Uit onze Raadzaal. Nieuwstijdingen. Bliil Orgin hr liiinti Snik T«mh|ai KIEZE BRINK Co., I I I I I I I I I I I I I I Mo. 14 Eerste Bied UitgaveKIEZEBR1NK Co. Officiéél Gedeelte. en zeide: L. Ct. ver zou DIÏIDAfll on VBIJDAG8A V9JTD3 U3ta»v«re tnn Tatetaes 35*. 15Ó SNEEK, 19 November 1927. tegenover deze getuige heeft °og al wat in te brengen. Zij nian aangevuurd hebben met de woor- »Wij wijken nooit, laat die groote 1 maar opkomen”. i van waar”, zegt vrouw Tjalsma. -- erkent in zijn verhoor, dat hij op den grond heeft gegooid, maar i niet bij de keel gegrepen, advocaat-generaal eischt bevestiging vonnis met gedeeltelijke overneming ^vulling van gronden. een «g, krijg ik groote last met hem. Tjalsma heeft het geval ook ge- bevestigt het verhaal van haar ZATEBDMQ IB BOVE—BER IM87 IIEÏÏWE SIEEEER CÖÜRlIf anno SHEERER COURANT an WYM8RITSERADEEL is bij de bediening 44a JAMRBABG Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.p post f 3.60. Advertentieên0 ct p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge - plaatst in uc SNEEKER COURANT onbetuigd. Een ^ach^e zil’n jas uit, greep Tjalsma beet, op den grond en kneep hem Verdachte geeft een andere lezing van et geval. Niet hij, maar Tjalsma is be- S°nnen. Ook heeft hij Tjalsma niet voor °ndekop uitgemaakt. Raadsheer mr. NieuwenhuizenIs dat je se*one scheldnaam Hondekop etuige Tjalsma: Ja ieder roept het e na als ik op straat kom. l i e r d a c h t eEn als ik het eens Snkele keer Vrouw !ien en I Friend. Ook »chte aar - kn: |aPpe lummel «Niets v. .’«lachte lalsnia cr pkeft hem komen. Dan zijn de marktkooplieden op voren 11 Deze trad Hier ben ik. op 10 uur. Weg SneekBolsward. De le Sectie vraagt: Vraag 7. Kunnen de tollen op den weg SneekBolsward niet worden opgeheven nu de wegenbelasting in werking is gesteld? B. en W. antwoorden: Hoofdstak VI. le Sectie. Vraag 7. Indien voor verbete ring en voor het onderhoud van den mac-adamweg Sneek-r Bolsward naar de daarvoor geldende regelen een bijdrage uit het wegenfonds wordt verkregen, zullen de tollen op den weg afgeschaft moeten worden. De mogelijkheid van; het verkrijgen eener bijdrage is geopend door het plaatsen van den weg op het provinciale wegenplan. Er zal tusschen de belanghebbende gemeentebesturen nu overleg gepleegd moeten worden over verbetering var. den weg. Tot zoo lang lijkt ons handhaving der tollen gewen scht. De Voorz.: Eerst dient een subsidie verkregen, dan kunnen de tollen weg. Het voorloopig handhaven onzerzijds van de .tollen kan hoogere autoriteiten prikkelen de verbetering van HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend, dat bij hun be sluit van 15 November 1927, no. 23, aan de American Petroleum Company, gevestigd te ’s Gravenhage en hare rechtverkrijgenden vergunning is verleend tot het oprichten van twee benzine-installaties met onder- grondsch reservoir en bovengrondsche af- tapinrichting, waarvan de eene wordt aan gebracht in het perceel gelegen aan den Singel no. 34, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie B, no. 3689 en de andere ge deeltelijk in de garage, te bouwen op het evengenoemde kadastrale perceel, gedeelte lijk in de openbare straat, de Harinxma- kade, vóór het genoemde perceel. Onze vroegere stadgenoot de heer S. van der Molen, de laatste zes jaar hoofd der opleidingsschool voor Inlandsche amb tenaren te Probolinggo, slaagde dezer da gen te Amsterdam voor de akte Javaansch. Hij was reeds in het bezit van de akte Ma- doereesch, Landmeten en Waterpassen. Humor in de reclame. In ons nummer van heden zullen onze lezers in de advertentie-kolommen een ad vertentie aantreffen, die geheel afwijkt van liet gewone genre. De fabrikant van de be kende D. E. Heeren-Baai (de N. V. Douwe Egberts Tabaksfabrieken te Joure) heeft den teekenaar Ton van Tast een serie hu moristische advertenties laten ontwerpen van een aparte strekking. Wij twijfelen niet, of onze lezers en leze ressen zullen, hoewel het artikel wel niet voor de laatsten bestemd is, met stijgende belangstelling deze serie volgen. GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 17 November. J. S., 20 jaar, boerenknecht te Hom- merts, komt in beroep tegen een vonnis van den politierechter te Leeuwarden, waar- bij hij werd veroordeeld tot f 40 boete of |40 dagen hechtenis. In den avond van 31 Juli heeft ver- dachte te Teroele ruzie gehad met Derk ;ToIsma. Na deze ruzie trok hij af, maar Imaar later kwam hij met eenige makkers ivoor de woning van Tolsma. Toen heeft hi] met een haak een glasruit van deze woning stuk gestooten. De advocaat-generaal eischt vernietiging van het vonnis wegens informaliteit en veroordeeling tot een maand gevangenis straf. Geldboete acht spreker hier niet op 2Ün plaats, het betrof hier een complot, dat geheel van verdachte is uitgegaan. Verdachte: Neen mijnheer, het ging niet van mij uit. Maar uit het proces-verbaal van het ver hoor voor den rechtercommissaris, dat de griffier voor leest blijkt, dat de advocaat- generaal gelijk heeft. Verdachte sputtert nog wat tegen. De heer B r e e u w s m a: Men zag algemeen de wenschelijk- heid daarvan in. Klompen en schoenen zijn niet noodig voor het uitoefenen der functie. Als men de vergoedingen geheel wil afschaffen, moet de politie ook voor eigen kleeding zorgen. Er zullen altijd uitzonderingen moeten blijven; de grootste waar borg voor richtig onderhoud krijgt men, als de gemeente de menschen het schoonmaakmateriaal vergoedt. Het voorstel-Breeuwsma komt in stemming. Voor de leden Zuiderbaan, v. d. Meulen, Siemensma, Breeuw- sma, Nieveen, Sijtema, De Groot en Smeding; tegen de leden Hoekstra, Boonstra, Dokkum, Boeijenga, Oppenhuizen, Potma en Blok. Met 87 st .is dit voorstel dus aangenomen. De betreffende posten worden dienovereenkomstig gewijzigd. De vergadering wordt alsnu verdaagd tot ’s namiddags 2 uur. Na heropening zijn alle leden tegenwoordig. De behandeling der uitgaafposten van de begrooting wordt voortgezet. De le Sectie vraagt: Vraag 3. Is het ook wenschelijk uit een financieel en hygiënisch oogpunt het inrichten van beerputten te be vorderen bij het afgeven van Bouwvergunningen? B. en W. antwoorden: Beerputten. Hoofdstuk VI. le Sectie. Vraag 3. Het be vorderen van het gebruik van waterclosets heeft onze aan dacht. Wij zijn nog bezig aan het verzamelen van gegevens voor een volledige beoordeeling zoowel van de hygiëni sche als van de financiëele zijde. Bij den bouw van 10 gemeente-woningen aan de 2e Steenklipstraat en de Kapelstraat is op de invoering van waterclosets gerekend. De mogelijkheid bestaat, dat den Raad binnen niet te langen tijd voorstellen betreffende meer algemeene in voering zullen bereiken. De le Sectie vraagt: Vraag 8. Behoort bij de herziening van de Ambtenaars verordening en het Werkliedenreglement de evenredige vertegenwoordiging bij het Scheidsgerecht niet te worden toegepast? B. en W. antwoorden: Volgno. 201. le Sectie. Bij de herziening qer ambtenaars verordening is onzentwege uiteengezet, waarom, bij be houd van een klein ledental van het scheidsgerecht, even redige vertegenwoordiging moeilijk, zoo niet onmogelijk is. (Zie bijlage no. 37 van het raadsverslag 1925). Ove rigens schijnt ons, met het oog op het feit, dat het scheids gerecht slechts zelden functionneert, een wijziging niet actueel. De le Sectie vraagt: Vraag 9. Hoe voldeed het nieuwe alarmsysteem bij den brand aan de Jachthaven? B. en W. antwoorden: 227le Sectle- Dij den brand in de jachthaven '- J’ van het alarmeer-apparaat een kleine de goede werking overigens niet weging geweest, doch ook toen was spr. tegen verlaging. Deze I fout begaan, die aan post dient, wordt spr.’s voorstel aangenomen, verhoogd met afdoet. I De le Sectie vraagt: Vraag 4. Hoe ver zijn de dempingsplannen gevorderd I en wat wordt er anders gedaan tegen de gevaarlijke toe- I stand aan de Suupmarkt? I B. en W. antwoorden: I Hoofds.uk VI. le Sectie. Vraag 4. Ook wij achten den I toestand van een der wallen van de Suupmarkt van dien aard, dat verbetering niet lang meer zal kunnen uitblijven. I Wij overwegen partiëele uitvoering der dempingsplannen I en zullen met voorstellen dienaangaande komen. I De heer Smeding ziet aankomen dat er nog eens onge- I lukken op den hoek bij de fa. Pijpekamp zullen gebeuren. Er I dan is het te laat. I De Voorz. zegt, dat van.de verantwoordelijkheid voor I ongelukken daar B. en W. van Sneek zich weinig behoeven aan I te trekken. B. en W. zullen spoedig met plannen voor partiëele I verbetering komen. I Volgens den hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat is het I niet direct noodig de Suupmarkt te verbeteren. I De heer Breeuwsma zegt dat de raad meer dan eens getracht heeft daar verbetering te krijgen. De opmerking, dat B. en W. geen verantwoordelijkheid treft voor eventueele onge vallen onderschrijft spr. maar ten deele, omdat de plannen tot verbetering ter plaatse, waar de heer Smeding op doelt, geen bezwaar ondervonden hebben. Daarom is het van groot belang dat B. en W. zoo spoedig mogelijk met plannen bij den raad komen, omdat daar verbetering moet komen. Spr. merkt dit op, omdat juist dit onderdeel eigenlijk geen bezwaar heeft ontmoet. De V o o r z. zegt, dat de leden zich zullen herinneren, dat I B. en V/. de zaak in den raad hebben gebracht. Op de mede werking der hoogere autoriteiten mocht daarbij niet gerekend worden. Wij hebben op de gevaarlijke toestand gewezen, maar nul op ’t request gekregen. Voor ongelukken dragen B. en W. derhalve geen verantwoordelijkheid. De heer Van der Meulen zegt dat wel vergunning was te krijgen voor partieele uitvoering. Spr. zou daarom graag zien dat B. en W. plannen indienden betreffende een partiëele uitvoering op zoodanige wijze, dat de Suupmarkt verbeterd werd. De Voorz. zegt dat B. en W. de plannen zullen overleggen, welke zij ontvangen hebben. De heer Breeuwsma is nog geen voorstander van een partiëele uitvoering. Alleen als we niet met een volledig plan kunnen slagen, zou spr. met een partiëele herziening mee kun nen gaan. De heer Blok begrijpt den heer Breeuwsma niet. Partiëele uitvoering wil hij niet, tenzij in het raam van ’t geheel. Ged. Staten hebben de plannen om de Wip te dempen afgewezen. Wil hij nu weer van voren aan beginnen? Wanneer de heer Breeuwsma er op staat de plannen in zijn geheel uit te voeren acht spr. een dergelijke poging den Moriaan geschuurd. Spr. wil doen, wat in ’t kader past. De heer Breeuwsma bedoelde er op te wijzen, dat er eenigen tijd verloopen is sedert de vorige behandeling. Spr. vleit zich, dat van de zijde van Ged. Staten toch nog wel eens zal ingezien worden dat een partiëele uitvoering de gemeente op hooge kosten zal brengen. Dat zou spr.’s bezwaar zijn tegen partiëele uitvoering. Spr. heeft geen bezwaar als de plannen er niet duurder door worden. Spr. heeft nog de hoop, dat het ge zond verstand bij Ged. Staten zal zegevieren. De V oo r z. deelt deze hoop niet. In den Raad van State is gewezen op de meerdere kostén van partiëele uitvoering. Dat I heeft niet gebaat. Ged. Staten zijn in ’t gelijk gesteld. De Nieuwe Veemarkt. De le Sectie vraagt: Vraag 5. Hoe ver zijn de plannen voor de nieuwe Vee markt gevorderd? B. en W. antwoorden: Hoofdstuk VI. le Sectie. Vraag 5. De plannen voor het maken van een nieuwe veemarkt zijn geheel gereed. W hebben ons standpunt echter nog niet bepaald, wat hoofd zakelijk verband houdt met de aanzienlijke kosten, welke aanleg van een nieuwe markt zal vorderen De heer B o e ij e n g a wil iets zeggen over het veemarkt- vraagstuk. Spr. hèeft over die zaak eens nagedacht. Het groote bedrag voor een nieuwe veemarkt noodig, stemt tot bedacht zaamheid, maar als men ziet naar ’t gebrek aan ruimte in voor- 1 Dezelfde verdachte heeft nog meer op Zlin kerfstok. Op 31 Juli zou hij te Te roele Derk Tjalsma op den grond hebben geworpen en bij de keel hebben gegrepen, pij werd hiervoor door den politierechter e Leeuwarden veroordeeld tot f 30 boete pf 30 dagen hechtenis. De mishandelde wordt als getuige ge- poord. Deze getuige stond op den stoep pan zijn woning, toen verdachte met twee meisjes voorbij fietste. I Verdachte liet zich toen op vrij ongun- Fge wijze over Tjalsma uit. pen naar voren en zeide: „1,,CI ucu ik. wat moet je van dien hondekop hebben Is- liet zich ook niet onbetuigd. Een pordenwisseling volgde en tenslotte trok HerP hem fn de keel. en najaar, helt men over tot de conclusie „zooals het nu is, kan het niet lang meer voortduren”. Marktbezoekers klaagden tegenover spr. ook, dat het er dan niet alleen te vol is, maar ook dat het vee er te weinig toont, wat niet in het belang van de markt is. Ais we van oordeel zijn dat de toevoer niet ver meerderen zal in de toekomst, zal men op dezelfde plaats uit breiding moeten zoeken; waarschijnlijk zal het dan niet vol doende zijn het gymnasium op te ruimen. Spr. twijfelt er aan of de nu verkiegen toestand lang door de hoogere autoriteiten zal worden toegelaten. Als echter, zooals we allen hopen en verwachten, de toevoer zal stijgen, is het de vraag of aanleg van een nieuwe veemarkt nog lang kan uitgesteld worden. Het is natuuilijk de vraag of onze markt schade zal onder vinden van de afsluiting der Zuiderzee. Een vertegenwoordiger van Ged. Staten heeft voor den Raad van State wel geprofeteerd, dat Sneek een doode stad zal worden, maar dat was meer een onvriendelijkheid dan een argument. We kunnen constatee- ren dat Sneek blijft het centrum van het Zuidwesten van Fries land. Een lichtpunt ook is de verbindingsweg naar Joure Heerenveen, die voor Sneek een voordeel is en op het wegen plan voorkomt. Ook is er de mogelijkheid dat Sneek een betere verbinding met Zurich krijgt, dat daardoor dichter bij Sneek dan bij Leeuwarden komt te liggen, waarvan ook eenig voordeel mag vei wacht. Spr. zou het op prijs stellen, als de gemeente zich eens in verbinding stelde met de landbouw- en handels- kringen, met name met de organisatie van den veehandel, welke waardevolle adviezen zou kunnen geven. Door een ver plaatsing van de veemarkt zouden we een verruiming in de binnenstad krijgen, de vrijkomende ruimte op de oude veemarkt zou gedeeltelijk beschikbaar kunnen worden gesteld voor auto- en wagenpark; de drukte des Dinsdags maakt verplaatsing van de wagens bij de Kruizebroederstraat en Muntstraat noodig, waar ze een gevaar opleveren. Wanneer een deel dier voertuigen’ verplaatst werd naar de veemarkt, zou dat het verkeer ten goede komen. Dan zijn de marktkooplieden nu op de Schaapmarkt, Wip en onder de Waag gevestigd. Deze markt is een belang voor Sneek, ze geeft gezelligheid en ze trekt menschen. Deze markt heeft echter geen mooie plaats; in Leeuwarden is het Zaailand er zeer geschikt voor; hier zou een deel der oude veemarkt er voor kunnen beschikbaar gesteld. Dan hebben we de groentenveiiing, die zich belangrijk uitbreidt. De menschen die aan de kade daar hun bedrijf hebben en zij die de groente veiling bezoeken, staan daar elkaar vaak in den weg en er is een druk verkeer; het is daar veel te vol, zoodat ook overwogen kan of deze groenteveiling plaats op de oude veemarkt zou kunnen vinden. Al die zaken zullen wel de aandacht van B. en W. hebben, maar spr. acht de tijd gekomen, dat ze ook in den Raad eens besproken worden en vooral ook dat landbouw en handels- knngen hierover hun licht eens laten schijnen. De Voorz.: Deze zaken zijn niet onbekend ook aan B. en W. en met verschillende autoriteiten zijn ze besproken. Er is gesproken over een nieuwe H. B. S., en het gymnasium zou dan naar het oude gebouw kunnen worden verplaatst, zoodat we op de veemarkt door afbraak van het tegenwoordige gym nasium ruimte kregen. Er zijn zeer groote kosten verbonden aan de stichting eener nieuwe veemarkt, daarop dient gelet. Spr. heeft ook wel veehandelaren gesproken, die zeer tevreden waren over de veemarkt zooals ze nu is. Enkele dagen is ze te klein, dat is waar, maar dat is ook in Leeuwarden het geval. Ook de stichting van een wagenpark is in B. en W. besproken, maar het is nog niet gelukt er ruimte voor te krijgen. Door dem ping van de Wip had men gehoopt flinke ruimte voor de markt kooplieden te krijgen, maar dat mag niet, de hooge autoriteiten schijnen beter te weten wat goed voor Sneek is dan de Sneeker autoriteiten zelve. Al deze overwegingen zijn reeds in B. en W. besproken, en waar de nieuwe H. B. S. misschien over een jaar of drie zal worden gesticht, daar Sneek op het lijstje staat, heeft men gemeend de zaak nog eens te moeten aanzien, mede met het oog op de stichtingskosten eener nieuwe veemarkt, welke 2 ton begroot worden. De plannen zijn overigens gereed. De heer Zuiderbaan meent dat we maar 5 jaar uitstel gekregen hadden voor den aanleg van een nieuwe veemarkt. Is de termijn verlengd? De Voorz.: De autoriteiten zijn op het oogenblik bevredigd met de wijzigingen, welke zijn aangebracht op de oude markt. Verbinding Sneekafsluitdijk Zuiderzee. De le Sectie merkt op: Vraag 6. Sectie wenscht de aandacht te vestigen op de wegverbinding SneekZurich in verband met de gewijzig de afsluitdijk door de Zuiderzee. B. en W. antwoorden: Hoofdstuk VI. le Sectie. Vraag 6. Wij vertrouwen dat de Raad de verklaring zal willen aanvaarden, dat ook onze aandacht is gevestigd op een verbinding Sneek—afsluit dijk Zuiderzee. De Voorz.: Als we eenige zekerheid hebben betreffende het oordeel van de betrokken autoriteiten, zullen wij plannen ter tafel brengen betreffende de verbindingswegen naar Joure en Zurich. De heer B o e ij e n g a vertrouwt dat B. en W. actief zijn in dezen, maar wil er zijn verwondering over uitspreken, dat han- delskringen, bv. de middenstandsvereenigingen, zich zoo weinig bezig houden met deze belangrijke kwesties, die toch met de toekomst van Sneek verband houden. Ten minste men wijdt er zich niet met doorzettingsvermogen aan, wat toch moet; aan congressen en andere aardigheden doet men wel, maar kwesties als deze moesten onze middenstand juist in vuur brengen, en men moest uit deze kringen B. en W. veel meer steunen. De V'oorz.: B. en W. hebben zich tot de regeering gewend inzake de weg SneekZurich en SneekJoureHeerenveen. De heer Dokkum: Daarbij hebben B. en W. toch de steun van Ged. Staten. De Voorz. Ja, deze keer eens wel. De heer Blok zegt dat de heer Boeijenga nog al wat wil brengen op de oude veemarkt: autopark, markt, groenteveiling, ook de muziektent wil men er hebben! Dat alles wijst er op, dat er hier nog moeilijkheden zijn te overwinnen en zoolang dat het geval is, is onze stad nog niet dood, zooals dan iemand heeft gezegd. VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK MAANDAG 14 NOVEMBER 1927, des voormiddags Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig alle (15)) leden. De le Sectie vraagt: Vraag 1. Hoe ver zijn B. en W. gevorderd met het toe gezegde onderzoek loonen Gemeente Personeel? B. en W. antwoorden: Hoofdstuk II. le Sectie. Een mededeeling betreffende van het gemeentepersoneel zal den Raad de volgende vergadering bereiken. Het - samen stelling van ons College en door het bestaan van verschil van inzicht in dezen tusschen onze leden. De heer Sijtema vraagt of dit antwoord wijst op een ver- lege of de vroegere. de loonen hopelijk in ontwerpen is vertraagd door de" wisseling in de - van inzicht in dezen tusschen onze leden. De heer Sijtema vraagt of dit antwoord wijst cp schil van inzicht tusschen de tegenwoordige leden van het col lege of de vroegere. De Voorz.: De tegenwoordige; destijds is deze zaak in B. en W. uitgesteld, omdat het oude college van oordeel was dat waar het nieuwe college de begrooting zou moeten verdedigen, het ook over deze kwestie moest beslissen. In het stuk komt de meening van alle drie leden van B. en W. Onderhoud en schoonhouden stadhuis. De 2e Sectie schrijft: Hoofdstuk II. Volgno. 173. Een deel der Sectie heeft bezwaar, deze post te verlagen. B. en W. antwoorden: Volgno. 173. 2e Sectie. De door de sectie gemaakte op merking is zonder behoorlijke omschrijving, niet duidelijk. De post is niet verlaagd, maar verhoogd. De heer Breeuwsma: Dit antwoord is formeel juist. De bedoeling der vraag was echter er op te wijzen, dat onder deze post wel een bedrag voorkomt dat verlaagd is, men wil nl. de vergoeding voor schoonmaakartikelen van hen, die hier gemeentegebouwen onderhouden, schrappen. Er werd in de sectie tegen deze schrapping bezwaar gemaakt, omdat de func tionarissen, wilden zij goed werk doen, zich moesten kunnen voorzien van behoorlijk materiaal; waarborg dat zij dit zullen doen zullen wij niet hebben als we deze vergoeding schrappen. Bij de reiniging en bij openbare werken worden de werktuigen enz., ook verstrekt en dit materiaal wordt ook al jaren beschik baar gesteld, al geeft spr. toe dat deze vergoeding bij een bijzonder besluit is ingevoerd. Spr. meent dat aan functionaris sen als concierges enz. voor het onderhoud van gebouwen ook het materiaal voor dat onderhoud moet verstrekt. Spr. stelt voor deze post alsnog te brengen op het bedrag, daarvoor vorige jaren uitgetrokken. Reeds het vorige jaar is bij het ontwerpen van de begrooting deze kwestie een punt van over- I weging geweest, doch ook toen was spr. tegen verlaging. Deze I fout begaan, die f75 en voor deze vergoeding moet totaal in de begrooting eventueel f315 meer uitgetrokken. De heer Dokkum zegt dat de buitengewone duurte der schoonmaakartikelen in 1920 oorzaak was, dat besloten werd den concierges hiervoor vergoeding te geven. Nu is spr.’s be zwaar tegen het voorstel-Breeuwsma, dat, als dit aangenomen wordt, dit in het vervolg elke wijziging in regelingen die ver band houden met de buitengewone omstandigheden, zal bemoei lijken en het idee meer en meer ingang zal vinden, dat, als eenmaal iets op de begrooting staat, het er op zal blijven. Men trekt nu toch werkelijk deze tijdelijke vergoeding niet over haast in. De abnormale toestand der prijzen is geweken, daarom kan de vergoeding nu afgevoerd, juist om in het vervolg vrij tegenover dergelijke kwesties te staan. Wil men mettertijd een voorstel doen in verband met een goede waarneming der func tie, dan kan dit, maar voor deze post moet gelden dat, waar ze voor buitengewone omstandigheden werd uitgetrokken, ze moet verdwijnen, nu deze omstandigheden geweken zijn. Vóór 1920 heeft spr. geen klachten gehoord dat de verzorging van het werk door deze menschen te wenschen overliet, hoewel zij toen ook geen vergoeding kregen. De toestand bij reiniging en gemeen tewerken kan hiermee niet vergeleken. De heer Breeuwsma: De heer Dokkum zinspeelt op een voorstel, dat ingediend kan worden. Maar dat is feitelijk nu aan de orde, omdat B. en W. van een tijdelijke maatregel willen afwijken, terwijl spr. voorstelt het bedrag te blijven opnemen, dus aan deze vergoeding het tijdelijk karakter te ontnemen’ Spr. wijst er op dat bij de reiniging vroeger een man voor eigen bezem en schop zorgde, dat is nu niet meer het geval. Al is er verschil in de aard van het materiaal, in wezen is deze zaak gelijk aan die welke nu aan de orde is. De menschen I moeten in staat gesteld hun betrekking naar behooren te ver- I vullen. Als de functionarissen zelf dit materiaal moeten betalen, is dit een persoonlijk offer, en waar het hier maar om f315 I gaat, handhaaft spr. zijn voorstel. De heer Zuiderbaan gaat met dit voorstel accoord. De I toestand was voor 1920 niet juist, als de gemeente er personeel I op nahoudt voor bepaald werk, dient zij hun ook het materiaal I daarvoor te verschaffen. Spr. is tegen emolumenten, maar dit zijn geen emolumenten, f 1.50 per week wordt gegeven voor I het materiaal voor het stadhuis, voor andere gebouwen f 0.80 1 of f0.60, zoodat spr. deze vergoedingen zeer billijk acht, die I moeten gehandhaafd. De heer Blok: Deze toelage hoort niet bij de feitelijke in-I komsten der functionarissen. Als deze toelage wordt ingetrokken, I constateert men daarmee de terugkeer tot meer normale tijden’ I Een korting op het loon kan daarmee niet bedoeld zijn, omdat I het salaris in het geheel niets met deze tijdelijke toeslag voor I duur materiaal, dat nu goedkooper is geworden, heeft te maken. I De menschen moeten materiaal hebben; inderdaad, er is iets I Voor noodig om het werk uit te voeren, maar klompen en I schoenen hebben ze daarvoor ook noodig en die geeft de I gemeente toch ook niet. Als men nu de toelage handhaaft, wordt I het een toeslag op eenmaal vastgestelde loonen en de conse- kwentie zou zijn, dat alle menschen die voor het schoonhouden I van iets materiaal noodig hebben, deze toeslag krijgen en dan kan men niet toe met dit bedrag en moet dat verder verhoogd. I Maar een feit is het dat oorspronkelijk in deze salarissen een I vergoeding voor materiaal was begrepen. De zorg voor het I schoonhouden van verschillende gebouwen hangt geheel af van I de persoon, die dat werk verricht. Men heeft voor zoo iets oog, I er is zeer veel onderscheid in het onderhoud, de een doet het I goed, de ander doet het nog beter en dat ligt niet aan l.S gereedschap. Als men dat gereedschap er zelf op na moet hou- den, besteedt men daaraan ook meer zorg, dan als het kosteloos I verstrekt wordt. En die zorg is een belangrijke factor in de I kosten van het materiaal, dat noodig is; daarom moet men in I elk geval deze dingen niet meer vergoeden. De heer Potma zegt dat de oorzaak dat de vergoeding I werd ingevoerd, lag in het feit, dat in die tijd de kosten der schoonmaakartikelen buitengewoon hoog waren. Thans zijn ze I weer op den normalen prijs gebracht, zoodat een intrekken der I vergoeding alleszins gerechtvaardigd is. De heer Breeuwsma zegt, dat de heer Blok destijds toch, toen de werklieden bij de reiniging vrij materiaal kregen, geen opmerking heeft gemaakt. De heer Blok: Zeker wel. De j P» het I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1927 | | pagina 1