Firma H. WESTERN H I I I i BENSTRA - Hoogend ORSTPLAAT GELDEN BESCHIKBAAR w Mil Olim in Inniti Snik. Beroemde mannen nit Sneek. Nieuwstijdingen. Verkade’s Fond. Borstplaat per ons 18 ct. Bonbons in luxe dooien NEDERLANflSCflE HYPOTHEEKBANK IVa’lofinilbriimi 88V2 °|o Reclamekolom. 1 HEZE BRINK Co., Eerste Blad o. 9 UitgaveKIEZEBR1NK Co. H. 1 I Droste’s Pastilles p. ons 40 ct. Ringers Orlacta Blaadjes per ons 45 ct. Van Houtens Bonbons per ons 30 ct. op billijke voorwaarden. Ysneh|Kt 1H1DAGR n VRIJDAG8A VÖJFD3 Inn Talafoen M®, 150. ZATERDAG 29 OCTOBER 1927 I1EWE SIEEEER COURANT - annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL 446JAARGAHG Fondant per ons 15 ct. Gewone ronde „12 ct. Figuur „12 ct. Telef. 36 533 lijden met den misdeelde, het begrip van de f 6.146.000.— hand< l l had zelfs de generale staf zijn sóldatenraad, welke moest geraadpleegd worden, en had het roer werkelijk in handen de sovjet van arbei ders en soldaten te Petrograd, die door het bezit van de draadlooze het geheele leger spoe- I opgericht tfl VeOlKlaiB in 1890 Directie Mr. M. J. BOS en Mr. J. WILKENS Gepl. Maatsch. Kap. en Reserves Hypotheken ruim f 51.000.000 Pandbrieven ruim f 49.000.000 voor eerste hypotheek I DER KERK. Nog veel meer dan Gellius Snecanus heeft Daniel onder vonden, wat het beteekende de heerschende kerk tot vijand te hebben, schreven we een vorige maal in deze rubriek. En toch, wat was ook deze Sneeker Daniel een begaafd, talentvol en godsdienstig mensch, die heel anders verdien de. De grievende behandeling, die hij ondervond, kan alleen haar verklaring, veel minder verontschuldiging, vinden in de omstandigheid, dat een heerschende kerk met volkomen negatie van andere in opkomst zijnde kerkgenootschappen, zusterkerken zoo men wil, in zijn dagen nog haar be staansrecht grondde op het recht van traditie en dus ook wel genoodzaakt was, haar fundamenteele leerstellingen met harde middelen te handhaven. Zij kon geen gelijk berechtigde kerken naast zich dulden! Van een Sneeker Daniel in den zin van een Sneeker Jelle Hotzes, die inderdaad van Sneek afkomstig was, kan eigenlijk niet gesproken worden, daar onze Daniel geboren was te Ridderkerk. Eerst toen hij rector en predikant te Sneek was en daar een krachtige werk zaamheid ontplooide, schreef hij zich Daniel Snecanus. Trouwens, een belangrijk deel zijner levensgeschiedenis is zóó innig samengeweven met Frieslands kerkelijke histo rie, dat we in hem gerust een onzer geestelijke voortrek kers mogen zien en hem om deze en nog te volgen redenen dan ook met volle vrijmoedigheid inlijstten in de serie portretten der „Beroemde Sneekers”. Van vaderszijde was hij toch wel een Sneeker van afkomst, daar hij een zoon was van Johannes Roukes, die geboren te Sneek omstreeks 1540'en aldaar gestorven was na 1603, die met Gellius Snecanus op de schoolbanken der Sneeker Latijnsche school had gezeten, later evenals deze om des geloofs wille veel heeft geleden en met hem „van kindsbeen af in en buiten huis, op school en ook in de treurige dagen van geloofsverdrukking en ballingschap veel goeds en kwaads heeft gedeeld”. Dat de zoon evenals de vader later in Sneek nog het predikambt waargenomen heeft, is verder zeker merkwaardig, nl. Johannes Roukes in 1581 (en) of 1582, (emeritus geworden in 1599), Daniel Snecanus van 1614—T 8. De ouders van Daniel hadden veel zorgen met hun groot kindertal. 'Zijn oudste broer Ds. Paulus Johannis is over leden te Gaast in 1632, een jongere Ds. Rochus Johannis te Blija in 1638. Dat ook Daniël Sneek als zijn vaderstad beschouwde, waar zijn voorvaderen van aver tot aver gewoond hadden, blijkt uit zijn titulatuur, die hij aan haar toekende: patria civitas, unde ab avis et atavis originem duci”. Nadat hij zijn studiën aan de Franeker hoogeschool had beëindigd, vertrok hij naar Amsterdam om daar sedert 1602 korten tijd het praeceptoraat aan de latijnsche school waar te nemen. Vervolgens kwam hij weer naar ’t aide heitelan toe, om hier de virga en ferula, waarmede men in die dagen de woelige spes patriae onzer vaderlandsche scholen regeerde, te verwisselen met de tabberd en bef eens predikants. Hijlaard werd hier zijn eerste standplaats I gearresteerd, doch liet ze op bevel van Kerenski los. Hoe geheel anders spr. treedt niet in een waardeering van het feit handelde dan die Duitsche officier die Rosa Luxemburg en Liebknecht liet fttsilleeren. Maar ook deze hou ding wordt verklaard uit de mentaliteit der Rus sische intellec'tueelen en hoogere standen, die nimmer, evenmin als de schrijvers Dostojewski, Tolstoi of Nekrasow bv., de klassenstrijd aan- j uen. wanneer een officier, zooals spr. zag, een Idro-ken soldaat die zich onbehoorlijk gedraagt, doo- - - - dai |i we- De revolutie in Rusland was ten slotte vooral mogelijk omdat de hoogere klassen niet meer om den troon stonden. Indien op dit oogenblik in Parijs een communistische poging tot revo lutie zou worden ondernomen deze dreigt altijd, de communisten oefenen zich geweldig in den wapenhandel zouden de Fransche royalisten, de camelots du roi, waaronder zeer vele officieren zijn, eenvoudig een tegenzet doen, de communistische leiders oppakken en fusil- leeren. Spr. zal die handelwijze niet goedkeuren, doch wil constateeren, dat daar een groep zelf standig de bestaande orde handhaaft, en zoo van onderen de klassenstrijd gepredikt wordt, die leus door de rest der burgerij ook wordt aanvaard, waarom zij zich rond haar bolwer ken organiseert en op tegenweer bedacht is. In het Rusland nu van voor de revolutie ont brak het centrum waarom de hoogere klassen zich konden scharen. Tusschen de dynastie der Romanoffs en het volk was een groote kloof gekomen door de kwestie Raspoetin. In een republiek ziet men van de bewindhebbers wat door de vingers, zij verdwijnen spoedig van het schouwtooneel, en als er Fransche regeerings- personen bv. zijn die zich wel eens lieten om- koopen, dan vindt men dat daar nog zoo erg niet. Maar een dynastie is blijvend1, van haar eischt men dat ze vlekkeloos blijft, van een vorst verwacht men een soort volmaaktheid, zoo er op een vorstenhuis iets te zeggen valt, is het ten ondergang gedoemd. De invloed van Ras poetin viel als een schaduw op het leven van Czaar en Czarina, op wier persoonlijk gedrag, dit is na hun dood duidelijk gebleken, nimmer iets te zeggen is geweest. Raspoetin was een dier figuren, welke men in Rusland alleen vindt, priester noch monnik, maar wier zuiver leven hun wondervermogens zou hebben geschonken. Deze ongeletterde boer, wiens voorkomen iets magnetiseerends had, komt aan het hof en ge neest daar de troonopvolger van de bloeder- ziekte, de ziekte waartegen de doktoren niets vermogen en waarbij het slachtoffer bij het op- DANIEL SNECANUS, EEN VERSTOOTELING UltgjrrOTf om in opdracht van 'generaal Snijders over den toestand aan het Russische front te rapportee- ren, dat men in die kringen vrijelijk sprak over de noodwendigheid eener revolutie', zij het dat men daarbij dacht aan een paleisrevolutie en niet aan de gevolgen, welke zoo’n revolutie, als men eenmaal' op1 de helling raakte, zou hebben. Juist in de kringen, die zich liet sterkst tegen de revolutie hadden moeten varzetten, maakte men er stemming voor. Toen de Duitsche gene rale staf met medeplichtigheid van de Zwit- sersche staf Lenin en Stalin Rusland binnen wist te smokkelen, was dat het, begin van het eind. Kerenski heeft de kans gehad van deze menschen af te komen,, een kapitein had ze (1604), Bergum de twede (1606), totdat Sneek hem in 1614 tot zich riep. Hij scheen nog altijd veel ambitie te hebben voor het onderwijs, want hier nam hij ook het rectoraat der Latijnsche school waar, tevens een bewijs, hoe alzijdig deze theoloog ontwikkeld was, dat hij klas sieke en literaire studiën met die der godgeleerdheid kon verbinden en zelfs later dit groote geheel der wetenschap pen nog uitbreidde met de studie in de medicijnen, waar voor hij in 1625 het doctoraat verwierf. Overigens is de Sneeker periode zijns levens allerdroe vigst geëindigd. Hij was nl. de Remonstrantsche gevoelens toegedaan en werd deswege in 1618, misschien nog vóór de opening der Dordtsche Synode, afgezet en door de voorloopige Friesche Synode als predikant ontslagen, door den Raad van Sneek als rector der Latijnsche school van zijn betrekking ontheven, alles wegens onrechtzinnig heid. Hij koesterde aanvankelijk nog hoop, dat de Synode te Dordt hem recht zou doen; „hij verwachtte, dat hij daar gehoor zou vinden,” schreef wijlen Prof. Reitsma. Ijdele hoop, teleurgestelde verwachtingen, van inkomsten beroofd en uit eervolle betrekkingen gezet, dat was zijn deel! Gelukkig voor hem, dat zijn echtgenoote, wier naam ons onbekend is gebleven, hem een klein vermogen had geschonken, zoodat hij niet gedoemd was, alles aan te pakken, om niet van broodsgebrek om te komen. Het jaar 1619 was echter weinig hoopvol voor hem en zijn lotge- nooten en misschien heeft hij toen zijn nog altijd belang rijk „Sommier verhad van dinghen ter saeke dienende” geschreven. De bekende acte van stilstand wenschte hij niet te teekenen noch in zijn kwaliteit van (afgezet) pre dikant noch als lidmaat der kerk, die hem uitgebannen had. Toch heeft men van die bijde nog wel pogingen aangewend, om hem „in qupliteit als gemeyn Lidmaet, indien hij daarvoor in de kereke soude gehouden worden”, opnieuw weder binnen te loodsen, doch hij heelt niet gewild. Nog steeds ging hij door zijn recht te zoeken, stapte zelfs in 1621 met een paar lotgenooten bij de Frie sche synode binnen, doch wederom werd hun beroep verworpen en met een vermaning -tot bekeering werden zij huistoe gezonden. Weer ging hij naar de bakermat der wijsheid in Fries land, studeerde nu de medicijnen, doch werd ook daar niet mét rust gelaten. Zijn verblijf in deze stad vonden de preciesen min of meer gevaarlijk, omdat hij ook nu nog „de kereke Godts de aldermeeste schade ende afbreuck” kon bezorgen. Niettemin, voor ditmaal vond hij in de Franeker vroedschap een lichaam, dat zijn persoonlijke kwaliteiten en talenten waardeerde, zijn toekomst mee hielp opbouwen en zijn persoon beschermde trots het banvonnis, dat de kerkdijken over hem hadden uitge sproken. In hetzelfde jaar, dat hem dit nog trof, 1623, stierf ook zijn diep betreurde echtgenoote. Het was dus wel een zeer treurige periode voor hem, die in 1625 werd afgesloten met een gelukkige? feit, nl. zijn promotie tot doctor medicinae. Ook toen werden nogmaals pogingen tot verzoening met de kerk aangewend, die evenmin succes hadden. Zoo keerde hij eindelijk in 1628 het jegens hem ondank bare Friesland den rug toe en vertrok via Amsterdam naar Leiden, om daar de Remonstrantsche Broederschap -> zijn diensten te presenteeren. Hij werd aangenomen tot reizend predikant, troostte en vermaande zijn geestver wanten van Hoorn en Monnikendam, van Leiden en ’s Gravenhage, ofschoon vele gevaren op die dienstreizen zijn deel waren, zijn sober salaris slechts 400 gulden bedroeg, zijn leven een leven van hard werken, veel zorgen en onrust, vol ondankbaarheid, tegenwerking en teleur stelling was. Ook aan de betere organisatie der broeder schap beweest hij belangrijke diensten op de vergadering in 1631, waar de ontslagen predikanten waren, die op Loevestein hadden gevangen gezeten. Doch overigens kon hij solliciteeren op lands- of stedelijke betrekkingen, zoo veel hij wilde, doch had geen kans. Het rectoraat van het Dordtsche gymnasium, in 1637 vaceerende, werd hem bv. niet gegund. Eerder het tegendeel, verbanning ook uit de Hollandschc steden, wat Leiden hem in 1640 bezorgde. In dat jaar stierf ook nog zijn zoon binnen Frieslands landpalen, waarheen hij toen onder de meest drukkende omstandigheden vertrok en er kort verbleef. Eerst na 1643, toen hij als geneesheer te Zalt-Bommel gevestigd was, bleef hem een aantal jaren van betrekke lijke rust beschoren, mocht hij nog eens het genoegen smaken, zijn predikambt voor een kleinen kring van gelijk- gezinden te kunnen waarnemen, lessen in de klassieken tc geven aan bij hem inwonende studenten, ofschoon Zalt- Bommel toch wel zijn Latijnsche school had, te cureeren, wie met een ziek lichaam naar den vleeze of gebroken naar den geest, tot hem kwamen. In het oude Bommel heeft hij nog menig jaar van geestelijken voorspoed en rijken zegen gekend, totdat zijn telkens weer öpflikkerende levenslamp aldaar in 1655 werd uitgebluscht. Nog in 1648 werd hem de latijnsche vertaling van Uytenbogaert’s Ker kelijke Historie opgedragen, doch het in 1652 gereed gekomen handschrift is verloren gegaan door den nood der tijden, die zooveel van het door hem uitgestrooide geestelijke zaad verstikte en waardoor ook andere zijner geschriften in hs. bleven of geheel zoek raakten. Want als geleerde werd hij hoogelijk gewaardeerd, ook door andersdenkenden. Wij besluiten deze schets met eenige veelzeggende woor den van zijn biograaf, Prof. Reitsma. Waarom werd hij „verstooteling der kerk?” „Hij verklaarde, dat zijn meening niet streed met de Nederlandsche confessie en den cate chismus; hij kon zich beroepen op eenige milde en in ’t stuk der praedestinatie tamelijk vrijgevige uitingen van rechtzinnige geleerden. Wij mogen dergelijke verklaringen van een zeer geleerd en nadenkend persoon voor meer houden dan voor de concessies van een vreesachtige. Met een „onbeswaert geweten” had hij de confessie en den catechismus als „fondamenten der salicheit” onderteekend. Maar stemde hij in met deze hoofdzaak, hij meende als godgeleerde van Calvijns gevoelen omtrent de praedesti natie in haar strengste opvatting te mogen verschillen. Doch dit gedoogde zijn tegenpartij niet.” En dies werd hij trots zijn geloof, groote geleerdheid ■en rijk gemoedsleven „een verstooteling van de kerk”. Zijn kleinzoon Johannes Snecanus, geb. in 1636, later Remonstrantsch predikant te Gouda, was de eenige af stammeling, die des verstootene’s voetstappen trouw heeft gedrukt. Breda. In een maand vloeiden zoo 2j/2 j zoon raadpleegde, en al spoedig ook over staats- millioen man van het front weg. Kerenski, de advokaat, dien de aanvang der revolutie op den ministerszetel bracht z’n ijdelheid blijkt uit het feit dat hij z’n huwelijk deed voltrekken in de kapel van den Czaar en de Keizerlijke slaap kamer ook betrok heeft nog wel gepoogd de geestdrift noodig om den strijd voort te zetten, te doen opvlammen. Hij propageerde aan de fronten de voortzetting van den strijd tegen het Duitsche absolutisme, dat als het won, ook de Russische democratie weer zou vernietigen, en werkelijk kwam het tot het Russische offensief van Juli 1917, doch de ontbindende krachten werkten te sterk en de strijd kon niet worden volgehouden. Het Nut. Voor een flink bezette zaal sprak Woensdag avond in de Harmonie voor het departement Sheek van „Het Nut” de heer Dr. Grondijs uit Neuilly-Plaisance over de Russische revolutie. Spr. heeft deze revolutie meegemaakt tijdens een vijfjarig verblijf in Rusland, waarbij hij dit rijk doortrok van Polen tot de Japansche Zee. B Chaotisch iets, een gebeuren zonder lijn, en dkt zich oplost in tal van onsamenhangende Bnienten lijkt deze revolutie voor den buiten stander, doch voor hem, die de gebeurtenis sen van nabij kon vollgen als spr., die oorlogs- IBrrespondent was voor eenige groote Fran- sthe en Engelsche bladen, was er wel degelijk vèrband in deze beweging, waarbij de sociaal; ■sdeelden van den door den oorlog geschapen wanorde gebruik maakten om een omkeer te- Beeg. te brengen. Daarbij maakten zij gretig gebruik van de hulp der volksstammen, die niar losscheuring uit het Russische rijksverband sneefden (Lithauers, Finnen, Polen, Kaukasiërs, dé Roemenen in Bessarabië enz.). Een oorlog levert nu eenmaal een goede voedingsbodem voor een revolutie; aan Ihet einde van de Rus- silch-Japansche oorlog ontstaat in 1905 de eerste Russische revolutie en in 1917 maakte hit uiteenloopen van de Russische legers de revolutie mogelijk; één in verband gehouden kbergroep zou toen voldoende geweest zijn iij Petrograd de rust te herstellen. ■be doorsnee Russische soldaat is een akker bouwer, een boer, die niets liever dan den vrede wil en gekenmerkt wordt door iets pas- tl‘g krijgsman als de Kozak die een instinct en een instinct bevredigen is immers zich gelukkig gevoelen. Als men deze boeren onder den indruk kan brengen dat zij door den strijd een heilige taak vervullen, is er ook bij hen gleestdrift, zooals zij loonden in den oorlog tegen Polen in de 16e eöuw en tegen Napoleon toen zij onder de Ikoon van de Heilige Maagd van Kazan beide malen hun vaderland van vreemde indringers bevrijdden. Maar ide oorlog tegen Duitschland Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.p post f 3.60. Advertentieên9 ct p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in ac SNEEKER COURANT loopen van ook maar een kleine wond gevaar loopt dood te bloeden, omdat zijn bloed het vermogen mist te stollen (een ziekte waaraan vrouwen niet lijden, doch die door de moeder, in dit geval de Czarina, op den zoon wordt dig beïnvloedde en met zijn belofte „de grond overgebracht). Het moge ongelooflijk klinken, wordt verdeeld” de boeren op verwezenlijking doch er zijn betrouwbare getuigen, die bevesti- van de oude idroom deed hopen: „de grond aan j gen dat Raspoetin de kroonprins genas, zoodat hem die hem bewerkt” en hen bij stroomen deed i de Czarina dezen man ook verder over haar deserteeren. In een maand vloeiden zoo 2^2 zoon raadpleegde, en al spoedig ook over staats zaken. Het was deze Raspoetin, die van groote helderziendheid blijk gaf, toen hij in 1914 de Czaar telegrafisch waarschuwde den oorlog niet te verklaren, daar deze den ondergang van Rusland en de dynastie zou beteekenen. Toen de Duitsche gezant te Stockholm, von Mucius, door bemiddeling van twee bankiers te Petrograd de secretaris van Raspoetin, nu een berucht speelhuishouder en politiespion te Pa rijs, wist om te koopen en op deze wijze wist gedaan te krijgen dat Raspoetin die een weelderig en onzedelijk leven leidde bij de Czarina de benoeming tot de hoogste ambten bepleitte van Duitschgezinde figuren, en deze ook werkelijk een invloedrijke rol begonnen te spelen, vroegen ook de hoogere Russische kringen zich af, of een regime wel goed was, waarin persoonlijke invloed zoo’n groote rol speelde. En het trof spr. dan ook sterk, toen hij in 1917 voor de tweede maal in Rusland kwam Visvliet gewandeld, waar hij zich heeft ge vestigd als wolkammer. Een jaar daarna, in April 1791, werd hij aldaar namens het Hof van Friesland gevangen genomen, naar het Blokhuis te Leeuwarden gevoerd en, na een breedvoerig' proces, op 27 April 1792 veroordeeld om voor vijf jaren. uit de pro vincie Friesland verbannen te worden. Pre cies een maand daarna, op 27 Mei 1792, is hij te Visvliet getrouwd met Trijntje Eelkes Sikkema. Bij de omwenteling in 1795 is hij naar Franeker teruggekeerd. Van dat leven te Visvliet was weinig be kend en nu hebben wij naar den burgemees ter van Grijpskerk, den rijksarchivaris van Groningen, den adm. kerkvoogd der Ned. Herv. kerk te Visvliet en eenige Sikkema’s geschreven om te trachten iets meer van zijn leven aldaar te weten te komen. Van den adm. kerkvoogd, den heer T. Bos en den rijksarchivaris hebben we eenige belangrijke mededeelingen ontvangen, doch we weten nog niet in welk huis Trijntje op 21 Febr. 1764 is geboren en waar ze na haar huwelijk met Eise heeft gewoond. Wel heb ben we eenige mededeelingen ontvangen, o. a. dat die huizen niet meer bestaan, dat vroeger reeds te Visvliet op de school werd onderwezen, dat Eise aldaar eenige jaren heeft gewoond, ook in welk huis, doch dat zijn overleveringen. Wanneer die huizen nog bestaan willen we afbeeldingen in ons ge denkboek opnemen. Wie kan en wil zoo vriendelijk zijn om eens in oude papieren te gaan snuffelen in wat huis Trijntje in 1792 woonde en waar zij met Eise hegft gewoond? Haar ouders heetten Eelke Jans en Menke Tomas; Trijn tje is op 2 Maart 1764 gedoopt. Rotterdam, 27 October 1927. E HAVINGA, Hugo Molenaarstraat 49a. W. E. VAN WIJK, Schiekade 40. Onze vroegere stadgenoot de heer J. M. Giliam, thans adj.-hoofdcommissaris van politie te Semarang, is bevorderd tot hoofd commissaris van politie en benoemd tot hoofd der opleidingsschool te Soekaboemi. Bouwterrein. Burg, en Weth. hebben onder beding van grondrente aan E. F. van der Meulen te Leeuwarden verkocht een gedeelte bouw terrein, groot 1028.60 M.2, aan de Johan Willem Frisostraat, voor den bouw van woonhuizen. Conversie 6 leening „De Langesloot”. De conversie van de 6 leening 1921 groot f 651000.van het waterschap „De Langesloot” is toegewezen aan De Friesche Bank. GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Arresten. In de zitting van Donderdag 13 October heeft terechtgestaan: H. M„ 36 jaar, handelsreiziger te Assen, voor oplichting te Sneek door de rechtbank te Leeuwarden veroordeeld tot 1 maand ge vangenisstraf. De advocaat-generaal eischte bevestiging van het vonnis en heden heeft het hof het vonnis bevestigd. L. Ct. Eise Eisinga te Visvliet. i Eise Eisinga is in April 1790 van Gronau over Coèvorden, Assen en Groningen naar I l vaardden. Daar heersöht een algemeen mede- liiUnn Hon mieHonldp JlA.O'i'ir. irfjn dp „boetende edelman” is zeer levend; het chris- tendom is er niet het koude systematische van het Westen, doch kent nog de extase van het v Christendom uit den aanvang onzer jaartelling. I Deze geesteshouding nu gesteld tegenover die S der sovjetpartij, die geen scrupules kende, moest a leiden tot de verhouding: aarden-ijzeren pot. s De sovjet zegevierde, Rusland had z’n revolutie. a Na de pauze gaf spreker een aantal zeer J a mooie lantaarnplaatjes, vervaardigd door het i huis Lumière et Jougla te Parijs, van foto’s door I a hem genomen, waarbij hij gelegenheid vond tal van bijzonderheden te vertellen, om te eindigen - met het uitspreken, van zijn oordeel dat een revolutie niet betaalt, zeker niet de Russische, welke 25 millioen slachtoffers eischte. De voorzitter, de heer Peteri, bracht den spr. een hartelijk woord van dank voor zijn interes sante rede en de districtssecretaris den heer J. H. H. Piccardt voor het organiseeren van de tournée van den. heer Grondijs door geheel Friesland, waardoor hij de arbeid van de depar- tementssecretarissen had verlicht. Was onder de boeren niet populair, zij hebben I aan het front hun ontzaglijk leed hoe I tftedt juist in zoo’n oorlog het onverklaarbare raadsel van schuld en lijden in deze wereld naar voren! lang gedragen, maar toen ook I geen enkele overwinning hun eenige. troost loracht, ging het vertrouwen verloren. Of, zooals wel wordt beweerd, de Russische soldaat door zijn officieren aan het front mishandeld werd is een vraag welke moeilijk valt te beantwoor- Oen. Wanneer een officier, zooals spr. zag, een door een vuistslag in het gelaat neerslaat lijkt J ruw, doch in het licht van de minitueuze fdische procedure welke we hier in het ^^isten correct noemen en volgens welke deze zelfde beschonken soldaat aan het westelijk front ter dood veroordeeld zou zijn, schijnt dit Bssische optreden- een parate wijze van recht Ben met behulp van een vaderlijke vuistslag Buler verdere konsekwenties. Het is dus zeer Bevraag of de kwestie der zgn. soldatenmis- ■ndelingen een rol bij de rebellie in het leger Beft gespeeld'. Wel echter het feit dat gaan- ■pg; het vertrouwen van volk en leger onder- ■1]d werd door geruchten van verraad dat ■de hoogste kringen, met name werd de naam B1 de Czarina gefluisterd', zou worden ge- ^Jegd, waarbij dan nog kwam dat een zevende ■d der Russische bevolking, ongeveer 22 mil- Bn zielen dus, behoorde tot zgn. kettersche ■ten, welke tegen den bestaanden staatsvorm de kerk waren en wie de revolutie bereid Bd haar te verwelkomen. ja 1 11 was de secte der Doechoborzen, die 250 ^9 'atlg aan haar beginselen heeft vastgehou- f evenals, tal van andere secten, die niets f de staat wilden te maken hebben en waar- I val P toen de Czaar een volkstelling be- 2‘n eden zich lieten verbranden in hunne hui- z’ch levend lieten begraven, om maar ^B e worden geteld. Dat deze secten in .Rus kan 2IJn ^Plaagd, haar leden wel mishandeld, echt.111611 z'ch voorstellen; gedood werden ze Innkl- nooit; het Oosten heeft nimmer: een in- qTt<e gehad. vo(r/ 'S moeiliik V°1 de houden bij dergelijke natn ’eelden te beweren, dat de Rus een slawen- uian'111 de geschiedenis dezer secten, die (d°or de eeuwen hun beginselen ■sn..'!eden> bewijst het tegendeeL Doch >het wel van zelf, dat bij deze secten liet deist revolud'e, die haar bevrijden zou Van dej(pd en de kerk, waartegen zij eeuwen had- pareden, welkom was. Thans hebben z:ij ^pwjetregeering en de atheïstische kerk voot ■pde regime in de plaats gekregen! d/pbij kwam nog, dat de revolutie: ook in B °°ge kringlen aanvankelijk bijval vond; L|fs'ev°ludionair idealisme kwam in Ruslana pierljnVa!1 b°ven’ van den aeW af. Sp;r. komt Idaj v st,raks na'd«r terug. Doch het is -een feit ittiiai" "et eerste oogenblik af dat de re volutie fAiders’d.niet de menscben, die zich toen als ^Ede paryan beschouwden, de touwtpes in I datenrad a-n’ in eakele dagen waren die sol- I I en in alle militaire eenheden geve >rmd, siefs, iets onwrikbaars; hij is geen geestdrif- I Kiijgsman ais ae Kozak bevredigt ziet in den strijd, bévredio-pn ie ,W|;t W0(i;i| den

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1