Bran den burgh Co., 4n®» 150, Nieuwstijdingen. Historische figuren. -=□.=- - annex SNEEKER COURANT an WYMBRITSERADEEL 1 Mui ui Orgm hi limiw hul VanMh|*> iJIMIUAÖIo VKlJDAttKAVe>D« V, lEDEIIinilSCIIE HYPOTHEEIBAKr opgericht te VfiBndaBl in 1890 Directie Mr. M J BOS en Mr J. WILKENS 4V2°|o Pandbrieven a 100 °|o voor omwisseling van 6% pandbrie ven is de koers Vs °|o lager. GELDEN BESCHIKBAAR I ZATERDAG 8 JARUARI I8Z7 43a JAARGA8G Eerste Mart ■o. 39 3 I H MCEDEP DE 8UNDÈREN verölqden zich -ner nel lezen der leerrijke en ooeiende reisverhalen, beschreven in de mooie Albums «A/elke zij gratis ten qeschenke onh/anqen Allen ZiJN OPGETOGEN ©VED op billijke voorwaarden. L. C. Volgens voorwsarden overeengekomen met de Holl»i>d»ch» Algemeen» Verxe- e Rank Schiedam sim onse aborné’s veisekerd tenen onaelnkken voor AVvv 7R gld. bij verlies CA I v van een duim, v v kering*-Bank «e Schiedam sijn onse aborné’s versekerd tegen ongelukken voor teraad te Sneek. Een 6.000.000 DUQUESNE. De knoeierijen te St. Philipsland. Voor de rechtbank te Breda hebben te recht gestaan C. v. B., gemeentesecretaris en -ontvanger van St. Philipsland, en L. N., ex-burgemeester van die gemeente, thans wonende te ’s Gravenhage. De secretaris wordt bescz.ildigd van ver- valsching van de notulen eener vergadering van B. en W. en van het register over 1925 /26 der kaaigelden en van het vernietigen van deze registers' over 1921-25. De ex-burgemeester had zich te verant woorden omdat hij den kademeester zijner gemeente diens register van liggelden zou nebben doen vervalschen, door een bedrag aan liggeld niet te doen opnemen, wat een nadeel van pl. m. f 200 of f 400 kon veroor zaken. Eerst werd de zaak tegen den secretaris behandeld. Bij het verhoor van verdachte verklaarde deze, dat de knoeierijen in 1921 waren be gonnen. Verschillende uitgaven, zooals de- pld. ii geval van over lijden bitnen 30 d. gld. bij verlies van een wi svirger- 3IBUWE SSEEEER CODSiUI Abonnementper jaar f 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentieën9 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hoeger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT I ia De voorzitter der Tweede Kamer-fractie van den Vrijheidsbond. Prof. mr. A. van Gijn is door de liberale Tweede Kamerfractie tot haren voorzitter benoemd en zal dus als zoodanig in de plaats van wijlen mr. H. C. Dresselhuys tre.- den. onthaal) zich op een pijpje van tqn jeiiefkoosae rapah qentet van de heerlijke qeur der 5TE.PTABAA Besmettelijke veeziekten. Gedurende de maand December jl. zijn in deze provincie de volgende besmettelijke vee ziekten geconstateerd: mond- en klauwzeer bij 76 veestapels in de gemeenten Achtkarspelen, Ameland, Baardera- deel, het Bildt, Dantumadeel, Ferwerderadeel, Franekeradeel, Haskerland, Hem. Oldephaert, Hennaarderadeel, Idaarderadeel, Leeuwardera- deel, Menaldumadeel, Oostdongeradeel, Oost- stellingwerf, Opsterland, Schoterland, Smallin- gerland, Tietjerksteradeel, Weststellingwerf, en Wymbritseradeel; schurft bij 6 stuks vee van een veehouder in de gemeente Idaarderadeel; rotkreupel bij 8 schapen van 2 veehouders in de gemeenten Gaasterland en Weststelling werf; miltvuur bij 7 stuks vee van 7 veehouders in de gemeenten Achtkarspelen, Hem. Oldephaert, Ooststellingwerf, Rauwerderhem, Westdonge- radeel en Wymbritseradeel. voorz. van de Fr. Mij. van Landbouw te Huizum, aftr.; 3. G. Boelens, lid van den raad van Smallingerland te Drachten; 4. H. Veenbaas, directeur van den Gezondheids- 1 UIVXIOL VVXXJX VVV XXXI L 1 I.JIUIIM XV- V. V V LX VV CXX VX vxl en 5. D. Zuiderbaan, lid van den Gemeen- f li ci. i r> De Staten-verkïezing. Na gehouden referendum zijn op de eer ste nummers van de candidatenlijst van den Vrijzinnig Democratischen Bond voor de aanstaande Statenverkiezing geplaatst de h.h.: J. J. G. S. Falkena, burgemeester van Ooststellingwerf, aftr.; 2. J. Wuite Jzn., dit zeker wel het meest, Duquesne van ge loof te doen veranderen; eindelijk moest men echter wel inzien dat alle moeite in dezen wel moest afstuiten op zijn vastheid van geloof. Dat het Duquesne overigens werkelijk niet aan vaderlandsliefde ontbrak bewijst ook wel het feit dat hij, niettegenstaande ’t aanbod dat hij van andere, protestantsche, landen ontving om bij; hen in dienst te ko men op aanmerkelijk gunstiger voorwaar den dan die welke hij in Frankrijk genoot, hij hierop nooit heeft willen ingaan. Inte gendeel, hij bleef Frankrijk dienen met de zelfde energie en moed als altijd door hem aan den dag gelegd. Frankrijk had toen, evenals Holland en ook de andere zeeva rende mogendheden van Europa, zeer veel te lijden van de zeeroovers, in hoofdzaak van de Algerijnen. Duquesne werd opge dragen zoo mogelijk aan deze rooverijen voor goed een einde te maken. Hij vertrok naar Tripolis en tuchtigde dit in het jaar 1681, terwijl Algiers in het jaar 1683 aan de beurt kwam. Mocht het hem al niet geluk ken aan de zeerooverspraktijken van deze piraten voor goed een einde te maken, de tuchtiging welke hij bovengenoemde staten toediende was toch voldoende om voor- loopig althans aan de koopvaardijvloten eenige verademing te schenken. Zeer veel moeite werd Frankrijk ook ver oorzaakt door Genua. Dat Duquesne ook deze machtige stad, zij het ook na betrek kelijk veel moeite, eindelijk tot onderwer ping bracht, vormde voor hem als het ware een kroon op zijn loopbaan van vloot voogd; terwijl deze onderwerping voor Frankrijk eene ware verlichting was. Loop der bevolking der gemeente Sneek. De bevolking dezer gemeente bestond op 31 December 1925 uit: 6986 mannen en 7395 vrouwen; totaal 14381 zielen. Zij vermeer derde door geboorte met 153 mannen en met 138 vrouwen; door vestiging met 459 mannen en met 583 vrouwen; totaal 612 mannen en 721 vrouwen. Zij verminderde door overlijden met 81 mannen en met 76 vrouwen; door vertrek met 466 mannen en met 563 vrouwen; totaal met 547 mannen en 639 vrouwen. Zoodat de bevolking op 31 December 1926 bestond uit 7051 mannegen 7477 vrouwen; totaal 14528 zielen, vooruitgang dus van 147 zielen. De Dienstknecht in het Huis. Het 1. v. A. O. heeft alle eer gehad van zijn pogen hier ter stede een prima too- neelvoorstelling te doen geven en ’t moge lijk te maken, dat deze ook toegankelijk was voor velen die wegens de hooge entrée’s daarvan gewoonlijk zijn uitge sloten. De Harmoniezaal was Dinsdagavond stampvol toen het „Vereenigd Tooneel” Kennedy’s moraliteit „De Dienstknecht in het Huis” opvoerde en men heeft genoten van het sublieme spel en de diepe inhoud van dit stuk, die dank zij de behandeling door ds. Banning in z’n Maandagavond- bijeenkomsten voor de aanwezigem zeker veel in beteekenis heeft gewonnen. Alle medespelenden hebben schitterende tooneelkunst gegeven. Ontroerend was in ’t derde bedrijf de scène tusschen Mary en haar vader, die dank zij het spel van Ninni Buijs en Albert van Dalsum tot ’n juweeltje werd. Ook Kommer Kleijn en Sara Heijblom gaven prachtig spel als William Smith en Martha en Verkade (als Manson) was Ver- kade! Moge ’t I. v. A. O. meer dergelijke avon den kunnen geven! Te Haarlem slaagde Woensdag jf. voor het diploma Heilgymnastiek en Massage onze vroegere stadgenoot, de heer A. Ras, thans te Amsterdam. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werk dagen tusschen Il'/a en 12*4 uur, de navolgen de voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 6 Januari 1927: Zwarte boa, ijzeren petroleumvat, houten vat. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als ge vonden aangegeven op 6 Januari 1927: Beurs m. inhoud, R. de Vries, Swartsbuurt 13; vulpotlood, T. Siderius, Ged. Poortezij- len 2; R.-K. gebedenboekje, J. Cnossen, Boschdw.str. 11; boodschaptasch inh. beurs met inh», W. Ratsma, Badhuisgracht 1. Geslaagd voor het examen boekhou den van de Vereeniging van leeraren in het ter doormaakte tijdens de minderjarigheid van Lodewijk XIV was geenszins naar den zin van den jongen zee-officier; de gelegen heid om zich te onderscheiden werd hem te gering en kort en goed bood hij zijn dien sten aan Zweden aan, welk land toen voort durend in oorlog was .met Denemarken. Zijne diensten werden maar al te gaarne door dit land aanvaard en binnen betrekke lijk korten tijd was hij in Zweedschen dienst zelfs opgeklommen tot den rang van vice-admiraal. In het jaar 1643 slaagde hij er in de Deensche vloot bij Gotenburg totaal te verslaan. En, niettegenstaande de hulp van Hollandsche zijde wist hij Dene marken tot den voor dit land zoo ongun- stigen vrede van Brömsebro te dwingen (1645). De meening is wel eens vernomen dat Duquesne toch eigenlijk niets anders dan een avonturier was en dit in verband met zijn dienstnemejr in Zweden. Dit is echter geenszins juist. En de wijze, waarop Du quesne zijn vaderland onmiddellijk zijn diensten weer aanbood toen het deze noo- dig bleek te hebben, is hiervoor wel het beste bewijs. In het jaar 1650 toch bleek Spanje maar al te gaarne bereid om de op standig geworden inwoners van Bordeaux te ondersteunen. Frankrijk was op een zoo danige aanval van Spanje vanuit zee geens zins voorbereid, en het feit, dat de toen be schikbare Fransche vloot in hooge mate on voldoende was om hier krachtig in te grij pen, terwijl bovendien eene mogelijke Spaansche landing zeer zou worden verge makkelijkt door de opstandige inwoners van Bordeaux, deed Frankrijk in eene hoogst hachelijke positie verkeeren. Toen kwam Duquesne te hulp en gaf hiermede wel het duidelijkst bewijs van zijn vaderlandsliefde. Onmiddellijk nam hij ont slag uit den Zweedschen dienst; bekostigde uit eigen middelen (de diensttijd in Zwe den had hem tot een vrij; vermogend man gemaakt) het in gereedheid brengen van een eskader, en stevende hiermede naar Bor deaux. Inderdaad mocht het hem gelukken de inwoners hiervan spoedig tot onderwer ping te brengen, waardoor hij tevens een mogelijken inval van Spaansche zijde voor kwam. Duquesne trad daarop voor goed in Franschen dienst. In de jaren 1672 en 1673 streed hij tegen Michiel Adriaansz. de Ruyter en Maarten Harpertsz. Tromp in het Kanaal en in de Noordzee. Wel is waar was het Duquesne niet mogelijk om hier beduidende voordee- len op deze beiden te behalen, maar hier tegenover zij opgemerkt, dat Duquesne over een vloot beschikte, welke doorgaans zoo wel in aantal schepen als in „kwaliteit” ver bij de Hollandsche vloot achterstond, ter wijl bovendien de medewerking welke de Fransche regeering hem in die dagen ver leende, toch minstens genomen onvol doende mocht worden geheeten. Dat Du quesne niettegenstaande deze nadeelen, mannen als Tromp en De Ruyter toch de gedachte wist bij; te brengen dat zij met een tegenstander te doen hadden waarmede geenszins te spotten viel, pleit zeer zeker voor zijne bekwaamheid als vlootvoogd. Toen het gerucht in Frankrijk de ronde deed, dat de inwoners van Messina tegen de Spaansche regeering in verzet gekomen waren, besloot eerstgenoemd land Spanje met gelijke munt te betalen ten opzichte van Messina als dit rijk het Frankrijk eens had willen doen ten aanzien van Bordeaux. Duquesne werd opgedragen de inwoners van Messina te gaan ondersteunen en met een betrekkelijk kleine vloot zeilde hij hier toe naar de Middellandsche zee. In de straat van Messina aangekomen, ontmoette hij daar echter de Hollandsche vloot onder admiraal De Ruyter. Een vast staand feit is het dat het toen bij de kust van Catanea tot een treffen kwam (1676). Volgens Fransche meening eindigde dit treffen in een schitterende overwinning voor de Fransche vloot. Van Hollandsche zijde wordt echter beweerd, dat de uitslag van het gevecht onbeslist bleef. En deze laatste meening lijkt daarom alleen reeds aannemelijker, wijl heel kort daarop de Fransche vloot in de Middellandsche Zee totaal door de Hollandsche werd vernield. Zooals algemeen bekend mag worden ver ondersteld, sneuvelde in dezen slag Neder land’s grootste zeeheld De Ruyter. Boven genoemde slag welke in het gezicht van de Etna plaats vond, vormde de eerste wer kelijk groote nederlaag door Duquesne ge leden. Een nederlaag welke dan ook zooda nig volkomen was, dat zij Frankrijk’s macht in de Middellandsche Zee totaal brak. Toen Duquesne den Zweedschen dienst verlaten had en weer aan Frankrijks zijde was teruggekeerd, had dit laatste land goed gevonden dat hij den zelfden rang (dus die van vice-admiraal) op de Fransche vloot zou innemen als hij op de Zweedsche vloot bekleedde. Duquesne bleef echter vice- admiraal en werd niet meer in rang ver hoogd. Lodewijk XIV toch, hoezeer hij Du quesne bewonderde en achtte, zag er be zwaar in hem tot opperbevelhebber van de Fransche vloot te benoemen en dit wel uit sluitend in verband met ’t feit dat Duquesne Calvinist was. Weliswaar werd hij beloond en gevierd door de Fransche regeering en het Fransche volk voor zijne bewezen dien sten; weliswaar ontving hij van zijn koning als belooning voor deze diensten ’t kasteel Bouchet bij Etampes en den titel van mar kies, doch als gezegd, den rang van opper bevelhebber werd hem niet gegeven, terwijl er toch niemand in Frankrijk was die daarop meer recht kon doen gelden als Duquesne. Dit hinderde intusschen Lodewijk XIV zelf ten zeerste en hij van zijn kant heeft niets onbeproefd gelaten om Duquesne tot het katholicisme over te halen. Maar tever geefs. Niettegenstaande de koning hem in ruil daarvoor den maarschalkstaf aanbood bleef Duquesne volharden bij zijne weige ring om van zijn geloof afvallig te worden. Het pleit wel zeer voor de standvastigheid van karakter en van geloof van Duquesne, dat deze hierop niet inging. Juist ook in verband met zijn protestant-zijn werd zijne positie er in Frankrijk (waar ’t aantal pro testanten zeer klein was) niet beter op en het valt des te meer te waardeeren in Du quesne dat hij niettegenstaande alles zijn geloof trouw bleef, daar waar dit hem toch niets als moeite en onaangenaamheden be zorgde en hij, door naar de katholieke kerk over te gaan, zeer zeker zou zijn gestegen tot den eersten man van Frankrijk. Intusschen werd de positie der protes tanten er niet beter op in Frankrijk. Vrijwel overal werd met de grootst mogelijke zorg rekening gehouden met het feit dat geen protestant in Frankrijk eenige leidende functie uitoefende. En dit alles waar de Fransche regeering nog wel bij het Edict van Nantes algeheele vrijheid van gods dienst had toegestaan. Dit Edict werd ech ter spoedig opgeheven en allen protestan ten werd kort en goed te verstaan gegeven in den kortst mogelijken tijd den Franschen bodem te verlaten. Slechts twee mannen waren er in Frankrijk, protestanten, die van deze verbanning waren uitgesloten: Chris tiaan Huygens en Markies Duquesne. Nog steeds hoopte men, en Lodewijk XIV hoopte Den 2den Februari 1688 overleed de mar kies Duquesne te Parijs op ruim 72-jarigen leeftijd. Ruim anderhalve eeuw later werd voor hem een standbeeld opgericht. Belette uiteraard Duquesne’s geloof hem om tot den hoogsten rang te stijgen, ’t kon voor hem geen beletsel worden, om Frank rijks grootsten zeeheld te zijn. Juist het feit, dat hij zijn geloof verkoos boven eer en aanzien, heeft hem ongetwijfeld meer aan zien en achting geschonken, dan zelfs de hoogste rang hem had kunnen geven. V. bewaring schijnt hierop geen voldoende acht te hebben geslagen, met het treurige gevolg, dat de ongelukkige dezer dagen aan zijn voorne mens uitvoering heeft kunnen geven. De minister van Justitie heeft onmiddellijk, nadat hij daarvan bericht had ontvangen, een onderzoek gelast. De minister steltgroot belang in de vraag hoe de zelfmoord kon plaats hebben, terwijl men gewaarschuwd was. Rotterdam zetel van den Russischen graan-export. De Russische Sovjet-regeering heeft, naar het „Dagbl. v. Rotterdam” meldt, voor den export van graan een naamlooze vennootschap gesticht, waarvan de hoofd zetel te Rotterdam gevestigd is. Deze vennootschap zal, naar het blad verneemt, zich vestigen in het nieuwe kan toorgebouw van de Amsterdamsche Bank aan den Coolsingel. De Russische regeering heeft reeds eenige jaren lang in ons land en speciaal te Rotterdam een uitgangspunt gezocht voor haar graanverschepingen. Wat tob dusver op initiatief van de Sov- jetregeering aan graanexport naar Rotter dam heeft plaats gehad, is geschied onder directe controle van Moskou. Kopenhagen schijnt als distributiepunt niet aan de Verwachtingen beantwoord te hebben, zoodat het zoo goed als zeker is, dat de Russische regeering de Deensche hoofdstad als uitvoerstation verder zal uit schakelen. Waar gebleken is, dat Rotterdam een uit stekend afzetgebied voor het Russische graan is, heeft de Sovjet-regeering besloten daar een vasten zetel te vestigen. De zaken, welke ze er tot dusver gedre ven heeft, zullen belangrijk worden uitge breid. Daartoe is dezer dagen opgericht een Nederlandsche naamlooze vennootschap met een niet al te groot kapitaal, omdat Moskou blijkbaar eerst eens wil zien, hoe groot het afzetgebied in de naaste toekomst zal zijn. Gepl. Maatech Kap. en Reserves Hypotheken f48 000.000 Pandbrieven f 46.000 000 voor eerste hypotheek N B Dese Bank niet t» ver> I warren met de 15 jaar later even- eens te Veend*m gevestigde Veen dammer Hypotheekbank. De gemiddelde Hollander denkt met ge noegen, dikwijls met een zekeren trots aan den tijd, waarin het kleine Holland, geleid door groote mannen, een, zooal niet d e toonaangevende staat van Europa was. En, denkende aan deze groote mannen, mannen die op allerlei gebied Holland zoowel bin nen zijne grenzen als daarbuiten, groot hebben gemaakt, richten zich het eerst onze gedachten wel op persoonlijkheden als daar zijn Maarten Harpertsz. Tromp en Michiel Adriaansz. De Ruyter. Zonder intusschen ook maar iets aan den roem van deze, Nederland’s grootste zee helden te willen afdoen, dient men toch niet uit het oog te verliezen dat ook andere lan den, in dien zelfden tijd en op ditzelfde ge bied, over uitmuntende krachten hebben be schikt. Zoo bijvoorbeeld Frankrijk. Dit land bezat in dien tijd in den markies Duquesne zeker een admiraal van den eersten rang. Een man, waarvan Michiel Adriaansz. de Ruyter eens gezegd moet hebben (met een wel wat al te groote terzijde-stelling van eigen bekwaamheden) dat hij de grootste vlootvoogd van zijn tijd was. Hoe het ook zij, de geschiedenis leert ons, dat Duquesne in alle opzichten beschouwd mag worden als de evenknie van de Ruyter. Het verhoogt dan ook, indien dit nog mogelijk is, den roem van dezen laatste, dat hij in zijn laat- sten zeeslag, die ’n beslissende moest wor den tusschen hem en Duquesne, dezen totaal versloeg en slechts enkele schepen van diens vloot ontkwamen. Abraham Duquesne werd in het jaar 1616 te Dieppe geboren. Omtrent zijn jeugd en opleiding is uiteraard weinig bekend. Reeds op één en twintig jarigen leeftijd (kon het vroeger?) voer hij als kapitein van een oor logschip naar Spanje. Alles wees er op, dat deze jonge man eens worden zou wat hij ook werkelijk geworden isFrankrijk’s grootste zeeheld. Achtereenvolgens onderscheidde hij zich in de slagen bij Coruna in 1639 en Tara- gona in 1641; terwijl hij bovendien ook elders zijn land uitstekende diensten heeft bewezen. De vrij rustige periode die Frankrijk ech- der bevolking over het jaar 1926: Op 1 Januari 1926 bestond de bevolking uit 6103 mannen en 6037 vrouwen, totaal 12140 inwoners. Zij vermeerderde door geboorte met 151 mannen en 142 vrouwen, door vestiging met 308 mannen en 319 vrouwen, totaal 459 mannen en 461 vrouwen. Zij verminderde door overlijden met 50 mannen en 63 vrouwen, door vertrek met 409 mannen en 415 vrouwen, totaal 459 mannen en 478 vrouwen. De bevolking verminderde in 1926 dus met 17 vrouwen, zoodat het aantal inwo ners op 1 Januari 1927 bestond uit 6103 mannen en 6020 vrouwen, totaal 12123. Het aantal voltrokken huwelijken be droeg 93. HENNAARDERADEEL, 5 Jan. De bevolking bestond op 1 Januari 1926 uit 2517 m. en 2565 vr., totaal 5082. Zij vermeerderde door geboorte met 66 jongens en 50 meisjes, totaal 116. Door vestiging in de gemeente met 160 m. en 161 vr., totaal 321. Geheele vermeerdering dus 226 m. en 211 vr., totaal 437. De bevolking ver minderde door overlijden met 22 m. en 27 vr., totaal 49, door vertrek uit de gemeente met 223 m. en 223 vr., totaal 446. Totale verminde ring dus 245 m. en 250 vr., totaal 495. Zoodat de geheele bevolking is verminderd met 19 m. en 39 vr., en dus op 1 Januari 1927 bestond uit 2498 m. en 2526 vr., totaal 5024. Er werden 36 huwelijken voltrokken. Het ge tal levenloos aangegeven kinderen bedroeg 2, van wie 1 van het m. en 1 van het vr. geslacht. L. Ct. JE gld bij vrrlies Lv ««neen vinger claraties van reis- en verblijfkosten van den burgemeester als commissaris der N. V. Provinciale Waterleidingmaatschappij, wer den gedaan op last van den burgemeester ten laste van de kaaigelden. De secretaris, die eerst ruzie met den burgemeester had, was sedert bang voor hem en deed wat hij verlangde uit vrees, in zijn betrekking ge schaad te worden. Zonder dat er sprake was van een bijzondere vriendschap tus schen hen, haalde verd. de kastanjes uit het vuur. De secretaris achtte zich -dan ook letterlijk gedwongen, de verschillende com- promitteerende stukken te verbranden, tot dat het hem te machtig werd en hij weiger de, de bescheiden over 1924 te vernietigen. Alle radeeringen en onregelmatigheden werden door verd .erkend. Hij had dit ge daan om de commissie tot nazien van de rekeningen te misleiden en den toestand anders voor te stellen dan deze was. Met het verbranden van de gegevens zat de be doeling voor, dat een verduistering van pl m. f 600 niet kon worden vastges’teld. De burgemeester had op één dag ruim f 4 aan sigaren en sigaretten doen declaree- ren. Hierna werd de zitting geschorst tot half twee. Na heropening van de zitting zou terecht staan de 61-jarige ex-burgemeester. De vér- dediger van verdachte vroeg echter dadelijk na voorlezing van de dagvaarding onbe- voegd-verklaring van deze rechtbank, daar zijn cliënt was gedaagd voor den politie rechter te verschijnen. Na een langdurig verblijf in raadkamer verklaarde de rechtbank zich onbevoegd. In de zaak tegen den secretaris bleek een zelfde vergissing te zijn begaan, waarna de rechtbank zich, nadat de officier van justi tie er toe had gerequireerd, ook onbevoegd verklaarde, deze zaak verder te behandelen. Werkverschaffing op zee. Voor de Zuiderzeevisscherij is van rijks wege een andere wijze van werkverschaf fing ingesteld gedurende de wintermaanden, als ijsgang het bedrijf niet stil legt. Tot heden werd het personeel der Zuiderzee- vloot, ook bij vischbaar weer, gedurende de drie wintermaanden te werk gesteld op het land via de gewone locale steunregeling, daar het visscherijbedrijf niet genoeg ople verde. Er is nu een werkverschaffing ter zee ingesteld, waarbij de visschers wél uit varen en hun een minimum loon wordt ge garandeerd uit de fondsen der werkver schaffing. De bijzonderheden zullen door den rijksregelaar in overleg met de burge meesters der voornaamste Zuiderzeege- meenten worden vastgesteld. Een zelfmoord in een huis van bewaring. De vorige maand werd in het Haagsche huis van bewaring de brandstoffenhandelaar M. door een dagblad in gijzeling opgesloten, wegens ’t niet voldoen van een schuld. De man werd zeer nerveus ten gevolge dezer opsluiting en gaf onlangs aan familieleden, in het bijzijn van een bewaker, te kennen, dat hij zich van het leven wilde berooven. De directie van het huis van |EA pld. bij verlite ven IvV éér hsi d, rotte loog gld. bij levens- IRA large invaliditeit AuU boekhouden de heeren M. Hoekstra, A. Za del beiden te Sneek. Loop der bevolking. WIJMBR1TSERADEEL, 5 Jan. 1927. Loop dienst voor vee in Friesland te Leeuwarden

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1