1927 IS WEER V00RB1ES
Hnkkerij BttNDEMGH S Cl. - SlffllK
Drukktrij B8AN0ENBUSGHCo. - SHElh
Beroemde mannen uit Snoek.
Icliil Orini hi liainti hut
▼•nekfni
NIEUWSTIJDINGEN.
NIEUWJAAR
Geen reclame zoo goed, als DIRECTE reclame!
Oil No. bestaat nit 5 Bladen.
-1>
=□=-
Eerste Blari
■nn«x SHEERER COURANT an WVMBRITSERADEEL
V
KIEZE «BINK Co.,
«nnax SNEEKER COURANT an WVMBRITSERAOEEL
1®
No. ST
uitgave KIEZEBR1NK Co.
ZATERDAG SI DECEMBER ISST
F<1 e f 1 f
vermoedelijk
De moord te Culemborg.
A. H.
T
Necia dat een huwelijk met Meade onmoge
lijk is geworden en zij vertrekt met Ben-
Bioscoopnieuws.
eerste hoofdnummer
De Uitgevers
KIEZEBRINK Co.
F
□I>iDAG8« VRUDAÖHAV®5TDS
nttirarvMn
•w
L. S.
Wij berichten hiermede dat onze over
eenkomst met de Hollandsche Algemeene
Verzekeringsbank met ingang van 1 Jan.
1928 een einde heeft genomen, zoodat de
gratis verzekering verbonden aan de
Nieuwe Sneeker Courant, met ingang van
dien datum is vervallen.
vestigt zich onder den naam van John Gale
is, ontmoet zij daar luitenant Meade Burrel
en zij krijgen elkaar lief, doch de halfbloed
Don derdag 5 Jan. 8 uur. Harmonie. P°leor} Doret bemint Necia ook. Kapitein
Timmerman, altzangeres, mej. Lieii de jong, Pen en herkent Necia direct als zijn dochter,
De Tel. heeft ten huize van den verdedi
ger, Mr. Roobol, een onderhoud gehad met
Sweris, de in vrijheid gestelde verdachte.
Ik zat zoo tegen een uur of 12 in de
cel te lezen, toen er een ambtenaar van het
Huis van Bewaring binnenkwam, zoo ver
telde hij. „Ik feliciteer u,” zeide de ambte-
raar. „U wordt direct in vrijheid gesteld."
Hè, antwoordde ik, dat valt me tenminste
aen paar dagen mee, want dat ik vrij zou
komen, daar was ik vast van overtuigd. Mr.
Roobol heeft me dat trouwens ook al ver
zekerd, toen hij eenigen tijd de zaak in han-
ien had. Vandaar ook de uiting van dezen
idvocaat tijdens de zitting voor het Hof:
„die menschen krijgen de boeien niet meer
om.”
En straks,vervolgde Sweris, over een uur
tje, ga ik weer naar huis in Tricht, naar
mijn vrouw en mijn beide kindeen en naar
mijn zaken. Ik heb nl. een fietsenzaak en
een metaalbedrijf, die nu natuurlijk zoo goed
als verloopen zijn. Maar ja, ’t voornaamste
is, dat ik weer vrij ben en, vervolgde hij
aangedaan, dat heb ik te danken aan Mr.
Roobol, die alles voor mij heeft gedaan en
dag en nacht voor mij in de weer is ge
weest.
Hoe was uw verblijf in de cel?
Ja, mijnheer, in Tiel was ’f niet erg
schitterend, erg klein, maar hier in Arnhem
was de afmeting wat grooter. Het ergste
was echter, het steeds maar weer wachten
op de oproeping, wanneer de zaak behan
deld zou worden. Twee jaar bijna heb ik
in die ontzettende spanning gezeten. Mijn
gezondheid heeft er dan ook danig onder
geleden. De laatste maanden mocht ik niets
dan pap en wittebrood eten en ’s middags
wat rijst met melk. Sinds kort heb ik op
last van den dokter een andere cel gekregen,
een die wat warmer was.
Hoe jammer echter, dat P. Cornelius van al deze moeiten
niet de gewenschte vruchten heeft mogen plukken, dat hen.
ook in het Leeuwarder klooster geen rust meer beschorei
was op deze aarde. Misschien nog voordat zijn kamei
afgetimmerd was, zal hij zijn bezweken, op den 14der.
September 1534. Hij stierf als een echte geloofsheld, bid
dende voor zijn tegenstanders, dankende allen, die hem
in zijn moeilijkste levensjaren tot een hechten steun en
rijken zegen waren geweest. Hij verzocht in zijn stervens-
ure nog aan zijn vriend en reisgenoot om 88 goudguldem
af te zonderen voor zielmissen en ten behoeve van de
armen.
Overigens ging de pelgrim over naar betere gewesten
als een arme naar de wereld, die alleen rijk was in zijt.
God. Immers toen den 15en October de Leeuwarder notaris
Martinus Reytzenn in het klooster kwam, om in bijwezer.
van den prior, den procurator en de seniores den inventaris
van des overledenen nalatenschap op te maken, wees deze
slechts uit een 107-tal boeken en niets meer, of het moest
zijn een afdruk van het oorspronkelijk priorszegel. Doel
die boekenlijst is juist voor ons van groot belang, nl. ter
aanzien onzer kennis van den aard der geschriften, dooi
P. Cornelius bewerkt of geraadpleegd in zijn polemiek met
Luther en diens vrienden of aanhangers. Immers daarin
komen titels voor van werkjes, door den Sneeker patei
rechtstreeks aan het adres van Luther gericht, terwijl ook
overigens kan blijken, dat zijn arsenaal een groote hoeveel
heid wapentuig tegen de nieuwe beweging bevatte. De
volgende titels noemen we ten bewijze:
Item diversa opuscula contra Lutheruus. (Verschillende
werkjes tegen Luther).
Sectarum errores. (Dwalingen der secten.)
Anti-Lutherus. (Luther weerlegd.)
Er waren strijdschriften bij van den bekenden Katho
lieken geleerde en apologeet, die van Karel V de opdracht
kreeg, om een weerlegging van de bekende Augsburgsche
confessie uit te geven en die onder den naam van Cochlaeus
met zijn anti-Luthersche geestverwanten Eek en Johannes
Faber bij deskundigen wel bekend is. Er waren verweer
schriften, polemieken, geleerde exegetische protesten onder
tegen Philippus Melanchton zoowel als tegen Luther zelf
van allerlei herkomst, doch die den bezitter er van stem
pelden tot een der gedegenste bestrijders der Hervorming,
man van de contra-reformatie, welke echter voorloopig
meer terrein verloren dan gewonnen had. Zijn priorszegel
gaf van dien feilen kamp, niet ingezet om persoonlijk
belang of eer, doch om wat ieder voor zich de Hoogste
Waarheid en de Ware Kerk achtte, gestreden tot de laatste
levensstonde toe, een getrouw en tevens treffend beeld:
de kruisdragende Christus onder een Gothisch baldakijn,
het groote en lichtende Voorbeeld voor een ieder, die om
Zijnentwille zich zelven verloochent, lijden en strijden kan,
een offer weet te brengen. Het randschrift daarin „S.
Cornelii de Snek, vicarii congrega, holladio ord. predic.”
herinnert nog aan den tijd, toen de Sneeker Pater in de
Noordduitsche landen zijn vicariaat over de Dominicanen
kloosters der Hollandsche congregatie waarnam.
Zoo heb ik U, hoewel nog zeer onvolledig, het levens
beeld geschetst van een Frieschen Katholieken geleerde,
theoloog, kloosterling, die uit de Sneeker environs werd
geroepen naar de Duitsche landen, om daar zijn zending
in dienst van Zijn Koning en Kerk te volbrengen, dat deed
op een bewonderenswaardige wijze in een tijdsbestek vol
onrust, evolutie en revolutie en wiens lichtend voorbeeld
gelijkelijk aan Katholieken en Protestanten respect af
dwingt. Yndied, in eale Fries om utens!
Breda.
op het moment dat we het beleefden. Wat
toen een verpletterend verdriet of een on
peilbaar geluk scheen, het is nu misschien
meer tot zijn ware afmetingen terug ge
bracht. Nu het achter ons ligt, weten we
weer dat een zwaar verdriet doorworsteld
kan, dat een groot geluk vervluchtigt. We
hebben dan weer een les uit het boek der
levenswijsheid gerepeteerd en er opnieuw
ingeprent, we hebben weer een oogenblik ’t
betrekkelijke van alle leed en geluk op deze
aarde beseft. We weten weer dat niet geluk
en leed het leven zelf zijn, dat dat leven
misschien meer gevormd wordt door de
wijze waarop wij het leed ondergaan, de
vreugde genieten, dan door vreugde en leed
zelve. En met deze wetenschap naderen we
misschien dichter de zin van het leven, waar
over het goed is zoo bij zoo’n halte in ons
al maar voortijlend leven eens even te pein
zen, even maar, tot we weer voortgerukt
worden, verder door het ons nu nog onbe
kende
1
Koeien door electr. stroom gedood.
Dinsdagmorgen omstreeks half 11 stierf
te Woensel bij den landbouwer J. v. d. Vel
den plotseling een koe, zonder vooraf ziek
teverschijnselen te hebben vertoond. De die
renarts kon aan het dier ook geen teekenen
binden, die wezen op een bepaalde ziekte.
In het begin van den avond stierf er weer
sen koe; nu in het bijzijn van den eigenaar
ran der Velden en enkele andere personen.
In allerijl werd de dierenarts telefonisch ont
boden. Deze, de heer H. A. Pulles, en zijn
assistent, de dierenarts Van der Graaf, wa
ren spoedig aanwezig. Terwijl zij nog bezig
varen met hun onderzoek, werd onverwacht
iet raadsel opgelost. Onder hevig geloei
aegonnen de overige negen koeien plotse-
ing te vallen of te springen, zoodat er een
;roote consternatie in den stal ontstond. Dit
tuurde ongeveer een minuut; daarna wer-
len de dieren direct weer kalm. Maar er
Heek weer één stervende te zijn, die na
mkele minuten dood was.
Men kwam nu tot de overtuiging, aldus de
V. Rt. Ct„ dat er een electrische stroom
loor de dieren was gegaan. Hoe dit moge-
ijk geweest is, is nog niet opgehelderd.
-Vel was er een stoornis in de stalverlich-
ing, hoe de electrische stroom op de ijzeren
stalpalen, waaraan de koeien door middel
-an een ijzeren ketting om den hals vast-
;ebonden stonden, gekomen is, kon nog niet
'erklaard worden.
De dierenartsen hebben
'root gevaar geloopen.
Friesch vee naar het buitenland.
Door bemiddeling van den heer K. J. Kti-
serus te Beetgumermolen zijn, zoo meldt de
.eeuw. Ct., met de Edam 25 drachtige vaar-
:en en vier Saanen-bokken verzonden naar
Aexico. De collectie is bestemd voor de
boerderij van den president van Mexico, den
leer Calles, die persoonlijk den heer Kupe-
us bij een vorig bezoek aan Mexico de op-
Iracht tot vee-aankoop gaf.
Voorts zijn nog 2 vaarzen en een stier
laar Brazilië verzonden.
PATER CORNELIUS VAN SNEEK.
Hl- Pater Cornelius als apologeet terug naar Friesland.
Zijn zending volbracht.
nett op z’n schip. Gale is in een gevecht met
Bennett al gewond en nu begeven Poleon
en Meade zich naar het strand, waar zij
Bennett’s schip door het ijs bedreigd zien.
Dwars over de ijsschotsen bereiken zij het
schip en weten Necia na een hevig gevecht
van boord te halen. Eenige oogenblikken
later zinkt het schip met Bennett in de
diepte. Meade en Necia worden een gelukkig
paar.
In het tweede gedeelte van de week wordt
als hoofdnr. gegeven „De Lijfeigene van den
Czaar”, een stuk dat speelt onder de regee-
ring van Iwan de Verschrikkelijke.
De Bioscoop bij de Waag draait
tot en met Zondag een der beste films van
Harry Piel, waarin deze de rol van sensatie-
journalist creëert. Men begrijpt dat dit een
succesrol voor deze Duitsche artist is.
Van Maandag af gaat in deze bioscoop
„Je meent het?” naar een succesvol tooneel-
stuk van dezen naam.
Gevonden voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 29 en 30
Dec. 1927: lorgnet in étui, O. Weissenbach,
I Groote Kerkstraat 16; parapluie, C. van
Oostenrijk, le Oppenhuizerdw.str. 5; bruine
handschoen, G. v. d. Berg, le Selfhelpstr. 3;
mesje, H. de Vries, le Steenklipstraat 20;
huissleutel, P. Schurer, Franekervaart; huis
sleutel, J. Batstra, Swartsbuurt 6.
Gewetensgeld.
Bij den inspecteur der directe belastingen
2e afd. alhier is van een onbekende f 80 ge
wetensgeld ontvangen, ter voldoening van
te weinig betaalde belastingen over vorige
jaren.
Zondagsschool Ned. Protestantenbond.
Deze Zondagsschool hervat de lessen
Zondag 8 Januari 12'/2 uur.
Dr. A. C. Antusch. f
Woensdagmiddag is tijdens ’n wandeling
in zijn woonplaats, Bergen, plotseling over
leden dr. A. C. Antusch, sedert vele jaren
directeur van de R. H. B. S. te Alkmaar.
Een paar jaar geleden, bij het 50-jarig
jubileum van de school, was dr. Antusch be
noemd tot officier in de Orde van Oranje-
Nassau.
Oud-leerlingen der H. B. S. alhier zullen
zich den heer Antusch, die geruimen tijd, in
de eerste jaren na 1900 als opvolger van dr.
Diehl, directeur was dezer inrichting, onge
twijfeld nog herinneren.
Jubileum.
Woensdagavond had de 50ste begroo-
tingszitting van den Amsterdamschen raad
plaats. Bij het begin heeft de voorzitter, bur
gemeester de Vlugt hieraan herinnerd en
geconstateerd, dat de raad hiermede een
record op zijn naam heeft gevestigd.
De eerste spreker, de heer F. van Meurs,
heeft daarna den burgemeester gehuldigd
voor diens correcte leiding tijdens alle 50
zittingen.
Later werd een mand bloemen binnen
gebracht.
44» JAARQAEG
Abonnementper jaar f 2.50 fr p.p.
post f 3.60.
Advertentieën0 cl p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiên worden tevens gratis ge
plaatst m uc óNEEKER COURANT
1- enz.
.11- De Bouwverordening der gemeente Sneek in dien
2111 te wijzigen, dat het bepaalde onder artikel 73 vervalt
Cn wordt vervangen door:
„Met het opsporen van de overtredingen en het toezicht
"P de nakoming van die bepalingen dezer verordening,
oie niet op de Woningwet, doch op artikel 135 der Ge
meentewet gegrond zijn, zijn behalve de daarvoor in het
wetboek van Strafvordering aangewezen personen belast
e gemeente-architect en de opzichters bij het bureau van
gemeentewerken, de ambtenaren en beambten der gemeen-
e-pohtie en de directeur der gemeente-reiniging.”
1927 US vastgesteld in de vergadering van 12 December
F. BLOK, 'l.-B., Voorzitter.
S. BIJLSMA, loco-Secretaris.
Z|jnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
an Friesland volgens hun bericht van den 21sten Decem-
er 1927, no. 61, le afdeeling B, in afschrift medegedeeld,
tm is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort,
Den 31 sten December 1927.
De Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. J. DE HOOP, Burgemeester.
P. SIKKES, Secretaris.
NwrwwMi'WMijliMW!i»MTOirji).i>„i,iHMMSMNnMMni
der kerk, totdat hij noodgedwongen tegen het einde van
'dit jaar of in ’t begin van 1534 hier het stof van zijn
voeten schudde en naar het eenig overgebleven klooster
zijner orde in het nabijgelegen Wismar vertrok.
We leiden dit af uit een zijner brieven, gericht aan
den in Rostock achtergebleven ordegenoot, P. Hermannus
Otto, een zijner sibste vrienden, die later ook met hem
naar Friesland vertrok. Deze brief van 7 April 1534 heeft
veel historische waarde, wijl P. Cornelius daarin van uit
Wismar vertelde, hoe hij van alle windstreken berichten
had ontvangen over de vervolgingen, waaraan speciaal
ae Dominicanen in de Duitsche landen blootstonden. Zij
werden door het grauw opgejaagd van plaats tot plaats,
waren nergens veilig, terwijl hun kloosters gesaeculari-
seerd werden. Zij hadden alles verloren, werden het land
uitgebannen, terwijl sommigen hunner zelfs met de vun-
zigste kerkerholen en gruwelijkste straffen kennis maak
ten. Dat alles gebeurde in een tijd, toen hier te lande de
eerste bloedgetuigen en martelaars der Hervormden van
wege de Katholieke regeering en een hun vijandig gezinde
kerkehjke overheid naar den brandstapel of het schavot
werden geleid. Wel mogen we zeggen: hooggeroemde
godsdienstvrijheid, een waarlijk onwaardeerbaar erfdeel
onzer vaderen!
Evenwel, ook in Wismar werd P. Cornelius geen lange
tijd van rust en meditatie gegund. Ook hier drong de
Hervorming langzaam maar zeker door, zoodat ten slotte
de kerken, kloosters en gasthuizen werden geconfisqueerd.
Opnieuw moest hij nu om een ander heenkomen zoeken.
Waarheen thans zijn schreden te wenden? Tenslotte be
sloot hij naar zijn oude vaderland terug te keeren. Hij
wist, dat in Friesland en de andere gewesten de Katho
lieke godsdienst nog de heerschende was, dat deze den
steun en de bescherming van den machtigen Karel V als
heer der meeste Nederlanden genoot en dat hij onder
diens régime in het oude klooster te Leeuwarden zijn
laatste levensdagen met meer gerustheid, met beter geeste
lijke en zedelijke voldoening zou kunnen doorbrengen dan
op deze wijze als balling ’s lands en zwerveling van de
eene stad naar de andere te worden verdreven. Boven
dien bracht zijn lichamelijke gesteldheid mee, dat hij die
vurig begeerde rust dringend noodig had.
Zoo ontving Friesland in den zomer van 1534 een zijner
edelste zonen in de gestalte van een afgeleefden grijsaard
terug, iemand die in het Oosten zijn zending volbracht
had, doch als een gebroken, ontmoedigd, gedesillusion-
neerd mensch naar het Westen was teruggekeerd. Aan
zijn heimwee naar het oude land zijner droomen, naar
de geliefde stichting der Cammingha’s tusschen Oude
Gracht, Schoenmakersperk en kerk van Nyehove, waar
heden ten dage de Groote of St. Jacobskerk met hare
massieve statuur en markante omtrekken de herinnering
bewaart aan vroegere glorie, aan dit heimnisvol verlangen,
van den vergrijsden pater was door de Oppermacht vol
daan. Het was voor P. Cornelius een klein weinigje zon
neschijn in den grauwen nevel zijns levensavonds.
Hoogstwaarschijnlijk kwam P. Cornelius op Frieschen:
bodem terug in gezelschap van zijn bovengenoemde orde
genoot, P. Hermannus Otto. Immers door diens tusschen-
komst werd aan den Leeuwarder prior, P. Danckquardf
van lerseken, eenig goudgeld toegeteld, om daarvoor
ten behoeve van „Dockter Cornelius te tymmeren” een
kamer. Ook gelukte het dien later, om een klein getal
boeken, handschriften en sieraden te redden tijdens de
destructie des kloosters en deze kostbaarheden mee te-
nemen, gelijk blijkt uit een archiefstuk, afgedrukt bij Dr..
Schröder, Kirchengeschichte des evangelischen Mecklen-
burgs”.
Een jaar is weer voorbij; in den jachten
den gang van het hedendaagsche leven zet
ten we ons om ons even te bezinnen op wat
we in 1927 beleefden. Tenminste de meesten
onzer, er zijn maar weinigen die het niet
doen en doorjachten, omdat ze aan een
terugblik geen behoefte hebben of beweren
te hebben. Maar met de meesten zal het wel
gaan als met hen, die voor goed hun ge- I
boortestreek verlaten, en als de trein hen
wegvoert, blij zijn als aan een halte even ge
stopt wordt; een laatste blik gaat dan over
alles wat daarbuiten is, over al het goede
bekende om het beeld van het zoo bevriende
landschap nog eens in zich op te nemen tot
aanstonds de trein hen weer voortrukt uit
dit bekende naar het verre onbekende.
Als op zoo’n reis, hecht zich nu, nu we
op onze reis door het leven aan een jaar
wisseling zijn, aan een halte dus, onze blik
ook nog eens aan wat daar achter ons ligt.
Nog eens toeven onze gedachten bij wat we
in zoo’n jaar hebben ondervonden, nog eens
gaat onze blik over het bekende, dat we
nimmer meer zullen aanschouwen, omdat
er van onze reis geen terugkeer mogelijk is.
Is het wel de moeite zoo’n terugblik, wil
len we maar niet doen als hij die nooit om
ziet, altijd voortijlt, tot hij er hijgend bij
neervalt? Dat ware de vlucht voor ons zelf.
Zullen we dan geen oogenblik van bezinning
kennen op onze sneltreinvaart door het
leven, de bezinning die rust geeft te midden
van het levensgewoel?
I Laten we toch een oogenblik terugzien,
Mnu, wat er in 1927 geschiedde, nog zoo dicht
I achter ons ligt, ons nog zoo bekend is, zoo-
flat we het zoo goed kunnen herkennen, het
misschien in beter verhoudingen zien dan
Geda ?>pte Paortezj eiheek Kleinzaad Telef.
die desgewenscht de geheele reclame-campagne iW®
voor U regelt
ZliT GE TEVR DEN OVER DE RESUL
TATEN, DIE HET U IN ZA<EN BRACHT
Zoo niet, kan dan de schuld ook liggen aan de
wijze waarop ge tot nu toe reclame hebt
gemaakt Is het dan niet gewenscht eens
nieuwe wegen te zoeken
De kosten daaraan verbonden vallen erg mee
en worden nog belangrijk minder nu met
1 Februari porto-verlaging voor drukwerk zal
worden ingevoerd. Zorgt, dat ge de voor-
deelen der DIRECTE reclame ook voor Uw
zaak benut en wendt U om inlichtingen tot
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK
floen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne
vergadering van 12 December 1927 is vastgesteld de vol
gende verordening:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
«d. 8 November 1927, no. 1.778.51(1);
BESLUIT:
R.-K. Leesbibliotheek St. Martinus.
Deze bibliotheek is morgen Zondag 1 als handelaar in Alaska. Als Necia 17 jaar
Januari gesloten.
Aankondigingen.
Kunstavond I. v. A. O. Mevr. Waihout— Dennett komt intusschen weer op de prop-
hoewel John Gale beweert dat het kind van
den kapitein al jaren dood is en Necia zijn
eigen kind is. Bennett doet alsof hij dit ge-
De Amicitia Bfoscoop brengt als Iooft> doch wacht zijn kans af. Die komt als
rctc hoGfd..u.I.,„vl- „De Slagboom”. De Meade en Necia samen van de goudvelden
Indiaansche vrouw van den ruwen zeekapi- terugkeeren, waar zij claims in bezit heb-
tein Stark Bennett, krijgt aan boord een ben genomen. Meade heeft Necia tot vrouw
ongeluk en stuurman John Gaylord belooft gevraagd, maar als ze thuis komen, vertelt
de stervende haar dochtertje buiten de in- i de wraakzuchtige Bennett dat ze zijn doch-
vloed van Bennett op te voeden. Gaylord ter en een halfbloed is. Om dit laatste voelt
vlucht van boord met de kleine Necia en XT"":" u““"'1
B;?0°r den omkeer in het kerkelijke werd het Pater
M/nellus on de hem getrouwen op den duur onmogelijk
Rlihaa^i ?n hot Dominicanen klooster van Rostock te
Kn m*1- hhj moest het eindelijk opgeven, toen ook de Raad
Magistraat der stad naar het kamp der Lutheranen
Kef Dat beteekende de officieele ondergang van
Kr Ka“10,i.cisme, verdrijving der monniken uit hun kloos-
Kz °Ptieffing van dit klooster zelf en gewijzigde bestem-
g daarvan. Slechts een enkel stuk is bewaard gebleven,
KérHVan die veranderde orde van zaken en omtrent de
Ki ii I(jtgevallen van P. Cornelius eenig blijk geeft. Dat
Kl 'u' v11* 1533 n°g te Rostock in het klooster verbleef,
KrLr Ul^ een oorkonde, waarop zijn handschrift en auto-
Krior’ "ta'atuur e- d. alsvolgt: Conventus Rostochensis
ilDrin ac ‘n natione orientali provinciae Saxoniae vicarius
KanpJr Van het klooster te Rostock en vicarius der Domini-
Kj: n van het oostelijk deel der Saksische provincie).
Mjj. cheen toen nog in de stilte zijner cel God te dienen
de inspraak van zijn geweten en volgens de leer
I
tl« Ak
n
^^K
ui 1Z.U1vi vOj Xllvj. LHvil UC J
declamatrice, de heer P. Bos, pianist.
3IEUWE SIEEKER COUEAÏI
-
-_L
E*