- annex SHEERER CÖURAMT an WYMBRITSERADEEL mini Orgui hi Imnti Snik T«neh|>t KIEZE BRINK Co., GEMEENTEBEGROOTING 1928. Eerste Bled UitgaveKIEZEBR1NK Co. ZATERDAG 2N OCTOBER IS27 7K gld. bij verlie» EA iv van een duim. vV :»ring*-Bank te Sohiedem sijn ome abonné’a versekerd tegen ongelukken voor 1. f^esseeren, dienst 1928. Aldus besloten. Ook werd besloten om de verschillende pensioenen weder gelijk te laten en de toe- 2. 3. gld. bij verlies van een wijsvinger lijk te behandelen. De V o o r z. antwoordt dat hij er niet tegen is om in zulke gevallen de raad zich hierover te laten uitspreken. De h.h. De Vries en Woudstra ma ken B. en W. hun compliment over de bij voeging van een memorie bij de begrooting. gld. ingeval van over lijden binnen 80 d. en wel om het in overeenstemming te bren gen met het salaris van de gemeentepolitie van Stavoren. j De mededeelingen worden voor kennis- geving aangenomen en de ingekomen stuk- Punt III. Voorstel van B. en W. om over neming van een stuk straat bij Sj. Feenstra, om dat in overeenstemming te brengen met de andere straten. Verder om de straat bij Tj. Bakker enz. wat te verbreeden. Een ver zoek is ingekomen van de Doopsgezinde gemeente om het stuk straat voor de brug in orde te maken. i De V o o r z. zegt dat wat de straten bij G. Haagsma om haar pensioen te be- worden toegestaan, doch de Doopsgezinde J' dv andv.t jjcnaiucii-gciiiciciiucii 8ui.w.iie zou hij willen antwoorden, dat de 'enen er reeds op, daar van hen geen ver- gemeente bereid is deze straat in orde^te was ontvangen; voorts een verzoek Nederlandsche Vereeniging voor Jkszang om een subsidie van f 5 ’s jaars No. 7 DUTIDAGi ca YRIJDA&8 AYOJTDS teaai Tsieicc» 150, deel er van te bestemmen voor: geheele of gedeeltelijke aflossing van loopende geldlee- ningen; dekking, geheel of gedeeltelijk, van de kosten van uit voering van buitengewone werken. Dat door deze maatregelen een beduidend bedrag aan rente bespaard kan worden, behoeft wel geen nader be toog. In onze, reeds eerder aangehaalde, inleiding tot de memorie van toelichting bij de begrooting 1926, hebben wij duidelijk doen uitkomen, welk een zware last aan jaar lijks te betalen rente wegens het voortdurend leenen op de gemeenten drukt; want, al moge het oude dogma: „voor buitengewone uitgaven wordt geleend” goeddeels zijn ver laten en al moge er, vooral door ons, naar gestreefd wor den zooveel jnogelijk de buitengewone uitgaven door ge wone inkomsten te dekken, er blijven nog veel buitenge wone uitgaven over, waarvoor bij de huidige situatie een leening moet worden gesloten. De meest consequente tegenstelling van bet systeem „alle buitengewone uitgaven dekken uit leening” zou zijn de dekking van deze uitgaven te bewerkstelligen uit de beschikbare reserves. Doordat in dat stelsel rentebetaling uitgesloten zou zijn, bleven de uitgaven voor een buiten gewoon werk tot de werkelijke kosten daarvan beperkt en zou, vergeleken met de methode van leening, stellig een besparing van 50 der thans in totaal aan rente en af lossing benoodigde bedragen verkregen worden. De hier aangeslagen toon moge voor velen nieuw klin ken, toch is zij dat niet geheel. Sommige schrijvers op financieel gebieo huldigen zeer beslist het systeem „dek king van buitengewone uitgaven uit reserves”. Zelfs wordt het vermoeden geopperd, dat deze methode reeds door onze voorvaderen, wien overigens tegenwoordig niet in al te sterke mate lof voor het door hen gevolgde finan cieel beheer wordt toegezwaaid, in praktijk werd gebracht. In 1916 gaf het gemeentebestuur van Den Haag een boekje uit, getiteld: „Geschiedkundig overzicht van de wijze van dekking der buitengewone uitgaven van de gemeente ’s Gravenhage”. Uit dit overzicht blijkt, dat Den Haag in 1853 geen leeningsschuld had, doch over een rentegevend kapitaal van f 720.000 beschikte. En dit alles als gevolg van de politiek, om zoo weinig mogelijk te leenen voor buitengewone werken. Er is reden, om te veronderstel len, dat het bij onze gemeenten vroeger algemeen zoo gesteld was. Het eischt geen nadere toelichting, wanneer wij ver klaren, dat, hoe begeerlijk de hiervoor geschetste toestand voor onze gemeente ook zou zijn, er nog een vrij lange tijd zal moeten verloopen, voor die toestand bereikt zou kunnen worden. Toch dient dit, naar wij meenen, niet te weer houden, om in de aangegeven richting werkzaam te zijn. Ook bij het ten deele bereiken van het doel zullen de voor- deelen zich reeds openbaren. In den overgangstijd zou kunnen worden begonnen met het onderscheiden van leeningen voor productieve en niet- productieve buitengewone werken. Bij de eerste, bv. aan gegaan voor het inrichten van bouwterreinen, beginnen door den verkoop van die terreinen de inkomsten veelal spoedig te vloeien, zoodat daarbij de rente- en aflossings- last niet zoo zwaar drukt als bij het sluiten van een leening voor bv. straataanleg, waarvan de gemeente vermoedelijk slechts indirect voordeelen zal genieten. De laatste soort van uitgaven zou dus in de eerste plaats voor dekking uit reserve in aanmerking komen. Ook zal, bij wijze van overgang, bij het aangaan van leeningen een korter looptijd kunnen worden vastgesteld dan thans gebruikelijk is. Het resultaat hiervan zal zijn vermindering van rentelast. Dat het zonder een, stellig vrij langen, overgangstijd niet zal gaan, is zonder meer duidelijk, wanneer wij ons te binnen brengen, welke buitengewone werken er in de naaste toekomst nog op het programma staan: 1. Straat-, riool-, plantsoen- en kadeaanleg en inrichting van bouwterreinen aan den Leeuwarderweg. 2. Stichting van een openbaar slachthuis aan den Op- penhuizerweg. 3. Aanleg van een nieuwe veemarkt. 4. Demping van grachten. Met de werkzaamheden, onder 1 genoemd, is reeds een aanvang gemaakt; tot de stichting van een slachthuis is in beginsel besloten. Over eventueelen aanleg van een nieuwe veemarkt zal stellig binnen niet te langen tijd een beslissing in de eene of andere richting dienen te vallen, terwijl na het ontvangen van de afwijzende Koninklijke beslissing ten aanzien van de aanvankelijke dempings- plannen de Raad zich ongetwijfeld zal hebben te beraden, op welke wijze thans tot het scheppen van meer verkeers ruimte in de binnenstad dient te worden overgegaan. Dat ook afgezien hiervan het verkeer aan de gemeente kas in de komende jaren zware eischen zal stellen, is een verwachting, die allicht velen met ons zullen deelen. De op dit gebied jaar op jaar toenemende eischen, de hooge vlucht van de verkeerstechniek doen vragen rijzen, die waarschijnlijk bij de tegenwoordige toestanden niet zullen kunnen worden opgelost en zullen de noodzakelijkheid doen ontstaan van het nemen van ingrijpende maatregelen ter aanpassing aaa de nieuwe behoeften. Het is niet mogelijk, een juiste aanduiding te geven, wat de toekomst in dezen van ons zal vragen; dat zij veel van ons zal eischen, betwijfelen wij niet. Bij het overwegen van wat voor de toekomst onzer ge meente van beteekenis zal zijn, hebben wij begrijpelijker- II. B. en W. vervolgen hun inleiding tot de begrooting 11928 als volgt: Het is bekend, dat het streven van het gemeentebestuur Ier steeds op gericht is geweest, om het financieel beheer ■zoo stabiel mogelijk te doen zijn. Niet alleen, dat deze ■stabiliteit bevestiging en bewaring van een verkregen gun- Istiger financiëelen toestand bewerkt en mogelijkheden ■schept voor een voortarbeiden op dezen basis, ook behoedt ■zij voor het voeren van een politiek, waarbij de op de ■ingezetenen gelegde lasten van jaar tot jaar schoksgewijze ■verhoogd of verlaagd worden. Wij achten het een gelukkig ■verschijnsel, dat in onze gemeente deze schokken tot dusver ■voorkomen konden worden en dat de lijn van het ver- ■menigvuldigingscijfer in de opeenvolgende jaren, een, zij ■het ook langzame, dan toch geregelde daling aanwijst. I Toch is er bij het telken jare samenstellen van de be- Igrooting één element, dat wij in het ruime kader van het ■financieel beleid niet ten volle kunnen beheerschen. Wij ■bedoelen het element der saldi. Ten aanzien hiervan schre- Iven wij in de inleiding, die wij aan de memorie van toe- llichting op de begrooting voor 1926 deden voorafgaan, |o. m. het volgende: „Het hebben van overschotten op de Igemeenterekening is op zichzelf wel van zoodanig belang, ■dat het aanbeveling verdient een korte bespreking daar- laan te wijden. In het algemeen moeten de ontstane saldi ■met de grootst mogelijke voorzichtigheid beheerd worden; Igroote saldi kunnen gevaarlijk zijn; een gemeentebestuur ■laat er zich zoo licht toe verleiden deze saldi geheel of Ivoor een zeer groot deel aan te wenden tot ontlasting van ■den volgenden dienst, waardoor zeer waarschijnlijk een Isterke schommeling in den belastingdruk ontstaat. Dat ■op deze wijze van het oefenen van beheer volgens bepaalde, Bmet overleg uitgestippelde, lijnen weinig overblijft, behoeft ■vel geen betoog; het gemeentebestuur leeft „van de hand in den tand”. De allesoverheerschende eisch is, dat het sfinanciëel beleid wordt gevoerd in doelbewuste richting. Dan alleen is vastheid te verkrijgen.” I Wij kunnen deze, voor 2 jaar neergeschreven, woorden ■nog geheel voor onze rekening nemen. Om het gevaar ■van het hebben van saldi nog duidelijker aan te toonen, ■zouden wij er aan willen toevoegen, dat door de aan- Iwezigheid van een batig saldo als openingspost op een ■nieuw samen te stellen begrooting, een gemeentebestuur gbijna in de noodzakelijkheid wordt gebracht, deze begroo- ■ting eenigszins ruim op te zetten. Immers, bij al te scherpe ■ramingen zou de mogelijkheid niet uitgesloten zijn, dat ■van een aanvankelijk saldo bij het einde van den dienst ■weinig of niets meer overgebleven is, waardoor een vol dode begrooting zeer ongunstig zoude worden belast. Het ■streven om zich voor dit gevaar te dekken, zou er conse- Kuent toe moeten leiden, elke begrooting zonder eenig ■saldo te beginnen. Inderdaad ligt hierin veel bekorends. ■Niet voorbijgezien mag evenwel worden, dat de overgang Ivan een begrooting met beginsaldo naar een zonder een ■dergelljk saldo moeilijkheden zal opleveren. Deze overgang t dient voorzichtig te geschieden en wel zóó, dat het ver- ■menigvuldigingscijfer er niet door verhoogd behoeft te ■vorden, integendeel zoo eenigszins mogelijk nog verlaging kan ondergaan. In dit verband moeten wij verklaren dat ■wij niet zonder eenige ingenomenheid hebben gezien, dat, ■zij het ook ongewild, in de nieuwe begrooting het saldo ■van f31.000.tot ruim f24.000.is teruggeloopen, ter- |wijl tegelijkertijd nog eenige verlaging van het belasting bedrag kon plaats hebben. In deze lijn doorgaande, moet ■het over enkele jaren mogelijk blijken, een begrooting ■samen te stellen zonder beginsaldo. I Het zal duidelijk zijn, dat in een dergelijke begrooting ■de ramingen, zoo goed als thans, met eenige voorzichtig heid moeten plaats hebben, opdat de gemeente voor tegen vallers behoed zij. I Allicht zal het gevolg van deze politiek zijn, dat de ■rekening over het desbetreffende jaar met een, zij het be scheiden, batig saldo sluit. Dit saldo behoort in het hier ■geschetste systeem evenwel niet naar volgende begrootin- fcen overgebracht te worden, omdat dan het gesignaleerde Heuvel der batige saldi van dit oogenblik zou blijven be- Jstaan, doch als eerste storting in een te vormen reserve- [fonds gedeponeerd, welk fonds buiten den gewonen dienst |zal moeten worden gehouden. De diensten welke het fonds zal kunnen bewijzen, zijn ■verschillende. Wij noemen o. a.: I 1- In het algemeen brengt het hebben van reserves een ■gunstige kasgeldpositie mede, zoodat het opnemen van ■kasgelden bij den kassier als regel uitgesloten zal zijn, en ■juist het tegengestelde belegging van overtollig kasgeld kan plaats hebben. In de plaats van het betalen, treedt flus het ontvangen van kasgeldrente; een niet te verwaar- ■oozen voordeel; I 2. de mogelijkheid bestaat, dat in eenig jaar de begroo- |‘>ng het gemeentebestuur voor tegenvallers plaatst, hetzij jaoordat de belastingopbrengst beneden de verwachting ■oujft, hetzij anderszins. Het zou een gelukkige omstandig- l’eici zijn, als door aanwending van een deel der beschik- ■oare reserve, deze nadeelige invloed geneutraliseerd zou ■kunnen worden, zoodanig, dat hij in volgende begrootingen Br:tt meer in overwegende mate merkbaar is. Belasting- ■''erhooging kan door het treffen van dezen maatregel dan ■'oorkomen worden. 3 Wanneer het reservefonds in beduidende mate zou y^sseeren, zou de gelegenheid worden geschapen, een 44e JAARGANG Abonnement: per jaar f 2.50 fr. p.p post f 3.60. Advertentieën0 cL p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in uc SNEEKER COURANT De V o o r z. meent dat het eens een jaar is vergeten en dat het toen zoo gekomen is. Met alg. st. besloten dit bedrag op f 10 te brengen. De heer Brens vraagt bij de post sub sidie tuberculosebestrijding aan welke ver eeniging dit subsidie wordt gegeven. De V o o r z. zegt dat deze zaak met de ge meentegeneesheer zal worden besproken. B. en W. willen eigenlijk dit bedrag speciaal voor de gemeente besteden. De heer V. d. Goot vraagt iets aan gaande het subsidie voor de drankbestrij ding, dat vroeger f20 bedroeg en thans f 10. Hij zou dit bedrag weer willen bren gen op f 20, want als men nagaat welke vruchten deze beweging afwerpt met be trekking tot de dronkenschap op straat is deze uitgaaf alleszins gewettigd. De heer De Vries zegt te meenen dat er vroeger drie vereenigingen bestonden en thans nog twee. De heer V. d. Goot zegt dat hunne vereeniging thans nog 40 leden telt. De heer DeVries kan zich er mee vereenigen dat iedere vereeniging f 10 ontvangt. Aldus besloten. Bij het punt „Straten” zegt de heer D e Vries, dat daar in 1928 de straat van R. Nauta naar Tj. Bakker opnieuw bevloerd wordt, het wellicht overweging zou verdie nen om alsdan deze straat iets te verbree den. De V o o r z. zegt dat dit reeds eenmaal geprobeerd is, maar het mislukte. De heer Woudstra zegt dat het een gemeente belang is dat de straten verbreeü worden, want óf de gemeente moet voor breede voer tuigen de straten sluiten öf de straat moet verbreed; zooals de toestand thans is, is het niet verantwoord. Als er een voertuig aan komt moeten de voetgangers zich op particuliere stoepen of in bleeken bergen. Er kan verbreed worden wanneer de stek ken verplaatst worden achter de boomen, dan kan een handkar of iets dergelijks uit den weg komen. De V o o r z. zegt in ’t al gemeen voor deze zaak te voelen en B. en W. willen met allen ernst deze zaak onder zoeken, doch de tegenstand komt van de ge meentenaren die geen duim grond willen af staan voor de veiligheid. De heer Woud stra zegt dat de meeningen ten opzichte hiervan reeds aardig beginnen te verande ren. De V o o r z. hoopt dat dit zoo is. Bij het punt „Rioleering” merkt de heer W o u d s t r a op dat de zinkput in de straat bij Sijperda naar F. Bakker altijd verstopt is, wat voor de naastligger J. Nijdam veel last veroorzaakt. De V o o r z. zegt een on derzoek toe. Er wordt besloten een subsidie van f 5 ’s jaars toe te staan aan de Nederlandsche Vereeniging voor den Volkszang. De heer DeVries wijst op het opbreken van de straat door Electra, waardoor deze in slechte toestaand komt. De heer Woud stra zegt dat bedoeld zal worden dat de straat wat hooger komt te liggen, wat komt door het afslijten van de steenen, waardoor het onmogelijk wordt om goed werk te ma ken. De heer L o o ij e n g a wijst er op dat dit werk onder goedkeuring van den ge- meente-opzichter geschiedt en Electra hier vrij uitgaat. Hierna wordt de post onvoorziene uitga ven verlaagd met f 120. De h eer V.d. Goot zegt aangaande de vergrootings- en ophoogingskosten van de begraafplaats dat hij de beslissing daarover nog even zou willen opschorten, opdat de raad zich daar eerst een beter inzicht over kan vormen. De heer Woudstra even wel heeft de zaak onderzocht en heeft geen bezwaar dat de raad thans tot het kleine plan besluit. Den Voorz. komt het ook voor dat dit in de eerste plaats de weg is. Het plan B kunnen we dan later zien. Dat wil het zgn. kamp ophoogen tot 2.10 M. boven zomerpeil, wat in totaal 490 graven meer beteekent, welk plan echter f 4300 zal moeten kosten. De heer Woudstra zou met de uitvoering van het kleine plan, dat ongeveer f 1960 zal kosten, nog dezen win ter een aanvang willen maken, ook in ver band met bestrijding der werkloosheid. Al dus besloten. De heer V. d. Goot bespreekt hierna de memoriepost voor het sportterrein. Het spijt hem dat deze post pro memorie staat. Hij spreekt als zijn meening uit, dat, nu hij met het commissielid Visser gesproken heeft, hij niet gelooft dat er een rapport is te wach ten van deze commissie, daar de heer Vis ser van meening is dat hij, nu hij geen raadslid meer is, ook geen commissielid meer is. Spr. wijst in dit verband op het baggeren van de Geeuw, wat in 1928 zal geschieden en wil deze specie voor ophoo- ging gebruiken. Verder op het diakonieland, dat volgens hem voor f 2000 per ponde- maat veel te duur is. Spr. hoopt dat zijn medeleden mee willqn werken deze zaak verder te brengen. De heer De Vries,’ commissielid, zegt dat het mintland in orde maken groote bezwaren heeft; wat het dia konieland betreft, daarover is door diake nen wel degelijk goed gerekend en dan is f2000 per pondemaat niet te hoog. Was er eerst geen kans dat de gemeente een stuk hiervan kon krijgen, de mogelijkheid daartoe kan thans ontstaan. Besloten wordt het rapport der commissie af te wachten. De begrooting wordt hierna vastgesteld: gewone dienst in ontvang en uitgaaf op f57.604.85J6 .inkomstenbelasting f24.000, kapitaaldienst f52.412.63. JE gld bij verlier •v tan *«n tinges Raadsvergadering Ijlst. L I. Vergadering van den raad op 17 Oct. ’27. salaris van de gemeentepolitie K. Kielstra ■Aanwezig alle leden. I Opening met formuliergebed. I Vunt II. De notulen worden gelezen en |°nveranderd vastgesteld. I *mnt lil. Medegedeeld wordt: I a- dat de boeken bij den gemeenteontvan- ken bij de begrooting behandeld, rozijn nagezien en in orde bevonden; I dat ingevolge het bepaalde bij de Ge- l eentewet zijn aangewezen tot waarnemend furgemeester de heeren T. Bakker en B. r00|jenga; I. c- dat Ged. Staten hebben goedgekeurd fe overname van het stuk grond door de fenieente van den heer Hettinga; idem de r'jziging der gemeentebegrooting 1927. -v. --- - lngekomen is nog een verzoek van de j Sj. Feenstra en Tj. Bakker betreft, dat kan G. Haagsma om haar pensioen te be- .worden te"nnnncoro-zinHo rti-llJen’ andere pensioen-genietenden ‘gemeente Voii- Nederlandsche Vereeniging |n ineenteveldwachters om verhooging van het Punt VI. Vaststelling gemeentebegrooting ïz iz;«-> dienst 1928 x - De heer V. d. Goot verzoekt dat wan- slag van de wed. v. Noggeren weer met een neer door de gemeente een oproep gedaan jaar te verlengen. wordt om personeel of een geldleening, afVerzoek der vereeniging van gemeente- te wijken van de gewoonte om de burgerlijke veldwachters. De heer W oudstra zegt bladen hiervoor alleen te gebruiken en uit dat hij er tegen is dat de gemeente beneden principe ook Het Volk en andere bladen ge- het gemiddelde salaris zou gaan, daar vol- --- - - - - gens hem een politie niemand naar de oogen moet behoeven te zien, daar dit het ambt als zoodanig zou schaden. De heer V. d. G o o t zegt dat volgens de begrooting Kielstra een jaarwedde geniet van f 1400 en voor kleeding en schoeisel f 100. En waar het meestal moeilijk werk is, zou hij voor stellen dit bedrag met f 100 ’s jaars te ver- hoogen. De heer Woudstra meent ook i nieuwen secretaris toekomt, daar die zijn met de behoefte. In, stemming gebracht ver taak zeer serieus opvat. i k'. De V o o r z. deelt nog mede dat de amb- hooging; de, andere 5 heeren er tenaar ter secretarie Martens eerstdaags j D_ C x vertrekt naar Wymbritseradeel en stelt voor J seering weer willen brengen ^op hiervoor weer een andere kracht te zoeken. 'algen» voorwaarden overeengekomen met de Hollandaotiw Hlgamaenw Varzw» JQQQ lEA verlie» van Ivv één hand, voetot oog gld. bij levens- lange invaliditeit wvV wijze ook gedacht aan de teleurstelling, welke ons bereid werd, toen de Regeering besloot in de richting van den Zuiderzee-afsluitdijk een wijziging te brengen in dien zin, dat deze dijk niet bij Piaam, doch bij Zurich het Friesche vasteland zal bereiken. Opneming van Sneek in de inter nationale verbinding AmsterdamWieringenPiaam LeeuwardenGroningenHamburg was daardoor uitge sloten. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat wij maatregelen zullen hebben voor te staan, dat te zijner tijd Sneek via Bolsward naar Zurich door een zijlijn met de nieuwe hoofd lijn, die zich dan wel naar Harlingen zal richten, wordt verbonden. Doch, zooals gezegd, de toekomst van onze gemeente zal door dit een en ander in niet geringe mate kunnen worden beïnvloed; haar karakter zal een ander kunnen worden. Wel zal zij, evenals tot dusver, allicht het handelscentrum blijven van een deel van Friesland, maar als zoodanig zal het een meer geïsoleerde plaats innemen. Als compensatie voor wat wellicht zal worden verloren aan handelsbeteekenis, dient Sneek zoo mogelijk te wor den gemaakt tot een als woonplaats aantrekkelijke stad. Om dit te bevorderen, zal het gemeentebestuur maatre gelen in die richting hebben te nemen. Tot die maatregelen behooren o.a.: het scheppen van wandelgelegenheden, den aanleg van plantsoenen, bevordering van watertoerisme enz.; het verminderen van den belastingdruk. zorg voor verschillende Soorten van goed en niet te duur onderwijs. Het doet ons genoegen, dat de Raad onze ten aanzien van het eerste punt ingediende voorstellen steeds heeft aangenomen. Met goedvinden van dat college zullen wij ons gaarne beijveren, op den ingeslagen weg voort te gaan. Met de verlaging van de belasting is in onze gemeente reeds een aanvang gemaakt, in zooverre het vermenig- vuldigingscijfer voor de heffing van de gemeentelijke in komstenbelasting sedert het belastingjaar 1922/1923 lang zaam is gedaald van 2.50 tot 1.92. Bij den bestaanden gezonden toestand van de financiën onzer gemeente zal het wij twijfelen daaraan niet mogelijk blijken, deze verlaging geleidelijk voort te zetten. Na de genoemde hoofdbelasting, de G. 1. B., komen andere belastingen in aanmerking voor verlaging: de schoolgelden, de brug gelden, de kadegelden. Bij het noemen van brug- en kadegelden voelen wij het groote belang, dat voor Sneek gelegen is in zijn centrale positie ten opzichte van de waterwegen. Om de scheep vaart tot zich te blijven trekken, is vermindering van de op haar gelegde lasten noodig. Daarnaast wordt vereischt het maken van meer kaderuimte. De aanleg van 130 M kade aan de Sneeker Oudvaart als onderdeel van de uitbreidingspiannen-Leeuwarderweg, komt aan dit streven reeds in bescheidene mate tegemoet; de mogelijkheid van kadeaanleg langs de Leeuwardertrekvaart dient onder de oogen te voorden gezien. Van belang is ook, het zorgen voor degelijke verbindingswegen met de groote vaar- kanalen. Om deze reden is op het nieuwe uitbreidingsplan de Houkesloot als toegangsweg naar en van de groote scheepvaart-verbinding GroningenLemmer dan ook aan merkelijk ruimer geprojecteerd. Het vorenstaande moge dienen om door het noemen van enkele voorbeelden aan te toonen, dat het tot de taak van het plaatselijk bestuur behoort, om me.t inspan ning van alle krachten er naar te streven, de positie der gemeente, in den ruimsten zin genomen, niet alleen te consolideeren, doch ook zooveel mogelijk te verbeteren en te versterken. Om die taak naar behooren te kunnen vervullen, is noodig, dat wordt volhard in het voeren van de tot dusver gevolgde, doeltreffend gebleken, financiëele politiek. In deze inleiding hebben wij omtrent deze politiek nogmaals scherp het licht doen vallen op het door ons noodig geachte: 1. betalen, zooveel mogelijk, van buitengewone uit gaven uit de gewone inkomsten; 2. daarnaast vormen van een reserve, waaruit overigens de buitengewone uitgaven kunnen wor den bestreden. Deze beginselen behooren o.i. zoowel ten aanzien van de algemeene gemeente-financiën als met betrekking tot die der bedrijven in beoefening worden gebracht. Voor stellen omtrent punt 2 doen wij U thans nog niet. Wij behouden ons voor, daarop in den loop van het volgende jaar terug te komen. Bij alles, wat wij in deze inleiding neerschreven, hebben wij voor oogen gehouden, dat de belastingdruk in Sneek nog aan den hoogen kant is en dat voorloopig een voort gezette geleidelijke verlaging nog noodig blijft. In dit licht behoort ook het door ons aangeprezen samenstel van maatregelen te worden beschouwd: geleidelijk, niet met schokken, naar beneden. Alleen in den weg van een beleidvolle continuatie van het gevoerde beheer is dit doel te bereiken. De voorbijgegane jaren zijn er om het bewijs te leveren, dat dit beheer tot succes leidt en tevens om er toe aan te dringen, dat Raad en Burgemeester en Wethouders, evenals in het verleden, in algeheele onder linge samenwerking de door hen gevoerde financiëele politiek blijven voeren, die de eenig duurzame is. Burgemeester en Wethouders van Sneek, P. J. DE HOOP, Burgemeester. P. S1KKES, Secretaris. wat de behandeling er van veel vergemak- kelijkt - De Voorz. zegt dat dit compliment den dat‘het loon in overeenstemming moet zijn I klaren de h.h. wethouders zich tegen ver- - voor. De heer V. d. Goot zou de post reclas- - 2 f 10. De heer Brens vraagt welke redenen er zijn geweest dat dit subsidie op f 5 gebracht is. zou hij willen antwoorden, dat de maken en in eigendom over te nemen. Met alg. st. aldus besloten. o Punt V. Goedkeuring armvoogdijbegroo- een verzoek van de vereeniging yan ge- i ting dienst 1928. Met alg. st. goedgekeurd. 'i1 I NIEUWE sneeeer courant I ’,aatï mm? waant ■oek r— ■fln - .WHO wil vi

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1