H Uit onze Raadzaal. NIEUWSTIJDINGEN. I - mnmx SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL SlOtlsil OrgiH dar liaiiife hut fi MEDERLAHDSCHE HYPOTHEERBAH opgericht tö Veeiidam in 1890 Directie Mr. M J BOS en Mr. J. WILKENS Gepl. Maatsch. Kap. en Reserves 4l/2°|o Pandbrieven a 99 Vs °|o voor 'omwisseling van uitgelote pandbrieven is de koers 1/2°/o lager. GELDEN BESCHIKBAAR voor eerste hypotheek op billijke voorwaarden. 11 EttPSt® RlasS 43* JAARGAHG I n n i- t n P ZATERDAG 25 JUKI 1927 mm jïËËnnmïïi Yanwhgai DDTSDAÖi ca VRUDAG8A VODS Uitgeren Brandenburgh Co., nt gld. bij verlies EQ Iv van een duim. vv Verings-Bank Sohiadam sijn onae abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor I SNEEK, 31 Mei 1927. 5 SNEEK, 7 Juni 1927. Aan den Gemeenteraad. 6.000.000 1 1 s !t g bovenwoningen gecombi- behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten I I I B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen aan geboden: gld. bij verlies van een wijsvinger- Ie ■n is ie No. 1.778.511(597). Advies van Burgemeester en Wethouders op. het adres van Johs. Olij, houdende beroep van het besluit van Burgemeester en Wet houders, waarbij hem vergunning is gewei gerd voor het verbouwen van zijn werkplaats aan het Zomerrak achter den Oppenhuizer- weg. 1- 1, n i, Het 4e lid van artikel 25 der Nijverheidsonderwijswet bepaalt, dat indien een nijverheidsschool bezocht wordt door leerlingen uit andere gemeenten dan die, waarin de school gevestigd is, de gemeenten, waaruit die leerlingen afkomstig zijn, aan de centrumgemeente” een vergoe ding in de netto-kosten dier school moeten betalen, tenzij in die buitengemeenten een gelijksoortige onderwijsinrich ting bestaat. Het ter uitvoering van o. m. het genoemde artikel 25, 4e lid, tot stand gekomen Koninklijk Besluit van 11 Juli 1921, S. 920, gewijzigd bij dat van 26 April 1922, S. 233, bepaalt in artikel 13, sub. 1, dat de gemeente van afkomst van een leerling eener nijverheidsschool die gemeente is, SNEEK, 7 Juni 1927. Aan den Gemeenteraad. BESLUIT: het tusschen de gemeenten Sneek en Haskerland gerezen geschil omtrent de toepassing van artikel 25, 4e lid, der Nijverheidsonderwijswet op grond van artikel 70 der Grondwet aan H. M. de Koningin ter beslissing voor te dragen. Aldus enz. No. 1.851.365.07(1). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om het tusschen de gemeenten Sneek en Haskerland gerezen geschil omtrent de toe passing van art. 25, 4e lid, der Nijverheids onderwijswet op grond van art. 70 der Grondwet aan H. M. de Koningin ter be slissing voor te dragen. HEEG. Benoemd tot onderwijzer aan de christelijke school te St. Johannesga de heer S. Huizinga te Heeg, thans als assistent al daar. L. Ct. LANGWEER. Op de voordracht voor de benoeming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school te Langweer komen voor de dames 1. A. Tolsma te St. Nico- laasga, 2. T. Bosch te Heerenveen, 3. E. Bakker te Sneek, 4. H. Lok te Ureterp en op de voordrachten voor de benoeming van twee onderwijzers aldaar de h.h. Ie voor dracht: 1. A. Vleer te Sneek, 2. T. Westra te Sneek, 3. N. de Vries te Terhorne, 4. A. Fa ber te Hallum; 2e voordracht: 1. T. Westra te Sneek, 2. A. Vleer te Sneek, 3. N. de Vries te Terhorne, 4. T. Copinga te Opende. L. Ct. Sarnm. Tdgfec* Me- 150. No. X 07.351.11(22). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit van 10 December 1923, no. 13, betreffende onder- handsche verhuring van de woningen aan de Geeuwkade nos. 33 tot en met 38. SNEEK, 7 Juni 1927. Aan den Gemeenteraad. Aan den Gemeenteraad. Bij ons besluit van 5 April jl„ no. 14, hebben wij aan Johs. Olij alhier vergunning geweigerd voor het verbouwen tot villa van zijn werkplaats aan het Zomerrak achter den Oppenhuizerweg. De weigering was gegrond op niet-voldoening aan artikel 1, le lid in verband met artikel 42 der bouwveror dening, volgens welke bepalingen het bouwen, respectieve lijk het vernieuwen van bestaande gebouwen, anders dan aan openbare straten, is verboden. In ons besluit deden wij uitkomen, dat voor het verleenen van ontheffing van genoemde bepalingen, waartoe wij krachtens het tweede lid van artikel 1 der genoemde verordening be voegd zijn o. i. geen aanleiding bestond. De heer Olij wendt zich thans tot U met een adres, in den aanhef waarvan weliswaar ontheffing wordt gevraagd van artikel 1 der bouwverordening, doch dat o. i. meer moet worden beschouwd als een beroep tegen onze afwij zende beschikking. Niet alleen, dat deze opvatting steun vindt in de verdere bewoordingen van het adres, het is bovendien vanzelf sprekend, dat adressant een principieele beslissing ver wacht, niet een afwijzende beschikking op grond van niet-ontvankeiijkheid, waartoe een meer letterlijke opvat ting van het adres zou moeten leiden. Immers, waar het derde lid van artikel 1 der bouw verordening het verleenen van ontheffing van het le lid van dat artikel aan Burgemeester en Wethouders opdraagt en artikel 6, 2e lid der Woningwet beroep bij weigering van dispensatie niet open stelt, is de Raad in dezen niet competent. Appellant voert nu tegen onze beslissing aan, dat voor het publiek toegankelijke stegen openbare straten zijn in den zin van artikel 69 der Bouwverordening en voorts, dat krachtens het 2e lid van artikel 1 in verband met artikel 42 dier verordening een gebouw geacht wordt aan de openbare straat gelegen te zijn, wanneer het daar van door een open stuk gronds of tuin ter diepte van ten hoogste 10 meter is gescheiden. Zooals uit de overgelegde situatieteekening blijkt, wordt hier door appellant gedoeld op een steeg in de Zomerrak- buurt, welke dood loopt op den Zuid-oosthoek van het onderwerpelijke pand. Deze steeg zou dan een openbare straat zijn in den zin der Bouwverordening en, waar, naar appellants mee- ning het te verbouwen pand aan deze steeg is gelegen, zou de vergunning ten onrechte zijn geweigerd. Nu willen wij niet betwisten, dat bedoelde steeg moet worden aangemerkt als een openbare straat; wel, dat de werkplaats van adressant aan die steeg ligt. Het enkele feit,, dat de zuidelijke flank van dit gebouw, over een lengte van nauwelijks enkele decimeters aan bedoelde steeg grenst, maakt dit pand nog niet tot „een gebouw aan de openbare straat”. Dit klemt te meer, omdat het erf door een manshooge schutting van de steeg is afgesloten, terwijl tusschen het gebouw of het erf en de steeg geenerlei rechtstreeksche gemeenschap bestaat. Daarenboven is de strekking van art. 1, 2de lid der Bouwverordening, luidende: „Onder bouwen enz.” zeker een geheel andere dan die, welke adressant er aan toekent. Blijven wij dus van meening, dat de vergunning niet mag worden verleend en wel op grond van niet-voldoening aan artikel 1, le lid der Bouwverordening, wij willen niet verhelen, dat deze weigeringsgrond, van hoeveel waarde ook op zich zelve, door ons mede js gehanteerd, om inbreuk op het uitbreidingsplan te voorkomen, dit, wijl aan bedoeld plan zelve, zoolang het niet is goedgekeurd, geen rechtskracht kan worden ontleend. Volgens het uitbreidingsplan nu is de plaats, thans door het onderwerpelijke pand ingenomen, in de naaste toe komst bestemd voor den aanleg van een kade. Het spreekt vanzelf, dat door het verleenen van ver gunning voor een zoo ingrijpende verbouwing als wordt gevraagd, een met het uitbreidingsplan strijdige toestand nog zou worden versterkt en wellicht voor een reeks van jaren zou worden bestendigd. Appellant wil nu dit bezwaar ondervangen door een transactie in denzelfden geest als onlangs met de N. V. „Stoomolie en veekoekenfabriek Friesland” is aangegaan met betrekking tot de veekoekenbergplaats aan het Zomerrak. Het aangaan van een dergelijke transactie moeten wij hier echter ontraden. In het geval van de „Friesland” lag de zaak anders dan hier. Er viel daar een meer algemeen belang te dienen, nl. Abnementper jaar f 2.50 fr. p.p post f 3.60. Advertentieën9 ctfp. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in uc &NEEKER COURANT IS gld. bij verlier •v «au een vin ges vast te stellen een „Verordening, houdende algemeene regelen voor het in gebruik geven van schoollokalen” over eenkomstig het concept, behoorende bij het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 1 Februari 1927, no. 1.851.2.06.13 A(7), (bijlage no. 8 tot het raadsverslag over 1927) met dien verstande, dat: a. in het 2de lid van artikel 1 de woorden „in hoogste instantie” vervallen en daaraan wordt toegevoegd „be houdens beroep bij den Raad, die in hoogste instantie beslist”; b. in het le lid van artikel 5 de bedragen van f0.50, f 0.70, f 0.90, f 0.75 en f 1.25 worden vervangen door onderscheidenlijk f0.40, f 0.60, f0.80, f0.25 en f 1.— c. het bepaalde in het 6e lid van artikel 5 vervalt, en daarvoor in de plaats wordt gesteld: „Bij gebruik van een lokaal gedurende een gedeelte van een uur zijn de in het le en 2e lid van dit artikel bedoelde vergoedingen, in evenredigheid met de bedragen per uur, verschuldigd over het aantal kwartieren, gedurende hetwelk het gebruik plaats heeft, waarbij onderdeden van een kwartier voor een vol kwartier worden gerekend”; d. in artikel 16 de woorden „1 April 1927” worden ver vangen door „een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen dag”. Aldus enz. Gewetensgeld. Bij den inspecteur der belastingen, 2e Afd. alhier is een bedrag van f 655 gewe- I tensgeld ontvangen wegens te weinig be taalde belastingen over vorige jaren. Te Leeuwarden slaagde voor het di ploma boekhouden vanwege de Vereeniging van Leeraren de heer J. Gorter, alhier. Examen L. O. Chr. Kweekschool Sneek. Geëxamineerd 6 candidaten. Geslaagd de h.h. S. Bouma, Hemelum; D. Dijkstra, Ter- zool, M. Dijkstra Balk, S. v. Dijk Schettens, A. Hofstra Sneek, J. Koch Workum. Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 y2 en i21/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevon den gedeponeerd op 23 en 24 Juni 1927: Ceintuur. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 23 en 24 Juni 1927: Gouden ringetje, M. Hoekstra, 4e Fritte- mahovenstraat 10. BESLUIT: afwijzend op het beroep te beschikken. Aldus enz. No. 1.851.2.06.13 A(7). Nota van Burgemeester en Wethouders omtrent het in de raadsvergadering van 1 Maart 1927, onder no. 3, aangehouden voor stel tot vaststelling van een verordening, houdende algemeene regelen voor het in gebruik geven van schoollokalen. Hypotheken ruim f49 000.000 Pandbrieven ruim f 46.000.000 Bij Uw bsluit van 10 December 1923, no. 13, goed gekeurd door de Gedeputeerde Staten bij besluit van 19 December 1923, no. 5, 2de afdeeling, werd de publieke aankoop van het perceel kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie A, no. 3034, gelegen aan de Geeuwkade nos. 33 tot en met 38, bevestigd en werden wij gemachtigd de zes woningen, welke dat perceel bevat, onderhands te verhuren voor den prijs van f 1.60 ten aanzien van vier dier woningen en van f 1.80 ten aanzien van de overige. Tegen deze prijzen werden de woningen door ons ver huurd. In den hierbij overgelegden brief verzoekt P. Cnossen, huurder van de woning aan de Geeuwkade no. 33, die een huurprijs van f 1.60 per week betaalt, ook de momenteel leeg staande woning aan de Geeuwkade no. 34 te mogen huren. Voor beide woningen zou hij in totaal een bedrag van f 2.50 per week willen betalen. Bij nadere overweging van dit schrijven zijn wij tot de conclusie gekomen, dat er termen zijn, die er voor pleiten aan het verzoek tegemoet te komen. De woning aan de Geeuwkade no. 34 is nl. de boven woning van het perceel aan de Geeuwkade no. 33 en vormt daarmede als het ware één geheel, evenals het per ceel no. 35 met de bovenwoning no. 36, en het perceel no. 37 met de bovenwoning no. 38. 1 Deze omstandigheid is aanleiding, dat de bewoning i bezwaarlijk anders kan plaats hebben dan dat de onder en bovenburen, zij het zonder opzet, vrij veel hinder van elkaar ondervinden. Tevens moet worden opgemerkt, dat, aangezien de i woningen slechts één kamer bevatten, de onderwerpelijke perceelen geen voldoende ruimte bieden voor groote ge- !- zinnen, zooals dat van Cnossen, hetwelk uit acht personen I bestaat. Het gevolg hiervan is, dat bij bewoning door der- i gelijke groote gezinnen, de aanwezige slaapruimte niet 1 voldoende is en eenige leden van het gezin genoodzaakt I zijn op den grond te slapen. Voor dergelijke gevallen lijkt het ons redelijk de bij i elkaar behoorende beneden- en bovenwoningen gecombi neerd te verhuren tegen eenigszins mildere condities dan bij afzonderlijke verhuring. Wij stellen U daarom voor in deze gevallen de twee woningen te verhuren tegen een bedrag, dat gevormd wordt door de huursom van de benedenwoning met f 1. te verhoogen. Wij geven U in overweging daartoe het vol gende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 Juni 1927, no. X 07.351.11(22); BESLUIT: De stormramp. Een collecte te Groningen voor de slachtoffers van de stormramp heeft ruim 1 14.000 opgebracht. Bij het comité aldaar is bovendien reeds ongeveer f4200 inge komen. I'e Helmond heeft een comité een wel- dadigheidsconcert georganiseerd in de Ned. Herv. kerk aldaar. De netto-opbrengst van dit concert voor de slachtoffers van de stormramp is f 775. Een inzameling voor de slachtoffers van de stormramp heeft te Groenlo f8417; Meesteren f 1438; te Heerenveen (zonder ’t deel van Haskerland) f1194; te Krimpen aan de Lek f 1030 opgebracht. Iemand die onbekend wenscht te blijven, heeft aan het stormrampcomité te Deventer een gift van f 1000 gezonden. In totaal heeft nu dit comité ruim f 10.750 ontvangen. Verduistering. De Rotterdamsche rechtbank heeft ver oordeeld: L. H. J. v. d. H.-K., 51 jaar, ma kelaar te ’s-Gravenhage, wegens verduis tering van een bedrag van f 11.555 ten na- deele van den heer J. H. Wilton, voor wien P 1 4 1 4 I 4 vérkoopen, verdachte had van den ver- belang, dat wij een oplossing hebben gezocht en ook koopsprijs slechts f 33.000 afgedragen, ter- hebben gevonden, een oplossing trouwens, waarvan nog wijl die verkoopprijs waarvan nog onkosten; altijd te bezien zal staan of daaruit voor de gemeente in baanden gevangenisstraf. Een gesprekkentarief voor de Amsterdamsche telefoon. Het Amsterdamsche Gemeenteblad bevat ®en voorstel van B. en W., om in oegmsei j te bepalen, dat voor de gemeentetelefoon ten c den grondslag van het volgende klassen-i volgende besluit: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen een adres van Johs. Olij, d.d. 24 April 1927, houdende beroep tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders van 5 April 1927, no. 14, waarbij aan hem vergunning is geweigerd voor het verbouwen van zijn werkplaats op het perceel, gelegen aan het Zomerrak achter den Oppenhuizerweg, ten kadaster bekend als gemeente Sneek, Sectie C no. 1157; Gezien het advies van Burgemeester en Wethouders van 31 Mei 1927, no. 1.778.511(597); waarin de ouders of voogden woonachtig zijn, of, indien deze niet hier te lande wonen, alsook wanneer de leerling meerderjarig is, die, waarin de leerling zelf woonachtig is. Op grond van het aangehaalde artikel der Nijverheids onderwijswet is door deze gemeente aan de gemeente Has kerland een vergoeding gedeclareerd wegens het bezoeken gedurende het geheele jaar 1926 door 2 leerlingen, afkom stig uit de laatstgenoemde gemeente, van de alhier ge vestigde Huishoudschool. De ouders van één dezer leerlingen, de minderjarige Fokelina Gerlofke de Jong, hebben op 5 Mei 1926 de ge meente Haskerland verlaten. In verband hiermede hebben Burgemeester en Wethouders van Haskerland bezwaar tegen het betalen van een vergoeding ten aanzien van het schoolbezoek van de genoemde leerling over het tijdvak van 5 Mei 1926 af tot 31 December d.a.v., gedurende hetwelk de ouders van die leerling niet hun woonplaats in Haskerland hadden. Wij zijn echter van meening, dat door de gemeente Haskerland voor de genoemde leerling een vergoeding over het geheele jaar 1926 verschuldigd is op grond van de in Sneek, evenals in verschillende andere gemeenten, naar aanleiding van de uitlegging, die door den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de in het vorenaangehaalde artikel 13 voorkomende uitdrukking „woonachtig zijn” is gegeven, getroffen regeling omtrent het declareeren van de vorenbedoelde vergoedingen, vol gens welke eenmaal per jaar beoordeeld wordt, uit welke gemeente de leerlingen afkomstig zijn, en met verhui zingen in den loop van een jaar geen rekening wordt gehouden. Wij hebben die regeling nader uiteengezet en geargumenteerd in het hierbij gevoegde concept van een tot H. M. de Koningin gericht verzoekschrift. Wij hebben Burgemeester en Wethouders van Hasker land ook na gevoerde correspondentie niet bereid kunnen vinden de door ons in rekening gebrachte vergoeding over 1926 ten aanzien van F. G. de Jong te betalen. Zij zijn slechts geneigd het bedrag eener vergoeding voor het schoolbezoek van deze leerling, berekend over het tijdvak 1 Januari5 Mei 1926, te voldoen. Aangezien reeds eerder geschillen van gelijken aard met buitengemeenten zijn gerezen, welke echter tot dus verre steeds, zij het soms na uitvoerige correspondentie, werden opgelost, lijkt het ons, mede met het oog op geschillen, welke eventueel in de toekomst nog zullen kunnen ontstaan, gewenscht in het onderhavige geval, waarin een oplossing bij wijze van minnelijke schikking niet verkregen kan worden, op grond van artikel 70 der Grondwet de beslissing van H. M. de Koningin in te roepen. Hierdoor zal dan tevens een richtsnoer worden ver kregen, waarnaar voortaan kan worden gehandeld. Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 Juni 1927, no. 1.851.365.07(1); Ons voorstel tot vaststelling van een verordening, hou dende algemeene regelen 'voor het in gebruik geven van schoollokalen (bijlage no. 8 tot het raadsverslag 1927) werd in Uw vergadering van 1 Maart 1927, onder no. 3, aangehouden naar aanleiding van daarop door de raads leden F. Boeijenga en J. de Groot ingediende amendemen ten, een door het bestuur der Sneeker Gymnastiekvereeni- ging tot U gericht bezwaarschrift tegen de concept-ver- ordening en een tot alle raadsleden gericht schrijven van eenige gymnastiek-leeraren, waarin eveneens bedenkingen tegen het ontwerp der verordening worden geopperd. Nadien is nog een schrijven ingekomen van den Inspec teur van de Lichamelijke Opvoeding, waarin deze in het belang van de physieke ontwikkeling van alle lagen der bevolking aandringt op verlaging van de in de concept verordening opgenomen vergoedingen voor het gebruik van gymnastiek-lokalen. De diverse genoemde stukken leggen wij hierbij over. Bij nadere overweging van het voorstel hebben wij het amendement van den heer Boeijenga, strekkende om de beslissing omtrent een verzoek om gebruik van een lokaal in hoogste instantie in Uw in plaats van in onze handen te leggen door het opnemen van de mogelijkheid van beroep op den Raad, overgenomen. Ook aan de overige tegen het voorstel ingediende bezwaren, welke alle het bedrag der vergoedingen be treffen, meenen wij eenigermate te moeten tegemoetkomen door als vergoeding voor elk uur, dat van één gewoon lokaal gebruik gemaakt wordt, te vorderen: le. gedurende het tijdvak van 1 April af tot en met 30 September f 0.40 in plaats van f0.50; 2e. gedurende het tijdvak van 1 October af tot en met 30 Maart: a. bij gebruik vóór 4 uur ’s namiddags f 0.60 in plaats van f0.70; b. bij gebruik na 4 uur ’s namiddags f0.80 in plaats van f 0.90; en bij gebruik van gymnastieklokalen met toestellen de genoemde bedragen te verhoogen met f0.25 in plaats van met f0.75 voor zooveel het gebruik door vereenigin- gen betreft, en met f 1.— in plaats van met f 1.25 voor zooveel het gebruik door particulieren aangaat. Aangezien het bepaalde in het 6e lid van artikel 5 der concept-verordening in de practijk tot onbillijkheden zou kunnen leiden, komt het ons gewenscht voor de clausule, dat onderdeden van een uur voor een geheel uur worden gerekend, te schrappen, en in de plaats daarvan de be paling te stellen, dat bij gebruik van een lokaal gedurende een gedeelte van een uur, de vergoeding verschuldigd is over het aantal kwartieren, gedurende hetwelk het gebruik plaats heeft, waarbij onderdeelen van een kwartier voor een vol kwartier worden gerekend. Uiteraard zal de datum van het in werking treden der verordening, die bepaald was op 1 April 1927, moeten worden gewijzigd. Resumeerende stellen wij U voor het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen de nota van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 Juni 1927, no. 1.851.2.06.13 A(7); BESLUIT: Volgens voorwaarden overeengekomen met de HollandBoh» Algemeene 1QQQ gld. *»ij levens- 1QA gld. ingeval van over- |EQ gld. bij verlies van t 4UVV lange invaliditeit AVV lijden binnen SO d. IvU t éénhand,voetofoog --- mvu ncu J. 1.. wuiun, vuui wien Er viel daar een meer algemeen belang te dienen, nl. opdracht had het motorjacht Atlanta te de_ plaatselijke industrie te bevorderen. En het was in dit «viuuvuiv licivt VCU1 VIU11 Wi— V.V.U »J uil UUK slechts f 33.000 afgedragen, ter- hebben gevonden, een oplossing trouwens, waarvan nog J .J.. ,vtlu! vcm Iivg, VllïVUOltlI J— -'v“ WIWCUI VI UUCKUIl vwi uc gcmccilic 111 atnioesten, f 50.000 had bedragen tot 4 de toekomst geen moeilijkheden zullen voortvloeien. In het vóórliggende geval is het echter eenig en alleen het particulier belang van appellant, dat in het gedrang komt, en is er geen enkel plaatselijk belang, dat een inbreuk op het uitbreidingsplan met daarbij de risico, aan een transactie als hiervoor bedoeld toch altijd ver- om in beginsel I bonden, zou kunnen rechtvaardigen. -Wij adviseeren U dus ook, op grond van het voren gesprekkentarief zal worden ingevoerd staande het beroep af te wijzen en daartoe te nemen het tarief; Klasse I’tot 600 gesprekken f90. “I- II van 601—1200 f 123, kl. Ill van 1201 800 f 156, kl. IV van 1801—2400 f 184, kl. van 2401—3000 f222, kl. VI van 3001 8600 f255 kl. VII van 3601—4200 f288, kl. VHI van 4201—4800 f321. Levens vragen, B. en W. machtiging tot aet aanschaffen en in de telefoonaansluitin gen doen opstellen van 33.000 gesprekken tellers. Kosten f300.000.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1