Uit onze Raadzaal. Nieuwstijdingen. mum HÏP0THHHB4IH opgericht te VeBïidam in 1890 Directie Mr. M. J. BOS en Mr. J. WILKENS Mil Oiiiii In Inmli link. 200 IVa’lo Pindbrieian i 99°|o GELDEN BESCHIKBAAR voor eerste hypotheek op billijke voorwaarden. KIEZE BRINK Co., No. 81 ZATERDAG 9 JULI 1987 f 1144 - 1109 - 1025 - 947 - 910 - 880 - 843 43© JAARGANG of IS SNEEK, den 27 Juli 1892. de de SNEEK, 28 Juni 1927. f 1595 2.146.000 voor verreweg het I schreven door: A. Jongema B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen aan geboden No. VI 07.352.65(1). Rapport van de Commissie voor rekenin gen en begrootingen inzake onderzoek van de rekening van het legaat van wijlen de weduwe W. J. Jorritsma over 1926. No. 1.777.61(16). Advies van Burgemeester en Wethouders op het schrijven van het bestuur der Veree- niging tot het bouwen van woningen te Sneek, betreffende de mede tot dat bestuur gerichte aanschrijving tot het brengen van verbetering in de afwatering van gebouwen, staande binnen het waterschap „De Goese koesterhem”. gld. bij levens lange invaliditeit gld. ingeval van over lijden binnen 80 d. R1NIA KINGMA. BREUNISSEN TROOST. GONGGRIJP. gld. bij.verliee van een wijsvinger* SNEEK, 22 Juni 1927. Aan den Gemeenteraad. Gepl. Maatsch. Kap. en Reserves Hypotheken ruim 151.000.000 Pandbrieven ruim 1 48.000.000 De commissie voor rekeningen en begrootingen ontving om advies de rekening en verantwoording van de rente van het legaat van wijlen de Wed. W. J. Jorritsma. De ontvangsten bedroegen met inbegrip van een saldo van f 1.18^2 over 1925 een bedrag van f330.74/2, de uit gaven f333.75, zoodat over 1926 een nadeelig slot van f3.00‘/2 ontstond. De commissie heeft ten opzichte dezer rekening geen op- of aanmerkingen en adviseert tot goedkeuring daar van. No. 319. Bericht op schrijven van: 20 April 1892 in verband met schrijven dezerzijds d.d. 19 April 1892 no. 181. SNEEK, 23 Juli 1891. „Naar aanleiding van de door drie leden uit ons midden met Uwe Commissie gehouden conferentie, is in onze ver gadering van 22 Juli besloten U mede te deelen: „1. dat de werken, benoodigd voor de aansluiting der waterlossingen van Smidsbuurt aan het door de gemeente te leggen vuilwaterriool, uitlossende in den polder, door de Bouwvere.eniging zullen worden uitgevoerd, wanneer daarvoor in het riool de noodige gelegenheid wordt ge geven; „2. dat de bouwvereeniging genoegen neemt met de demping voor rekening der gemeente van de aan haar behoorende halve sloot, wanneer zij gevrijwaard wordt voor daaruit ontstane geschillen met de naastlegers; „3. dat de halve sloot het onbetwistbaar eigendom van de vereeniging moet worden en alle naastlegers zich be reid moeten verklaren de door demping vervallen afschei ding voor de massale rekening te vervangen door schut tingen, zooals die door de wettige verordeningen worden voorgeschreven, tenzij partijen anders overeen komen; „4. dat het vuilwaterriool door de gemeente mag wórden gelegd in de aan de Bouwvereeniging behoorende helft van de te dempen sloot; „5. dat de te graven greppel voor het riool langs het blok van vijf woningen op minstens 70 c.M. afstand van de muren dier woningen mag beginnen en dat eventueele schade door de uit te voeren werken, die nu of later mochten ontstaan, ten koste der gemeente zullen worden hersteld; „6. dat alle onderhoudswerken en herstellingen van het hoofdriool steeds komen ten laste van de gemeente, die zorg draagt voor het schoonhouden daarvan, waarvoor de toegang zal worden verleend.” Namens de Commissie van de Vereeniging tot het bouwen van woningen te Sneek. (get.) H. (get.) A. (get.) T. SNEEK, 23 Juli 1891. In de vergadering van 24 October 1891 heeft de gemeen teraad zich met het door de Commissie voor de gemeente reiniging ingediende plan vereenigd, van welk besluit Bur gemeester en Wethouders op 19 April 1892 aan het bestuur der vereeniging bericht hebben gezonden, onder mede- deeling dat „zullen worden in acht genomen de voor waarden, vervat in Uw schrijven van 23 Juli 1891, gericht Waarop is gevolgd het schrijven van ons college van 27 Juli 1892 no. 309, in dit advies in zijn geheel gfgedrukt. HEW SIE3KER COURANT annex MEEKER COURANT an WYMBRITSERADEEL VfittchgHi omOAGS «b VKIJDAG8A V© MD» Tslalp®* W®« 150. nieuwe rioleering in de Almastraat. Inschrijving als volgt:^ H. Molenaar M. Terpstra, W. Buiteveld en R. Meijer J. Kerkstra en Joh. Wierda A. de Graaf en S. de Wolf W. J. Boltje, Nijehaske Het adresseerend bestuur beroept zich bij de ontkenning zijner verplichting op een schrijven van ons College van 27 Juli 1892 no. 319. Wij moeten erkennen, dat de inhoud van dit schrijven, dat hierna volgt, ons op het tijdstip van verzending onzer in den aanhef van dit advies bedoelde aanschrijving onbekend was. Het schrijven luidt als volgt: in de Nauwe en Wijde Noorderhorne. b. ’t Opruimen van een bestaande riolee ring en ’t leggen van een i C - 1625 -2135 -2450 -2960 Alle'aanbesteders zonder plaats van her komst achter hun naam, wonen in Sneek. Gegund aan Molenaar. Geslaagd voor het mulo-diploma B. P. Lenters alhier. Geslaagd aan het gymnasium te Gro ningen voor het eindexamen, diploma A, P. Lenters, alhier. Aan den Gemeenteraad. Bij ons besluit van 9 November 1926 no. 21, dat wij hierbij overleggen, hebben wij na ingewonnen advies van de Gezondheidscommissie verschillende eigenaren van gebouwde perceelen, welke perceelen tot dusverre afwate ring vonden op den boezem van het waterschap „De Goe- sekoesterhem”, aangeschreven, die afwatering voortaan te doen plaats hebben naar een gemeenteriool of naar een openbaar vaarwater. Dit besluit berustte op de overweging, dat in het belang van de openbare gezondheid, voor zooveel dat mogelijk was, een einde moest worden gemaakt aan de verregaande verontreiniging van waterschapsslooten in een stadsdeel, dat langzamerhand bijna geheel bebouwd is. Onze aanschrijving werd derhalve gericht tot al de eigenaren van perceelen welke nog op den boezem van het waterschap „De Goesekoesterhem” afwaterden en voor welke het door hun hoogteligging mogelijk was op een openbaar vaarwater te loozen. Buiten de aanschrijving moesten dientengevolge blijven alle perceelen in de Potbuurt, een drietal perceelen der gemeente en één van een particulier, alle aan de 1ste Frittemahovenstraat en het woonhuis Westersingel no. 24, toebehoorende aan S. Boersma, welke door hun lage ligging voorloopig nog zijn aangewezen op afwatering naar den waterschapsboezem. Met toepassing van art. 35 der Algemeene Politieveror dening hebben wij mede een einde gemaakt aan het feit, dat de bij laatstgenoemde woning behoorende stal en de stal van W. Reen, Stationsweg no. 2, de gier loosden op de sloot naast het Sint-Antonius ziekenhuis, zoodat deze sioot thans niet meer door daarin uitloopende riolen wordt verontreinigd. Wel is dit nog het geval met de sloot langs de Emma- straat, waarin de bovenbedoelde vier woningen aan de 1ste Frittemahovenstraat, het aan de familie Hesselink toebehoorende weiland en de tuin van „Nieuw Frittema- hof” afwateren. Op een hierbij overgelegde kaart vindt U een en ander verduidelijkt. Een aanschrijving als in de voorafgaande uiteenzetting bedoeld is ook gericht tot de „Vereeniging tot het bouwen van woningen” alhier, ten aanzien van de perceelen Smids buurt nos. 1 tot en met 34. Bij schrijven van 27 December 1926 heeft het bestuur van deze vereeniging zich tot U gewend met de mede- deeling, dat het, op grond van een overeenkomst welke tusschen de gemeente en de gemelde vereeniging zou be staan ,ons besluit van 9 November 1926 niet op de ver eeniging van toepassing acht. Zouden wij dit schrijven moeten beschouwen als een bezwaarschrift bedoeld in art. 20 der Woningwet, dan zouden wij U moeten adviseeren het buiten behandeling te laten, aangezien dan de termijn, in dit artikel voor de indiening van bezwaarschriften gesteld, zou zijn over schreden. Onze gedachten gingen aanvankelijk in deze richting, zooals is gebleken uit het feit, dat wij in de raadsvergade ring van 1 Maart 1927 voorstelden adressant niet ont vankelijk te verklaren in zijn bezwaarschrift. Nadere over weging heeft ons echter op dit standpunt doen terugkomen. Adressant immers maakt geen bezwaar tegen de ver betering der afwatering op zich zelf, hij ontkent enkel dat de door hem vertegenwoordigde vereeniging tot het doen aanbrengen der noodig geachte verbeteringen ge houden zou zijn. De in deze ontkenning opgesloten vraag kan de ge meente niet ontwijken met een beroep op het verstrijken van in de Woningwet gestelde termijnen. Deed zij het zonder meer wel, zij zou wellicht tot haar schade kunnen ervaren, dat de burgerlijke rechter haar inzicht niet deêlde. Daarenboven en wij achten dit van nog meer gewicht de gemeente heeft zich bij de door voering def soms vrij zware verplichtingen welke zij in het algemeen belang op de ingezetenen wenscht te leggen, in de allereerste plaats af te vragen in hoeverre zij, niet slechts volgens de letter der wet, maar ook moraliter tot het opleggen van deze verplichtingen bevoegd is. Om deze redenen nemen wij terug het voorstel, door ons in de raadsvergadering van 1 Maart jl. gedaan. Tot recht verstand der zaak is het noodig een terugblik te slaan op hetgeen aan dit schrijven is voorafgegaan. Uit het verslag der raadsvergadering van 16 Juni 1891, blz. 127 e. v. blijkt, dat herhaaldelijk klachten waren geuit over den vervuilden toestand van een toen bij de Smids buurt aanwezig „haventje” waarin alle daar staande huizen hun afvalwater loosden. In opdracht van den Raad heeft de toenmalige commissie, belast met het beheer der gemeentereiniging, plannen tot verbetering met be- grooting van kosten doen ontwerpen en bij schrijven van 8 Augustus 1891 aan den Raad toegezonden. In het 'uj dit schrijven gevoegde rapport zegt deze com missie, dat naar hare meening „alleen demping en riolee- ring dier haven het eenige afdoende middel tot verbetering zou wezen. In weerwil toch van alle moeite, daaraan van wege de gemeentereiniging van tijd tot tijd besteed, is het onmogelijk die haven in een bestendig reinen toestand te houden, wat zeker ook niemand zal verwonderen, wanneer in aanmerking wordt genomen, dat niet minder dan onge veer een 50-tal bewoners er hunne waterlossing in hebben en er bij den dag langs nog bovendien allerlei stoffen in terecht komen, die noodzakelijk verstopping, vervuiling en stank moeten veroorzaken. „Met het oog op dien toestand is de commissie dan ook van oordeel, dat hier voor Burgemeester en Wethou ders alle termen bestaan om gebruik te maken van de aan hun college bij art. 30 van het politiereglement voor deze gemeente toegekende bevoegdheid, om tot demping en rioleering der bedoelde haven, in het belang der „open bare reinheid en gezondheid” en ten koste der gemeente over te gaan.” Het vanwege het bestuur der vereeniging tot de Com missie voor de gemeentereiniging ter zake gericht schrij ven luidt als volgt: Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hollandsohe Algemeen» Verse- keringa-Bank te Schiedam lijn onze abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor *vuU Gevonden voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen IU/2 en 12'/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 7 Juli 1927: een kleine ledi ge portemonnaie; ledig petroleumvat. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 7 Juli 1927: rijwielbelastingmerk, H. Spoelstra, KL Kerkstraat 19; id. id. id., P. Wielinga, le Steenklipstraat 47; id. id. id. L. Mulder, Smidsbuurt 10; gummidop, J. v. d. Zee, Verl. Westersingel 10; huissleutel, A. Sie- monsma, Oudendijk; kindermuts, J. Postma, le Woudstraat 3; zilveren broche, E. de Haan, Havenstraat 9; haarstrik, N. ter Horst, Zuidend 22. Door de gemeente Sneek is aanbe steed: l. Het maken van 5 dakkapellen op gemeen- tewoningen in de le Steenklipstraat. Inge- Abonnementper|jaar f 2.50 fr. p.p. post f 3.60. Advertentieën9^ct.rp. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatsten uc óNEEKER COURANT aan de Commissie met de gemeentereiniging belast”. Onmiddellijk, nl. reeds 20 April d.a.v. heeft toen het bestuur alsvolgt geantwoord: „Uit Uwe missive d.d. 19 April jl. blijkt niet, dat ons schrijven door U is ontvangen. Ten einde onzerzijds ver antwoord te zijn tegenover de aandeelhouders van de Ver eeniging tot het bouwen van woningen nemen wij de vrij heid ons nogmaals tot U te wenden met het verzoek van U de stellige verzekering te ontvangen, dat niet alleen: „1. bij den aanleg der voorgenomen werken de door ons gestelde voorwaarden zullen worden nagekomen, maar ook „2. dat onze vereeniging gewaarborgd wordt, dat alle schaden, door de uitvoering aan de gebouwen, enz. zullen worden hersteld of vergoed; „3. dat de helft van de te dempen haven het eigendom wordt of blijft van de vereeniging; „4. dat de vereeniging gewaarborgd zij van moeilijk heden inzake de afscheiding van de aangrenzende erven; „5. dat het onderhoud der aan te leggen werken, ook voor zooverre die op het terrein der vereeniging komen te liggen evenals alle schaden, door zulke onderhoudswerken veroorzaakt, steeds zullen blijven ten laste der gemeente en door deze zullen worden vergoed. „Alleen na het ontvangen van een desbetreffend besluit van den Gemeenteraad achten de ondergeteekenden zich gerechtigd de toestemming te verleenen van eenig werk op het terrein, dat aan de vereeniging toebehoort.” (get.) A. BREUNISSEN TROOST. (get.) T. GONGGRIJP. (get.) H. RINIA KINGMA. TE gld bij verlies Itv van een virger Sportdag Gemeentelijke Commissie voor d!e Lichamelijke Opvoeding. De 16e Juli belooft een mooie dag te wor den. Het aantal deelnemende kinderen is nu nog grooter, daar ook leerlingen der R.-K. School hun medewerking zullen verleenen. Het programma is integendeel iets inge kort. De deelneming van verschillende gymnas- tiekvereenigingen is reeds toegezegd, terwijl het Friesch Keurturnerscorps, waarvan ver schillende leden, onder leiding van den Zwitserschen Kunstturner Miez flinke vor deringen hebben gemaakt, wederom zijn medewerking zal verleenen. Bovendien bestaat nu de gelegenheid voor leden van te Sneek bestaande sportvereni gingen (voetbal-, kaatsvereen. enz.) om zich eens met elkaar te meten in een per- soneele wedloop over 100 M. Hiervoor zullen mooie draagmedailles worden beschikbaar gesteld. De deelnemers moeten echter Sneekers zijn en den leeftijd van 18 jaar hebben be reikt, doch mogen niet tevens lid zijn van een gymnastiekvereniging. Wordt die deelname te groot dan zal in overleg met het bestuur der sportclubs een maximum aantal deelnemers worden vast gesteld. De G. C. v. L. O. beschouwt deze loop- wedstrijd als een begin van verder door te Weren beoefening der athletiek bij de ver schillende sportclubs. Stormrampcollecte. WYMBRITSERADEEL. De opbrengst der stormrampcollecte bedroeg tot heden in deze gemeente f3295.91 IA, nl. Woudsend e. f 430.44 JA, Goënga, Gauw en Offingawier f281.85, Gaastmeer f 109.60, Nijland f 323.05, Oudega e. o. f 140.25, Wolsum r 95, Oosthem e. o. f 202.75, Scharengoutum en Loënga f 394.94, Oppenhuizen en Uit- wellingerga f 289.31’/i, IJsbrechtum en Tjalhuizum f233.50, Folsgare f98.25, Ab- oega f96, Heeg f 476.71'/2, Tirns f 124.25. Rioleering Smidsbuurt. In antwoord op Uw in margine aangehaald schrijven hebben wij de eer U te berichten, dat bij de rioleering der Smidsbuurt, welk werk in het najaar 1892 zal worden uitgevoerd, ten opzichte Uwer vereeniging dezerzijds volgende bepalingen zullen worden in acht genomen: 1. de Bouwvereeniging wordt gevrijwaard voor uit demping ontstane geschillen met de naastliggers; 2. de halve sloot wordt het onbetwistbaar eigendom van de Bouwvereeniging, terwijl alle naastliggers zich bereid hebben verklaard tot het voor massale rekening daarstel- len en onderhouden der erf-afscheidingen; 3. bij het maken van het riool zal worden te werk ge gaan volgens de teekening, waarvan een door B .en W. gewaarmerkt exemplaar inliggend de Bouwvereeniging gewordt; 4. bij de uitvoering zal zorgvuldig worden gewaakt tegen het beschadigen van den eigendom der vereeniging en zullen alle schaden, daaraan toegebracht geheel wor den hersteld, terwijl alle voorzorgen zullen worden geno men, om ook nadeelige gevolgen, die zich later als uit vloeisel dezer werken zouden kunnen openbaren, te voor komen; 5. alle onderhoudswerken en herstellingen der door de gemeente aan te leggen werken, zoomede het schoonhou den der riolen en goten komen ten laste der gemeente en de mogelijke schade, daardoor veroorzaakt, zal door de gemeente worden hersteld of vergoed. Burgemeester en Wethouders van Sneek, (get.) ALMA. (get.) DE JONGH, L.-Secr. Aan de Vereeniging tot het bouwen van woningen te SNEEK. Gebr. G. en B. Velsink Tj. IJtsma P. Rijnja, Woudsend P. Sijperda A. Rienstra J. Hoekstra Laagste inschrijver gegund. 2. a. ’t Opruimen van bestaande rioleerin- gen en het leggen van een nieuwe rioleering IE A gld. bij verlies van 7E gld. bij verlies EA Ivv één hand, voet oi oog lv van een duim, tlv Welke vragen rijzen nu na lezing en overweging van de voorafgegane uiteenzetting? Naar onze meening deze twee: a. heeft de gemeente, door te handelen gelijk is geschied, ook voor de toekomst de zorg op zich genomen voor de afwatering der in particulier bezit zijnde straat „de Smids buurt” in dien zin, dat slechts de zorg voor aansluiting der huizen aan de rioleering voor rekening van de eige naren komt? b. heeft de gemeente slechts onder de toen bestaande omstandigheden ingegrepen en is zij slechts verplicht tot het behoorlijk onderhouden van wat toen gemaakt is, zoo dat, als de omstandigheden en inzichten zich wijzigen en andere voorzieningen noodig maken, de verplichting tot het doen uitvoeren daarvan weer komt te rusten op de genen die daartoe naar nu heerschende opvattingen en naar nu geldend recht verplicht zijn? Het valt niet te ontkennen, dat een verschillend ant woord op deze vragen mogeiijk is. Leest men alleen den brief van 27 Juli 1892, waarin de verplichtingen der gemeente zijn omschreven, dan vindt men daarin wel gesproken over de in 1892 aangebrachte rioleering en de daarmede verband houdende werken, maar van toekomstige voorzieningen wordt daarin met geen enkel woord melding gemaakt. Toetst men bovendien het geheele verloop der zaak aan nu heerschende opvattingen en wettelijk bestaande verplichtingen, dan moet worden erkend, dat in 1892 de gemeente jegens de vereeniging wel een buitengewoon vrijgevig standpunt heeft ingenomen, zoodat, indien zij niet bepaaldelijk daartoe Is gehouden, de gemeente nu niet tot het verleenen van bijzondere faciliteiten zich bereid behoeft te betoonen. Deze gedachtengang zou moeten leiden tot een bevesti gende beantwoording van de hiervoor onder b gestelde vraag, en derhalve tot handhaving van onze aanschrijving van 9 November 1926 voor zoover deze gericht is tot het bestuur der Vereeniging tot het bouwen van woningen. Plaatst men echter het geheele verloop der zaak in hi storisch verband, laat men overheerschen wat, meenen wij, redelijk is de opvattingen, die toen blijkbaar hebben gegolden en laat men geheel en nauwkeurig recht weder varen aan de gewisselde stukken, die alle, hetzij in origi nal!, hetzij in afschrift, dit advies vergezellen, dan moet naar ons inzicht een bevestigende beantwoording van de onder a geformuleerde vraag het rechtsgevoel meer be vredigen. De aandrang tot verbetering is van de gemeente uitge gaan, door haar zijn de plannen gemaakt. Zij heeft de noodige werken doen uitvoeren en grootste deel de kosten gedragen. De vereeniging heeft volgens de stukken min of meer de rol van den welwillenden gedooger gespeeld, wat wel heel sterk blijkt uit haar brief van 20 April 1892. Alleen ten opz’chte der huisaansluitingen heeft de ver eeniging verplichtingen op zich genomen, welke zij, naar onze meening, ook nu nog zal moeten nakomen. Door de gezamenlijke toen plaats gehad hebbende han delingen der gemeente, in onderling verband beschouwd, heeft zij, naar wij meenen, de zorg voor den waterafvoer van de woningen in de Smidsbuurt, behalve voor zooveel de huisaansluitingen betreft, voor hare rekening genomen. Al zou aan het innemen van een dergelijk standpunt op dit oogenblik stellig niet meer worden gedacht, dat neemt niet weg, dat verplichtingen, uit handelingen van vroeger tijcj voortvloeiende, loyaal moeten worden nagekomen. Wij meenen, op grond van deze laatste uiteenzetting tot de conclusie te moeten komen, dat onze aanschrijving ten onrechte tot het bestuur is gericht, dat de gemeente de kosten van de omlegging der rioleering, door den ge- meente-architect geschat op f 500.—, moet betalen en dat voor rekening van de vereeniging enkel komen de kosten uit de verandering der huisaansluitingen voortvloeiende. Een minderheid in ons college kan zich met dit advies niet vereenigen. Zij meent, dat de verplichtingen der ge meente zich niet verder uitstrekken, dan onder de hiervoor sub b geformuleerde vraag is aangegeven en meent der halve dat verandering in den aanleg der rioleering voor rekening der vereeniging moet plaats hebben. Zij advi seert op dien grond, aan het bestuur der Vereeniging te berichten, dat naar ’s Raads meening de aanschrijving van Burgemeester en Wethouders moet worden gehand haafd. Wij stellen U voor overeenkomstig de meening van de meerderheid aan het bestuur te berichten en daartoe het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het schrijven van het bestuur der Vereeniging tot het bouwen van woningen te Sneek, betreffende de mede tot dat bestuur gerichte aanschrijving tot het bren gen van verbetering in de afwatering van gebouwen, staande binnen het waterschap „De Goesekoesterhem”; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 28 Juni 1927, no. 1.777.61(16);

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1