1 I Hoe men noodlijdende gemeen ten kweekt. r WYMBRITSERADEEL, op Zaterdag 5 Maart 1927, ’s voorin. 10 uur. annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL i Olfliinl kim hr ImiM Snit. 43b JAARGARG E«r«t« B§s®$ 48 I nsa I r WOERSDAG 9 MAART 1987 Brandbnburgh Ce., fjrwss Msc 150. O SHhBEUmsMKk HC gid. bij verlies EA it) vac een daim, vv VI. Idem leden Schattingseom- d. Mededeeling ning vragen van B. en W., ook een reiziger, en I k I I s r 1 1. 2. 3. 4. 5. gid. bij verlies van een wijsvinger ■ta^muimBlscai 'nsiuMiw» -'• wn n ice w» Abonnementper jaar f 2.50 fr. p. post f.3.60. Advertentteên9 ct p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge- plaatst in de SNEEKER COURANT Vergadering van den Raad der gemeente thbi -IMS rir ~M'^*rrnr<ïrinm>(*e—•****<*-*.***<'rnTtiwi-rtr--L 'ir iT'SiynT'r^tirw^mif gg**T,aanrsiiMTi“-*' eavMSTUMiMBfcsWT •MUtm nrs'i—r rewraotfr - unsr isü ‘raai ,n n nm SNEEKEH COÜRAÏÏT I- a raamde opbrengst der pl. inkomstenbelas- van f250.000 tot gld. ingeval van over lijden binnen 30 d. Voorzitter de heer H. M. Tromp, burgemees ter. Secretaris de heer H. M. Martens. Aanwezig alle (15 leden). Na opening op de gebruikelijke wijze is aan de orde: Punt 1. Notulen der raadsvergadering van 27 Januari 1927. Worden op advies der commissie onver anderd vastgesteld. Punt II. Ingekomen stukken en mededee lingen. Ingekomen zijn: a. resolutie van Gedeputeerde Staten d.d. 10 Februari 1927, no. 110, le afd. B. houdende goedkeuring van de verlenging van den ontruimingstermijn der onbewoon baar verklaarde woning Woudsend no. 210; b. Idem d.d. 3 Februari 1927, nos. 27 en 30 houdende goedkeuring van de raadsbe sluiten d.d. 27 Januari 1927 tot het aan- T®ra«!ig»i DJ» SDAG8 ce VBUDASrBAV WDi Ü’itfUTm een goed jaar door een reserve te vormen pofjespolitiek schijnt voor dergelijke iten als aangewezen wordt door' dat z. h. st. wordt aangenomen. De heer Nicolai Wordt met alg. st. be noemd. Punt missie. Den len Mei a.s. eindigt het tijdvak, waarvoor de heeren Tj. Reitsma te Wol- sum, H. Osinga te Woudsend, S. Alberda te IJsbrechtum en Joh. Cnossen Jzn. te Hom- merts zijn benoemd tot leden der schattings. commissie voor de Inkomstenbelasting. Bij acclamatie worden deze heeren her benoemd. Punt Vil. Idem Brugwachter te Wouds end. B. en W. adviseeren: Op grond van Uw besluit d.d. 27 Januari 1927 inzake de benoeming van een brug wachter te Woudsend, hebben wij sollici tanten voor gemelde betrekking opgeroe pen. In totaal hebben zich een dertigtal gega digden aangemeld. Uit dit dertigtal hebben wij een vijftal personen gekozen die naar onze meening in de eerste plaats voor eene benoeming in aanmerking behooren te komen. Onze voor keur blijft echter tot dit vijftal beperkt. Wij mej. A. Schurink, Sneek. mevr. PrinsKeuning, Sneek. Mej. Schurink wordt met alg. st. be noemd. Punt V. Idem Assistent-Gemeenteopzich- ter. B. en W. adviseeren: Bij dezen deelen wij U mede, dat wij ons omtrent de benoeming van een assistent- gemeenteopzichter nader hebben beraden. Wij hebben den heer J. Nicolai, die sedert Mei 1926 in tijdelijken dienst der gemeente is, uitgenoodigd zich ter verdere persoon lijke kennismaking bij ons aan te melden. De heer Nicolai maakte op ons een zeer gunstigen indruk en ook de vragen, hem door een der wethouders gesteld, werden tot tevredenheid beantwoord. Hij is in het bezit van de diploma’s tim merman ambachtsschool en Burger- en Waterbouwkunde der Middelbaar Tech nische school te Leeuwarden. Bij verschil lende werken heeft hij, als timmergezel, zich practisch bekwaamd. Daardoor kan hij .zoo wel over nieuwbouw als over herstellin gen oordeelen. In de gemeente Achtkarspelen heeft hij toezicht gehouden bij aanleg van wegen ^en biji bruggenbouw en in onze gemeente leg't de nieuwe brug in het dorp Tirns getuige- nis af, zoowel van zijn theoretische als van zijn practische kennis. De Gemeente-Opzichter acht den heer Nicolai volkomen bekwaam om de betrek king van assistent-gemeente-opzichter tot volle tevredenheid te kunnen vervullen. Wij gaan daarmede geheel aceoord en stellen U daarom voor den heer J. Nicolai, gerekend met ingang van 1 Januari 1927, tot assistent-opzichter onzer gemeente te benoemen op eene jaarwedde van f 1500. welke met drie eenjaarlijksche verhoo;gin- gen van f 100.tot f 1800.kan stijgen:. De heer Cnossen kan met het prae- advies gedeeltelijk meegaan, doch wil de benoeming voor 2 jaar doen geschieden eri de drie jaarlijksche verhoogtngen Laten ver vallen. De heer R e n g e r s steunt dit voort stel, gaan van een kasgeldleening met de Ned. Bank en tot wijziging der gemeente-be- grooting, dienst 1926. c. Mededeeling van den Minister van e. Proces-verbaal kasopname Gemeente ontvanger. Ter inzage gelegd voor de leden. f. schrijven van het bestuur der Vereen, tot bevordering van Chr. Nat. Schoolonder wijs te Goënga en Gauw, dat het vanaf 19 Februari 1927 af opnieuw in het genot wenscht gesteld te worden van de volle rente, 6.214 der geschatte waarde ex. art. 20 der L. O. Wet 1920. B. en W. worden gemachtigd opnieuw de gevraagde rente uit te betalen. g. Adres van de Schippersvereeniging „Eendracht maakt Macht” te Heeg om ver schillende scheepvaartverbeteringen aan te brengen. h. Adres van de Timmerlieden-Patroons- vereeniging in Wijmbritseradeel om zich los te maken van de schoonheidscommissie. Gesteld in handen van B. en W. om prae- advies. i. Beroepschrift van den timmerman J. van Asma te Heeg tegen de hem door B. en W. verleende vergunning tot verbouw van zijn werkplaats aldaar. B. en W. stellen voor het beroepschrift af te wijzen. Het wordt als laatste punt aan de agenda toegevoegd. j. mededeeling van den heer E. Nieber- ding te Westhem, dat hij de benoeming tot lid der Pl. Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs niet aanneemt. De bereids gèvraagde nieuwe 'aanbeve ling der Commissie zal worden afgewacht. De voorzitter deelt mede dat de datum voor de stemming voor leden van den ge meenteraad is vastgesteld op 25 Mei, de candidaatstelling op 12 April. Punt Ill. Voorstel van B. en W. tot benoe ming van een Hoofd der O. L. School te Goënga. Geheel in overeenstemming met het oor deel van den Inspecteur hebben B. en W. de volgende voordracht opgemaakt: 1. De heer H. de Boer, onderwijzer te Irnsum. 2. De- heer C. Baars, onderwijzer te Dockum. 3. De heer F. Hemminga, onderwijzer te Luinjeberd. B. en W. stellen voor uit deze voordracht een hoofd der openbare lagere school Te Goënga te benoemen met ingang van een nader door hen te bepalen dag. De heer Cnossen vraagt ook met het oog op andere punten eerst eene besloten zitting, waartoe wordt overgegaan. Na her opening wordt benoemd met algemeene stemmen de heer H. de Boer. Punt IV.- Idem onderwijzeres voor vak k O. L. School te Tirns. Mej. KI. Jongsma wordt op verzoek eer vol ontslag verleend ingaande 1 April. De voordracht voor de nieuwe benoeming luidt: 1. 2. Het financieel beheer van gemeenten is zeker geen prettig werk in tijden, als de huidige, als de belastingschroef tot het uiterste is aangedraaid, daarbij de inko mens dalen en de mogelijkheid van be snoeiing der uitgaven zeer beperkt is. Onze Friesche gemeenten weten van financieele ’zorgen dan ook mee te praten, in Leeuwar den blijkt het totaal belastbaar inkomen, aanvankelijk voor het jaar 1927 geschat op ‘■s28 millioen gulden, maar 26 millioen te be dragen, en Zaterdag werd bv. door B. en ",W. van Wymbritseradeel aan den raad medegedeeld dat de belastinginspectie, die aanvankelijk de opbrengst der plaatselijke inkomstenbelasting '926’27 had geschat op f 250.000, deze raming moest terugbren- Jgen tot f205.000, waarvan dus 1/3 in de ■gemeentebegrooting 1927 wordt verant- ■voord. Dit laatste feit vestigt weer eens de aan- Miacht op de gemeenten, zooals onze provin cie er zooveel kent, waar een bepaald be drijf overheerscht en dus de uitkomsten paarvan de toestand der gemeentekas be palen. Hier in het Zuidwestelijk deel onzer provincie hebben we van die gemeenten, ®velker draagkrachtige inwoners voor het allergrootste deel de veeteelt beoefenen, en ■mze buurvrouw Wymbritseradeel is daar- Van een typisch voorbeeld. Zij heeft voor ■927 een uiterst zuinige begroeting samen gesteld, en als sluitpost daarin opgenomen een bedrag aan plaatselijke inkomstenbe lasting van f222.000 en nu komt de in spectie met hare onaangename verrassing, ■rouwens allicht niet geheel onverwacht Voor hen die de toestanden in het greide- bedrijf, voorzoover dat op een huurplaats wordt uitgeoefend, kennen. Maar dat is ten Slotte een tegenvaller, waaraan weinig valt te doen, men zal hem met kalmte moeten dragen. VERGADERING van den RAAD der gemeente IJLST, op VRIJDAG 4 Maart 1927, ’s avonds 6% uur. Vervolg. De heer F ij 1 s t r a zou geen 25 M. van het al te kleine sportterrein willen afstaan, al wil hij de industrie gaarne helpen. De heer Brens zegt dat de raad gaarne „ja” zou zeggen, doch er zijn moeilijkheden. Daarom wil spr. deze kwestie nog eens bestu- deeren en stelt hij uitstel voor. De heer Visser heeft niets van den heer Woudstra gehoord over een eventueel aanbod van ander land. Kan dit overwogen dan gaat spr. mee met het voorstel-Brens, doch anders moet spr. zijn bezwaren handhaven en stelt hij voor afwijzend te beschikken. De heer Woudstra: De heeren raadsleden zijn kort van memorie; een verzoek om ophoo- ging is niet zoo lang geleden de sportvereni gingen geweigerd en nu wil men dit land, dat dus blijkbaar ongeschikt daarvoor is, als sport terrein handhaven! Ons opdragen voor een beter sportterrein te zorgen is wel wat kras! Misschien is in die richting wat te doen, doch het ligt niet op onzen weg, dat is de plicht der gemeente. Spr. meent dat de gemeente deze gelegenheid moet aangrijpen om goed geld voor het land te krijgen om daarvoor land voor een beter sportterrein aan te koopen. De V o o r z.: Nu kan men het met dit terrein doen, en wie waarborgt dat wij voor een ander land niet meer moeten betalen dan wij voor dit stuk ontvangen. De heer Woudstra: Wij zouden f1200 per pondemaat willen geven en het zal de gemeente iets waard zijn een grooter en beter sportterrein te kunnen krijgen. De heer De Vries zou willen weten of er wel een behoorlijk sportterrein te krijgen is. We moeten dit aanhouden en uitzien naar een ander terrein en daarnaar de prijs regelen welke de fa. Woudstra voor dit stuk moet be talen. De V o o r z. gelooft dat men met uitstel ook niet verder komt. 1 De heer Visser wil de zaak niet forceeren, maar spr. ziet niet in waarom de raad zou moe ten uitzien naar een ander terrein, dat is de taak der N. V. Wil zij dat niet, dan zou spr. afwijzend willen beschikken. De heer B ak k e r gaat met dit idee accoord. De heer Brens wil toch zooveel mogelijk de industrie steunen en stelt voor dat een raadscommissie uit zal zien naar een ander terrein; men kan intusschen dit punt aanhou den. De heer Visser wil de fa. coulant behan delen en verzoekt dat eerst over het voorstel Brens zal worden gestemd. Voor dit voorstel stemmen de leden Brens, Looijenga en De Vries; tegen de leden Visser, Fijlstra en Bakker. De heer Woudstra onthoudt zich. De stemmen staken en de Voor z. beslist dat de volgende vergadering zal worden óver gestemd. Punt VI. Verzoek om concessie tot het oprichten en in bedrijf brengen van een radio-centrale. De fa. De Walle uit Leeuwarden heeft deze aanvraag ingediend, die wordt aangehou den, omdat de minister toch ook alle concessies heeft opgeschort. Punt VII. Vaststelling primitief kohier v. hondenbelasting 1927. Z. h. s. vastgesteld als aangeboden. Punt VIII. Nadere behandeling van de verordening op het venten. Ged. Staten vragen zich af of door het door den raad ingevoerde ventverbod niet te veel ingegrepen wordt in de vrijheid van het be roep. In ieder geval dient het venten van eet- en drinkwaren vrijgelaten. De V o o r z. zegt dat men inderdaad ook van plan was voor dat laatste absolute vrijheid te geven. Maar spr. vindt dat de nijverheid ge heel vrijgelaten moet worden. Ook brengt het verleenen van vergunningen moeilijkheden voor B. en W. mee. De kleine luidjes worden door het vroeger door den raad genomen besluit wel zwaar getroffen. De heer De V r i e s is bij nadere overweging ook tot dit inzicht gekomen; als spr. met z’n auto bij de klanten rondgaat vent hij ook en zou dus een vergunning van B. en W. moeten heb ben. Dit is een onding. Spr. kan er niet bij, dat we dit de vorige keer aangenomen hebben. Spr, stelt voor de verordening in te trekken. De heer F ij 1 s t r a heeft het ook verkeerd begrepen. In twee uur (24) kunnen de men- schen nooit hun brood met venten verdienen, wat volgens de verordening moet. Spr. wil hier verklaren dat hij dit verkeerd heeft begrepen, hij had meer het oog op een poging de venters van buiten te treffen. Spr. wil wel maatregelen nemen tegen 2 of 3 venters uit één huishouding, maar wil dat plaatsgenooten, die hun broodje moeten verdienen, vrijgelaten worden. De heer Visser heeft met verbazing de twee vorige sprekers gehoord, die de vorige keer voor de verordening stemden. Een bona fide winkelier hebben wij hier haast niet meer, de geheele handel is naar de straat verlegd, en een paar huishoudingen leggen zich daarop geheel toe. Dat is te begrijpen, maar dat doet ook de inwoners veel last aan. Er zijn weduwen die venten, voorts andere plaatsgenooten en daarbij talrijke vreemdelingen. Om aan de be zwaren tegemoet te komen, wilde men in de voor de huisvrouw drukke uren het venten be perken, het venten met eet- en drinkwaren wordt zoo goed' als vrijgelaten. Wel moeten we elkanders lasten dragen, maar zeker niet elkanders overlast. Spr. geeft toe dat van 24 te kort is, laat men desnoods de geheele mid dag vrijgeven voor alle venters, maar geduren de de morgenuren het venten aan vergunnin gen binden en dan alleen voor bepaalde levens- TE gld. bij verliet v van een vinger alles te verbieden en B. en W. kunnen dan vergunningen geven. De heer De Vries: Als iedereen vergun ning moet vragen moet men of niemand een vergunning geven of allen. De Voorz.: De ingezetenen hebben over last, maar deze kan niet verholpen zonder de kleine neringdoenden te schaden. De heer Visser handhaaft zijn voorstel, waarmee ook het prestige van den raad is ge diend. Voor dit voorstel stemmen de leden Visser, Looijenga, Woudstra en Bakker; tegen de leden Brens en Fijlstra; blanco de heer De Vries. Met 42 st. is dit voorstel dus aangenomen. De Voorz.: B. en W. zullen trachten een ieder tevreden te stellen. Moge ons dat geluk ken. Spr. gelooft echter niet dat we een goede verordening kunnen krijgen. Punt IX. Benoeming schattingscom- missie. Benoemd worden de aftredenden de hh. D. Visser, Looijenga, Walinga en Groenveld. Punt X. Af- en overschrijving Armvoog- dijbegrooting. Z. h. s. aangenomen als voorgesteld. Bij de rondvraag zegt de heer Woudstra dat hij de gemeentereiniging de zinkputten heeft zien schoonmaken: -het vuil ging in een kruiwagen, waaruit veel wegloopt. Spr. beveelt hiervoor de ijzeren wagentjes aan die hangen tusschen 2 wielen. Voor enkele zinkputten is ander schepgereedschap noodig en de reinigers moeten ook korte aankoppelbare stangen heb ben om riolen open te steken. Laat men zich met het opperhoofd der gemeentereiniging over deze dingen verstaan. De Voorz. zegt nadere overweging door B. en W. toe. Hierna sluiting. leggen daarom eene alphabetische aanbe veling aan U over. Zij luidt: T. Foekema, schipper te Westhem. C. de Jong, schipper te Woudsend. M. Nagelhout, schipper te Woudsend. A. Visser, brugwachter te Sneek. P. de Vries, oud-schipper te Heerlen, vroeger te Woudsend. Wij stellen U voor uit deze aanbeveling een brugwachter te Woudsend te benoemen op de door U in Uwe vergadering van 27 Januari 1927 gehandhaafde jaarwedde van f 1290.zulks met ingang van 1 Mei 1927. De te benoemen brugwachter moet de voor hem bestemde woning betrekken. Hiervoor moet hij een huur betalen van f 150.per jaar. Wij stellen U daarom voor met ingang van gelijken datum de brugwachterswoning te Woudsend tot wederopzegging te verhu ren aan dengene, die door U tot brugwach ter wordt benoemd, tegen een huurprijs van f 150 per jaar tn overigens op de door ons te stellen voorwaarden. Benoemd wordt C. de Jong met 8 st., Foekema had 6, Visser 1 st. Punt VIII. Idem herbenoeming Vader en Moeder Armhuis te Heeg. B. en W. adviseeren: Bij schrijven dd. 8 Februari 1927 verzoe ken S. Steigenga en echtgenoote om eene vaste aanstelling als Vader en Moeder in het Armhuis te Heeg te mogen ontvangen, daar met ingang van 12 Mei a.s. het drie jarig tijdvak, waarvoor zij zijn benoemd, zal zijn verstreken. Wij hebben dit schrijven gesteld in han den van het Burgerlijk Armbestuur om advies. Dit adviseert adressanten opnieuw voor den tijd van drie jaren te benoemen. Ons refereerende aan den inhoud van dit advies, gedagteekend 17 Februari 1927, stellen wij U voor, S. Steigenga en echtge noote met ingang van 12 Mei 1927 opnieuw voor den tijd van drie jaren tot Vader en Moeder in het Armhuis te Heeg te benoe men. Bij acclamatie herbenoemd. Belasting op vermakelijkheden. Punt IX. Idem tot vaststelling van ver ordeningen op de heffing en invordering van een belasting op tooneelvertooningen en andere vermakelijkheden in Wymbrit seradeel. B. en W. adviseeren: In onze memorie van antwoord op de verslagen der secties, welke de gemeente- begrooting voor 1927 hebben onderzocht, schreven wij, dat wij de vraag of invoering van een vermakelijkheidsbelasting voor onze gemeente gewenscht zou zijn, in studie hadden genomen. Naar aanleiding van deze mededeeling hebben wij aan verschillende besturen van plattelandsgemeenten in onze provincie verzocht ons, indien voor hunne gemeenten een vermakelijkheidsbelasting gold, omtrent de werking daarvan te willen inlichten. Wij verzochten mede te deelen hoeveel, bij eventueele heffing, de belasting opbrengt en of zij aan de gestelde verwachtingen heeft voldaan of dat in een uitgestrekte platte landsgemeente te veel moeilijkheden moe ten worden overwonnen om een billijke heffing te kunnen toepassen. Uit de ontvangen antwoorden blijkt, dat de belasting in bijna alle gemeenten, waar zij: wordt geheven, aan de gestelde ver wachtingen inderdaad heeft voldaan. Bij invoering daarvan voor onze ge meente ramen wij de zuivere opbrengst op f 500.—. Gelet op de ervaring, welke men elders heeft opgedaan en in aanmerking nemend, dat de belasting niet het noodzakelijk levensonderhoud treft en daarom gemakke lijk zal zijn te dragen,'stellen wij U voor tot invoering van een belasting op tooneel vertooningen en andere vermakelijkheden te besluiten en daartoe vast te stellen de in concept hierbij overgelegde verordenin gen. De heer d e B o e r is verheugd dat deze zaak aan de orde komt, waarop hij: heeft aangedrongen. B. en W. dachten aanvan kelijk dat deze heffing te weinig zou ople veren, maar nu schatten zij de opbrengst op f 500. B. en W. willen ongeveer 20 hef- Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hollandaohe Algsmcsiw Varze- 7fl00 kerings-Bank te Schiedam lijn onze abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor «VVV S Met iets minder kalmte accepteert men echter waarschijnlijk onbesuisde maatrege len van hooger hand, die de positie van dergelijke gemeenten met eenzijdig bedrijf mm of meer onhoudbaar gaan maken. Kort geleden is door de Tweede Kamer aange komen het compensatiewet]e, dat de belas tingschuldige veroorlooft het in een bepaald jaar geleden bedrijfsverlies af te trekken van een eventueel verdiend inkomen over een volgend jaar. Een wetje op zichzelf uit belasting-technisch oogpunt zeker niet on rechtvaardig. Maar de funeste gevolgen er van voor gemeenten als Wymbritseradeel v fteeft de heer van Welderen baron Rengers Zaterdag in den raad dier gemeente nog eens uiteengezet. Als de 1200 veehouders m Wymbritseradeel gemiddeld in ’n slecht jaar een f 1000 zouden verliezen, zouden 4eze menschen niet alleen één jaar uit de kohieren verdwenen zijn, maar zouden zij als ’n volgend jaar de toestanden beter wa ren, te samen ook weer f 1200.000 van het totaal verdiend inkomen kunnen aftrekken, wat de gemeente alweer'een slordige ton van de inkomstenbelasting zou kosten. Zoo- dat het gemeentebestuur over opbrengsten aan inkomstenbelasting van ruim 1 ton zou beschikken, terwijl het 2 ton noodig heeft. 1S natuurlijk geen denken aan de wei nige middenstanders en de enkele hooge ,mens ‘n de gemeente het tekort te laten oetalen, de eerste zullen dat niet kunnen, ae laatste zoo’n gemeente den rug toe- keeren. De politiek om in eenige extra heffing 1 de f 7 gfmeenten ais compensatiewetfe ook'min of" meer ver- aJ?'! wet]e °Pent ^an °ok de mogelijkheid, oat, hoe billijk misschien op zich zelve ook, .gemeenten als hier genoemd er noodlij- w°l'den gemaakt. Het is opmer- zeIfs geen der P'attelandsafge- yaardigden in de Tweede Kamer op deze in het oog vallende mogelijkheid heeft hlwez?n’ noch °P de noodzakelijkheid dat irw/r Wgenheid voor deze gemeenten om mjzondere heffingen in te voeren wor- we4e°\vand»’ waar°P ook de heer Rengers izr. We mogen een tijdlang de in- mincVe-n^-n-!lng naar draagkracht als de minst onbillijke heffing hebben beschouwd, iiiVhndHW5gxbeseft men toch ook de onbil- inVr.eid een tijdelijk volgens de wet nip+Jmen OOZe’ °°k al ,s diens draagkracht na->rgeikngi en d’e z n kinderen evengoed uens pCk°°-i zendt> de wegen met z’n wa- b \ogebK™‘kt enz” geheel vrij van heffin- 1 ’t uzi ^te der gemeenschap kan blijven, de nrcr^+I eens bjti dat men te Den Haag Éoerl ainb^- Va.n dez? kwestie beseft, zoo cieele vlrhn'£dder ,wijziging van de finan- te. Wat brmdmg tusschen rijk en gemeen- wéinin an I6" nU doet is toch wel heel van n8onriideJS dan het kunstmatig kweeken T no°dhjdende gemeenten. behoeften toestemming verleenen. Het is spr. te kras dat wat men de vorige keer met alg. st. aannam, hu een onding wordt genoemd. Al maakt Leeuwarden een opmerking, men moet zich niet wegwerpen. Arbeid, enz. dat het Rijk niet bijdraagt in De heer F ij 1 s t r a wil ook niet alles aan de het wachtgeld der correspondenten arbeids- kant doen. I bemiddeling. De heer De Vries: Zooals de verordening, d. Mededeeling van den Inspecteur is aangenomen, moet ieder die vent een vergun- Directe belastingen te Sneek dat de ge ning vragen van B. en W., ook een reiziger, en r-g"4- -4 dat is een onding. De bedoeling is op de bede- ting is teruggebracht laars controle te oefenen. De heer'Visser: De heer De Vries heeft een geheel verkeerde opvatting van venten; notificatie, een reiziger die bij de zakenlui rondgaat vent niet. De heer Woudstra zou willen handhaven het verbod van alle venten in de schafttijd van 122, en alle venten in den middag vrij laten. Venters zijn zij, die rechtstreeksch hun waren aan de deuren aanbieden; ’t venten van levens middelen moet echter geheel vrij zijn. De heer Brens was blij, dat er uit Leeu warden een opmerking gemaaktSis. Het bleek, dat er menschen hier in hun verdienste geknakt worden. Er zijn ook arbeiders die bv. Maan dags brandstof noodig hebben voor de wasch, maar bij wie de handelaren des Zaterdags niet kunnen rondgaan om bestellingen voor die Maandag op te nemen, omdat men de tijd graag zooveel mogelijk productief maakt. Het moge wat gek zijn, spr. is met den heer De Vries voor intrekking. De Voorz.: Dwalen is menschelijk en rui terlijk is het z’n fout te erkennen. Spr. wil ook niet alleen de verantwoordelijkheid voor het verleenen der vergunningen dragen en zou B. en W. dan moeten bijeenroepen. De heer De Vries stelt voor de verorde ning in te trekken en alleen het verbod van 122 te handhaven. Men kan voorts het be staande ventersartikel verscherpen. De heer Woudstra: In de voormiddag moet het drukke geloop beteugeld. De klacht der huisvrouwen is terecht. Men stelle het ven ten met eet- en drinkwaren geheel vrij, en de rest moet een vergunning hebben voor de mor genuren. Ook het venten van brandstoffen kan men vrijlaten. De Voorz.: Laat men maar liever alles ge heel vrij laten. De heer Looijenga: Men moet radicaal zijn: alles vrij of alles verbieden en alleen per vergunning het venten toestaan. De heer Visser stelt voor dit stuk te ren- voyeeren aan B. en W. ter nadere bestudee- ring. Misschien is het ’t beste in het algemeen |Eh gld. bij verlies van luv éénhard, voetofoog gld. bij levens- IA A lange invaliditeit «vv I f 205.000.—. Deze stukken worden aangenomen voor

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1