Het Geheim van de Lola I i I NiauwstUdiagen. Skiedkindige Oanteikeningsn oer 8 Biiil Orgiii ür lisiuti talk. KIKZE BRINK Co., ifiwBMX Teialtaa 15& Eerste Uitgave: KIEZEBR1NK Co. 44« JAARGAVe pp keriags-Bank ta Schiedam sijn onze abonné’s verzekerd tegen ongelukken 7C gld. bij verlies CA iv va» een duim. vV INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur! CRITICUS. van die bepaling HOOFDSTUK XXXIV. Wordt vervolgd te „Leeuwarden in vergadering bijeen, in i ver- van Bur- SKEARNEGOUTUM door WILLIAM LE QUEUX. Abonnementper Jaar f 2.50 fr post f 3.60. Advertentieën9 et p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in uc SNEEKER COURANT gld. bij verlies van een wijsvinger- Afd. Friesland van den Ned. Bond Gemeente-ambtenaren. Zaterdag is te Leeuwarden een buitenge wone vergadering gehouden in verband met de salarisactie. Aangenomen is de volgende motie De afdeeling Friesland van den Neder- landschen Bond van Gemeente-ambtenaren, 3 „Kapitein Durnford?” vroeg ik den vol genden morgen aan den portier van de Club. „Die is niet hier, mijnheer!” „Maar hij heeft toch’hier vannacht ge slapen?” zei ik. „Ik zou om tien uur bij hem zijn.” De man zag het groote register vóór zich in en antwoordde: „Kapitein Durnford is gisteravond zeven j en twintig minuten over negenen uitgegaan, gld. iu geval van over lijden binnen 30 d. „Jij zult mij daarin zeker wel willen hel pen,, niet waar?” „Natuurlijk kerel,” antwoordde Jack, mij de hand drukkend. Daarna scheidden wij. Jack sloeg de richting in van de National Gallery naar de „Junior”, terwijl ik naar mijn hotel terugkeerde. theorie omverwerpen en alleen Muriel kan ons tekst en uitleg geven.” „Je schrijft haar, dus zal je ook wel weten waar zij zich bevindt, nietwaar?” vroeg ik. „Haar laatste brief, dien ik tien dagen geleden te Gibraltar'ontving, kwam uit Bot- zen in Tyrol; Bartlett evenwel beweert, dat zij te Eastbourne is gezien.” „Je hebt dan zeker een adres, waar je je brieven heenzendt?” „Ja, een geheim adres. Ik heb haar ge schreven en om een onderhoud verzocht. Zij is niet gekomen, zoodat zij natuurlijk ver hinderd is geweest. Ik vermoed, dat zij bij haar ouders is en dus niet in Londen kan komen.” „Je wist dus niet, dat zij uit Schotland gevlucht waren?” „Natuurlijk niet. Wat ik vanavond ver nam, was een nieuwtje voor mij. Aangenaam nieuws, voorwaar!” „Kun je dan niet gissen, hoe de zaken ongeveer staan?” „Helaas ja; ten minste wat betreft Elma Heath,” antwoordde hij op zachten toon, als tot -zichzelf sprekend. „Wat dan, Jack? Zeg het mij. Ik ben zoo benieuwd iets te hooren. Wie is die Oberg toch?” „Haar vijand. Toevallig ontdekte zij zijn geheim en dat van Woodroffe. Daarom zijn zij beiden zoo bang voor haar.” „En daarom werd zij aan wal gebracht, waar men een dokter schurkachtig genoeg vond, haar zoo gruwelijk te verminken.” Hij knikte. „Maar Chater?” „Van hem weet ik zeer weinig. Misschien spant hij met hen samen, misschien ook is hij onschuldig. Thans evenwel schijnt hij hun plannen te dwarsboomen, getuige de vlucht van de Leithcourts.” „Toch was hij aan boord van de „Lola” en nam hij klaarblijkelijk een werkzaam aandeel in de inbraak in het Consulaat.” IE gld bij verlies ven een virger doch sedert niet teruggekomen, mijnheer.” Vreemd, dacht ik. Ik wachtte bijna een uur lang, doch Jack verscheen niet. Ik ver trok en kwam te twaalf uur terug; nog was Jack niet teruggekomen; om twee uur nog niet. Toen begon ik ongerust te worden. Ik keerde naar het hotel terug en was vast be sloten nog eenige uren te wachten. Mis schien was Jack van gedachten veranderd en naar Eastbourne vertrokken, ten einde Muriel op te zoeken, doch in dat geval zou hij getelegrafeerd hebben. Ongeveer vier uur in den namiddag, toen ik in de lange gang van het hotel heen en weer liep, hoorde ik een stem in het Itali- aansch mij goeden dag zeggen; mij ver baasd omkeerend stond ik tegenover Olinto, gekleed in zijn beste zwarte pak. Oogenblikkelijk herinnerde ik mij wat Jack mij had verteld en zag hem onwillekeurig met achterdocht aan. „Mag ik u een oogenblik afzonderlijk spreken, patroon?” vroeg hij zacht, als was hij bevreesd door derden te worden beluis terd. „Zeker,” zei ik, tegelijkertijd met hem de lift instappend en hem naar mijn slaapver trek medenemend. „Ik kom u waarschuwen, mijnheer,” zei hij, nadat ik hem een stoel had gegeven. „Uw vijanden voeren wederom kwaad in het schild.” „Wie zijn mijn vijanden?” vroeg ik nog steeds wantrouwend. „Dezelfden, die mij dien duivelschen valstrik te Lambeth heb ben gespannen zeker?” Brand te Amsterdam. Een vrouw omgekomen. Zondagochtend tegen vijf uur bemerkte een nachtwacht, dat er brand was uitgebro ken op de zolderverdieping van perceel Em- mastraat 1 te Amsterdam. De eerste étage en de groote zolderverdieping worden be woond door de familie Schram, benevens door een Duitsche dienstbode, welke laatste op een zolderkamer aan de zijde van de Emmastraat sliep. Op het bellen van den nachtwaker kwam zij in nachtgewaad de trap afloopen. Toen de waker haar toeriep, dat er brand was, wilde zij blijkbaar nog kostbaarheden redden of kleeren halen en ijlde weer naar boven. Dit is haar noodlottig geworden, schrijft de Ct. Dikke rookwolken stegen omhoog en de vlam sloeg daartusschen fel naar' buiten uit drie vensters van de groote zolderverdie ping. Men riep de brandweerlieden toe, dat een man en een vrouw in he^ brandende perceel waren. De étage viel in de eerste minuten van wege de felheid van het vuur niet te berei ken. De brandwachts, die met een straal langs de trap waren gegaan, konden niet verder, daar ’t vuur ook in de gang woedde. Toen het eenigszins mogelijk was, dron gen de brandwachts op de verdieping door. In het rechtsche zolderkamertje werd de Duitsche dienstbode, de naar schatting 50- jarige Marianne Schafer, op den grond aan getroffen. Onmiddellijk werd de zuurstof- koffer naar boven gebracht en met behulp hiervan werd getracht de levensgeesten op te wekken. De pogingen werden een uur lang voortgezet. De levensgeesten van de vrouw waren helaas geweken. De mededee- ling, dat ook een man zich in het huis moest bevinden, bleek op een vergissing te berus ten. De kamer, waarin het lijk was aangetrof- doch stond vol rook, zoodat aangenomen mag worden, dat Marianne Schafer den dood door verstikking heeft gevonden. De terugweg moet haar door de vlammen afge sneden zijn. Na twintig minuten was men den brand meester. Uitgebrand zijn de slaapkamer, de badkamer en zoldervertrek en de gang, alles gehoord de inleidingen van de heeren Mr. van het Week- en Mr. H. J. van Urk, directeur van den Bond; overtuigd, dat de salarieering der burge meesters, secretarissen en ontvangers in deze provincie over het algemeen niet alleen verre achterstaat bij die van hun ambtge- nooten in tien andere provinciën, doch ook in absoluten zin genomen in vele gevallen ontoereikend is om den betrokkenen een be staan overeenkomstig hun positie te ver schaffen; van meening, dat ook de wedden der ove rige bestuursambtenaren in bijna alle ge meenten niet behoorlijk zijn geregeld; draagt het bestuur op een krachtige actie te ontwikkelen, teneinde den bestaanden achterstand op te heffen. Besluit: deze motie te brengen ter kennis van Hee ren Gedeputeerde Staten en de Pers. Ko» 2 Ysnrehgat I yiMSDA^S an YRUDAOSJk Y®1TDS Uü&gsveni den te praten, alvorens van elkaar te gaan, traden twee mannen, in donkere overjassen gehuld, uit de schaduw te voorschijn, sta ken achter ons langs de straat over en ver volgden hun weg in de richting van Trafal gar Square. Toen het licht der straatlantaarns op hen viel, meende ik het gelaat van een hunner te herkennen als van iemand, dien ik vroe ger had ontmoet. „Ik geloof, dat ik één van de lui, die daar passeerden, meer heb ge zien,” zei ik tegen Jack. „Wij schijnen vanavond al onze vrienden te ontmoeten,” lachte hij. „Hoe het evenwel ook zij, mijn waarde, het doet mij goed in de stad mijner inwoning terug te wezen. Wisten wij nu maar waar Muriel was. Tot morgen moeten wij echter geduld oefenen. Ik ga naar de Club terug, want ik heb nog geen kamers gehuurd. Kom morgen onge veer tien uur bij mij, dan kunnen wij een plan de campagne maken. Eén ding is zeker: Elma moet zoo dra mogelijk Rusland verlaten, want zij verkeert daar in doods- op één verdieping gelegen. Aan de sporen, welke het vuur heeft nagelaten, is te zien dat het met verbazende kracht heeft gewoed, andere gedeelten van de verdieping kregen schade, terwijl de beneden gelegen vertrek ken aan ernstige waterschade onderhevig waren. De bewoonster, de echtgenoote van den schilder, den heer Wout Schram, kwam om zes uur van een feest thuis en vernam toen pas het treurige nieuws. Vermoedelijk is de brand op haar slaapkamer ontstaan; hoe is met bekend. „Zeer waarschijnlijk,” antwoordde Jack. „Doch ter zake. Eerst dienen wij te weten waar Muriel zich bevindt. Als zij, zooals Paget beweert, te Eastbourne is, kunnen wij haar gemakkelijk vinden. Ih de couranten wordt immers, evenals te Hastings, de lijst van aangekomen vreemdelingen gepubli ceerd?” „Als wij eens naar Eastbourne gingen?” stelde ik voor. „Als je wilt kan ik morgen ochtend met je megaan.” „Zou het niet beter wezen een expresse- brièf aan het gewone adres te sturen? Zij antwoordt in elk geval. Als zij te Eastbourne is, kunnen er redenen bestaan, waarom zij niet naar Londen kan komen. Als haar familie zich schuil houdt komt zij natuurlijk ook niet. Zij zal mij dan evenwel melden, waar ik haar zal kunnen ontmoeten.” „Goed. Stuur dan een expresse-brief, zei ik. „Maar waf Olinto betreft, stel je er prijs op, hem te ontmoeten? Misschien zegt hij jou meer dan mij.” „Neen. In geen geval. Hij moet niet weten dat ik te Londen terug ben,” zei Jack. „Het -gevaar.” is beter, dat je niet naar hem toegaat, be grijp je?” „Dus zijn belangen schijnen niet met de onze te strooken?” „Neen.” „Waarom vertel je mij nu niet meer om trent Elma Heath?” vroeg ik weer. „Vertel me nu alles,” drong ik aan. „Ik heb je alles verteld wat ik wist, mijn waarde,” was het antwoord. „Alleen Muriel is in staat meer licht te geven. Daarom sta ik er zoozeer op haar te ontmoeten.” „Laten wij dan naar ’t telegraafkantoor tegenover Charing Cross gaan, dat is altijd open.” Wij stonden op en liepen ’t Strand langs, dat nu bijna geheel verlaten was; Jack ver zond een telegram aan het adres van Mu riel, Hurlingham Road, Fulham. Toen wij buiten ’t telegraafkantoor ston- toch duidelijk, dat die enorme hoeveelheid schen graaf. Veelal is aangebracht. Met tienmaal minder moeite hadden de oude Friezen dan - dijk om de Middelzee kunnen werpen, en Aijlvasathe (Bo'zum) we behoeven den naam Kasper de Robles maar te noemen, om te weten, dat zij zoo iets niet deden. Integendeel; de zorg voor de zeeweringen heeft altijd veel te wenschen overgelaten. Bovendien: in Friesland ligt (in tegen stelling met Holland) onder de klei het laagveen. De Purmer, de Beemster leverden na inpoldering een vetten k 1 e i b o d e m. Toen de spoorweg Sneek—Leeuwarden werd aangelegd kon men duidelijk zien, dat onder de metersdikke kleilaag een even eens metersdikke veenlaag aanwezig was. Bij Bozum, waar ik dit waarnam, was van een zand.of grindbodem niets te zien. Daar entegen is de tram SneekBolsward me nigmaal verongelukt, omdat men op den grindweg zonder meer de rails had gelegd. Wanneer de tram reed kon men de derrie terzijde in de sloot zien sputteren! Verzak kingen deden zich voortdurend voor en soms buitelde de locomotief in de sloot. Waar hebben nu-de „warbere” Friezen die reusachtige hoeveelheden klei vandaan gehaald? Uit het laagveen? Of gebaggerd uit de Middelzee? Wat die terpen dan wel zijn? Ik waag de veronderstelling, dat het de producten van de zee zelve zijn, dus klei- duinen. Voor deze veronderstelling plei ten de volgende feiten. De terpen strekken zich als een heuvelland rondom de Middel zee uit. Zij werden geregeld door de zee ovrstroomd en opgehoogd. Dat dit niet zoo regelmatig geschiedde als bij de rivieren, zoodat niet een vlak land, maar een heuvel land ontstond, kan zijn oorzaak vinden hier in, dat de rivieroevers eens per jaar werden overstroomd, de zeekust daarentegen bij eiken vloed, eiken springvloed en eiken stormvloed, dus zeer onregelmatig. Hoe 't zij; de terpen begroeiden en wer den, toen zij niét of zelden meer door het water werden overspoeld, wieren (groene hoogten). Ook boden zij een geschikte woonplaats voor den boer, een „plaats”. Gaat men nu de kaart na, dan is het opmer- - kelijk, dat al de namen der dorpen rondom de Middelzee uitgaan op u m. Wat is dat u m? Waarschijnlijk is de gangbare meening juist dat urn beteekent' hem. Hem is hoogte, vgl. hemdijk, hemtille, d. i. hooge dijk, hooge brug; Schernhemstra (Hoog- hiemstra?) Dat u m is h e m, d.i. hoogte,, blijkt ook uit plaatsnamen als Koudum, Lidlum, Roordahuisum (niet Roordahuizen), de hoogte, waarop het huis van Roorda staat, Men merke op, dat bv. de namen der dorpen van de „Legeaen” niet op u m uit gaan. Wat nu het voorafgaande woord betreft, het is moeilijk na te gaan wat dat beteekent. Misschien is het een eigennaam b.v. Jelle (Jelsum), lense (Jinsum), maar veel zekerheid geven deze plaatsnamen ons. niet. Wat Goutum beteekent is niet te zeg gen. Dat Scharnegoutum een eiland was, bonden, is lang niet onwaarschijnlijk. Nog een enkele opmerking over de schen king van Scharnegoutum aan ’t Oldekloos- ter. Die schenking is eenigszins belachelijk. De Abt van Oldeklooster had gewoonweg maling aan den Utrechtschen bisschop evenals de Friesche adel aan den Holland- hëtïlooster' FdëscLWeZ"iedden ^Tylva/of welke vergadering mede Tanwë^~zHn Dekemstate (Wei- derschap van Gemeente-ontvangers in Fries- dum); Jongemastate (Rauwerd). Het zijn land; de kloosterbroeders van Hartwerd (Bloem- imuuillt}su va kamp), die de indijking der Middelzee zijn G. A. van Poelje, redacteur begonnen en natuurlijk ook Scharnegoutum i blad van den Bond hebben ingepolderd. Vandaar dat zij in dat Kerspel zelfstandig als onderdeel van Bloemkamp optraden. De brief van den bisschop is niets, anders dan een betuiging van zijn onmacht. De kloosterlingen legden den Hemlijk en den Slagtedijk aan, polderden het land in en zorgden voor de afwatering der stroompjes, die naar de Middelzee vloten (Bozumervaart, Oudvaart, Jaanvaart enz.) En zoo werd langzamerhand de dijk vol tooid, die van Roptazijl door Menalduma- deel en Baarderadeel tot aan den Hemdijk loopt,*om vervolgens zich Noordelijk te wenden en den grooten Romejnschen heer weg te ontmoeten. Het ingesloten land ter weerszijde van de Zwette heet nog altijd N i e u w 1 a n d. Den Haag, Sept. 1927. I Vergun mij op het vriendelijk verzoek van Upcko van Scnernhemstra in te gaan en lenige critische aanteekeningen te maken bij zijn Skiedkundige Oanteikeningen. Hij hioge dit beschouwen als een waardeerend blijk van belangstelling in zijn werk. I Allereerst ’n compliment over zijn Friesch. Het is beter2 dan wat wij dikwijls onder de oogen krijgen; ’t bevat weinig hollandismen of nieuwgesmede woorden; (is er geen „echt” Friesch woord voor „gissingen”?) iets, waardoor ’t Friesch van Waling Dijk stra uitmuntte en misschien nog niet is overtroffen, al kunnen zijne geschriften, wat letterkundige waarde betreft, zich niet meten met die van dokter Joost en Eeltsje of van Dirk en Pieter Troelstra en zoo menig an- jseren schrijver tusschen dezen in. I Ik begin bij (3): Inkelde gissingen fen de lamme Skearnegoutum. De schoolmeester van Rauwerd leerde aan de kinderen, dat „Legean” beteekende: „lege ein”, omdat deze dorpen laag gelegen zijn. Dit voor beeld bewijst, hoe dicht men bij de waarheid kan zijn, zonder die te vatten. Immers het is duidelijk: „Legean is: lege geaen”. S Evenzoo gaat het den schrijver met zijn gissing over de beteekenis van het woord schern of scharn. Hij zegt: Scharne kin bi- tsjutte skerne, d. i. rüch- ef dongbult; mar ek skeard; tink mar oan scheme of scharne Wiebe (niet Wibe, vgl. het Duitsch). Of schoon nu nimmer met zekerheid is uit te maken, wat hier de waarheid is, is het toch hoogstwaarschijnlijk, dat de schrijver aan vankelijk op den goeden weg was, maar zich door zijn fantasie heeft laten misleiden. (Dit gebeurt hem nog al eens, zooals ik zal aan- toonen.) In de eerste plaats ben ik zeker, dat de schrijver een dongbult nooit skerne heeft hooren noemen. Een „skerne” is een afge scheiden deel van ’t erf, zooals een „jister” een deel is van het weiland. Die „skerne” diént hoofdzakelijk om de mest op te hoo- pen. Dit „skerne” staat derhalve waarschijn lijk in verband met „skeren”, d. i. afsnijden, van den wortel s k a r, waarvan ook de uaam skeren (Noorsche eilanden) en het woord scheren (haarsnijden), in de tweede plaats: bezie nu het woord „skearne”. Dit isjtoch duidelijk een als bijv. nmw. gebruikt verl. dlw. van skeren, dus afgesneden. ■Skearne-goutum en dus het Goutum, dat var. den wal is afgesneden, een eiland of misschien schiereiland. ■Deze verklaring is derhalve wonderwel in overeenstemming met schrijvers meening, dat Scharnegoutum een schiereiland of mis schien eiland was in de Middelzee. Het laatste acht hij onmogelijk, omdat het niet is laan te nemen, dat men een terp midden - .- inlzee zou opwerpen. Maar nu vraag ik: ^a*ei, door een dijk aan den zeedijk ver denkt u nu werkelijk, dat die terpen het •- —■'J- product zijn van menschenhanden? Ik weet wel, dat die meening algemeen is en de schrijver fantaseert er dan ook lustig op los, hoe de oude bewoners er toe kwamen, die terpen te bouwen. Maar wie wel eens een terp heeft zien a f g r a v e n, dien is het I ’t Geschil tusschen dr. De Jong en dr. Wumkes. Zaterdag is te Delft de jaarlijksche alge- meene vergadering van de Vereen, van Archivarissen in Nederland gehouden De voorzitter, de heer R. Fruin, algemeen Rijksarchivaris te ’s Gravenhage, wijdde eenige woorden aan het bekende geschil dr M. de Jong en dr. G. A. Wumkes. Spr. gaf als zijn meening te kennen dat het in het algemeen ongewenscht is, dat de historicus die weet, dat een ander ernstig met een on- deizoek bezig is, voorbarig eenige op de zaak betiekking hebbende stukken publi— ceeit, dat is onvriendelijk tegenover den vakgenoot en lastig voor het wetenschappe lijk publiek, dat gaarne alles over een on derwerp in één werk vereenigd heeft. Maar of die publicist een archivaris, een biblio thecaris of een historicus tout court is doet in deze niets af. Drama in een Oude Mannenhuis. Gistermorgen om halfzeven heeft de 57- jange A. Straus, verpleegde in de oude mannenafdeeling van het Gesticht te Roer mond, de zuster Maria Ferdonando, die hij in den tuin ontmoette, toen de zuster een ontbijt voor een zieke wegbracht, met een mes een diepe wonde in den hals onder de kin toegebracht. De halsslagader werd door gesneden. De zuster gaf een gil en zonk ineen. Zij overleed spoedig. Eenige oude mannen, die in de nabijheid stonden, snelden toe, doch hulp konden zij niet verleenen. S. vluchtte en ging naar ’t politiebureau, waar hij mededeelde een zuster vermoord te hebben. Hij verklaarde, dat hij in de mee ning verkeerde dat de zuster reeds twee maal geprobeerd had hem te vergeven. Dit wijst op de mogelijkheid, dat hij niet geheel toerekenbaar is. De verslagene, in de wereld mej. E. Kroes was sedert 1898 in de inrichting werkzaam. Zij was 52 jaar oud en is afkomstig uit Franeker. Predik ant-brandsoeper. Zooals we hebben gemeld, hebben B. en W. van Broek in Waterland den Hervorm den predikant aldaar tot brandroeper aan gewezen, krachtens de gemeentelijke veror dening betreffende de verplichting van man nelijke ingezetenen om bij de brandweer een functie te vervullen. De gemeenteraad besloot echter onlangs om de verordening zoodanig te wijzigen, odat predikanten en geneesheer van die ver- fen,_ was nog niet door het vuur aangetast, Pachting vrijgesteld zouden worden. Ged. Staten hebben echter aan het ge meentebestuur bericht, dat deze vrijstelling in strijd is met een Koninklijk besluit, vol gens hetwelk de artikelen 192 en 193 van de Gemeentewet zulke vrijstellingen niet toelaten. De gemeenteraad heeft nu die bepaling van vrijstelling weer ingetrokken. Postkantoor Sneek. Lijst van onbestelbare brieven en brief kaarten, van welke de afzenders onbekend zijn, terug ontvangen in de 2e helft der maand September 1927. Brieven Binnenland. Automaat Haag; J. H. Kok Kampen; M. Dol, Nijverdal. Briefkaarten Binnenland. S. de Boer, Leeuwarden; 2 briefkaarten zonder adres. Door geadresseerde geweigerd. Het rijk en de gemeenten. Zooals den lezers bekend zal zijn heeft de Staatscommissie inzake de financieele ver houding tusschen het rijk en de gemeenten vérslag uitgebracht. Eenige bladen hebben medegedeeld, dat bij aanvaarding van het voorstel der Commissie de gemeente Sneek daardoor een meerdere bate zal ontvangen van f 18.000 per jaar. De ontworpen regeling schijnt in het alge meen meer de steden dan de plattelands gemeenten ten goede te komen. Voor vele plattelandsgemeenten zou ongewijzigde vaststelling van het door de Commissie ont worpen voorstel zelfs achteruitgang betee- kenen. Ook voor Wymbritseradeel is een raming opgezet, waarvoor als grondslag is genomen het jaar 1926. Hieruit blijkt, dat wanneer over 1926 de regeling der Commis sie had gegolden, Wymbritseradeel een be drag van f 2.019.49 minder zou hebben ont vangen dan zij nu heeft genoten. Wij wachten met belangstelling het ver der verloop van deze aangelegenheid af. „Juist. En nu is de kerel bang, dat zij jou ^■geschiedenis zal vertellen, nu je blijk hebt gegeven zoozeer in alles belang te stellen en moeite doet, achter de waarheid te «omen. Daarom wil hij haar het stil zwijgen opleggen.” „Wat?! Zou hij haar willen dooden?” vroeg ik verschrikt. „Hij zou daartoe in staat zijn, om zich- redden,” antwoordde Jack. „Meen niet, dat hij over zijn daad de minste wroe ging zou hebben; doch hij vreest, dat hij er te zeer voor zou moeten boeten. Hij is on- getwijfeld bang voor je, nu je haar bevrijd nen ën gegeven haar te bemin- Ik gevoelde de kracht van zijn argument, doch bedacht tevens, dat mijn geliefde on der Bescherming van de prinses stond, dat deze onze vriendin was, zelfs, hoewel ik, als Bngelschman geen sympathie gevoelde of gevielen kon voor de leer van de bom en den dolk. Ik trachtte Jack omtrent Elma uit tefB°oren> doch om een of andere reden scheen hij niet geneigd veel te zeggen. Al weten kon komen was, dat Leith- eourt met Chater en Woodroffe samen- k.tc en dat Muriel buiten het komplot 7 at het komplot was, zei hij mij niet. ->ic Ia- van rekening bleef ik dus even wijs uis vbor onze ontmoeting. l l^Ai1Stidienen w‘j Muriel te vinden,” ver- drnn^e Jack> toen ik bij hem er op aan- pnkAumf'J-xalles 1Tlede te deelen- >-Je hebt mij *^e eiten opgenoemd, die mijn eigen ISA gld. bij verlies van IvV éénhand, voet of oog WOENSDAG S OOTOBER^IBIT Volgens voorwaarden Mweengekomen met de Holland®chB Al8em««n® V«rxe- 1AHA gld. bij levens- tnn voor *vUU lange invaliditeit ZUU i 51) mm SIEEZER CDURAKT t«MEEKER COURAMT «n WYMBR TSERADEEL

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1