H
Uit onze Raadzaal.
2000
HIEUWSTIia >K8EM.
1
Slfitiiii Orgiii Éir IniiHi Snik.
WOEHSDAG S3 FEBRUARI ISS7
Eerste BlaÉ
43e JAARGAHG
*s
Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hollandaoh* Algemeen* Verxe-
IE A gld. bij verlies van 7E gld. bij verlies CA
iuv één hand, voetofoog lv van een duim, vv
keringe-Bank te Schiedam sijn onxe abonné’e verzekerd tegen ongelukken voor
S
van
rekend.
.80
over al of
.00
e
n
gld. bij verlies van
een wijsvinger*
Abonnement per jaar t 2.50 fr. p
post f 3.60.
Advertentieën9 ct p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger/ bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiên worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
s.
t.
B. en W. hebben den raad een aantal voorstellen aan-
t geboden, o. a. de volgende:
minuten.
6. onderdeden van een uur worden voor een geheel ge-
f 0.25
-0.50
-0.65
-0.75
-0.85
-0.95
- 1.05
- 1,15
- 1.25
- 1.35
- 1.40
- 1.45
gld. bij levens
lange invaliditeit
c. gebruik van meer lokalen gedurende langer dan één
uur per dag;
Een openbaar slachthuis.
No. 1.773.12(4).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
betreffende de oprichting van een openbaar
slachthuis in de gemeente.
Beslissing B. en W. omtrent al of niet verleenen.
2. Burgemeester en Wethouders beslissen in elk voor
komend geval in hoogste instantie of de vergunning, in
verband met het doel, waarvoor het gebruik wordt ver
zocht, of in verband met andere omstandigheden al of niet
kan worden verleend.
Tsnchjjal
UIMADAGA ea VRIJDAGSAVONDS
Brandrnburgh Co.,
Msbwk faiafaas B», 150.
naast de eigenlijke slachtruimten eventueel ook voor koel
ruimte zal worden gezorgd. De indrukken, opgedaan bij
de door ons afgelegde bezoeken en de inlichtingen, toen
verkregen, hebben ons de overtuiging bijgebracht, dat
slachtruimten en koelhuis onverbrekelijk bij elkaar be-
hooren.
De vraag of daarnaast nog een ijsfabriekje zoude moeten
worden gebouwd, zouden wij nog afzonderlijk onder de
oogen willen zien.
Ofschoon wij nog geen nauwkeurige begroeting van
oprichtingskosten en evenmin nog een exploitatiebegroo-
ting aan U kunnen overleggen, meenen wij op grond van
de ingewonnen inlichtingen gerechtigd te zijn tot de uit
spraak, dat de exploitatie van een slachthuis, op be
scheiden schaal ingericht, aan de gemeente geen geld zal
behoeven te kosten.
Wij zouden in den, gegeven stand van zaken gaarne
van U een beginsel-tfitspraak ontvangen, over de oprich
ting van een openbaar slachthuis, om te voorkomen, dat
noodeloos vrij veel werk werd gedaan, welk laatste het
geval zou zijn, indien mocht blijken dat Uwe vergadering,
op grond van de bezwaren door de slagersvereeniging
ingebracht of op andere gronden, van oprichting niet wil
weten.
Zooals uit onze uiteenzetting blijkt, meenen wij U tot
een uitspraak ten gunste van de oprichting te moeten
adviseeren. Gaat Uwe vergadering met dit advies
accoord, dan is daarmede dus gezegd, dat alleen indien
nadere uitwerking der plannen en nauwkeurige opzet der
exploitatie mocht doen zien, dat deze laatste niet sluitend
zal zijn te maken, de oprichting door U nog nader in
overweging zal worden genomen.
Wij stellen U derhalve voor het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 15 Februari 1927, No.-l.773.12(4)
BESLUIT:
in beginsel tot de oprichting van een openbaar slacht
huis te Sneek en noodigt Burgemeester en Wethouders
uit nauwkeurige plannen met begrooting van kosten en
ontwerp- exploitatierekening in te dienen.
No. 1.851.2.06.13 A(7).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot vaststelling van een verordening, hou
dende algemeene regelen voor het in gebruik
geven van schoollokalen.
Artikel 6.
Kennisgeving van aanvang en einde van het gebruik.
1. Van het tijdstip van aanvang en van beëindiging van
het gebruik geeft de gebruiker, zoodra een en ander hem
bekend is, kennis aan Burgemeester en Wethouders en
aan het hoofd der betrokken onderwijsinrichting, of indien
deze ontbreekt aan den gemeente-architect.
Bij nalatigheid van inzending wordt vergoeding
door berekend.
2. Bij nalatigheid van het inzenden dezer kennisgevingen,
Aan den Gemeenteraad.
In de besloten Raadsvergadering van 7 December 1926
hebben wij Uw aanvankelijk gevoelen gevraagd over het
al of niet oprichten van een openbaar slachthuis in deze
gemeente, hetwelk toen niet afwijzend bleek te zijn.
Wij willen U thans mededeeling doen van hetgeen sedert
door ons is verricht.
Als inleiding meenen wij te moeten herinneren aan de
bepaling van artikel 19 der Vleeschkeuringswet, volgens
welke de slachterijen moeten voldoen aan de bij alge-
meenen maatregel van bestuur gestelde eischen, welke
eischen volgens artikel 47 der aangehaalde wet op 1 Juni
a.s. ook van toepassing worden op de bestaande slachte
rijen.
Op ons verzoek is door den Inspecteur van de Volks
gezondheid, den Keuringsveearts en den Gemeente-archi
tect, een onderzoek ingesteld naar den toestand der slach
terijen, mede ter beantwoording van de vraag, welke van
deze inrichtingen nu reeds voldoen aan de bovenbedoelde
eischen; welke met geringe veranderingen aan de wet
beantwoordend zouden kunnen worden gemaakt; in welke
ingrijpende veranderingen zouden moeten plaats hebben
en welke tenslotte niet zoo veranderd kunnen worden, dat
zij aan de wettelijke voorschriften voldoen.
Uit het rapport van 20 Januari 1927, No. 16, dat bij de
stukken is gevoegd, blijkt, dat van de 26 slachterijen, die
in deze gemeente bestaan, er geen enkele geheel aan de
wet beantwoordt. Zes kunnen met betrekkelijk geringe
kosten in orde worden gemaakt, althans als de Inspecteur
van de Volksgezondheid hier en daar tot het verleenen
van eenige dispensatie bereid is; acht kunnen, onder het
zelfde voorbehoud, alleen door ingrijpende, dikwijls vrij
kostbare veranderingen aan de wet beantwoordend worden
gemaakt, terwijl dit laatste met een twaalftal niet moge
lijk is.
Wij hadden reeds vóór het besproken rapport ons be
reikte een bezoek aan enkele openbare slachthuizen ge
bracht, nl. in Leeuwarden, Hilversum, Baarn en Doetin-
chem. Onze indrukken aldaar waren over het algemeen
'zeer gunstig. Gegevens betreffende bouw- en exploitatie
kosten van sommige inrichtingen leggen wij hierbij aan
U over.
Vervolgens hebben wij een tweetal conferenties gehou
den met het bestuur der alhier gevestigde slagersvereeni
ging.
Overzichten van het aldaar besprokene treft U mede bij
de stukken aan. Uit deze overzichten en uit een aan U ge
richt adres, dat bij de voor Uwe vergadering ingekomen
stukken is gevoegd, zal U blijken, dat deze vereeniging
voor de oprichting van een openbaar slachthuis weinig
sympathie gevoelt, erger, daar eigenlijk geheel afwijzend
tegenover staat.
De bezwaren der slagers kunnen, naar wij meenen, wor
den samengevat in deze twee punten: inperking der nu
bestaande vrijheid en hoogere bedrijfskosten.
Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat de verplichting
tot slachten binnen zekere uren, die aan de slagers opge
legd zal moeten worden, indien in de gemeente een open
baar slachthuis wordt geëxploiteerd, niet die mate van
vrijheid biedt, waarover thans kan worden beschikt.
Of echter dit bezwaar dusdanig zal worden gevoeld,
als de slagers vreezen, meenen wij, mede op grond van
ons verstrekte inlichtingen uit gemeenten, die reeds jaren
de beschikking over een abattoir hebben, te moeten betwij
felen.
In den eersten tijd na de oprichting van een openbaar
slachthuis zal de overgang worden gevoeld, maar reeds
vrij spoedig, de ervaring leerde het, is dit bezwaar over
wonnen.
Ten allen overvloede zij hier nog opgemerkt, dat natuur
lijk bij de vaststelling der uren van openstelling het be
stuur der slagersvereeniging zal worden gehoord en dat
daarbij met de behoeften van de bedrijven zooveel mogelijk
rekening zal worden gehouden. Het belang der gemeente
brengt dat mee, zoo goed als dat der slagers.
Wat de hoogere kosten aangaat, daaromtrent valt moei
lijk. een op geheel juiste en controleerbare cijfers berus
tende berekening te maken.
Aan de eene kant staat het keur-, slacht- en koelioon,
waarvan thans alleen het eerstgenoemde verschuldigd is.
Aan de andere kant staan echter verschillende bezuini
gingen, welke een uitvloeisel zijn van het feit, dat dooi
de slagers niet thuis meer wordt geslacht. Daar komt dan
nog bij, wat bij de beoordeeling dikwijls uit het oog wordt
verloren, dat ingeval van niet-oprichting van een openbaar
slachthuis, de meeste slagers aanzienlijke kosten zullen
moeten maken om hun slagerij aan de wet te doen beant
woorden, terwijl een vrij groot aantal dit laatste bij behoud
hunner slachterijen in het geheel niet zal kunnen bereiken,
zoodat deze verplicht zullen zijn óf een geheel nieuwe
slachterij te bouwen öf regelmatig bij anderen te slachten,
in welk laatste geval zij allicht in sterker mate in hun vrij
heid zullen zijn beknot, dan wanneer zij in een abattoir
zouden moeten slachten.
Wordt het kostenbezwaar gezien in dit licht, en boven
dien rekening gehouden met het feit, dat de vleeschprijzen
in abattoir-gemeenten als regel niet hooger zijn, dan in
niet-abattoir-gemeenten, dan meenen wij, dat ook dit be
zwaar een belangrijk deel van de beteekenis, welke de
slagers er aan hechten, verliest.
Te minder mag naar onze meening aan deze beide
hoofdbezwaren der slagers het gewicht worden toegekend,
dat zij naar hunne meening hebben als wordt gelet op de
voordeelen, welke het hebben van een behoorlijk ingericht
abattoir met koelhuis biedt.
Deze voordeelen zijn o. i. naast de reeds genoemde voor
slagers, die belangrijk moeten verbouwen en voor hen,
die niet aan de wet zullen kunnen voldoen, de volgende:
centraliseering der slachtingen, waardoor alle veront
reiniging van water, bodem en lucht, thans door slach
terijen veroorzaakt, uit de bebouwde omgeving wordt ge
weerd;
mogelijkheid van betere vleeschverzorging, mede door
de aanwezigheid van een koelhuis;
centraliseering der keuring, waardoor deze beter kan
worden uitgeoefend;
de volgens deskundigen betere kwaliteit van het vleesch.
Wij hebben in deze redeneering er op gerekend, dat
Artikel 1.
Ingebruikgeving bij vergunning van B. en W.
1. Onverminderd het bepaalde bij het 2e lid van art.
26 der Lager Onderwijswet 1920, kunnen de lokalen van
de gemeentelijke inrichtingen van onderwijs, alsmede de
daarin aanwezige meubelen en toestellen op tijdstippen,
waarop deze lokalen met toebehooren, niet voor het geven
van onderwijs, waarvoor zij bestemd zijn, worden gebezigd,
bij een door Burgemeester en Wethouders, zoo mogelijk
het hoofd der betrokken inrichting gehoord, te verleenen
vergunning, aan vereenigingen of particulieren in gebruik
worden afgestaan.
Artikel 2.
Wat de aanvraag moet inhouden.
1. De aanvraag om vergunning houdt in den naam van
den gebruiker en het doel waarvoor, het tijdvak gedurende
welk en de dagen en uren waarop van de lokalen, al of
niet met toebehooren, zal worden gebruik gemaakt.
Wie voor gebruiker wordt gehouden.
2. Voor gebruiker wordt gehouden hij, van wien de ver
richtingen, waarvoor het gebruik wordt verzocht, uitgaan.
Indien deze verrichtingen uitgaan van een vereeniging,
wordt het bestuur als gebruiker aangemerkt.
Artikel 3.
Wat de vergunning moet inhouden.
1. De vergunning, in artikel 1 bedoeld, houdt in de aan
wijzing van het gebouw, waarvan de lokalen, eventueel
met meubelen en/of toestellen in gebruik worden afgestaan
en wordt ten name van den gebruiker verleend öf voor het
tijdvak, waarvoor zij wordt gevraagd, óf tot wederopzeg
ging toe.
Geen gebruik tijdens vacantiën.
2. Gedurende de vacantiën aan de betrokken school mag,
behoudens nadere vergunning van Burgemeester en Wet
houders, van de lokalen, waarvoor vergunning werd ver
leend geen gebruik worden gemaakt.
Tijdelijke opzegging van gebruik.
3. Onverminderd het bepaalde bij dit artikel en bij de
artikelen 14 en 15 kunnen Burgemeester en Wethouders
in bijzondere gevallen, te hunner beoordeeling, aan den
gebruiker tijdelijk het gebruik van de betrokken lokalen
opzeggen.
JE gld. bij verlies
v van een vinger
Uur is 60 minuten.
5. Onder uur wordt verstaan een tijdruimte van 60
a. gebruik van één lokaal gedurende langer dan één
uur per dag;
b. gebruik van meer lokalen gedurende één uur per dag;
aan de gebruikers in rekening gebracht voor het schoon
maken der lokalen, een vergoeding berekend naar het
volgende tarief:
voor één lokaaluur
voor twee lokaaluren
voor drie lokaaluren
voor vier lokaaluren
voor vijf lokaaluren
voor zes lokaaluren
voor zeven lokaaluren
voor acht lokaaluren
voor negen lokaaluren
voor tien lokaaluren
voor elf lokaaluren
voor twaalf en meer lokaaluren
Lokaaluur.
3. Onder één lokaaluur wordt verstaan het gebruik
"i uur.
Lokaaluren.
4. Twee of meer lokaaluren worden verkregen bij:
VERORDENING, houdende algemeene j
regelen voor het in gebruik geven van ..u.au6..wu .ou .«mumiiucii u«u «iiiusgcviugeu,
schoollokalen. wordt voor de berekening van de verschuldigde vergoe-
Artikel 4.
Onderwerping aan de bepalingen t.
het gebruik gesteld.
1. Door het aanvaarden der vergunning wordt de ge
bruiker geacht zich te hebben onderworpen aan alle bepa
lingen bij deze verordening ten aanzien van het gebruik
voorgeschreven.
Nadere voorwaarden van B. en W
2. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzon
dere gevallen aan de te verleenen vergunning nadere voor
waarden ten opzichte van het gebruik te verbinden.
Artikel 5.
Vergoeding voor gebruik.
1. Als schadeloosstelling voor de kosten, welke voor de
gemeente uit de beschikbaarstelling voortvloeien, wordt
van de gebruikers een vergoeding gevorderd, berekend
naar het onderstaand tarief:
Gewone lokalen.
voor elk uur, dat van één gewoon lokaal gebruik wordt
gemaakt:
le. gedurende het tijdvak 1 April tot en met 30 Sep
tember f0.50
2e. gedurende het tijdvak 1 October tot en met 30 Maart:
a. bij gebruik vóór 4 uur ’s namiddags f0.70
b. bij gebruik na 4 uur ’s namiddags - 0.90
Gymnastieklokalen.
Bij gebruik van gymnastieklokalen met toestellen wor
den de bovenvermelde bedragen verhoogd met f 0.75 voor-
zooveel het gebruik door vereenigingen betreft en met
f 1.25 voorzooveel het gebruik door particulieren betreft.
2. Behalve de bedragen, in het 1ste lid genoemd, wordt
Aan den Gemeenteraad.
In verband met een indertijd van het bestuur der Zon
dagsschool van de afdeeling Sneek van den Nederland-
schen Protestantenbond ingekomen verzoek om vergun
ning tot het gebruik van enkele lokalen van school no. 3,
werd ons bij Uw besluit van 26 Juli 1920, no. 11, in het
belang van een spoedige afdoening van zaken, een alge
meene machtiging verstrekt om op verzoeken om vergun
ning voor het gebruik van schoollokalen te beschikken en
aan eventueele vergunningen de voorwaarden te verbinden,
welke ons nuttig mochten voorkomen.
Een der voorwaarden, welke wij bij het verleenen eener
vergunning steeds stelden was de verplichting tot het
betalen van een vergoeding aan de gemeente van f 0.30
per uur en per lokaal, welk bedrag was bedoeld als een
compensatie voor de kosten, uit de beschikbaarstelling
voor de gemeente voortvloeiende, met name van de kosten
van onderhoud en van verlichting en verwarming der loka
len. In deze vergoeding voor het gebruik waren de kosten
van schoonhouden der lokalen niet begrepen. Daarom
werd bovendien aan de vergunning de voorwaarde verbon
den, dat als belooning voor de te verrichten extra-werk-
zaamheden aan den concierge of de schoonmaakster moest
worden betaald een met dezen, in den laatsten tijd onder
onze goedkeuring, overeen te komen bedrag.
Doordat het aantal gevallen, waarin vergunning voor
het gebruik van schoollokalen werd verzocht, geleidelijk
is toegenomen en dat gebruik thans een betrekkelijk
grooten omvang heeft aangenomen, hebben zich somtijds
wel eens enkele misstellingen voorgedaan, welke een ge
volg waren van de omstandigheid, dat de voor het beschik
baarstellen getroffen regeling niet in voldoende mate een
afgerond geheel vormde.
Dit heeft ons de wenschelijkheid doen zien ons met
betrekking tot deze aangelegenheid een meer definitieve
regeling in het leven te roepen.
Bij de samenstelling van het ontwerp, in de verordening,
welke wij U hieronder ter vaststelling aanbieden, vervat,
hebben wij, wat de regeling der te betalen vergoedingen
betreft, in hoQfdzaak gevolgd het rapport van den Ge-
meentearchitect, d.d. 17 November 1925, no. 451, dat bij
dit voorstel is gevoegd. De bedragen die eer aan den lagen
dan aan den hoogen kant waren, zijn eenigermate ver
hoogd.
Een belangrijke verbetering achten wij het, dat in gemeld
tarief onderscheid is gemaakt tusschen gebruik gedurende
de wintermaanden en dat gedurende de zomermaanden,
zulks in verband met het verschil in kosten van verlichting
en verwarming der lokalen.
Een tweede verschil tusschen de bestaande en de nieuwe
regeling is deze, dat in de laatste mede is opgenomen
een tarief voor de vergoeding voor het schoonhouden der i
lokalen, welke vergoeding vanwege de gemeente wordt i
ingevorderd en aan de(n) betrokken concierge of schoon- 1
maakster uitgekeerd. De tot nu toe gevolgde wijze, dat de
vergoeding voor het schoonmaken telkens door den ge- wdiirroX X
bruiker der lokalen met den concierge, zij het dan in den i
laatsten tijd dan ook onder onze goedkeuring, werd over
eengekomen, kon aanleiding geven tot minder gewenschte
verhoudingen. Bij invoering der nieuwe regeling wordt, ten
opzichte van de vergoeding voor den concierge, een meer
gezonde toestand geschapen, omdat dan uitsluitend een
verhouding komt te bestaan tusschen de gebruikers en
ons en niet meer, zooals voorheen het geval was, tusschen
den concierge en de gebruikers.
Naast de aan de gemeente verschuldigde vergoedingen
is in het ontwerp ook een plaats ingeruimd aan de alge
meene voorwaarden, welke naar ons oordeel aan elk ge
bruik dienen te worden verbonden.
Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te
nemen.
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 1 Februari 1927, no. 1.851.2.06.13 A(7);
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
Ver. tot Ziekenverpleging.
In Onder de Linden” hield de Vereeni
ging voor Ziekenverpleging Vrijdagavond
een algem. ledenvergadering onder voor- s
zitterschap van den heer S. v. d. Meulen Sr.
De voorzitter bracht het jaarverslag uit, dat
woorden van waardeering wijdde aan het
overleden oud-bestuurslid den heer K. ter
Horst, en tevredenheid uitte over het werk
der zusters Molenaar en v. d. Meulen en
van den concierge van het wijkgebouw. Het
legaat van win. mej. B. Schijfsma, in Sept.
,25 overl., ad f 500, was in ’26 ontvangen,
evenals ’n legaat ad f 150 van win. den hr.
Tj. A. Stam. Aan giften enz. van oud-pa-
tiënten was f 1554.25^ ontvangen benevens
eenige verplegingsartikelen. Het aantal be
zoeken van patiënten aan het wijkgebouw
was 1348 geweest tegen 1004 in 1925; de
zusters legden 15127 bezoeken af, weer be
langrijk meer dan een vorig jaar. Gehoopt
wordt er op dat de bevolking van Sneek
meer en meer de waardeering van het werk
der vereeniging zal uitdrukken in hoogere
contributies, daar deze thans nog maar 2/3
uitmaken van wat aan salarissen wordt uit
betaald. Immers deze contributies bedroe
gen in 1926 f3079.92 (1925: f2951.25), ter
wijl aan salarissen werd uitgegeven f 4800.
Het Burgerlijk Armbestuur droeg weer f 500
bij, het O. B. W. verminderde de bijdrage
van f 500 tot f 300, de T. B. C. Vereeniging
betaalde f 1200.
De penningmeester, de heer G. Veen, gaf
een uitvoerig overzicht der inkomsten en uit
gaven. De rekening der wijkverpleging sloot
in ontvang en uitgaaf met een bedrag van
f 5492.39'/2, met een voordeelig saldo van
f 33.01’/z, waaruit blijkt dat men zonder de
subsidies van diverse vereenigingen dit werk
der vereeniging niet zou kunnen voortzet
ten, daar thans immers uit de contributies
der aangeslotenen de zusterssalarissen niet
eens kunnen worden betaald.
Op een vraag van een der leden ant
woordde het bestuur dat de legaten niet in
de rekening der afd. Wijkverpleging worden
opgenomen, doch in een afzonderlijke reke
ning, waarin de andere inkomsten en uitga
ven der vereeniging worden opgenomen; de
legaten en de uit het kapitaal der vereeni
ging gekweekte rente dienen zoodoende tot
versterking van het kapitaal der vereeni
ging,waaruit men slechts in hooge nood zou
mogen putten.
Het jaarverslag en de rekening en verant
woording (de laatste was nagezien door de
h.h. F. Pijttersen en W. Stam) werd goed
gekeurd. In de nieuwe commissie voor het
nazien der rekening werden benoemd de h.h.
F. Pijttersen en J. Groeneveld, tot hun
plaatsvervangers de h.h. A. ten Cate en J.
Eringa.
Tot bestuurslid werd herkozen de heer S.
v. d. Meulen, die de herbenoeming aannam.
De begrooting 1927 werd goëdgekeurd
met een bedrag in ontvang en uitgaaf van
f 6967.22 en een post onvoorziene uitgaven I
van f467.22. Aan contributie is geraamd
13000, huren en renten f 1800, subsidies
f 1700, aan salarissen f4800.
Hierna deelde de seer, de hr. H. J. Ament
mede dat Donderdagavond weer door hem
was ontvangen een briefje van den heer J.
H. H. Piccardt, waarbij verzocht werd de
vergadering opnieuw uitspraak te laten
doen over zijn verzoek om toegelaten te
worden als lid (de heer Piccardt is 3 ach
tereenvolgende jaren gedeballotteerd), ter
wijl hij zich bereid verklaarde de contributie
als lid te betalen ook voor de jaren verloo-
pen sedert hij zich voor het eerst voor dit
lidmaatschap aanmeldde.
De heer ds. Dethmers pleitte voor toela
ting van den heer Piccardt, die zich ook op
dit gebied beweegt en aan wien de vereeni
ging een groote steun kan hebben.
Van bestuurszijde werd opgemerkt dat de
heer Piccardt eenige jaren geleden een zeer
agressief stuk in de Sneeker Courant heeft
geplaatst tegen deze vereeniging, terwijl
deze heer de vereeniging ook in een be
paalde richting wil drijven, welke ’t bestuur
en blijkens vorige jaren gehouden stemmin
gen ook de meerderheid der leden niet aan
genaam is; daarom wenscht men den heer
Piccardt niet als lid toe te laten.
De heer Dethmers betoogde dat toch niet
alle leden gelijk behoeven te denken. Als de
heer Piccardt als lid wordt toegelaten, kan
men zijn denkbeelden objectief beoordeelen
en zelf beslissen hoe men daar tegenover
De secretaris oordeelde het beter, waar
men anders telken jare weer zal moeten
stemmen over den heer Piccardt, te beslui
en net briefje voor kennisgeving aan te
(ïp’^en1’. van andere zijde werd op-
i.erkt dat het reglement stemming itoor-
reet over candidaat-leden, waarom de
neer Ament zijn voorstel introk. De heer
waarschuwde ernstig hier geen
maken van de dommekracht van
’s n’e^ m het belang der ver-
mgmg en spr, stelt de vergadering ver-
n woordelijk voor de gevolgen van een
eren van den heer Piccardt. Men speelt
hoog spel. b
Hierna wordt gestemd over al of niet
'oelahng van den heer Piccardt. De uitslag
's aat deze opnieuw met 11 tegen 2 st
wordt gedeballotteerd.
Hierna sluiting.
JflA Old. ingeval van over-
*vU lijden binnen 30 d.
I
O. V.
i
M
M
ff
ff
I
SIEM SNEEKER COURANT
nnex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
UltjaVBMH