ISITEIUITEN
E BRANDENBURGii
I
i"
I
I
Uit onze Raadzaal.
Dll Ho. bestaat uit 2 Bladen.
NIEUWSTUBR8EN.
ïlfiriwl Signs dn tiaiitii
«niwx SHEERER COURANT »n WYMBRITSERADEEL
Reelamekolom.
NIEUWSTE SOORTEN
MODERNE LETTERTYPEN
KIEZEHRINK Co..
No.
Eerste
Uitgave: KIEZEBR1NK Co.
WOEHBOAG 14 DECEMBER 1337
1
Utiicièei gedeelte.
GROOTE KEUZE
I
I
44«JAARGA1O
onn ementper jaar f 2.50 fr p.p
post f 3.60.
Advertentieën9 ct p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc SNEEKER COURANT
r3
e
i.
onzer
voor kennisgeving aange-
- -
Vraagt Modelboek ter inzage bij
ed. Poortezij len-Hoek Kleinzand
- Telefoon 404 -
i<
i)
Het artikel 11 als door B.
h. s. aangenomen.
De verordening wordt in haar geheel z. h. s. aangenomen.
!JIS3DAÖ»>bb ViHJDA^AVOJTDB
P'^^v^rs’
fSSBA «a 15-'?
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK maken bekend:
dat ter secretarie ter inzage ligt een ver
zoek met bijlagen van
T. BOORSMA, koperslager aldaar,
om vergunning tot het oprichten van een
koper- en blikslagerij in het gebouw aan de
Havenstraat, kadastraal bekend gemeente
Sneek, Sectie B no. 2002;
dat op Woensdag, den 28 Dec. 1927, des
middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar
gelegenheid zal worden gegeven om tegen
het verzoek bezwaren in te brengen
en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten en dat zoowel d.e verzoeker, als zij
die bezwaren hebben in te brengen, gedu
rende drie dagen voor evengemeld tijdstip
ter secretarie, in de gewone bureau-uren,
van de ter zake ingekomen bescheiden ken
nis kunnen nemen.
De aandacht wordt er inzonderheid op
gevestigd, dat, volgens de heerschende op
vatting, slechts tot hooger beroep gerech
tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen,
ten einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
SNEEK, 14 December 1927.
Georganiseerd overleg.
Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
vaststelling eener verordening tot regeling van het geor
ganiseerd overleg voor ambtenaren en werklieden in dienst
der gemeente Sneek. (Bijlage 111; dossierno. X 08.172(1)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in een onzer vorige nrs.
De heer Sijtema zegt dat bij alle algemeene landelijke
bonden, ook de confessioneele, direct bij het aanhangig maken
van deze zaak, het verlangen leefde, dat de zgn. categorale
bonden zouden uitgesloten worden van het overleg. De confes
sioneele lieten echter later dit standpunt los en gingen er mee
accoord, dat ook de categorale bonden zouden zijn vertegen
woordigd. De Ned. Bond van Overheidspersoneel en de Centrale
Ambtenaarsbond meenen echter hun principe te moeten hand
haven, om daardoor het overleg zoo beknopt mogelijk te houden
en in dit overleg niet af te dalen tot categorale belangen, doch
het tot algemeene lijnen te beperken. Spr. beveelt het adres van
deze beide organisaties dan ook met klem aan bij die menschen,
die oorspronkelijk en in principe van meening waren, dat alleen
de algemeene bonden dienden toegelaten.
De heer Hoekstra vraagt B. en W., welke motieven zij
aanwezig achten om nu dit instituut in te voeren. Een jaar of
twee geleden bestond de behoefte daaraan niet. Dit overleg
dient slechts de behartiging der eigen belangen van werklieden
en ambtenaren, in dienst der overheid, niet de gemeenschaps
belangen. Er komen daarin niet die maatregelen tot stand,
welke met het oog op de maatschappelijke ontwikkeling juist
en billijk zouden zijn, doch het personeel gebruikt het slechts
om eigen positie te verbeteren, zonder op het gemeentebelang
te letten. Waar hier in dit overleg zoo stelselmatig dit eigen
belang wordt bevorderd, is spr. niet voor dit instituut.
De heer Boeijenga acht de beschouwing van den heer
Hoekstra 100 jaar ten achter; ze zou in de vijftiger of zestiger
jaren der vorige eeuw eerder op haar plaats zijn geweest. Spr.
wil deze houding dan ook slechts brandmerken als aarts-con-
servatief. De heer Hoekstra bedoelt eigenlijk dat het overheids
personeel geen gelegenheid mag gegeven, mee te spreken over
de arbeidsvoorwaarden. Mocht dat niet, dan zou dit personeel
minder rechten hebben dan dat in het particuliere bedrijf, waar
in volgens het Arbeidscontract, dus wettelijk, overleg mogelijk
gemaak is tusschen werkgevers en werknemers over de arbeids
voorwaarden. De rechtsgrond voor het georganiseerd overleg
voor het overheidspersoneel is gelegen in het gemis van de
collectieve arbeidsovereenkomst in het overheidsbedrijf.
I
I
Ongelukken.
Zaterdagmiddag is het 3-jarige zoontje
Ln w. H. G. Lagendijk, vlasarbeider, te
Msoord bij het oversteken van den straat-
rg aangereden door den auto van den heer
V- d. S. Het kind is bijna dadelijk daarna
Gevonden voorwerpen.
I Aanwezig aan het bureau van politie,
fiieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen 11}^ en 12>/2 uur,
te navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op 12 en 13 Dec. 1927: bruin
Pondje; pakje w.i. eenige kleeren.
I Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 12 en 13
Pee 1927: broche (Ameland), G. Althuisius,
le Steenklipstraat 57; gouden zegelring, A.
puipers, Looxmadwarsstraat 20; taschje m.
Ln?°ucL R- Rientsma, M. Louisestraat 25;
Fakkam in étui, J. Hager, Bourbonstraat 12;
lenige portemonnaie, H. Rienstra, Leliestr.
P> polshorloge, L. Bootsma, Woudvaart-
Rde; kleine zwarte kat, P. Bosma, hoek
Rsterkade (boven)vulpen, A. Steneker,
porstraat 9.
Bloe dvergif tiging.
I ln het ziekenhuis te Heerenveen is aan
fioedvergiftiging overleden de 49-jarige ge-
fuwde arbeider T. v. d. Wijk te Hoornster-
|waag. Hij had een klein wondje aan de
land opengekrabd, waardoor infectie ont-
pond. Hij laat een gezin met jeugdige kin-
pen na.
Art. 11.
Bepaling van de stem.
1. Wanneer ter vergadering der commissie over eenig
voorstel moet worden gestemd, brengt elk der partijen,
genoemd in artikel 2 onder a en b, één stem uit. De be
paling der stem geschiedt desgewenscht na schorsing der
vergadering, door elke partij afzonderlijk.
2. De stem der vertegenwoordiging van het gemeente
bestuur wordt bepaald door hoofdelijke stemming van de
leden.
3. De stem der vertegenwoordigers, in artikel 2 onder
b bedoeld, wordt bepaald na stemming per vereeniging,
waarbij elke vertegenwoordiger zooveel stemmen uitbrengt
als de vereeniging tot welke hij behoort leden telt, die in
dienst zijn der gemeente Sneek, te rekenen naar den toe
stand op 1 Januari of 1 Juli, aan het tijdstip der verga
dering voorafgaande. Heeft oprichting na een dezer tijd
stippen plaats gehad, dan geldt als ledental dat, in dienst
der gemeente Sneek, hetwelk de vereeniging op het tijdstip
van oprichting telde.
Afwijkende meeningen.
4. Wordt geen overeenstemming verkregen, dan wordt
desverlangd van afwijkende meeningen in het door de
commissie uit te brengen advies melding gemaakt.
Art. 12.
Opgave ledental.
Binnen veertien dagen na de tijdstippen in het derde
lid van het vorige artikel genoemd, wordt door elke ver
eeniging het daarbedoelde ledental aan den Secretaris
medegedeeld.
Bij art. 11 stelt de heer Boonstra het volgende voor:
Art. 11, derde lid, te lezen als volgt: „De stem der vertegen
woordigers in art. 2 onder b bedoeld, wordt bepaald na stem
ming per vereeniging, waarbij elke vertegenwoordiger één stem
uitbrengt”.
Voorts stelt hij voor uit het vierde lid te schrappen het woord
„desverlangd” en geheel te schrappen art. 12.
De motieven tot dit voorstel komen overeen met die, welke
men leest op bladzijde drie, laatste alinea, van bijlage 111, door
B. en W .toegezonden aan de leden van den Raad.
De heer Boonstra zegt dat de Chr. organisaties van
oordeel zijn dat eigenlijk in het georganiseerd overleg geen
beslissing moet plaats hebben door stemming, het moest zoo
geregeld zijn dat men tot een advies moet kunnen komen zon
der te stemmen; stemt men dan krijgt men een meerderheii
en minderheid en komt deze laatste wat in het gedrang. Maar
practisch zal stemming soms wel noodig zijn, maar in die
stemming moet dan dóór kunnen blijven werken de gedachte
gang van elke persoon die zitting heeft in de commissie. Het
door B. en W. voorgestelde artikel schept dan echter een ver
keerd element in dat overleg, omdat de grootste groepen amb
tenaren bij bepaling der richting der adviezen bij stemming de
kleinere zullen overheerschen. Spr. zal niet zeggen dat d
onbillijk is, maar het bevordert in ieder geval ook niet de goede
gang van zaken. Ook B. en W. vonden eenige bekoring, in het
standpunt der Chr. organisaties, zooals uit de toelichting blijkt,
doch ze hebben ten slotte een ander voorstel gedaan. Spr.
beveelt echter het zijne warm aan.
De heer S ij t e m a vraagt zich af of de heer Boonstra met
dit voorstel wel zal bereiken wat hij bedoelt. Bij de meeste
adviezen zullen wel geen stemmingen noodig zijn, maar er j
In de notulen wordt aangeteekend, dat de heer Hoekstra wenscht
geacht te worden te hebben tegengestemd.
Loonen gemeentepersoneel.
Punt X. Mededeeling van Burgemeester en Wethouders
betreffende de loonen van het gemeente-personeel. (Bij
lage 112; dossierno. X 08.741(7)).
Deze mededeeling van B. en W. vindt men in een
vorige nummers.
Niemand wenscht het woord over dit stuk. De heer Zui
der b a a n wenscht alleen B. en W. dank te brengen voor hun
onderzoek.
Z. h. s. wordt de mededeeling nu
nomen.
Punt XI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
intrekking van het raadsbesluit van 10 October 1927, no.
3 III en tot wijziging der bouwverordening. (Bijlage 113:
dossierno. 1.778.51(1)).
Z. h. s. aangenomen als voorgesteld.
Punt XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van het perceeltje weiland, kadastraal bekenu
gemeente Sneek, Sectie A, no. 2651, gelegen achter de
doodgraverswoning aan de geitenfokvereeniging „Ons
Belang’’. (Bijlage 114; dossierno. X 07.351.32(22)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr.
De heer Smeding zegt dat destijds toen een voetbal-
vereen. een stuk land hier huurde, bepaald werd dat als de
gemeente het land zelf noodig heeft ,de huur eindigt. Moet
die bepaling ook in dit geval niet opgenomen?
De Voorz.: Die staat in dergelijke voorstellen altijd.
Z. h. s. wordt dit voorstel nu aangenomen.
Punt XIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot uitbreiding der wandelwegen bij den Leeuwarderweg
en tot wijziging in verband daarmede van de gemeente-
begrooting voor 1927. (Bijlage 117; dossierno. 1.811.111.
1(10)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr.
Z. h. s. aangenomen als voorgesteld.
Punt XIV. Advies van Burgemeester en Wethouders op
een adres van A. Molenmaker en andere bewoners van de
Ijlsterkade, houdende verzoek om het hek, dat de bestra
ting aldaar afscheidt van het aangrenzende weiland, door
te trekken tot de zoogenaamde Van der Horstbuurt. (Bij
lage 120; dossierno. 1.811.111.2(10)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in een onzer vorige nrs.
De heer Hoekstra vraagt of het wel billijk is dat deze
menschen moeten bijdragen, aan een afscheiding van land dat
door B. en W. verhuurd wordt. Spr. zou voor de huurder
van het land willen dat de gemeente dezg afscheiding maakte,
en betwijfelt of dat wel f 500 moet kosten.
Spr. gelooft dat het niet de helft hoeft te zijn. Spr. stelt
voor tot afscheiding voor gemeenterekening over te gaan.
De heer Sie mensma steunt dit voorstel en meent dat
Oefeningen met gerequireerde paarden.
^Het ligt in het voornemen in Maart 1928
Deventer militaire oefeningen te doen
aen met een aldaar nog te formeeren
Ferve-escadron cavalerie.
jervoor zullen paarden van verschillen-
'^gezetenen gerequireerd worden. De
L-ri n’ d‘e ongeveer twaalf dagen moeten
Laen afgestaan, zullen worden getaxeerd,
vorm behalve de huurprijs vergoeding
pderi,er*een<^ V°°r even^uee'e waardeyer-
Nog een logger vermist.
Seheveningen maakt men zich onge
el i Ver l°t van de bemanning van het
fchin rschip Zeearend SCH 276, welk
i P behoort aan de reederij Maarten Ver-
LJaczn-, aldaar.
it een’ge weken heeft men niets van
L ms^Vernomen’ terwijl ’t bekend is, dat
leeftet laatsten storm de geheele vleet
[r verloren.
L dl b°°rd. bevinden zich dertien man, on-
n 42-jarigen schipper Jan de Bruin.
JIEWE SIEEKER C0Ü3AÏT
De heer Blok antwoordt den heer Hoekstra nog dat B. en
W. met dit voorstel komen krachtens opdracht van den raad.
Spr. gelooft niet dat de noodzakelijkheid van dat overleg hier
dringend is; daar ambtenaren- en werklieden-reglement de
arbeidsvoorwaarden vrij voldoende regelen, maar de raad wilde
dit voorstel en daarom brachten B. en W. het.
Hiermede zijn de algemeene beschouwingen gesloten.
Art. 5.
Recht op vertegenwoordiging.
Om recht te hebben op vertegenwoordiging in de
commissie moet een organisatie:
a. zijn een landelijke vereeniging of een plaatselijke
afdeeling van een landelijke vereeniging, welke tot doel
heeft de belangen van ambtenaren of werklieden der ge
meente te behartigen, inzonderheid wat hun arbeids- en
dienstvoorwaarden betreft;
b. ten minste vier ambtenaren of werklieden in dienst
der gemeente, onder haar leden tellen.
2. Indien het aantal'leden in den loop van een jaar
daalt beneden vier, blijft de desbetreffende organisatie
tot het einde van dat jaar in de commissie vertegenwoor
digd.
3. Burgemeester en Wethouders beoordeelen of de
vereenigingen, welke aanspraak maken op het recht om
aan de samenstelling der commissie mede te werken, vol
doen aan de gestelde voorwaarden.
A Bij art. 5 zegt de heer B oo n s t r a dat de Christelijke organi
saties inderdaad aanvankelijk alleen de landelijke bonden wil
den toelaten, maar men moest ook rekening houden met de
plaatselijke omstandigheden, die hier meebrachten, dat bij toe
passing van dit principe een zeer groote ambtenaren-afdeeling
zou worden uitgesloten van het overleg. Daarom kwamen wij
terug van ons aanvankelijk standpunt en gingen mee met het
voorstel van B. en W. ten deze.
De heer S ij t e m a zegt dat de confessioneele bonden bij
het geven van hun eerste advies reeds wisten dat men deze
groote groep ambtenaren zou uitsluiten, dus hadden de bonden
dan direct die eisch niet moeten stellen.
De Voorz.: B. en W. hebben hun motieven duidelijk uit
eengezet in de stukken; een nadere toelichting is overbodig.
De heer S ij t e m a stelt voor a van art. 5 te lezen als de
afd. Sneek van de Ned. Bond van Overheidspersoneel dat voor
stelt, nl.:
„Om recht te hebben op vertegenwoordiging in de commissie
moet een organisatie zijn een plaatselijke afdeeling van een
algemeene, landelijke vakbond, welke tot doel heeft alle amb
tenaren en/of werklieden, ongeacht hun functie in dienst der
gemeente, te organiseeren ter behartiging hunner belangen, in
zonderheid wat hun arbeids- en dienstvoorwaarden betreft”
De heer Zuider baan steunt dit voorstel.
De heer B o e ij e n g a acht dit voorstel ondemocratisch,
omdat het een deel van het personeel uitsluit van contact met
de overheid. De organisaties zelf moeten maar uitvechten wat de
beste vorm van organisatie is, maar wij moeten het mogelijk
maken dat ieder lid van het personeel door zijn vertegenwoor
diger zijn wenschen kenbaar kan maken.
Het voorstel-S ij t e m a komt in stemming.
Voor de leden De Groot, Zuiderbaan, Smeding, Sijtema en
Breeuwsma; tegen de leden Blok, Nieveen, Potma, Boonstra,
Oppenhuizerft Boeijenga, v. d. Meulen, Siemeusma en Hoekstra.
Met 95 st. is dit voorstel dus verworpen, waarmede het
door B. en W. voorgestelde artikel is aangenomen.
Bij art 6 stelt de heer Zuiderbaan een kleine redactie
wijziging voor, welke door B. en W. wordt overgenomen.
De namen der vertegenwoordigers moeten volgens deze wijzi
ging schriftelijk aan den secretaris der commissie worden mee
gedeeld.
kunnen gevallen zijn dat stemming noodig is. Bij de opstelling
van een advies zullen ongetwijfeld de aangevoerde argumenten
gewicht in de schaal leggen, maar bij verschil van meening zal
toch de stemming moeten beslissen en de grootste groep vormt
toch altijd overal de meerderheid, dat hebben we m de laatste
raadsvergaderingen ook ondervonden: Bij de wethoudersver-
kiezing beslisten niet de argumenten maar de helft plus 1 en
hedenavond zagen we hetzelfde. Bij het voorstel Boonstra zal
men eenvoudig een meerderheid krijgen, bestaande uit een com
binatie van groepen, dan zal dus de meerderheid van het aantal
vereenigingen beslissen, bij het voorstel van B. en W. zal de
meerderheid van het personeel de doorslag krijgen. In het
eerste geval zullen we dikwijls een stemming zien rechts tegen
links en brengen we dus een element dat niet thuis hoort
in het georganiseerd overleg, nl. de politiek daarin. En als toch
een meerderheid moet beslissen, ziet spr. lièver dat men met de
kracht der organisaties, dan met de groepeering der organisa
ties rekening houdt.
De heer Boonstra zegt dat natuurlijk bij stemmingen de
helft plus 1 beslist, doch in deze commissie zouden wij deze
stemmingen liever niet hebben. Toch zal het er in de practijk
toe komen, doch dan moet het zoo dat niet de kracht der orga
nisaties tot uiting komt doch de wijze van groepeering.
De heer Sijtema: Ik kan mij voorstellen dat U dat wil.
De heer Boonstra is blij dat de heer Sijtema toegeeft
dat wij voor de kleine organisaties op de bres moeten staan,
anders worden hun argumenten doodgedrukt, beslist de grootste
organisatie en krijgt men in plaats van het wegen der argumen
ten slechts machtsuiting.
De heer S ij t e m a zegt dat de heer Boonstra openhartig
erkent dat hij de kleine organisaties zooveel mogelijk wil naar
voren brengen. Daardoor verliest dëze spr. de goede lijnen van
het overleg al uit het oog, de confessioneele organisaties, de
kleine, zouden dan op deze wijze de groote, die veel leden
hebben, overheerschen. De confessioneele christelijke zegt
spr. liever niet omdat het gewaagd is jezelf christelijk te noe
men bonden zullen de moderne bond dan overheerschen en
dan haalt men inplaats van de vakbelangen de politieke be
langen in het overleg en spr. gelooft dat dit noodlottig voor
dit overleg zou zijn.
De heer Blok acht dit verschil van meening zeer gering,
of een advies door een meerderheid van het aantal aange
slotenen of door een meerderheid van groepeeringen tot stand
komt, is spr. hetzelfde, omdat het slechts adviezen zijn, die
hun beteekenis moeten ontleenen aan argumenten niet aan
stemmen. Laten wij het met deze redactie maar probeeren, zijn
er fouten in dan kunnen die nadat de practijk ze heeft aange
wezen, verbeterd.
De heer B o o n s tr a wil niet het politieke element in de
commissie van overleg halen. Spr. wil op de bres staan voor
de kleine organisaties in dien zin dat in het overleg de ge
dachte der kleine organisaties dezelfde waarde wordt toege
kend als aan die der groote en spr. ziet uit de bestaande
redactie voortkomen, dat de groote organisaties de argumenten
der kleine niet tot hun recht zullen doen komen. Ook spr. wil
geen politiek in het overleg, dat zou inderdaad noodlottig zijn.
De heer S ij t e m a erkent dat alle gedachten dezelfde waarde
dienen te hebben, maar bij de uitwerking der gedachten in de
praktijk beslist toch altijd de meerderheid, dat geldt overal.
Spr. wil daarom ook hier de redactie van B. en W. handhaven.
De Voorz. zegt dat opdat ook de minderheden in staat
gesteld zullen worden hun opinie naar voren te brengen, de
bepaling in alinea 4 van art. 11 is opgenomen.
De heer Boonstra zegt dat volgens die bepaling de mee
ning der minderheid „desverlangd” in het advies kan vermeld,
spr. meent dat dit „desverlangd” moet vervallen, a 11 ij d heeft
de minderheid recht op de vermelding van haar meening.
De heer B o e ij e n g a steunt het voorstel-Boonstra inzake
het derde lid van art. 11, dat nu in stemming komt.
Voor de leden Potma, Boonstra, Oppenhuizen en Boeijenga;
tegen de leden Nieveen, Smeding, Sijtema, v. d. Meulen, Hoek
stra, Breeuwsma, De Groot, Zuiderbaan en Blok; blanco de
heer Siemensma.
Het amendement-Boonstra is dus verworpen met 94 st.
st. was blanco.
Het voorstel van den heer Boonstra „desverlangd” in alinea
4 te schrappen, vindt geen steun.
en W. voorgesteld wordt alsnu z.
VERGADERING van den RAAD der GEMEENTE SNEEK op
MAANDAG 12 DECEMBER 1927, des avonds 7% uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer Dokkum.
Aan de orde is:
Punt I. Notulen der vergadering van 14 November 1927.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Ingekomen stukken:
Ingekomen zijn:
a. Adres van het Bestuur van den Bond van „Friesche
stoom- en motorvaartbelangen”, houdende verzoek om
verlaging van bruggelden en andere heffingen, welke druk
ken op het schippersbedrijf. (1.811.112(2)).
Op voorstel van B. en W. afwijzend beschikt met het oog
op de loopende pachtcontracten, doch te zijner tijd zal op het
adres worden gelet.
b. Adres van het Hoofdbestuur van de Koninklijke Ne-
derlandsche Politiehondvereeniging, houdende verzoek om
toetreding der gemeente als begunstiger dier Vereeniging.
(V 07.353(1)).
Z. h. s. afwijzend beschikt.
c. Adres van de besturen der afdeeling „Sneek” van den
Ned. bond van personeel in overheidsdienst en van den
Centralen Nederlandschen Ambtenaarsbond, houdende ver
zoek het ontwerp der Verordening tot regeling van het
georganiseerd overleg te aanvaarden met deze wijziging,
dat in de te vormen commissie alleen vertegenwoordigd
kunnen zijn de landelijke algemeene vakbonden. (X 08.
172(1)).
Dit adres wordt behandeld bij punt 9 der agenda.
Punt 111. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een armvoogd. (Bijlage 115; dos
sierno. VI 07.58(1)).
De voordracht vindt men in ons vorig nummer.
De heer S. R. Piersma, no. 1 der aanbeveling, wordt benoemd
met 8 st; de heer W. Nauta, no. 2, had 6 st.
Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een geneeskundige voor de armen
verzorging. (Bijlage 116; dossierno. 208).
De aanbeveling vindt men in ons vorig no.
De aanbevolene, dr. J. K. W. Kehrer, wordt met alg. (14) st.
benoemd.
Punt V. Aanbeveling van Regenten van het Old Burger
Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat College.
(Bijlage 118; dossierno. 1.842.73(16)).
De aanbeveling vindt men in ons vorig no.
Bij eerste stemming verwerven de h.h. J. Schijfsma en H. W.
Bos, de aanbevolenen, resp. 6 en 1 st, de heer IJ. P. Veldhuis
7 st. De tweede vrije stemming geeft hetzelfde resultaat en er
moet dus herstemming plaats hebben tusschen de h.h. Schijf
sma en Veldhuis. De eerste verwerft 6, de laatste 8 st, zoodat
de heer Veldhuis gekozen wordt
Punt VI. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium
voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage
119; dossierno. 1.851.33.02.7-2(1)).
De aanbeveling vindt men in oils vorig nr.
De aanbevolenen de h.h. Dr. H. Klein (aftr.) en A. J. v. d.
Sluis, verwerven resp. 6 en geen stemmen, de heer ds. H. W.
te Winkel 7 st, de heer Hoekstra 1 st De tweede vrije
stemming geeft dr. Klein en ds. Te Winkel beide 7 st; de
herstemming brengt hetzelfde resultaat, waarna met het lot
benoemd wordt verklaard de heer ds. Te Winkel.
Punt VII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van 3 leden van de commissie voor
de lichamelijke opvoeding. (Bijlage 124; dossierno. 1.855.
3(6)).
De aanbeveling vindt men in ons vorig no.
In de vacature-F. Brinkman wordt de aftredende herbenoemd
met alg. (14) st.; in de vacature-dr. H. Klein de aftredende met
alg. (14) st; in de vacature-M. Wierstra de aftredende met
alg. (14) st.
Punt VIII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethou
ders voor de benoeming van 2 leden der Commissie van
Toezicht op het Lager Onderwijs. (Bijlage 125; dossier
no. 1.851.2.02.7-2(1)).
De aanbeveling vindt men in ons vorig no.
In de vacature-K. Edel, die niet weer in aanmerking wenscht
te komen, vereenigen de beide aanbevolenen, de h.h. W. Schuil
en Joh. Schijfsma ieder 7 st. op zich; bij tweede vrije st. wordt
de heer Schijfsma met 8 st gekozen; de heer Schuil had 6 st.
In de vacature-R. Frank wordt herbenoemd de aftredende met
alg. (14) st.