- I
o
Uit onze Raadzaal.
I
150
200
Nieuwstijdingen.
r
I
I Mul Qfom Isr iiaiiBü Sint
KIEZEBRINK Co.,
I
M
b>'
fi
en
tot
ZATERDAG 10 SEPTEMBER 1917
UitgaveKIEZEBR1NK Co.
I {«o. 99 Eerste
II ViamhgsM
I iJIMSDAGitKYRIJDAQSAVOM
Ssbsk 150,
-
43e JAARGAK&
Abonnementper Jaar f 2.50 fr. p.p
post f 3.60.
Advertentleën 9 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc öNEEKER COURANT
B
7E gld. bij verlies EA
Iv van een duim. vv
Volgens voorwaarden overeengekomen met de Hollantteohe Algemeen» Verze- 7000
Knhladam ziin onze abonné’s verzekerd teaen onaelukken voor *VVU
kerings-Bank te Schiedam zijn onze abonné’s verzekerd tegen ongelukken voor
Verduistering.
Punt 11. Notulen der vergadering van 22 Augustus 1927.
De notulen hebben ter visie gelegen en worden onveranderd
vastgesteld.
gld. ingeval van over
lijden binnen 30 d.
gld. bij verlies van
één han d, voet cl oeg
gld. bij verlies van
een wijsvirger
wenschelijk achtten, dat het college van B. en W. homogeen met
de raad was, zoodat zij candidaten wenschten te stellen voor
beide wethouderszetels. Dat antwoord heeft niet alleen de S.-D.
fractie, doch de geheele linkerzijde bevreemdt; spr. vraagt of
rechts zich nu niet op een te eng standpunt stelt. 4 Sept. 1923
betoogde men dat het college van B. en W. slechts de raads
besluiten uitvoert, dus enkel belast is met uitvoerende macht
en dus niet de politieke richting van het gemeentebeleid aan
geeft. Voor die meening is inderdaad ook grond. De raad staat
aan het hoofd der gemeente; van dat lichaam gaan de politieke
stroomingen uit en nu kan het in bepaalde omstandigheden
gewenscht zijn, dat dé samenstelling van de uitvoerende macht
klopt op die van de verordenende, maar is dat hier wel zoo
noodig en gewenscht? Hier waar rechts en links elkaar ongeveer
in evenwicht 'houden, zoodat de laatste jaren geen politiek ge--
voerd is welke een bepaalde tendenz heeft naar links of rechts?
Het is hier thans onmogelijk, gezien de verhoudingen, bepaalde
politieke, economische of godsdienstige principes ten grondslag
aan het bestuur der gemeente te leggen, wij moeten over en
weer geven en nemeh, en volstaan met af te doen wat vooral
op economisch gebied van belang voor onze gemeente is. Dat
een bepaalde godsdienstige richting in de eerste tientallen jaren
doorslaggevende invloed op de gemeentepolitiek hier zou kun
nen krijgen, is ondenkbaar, en daarom achten wij ook geen
grond aanwezig voor het opeischen door rechts van beide wet
houderszetels. Zoo heeft links de laatste jaren ook de zaak
gld. bij levens
lange invaliditeit
JIEÏÏWE SNEEKER COURAÏÏT
annex MEEKER COURANT an WYMBR TSERADEEL
Gymnasium Sneek.
Bij de op 5 en 6 Sept, gehouden her-
toelatingsexamens werd bevorderd
klasse HI D. J. Karres te Oosthem.
hier heeft de verkiezingsuitslag zoodanig beïnvloed, dat rechts
een zetel meer is toegewezen dan links. We behoeven echter
geen woorden meer vuil te maken over deze zaak; rechts eischt,
met inbegrip der Roomsche fractie, die kort te voren niet wilde
meewerken tot een A.-R.C.-H. college van B. en W
De heer Van der Meulen: Niet waar.
De heer Sijtema: ...twee wethouderszetels op. Barbertje
moet .dus hangen. Spr. hoopt dat links nu op allerlei gebied de
consekwenties van dit optreden zal trekken, gezien wat rechts
in het schild voert, z’n vrijzinnig beginsel zal herzien en op
kerkelijk en politiek gebied de consekwenties zal toepassen
van de houding, thans door rechts aangenomen.
De heer Van der Meulen zegt dat nu de' heer Sijtema
de aardigheid heeft gehad zijn naam een paar maal in het
debat te betrekken en hem. verklaringen in den mond heeft
gelegd, hij wenscht te constateeren, dat hij nooit gezegd heeft
niet te zullen medewerken aan de keuze van een C.-H. wet
houder naast een A.-R. Hij heeft niet gezegd, dat hij het niet
en ook niet dat hij het wel zou doen. Als spr. zoo iets gezegd
had, zou de logische gevolgtrekking immers zijn, dat hij naar
links overhelde of zich zelf zou candideeren. Dat spr. zou willen
medewerken aan de samenstelling van een college, zooals links
dat wenscht, heeft spr. ook nooit uitgesproken. Er blijft dus
niets van de beweringen van den heer Sijtema over. Spr. sluit
I zich overigens aan bij :het betoog van den heer Boeijenga. Als
de heer Sijtema zegt dat de R.-K. fractie nog geen kwartier
I te voren niets wist en dat we onze beslissing niet ernstig over-
VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK
op DINSDAG 6 SEPTEMBER 1927, ’s avonds 7y4 uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig alle (15) leden.
De heer S ij t e m a wenscht na behandeling der agenda een
vraag tot B. enW. te richten omtrent de handhaving der ver
ordening tot het tegengaan van den nachtarbeid in brood
bakkerijen.
De Voorz. raadt den heer Sijtema aan deze vraag na be-
eediging en installatie der leden te stellen; er is nu nog geen
raad.
Punt Beëediging en installatie van de benoemde raads
leden.
De hh. Blok, Oppenhuizen, Potma, Boonstra, Dokkum,
Boeijenga, Van der Meulen, Siemensma, Hoekstra en Nieveen
leggen de vereischte eeden, de hh. Breeuwsma, Smeding, De
Groot, Sijtema en Zuiderbaan de vereischte beloften af.
De Voorz. wenscht alle leden geluk met het vertrouwen
door de kiezers opnieuw of voor het eerst in hen gesteld. De
leden, die reeds eerder zitting hadden, behoeft spr. de beharti
ging der gemeentebelangen niet op het hart te drukken; hij
blijven dienen ais zij gedaan hebben, zij zullen blijven hoog
houden de geest, welke hier steeds heerschte en waardoor onze
vergaderingen steeds zulk een aangenaam verloop hadden; moge
dat in de toekomft zoo blijven.
Tegenover de nieuwe leden, minder op de hoogte met de
werkzaamheden hier, mag spr. de hoop uiten dat zij zullen
beseffen, dat bij alle verschil van opinie, er een eendrachtige
samenwerking tot behartiging der belangen dezer gemeente
mogelijk is, een samenwerking en eendracht des te meer noodig
omdat spr. uit ervaring weet, dat wij, hier vooral op eigen
kracht zijn aangewezen en op i.L. .—1
Voor de Amsterdamsche rechtbajnk stond
terecht een gewezen chef van het bijkantoor
te Amsterdam der scheepvaartvereeniging
Zuid, wegens verduistering in dienstbetrek
king. Van 1916 tot 1921 zou hij in totaal
f 18.272.02hebben verduisterd.
Blijkens het getuigenverhoor moest be
klaagde begin 1920 zijn boeken overdragen.
Toen hi; daarmee talmde en gevraagd werd,
°f er soms iets niet in orde was, bekende
hij, dat er een tekort in de kas was van - o+
f5000. Aan beklaagde werd toen een uitstek gezien de samenstelhng van den raad na de verkiezingen, zij he
x»/»i-ienhn1ii1z orhfMn .dinf hof rnllporp van rs Ptl W llDtTlObPPlI HlPt
van twee dagen gegeven om het tekort te
dekken, daar anders de directie met het feit
in kennis zou worden gesteld. In plaats van
de zaak in orde te brengen, week beklaagde
naar het buitenland uit. Het hierna gehou
den onderzoek stelde toen vast, dat het te
kort niet f5000, maar f 18.272.01 */2 groot
was.
Eisch &>mnd. gevangenisstraf met aftrek
van preventief.
Mr. J. de Vrieze, de verdediger, wees er
ln zijn pleidooi op, dat beklaagde, nadat
?ijn uitlevering was gevraagd voor een zes
Jaren geleden gepleegd feit, in Frankrijk een
ellendige tijd in de gevangenis heeft door
gebracht. In vergelijking met de gevangenis
te Nice is onze gevangenis een hotelverblijf.
Er heerscht in die Fransche gevangenis een
°ngekende onreinheid. Het krioelt er van
Jatten, muizen, muskieten, wandgedierte.
Behandeling en voedsel zijn slecht. Bekl. is
dus, als hij iets misdreven heeft, reeds meer
dan genoeg gestraft, weshalve pl: vrij
spraak vroeg en onmiddellijke invrijheid
stelling.
Aan dit laatste verzoek werd voldaan.
Afgewezen werden 1 leerling voor klasse
V en 1 leerling voor klasse VI B. Zonder
examen werd toegelaten tot klasse I F. de
Vries te Lemmer.
All W-
U’tfSTfiJS
Waterschaps-administratie.
Van bevoegde zijde schrijft men ons:
Door den bekenden uitgever N. Samsom
te Alphen a. d. Rijn is aan de besturen van
alle waterschappen en veenpolders toege
zonden een keurig boekwerk, bevattende
een verzameling van modellen ten behoeve
van de Administratie der waterschappen in
de provincie Friesland.
Met belangstelling hebben wij van den
inhoud kennis genomen.
Vrijwel van alle zaken waarvan het Alge
meen Reglement voor de boezemwater-
schappen in Friesland spreekt troffen wij
modellen aan. Wij noemen bv. modellen
voor stembriefjes, stemschalen, liggers,
lastgevingen, agenda’s bestuurs- en inge
landenvergaderingen, journalen van ont
vang en uitgaaf, begroetingen, rekeningen,
processen-verbaal voor kasverificaties, aan
besteding en gunning van werken, instruc
ties personeel, reglement van' orde voor de
ingelanden-vergaderingén, leeningsbeslui-
ten en plans van leeningen, en meerdere.
O. i. doet de uitgever met deze uitgaaf,
waarvoor hij van zeer bevoegde zijde steun
mocht ontvangen, een nuttig werk, dat zal
blijken te voorzien in een meermalen ge
voelde behoefte.
Mag worden verwacht, dat van deze ver
zameling allereerst een dankbaar gebruik
zal worden gemaakt door de secretarissen
van de talrijke boezemwaterschappen, die
beheerscht worden door het Algemeen Re
glement voor die waterschappen, omdat de
modellen aan dat reglement hun ontstaan
hebben te danken, ook hun collega’s van
de andere waterschappen en van de veen-
polders zullen daarin veel vinden wat voor
hun administratie van belang kan zijn.
Ook belangstellenden zullen van deze
practische verzameling kennis kunnen ne
men; ze ligt toch, naar wij vernemen, op de
landbouwtentoonstelling voor hen ter in
zage.
kracht zijn aangewezen en op niet veel steun van buiten
hebben te rekenen. Spr. hoopt dat de nieuwe leden hier komen
bezield van het verlangen met al hun kracht de gemeentebelan
gen te dienen, en spreekt de wensch uit dat als voorheen hier
een aangename onderlinge verstandhouding zal blijven gehand
haafd.
De heer Sijtema vraagt en verkrijgt thans vergunning
om na afhandeling der agenda zijn vraag inzake den bakkers-
arbeid tot B. en W. te richten.
Hoort deze gewijzigde toestand zich nu ook uit te drukken
in een bestuursverwisseling? Naar ons oordeel wel; het is niet
juist gezegd', dat het hier in den raad alleen gaat om huishou
delijke zaken, herhaaldelijk zijn hier ook de laatste jaren j»rin-
cipieele kwesties aan de orde gekomen, waarbij rechts enmnks
scherp tegenover effar stonden; denk aan de kwestie van de
Zondagsrust en Zondagsheiliging, de bioscoop, het vloeken enz.
Dergelijke kwesties raken beginselen, en eigenlijk hebben alle
dingen een politieke, dus principieele ondergrond. Welnu, de
lijn die hier tot nog toe in principieele dingen is gevolgd, was
een linksche, al was er links dan niet altijd eenstemmigheid,
wat ook bij rechts hier wel het geval is, omdat ook daar geen
partij de meerderheid heeft en dus een zgn. coalitieverband'
noodig is. Toch is de rechtsche en linksche groote lijn duidelijk
te onderscheiden en deze lijn is hier steeds zoo. links mogelijk
gehouden. Onze conclusie ligt dientengevolge voor de hand,
ons streven zal er nu op gericht zijn, de linksche lijn eenigs-
zins naar rechts om te buigen; spr. wil met deze verklaring
klare wijn schenken: naar rechts willen we de bestuurslijn
ombuigen, al zullen wij dan in vier jaar niet alles wat wij
wenschen, kunnen bereiken.
Voor die ombuiging is in de eerste plaats noodig homogeniteit
tusschen B. en W. en raad, d. w. z. dat bij een rechtsche raad
een rechtsch college van B. en W. behoort; in de tweede
plaats is dan noodig een goede samenwerking tusschen de
rechtsche groepen onderling. Waar nu het besluit om 2 recht
sche wethouders te benoemen met algemeene stemmen in de
vereenigde vergadering der rechtsche fracties is genomen, is
er inderdaad hoop op een vruchtbare rechtsche politiek; ten
slotte is noodig dat we ons gedragen weten door de meerderheid
der kiezers hier, welke uitgesproken rechtsgezind is. Schijnbaar
moge het onbillijk lijken, dat we links den zetel ontnemen, in
wezen is ’t dat niet. Links regeerde altijd met een linksch college
van B. en W., en spr. gelooft dat rechts gelijke rechten heeft,
afgezien nog van de vraag of een linksch college van B. en W.
bij een rechtsche raadsmeerderheid niet voortdurend aanleiding
tot conflicten zou geven. Waar het initiatief tot allerlei voor
stellen uitgaat van B. en W., zou 'het dwaas zijn in B. en W.
een meerderheid te laten, die in gevoelen inging tegen dat van
’s raads meerderheid. B. en W. zijn bovendien uitvoerder van
de rijkswetten en hun is voorts heel wat opgedragen, wat
buiten den raad omgaat. B. en W. nemen dus een zeer over
wegende positie in.
Ziedaar waarom de rechterzijde zichs genoopt ziet tot haar
besluit. Op zich zelf zou rechts anders tevreden zijn met één
wethouderszetel, maar het feit dat in B. en W. de derde stem
hebbende ook aan de linkervleugel staat, maakt nu een tweede
rechtsche wethouder noodig; dit kan ook zoo gezegd: de op
vatting, door de linkerzijde gehuldigd inzake de gemeentepoli
tiek is in het college van B. en W. nu voldoende vertegenwoor
digd door den voorzitter, waaruit volgt, dat als Sneek eens een
rechtsche burgemeester zou krijgen, links weer aanspraak kan
maken op een wethouderszetel. Het 'besluit der rechterzijde
klopt inderdaad zoo op den toestand hier, dat degene, die
onbevooroordeeld de toestand beschouwt, op dat besluit geen
rechtmatige kritiek kan oefenen.
De heer Sijtema heeft niet bedoeld de rechterzijde het
misbruik maken van haar positie te verwijten, doch gevraagd
of hier niet van machtsmisbruik kon worden gesproken, een
vraag waarvan spr. ook nu de oplossing nog niet weet. Spr.
betwijfelt of de rechterzijde zich wel voldoende rekenschap
heeft gegeven van haar besluit, misschien de A.-R. en C.-H.
fracties wel, maar of de Katholieke fractie voldoende is inge
licht, meent spr. op betrouwbare inlichtingen te mogen betwij
felen. Tot op den dag der beslissing door de rechtsche fracties
wist bv. de heer Van der Meulen nog niets omtrent de keuze.
Er was te voren geen contact gezocht met de Roomsche fractie;
ja, de heer Blok mag het hoofd schudden
De heer Blok: Dat beteekende dat het juist is dat er te
voren geen contact was.
De heer Sijtema: Maar dan hebben alleen A.-R. en C.-H.
fracties zich voldoende rekenschap gegeven en den persoon
aangewezen; nog geen kwartier vóór de avondvergadering,
toen de beslissing viel, heb ik van dien heer Van der Meulen
vernomen, dat hij er niet voor was dat de C.-H. een wethouders
zetel zouden bezetten.
De heer Van der Meulen: Dat i§ onjuist, dat heb ik
niet gezegd'.
De heer Sijtema: Dat hebt U wel gezegd en op grond
daarvan plaats ik achter dat grondig overleg der rechterzijde
een groot aantal vraagteekens.
Wat de gevoerde politiek betreft, ik ,weet niet of die de
latere jaren altijd zoo links is geweest, hebben we hier ook
niet een vloekverbod? De politiek hier hangt af van de toe
vallige samenstelling van den raad op een gegeven oogenblik,
<en of de gemeente aanstonds zoo bijzonder rechts zal worden
bestuurd, betwijfel ik ook; men zie maar eens naar de Staten
of de raden elders. Zoodra daar de principieele rechtsche poli
tiek zal worden gevoerd, vallen R.-K., C.-H. en A.-R. uit elkaar.
Van een principieel rechtsche politiek zal ook hier wel niet veel
komen. Spr. is blikte hooren dat als in de lóopende 4 jaren
onze voorzitter van ons zou gaan scheiden en een rechtsche
burgemeester zou worden benoemd, links weer een wethouders
zetel kan krijgen, hoewel de vraag blijft of wij die onder de
dan bestaande omstandigheden, zullen aannemen. Spr. is niet
overtuigd van de billijkheid van den eisch der rechterzijde, dat
onze wethouder het veld moet ruimen om een rechtsche politiek
mogelijk te maken. Zelfs al was samenwerking der rechtsche
groepen voor die politiek verzekerd, dan zou men die toch
ónmogelijk tot uiting kunnen brengen, omdat een toevallige
omstandigheid aanleiding tot stemmenverschuiving kan geven.
Toch is de kern van des heeren Sijtema’s betoog, dat rechts Het toevallig optreden van een paar clowns op politiek gebied
misbruik maakt van haar positie. Dat is overdreven. Laten wij
onze houding eens toetsen aan de feiten. Vooraf ga dat de
rechtsche raadsfracties zich ernstig rekenschap hebben gegeven
van de moeilijkheden, door de wethoudersverkiezing ontstaan,
in de eerste plaats ten opzichte van onzen jongsten wethouder,
die, wordt de richting hier door rechts aangegeven, gevolgd',
hedenavond niet zal worden herkozen. De redenen zijn niet
van persoonlijken aard, zijn persoon toch is ons veelzins sym
pathiek en in den korten tijd dat hij wethouder was, bleek
ook dat hij op dien zetel wel op zijn plaats was. De redenen
zijn van anderen, nl. zakelijken of beter nog politieken aard,
waarbij dan wordt uitgegaan van de situatie, zooals die na de
laatste gemeenteraadsverkiezingen is ontstaan. De raad, sinds
menschenheugenis links, is nu rechts geworden, het is niet
meer 87, maar 78.
In de tijden der liberale overheersching hier was rechts
absoluut geen invloed toegekend. Later, toen dat liberalisme-
afbrokkelde, kon rechts eenigen invloed krijgen, doch groot
was het resultaat niet. De groote kentering kwam met de even
redige vertegenwoordiging en het algemeen kiesrecht, toen de
kiezers hier beslisten, dat de gemeente rechts en niet links was.
Het vrouwenkiesrecht, door links ons opgedrongen, keerde zich
ook tegen links. Dat de raadsmeerderheid' hier in 1923 al niet
rechts werd, was het gevolg van een kleine versnippering ter
rechterzijde; ;een rechtsch groepje haalde 80 stemmen; in 1927
was de stemming meer zuiver en haalde rechts de achtste J
zetel.
JE gld bij verlie
Lv van een viugSj.
Punt 111. Ingekomen stukken:
Adres van een Commissie uit de Ouders van leerlingen
der o. 1. scholen, de hoofden en onderwijzers daarvan en
de hoofden van andere onderwijsinrichtingen, houdende
verzoek om reorganisatie van het openbaar lager onder
wijs met betrekking tot de opleiding voor het onderwijs
aan H. B. S. en Gymnasium. (1.851.2.02(A)(2)).
Gesteld in handen van B. en W. om praeadvies.
b. Adres van N. de Boer, directeur der gemeente-bedrij-
ven, houdende verzoek hem om gezondheidsredenen met
ingang van 15 November 1927 als zoodanig eervol ontslag
te verleenen.
B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag eervol te ver
leenen, onder dankbetuiging voor de aan de gemeente bewezen
diensten.
De Voorz.: Het spijt ons dat de heer De Boer zich om
gezondheidsredenen wénscht terug te trekken. De heer De Boer
heeft de gemeente langer dan 25 jaar uitmuntend gediend in
een betrekking, die aanvankelijk beperkt tot het gasbedrijf, later
is uitgebreid tot waterleiding en electriciteitsbedrijf. Wij ver
liezen in hem een trouw en vertrouwd ambtenaar.
Z. h. s. wordt alsnu conform het voorstel van B. en W.
besloten.
bezien. Links heeft jarenlang hier de meerderheid gehad, doch I
rechts steeds een zetel gegeven, niet bij de gratie, maar op bil-
lijk'heidsgronden. 'Dat, nu een toevallige meerderheid bij de ver
kiezingen rechts een zetel meer schenkt dan links, de linksche
wethouder direct het veld moet ruimen, achten wij niet billijk
en doet ons vragen of hier het gemeentebelang niet al te zeer
in het gedrang komt dóór het partijbelang.
Een kort persoonlijk woord slechts over onze linksche wet
houder. In de korte periode van zijn werkzaamheid 'heeft hij
getoond de rechte man op de rechte plaats te zijn; met ambitie
en veel werkkracht heeft hij zich op z’n taak geworpen om er
ten bate van de gemeente van te maken wat er van te maken
was. Van hem is kracht naar buiten uitgegaan. Wie zijn opvolger
ook moge zijn, hij zal moeite hebben meer te doen dan zijn
voorganger. Ook van die zijde gezien dus vindt spr. het niet
o-illijk, dat zoo iemand aan den kant gezet wordt, alleen om
er iemand van eigen richting voor in de plaats te stellen. Bij
de vorige verkiezingen is door rechts gezegd dat 1 wethouder
uit de linksche meerderheid én 1 uit de rechtsche minderheid
diende voort te komen, waarom rechts dus toen een zetel
mocht begeeren. En waarom mag dan nu links, als groote min
derheid, geen zetel opeischen? Men geeft daarvoor als reden
op dat de voorzitter tot de linkerzijde behoort, waarom het
gewenscht zou zijn, dat de beide wethouders rechts waren.
Maar in de vorige vergadering nog is deze voorzitter zeer
terecht geprezen, omdat hij ,zich altijd boven de partijen
weet te stellen. Al behoort de voorzitter tot de linkerzijde, spr.
is er van overtuigd dat hij in het college van B. en W. geen
bepaalde politieke richting aan het bestuursbeleid zou geven,
wanneer daar ooit sprake van zou zijn. Spr. vindt dit argument
van rechts dan ook te gezocht om te rechtvaardigen, dat bij een
kleine verschuiving naar rechts, deze rechtsche groepen maar
ineens twee wethouderszetels kunnen opeischen. Deze eisch
maakt eenigermate den indruk van machtsmisbruik. En spr. mag
die ais aanwezig veronderstellen, omdat de laatste jaren door
rechts hoe langer hoe meer getracht wordt links waarvan
de groote fout is geweest zijn groote toegeeflijkheid in een
hoek te drukken. Als die bedoeling voorzit, zal links, als straks
de kansen keeren, de{,cpnsekwenties 'hebben te, of in ieder
geval kunnen trekken van wat hier nu staat te gebeuren.
Spr. houdt zich aan wat rechts 4 jaar ge'«den betoogde nl.
dat een groote minderheid recht heeft op een wethouderszetel,
eischt deze dus nu ook op voor links en wel voor de grootste
fractie daarvan, dat is de partij van spreker.
De heer Zuiderbaan wenscht ook een kort woord over
de grievende bejegening, nu links aangedaan, te spreken. Rechts
eischt thans beide wethouderszetels op, terwijl in de latere
jaren, ook bij grootere linksche meerderheden rechts billijk
heidshalve steeds een zetel werd afgestaan. Terecht heeft de
heer Sijtema er hier op gewezen, dat de partijen hier ongeveer
tegen elkaar opwegen, zoodat we hier eigenlijk leven in een
zgn. godsvrede. Dat is de reden, waarom zich hier bij de be
hartiging der gemeentebelangen vaak zoo weinig verschil van
meening voordoet en zooveel voor die belangen kan worden
gedaan, wat vjffel eens elders bewondering wekt. Toen eenige
jaren geleden" in een memorie van toelichting het toenmalige
college van B. en W. U, M. de V., de heer Kiezebrink, helaas
overleden, t;n de heer Blok - zijn beleid uiteenzette, verwierf
dat de volledige goedkeuring van den raad. De heer Breeuw
sma volgde den heer Kiezebrink op en ook jegens hem is in
den raad geenerlei animositeit getoond. En toch, nu er maar
even een kleine rechtsche meerderheid is verkregen, eischt
men den zetel van den heer Breeuwsma op! Nu diens heengaan
als wethouder wel vaststaat, een enkel woord over zijn persoon.
Spr. heeft hem eenige jaren mogen meemaken als -lid dér com
missie voor de bedrijven, de laatste jaren was wethouder
Breeuwsma haar voorzitter. Gaarne wil spr., uit de ervaring,
daar opgedaan, verklaren het te bejammeren, dat rechts uit
partijoverwegingen deze zetel nu opeischt; hij acht dat in het
nadeel der gemeente. Pas heeft de directeur der bedrijven ont
slag gevraagd, twee nieuwe leden in de commissie zijn noodig;
een zoo groote mutatie acht spr. een ramp, al is ten slotte
niemand onmisbaar. Uit deze handelwijze van rechts blijkt
spr. echter dat de rechterzijde in het vervolg een principieele
politiek wil voeren. Nu weet men echter, dat alle rechtsche
groepen niet altijd principieel gelijk denken, zoodat elders in
de gemeentebesturen zelfs andere combinaties zijn gevormd,
in Leeuwarden werken bv. S.-D., V.-D. en R.-K. samen en
spr. kan zich maar niet begrijpen, dat de katholielPe fractie
hier het maar zoo direct eens is met de andere rechtsche fracties
over verschillende en principieele kwesties. Het is de
Katholieke fractie bv. welbekend hoe de A.-R. en C.-H. fractie
denkt over festiviteiten op Zondag, het sluiten op Zondag enz.;
links denkt daarover anders dan de A.-R. en C.-H., doch spr.
steit er prijs op nu in deze openbare vergadering en nog voor
de wethoudersverkiezing eens te vernemen hoe het standpunt
ten dezen der R.-K. raadsfractie is. Hier naderen we groote
belangen onzer gemeente. Men denke eens aan het Sportterrein;
wanneer'het Sportpark, waaraan ook de gemeente steun ver
leende, dqfgelegenheid wordt ontnomen op Zondag wedstrijden
te houden-, dan doet het bestuur van dat lichaam beter maar
niet te beginnen en moeten aandeelhouders hun gelden maar
niet storten. Wij wenschen in verband met dergelijke zaken,
waarbij principieele kwesties aan de orde komen, vóór deze
wethoudersbenoeming nu eens te vernemen wat we ten dezen
van de R.-K. fractie te verwachten hebben; ons mag later niet
het verwijt treffen, dat we niet tijdig getracht'hebben de kwestie
zuiver te stellen.
De heer Boeijenga zegt dat de linkerzijde dit debat
heeft ingezet met woorden van critiek, doch ze is nog al mak.
KN1JPE, 5 Sept. Mej. D. van hier reisde
van Amsterdam met een Haagsche familie,
die naar Groningen moest. Bij haar thuis
komst bemerkte ze, dat haar tasch, inhou
dende pl. m. f20 en eenige kleinigheden, in
de tram was achtergebleven. Station Drach
ten werd opgebeld, doch bij aankomst daar
bleek de tasch verdwenen, waarna aangifte
bij de politie volgde. Vermoeden viel op de
Haagsche echtelieden, waarvan men alleen
wist dat ze over eenige dagen naar Den
Haag zouden terugkeeren. Door de mare- o_o o
chaussee werden alle trams gecontroleerd, is overtuigd dat zij deze belangen op dezelfde wijze zullen
tot Zaterdagavond de verdachten in de
tram werden aangetroffen. De politie had
haar maatregelen genomen. In een aparte
afdeeling der tram werd een verhoor afge
nomen en de koffer geïnspecteerd, waarin
spoedig eenige kleinigheden, toebehoorende
aan mej. D., werden gevonden. Het bleek,
dat de vrouw buiten, weten van haar man,
zich de tasch had toegeëigend, ’t Geld was
in Groningen verteerd, de tasch was weg
geworpen. Na volledige bekentenis is tegen
(le vrouw proces-verbaal opgemaakt, waar
na de reis naar Den Haag mocht worden
voortgezet. L. N.
UJ'ieil ll—lllll mi l ll'VrTiTTi T.'II Nl -
Wethoudersbenoeming.
Punt IV. Benoeming van twee Wethouders. (X 07.526).
De heer S ij t e m a zegt dat het met de wethoudersverkiezing
hier de laatste jafen eigenaardig toegaat. Toen de raad den
eersten Dinsdag wan September 1923 vergaderde, wist bij den
aanvang dier vergadering nog niemand hoe de stemming zou
afloopen, er was geen overleg gepleegd of voeling gehouden.
Er ontspon zich toen een discussie over de vraag, wie de eerste
stap tot overleg had moeten d.oen en aan de overkant heerschte
toen de meening, dat links, in de meerderheid zijnde, indien
overleg gewenscht geacht werd, de eerste poging daartoe had
moeten doen. De consekwentie van die meening is,dat n u
de rechtsche groepen bij links hadden moeten komen, na de
uitslag der verkiezingen. Men had natuurlijk ook geen overleg
kunnen plegen, wanneer men van oordeel was, dat het logisch
gevolg dezer verkiezing was: geen mutatie in B. en W. Het
overleg bleef uit en aanvankelijk meenden wij dan ook dat
rechts ook dacht, dat het college in zijn oude samenstelling
diende gehandhaafd.
Maar er doken geruchten op dat beide wethouderszetels door
rechts zouden worden opgeëischt en om zekerheid te krijgen
heeft de S.D. raadsfractie zich toen gewend tot de rechtsche
groepen afzonderlijk. Zij deelde mede prijs te stellen op een
wethouderszetel en zoo rechts deze niet wenschte toe te staan,
zou zij gaarne iets omtrent de redenen vernemen.
Geruimen tijd daarna antwoordden de rechtsche fractiessdat,