SMOKING
COSTUUM
AVON DKLEE DING
ALLÉÉN PRIMA
PEEK&CLOPPENBURG
i
I
en hooger
ONS
NIEUWE MODEL
|f
1
NIEUWSTIJDIKGEM.
Beroemde mannen nit Sneek.
3
I
I
1
s.F
43e JAARM98
SNEEK Telefoon No. 150
PATER CORNELIUS VAN SNEEK.
Pater Cornelius als student te Sneek en Leeuwarden.
de geheele orde
H.
Breda.
Een geteerd en eerlijk bestrijder van Luther.
Postkantoor Sneek.
Lijst van onbestelbare brieven en brief
kaarten, van welke de afzenders onbekend
zijn, terugontvangen in de 2e helft der
maand November 1927.
Brieven. Binnenland. M. van der Broek,
Groningen; Jo Wierda, Den Haag.
Briefkaarten. Binnenland. J. van Steeg,
Bolsward.
Noodlottig ongeval.
Eergisteravond is te Drachten een nood
lottig ongeval gebeurd. De 59-jarig em.-
predikant ds. W. Pera, zou op het perron
van het tramstation uit de tram va.i half-
tien, waarmee hij uit Gorredijk kwam,
stappen, terwijl de tram nog niet stil stond.
De heer Pera raakte onder de tram en
werd door twee rijtuigen overreden. Zeer
verminkt werd hij opgenomen. Genees
kundige hulp mocht niet meer batenspoe
dig overleed hij.
De heer Pera was destijds predikant bij
de Gereformeerde gemeente te Soerabaja
De corruptie bij die gasbedrijven.
In verband met de tegen hem uitgebrachte
beschuldigingen heeft, meldt de Tel., de di
recteur der gasfabriek te Noord-Scharwou-
de, aan de gascommissie verzocht een on
derzoek in te stellen.
De Tel. deelt nog mede, dat de directeur
van het gasbedrijf te Enkhuizen onkreuk
baar is.
in den weg behoefde te staan. Daardoor waren er twee
stroomingen in deze orde ontstaan, hetgeen ook bij de
Franciscanen van dien tijd valt op te merken. De „yrijeren”
of „slapperen” vormden de partij van het zgn. vita com
munis of „laxiores disciplinae”, historische termen, die er
op wijzen, dat met het leven in gemeenschap de klooster
tucht licht ondermijnd kon worden. Pater Cornelius
wenschte echter geen laxamentum, geen verlichting van
het strenge leven van boetedoening en zelftucht, dat de
groote ordestichter in de 13e eeuw voorgeschreven had en
hij sloot zich dan ook aan bij de partij der „observanten”,
wier strengere regels hij opnieuw aan de geheele orde
wenschte te zien opgelegd.
Dat de „slappere broederen” in dien tijd nog al eens
uit den band sprongen, is uit de Friesche kloostergeschie
denis met meerdere voorbeelden te bewijzen. Om slechts
een daarvan hier aan te halen. In 1470 had de Leeuwarder
Dominicaan, fr. Balduinus van Pinqui (Pingjum?), zich
voor het hoogste gerecht zijner orde te zuiveren van een
delict, dat hier niet nader omschreven kan worden. In
1469 kwam voor de poorten van het Leeuwarder klooster
der orde een Haagsche Dominicaan, fr. Albertus Petri, om
aldaar op last van den Generaal der orde, P. Martialis
Auribelli, den Leeuwarder Predikheeren de strengere regels
der Observanten voor te houden, wat eigenlijk neerkwam
op een in dit Friesche klooster in te voeren hervorming.
Maar toen hij voor de poort des kloosters was aangekomen,
bleef niettegenstaande zijn aandringen en de door hem
getoonde lastgeving des hoogsten magisters de deur ge
sloten, terwijl steenen, bedreigingen en relletjes van het
Leeuwarder plebs veroorzaakten, dat de Haagsche frater
onverrichterzake moest teruggaan, zonder zijn zending
volbracht te hebben. Eerst in 1476 kon de noodzakelijke
hervorming te Leeuwarden ingevoerd worden, doch toen
was de Sneeker broeder Cornelius reeds in een Duitsch
klooster overgeplaatst. Daarheen volgen we hem een
anderen keer.
K
schrijvers der Dominicanenorde, Quétif en De Jonghe( en
uit onzen tijd Pr. G. A. Meijer O. P.), te Leeuwarden in
het genoemde klooster. Om in de orde opgenomen te wor
den, moest hij natuurlijk eerst novice (proefleerling)
worden. Hoewel nog jong en slechts een knaap zijnde, was
tijdens dezen proeftijd geen last hem te zwaar, legde hij
zich met volle borst op de studie toe, beoefende hij met
voorliefde de apologetiek, de wetenschap ter verdediging
van de Christelijke leerstellingen, waarin hij het later zoo
ver zou brengen, doordat hij juist daarvoor een buiten
gewonen aanleg en de noodige geestelijke eigenschappen
bezat als scherpzinnigheid, betoogkracht, slagvaardigheid
en een helder oordeel. Wat hem als jong student nog te
moeilijk was, vroeg hij, wat hem belangstelling inboezem
de, leerde hij in zijn vollen omvang, want serieus een
kwestie bestudeeren, was hem een genot. Daarbij als een
echte Fries doorzettend en volhardend,totdat hij de moei
lijkheden had overwonnen, dat was wat zijn leermeesters
bovenal in hem waardeerden. Bovendien zocht zijn vroom
gemoed steeds door gebed en versterving, boetedoening
en zelfinkeer kracht bij Hem en het Woord, Die hij het
hoogste achtte. In de onderwijzing zijner leeraren en de
studie binnen zijn enge kloostercel zocht hij voedsel voor
zijn geest, in de kloosterkerk, waar hij met zijn confraters
’s morgens, ’s middags en ’s avonds de getijden bijwoonde
en de H.H. Diensten mede hielp verrichten of in het gezel
schap van zijn ordegenooten in de kapittelzaal werd zijn
geloofsleven voortdurend inniger, rijker en veelzijdiger.
Aldus wordt ons het kloosterleven van den jongen Pater
Cornelius van Sneek geschilderd. Zijn vroom gemoed en
blijdschap in God, de hem opgelegde gewijde plichten
eischten een streng vasthouden aan de kloosterregels, die
weleer de H. Dominicus voor zijn orde had vastgesteld.
Pater Cornelius onderwierp zich daaraan gaarne in tegen
stelling met velen zijner ordegenooten, die vooral in de
tweede helft der 15e eeuw van oordeel waren, dat zij wel
wat vrijer leven konden hebben in het klooster, dat de
allerstrengste regels wel wat verzacht mochten worden,
hetgeen het reine en heilige van hun wijding immers niet
Roa 18 Eerste Blad uitgave: KIEZEBRINK Co. ZATERDAG 3 DECEMBER 19'47
Cornelius Snecanus, Gellius Snecanus en Daniel Sneca-
luis, dat is de chronologische volgorde in het optreden
Lan drie merkwaardige Sneeker theologen. Welk een
Inerkwaardige trits, wat een beroemd drietal! Pater Cor-
lielius verschijnt als „der Dritte im Bunde”, als behouder
ran het oude en bestrijder van het nieuwe. Gellius en
baniel hebben de oude paden verlaten en zijn trouwe aan-
liangers en voorvechters der „nije leer” geworden. Dat is
lie tegenstelling! Maar alle drie hebben geleden en gestre-
llen voor hun beginselen, waren eerlijke, rondborstige en
Lunsequente strijders voor hun zaak, als echte volhardende
Friezen strijdende en lijdende tot het einde toe, totdat
lie Almachtige hen tot Zich riep! Dat is de overeenkomst!
IF.n al liepen nu hun godsdienstige beginselen ook ver
liiteen, ja, al verliepen deze in een scherpe tegenstelling,
|.un groote geleerdheid, eerlijke consequentie, waardeering
■runner tegenstanders, strijdersmoed en zelfverloochening
Ier wille van hèt beginsel maakten dien kamp tot een
■delen strijd, waarin op echt ridderlijke wijze de geeste
lijke wapenen dien strijd beslechtten!
I Tres faciunt collegium. Daarom meenen we ook dezen
Inbekenden derde in onze Sneeker portrettenserie te
luogen inlijsten. Want al maakt Pater Cornelius met Gel-
mis en Daniel Snecanus een volledig drietal uit, hij is bij ’t
Lroote publiek zeker de meest onbekende. Reden te meer,
lm zijn levensbeschrijving nu eens in een helder daglicht
Ie stellen, voorzoover althans de betrekkelijk weinige ge
gevens ons daartoe in staat stellen.
I Eigenlijk is ook de naam Cornelius van Sneek niet
Leheel juist en geldt van hem, wat we omtrent de herkomst
jan Daniel Snecanus meldden: geen Sneeker van geboorte,
joch die in Sneek een functie van beteekenis waarnam,
jr te school ging of om nog andere redenen de toevoeging
ESnecanus” ter onderscheiding achter zijn naam plaatste.
BVant Pater Cornelius van Sneek was 1455 in het
Kleine dorpje Indijk geboren, waar zijn ouders tot den
jelgestelden Frieschen boerenstand behoorden. Daar aan
je oostzijde der Heeger Meer, bij de Hooisloot en de
jakken in de oude grietenij Wagenbrugghe (Wymbritsera-
jeel) speelde en ravotte hij met andere Friesche boeren
kinderen, ontving hij van den pastoor van „Waltseint”
jf „Waetsein” (Woudsend), zooals het toen nog genoemd
jerd, zijn eerste profaan en catechetisch onderwijs. Later
jou hij te Sneek de Latijnsche school bezoeken en daar-
jour den naam krijgen van Cornelius van Sneek, ook al
jmdat men in den vreemde geen dorpje Indijk maar wel
je Friesche marktplaats en stad Sneek kende en hem des-
jege een Sneeker van afkoms achtte.
II "oen was „Indijc” of „Aendijk” nog een aparte parochie,
Bad althans een kerk, aan St. Nicolaas toegewijd, waarvan
■Heen nog blijkens den atlas van Eekhoff het kerkhof over
lis en die evenals de jongere parochie „Smallebrech” of
fcmallebrugge sedert de Hervorming gecombineerd is met
udsend. Overigens waren ook hier in de buurt nog
K' '('«dienstige stichtingen te over, die de oude Friezen
jan dit „wetterlan” dagelijks herinnerden aan hun kerke-
■jke plichten en met hun slanke torenspitsen en strenge,
■mhoogstrevende Gothische lijnen en ornamentiek op zich
Keil een gebed in steen vormden. Daar stond nog in Cor
nelius’ jongensjaren in het nabije Woudsend het in 1339
■gestichte Carmelietenklooster B. Marie V., dat sedert
■511 in het stadje Ijlst werd overgeplant. Dan had de
Kneeker-commanderij der Johannieters in het Hospitaal van
|St. Jansberch, ter plaatste van de huidige Protestantsche
Begraafplaats, onder Heeg te Osingahusum (-huizen) haar
■jthof met kapel gevestigd, terwijl het AugustijnerTer-
■janssenklooster Nazareth aan de Schuttepoel in het noor-
Ben der parochie Eddeswalt, Eddesga en nu Idsega als
■iliaalstichting van het klooster Bethlehem bij Hoorn in
■estfriesland langen tijd een bekend vrouwenklooster is
■eweest.
Of dit opgewekt godsdienstig leven, zich openbarende
de vele kerk- en kloosterstichtingen zoo dicht in elkan-
■ers nabijheid, ook van invloed is geweest op de denk
beelden en de beroepskeuze van den jongen Cornelius van
■dijk, wensch ik niet te beslissen, maar zeker is het in
■fik geval, dat hij op vrij jeugdigen leeftijd den geestelijken
■tand koos en Sneek verliet, om in het klooster der Predik-
■heeren te Leeuwarden voorloopig verder onderricht te
■'orden in den kloosterlijken staat en een leven van studie,
■elherloochening en onnoemelijken geestelijken strijd te
Banvaarden.
Achter de stille muren van het Dominicanenklooster in
■e Friesche hoofdstad hoopte hij de rust en vrede voor zijn
■iel, boeken, handschriften en hooger onderwijs voor zijn
■aar wetenschap dorstenden geest te vinden. En daartoe
M“s speciaal in dit Friesche klooster gelegenheid te over.
Mjeze stichting der Dominicanen, eigenlijk haar oorsprong
Mankende aan de machtige en rijke Cammingha’s tusschen
Me jaren 1228 en 1245, was reeds in de elkaar opvolgende
Mjdeu vele toekomstige geestelijken tot rijken zegen ge-
M’eest, wat hun wetenschappelijke vorming betrof. Waren
Praemonstratenser abdijen Mariëngaarde bij Hallum
■n Bloemhof bij Wittewierum (in het tegenwoordige Gro-
■Jlng<n) voor de dertiende eeuw de dragers en centra der
■eestelijke cultuur, in later tijden verspreidden de studie-
Muizen van de Leeuwarder nederzetting der zonen van den
Dominicus hun wetenschappelijk licht over Frieslands
Melden en ver daarbuiten. Sedert het jaar 1375 was in dit
■dooster reeds een leerstoel voor de theologie en worden
Mas in verband daarmee namen van leeraren zoowel als
■tudenten opgegeven. En weer een eeuw later vinden we
■n ditzelfde klooster evenzoo een „studium logicae”, d. w.
M Pr. Arnoldus van Maastricht gaf als „magister studen-
M-uni” onderwijs in en zijn studenten disputeerden over de
Manschap der logica. Hetgeen dus nog weer honderd
■•'ar later geschiedde binnen de muren van Frieslands
MH'eschool te Franeker, was in de 13e eeuw reeds nor-
Mlaal in de kloosterscholen van Mariëngaarde bij Hallum,
MP het verdronken stadje Grind in de Zuiderzee en in de
M4e eeuw door de aanwezigheid der „studia” of leerstoelen
Mn het Leeuwarder klooster nog verder faculteitsgewijze
M°°rgevoerd. En evenzoo bloeide het hooger onderwijs in
Men groot getal van studiehuizen der Hollandsche Congre-
M'Jhe van deze orde, waartoe ook het Leeuwarder klooster
M'Toorde, alsmede in de Friesche Carmelietenkloosters te
M'oudsend en Ijlst, gelijk mag blijken uit een door ons
M'J te geven hs. der Carmelieten in dit gewest. Het voor-
M-ande bewijst dan ook duidelijk, dat het hooger onder-
M^Js 'n Friesland niet eerst tot ontwikkeling kwam, toen
■T t einde der 16e eeuw Franeker tot een Friesch Atheen’
doch dat vóór de oprichting dezer hoogeschool reeds
M;n drietal eeuwen in de vermaarde kloosterscholen daar-
M’e de gelegenheid geschonken was.
I I Cornelius nu kwam om 1470 heen volgens de geschied-
i
55
70
-
90
■•4
I
A
v;
L. C.
.'•llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll,,‘
I
-
I
I
I
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.
post f 3.60.
Advertentiën 9 cl. p. regel Ing
zonden mededeeüngen hooger.
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
olaatst in de SNEEKER COURANT
NIEUWE SHEEKER OTAÏI
nnex SHEERER OOURAHT en WYMBRITSERADEEL
I
-.TT
II