H Uit onze Raadzaal. 2000 HIEUWSTIia >K8EM. 1 Slfitiiii Orgiii Éir IniiHi Snik. WOEHSDAG S3 FEBRUARI ISS7 Eerste BlaÉ 43e JAARGAHG *s Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hollandaoh* Algemeen* Verxe- IE A gld. bij verlies van 7E gld. bij verlies CA iuv één hand, voetofoog lv van een duim, vv keringe-Bank te Schiedam sijn onxe abonné’e verzekerd tegen ongelukken voor S van rekend. .80 over al of .00 e n gld. bij verlies van een wijsvinger* Abonnement per jaar t 2.50 fr. p post f 3.60. Advertentieën9 ct p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger/ bij Abonnement belangrijke korting Advertentiên worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT s. t. B. en W. hebben den raad een aantal voorstellen aan- t geboden, o. a. de volgende: minuten. 6. onderdeden van een uur worden voor een geheel ge- f 0.25 -0.50 -0.65 -0.75 -0.85 -0.95 - 1.05 - 1,15 - 1.25 - 1.35 - 1.40 - 1.45 gld. bij levens lange invaliditeit c. gebruik van meer lokalen gedurende langer dan één uur per dag; Een openbaar slachthuis. No. 1.773.12(4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de oprichting van een openbaar slachthuis in de gemeente. Beslissing B. en W. omtrent al of niet verleenen. 2. Burgemeester en Wethouders beslissen in elk voor komend geval in hoogste instantie of de vergunning, in verband met het doel, waarvoor het gebruik wordt ver zocht, of in verband met andere omstandigheden al of niet kan worden verleend. Tsnchjjal UIMADAGA ea VRIJDAGSAVONDS Brandrnburgh Co., Msbwk faiafaas B», 150. naast de eigenlijke slachtruimten eventueel ook voor koel ruimte zal worden gezorgd. De indrukken, opgedaan bij de door ons afgelegde bezoeken en de inlichtingen, toen verkregen, hebben ons de overtuiging bijgebracht, dat slachtruimten en koelhuis onverbrekelijk bij elkaar be- hooren. De vraag of daarnaast nog een ijsfabriekje zoude moeten worden gebouwd, zouden wij nog afzonderlijk onder de oogen willen zien. Ofschoon wij nog geen nauwkeurige begroeting van oprichtingskosten en evenmin nog een exploitatiebegroo- ting aan U kunnen overleggen, meenen wij op grond van de ingewonnen inlichtingen gerechtigd te zijn tot de uit spraak, dat de exploitatie van een slachthuis, op be scheiden schaal ingericht, aan de gemeente geen geld zal behoeven te kosten. Wij zouden in den, gegeven stand van zaken gaarne van U een beginsel-tfitspraak ontvangen, over de oprich ting van een openbaar slachthuis, om te voorkomen, dat noodeloos vrij veel werk werd gedaan, welk laatste het geval zou zijn, indien mocht blijken dat Uwe vergadering, op grond van de bezwaren door de slagersvereeniging ingebracht of op andere gronden, van oprichting niet wil weten. Zooals uit onze uiteenzetting blijkt, meenen wij U tot een uitspraak ten gunste van de oprichting te moeten adviseeren. Gaat Uwe vergadering met dit advies accoord, dan is daarmede dus gezegd, dat alleen indien nadere uitwerking der plannen en nauwkeurige opzet der exploitatie mocht doen zien, dat deze laatste niet sluitend zal zijn te maken, de oprichting door U nog nader in overweging zal worden genomen. Wij stellen U derhalve voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 Februari 1927, No.-l.773.12(4) BESLUIT: in beginsel tot de oprichting van een openbaar slacht huis te Sneek en noodigt Burgemeester en Wethouders uit nauwkeurige plannen met begrooting van kosten en ontwerp- exploitatierekening in te dienen. No. 1.851.2.06.13 A(7). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een verordening, hou dende algemeene regelen voor het in gebruik geven van schoollokalen. Artikel 6. Kennisgeving van aanvang en einde van het gebruik. 1. Van het tijdstip van aanvang en van beëindiging van het gebruik geeft de gebruiker, zoodra een en ander hem bekend is, kennis aan Burgemeester en Wethouders en aan het hoofd der betrokken onderwijsinrichting, of indien deze ontbreekt aan den gemeente-architect. Bij nalatigheid van inzending wordt vergoeding door berekend. 2. Bij nalatigheid van het inzenden dezer kennisgevingen, Aan den Gemeenteraad. In de besloten Raadsvergadering van 7 December 1926 hebben wij Uw aanvankelijk gevoelen gevraagd over het al of niet oprichten van een openbaar slachthuis in deze gemeente, hetwelk toen niet afwijzend bleek te zijn. Wij willen U thans mededeeling doen van hetgeen sedert door ons is verricht. Als inleiding meenen wij te moeten herinneren aan de bepaling van artikel 19 der Vleeschkeuringswet, volgens welke de slachterijen moeten voldoen aan de bij alge- meenen maatregel van bestuur gestelde eischen, welke eischen volgens artikel 47 der aangehaalde wet op 1 Juni a.s. ook van toepassing worden op de bestaande slachte rijen. Op ons verzoek is door den Inspecteur van de Volks gezondheid, den Keuringsveearts en den Gemeente-archi tect, een onderzoek ingesteld naar den toestand der slach terijen, mede ter beantwoording van de vraag, welke van deze inrichtingen nu reeds voldoen aan de bovenbedoelde eischen; welke met geringe veranderingen aan de wet beantwoordend zouden kunnen worden gemaakt; in welke ingrijpende veranderingen zouden moeten plaats hebben en welke tenslotte niet zoo veranderd kunnen worden, dat zij aan de wettelijke voorschriften voldoen. Uit het rapport van 20 Januari 1927, No. 16, dat bij de stukken is gevoegd, blijkt, dat van de 26 slachterijen, die in deze gemeente bestaan, er geen enkele geheel aan de wet beantwoordt. Zes kunnen met betrekkelijk geringe kosten in orde worden gemaakt, althans als de Inspecteur van de Volksgezondheid hier en daar tot het verleenen van eenige dispensatie bereid is; acht kunnen, onder het zelfde voorbehoud, alleen door ingrijpende, dikwijls vrij kostbare veranderingen aan de wet beantwoordend worden gemaakt, terwijl dit laatste met een twaalftal niet moge lijk is. Wij hadden reeds vóór het besproken rapport ons be reikte een bezoek aan enkele openbare slachthuizen ge bracht, nl. in Leeuwarden, Hilversum, Baarn en Doetin- chem. Onze indrukken aldaar waren over het algemeen 'zeer gunstig. Gegevens betreffende bouw- en exploitatie kosten van sommige inrichtingen leggen wij hierbij aan U over. Vervolgens hebben wij een tweetal conferenties gehou den met het bestuur der alhier gevestigde slagersvereeni ging. Overzichten van het aldaar besprokene treft U mede bij de stukken aan. Uit deze overzichten en uit een aan U ge richt adres, dat bij de voor Uwe vergadering ingekomen stukken is gevoegd, zal U blijken, dat deze vereeniging voor de oprichting van een openbaar slachthuis weinig sympathie gevoelt, erger, daar eigenlijk geheel afwijzend tegenover staat. De bezwaren der slagers kunnen, naar wij meenen, wor den samengevat in deze twee punten: inperking der nu bestaande vrijheid en hoogere bedrijfskosten. Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat de verplichting tot slachten binnen zekere uren, die aan de slagers opge legd zal moeten worden, indien in de gemeente een open baar slachthuis wordt geëxploiteerd, niet die mate van vrijheid biedt, waarover thans kan worden beschikt. Of echter dit bezwaar dusdanig zal worden gevoeld, als de slagers vreezen, meenen wij, mede op grond van ons verstrekte inlichtingen uit gemeenten, die reeds jaren de beschikking over een abattoir hebben, te moeten betwij felen. In den eersten tijd na de oprichting van een openbaar slachthuis zal de overgang worden gevoeld, maar reeds vrij spoedig, de ervaring leerde het, is dit bezwaar over wonnen. Ten allen overvloede zij hier nog opgemerkt, dat natuur lijk bij de vaststelling der uren van openstelling het be stuur der slagersvereeniging zal worden gehoord en dat daarbij met de behoeften van de bedrijven zooveel mogelijk rekening zal worden gehouden. Het belang der gemeente brengt dat mee, zoo goed als dat der slagers. Wat de hoogere kosten aangaat, daaromtrent valt moei lijk. een op geheel juiste en controleerbare cijfers berus tende berekening te maken. Aan de eene kant staat het keur-, slacht- en koelioon, waarvan thans alleen het eerstgenoemde verschuldigd is. Aan de andere kant staan echter verschillende bezuini gingen, welke een uitvloeisel zijn van het feit, dat dooi de slagers niet thuis meer wordt geslacht. Daar komt dan nog bij, wat bij de beoordeeling dikwijls uit het oog wordt verloren, dat ingeval van niet-oprichting van een openbaar slachthuis, de meeste slagers aanzienlijke kosten zullen moeten maken om hun slagerij aan de wet te doen beant woorden, terwijl een vrij groot aantal dit laatste bij behoud hunner slachterijen in het geheel niet zal kunnen bereiken, zoodat deze verplicht zullen zijn óf een geheel nieuwe slachterij te bouwen öf regelmatig bij anderen te slachten, in welk laatste geval zij allicht in sterker mate in hun vrij heid zullen zijn beknot, dan wanneer zij in een abattoir zouden moeten slachten. Wordt het kostenbezwaar gezien in dit licht, en boven dien rekening gehouden met het feit, dat de vleeschprijzen in abattoir-gemeenten als regel niet hooger zijn, dan in niet-abattoir-gemeenten, dan meenen wij, dat ook dit be zwaar een belangrijk deel van de beteekenis, welke de slagers er aan hechten, verliest. Te minder mag naar onze meening aan deze beide hoofdbezwaren der slagers het gewicht worden toegekend, dat zij naar hunne meening hebben als wordt gelet op de voordeelen, welke het hebben van een behoorlijk ingericht abattoir met koelhuis biedt. Deze voordeelen zijn o. i. naast de reeds genoemde voor slagers, die belangrijk moeten verbouwen en voor hen, die niet aan de wet zullen kunnen voldoen, de volgende: centraliseering der slachtingen, waardoor alle veront reiniging van water, bodem en lucht, thans door slach terijen veroorzaakt, uit de bebouwde omgeving wordt ge weerd; mogelijkheid van betere vleeschverzorging, mede door de aanwezigheid van een koelhuis; centraliseering der keuring, waardoor deze beter kan worden uitgeoefend; de volgens deskundigen betere kwaliteit van het vleesch. Wij hebben in deze redeneering er op gerekend, dat Artikel 1. Ingebruikgeving bij vergunning van B. en W. 1. Onverminderd het bepaalde bij het 2e lid van art. 26 der Lager Onderwijswet 1920, kunnen de lokalen van de gemeentelijke inrichtingen van onderwijs, alsmede de daarin aanwezige meubelen en toestellen op tijdstippen, waarop deze lokalen met toebehooren, niet voor het geven van onderwijs, waarvoor zij bestemd zijn, worden gebezigd, bij een door Burgemeester en Wethouders, zoo mogelijk het hoofd der betrokken inrichting gehoord, te verleenen vergunning, aan vereenigingen of particulieren in gebruik worden afgestaan. Artikel 2. Wat de aanvraag moet inhouden. 1. De aanvraag om vergunning houdt in den naam van den gebruiker en het doel waarvoor, het tijdvak gedurende welk en de dagen en uren waarop van de lokalen, al of niet met toebehooren, zal worden gebruik gemaakt. Wie voor gebruiker wordt gehouden. 2. Voor gebruiker wordt gehouden hij, van wien de ver richtingen, waarvoor het gebruik wordt verzocht, uitgaan. Indien deze verrichtingen uitgaan van een vereeniging, wordt het bestuur als gebruiker aangemerkt. Artikel 3. Wat de vergunning moet inhouden. 1. De vergunning, in artikel 1 bedoeld, houdt in de aan wijzing van het gebouw, waarvan de lokalen, eventueel met meubelen en/of toestellen in gebruik worden afgestaan en wordt ten name van den gebruiker verleend öf voor het tijdvak, waarvoor zij wordt gevraagd, óf tot wederopzeg ging toe. Geen gebruik tijdens vacantiën. 2. Gedurende de vacantiën aan de betrokken school mag, behoudens nadere vergunning van Burgemeester en Wet houders, van de lokalen, waarvoor vergunning werd ver leend geen gebruik worden gemaakt. Tijdelijke opzegging van gebruik. 3. Onverminderd het bepaalde bij dit artikel en bij de artikelen 14 en 15 kunnen Burgemeester en Wethouders in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, aan den gebruiker tijdelijk het gebruik van de betrokken lokalen opzeggen. JE gld. bij verlies v van een vinger Uur is 60 minuten. 5. Onder uur wordt verstaan een tijdruimte van 60 a. gebruik van één lokaal gedurende langer dan één uur per dag; b. gebruik van meer lokalen gedurende één uur per dag; aan de gebruikers in rekening gebracht voor het schoon maken der lokalen, een vergoeding berekend naar het volgende tarief: voor één lokaaluur voor twee lokaaluren voor drie lokaaluren voor vier lokaaluren voor vijf lokaaluren voor zes lokaaluren voor zeven lokaaluren voor acht lokaaluren voor negen lokaaluren voor tien lokaaluren voor elf lokaaluren voor twaalf en meer lokaaluren Lokaaluur. 3. Onder één lokaaluur wordt verstaan het gebruik "i uur. Lokaaluren. 4. Twee of meer lokaaluren worden verkregen bij: VERORDENING, houdende algemeene j regelen voor het in gebruik geven van ..u.au6..wu .ou .«mumiiucii u«u «iiiusgcviugeu, schoollokalen. wordt voor de berekening van de verschuldigde vergoe- Artikel 4. Onderwerping aan de bepalingen t. het gebruik gesteld. 1. Door het aanvaarden der vergunning wordt de ge bruiker geacht zich te hebben onderworpen aan alle bepa lingen bij deze verordening ten aanzien van het gebruik voorgeschreven. Nadere voorwaarden van B. en W 2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzon dere gevallen aan de te verleenen vergunning nadere voor waarden ten opzichte van het gebruik te verbinden. Artikel 5. Vergoeding voor gebruik. 1. Als schadeloosstelling voor de kosten, welke voor de gemeente uit de beschikbaarstelling voortvloeien, wordt van de gebruikers een vergoeding gevorderd, berekend naar het onderstaand tarief: Gewone lokalen. voor elk uur, dat van één gewoon lokaal gebruik wordt gemaakt: le. gedurende het tijdvak 1 April tot en met 30 Sep tember f0.50 2e. gedurende het tijdvak 1 October tot en met 30 Maart: a. bij gebruik vóór 4 uur ’s namiddags f0.70 b. bij gebruik na 4 uur ’s namiddags - 0.90 Gymnastieklokalen. Bij gebruik van gymnastieklokalen met toestellen wor den de bovenvermelde bedragen verhoogd met f 0.75 voor- zooveel het gebruik door vereenigingen betreft en met f 1.25 voorzooveel het gebruik door particulieren betreft. 2. Behalve de bedragen, in het 1ste lid genoemd, wordt Aan den Gemeenteraad. In verband met een indertijd van het bestuur der Zon dagsschool van de afdeeling Sneek van den Nederland- schen Protestantenbond ingekomen verzoek om vergun ning tot het gebruik van enkele lokalen van school no. 3, werd ons bij Uw besluit van 26 Juli 1920, no. 11, in het belang van een spoedige afdoening van zaken, een alge meene machtiging verstrekt om op verzoeken om vergun ning voor het gebruik van schoollokalen te beschikken en aan eventueele vergunningen de voorwaarden te verbinden, welke ons nuttig mochten voorkomen. Een der voorwaarden, welke wij bij het verleenen eener vergunning steeds stelden was de verplichting tot het betalen van een vergoeding aan de gemeente van f 0.30 per uur en per lokaal, welk bedrag was bedoeld als een compensatie voor de kosten, uit de beschikbaarstelling voor de gemeente voortvloeiende, met name van de kosten van onderhoud en van verlichting en verwarming der loka len. In deze vergoeding voor het gebruik waren de kosten van schoonhouden der lokalen niet begrepen. Daarom werd bovendien aan de vergunning de voorwaarde verbon den, dat als belooning voor de te verrichten extra-werk- zaamheden aan den concierge of de schoonmaakster moest worden betaald een met dezen, in den laatsten tijd onder onze goedkeuring, overeen te komen bedrag. Doordat het aantal gevallen, waarin vergunning voor het gebruik van schoollokalen werd verzocht, geleidelijk is toegenomen en dat gebruik thans een betrekkelijk grooten omvang heeft aangenomen, hebben zich somtijds wel eens enkele misstellingen voorgedaan, welke een ge volg waren van de omstandigheid, dat de voor het beschik baarstellen getroffen regeling niet in voldoende mate een afgerond geheel vormde. Dit heeft ons de wenschelijkheid doen zien ons met betrekking tot deze aangelegenheid een meer definitieve regeling in het leven te roepen. Bij de samenstelling van het ontwerp, in de verordening, welke wij U hieronder ter vaststelling aanbieden, vervat, hebben wij, wat de regeling der te betalen vergoedingen betreft, in hoQfdzaak gevolgd het rapport van den Ge- meentearchitect, d.d. 17 November 1925, no. 451, dat bij dit voorstel is gevoegd. De bedragen die eer aan den lagen dan aan den hoogen kant waren, zijn eenigermate ver hoogd. Een belangrijke verbetering achten wij het, dat in gemeld tarief onderscheid is gemaakt tusschen gebruik gedurende de wintermaanden en dat gedurende de zomermaanden, zulks in verband met het verschil in kosten van verlichting en verwarming der lokalen. Een tweede verschil tusschen de bestaande en de nieuwe regeling is deze, dat in de laatste mede is opgenomen een tarief voor de vergoeding voor het schoonhouden der i lokalen, welke vergoeding vanwege de gemeente wordt i ingevorderd en aan de(n) betrokken concierge of schoon- 1 maakster uitgekeerd. De tot nu toe gevolgde wijze, dat de vergoeding voor het schoonmaken telkens door den ge- wdiirroX X bruiker der lokalen met den concierge, zij het dan in den i laatsten tijd dan ook onder onze goedkeuring, werd over eengekomen, kon aanleiding geven tot minder gewenschte verhoudingen. Bij invoering der nieuwe regeling wordt, ten opzichte van de vergoeding voor den concierge, een meer gezonde toestand geschapen, omdat dan uitsluitend een verhouding komt te bestaan tusschen de gebruikers en ons en niet meer, zooals voorheen het geval was, tusschen den concierge en de gebruikers. Naast de aan de gemeente verschuldigde vergoedingen is in het ontwerp ook een plaats ingeruimd aan de alge meene voorwaarden, welke naar ons oordeel aan elk ge bruik dienen te worden verbonden. Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te nemen. De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 Februari 1927, no. 1.851.2.06.13 A(7); BESLUIT: vast te stellen de volgende verordening: Ver. tot Ziekenverpleging. In Onder de Linden” hield de Vereeni ging voor Ziekenverpleging Vrijdagavond een algem. ledenvergadering onder voor- s zitterschap van den heer S. v. d. Meulen Sr. De voorzitter bracht het jaarverslag uit, dat woorden van waardeering wijdde aan het overleden oud-bestuurslid den heer K. ter Horst, en tevredenheid uitte over het werk der zusters Molenaar en v. d. Meulen en van den concierge van het wijkgebouw. Het legaat van win. mej. B. Schijfsma, in Sept. ,25 overl., ad f 500, was in ’26 ontvangen, evenals ’n legaat ad f 150 van win. den hr. Tj. A. Stam. Aan giften enz. van oud-pa- tiënten was f 1554.25^ ontvangen benevens eenige verplegingsartikelen. Het aantal be zoeken van patiënten aan het wijkgebouw was 1348 geweest tegen 1004 in 1925; de zusters legden 15127 bezoeken af, weer be langrijk meer dan een vorig jaar. Gehoopt wordt er op dat de bevolking van Sneek meer en meer de waardeering van het werk der vereeniging zal uitdrukken in hoogere contributies, daar deze thans nog maar 2/3 uitmaken van wat aan salarissen wordt uit betaald. Immers deze contributies bedroe gen in 1926 f3079.92 (1925: f2951.25), ter wijl aan salarissen werd uitgegeven f 4800. Het Burgerlijk Armbestuur droeg weer f 500 bij, het O. B. W. verminderde de bijdrage van f 500 tot f 300, de T. B. C. Vereeniging betaalde f 1200. De penningmeester, de heer G. Veen, gaf een uitvoerig overzicht der inkomsten en uit gaven. De rekening der wijkverpleging sloot in ontvang en uitgaaf met een bedrag van f 5492.39'/2, met een voordeelig saldo van f 33.01’/z, waaruit blijkt dat men zonder de subsidies van diverse vereenigingen dit werk der vereeniging niet zou kunnen voortzet ten, daar thans immers uit de contributies der aangeslotenen de zusterssalarissen niet eens kunnen worden betaald. Op een vraag van een der leden ant woordde het bestuur dat de legaten niet in de rekening der afd. Wijkverpleging worden opgenomen, doch in een afzonderlijke reke ning, waarin de andere inkomsten en uitga ven der vereeniging worden opgenomen; de legaten en de uit het kapitaal der vereeni ging gekweekte rente dienen zoodoende tot versterking van het kapitaal der vereeni ging,waaruit men slechts in hooge nood zou mogen putten. Het jaarverslag en de rekening en verant woording (de laatste was nagezien door de h.h. F. Pijttersen en W. Stam) werd goed gekeurd. In de nieuwe commissie voor het nazien der rekening werden benoemd de h.h. F. Pijttersen en J. Groeneveld, tot hun plaatsvervangers de h.h. A. ten Cate en J. Eringa. Tot bestuurslid werd herkozen de heer S. v. d. Meulen, die de herbenoeming aannam. De begrooting 1927 werd goëdgekeurd met een bedrag in ontvang en uitgaaf van f 6967.22 en een post onvoorziene uitgaven I van f467.22. Aan contributie is geraamd 13000, huren en renten f 1800, subsidies f 1700, aan salarissen f4800. Hierna deelde de seer, de hr. H. J. Ament mede dat Donderdagavond weer door hem was ontvangen een briefje van den heer J. H. H. Piccardt, waarbij verzocht werd de vergadering opnieuw uitspraak te laten doen over zijn verzoek om toegelaten te worden als lid (de heer Piccardt is 3 ach tereenvolgende jaren gedeballotteerd), ter wijl hij zich bereid verklaarde de contributie als lid te betalen ook voor de jaren verloo- pen sedert hij zich voor het eerst voor dit lidmaatschap aanmeldde. De heer ds. Dethmers pleitte voor toela ting van den heer Piccardt, die zich ook op dit gebied beweegt en aan wien de vereeni ging een groote steun kan hebben. Van bestuurszijde werd opgemerkt dat de heer Piccardt eenige jaren geleden een zeer agressief stuk in de Sneeker Courant heeft geplaatst tegen deze vereeniging, terwijl deze heer de vereeniging ook in een be paalde richting wil drijven, welke ’t bestuur en blijkens vorige jaren gehouden stemmin gen ook de meerderheid der leden niet aan genaam is; daarom wenscht men den heer Piccardt niet als lid toe te laten. De heer Dethmers betoogde dat toch niet alle leden gelijk behoeven te denken. Als de heer Piccardt als lid wordt toegelaten, kan men zijn denkbeelden objectief beoordeelen en zelf beslissen hoe men daar tegenover De secretaris oordeelde het beter, waar men anders telken jare weer zal moeten stemmen over den heer Piccardt, te beslui en net briefje voor kennisgeving aan te (ïp’^en1’. van andere zijde werd op- i.erkt dat het reglement stemming itoor- reet over candidaat-leden, waarom de neer Ament zijn voorstel introk. De heer waarschuwde ernstig hier geen maken van de dommekracht van ’s n’e^ m het belang der ver- mgmg en spr, stelt de vergadering ver- n woordelijk voor de gevolgen van een eren van den heer Piccardt. Men speelt hoog spel. b Hierna wordt gestemd over al of niet 'oelahng van den heer Piccardt. De uitslag 's aat deze opnieuw met 11 tegen 2 st wordt gedeballotteerd. Hierna sluiting. JflA Old. ingeval van over- *vU lijden binnen 30 d. I O. V. i M M ff ff I SIEM SNEEKER COURANT nnex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL UltjaVBMH

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1