- annex SHEERER CÖURAMT an WYMBRITSERADEEL
mini Orgui hi Imnti Snik
T«neh|>t
KIEZE BRINK Co.,
GEMEENTEBEGROOTING 1928.
Eerste Bled
UitgaveKIEZEBR1NK Co.
ZATERDAG 2N OCTOBER IS27
7K gld. bij verlie» EA
iv van een duim. vV
:»ring*-Bank te Sohiedem sijn ome abonné’a versekerd tegen ongelukken voor
1.
f^esseeren,
dienst 1928.
Aldus besloten.
Ook werd besloten om de verschillende
pensioenen weder gelijk te laten en de toe-
2.
3.
gld. bij verlies van
een wijsvinger
lijk te behandelen.
De V o o r z. antwoordt dat hij er niet
tegen is om in zulke gevallen de raad zich
hierover te laten uitspreken.
De h.h. De Vries en Woudstra ma
ken B. en W. hun compliment over de bij
voeging van een memorie bij de begrooting.
gld. ingeval van over
lijden binnen 80 d.
en wel om het in overeenstemming te bren
gen met het salaris van de gemeentepolitie
van Stavoren.
j De mededeelingen worden voor kennis-
geving aangenomen en de ingekomen stuk-
Punt III. Voorstel van B. en W. om over
neming van een stuk straat bij Sj. Feenstra,
om dat in overeenstemming te brengen met
de andere straten. Verder om de straat bij
Tj. Bakker enz. wat te verbreeden. Een ver
zoek is ingekomen van de Doopsgezinde
gemeente om het stuk straat voor de brug
in orde te maken.
i De V o o r z. zegt dat wat de straten bij
G. Haagsma om haar pensioen te be- worden toegestaan, doch de Doopsgezinde
J' dv andv.t jjcnaiucii-gciiiciciiucii 8ui.w.iie zou hij willen antwoorden, dat de
'enen er reeds op, daar van hen geen ver- gemeente bereid is deze straat in orde^te
was ontvangen; voorts een verzoek
Nederlandsche Vereeniging voor
Jkszang om een subsidie van f 5 ’s jaars
No. 7
DUTIDAGi ca YRIJDA&8 AYOJTDS
teaai Tsieicc» 150,
deel er van te bestemmen voor:
geheele of gedeeltelijke aflossing van loopende geldlee-
ningen;
dekking, geheel of gedeeltelijk, van de kosten van uit
voering van buitengewone werken.
Dat door deze maatregelen een beduidend bedrag aan
rente bespaard kan worden, behoeft wel geen nader be
toog. In onze, reeds eerder aangehaalde, inleiding tot de
memorie van toelichting bij de begrooting 1926, hebben
wij duidelijk doen uitkomen, welk een zware last aan jaar
lijks te betalen rente wegens het voortdurend leenen op
de gemeenten drukt; want, al moge het oude dogma: „voor
buitengewone uitgaven wordt geleend” goeddeels zijn ver
laten en al moge er, vooral door ons, naar gestreefd wor
den zooveel jnogelijk de buitengewone uitgaven door ge
wone inkomsten te dekken, er blijven nog veel buitenge
wone uitgaven over, waarvoor bij de huidige situatie een
leening moet worden gesloten.
De meest consequente tegenstelling van bet systeem
„alle buitengewone uitgaven dekken uit leening” zou zijn
de dekking van deze uitgaven te bewerkstelligen uit de
beschikbare reserves. Doordat in dat stelsel rentebetaling
uitgesloten zou zijn, bleven de uitgaven voor een buiten
gewoon werk tot de werkelijke kosten daarvan beperkt
en zou, vergeleken met de methode van leening, stellig een
besparing van 50 der thans in totaal aan rente en af
lossing benoodigde bedragen verkregen worden.
De hier aangeslagen toon moge voor velen nieuw klin
ken, toch is zij dat niet geheel. Sommige schrijvers op
financieel gebieo huldigen zeer beslist het systeem „dek
king van buitengewone uitgaven uit reserves”. Zelfs
wordt het vermoeden geopperd, dat deze methode reeds
door onze voorvaderen, wien overigens tegenwoordig niet
in al te sterke mate lof voor het door hen gevolgde finan
cieel beheer wordt toegezwaaid, in praktijk werd gebracht.
In 1916 gaf het gemeentebestuur van Den Haag een boekje
uit, getiteld: „Geschiedkundig overzicht van de wijze van
dekking der buitengewone uitgaven van de gemeente
’s Gravenhage”. Uit dit overzicht blijkt, dat Den Haag in
1853 geen leeningsschuld had, doch over een rentegevend
kapitaal van f 720.000 beschikte. En dit alles als gevolg
van de politiek, om zoo weinig mogelijk te leenen voor
buitengewone werken. Er is reden, om te veronderstel
len, dat het bij onze gemeenten vroeger algemeen zoo
gesteld was.
Het eischt geen nadere toelichting, wanneer wij ver
klaren, dat, hoe begeerlijk de hiervoor geschetste toestand
voor onze gemeente ook zou zijn, er nog een vrij lange tijd
zal moeten verloopen, voor die toestand bereikt zou kunnen
worden. Toch dient dit, naar wij meenen, niet te weer
houden, om in de aangegeven richting werkzaam te zijn.
Ook bij het ten deele bereiken van het doel zullen de voor-
deelen zich reeds openbaren.
In den overgangstijd zou kunnen worden begonnen met
het onderscheiden van leeningen voor productieve en niet-
productieve buitengewone werken. Bij de eerste, bv. aan
gegaan voor het inrichten van bouwterreinen, beginnen
door den verkoop van die terreinen de inkomsten veelal
spoedig te vloeien, zoodat daarbij de rente- en aflossings-
last niet zoo zwaar drukt als bij het sluiten van een leening
voor bv. straataanleg, waarvan de gemeente vermoedelijk
slechts indirect voordeelen zal genieten. De laatste soort
van uitgaven zou dus in de eerste plaats voor dekking uit
reserve in aanmerking komen.
Ook zal, bij wijze van overgang, bij het aangaan van
leeningen een korter looptijd kunnen worden vastgesteld
dan thans gebruikelijk is. Het resultaat hiervan zal zijn
vermindering van rentelast.
Dat het zonder een, stellig vrij langen, overgangstijd
niet zal gaan, is zonder meer duidelijk, wanneer wij ons
te binnen brengen, welke buitengewone werken er in de
naaste toekomst nog op het programma staan:
1. Straat-, riool-, plantsoen- en kadeaanleg en inrichting
van bouwterreinen aan den Leeuwarderweg.
2. Stichting van een openbaar slachthuis aan den Op-
penhuizerweg.
3. Aanleg van een nieuwe veemarkt.
4. Demping van grachten.
Met de werkzaamheden, onder 1 genoemd, is reeds een
aanvang gemaakt; tot de stichting van een slachthuis is
in beginsel besloten. Over eventueelen aanleg van een
nieuwe veemarkt zal stellig binnen niet te langen tijd een
beslissing in de eene of andere richting dienen te vallen,
terwijl na het ontvangen van de afwijzende Koninklijke
beslissing ten aanzien van de aanvankelijke dempings-
plannen de Raad zich ongetwijfeld zal hebben te beraden,
op welke wijze thans tot het scheppen van meer verkeers
ruimte in de binnenstad dient te worden overgegaan.
Dat ook afgezien hiervan het verkeer aan de gemeente
kas in de komende jaren zware eischen zal stellen, is een
verwachting, die allicht velen met ons zullen deelen. De
op dit gebied jaar op jaar toenemende eischen, de hooge
vlucht van de verkeerstechniek doen vragen rijzen, die
waarschijnlijk bij de tegenwoordige toestanden niet zullen
kunnen worden opgelost en zullen de noodzakelijkheid
doen ontstaan van het nemen van ingrijpende maatregelen
ter aanpassing aaa de nieuwe behoeften. Het is niet
mogelijk, een juiste aanduiding te geven, wat de toekomst
in dezen van ons zal vragen; dat zij veel van ons zal
eischen, betwijfelen wij niet.
Bij het overwegen van wat voor de toekomst onzer ge
meente van beteekenis zal zijn, hebben wij begrijpelijker-
II.
B. en W. vervolgen hun inleiding tot de begrooting
11928 als volgt:
Het is bekend, dat het streven van het gemeentebestuur
Ier steeds op gericht is geweest, om het financieel beheer
■zoo stabiel mogelijk te doen zijn. Niet alleen, dat deze
■stabiliteit bevestiging en bewaring van een verkregen gun-
Istiger financiëelen toestand bewerkt en mogelijkheden
■schept voor een voortarbeiden op dezen basis, ook behoedt
■zij voor het voeren van een politiek, waarbij de op de
■ingezetenen gelegde lasten van jaar tot jaar schoksgewijze
■verhoogd of verlaagd worden. Wij achten het een gelukkig
■verschijnsel, dat in onze gemeente deze schokken tot dusver
■voorkomen konden worden en dat de lijn van het ver-
■menigvuldigingscijfer in de opeenvolgende jaren, een, zij
■het ook langzame, dan toch geregelde daling aanwijst.
I Toch is er bij het telken jare samenstellen van de be-
Igrooting één element, dat wij in het ruime kader van het
■financieel beleid niet ten volle kunnen beheerschen. Wij
■bedoelen het element der saldi. Ten aanzien hiervan schre-
Iven wij in de inleiding, die wij aan de memorie van toe-
llichting op de begrooting voor 1926 deden voorafgaan,
|o. m. het volgende: „Het hebben van overschotten op de
Igemeenterekening is op zichzelf wel van zoodanig belang,
■dat het aanbeveling verdient een korte bespreking daar-
laan te wijden. In het algemeen moeten de ontstane saldi
■met de grootst mogelijke voorzichtigheid beheerd worden;
Igroote saldi kunnen gevaarlijk zijn; een gemeentebestuur
■laat er zich zoo licht toe verleiden deze saldi geheel of
Ivoor een zeer groot deel aan te wenden tot ontlasting van
■den volgenden dienst, waardoor zeer waarschijnlijk een
Isterke schommeling in den belastingdruk ontstaat. Dat
■op deze wijze van het oefenen van beheer volgens bepaalde,
Bmet overleg uitgestippelde, lijnen weinig overblijft, behoeft
■vel geen betoog; het gemeentebestuur leeft „van de hand
in den tand”. De allesoverheerschende eisch is, dat het
sfinanciëel beleid wordt gevoerd in doelbewuste richting.
Dan alleen is vastheid te verkrijgen.”
I Wij kunnen deze, voor 2 jaar neergeschreven, woorden
■nog geheel voor onze rekening nemen. Om het gevaar
■van het hebben van saldi nog duidelijker aan te toonen,
■zouden wij er aan willen toevoegen, dat door de aan-
Iwezigheid van een batig saldo als openingspost op een
■nieuw samen te stellen begrooting, een gemeentebestuur
gbijna in de noodzakelijkheid wordt gebracht, deze begroo-
■ting eenigszins ruim op te zetten. Immers, bij al te scherpe
■ramingen zou de mogelijkheid niet uitgesloten zijn, dat
■van een aanvankelijk saldo bij het einde van den dienst
■weinig of niets meer overgebleven is, waardoor een vol
dode begrooting zeer ongunstig zoude worden belast. Het
■streven om zich voor dit gevaar te dekken, zou er conse-
Kuent toe moeten leiden, elke begrooting zonder eenig
■saldo te beginnen. Inderdaad ligt hierin veel bekorends.
■Niet voorbijgezien mag evenwel worden, dat de overgang
Ivan een begrooting met beginsaldo naar een zonder een
■dergelljk saldo moeilijkheden zal opleveren. Deze overgang
t dient voorzichtig te geschieden en wel zóó, dat het ver-
■menigvuldigingscijfer er niet door verhoogd behoeft te
■vorden, integendeel zoo eenigszins mogelijk nog verlaging
kan ondergaan. In dit verband moeten wij verklaren dat
■wij niet zonder eenige ingenomenheid hebben gezien, dat,
■zij het ook ongewild, in de nieuwe begrooting het saldo
■van f31.000.tot ruim f24.000.is teruggeloopen, ter-
|wijl tegelijkertijd nog eenige verlaging van het belasting
bedrag kon plaats hebben. In deze lijn doorgaande, moet
■het over enkele jaren mogelijk blijken, een begrooting
■samen te stellen zonder beginsaldo.
I Het zal duidelijk zijn, dat in een dergelijke begrooting
■de ramingen, zoo goed als thans, met eenige voorzichtig
heid moeten plaats hebben, opdat de gemeente voor tegen
vallers behoed zij.
I Allicht zal het gevolg van deze politiek zijn, dat de
■rekening over het desbetreffende jaar met een, zij het be
scheiden, batig saldo sluit. Dit saldo behoort in het hier
■geschetste systeem evenwel niet naar volgende begrootin-
fcen overgebracht te worden, omdat dan het gesignaleerde
Heuvel der batige saldi van dit oogenblik zou blijven be-
Jstaan, doch als eerste storting in een te vormen reserve-
[fonds gedeponeerd, welk fonds buiten den gewonen dienst
|zal moeten worden gehouden.
De diensten welke het fonds zal kunnen bewijzen, zijn
■verschillende. Wij noemen o. a.:
I 1- In het algemeen brengt het hebben van reserves een
■gunstige kasgeldpositie mede, zoodat het opnemen van
■kasgelden bij den kassier als regel uitgesloten zal zijn, en
■juist het tegengestelde belegging van overtollig kasgeld
kan plaats hebben. In de plaats van het betalen, treedt
flus het ontvangen van kasgeldrente; een niet te verwaar-
■oozen voordeel;
I 2. de mogelijkheid bestaat, dat in eenig jaar de begroo-
|‘>ng het gemeentebestuur voor tegenvallers plaatst, hetzij
jaoordat de belastingopbrengst beneden de verwachting
■oujft, hetzij anderszins. Het zou een gelukkige omstandig-
l’eici zijn, als door aanwending van een deel der beschik-
■oare reserve, deze nadeelige invloed geneutraliseerd zou
■kunnen worden, zoodanig, dat hij in volgende begrootingen
Br:tt meer in overwegende mate merkbaar is. Belasting-
■''erhooging kan door het treffen van dezen maatregel dan
■'oorkomen worden.
3 Wanneer het reservefonds in beduidende mate zou
y^sseeren, zou de gelegenheid worden geschapen, een
44e JAARGANG
Abonnement: per jaar f 2.50 fr. p.p
post f 3.60.
Advertentieën0 cL p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc SNEEKER COURANT
De V o o r z. meent dat het eens een jaar is
vergeten en dat het toen zoo gekomen is.
Met alg. st. besloten dit bedrag op f 10 te
brengen.
De heer Brens vraagt bij de post sub
sidie tuberculosebestrijding aan welke ver
eeniging dit subsidie wordt gegeven. De
V o o r z. zegt dat deze zaak met de ge
meentegeneesheer zal worden besproken. B.
en W. willen eigenlijk dit bedrag speciaal
voor de gemeente besteden.
De heer V. d. Goot vraagt iets aan
gaande het subsidie voor de drankbestrij
ding, dat vroeger f20 bedroeg en thans
f 10. Hij zou dit bedrag weer willen bren
gen op f 20, want als men nagaat welke
vruchten deze beweging afwerpt met be
trekking tot de dronkenschap op straat is
deze uitgaaf alleszins gewettigd. De heer
De Vries zegt te meenen dat er vroeger
drie vereenigingen bestonden en thans nog
twee. De heer V. d. Goot zegt dat hunne
vereeniging thans nog 40 leden telt. De
heer DeVries kan zich er mee vereenigen
dat iedere vereeniging f 10 ontvangt. Aldus
besloten.
Bij het punt „Straten” zegt de heer D e
Vries, dat daar in 1928 de straat van R.
Nauta naar Tj. Bakker opnieuw bevloerd
wordt, het wellicht overweging zou verdie
nen om alsdan deze straat iets te verbree
den. De V o o r z. zegt dat dit reeds eenmaal
geprobeerd is, maar het mislukte. De heer
Woudstra zegt dat het een gemeente
belang is dat de straten verbreeü worden,
want óf de gemeente moet voor breede voer
tuigen de straten sluiten öf de straat moet
verbreed; zooals de toestand thans is, is het
niet verantwoord. Als er een voertuig
aan komt moeten de voetgangers zich op
particuliere stoepen of in bleeken bergen.
Er kan verbreed worden wanneer de stek
ken verplaatst worden achter de boomen,
dan kan een handkar of iets dergelijks uit
den weg komen. De V o o r z. zegt in ’t al
gemeen voor deze zaak te voelen en B. en
W. willen met allen ernst deze zaak onder
zoeken, doch de tegenstand komt van de ge
meentenaren die geen duim grond willen af
staan voor de veiligheid. De heer Woud
stra zegt dat de meeningen ten opzichte
hiervan reeds aardig beginnen te verande
ren. De V o o r z. hoopt dat dit zoo is.
Bij het punt „Rioleering” merkt de heer
W o u d s t r a op dat de zinkput in de straat
bij Sijperda naar F. Bakker altijd verstopt
is, wat voor de naastligger J. Nijdam veel
last veroorzaakt. De V o o r z. zegt een on
derzoek toe.
Er wordt besloten een subsidie van f 5 ’s
jaars toe te staan aan de Nederlandsche
Vereeniging voor den Volkszang.
De heer DeVries wijst op het opbreken
van de straat door Electra, waardoor deze
in slechte toestaand komt. De heer Woud
stra zegt dat bedoeld zal worden dat de
straat wat hooger komt te liggen, wat komt
door het afslijten van de steenen, waardoor
het onmogelijk wordt om goed werk te ma
ken. De heer L o o ij e n g a wijst er op dat
dit werk onder goedkeuring van den ge-
meente-opzichter geschiedt en Electra hier
vrij uitgaat.
Hierna wordt de post onvoorziene uitga
ven verlaagd met f 120.
De h eer V.d. Goot zegt aangaande de
vergrootings- en ophoogingskosten van de
begraafplaats dat hij de beslissing daarover
nog even zou willen opschorten, opdat de
raad zich daar eerst een beter inzicht over
kan vormen. De heer Woudstra even
wel heeft de zaak onderzocht en heeft geen
bezwaar dat de raad thans tot het kleine
plan besluit. Den Voorz. komt het ook
voor dat dit in de eerste plaats de weg is.
Het plan B kunnen we dan later zien. Dat
wil het zgn. kamp ophoogen tot 2.10 M.
boven zomerpeil, wat in totaal 490 graven
meer beteekent, welk plan echter f 4300 zal
moeten kosten. De heer Woudstra zou
met de uitvoering van het kleine plan, dat
ongeveer f 1960 zal kosten, nog dezen win
ter een aanvang willen maken, ook in ver
band met bestrijding der werkloosheid. Al
dus besloten.
De heer V. d. Goot bespreekt hierna de
memoriepost voor het sportterrein. Het spijt
hem dat deze post pro memorie staat. Hij
spreekt als zijn meening uit, dat, nu hij met
het commissielid Visser gesproken heeft, hij
niet gelooft dat er een rapport is te wach
ten van deze commissie, daar de heer Vis
ser van meening is dat hij, nu hij geen
raadslid meer is, ook geen commissielid
meer is. Spr. wijst in dit verband op het
baggeren van de Geeuw, wat in 1928 zal
geschieden en wil deze specie voor ophoo-
ging gebruiken. Verder op het diakonieland,
dat volgens hem voor f 2000 per ponde-
maat veel te duur is. Spr. hoopt dat zijn
medeleden mee willqn werken deze zaak
verder te brengen. De heer De Vries,’
commissielid, zegt dat het mintland in orde
maken groote bezwaren heeft; wat het dia
konieland betreft, daarover is door diake
nen wel degelijk goed gerekend en dan is
f2000 per pondemaat niet te hoog. Was er
eerst geen kans dat de gemeente een stuk
hiervan kon krijgen, de mogelijkheid daartoe
kan thans ontstaan. Besloten wordt het
rapport der commissie af te wachten.
De begrooting wordt hierna vastgesteld:
gewone dienst in ontvang en uitgaaf op
f57.604.85J6 .inkomstenbelasting f24.000,
kapitaaldienst f52.412.63.
JE gld bij verlier
•v tan *«n tinges
Raadsvergadering Ijlst. L
I. Vergadering van den raad op 17 Oct. ’27. salaris van de gemeentepolitie K. Kielstra
■Aanwezig alle leden.
I Opening met formuliergebed.
I Vunt II. De notulen worden gelezen en
|°nveranderd vastgesteld.
I *mnt lil. Medegedeeld wordt:
I a- dat de boeken bij den gemeenteontvan- ken bij de begrooting behandeld,
rozijn nagezien en in orde bevonden;
I dat ingevolge het bepaalde bij de Ge-
l eentewet zijn aangewezen tot waarnemend
furgemeester de heeren T. Bakker en B.
r00|jenga;
I. c- dat Ged. Staten hebben goedgekeurd
fe overname van het stuk grond door de
fenieente van den heer Hettinga; idem de
r'jziging der gemeentebegrooting 1927. -v. --- -
lngekomen is nog een verzoek van de j Sj. Feenstra en Tj. Bakker betreft, dat kan
G. Haagsma om haar pensioen te be- .worden te"nnnncoro-zinHo
rti-llJen’ andere pensioen-genietenden ‘gemeente
Voii- Nederlandsche Vereeniging
|n
ineenteveldwachters om verhooging van het Punt VI. Vaststelling gemeentebegrooting
ïz iz;«-> dienst 1928 x -
De heer V. d. Goot verzoekt dat wan- slag van de wed. v. Noggeren weer met een
neer door de gemeente een oproep gedaan jaar te verlengen.
wordt om personeel of een geldleening, afVerzoek der vereeniging van gemeente-
te wijken van de gewoonte om de burgerlijke veldwachters. De heer W oudstra zegt
bladen hiervoor alleen te gebruiken en uit dat hij er tegen is dat de gemeente beneden
principe ook Het Volk en andere bladen ge- het gemiddelde salaris zou gaan, daar vol-
--- - - - - gens hem een politie niemand naar de
oogen moet behoeven te zien, daar dit het
ambt als zoodanig zou schaden. De heer
V. d. G o o t zegt dat volgens de begrooting
Kielstra een jaarwedde geniet van f 1400
en voor kleeding en schoeisel f 100. En waar
het meestal moeilijk werk is, zou hij voor
stellen dit bedrag met f 100 ’s jaars te ver-
hoogen. De heer Woudstra meent ook
i
nieuwen secretaris toekomt, daar die zijn met de behoefte. In, stemming gebracht ver
taak zeer serieus opvat. i k'.
De V o o r z. deelt nog mede dat de amb- hooging; de, andere 5 heeren er
tenaar ter secretarie Martens eerstdaags j D_ C x
vertrekt naar Wymbritseradeel en stelt voor J seering weer willen brengen ^op
hiervoor weer een andere kracht te zoeken.
'algen» voorwaarden overeengekomen met de Hollandaotiw Hlgamaenw Varzw» JQQQ
lEA verlie» van
Ivv één hand, voetot oog
gld. bij levens-
lange invaliditeit wvV
wijze ook gedacht aan de teleurstelling, welke ons bereid
werd, toen de Regeering besloot in de richting van den
Zuiderzee-afsluitdijk een wijziging te brengen in dien zin,
dat deze dijk niet bij Piaam, doch bij Zurich het Friesche
vasteland zal bereiken. Opneming van Sneek in de inter
nationale verbinding AmsterdamWieringenPiaam
LeeuwardenGroningenHamburg was daardoor uitge
sloten. Dit neemt natuurlijk niet weg, dat wij maatregelen
zullen hebben voor te staan, dat te zijner tijd Sneek via
Bolsward naar Zurich door een zijlijn met de nieuwe hoofd
lijn, die zich dan wel naar Harlingen zal richten, wordt
verbonden. Doch, zooals gezegd, de toekomst van onze
gemeente zal door dit een en ander in niet geringe mate
kunnen worden beïnvloed; haar karakter zal een ander
kunnen worden. Wel zal zij, evenals tot dusver, allicht het
handelscentrum blijven van een deel van Friesland, maar
als zoodanig zal het een meer geïsoleerde plaats innemen.
Als compensatie voor wat wellicht zal worden verloren
aan handelsbeteekenis, dient Sneek zoo mogelijk te wor
den gemaakt tot een als woonplaats aantrekkelijke stad.
Om dit te bevorderen, zal het gemeentebestuur maatre
gelen in die richting hebben te nemen.
Tot die maatregelen behooren o.a.:
het scheppen van wandelgelegenheden, den aanleg
van plantsoenen, bevordering van watertoerisme enz.;
het verminderen van den belastingdruk.
zorg voor verschillende Soorten van goed en niet
te duur onderwijs.
Het doet ons genoegen, dat de Raad onze ten aanzien
van het eerste punt ingediende voorstellen steeds heeft
aangenomen. Met goedvinden van dat college zullen wij
ons gaarne beijveren, op den ingeslagen weg voort te
gaan.
Met de verlaging van de belasting is in onze gemeente
reeds een aanvang gemaakt, in zooverre het vermenig-
vuldigingscijfer voor de heffing van de gemeentelijke in
komstenbelasting sedert het belastingjaar 1922/1923 lang
zaam is gedaald van 2.50 tot 1.92. Bij den bestaanden
gezonden toestand van de financiën onzer gemeente zal
het wij twijfelen daaraan niet mogelijk blijken, deze
verlaging geleidelijk voort te zetten. Na de genoemde
hoofdbelasting, de G. 1. B., komen andere belastingen in
aanmerking voor verlaging: de schoolgelden, de brug
gelden, de kadegelden.
Bij het noemen van brug- en kadegelden voelen wij het
groote belang, dat voor Sneek gelegen is in zijn centrale
positie ten opzichte van de waterwegen. Om de scheep
vaart tot zich te blijven trekken, is vermindering van de
op haar gelegde lasten noodig. Daarnaast wordt vereischt
het maken van meer kaderuimte. De aanleg van 130 M
kade aan de Sneeker Oudvaart als onderdeel van de
uitbreidingspiannen-Leeuwarderweg, komt aan dit streven
reeds in bescheidene mate tegemoet; de mogelijkheid van
kadeaanleg langs de Leeuwardertrekvaart dient onder de
oogen te voorden gezien. Van belang is ook, het zorgen
voor degelijke verbindingswegen met de groote vaar-
kanalen. Om deze reden is op het nieuwe uitbreidingsplan
de Houkesloot als toegangsweg naar en van de groote
scheepvaart-verbinding GroningenLemmer dan ook aan
merkelijk ruimer geprojecteerd.
Het vorenstaande moge dienen om door het noemen
van enkele voorbeelden aan te toonen, dat het tot de
taak van het plaatselijk bestuur behoort, om me.t inspan
ning van alle krachten er naar te streven, de positie der
gemeente, in den ruimsten zin genomen, niet alleen te
consolideeren, doch ook zooveel mogelijk te verbeteren
en te versterken.
Om die taak naar behooren te kunnen vervullen, is
noodig, dat wordt volhard in het voeren van de tot dusver
gevolgde, doeltreffend gebleken, financiëele politiek. In
deze inleiding hebben wij omtrent deze politiek nogmaals
scherp het licht doen vallen op het door ons noodig
geachte:
1. betalen, zooveel mogelijk, van buitengewone uit
gaven uit de gewone inkomsten;
2. daarnaast vormen van een reserve, waaruit
overigens de buitengewone uitgaven kunnen wor
den bestreden.
Deze beginselen behooren o.i. zoowel ten aanzien van
de algemeene gemeente-financiën als met betrekking tot
die der bedrijven in beoefening worden gebracht. Voor
stellen omtrent punt 2 doen wij U thans nog niet. Wij
behouden ons voor, daarop in den loop van het volgende
jaar terug te komen.
Bij alles, wat wij in deze inleiding neerschreven, hebben
wij voor oogen gehouden, dat de belastingdruk in Sneek
nog aan den hoogen kant is en dat voorloopig een voort
gezette geleidelijke verlaging nog noodig blijft. In dit
licht behoort ook het door ons aangeprezen samenstel
van maatregelen te worden beschouwd: geleidelijk, niet
met schokken, naar beneden. Alleen in den weg van een
beleidvolle continuatie van het gevoerde beheer is dit doel
te bereiken. De voorbijgegane jaren zijn er om het bewijs
te leveren, dat dit beheer tot succes leidt en tevens om
er toe aan te dringen, dat Raad en Burgemeester en
Wethouders, evenals in het verleden, in algeheele onder
linge samenwerking de door hen gevoerde financiëele
politiek blijven voeren, die de eenig duurzame is.
Burgemeester en Wethouders van Sneek,
P. J. DE HOOP, Burgemeester.
P. S1KKES, Secretaris.
wat de behandeling er van veel vergemak-
kelijkt -
De Voorz. zegt dat dit compliment den dat‘het loon in overeenstemming moet zijn
I klaren de h.h. wethouders zich tegen ver-
- voor.
De heer V. d. Goot zou de post reclas-
- 2 f 10. De
heer Brens vraagt welke redenen er zijn
geweest dat dit subsidie op f 5 gebracht is.
zou hij willen antwoorden, dat de
maken en in eigendom over te nemen. Met
alg. st. aldus besloten.
o Punt V. Goedkeuring armvoogdijbegroo-
een verzoek van de vereeniging yan ge- i ting dienst 1928. Met alg. st. goedgekeurd.
'i1
I
NIEUWE sneeeer courant
I ’,aatï mm? waant
■oek r—
■fln - .WHO wil vi