Heilgymnastiek en Massage onze
vroegere stadgenoot, de heer A. Ras, thans te
Amsterdam.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe
Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk
dagen tusschen Il'/a en 12*4 uur, de navolgen
de voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 6 Januari 1927:
Zwarte boa, ijzeren petroleumvat, houten
vat.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge
vonden aangegeven op 6 Januari 1927:
Beurs m. inhoud, R. de Vries, Swartsbuurt
13; vulpotlood, T. Siderius, Ged. Poortezij-
len 2; R.-K. gebedenboekje, J. Cnossen,
Boschdw.str. 11; boodschaptasch inh. beurs
met inh», W. Ratsma, Badhuisgracht 1.
Geslaagd voor het examen boekhou
den van de Vereeniging van leeraren in het
ter doormaakte tijdens de minderjarigheid
van Lodewijk XIV was geenszins naar den
zin van den jongen zee-officier; de gelegen
heid om zich te onderscheiden werd hem te
gering en kort en goed bood hij zijn dien
sten aan Zweden aan, welk land toen voort
durend in oorlog was .met Denemarken.
Zijne diensten werden maar al te gaarne
door dit land aanvaard en binnen betrekke
lijk korten tijd was hij in Zweedschen
dienst zelfs opgeklommen tot den rang
van vice-admiraal. In het jaar 1643 slaagde
hij er in de Deensche vloot bij Gotenburg
totaal te verslaan. En, niettegenstaande de
hulp van Hollandsche zijde wist hij Dene
marken tot den voor dit land zoo ongun-
stigen vrede van Brömsebro te dwingen
(1645).
De meening is wel eens vernomen dat
Duquesne toch eigenlijk niets anders dan
een avonturier was en dit in verband met
zijn dienstnemejr in Zweden. Dit is echter
geenszins juist. En de wijze, waarop Du
quesne zijn vaderland onmiddellijk zijn
diensten weer aanbood toen het deze noo-
dig bleek te hebben, is hiervoor wel het
beste bewijs. In het jaar 1650 toch bleek
Spanje maar al te gaarne bereid om de op
standig geworden inwoners van Bordeaux
te ondersteunen. Frankrijk was op een zoo
danige aanval van Spanje vanuit zee geens
zins voorbereid, en het feit, dat de toen be
schikbare Fransche vloot in hooge mate on
voldoende was om hier krachtig in te grij
pen, terwijl bovendien eene mogelijke
Spaansche landing zeer zou worden verge
makkelijkt door de opstandige inwoners
van Bordeaux, deed Frankrijk in eene
hoogst hachelijke positie verkeeren.
Toen kwam Duquesne te hulp en gaf
hiermede wel het duidelijkst bewijs van zijn
vaderlandsliefde. Onmiddellijk nam hij ont
slag uit den Zweedschen dienst; bekostigde
uit eigen middelen (de diensttijd in Zwe
den had hem tot een vrij; vermogend man
gemaakt) het in gereedheid brengen van een
eskader, en stevende hiermede naar Bor
deaux. Inderdaad mocht het hem gelukken
de inwoners hiervan spoedig tot onderwer
ping te brengen, waardoor hij tevens een
mogelijken inval van Spaansche zijde voor
kwam. Duquesne trad daarop voor goed in
Franschen dienst.
In de jaren 1672 en 1673 streed hij tegen
Michiel Adriaansz. de Ruyter en Maarten
Harpertsz. Tromp in het Kanaal en in de
Noordzee. Wel is waar was het Duquesne
niet mogelijk om hier beduidende voordee-
len op deze beiden te behalen, maar hier
tegenover zij opgemerkt, dat Duquesne over
een vloot beschikte, welke doorgaans zoo
wel in aantal schepen als in „kwaliteit” ver
bij de Hollandsche vloot achterstond, ter
wijl bovendien de medewerking welke de
Fransche regeering hem in die dagen ver
leende, toch minstens genomen onvol
doende mocht worden geheeten. Dat Du
quesne niettegenstaande deze nadeelen,
mannen als Tromp en De Ruyter toch de
gedachte wist bij; te brengen dat zij met
een tegenstander te doen hadden waarmede
geenszins te spotten viel, pleit zeer zeker
voor zijne bekwaamheid als vlootvoogd.
Toen het gerucht in Frankrijk de ronde
deed, dat de inwoners van Messina tegen
de Spaansche regeering in verzet gekomen
waren, besloot eerstgenoemd land Spanje
met gelijke munt te betalen ten opzichte
van Messina als dit rijk het Frankrijk eens
had willen doen ten aanzien van Bordeaux.
Duquesne werd opgedragen de inwoners
van Messina te gaan ondersteunen en met
een betrekkelijk kleine vloot zeilde hij hier
toe naar de Middellandsche zee.
In de straat van Messina aangekomen,
ontmoette hij daar echter de Hollandsche
vloot onder admiraal De Ruyter. Een vast
staand feit is het dat het toen bij de kust
van Catanea tot een treffen kwam (1676).
Volgens Fransche meening eindigde dit
treffen in een schitterende overwinning
voor de Fransche vloot. Van Hollandsche
zijde wordt echter beweerd, dat de uitslag
van het gevecht onbeslist bleef. En deze
laatste meening lijkt daarom alleen reeds
aannemelijker, wijl heel kort daarop de
Fransche vloot in de Middellandsche Zee
totaal door de Hollandsche werd vernield.
Zooals algemeen bekend mag worden ver
ondersteld, sneuvelde in dezen slag Neder
land’s grootste zeeheld De Ruyter. Boven
genoemde slag welke in het gezicht van de
Etna plaats vond, vormde de eerste wer
kelijk groote nederlaag door Duquesne ge
leden. Een nederlaag welke dan ook zooda
nig volkomen was, dat zij Frankrijk’s macht
in de Middellandsche Zee totaal brak.
Toen Duquesne den Zweedschen dienst
verlaten had en weer aan Frankrijks zijde
was teruggekeerd, had dit laatste land goed
gevonden dat hij den zelfden rang (dus die
van vice-admiraal) op de Fransche vloot
zou innemen als hij op de Zweedsche vloot
bekleedde. Duquesne bleef echter vice-
admiraal en werd niet meer in rang ver
hoogd. Lodewijk XIV toch, hoezeer hij Du
quesne bewonderde en achtte, zag er be
zwaar in hem tot opperbevelhebber van de
Fransche vloot te benoemen en dit wel uit
sluitend in verband met ’t feit dat Duquesne
Calvinist was. Weliswaar werd hij beloond
en gevierd door de Fransche regeering en
het Fransche volk voor zijne bewezen dien
sten; weliswaar ontving hij van zijn koning
als belooning voor deze diensten ’t kasteel
Bouchet bij Etampes en den titel van mar
kies, doch als gezegd, den rang van opper
bevelhebber werd hem niet gegeven, terwijl
er toch niemand in Frankrijk was die daarop
meer recht kon doen gelden als Duquesne.
Dit hinderde intusschen Lodewijk XIV
zelf ten zeerste en hij van zijn kant heeft
niets onbeproefd gelaten om Duquesne tot
het katholicisme over te halen. Maar tever
geefs. Niettegenstaande de koning hem in
ruil daarvoor den maarschalkstaf aanbood
bleef Duquesne volharden bij zijne weige
ring om van zijn geloof afvallig te worden.
Het pleit wel zeer voor de standvastigheid
van karakter en van geloof van Duquesne,
dat deze hierop niet inging. Juist ook in
verband met zijn protestant-zijn werd zijne
positie er in Frankrijk (waar ’t aantal pro
testanten zeer klein was) niet beter op en
het valt des te meer te waardeeren in Du
quesne dat hij niettegenstaande alles zijn
geloof trouw bleef, daar waar dit hem toch
niets als moeite en onaangenaamheden be
zorgde en hij, door naar de katholieke kerk
over te gaan, zeer zeker zou zijn gestegen
tot den eersten man van Frankrijk.
Intusschen werd de positie der protes
tanten er niet beter op in Frankrijk. Vrijwel
overal werd met de grootst mogelijke zorg
rekening gehouden met het feit dat geen
protestant in Frankrijk eenige leidende
functie uitoefende. En dit alles waar de
Fransche regeering nog wel bij het Edict
van Nantes algeheele vrijheid van gods
dienst had toegestaan. Dit Edict werd ech
ter spoedig opgeheven en allen protestan
ten werd kort en goed te verstaan gegeven
in den kortst mogelijken tijd den Franschen
bodem te verlaten. Slechts twee mannen
waren er in Frankrijk, protestanten, die van
deze verbanning waren uitgesloten: Chris
tiaan Huygens en Markies Duquesne. Nog
steeds hoopte men, en Lodewijk XIV hoopte
Den 2den Februari 1688 overleed de mar
kies Duquesne te Parijs op ruim 72-jarigen
leeftijd. Ruim anderhalve eeuw later werd
voor hem een standbeeld opgericht.
Belette uiteraard Duquesne’s geloof hem
om tot den hoogsten rang te stijgen, ’t kon
voor hem geen beletsel worden, om Frank
rijks grootsten zeeheld te zijn. Juist het feit,
dat hij zijn geloof verkoos boven eer en
aanzien, heeft hem ongetwijfeld meer aan
zien en achting geschonken, dan zelfs de
hoogste rang hem had kunnen geven. V.
bewaring schijnt hierop geen voldoende acht te
hebben geslagen, met het treurige gevolg, dat
de ongelukkige dezer dagen aan zijn voorne
mens uitvoering heeft kunnen geven.
De minister van Justitie heeft onmiddellijk,
nadat hij daarvan bericht had ontvangen, een
onderzoek gelast.
De minister steltgroot belang in de vraag
hoe de zelfmoord kon plaats hebben, terwijl
men gewaarschuwd was.
Rotterdam zetel van den Russischen
graan-export.
De Russische Sovjet-regeering heeft,
naar het „Dagbl. v. Rotterdam” meldt,
voor den export van graan een naamlooze
vennootschap gesticht, waarvan de hoofd
zetel te Rotterdam gevestigd is.
Deze vennootschap zal, naar het blad
verneemt, zich vestigen in het nieuwe kan
toorgebouw van de Amsterdamsche Bank
aan den Coolsingel.
De Russische regeering heeft reeds
eenige jaren lang in ons land en speciaal te
Rotterdam een uitgangspunt gezocht voor
haar graanverschepingen.
Wat tob dusver op initiatief van de Sov-
jetregeering aan graanexport naar Rotter
dam heeft plaats gehad, is geschied onder
directe controle van Moskou.
Kopenhagen schijnt als distributiepunt
niet aan de Verwachtingen beantwoord te
hebben, zoodat het zoo goed als zeker is,
dat de Russische regeering de Deensche
hoofdstad als uitvoerstation verder zal uit
schakelen.
Waar gebleken is, dat Rotterdam een uit
stekend afzetgebied voor het Russische
graan is, heeft de Sovjet-regeering besloten
daar een vasten zetel te vestigen.
De zaken, welke ze er tot dusver gedre
ven heeft, zullen belangrijk worden uitge
breid. Daartoe is dezer dagen opgericht een
Nederlandsche naamlooze vennootschap
met een niet al te groot kapitaal, omdat
Moskou blijkbaar eerst eens wil zien, hoe
groot het afzetgebied in de naaste toekomst
zal zijn.
Gepl. Maatech Kap.
en Reserves
Hypotheken f48 000.000
Pandbrieven f 46.000 000
voor eerste hypotheek
N B Dese Bank niet t» ver> I
warren met de 15 jaar later even-
eens te Veend*m gevestigde Veen
dammer Hypotheekbank.
De gemiddelde Hollander denkt met ge
noegen, dikwijls met een zekeren trots aan
den tijd, waarin het kleine Holland, geleid
door groote mannen, een, zooal niet d e
toonaangevende staat van Europa was. En,
denkende aan deze groote mannen, mannen
die op allerlei gebied Holland zoowel bin
nen zijne grenzen als daarbuiten, groot
hebben gemaakt, richten zich het eerst onze
gedachten wel op persoonlijkheden als daar
zijn Maarten Harpertsz. Tromp en Michiel
Adriaansz. De Ruyter.
Zonder intusschen ook maar iets aan den
roem van deze, Nederland’s grootste zee
helden te willen afdoen, dient men toch niet
uit het oog te verliezen dat ook andere lan
den, in dien zelfden tijd en op ditzelfde ge
bied, over uitmuntende krachten hebben be
schikt. Zoo bijvoorbeeld Frankrijk. Dit land
bezat in dien tijd in den markies Duquesne
zeker een admiraal van den eersten rang.
Een man, waarvan Michiel Adriaansz. de
Ruyter eens gezegd moet hebben (met een
wel wat al te groote terzijde-stelling van
eigen bekwaamheden) dat hij de grootste
vlootvoogd van zijn tijd was. Hoe het ook
zij, de geschiedenis leert ons, dat Duquesne
in alle opzichten beschouwd mag worden
als de evenknie van de Ruyter. Het verhoogt
dan ook, indien dit nog mogelijk is, den
roem van dezen laatste, dat hij in zijn laat-
sten zeeslag, die ’n beslissende moest wor
den tusschen hem en Duquesne, dezen totaal
versloeg en slechts enkele schepen van
diens vloot ontkwamen.
Abraham Duquesne werd in het jaar 1616
te Dieppe geboren. Omtrent zijn jeugd en
opleiding is uiteraard weinig bekend. Reeds
op één en twintig jarigen leeftijd (kon het
vroeger?) voer hij als kapitein van een oor
logschip naar Spanje. Alles wees er op, dat
deze jonge man eens worden zou wat hij
ook werkelijk geworden isFrankrijk’s
grootste zeeheld.
Achtereenvolgens onderscheidde hij zich
in de slagen bij Coruna in 1639 en Tara-
gona in 1641; terwijl hij bovendien ook
elders zijn land uitstekende diensten heeft
bewezen.
De vrij rustige periode die Frankrijk ech-
der bevolking over het jaar 1926:
Op 1 Januari 1926 bestond de bevolking
uit 6103 mannen en 6037 vrouwen, totaal
12140 inwoners.
Zij vermeerderde door geboorte met 151
mannen en 142 vrouwen, door vestiging
met 308 mannen en 319 vrouwen, totaal
459 mannen en 461 vrouwen.
Zij verminderde door overlijden met 50
mannen en 63 vrouwen, door vertrek met
409 mannen en 415 vrouwen, totaal 459
mannen en 478 vrouwen.
De bevolking verminderde in 1926 dus
met 17 vrouwen, zoodat het aantal inwo
ners op 1 Januari 1927 bestond uit 6103
mannen en 6020 vrouwen, totaal 12123.
Het aantal voltrokken huwelijken be
droeg 93.
HENNAARDERADEEL, 5 Jan. De bevolking
bestond op 1 Januari 1926 uit 2517 m. en 2565
vr., totaal 5082. Zij vermeerderde door geboorte
met 66 jongens en 50 meisjes, totaal 116. Door
vestiging in de gemeente met 160 m. en 161
vr., totaal 321. Geheele vermeerdering dus 226
m. en 211 vr., totaal 437. De bevolking ver
minderde door overlijden met 22 m. en 27 vr.,
totaal 49, door vertrek uit de gemeente met
223 m. en 223 vr., totaal 446. Totale verminde
ring dus 245 m. en 250 vr., totaal 495. Zoodat
de geheele bevolking is verminderd met 19 m.
en 39 vr., en dus op 1 Januari 1927 bestond uit
2498 m. en 2526 vr., totaal 5024.
Er werden 36 huwelijken voltrokken. Het ge
tal levenloos aangegeven kinderen bedroeg 2,
van wie 1 van het m. en 1 van het vr. geslacht.
L. Ct.
JE gld bij vrrlies
Lv ««neen vinger
claraties van reis- en verblijfkosten van den
burgemeester als commissaris der N. V.
Provinciale Waterleidingmaatschappij, wer
den gedaan op last van den burgemeester
ten laste van de kaaigelden. De secretaris,
die eerst ruzie met den burgemeester had,
was sedert bang voor hem en deed wat hij
verlangde uit vrees, in zijn betrekking ge
schaad te worden. Zonder dat er sprake
was van een bijzondere vriendschap tus
schen hen, haalde verd. de kastanjes uit
het vuur. De secretaris achtte zich -dan ook
letterlijk gedwongen, de verschillende com-
promitteerende stukken te verbranden, tot
dat het hem te machtig werd en hij weiger
de, de bescheiden over 1924 te vernietigen.
Alle radeeringen en onregelmatigheden
werden door verd .erkend. Hij had dit ge
daan om de commissie tot nazien van de
rekeningen te misleiden en den toestand
anders voor te stellen dan deze was. Met
het verbranden van de gegevens zat de be
doeling voor, dat een verduistering van pl
m. f 600 niet kon worden vastges’teld.
De burgemeester had op één dag ruim
f 4 aan sigaren en sigaretten doen declaree-
ren.
Hierna werd de zitting geschorst tot half
twee.
Na heropening van de zitting zou terecht
staan de 61-jarige ex-burgemeester. De vér-
dediger van verdachte vroeg echter dadelijk
na voorlezing van de dagvaarding onbe-
voegd-verklaring van deze rechtbank, daar
zijn cliënt was gedaagd voor den politie
rechter te verschijnen.
Na een langdurig verblijf in raadkamer
verklaarde de rechtbank zich onbevoegd.
In de zaak tegen den secretaris bleek een
zelfde vergissing te zijn begaan, waarna de
rechtbank zich, nadat de officier van justi
tie er toe had gerequireerd, ook onbevoegd
verklaarde, deze zaak verder te behandelen.
Werkverschaffing op zee.
Voor de Zuiderzeevisscherij is van rijks
wege een andere wijze van werkverschaf
fing ingesteld gedurende de wintermaanden,
als ijsgang het bedrijf niet stil legt. Tot
heden werd het personeel der Zuiderzee-
vloot, ook bij vischbaar weer, gedurende de
drie wintermaanden te werk gesteld op het
land via de gewone locale steunregeling,
daar het visscherijbedrijf niet genoeg ople
verde. Er is nu een werkverschaffing ter
zee ingesteld, waarbij de visschers wél uit
varen en hun een minimum loon wordt ge
garandeerd uit de fondsen der werkver
schaffing. De bijzonderheden zullen door
den rijksregelaar in overleg met de burge
meesters der voornaamste Zuiderzeege-
meenten worden vastgesteld.
Een zelfmoord in een huis van bewaring.
De vorige maand werd in het Haagsche huis
van bewaring de brandstoffenhandelaar M. door
een dagblad in gijzeling opgesloten, wegens ’t
niet voldoen van een schuld. De man werd zeer
nerveus ten gevolge dezer opsluiting en gaf
onlangs aan familieleden, in het bijzijn van een
bewaker, te kennen, dat hij zich van het leven
wilde berooven. De directie van het huis van
|EA pld. bij verlite ven
IvV éér hsi d, rotte loog
gld. bij levens- IRA
large invaliditeit AuU
boekhouden de heeren M. Hoekstra, A. Za
del beiden te Sneek.
Loop der bevolking.
WIJMBR1TSERADEEL, 5 Jan. 1927. Loop dienst voor vee in Friesland te Leeuwarden