H
Uit onze Raadzaal.
NIEUWSTIJDINGEN.
I
- mnmx SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL
SlOtlsil OrgiH dar liaiiife hut
fi
MEDERLAHDSCHE HYPOTHEERBAH
opgericht tö Veeiidam in 1890
Directie Mr. M J BOS en
Mr. J. WILKENS
Gepl. Maatsch. Kap.
en Reserves
4l/2°|o Pandbrieven a 99 Vs °|o
voor 'omwisseling van uitgelote
pandbrieven is de koers 1/2°/o lager.
GELDEN BESCHIKBAAR
voor eerste hypotheek
op billijke voorwaarden.
11
EttPSt® RlasS
43* JAARGAHG
I
n
n
i-
t
n
P
ZATERDAG 25 JUKI 1927
mm jïËËnnmïïi
Yanwhgai
DDTSDAÖi ca VRUDAG8A VODS
Uitgeren
Brandenburgh Co.,
nt gld. bij verlies EQ
Iv van een duim. vv
Verings-Bank Sohiadam sijn onae abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor
I
SNEEK, 31 Mei 1927.
5
SNEEK, 7 Juni 1927.
Aan den Gemeenteraad.
6.000.000
1
1
s
!t
g
bovenwoningen gecombi-
behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten
I
I
I
B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen aan
geboden:
gld. bij verlies van
een wijsvinger-
Ie
■n
is
ie
No. 1.778.511(597).
Advies van Burgemeester en Wethouders
op. het adres van Johs. Olij, houdende beroep
van het besluit van Burgemeester en Wet
houders, waarbij hem vergunning is gewei
gerd voor het verbouwen van zijn werkplaats
aan het Zomerrak achter den Oppenhuizer-
weg.
1-
1,
n
i,
Het 4e lid van artikel 25 der Nijverheidsonderwijswet
bepaalt, dat indien een nijverheidsschool bezocht wordt
door leerlingen uit andere gemeenten dan die, waarin de
school gevestigd is, de gemeenten, waaruit die leerlingen
afkomstig zijn, aan de centrumgemeente” een vergoe
ding in de netto-kosten dier school moeten betalen, tenzij
in die buitengemeenten een gelijksoortige onderwijsinrich
ting bestaat.
Het ter uitvoering van o. m. het genoemde artikel 25,
4e lid, tot stand gekomen Koninklijk Besluit van 11 Juli
1921, S. 920, gewijzigd bij dat van 26 April 1922, S. 233,
bepaalt in artikel 13, sub. 1, dat de gemeente van afkomst
van een leerling eener nijverheidsschool die gemeente is,
SNEEK, 7 Juni 1927.
Aan den Gemeenteraad.
BESLUIT:
het tusschen de gemeenten Sneek en Haskerland gerezen
geschil omtrent de toepassing van artikel 25, 4e lid, der
Nijverheidsonderwijswet op grond van artikel 70 der
Grondwet aan H. M. de Koningin ter beslissing voor te
dragen.
Aldus enz.
No. 1.851.365.07(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om het tusschen de gemeenten Sneek en
Haskerland gerezen geschil omtrent de toe
passing van art. 25, 4e lid, der Nijverheids
onderwijswet op grond van art. 70 der
Grondwet aan H. M. de Koningin ter be
slissing voor te dragen.
HEEG. Benoemd tot onderwijzer aan de
christelijke school te St. Johannesga de heer
S. Huizinga te Heeg, thans als assistent al
daar. L. Ct.
LANGWEER. Op de voordracht voor de
benoeming van een onderwijzeres aan de
openbare lagere school te Langweer komen
voor de dames 1. A. Tolsma te St. Nico-
laasga, 2. T. Bosch te Heerenveen, 3. E.
Bakker te Sneek, 4. H. Lok te Ureterp en
op de voordrachten voor de benoeming van
twee onderwijzers aldaar de h.h. Ie voor
dracht: 1. A. Vleer te Sneek, 2. T. Westra te
Sneek, 3. N. de Vries te Terhorne, 4. A. Fa
ber te Hallum; 2e voordracht: 1. T. Westra
te Sneek, 2. A. Vleer te Sneek, 3. N. de
Vries te Terhorne, 4. T. Copinga te Opende.
L. Ct.
Sarnm. Tdgfec* Me- 150.
No. X 07.351.11(22).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van het raadsbesluit van 10
December 1923, no. 13, betreffende onder-
handsche verhuring van de woningen aan de
Geeuwkade nos. 33 tot en met 38.
SNEEK, 7 Juni 1927.
Aan den Gemeenteraad.
Aan den Gemeenteraad.
Bij ons besluit van 5 April jl„ no. 14, hebben wij aan
Johs. Olij alhier vergunning geweigerd voor het verbouwen
tot villa van zijn werkplaats aan het Zomerrak achter den
Oppenhuizerweg.
De weigering was gegrond op niet-voldoening aan
artikel 1, le lid in verband met artikel 42 der bouwveror
dening, volgens welke bepalingen het bouwen, respectieve
lijk het vernieuwen van bestaande gebouwen, anders dan
aan openbare straten, is verboden. In ons besluit deden
wij uitkomen, dat voor het verleenen van ontheffing van
genoemde bepalingen, waartoe wij krachtens het
tweede lid van artikel 1 der genoemde verordening be
voegd zijn o. i. geen aanleiding bestond.
De heer Olij wendt zich thans tot U met een adres, in
den aanhef waarvan weliswaar ontheffing wordt gevraagd
van artikel 1 der bouwverordening, doch dat o. i. meer
moet worden beschouwd als een beroep tegen onze afwij
zende beschikking.
Niet alleen, dat deze opvatting steun vindt in de verdere
bewoordingen van het adres, het is bovendien vanzelf
sprekend, dat adressant een principieele beslissing ver
wacht, niet een afwijzende beschikking op grond van
niet-ontvankeiijkheid, waartoe een meer letterlijke opvat
ting van het adres zou moeten leiden.
Immers, waar het derde lid van artikel 1 der bouw
verordening het verleenen van ontheffing van het le lid
van dat artikel aan Burgemeester en Wethouders opdraagt
en artikel 6, 2e lid der Woningwet beroep bij weigering
van dispensatie niet open stelt, is de Raad in dezen niet
competent.
Appellant voert nu tegen onze beslissing aan, dat voor
het publiek toegankelijke stegen openbare straten zijn in
den zin van artikel 69 der Bouwverordening en voorts,
dat krachtens het 2e lid van artikel 1 in verband met
artikel 42 dier verordening een gebouw geacht wordt
aan de openbare straat gelegen te zijn, wanneer het daar
van door een open stuk gronds of tuin ter diepte van
ten hoogste 10 meter is gescheiden.
Zooals uit de overgelegde situatieteekening blijkt, wordt
hier door appellant gedoeld op een steeg in de Zomerrak-
buurt, welke dood loopt op den Zuid-oosthoek van het
onderwerpelijke pand.
Deze steeg zou dan een openbare straat zijn in den
zin der Bouwverordening en, waar, naar appellants mee-
ning het te verbouwen pand aan deze steeg is gelegen,
zou de vergunning ten onrechte zijn geweigerd.
Nu willen wij niet betwisten, dat bedoelde steeg moet
worden aangemerkt als een openbare straat; wel, dat
de werkplaats van adressant aan die steeg ligt.
Het enkele feit,, dat de zuidelijke flank van dit gebouw,
over een lengte van nauwelijks enkele decimeters aan
bedoelde steeg grenst, maakt dit pand nog niet tot „een
gebouw aan de openbare straat”. Dit klemt te meer, omdat
het erf door een manshooge schutting van de steeg is
afgesloten, terwijl tusschen het gebouw of het erf en de
steeg geenerlei rechtstreeksche gemeenschap bestaat.
Daarenboven is de strekking van art. 1, 2de lid der
Bouwverordening, luidende: „Onder bouwen enz.” zeker
een geheel andere dan die, welke adressant er aan toekent.
Blijven wij dus van meening, dat de vergunning niet
mag worden verleend en wel op grond van niet-voldoening
aan artikel 1, le lid der Bouwverordening, wij willen niet
verhelen, dat deze weigeringsgrond, van hoeveel waarde
ook op zich zelve, door ons mede js gehanteerd, om
inbreuk op het uitbreidingsplan te voorkomen, dit, wijl
aan bedoeld plan zelve, zoolang het niet is goedgekeurd,
geen rechtskracht kan worden ontleend.
Volgens het uitbreidingsplan nu is de plaats, thans door
het onderwerpelijke pand ingenomen, in de naaste toe
komst bestemd voor den aanleg van een kade.
Het spreekt vanzelf, dat door het verleenen van ver
gunning voor een zoo ingrijpende verbouwing als wordt
gevraagd, een met het uitbreidingsplan strijdige toestand
nog zou worden versterkt en wellicht voor een reeks van
jaren zou worden bestendigd.
Appellant wil nu dit bezwaar ondervangen door een
transactie in denzelfden geest als onlangs met de N. V.
„Stoomolie en veekoekenfabriek Friesland” is aangegaan
met betrekking tot de veekoekenbergplaats aan het
Zomerrak.
Het aangaan van een dergelijke transactie moeten wij
hier echter ontraden.
In het geval van de „Friesland” lag de zaak anders dan
hier.
Er viel daar een meer algemeen belang te dienen, nl.
Abnementper jaar f 2.50 fr. p.p
post f 3.60.
Advertentieën9 ctfp. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc &NEEKER COURANT
IS gld. bij verlier
•v «au een vin ges
vast te stellen een „Verordening, houdende algemeene
regelen voor het in gebruik geven van schoollokalen” over
eenkomstig het concept, behoorende bij het voorstel van
Burgemeester en Wethouders van 1 Februari 1927, no.
1.851.2.06.13 A(7), (bijlage no. 8 tot het raadsverslag
over 1927) met dien verstande, dat:
a. in het 2de lid van artikel 1 de woorden „in hoogste
instantie” vervallen en daaraan wordt toegevoegd „be
houdens beroep bij den Raad, die in hoogste instantie
beslist”;
b. in het le lid van artikel 5 de bedragen van f0.50,
f 0.70, f 0.90, f 0.75 en f 1.25 worden vervangen door
onderscheidenlijk f0.40, f 0.60, f0.80, f0.25 en f 1.—
c. het bepaalde in het 6e lid van artikel 5 vervalt, en
daarvoor in de plaats wordt gesteld: „Bij gebruik van een
lokaal gedurende een gedeelte van een uur zijn de in het
le en 2e lid van dit artikel bedoelde vergoedingen, in
evenredigheid met de bedragen per uur, verschuldigd over
het aantal kwartieren, gedurende hetwelk het gebruik
plaats heeft, waarbij onderdeden van een kwartier voor
een vol kwartier worden gerekend”;
d. in artikel 16 de woorden „1 April 1927” worden ver
vangen door „een nader door Burgemeester en Wethouders
te bepalen dag”.
Aldus enz.
Gewetensgeld.
Bij den inspecteur der belastingen, 2e
Afd. alhier is een bedrag van f 655 gewe- I
tensgeld ontvangen wegens te weinig be
taalde belastingen over vorige jaren.
Te Leeuwarden slaagde voor het di
ploma boekhouden vanwege de Vereeniging
van Leeraren de heer J. Gorter, alhier.
Examen L. O. Chr. Kweekschool Sneek.
Geëxamineerd 6 candidaten. Geslaagd de
h.h. S. Bouma, Hemelum; D. Dijkstra, Ter-
zool, M. Dijkstra Balk, S. v. Dijk Schettens,
A. Hofstra Sneek, J. Koch Workum.
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen
op alle werkdagen tusschen 11 y2 en i21/2
uur, de navolgende voorwerpen als gevon
den gedeponeerd op 23 en 24 Juni 1927:
Ceintuur.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 23 en 24
Juni 1927:
Gouden ringetje, M. Hoekstra, 4e Fritte-
mahovenstraat 10.
BESLUIT:
afwijzend op het beroep te beschikken.
Aldus enz.
No. 1.851.2.06.13 A(7).
Nota van Burgemeester en Wethouders
omtrent het in de raadsvergadering van 1
Maart 1927, onder no. 3, aangehouden voor
stel tot vaststelling van een verordening,
houdende algemeene regelen voor het in
gebruik geven van schoollokalen.
Hypotheken ruim f49 000.000
Pandbrieven ruim f 46.000.000
Bij Uw bsluit van 10 December 1923, no. 13, goed
gekeurd door de Gedeputeerde Staten bij besluit van 19
December 1923, no. 5, 2de afdeeling, werd de publieke
aankoop van het perceel kadastraal bekend gemeente
Sneek, sectie A, no. 3034, gelegen aan de Geeuwkade nos.
33 tot en met 38, bevestigd en werden wij gemachtigd
de zes woningen, welke dat perceel bevat, onderhands te
verhuren voor den prijs van f 1.60 ten aanzien van vier
dier woningen en van f 1.80 ten aanzien van de overige.
Tegen deze prijzen werden de woningen door ons ver
huurd.
In den hierbij overgelegden brief verzoekt P. Cnossen,
huurder van de woning aan de Geeuwkade no. 33, die een
huurprijs van f 1.60 per week betaalt, ook de momenteel
leeg staande woning aan de Geeuwkade no. 34 te mogen
huren. Voor beide woningen zou hij in totaal een bedrag
van f 2.50 per week willen betalen.
Bij nadere overweging van dit schrijven zijn wij tot
de conclusie gekomen, dat er termen zijn, die er voor
pleiten aan het verzoek tegemoet te komen.
De woning aan de Geeuwkade no. 34 is nl. de boven
woning van het perceel aan de Geeuwkade no. 33 en
vormt daarmede als het ware één geheel, evenals het per
ceel no. 35 met de bovenwoning no. 36, en het perceel
no. 37 met de bovenwoning no. 38.
1 Deze omstandigheid is aanleiding, dat de bewoning
i bezwaarlijk anders kan plaats hebben dan dat de onder
en bovenburen, zij het zonder opzet, vrij veel hinder van
elkaar ondervinden.
Tevens moet worden opgemerkt, dat, aangezien de
i woningen slechts één kamer bevatten, de onderwerpelijke
perceelen geen voldoende ruimte bieden voor groote ge-
!- zinnen, zooals dat van Cnossen, hetwelk uit acht personen
I bestaat. Het gevolg hiervan is, dat bij bewoning door der-
i gelijke groote gezinnen, de aanwezige slaapruimte niet
1 voldoende is en eenige leden van het gezin genoodzaakt
I zijn op den grond te slapen.
Voor dergelijke gevallen lijkt het ons redelijk de bij
i elkaar behoorende beneden- en bovenwoningen gecombi
neerd te verhuren tegen eenigszins mildere condities dan
bij afzonderlijke verhuring.
Wij stellen U daarom voor in deze gevallen de twee
woningen te verhuren tegen een bedrag, dat gevormd
wordt door de huursom van de benedenwoning met f 1.
te verhoogen. Wij geven U in overweging daartoe het vol
gende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 7 Juni 1927, no. X 07.351.11(22);
BESLUIT:
De stormramp.
Een collecte te Groningen voor de
slachtoffers van de stormramp heeft ruim
1 14.000 opgebracht. Bij het comité aldaar
is bovendien reeds ongeveer f4200 inge
komen.
I'e Helmond heeft een comité een wel-
dadigheidsconcert georganiseerd in de Ned.
Herv. kerk aldaar. De netto-opbrengst van
dit concert voor de slachtoffers van de
stormramp is f 775.
Een inzameling voor de slachtoffers van
de stormramp heeft te Groenlo f8417;
Meesteren f 1438; te Heerenveen (zonder ’t
deel van Haskerland) f1194; te Krimpen
aan de Lek f 1030 opgebracht.
Iemand die onbekend wenscht te blijven,
heeft aan het stormrampcomité te Deventer
een gift van f 1000 gezonden. In totaal heeft
nu dit comité ruim f 10.750 ontvangen.
Verduistering.
De Rotterdamsche rechtbank heeft ver
oordeeld: L. H. J. v. d. H.-K., 51 jaar, ma
kelaar te ’s-Gravenhage, wegens verduis
tering van een bedrag van f 11.555 ten na-
deele van den heer J. H. Wilton, voor wien
P 1 4 1 4 I 4
vérkoopen, verdachte had van den ver- belang, dat wij een oplossing hebben gezocht en ook
koopsprijs slechts f 33.000 afgedragen, ter- hebben gevonden, een oplossing trouwens, waarvan nog
wijl die verkoopprijs waarvan nog onkosten; altijd te bezien zal staan of daaruit voor de gemeente in
baanden gevangenisstraf.
Een gesprekkentarief voor de
Amsterdamsche telefoon.
Het Amsterdamsche Gemeenteblad bevat
®en voorstel van B. en W., om in oegmsei j
te bepalen, dat voor de gemeentetelefoon
ten c
den grondslag van het volgende klassen-i volgende besluit:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen een adres van Johs. Olij, d.d. 24 April 1927,
houdende beroep tegen het besluit van Burgemeester en
Wethouders van 5 April 1927, no. 14, waarbij aan hem
vergunning is geweigerd voor het verbouwen van zijn
werkplaats op het perceel, gelegen aan het Zomerrak
achter den Oppenhuizerweg, ten kadaster bekend als
gemeente Sneek, Sectie C no. 1157;
Gezien het advies van Burgemeester en Wethouders
van 31 Mei 1927, no. 1.778.511(597);
waarin de ouders of voogden woonachtig zijn, of, indien
deze niet hier te lande wonen, alsook wanneer de leerling
meerderjarig is, die, waarin de leerling zelf woonachtig is.
Op grond van het aangehaalde artikel der Nijverheids
onderwijswet is door deze gemeente aan de gemeente Has
kerland een vergoeding gedeclareerd wegens het bezoeken
gedurende het geheele jaar 1926 door 2 leerlingen, afkom
stig uit de laatstgenoemde gemeente, van de alhier ge
vestigde Huishoudschool.
De ouders van één dezer leerlingen, de minderjarige
Fokelina Gerlofke de Jong, hebben op 5 Mei 1926 de ge
meente Haskerland verlaten. In verband hiermede hebben
Burgemeester en Wethouders van Haskerland bezwaar
tegen het betalen van een vergoeding ten aanzien van het
schoolbezoek van de genoemde leerling over het tijdvak
van 5 Mei 1926 af tot 31 December d.a.v., gedurende
hetwelk de ouders van die leerling niet hun woonplaats
in Haskerland hadden.
Wij zijn echter van meening, dat door de gemeente
Haskerland voor de genoemde leerling een vergoeding over
het geheele jaar 1926 verschuldigd is op grond van de in
Sneek, evenals in verschillende andere gemeenten, naar
aanleiding van de uitlegging, die door den Minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aan de in het
vorenaangehaalde artikel 13 voorkomende uitdrukking
„woonachtig zijn” is gegeven, getroffen regeling omtrent
het declareeren van de vorenbedoelde vergoedingen, vol
gens welke eenmaal per jaar beoordeeld wordt, uit welke
gemeente de leerlingen afkomstig zijn, en met verhui
zingen in den loop van een jaar geen rekening wordt
gehouden. Wij hebben die regeling nader uiteengezet en
geargumenteerd in het hierbij gevoegde concept van een
tot H. M. de Koningin gericht verzoekschrift.
Wij hebben Burgemeester en Wethouders van Hasker
land ook na gevoerde correspondentie niet bereid kunnen
vinden de door ons in rekening gebrachte vergoeding
over 1926 ten aanzien van F. G. de Jong te betalen. Zij
zijn slechts geneigd het bedrag eener vergoeding voor
het schoolbezoek van deze leerling, berekend over het
tijdvak 1 Januari5 Mei 1926, te voldoen.
Aangezien reeds eerder geschillen van gelijken aard
met buitengemeenten zijn gerezen, welke echter tot dus
verre steeds, zij het soms na uitvoerige correspondentie,
werden opgelost, lijkt het ons, mede met het oog op
geschillen, welke eventueel in de toekomst nog zullen
kunnen ontstaan, gewenscht in het onderhavige geval,
waarin een oplossing bij wijze van minnelijke schikking
niet verkregen kan worden, op grond van artikel 70 der
Grondwet de beslissing van H. M. de Koningin in te
roepen.
Hierdoor zal dan tevens een richtsnoer worden ver
kregen, waarnaar voortaan kan worden gehandeld.
Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 7 Juni 1927, no. 1.851.365.07(1);
Ons voorstel tot vaststelling van een verordening, hou
dende algemeene regelen 'voor het in gebruik geven van
schoollokalen (bijlage no. 8 tot het raadsverslag 1927)
werd in Uw vergadering van 1 Maart 1927, onder no. 3,
aangehouden naar aanleiding van daarop door de raads
leden F. Boeijenga en J. de Groot ingediende amendemen
ten, een door het bestuur der Sneeker Gymnastiekvereeni-
ging tot U gericht bezwaarschrift tegen de concept-ver-
ordening en een tot alle raadsleden gericht schrijven van
eenige gymnastiek-leeraren, waarin eveneens bedenkingen
tegen het ontwerp der verordening worden geopperd.
Nadien is nog een schrijven ingekomen van den Inspec
teur van de Lichamelijke Opvoeding, waarin deze in het
belang van de physieke ontwikkeling van alle lagen der
bevolking aandringt op verlaging van de in de concept
verordening opgenomen vergoedingen voor het gebruik
van gymnastiek-lokalen.
De diverse genoemde stukken leggen wij hierbij over.
Bij nadere overweging van het voorstel hebben wij het
amendement van den heer Boeijenga, strekkende om de
beslissing omtrent een verzoek om gebruik van een lokaal
in hoogste instantie in Uw in plaats van in onze handen
te leggen door het opnemen van de mogelijkheid van
beroep op den Raad, overgenomen.
Ook aan de overige tegen het voorstel ingediende
bezwaren, welke alle het bedrag der vergoedingen be
treffen, meenen wij eenigermate te moeten tegemoetkomen
door als vergoeding voor elk uur, dat van één gewoon
lokaal gebruik gemaakt wordt, te vorderen:
le. gedurende het tijdvak van 1 April af tot en met
30 September f 0.40 in plaats van f0.50;
2e. gedurende het tijdvak van 1 October af tot en met
30 Maart:
a. bij gebruik vóór 4 uur ’s namiddags f 0.60 in plaats
van f0.70;
b. bij gebruik na 4 uur ’s namiddags f0.80 in plaats
van f 0.90;
en bij gebruik van gymnastieklokalen met toestellen
de genoemde bedragen te verhoogen met f0.25 in plaats
van met f0.75 voor zooveel het gebruik door vereenigin-
gen betreft, en met f 1.— in plaats van met f 1.25 voor
zooveel het gebruik door particulieren aangaat.
Aangezien het bepaalde in het 6e lid van artikel 5 der
concept-verordening in de practijk tot onbillijkheden zou
kunnen leiden, komt het ons gewenscht voor de clausule,
dat onderdeden van een uur voor een geheel uur worden
gerekend, te schrappen, en in de plaats daarvan de be
paling te stellen, dat bij gebruik van een lokaal gedurende
een gedeelte van een uur, de vergoeding verschuldigd is
over het aantal kwartieren, gedurende hetwelk het gebruik
plaats heeft, waarbij onderdeelen van een kwartier voor
een vol kwartier worden gerekend.
Uiteraard zal de datum van het in werking treden der
verordening, die bepaald was op 1 April 1927, moeten
worden gewijzigd.
Resumeerende stellen wij U voor het volgende besluit
te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen de nota van Burgemeester en Wethouders d.d.
7 Juni 1927, no. 1.851.2.06.13 A(7);
BESLUIT:
Volgens voorwaarden overeengekomen met de HollandBoh» Algemeene 1QQQ gld. *»ij levens- 1QA gld. ingeval van over- |EQ gld. bij verlies van
t 4UVV lange invaliditeit AVV lijden binnen SO d. IvU t éénhand,voetofoog
--- mvu ncu J. 1.. wuiun, vuui wien Er viel daar een meer algemeen belang te dienen, nl.
opdracht had het motorjacht Atlanta te de_ plaatselijke industrie te bevorderen. En het was in dit
«viuuvuiv licivt VCU1 VIU11 Wi— V.V.U »J uil UUK
slechts f 33.000 afgedragen, ter- hebben gevonden, een oplossing trouwens, waarvan nog
J .J.. ,vtlu! vcm Iivg, VllïVUOltlI J— -'v“ WIWCUI VI UUCKUIl vwi uc gcmccilic 111
atnioesten, f 50.000 had bedragen tot 4 de toekomst geen moeilijkheden zullen voortvloeien.
In het vóórliggende geval is het echter eenig en alleen
het particulier belang van appellant, dat in het gedrang
komt, en is er geen enkel plaatselijk belang, dat een
inbreuk op het uitbreidingsplan met daarbij de risico,
aan een transactie als hiervoor bedoeld toch altijd ver-
om in beginsel I bonden, zou kunnen rechtvaardigen.
-Wij adviseeren U dus ook, op grond van het voren
gesprekkentarief zal worden ingevoerd staande het beroep af te wijzen en daartoe te nemen het
tarief; Klasse I’tot 600 gesprekken f90.
“I- II van 601—1200 f 123, kl. Ill van 1201
800 f 156, kl. IV van 1801—2400 f 184, kl.
van 2401—3000 f222, kl. VI van 3001
8600 f255 kl. VII van 3601—4200 f288, kl.
VHI van 4201—4800 f321.
Levens vragen, B. en W. machtiging tot
aet aanschaffen en in de telefoonaansluitin
gen doen opstellen van 33.000 gesprekken
tellers. Kosten f300.000.