u
lek
Historisch Allerlei uit en over Oud Sneeh.
Dit No. bestaat uit 3 Bladen.
Nieuwstijdingen.
op
Qffkiiii Organ iir lniiUi huk.
KIEZE BRINK Co.,
Eerste Blad
No. 35
a*
m
n het
ij ons
A. H.
•et U
och
ren
>1
len
niet
30 jaar lang is, als het derde deel der Op-
standigen aanvangt, Lize Wijsman dokter
geweest. De groote verandering heeft zich
daartoe gekozen; wat zij echter in het twee
de deel van de „Opstandigen”, omstreeks
1870 spelend, verkondigt, is hetzelfde
waarvoor Mina Kruseman streed, nl. de
vrouw meer onafhankelijk te maken.
Nicolaas Beets had zich in 1872 geuit
over de kwestie der vrouwen-emancipatie en
o. a. gezegd dat het nog wel wat zou duren
voor de vrouw op de collegebanken zat. Zijn
voltrokken, velerlei ambten zijn de vrouw
geopend, het meisje-studente is een gewoon
verschijnsel geworden, meisjes en jongens
bezoeken dezelfde school enz. De strijd,
door de pioniersters met enthousiasme ge
streden, is gewonnen, vergeten we dat niet
als we nu deze pioniersters wel eens wat
blauwkousachtig vinden. Dr. Lize Wijsman
heeft haar ontslag genomen en heeft haar
intrek genomen bij een nieuw geslacht der
Coornvelds, Steven Coornveld is een zeer
modern man, zijn vrouw, advocaat en Ka
merlid, een niet minder moderne vrouw, met
zes zeer vooruitstrevende kinderen. Het ge
zin, dat hier beschreven wordt, moge als
type hier in het Noorden nog niet gelden, in
Den Haag en andere groote steden van Hol
land vindt men het niets vreemds en zijn er
tal van analoge gevallen; spr. gelooft dan
ook niet dat zij het los worden van het ge
zinsleven, het gemakkelijk opnemen van een
scheiding enz. voor dezen tijd overdreven
heeft geteekend. Dr. Lize ontdekt nu, dat
zij, die altijd aan de kant van het moderne
gestaan heeft, niet meer bij is, het jongere
geslacht is haar vooruit geijld en doet haar
twijfelen of dat, waarvoor zij gevochten
heeft, de strijd wel waard is geweest. Die
twijfel ontstaat mede als Elly bij haar haar
hart komt uitstorten. Elly is de eenige doch
ter uit dit gezin, die niet brillant is, niet mo
dern voelt, geen andere roeping heeft dan ’n
gewone vrouw te zijn en goede moeder voor
haar kinderen. Haar verloofde verwacht
van haar echter kameraadschap en hulp in
z’n werk, en dan ontstaat juist het conflict
bij Elly, die het leven in het ouderlijk gezin
ten voorbeeld nemend, geen buiten het gezin
werkende vrouw wil zijn. Spr. leest het
fragment uit het derde deel, waarin het on
derhoud tusschen tante Wijsman en nicht
Elly wordt beschreven, en waarin tante
Wijsman tenslotte constateert dat altijd het
jonge geslacht weer vijandig staat tegen
over het oudere, dat het altijd weer wat
anders wil dan het voorgaande. In Elly
schijnt dit jonge geslacht der vrouwen weer
terug te willen naar onderwerping, om een
geluk te winnen, dat zich niet door het vol
gen van bepaalde principes laat dwingen,
niet aan formules gebonden is.
Spr. komt tot een besluit. Het laatste
deel der Opstandigen is pessimistisch ge
tint. Het moet dat zijn; zien we om ons dan
was 1
toen wel werd geacht.
maken, want zak- of kleedgeld kregen de
dochters in dien tijd niet de ouders koch
ten alles voor de kinderen, vaak eens per
jaar op de kermis.
Geschokt in haar geloof in de liefde en in
de mannen verlaat Marie Elisabeth dit ty
pisch Hollandsche gezin uit 1840, waarin de
vader de tyran was. Jaren later ontmoeten
we haar weer, de strijd voor de onafhanke
lijkheid van de vrouw voerend en uitgekre
ten als een blauwkous.
In tegenstelling met 1840 beleefde men in
1870 een periode van welvaart, de loonen
absoluut de baas, voelde het min of meer waren voorts laag, zoodat in de gezinnen
gen, als vertegenwoordiger van God be- ceerden wat, enz. In het buitenland gistte
het echter reeds, er was een sociaal mee
voelen ontstaan, vooral de vrouwen was
opgevallen het groote verschil tusschen rijk
en arm, zij voelden de ontzaglijke onrecht
vaardigheid van de groote ellende naast de
grootste rijkdom, zij wilden sociaal werk
zaam zijn, en tegelijkertijd werd de strijd
leus van de gelijkheid der seksen aange
heven. Stuart Mill’s „The Subjection of Wo
men” was pas verschenen. In Toynbee-
werk en dergelijke zocht de vrouw een be
zigheid. In Engeland wierp Florence Night
ingale zich op het verpleegsterswerk in de
hospitalen; men vond het onvrouwelijk en
jacht naar sensatie maken, maar keeren
geeringen van vele landen zijn voorgegaan in het tot stand
brengen van betere communicatie-middelen, waarbij ten
slotte de geheele gemeenschap in cultureel en economisch
opzicht is gebaat. Dit zou nog verder kunnen blijken, als
we een ietwat gedetailleerde beschrijving konden geven
van de Agence Havas, voortgekomen uit de Parijsche Cor
respondence Garnier, de berichtendienst van Reuter en
Wolff, met daarnaast de overige groote wereldbureaux als
Associated Press, Norsk-Telegrambureau (Christiania),
Agenzia Stefani (Rome), Agentura Fabra (Spanje), Swei-
zerische Depeschen-Agentur (Zwitserland), Agence Bul-
gare, Agence Constantinople, of de nieuwe Belga (België),
Kipa en Ufa (Katholieke bureaux). Een mooi voorbeeld
van koloniale agentschappen is nog onze Oostindische
Aneta (Algem. Nieuws- en Telegraafagentschap), tien
jaar geleden opgericht te Weltevreden, met bijkantoor in
Den Haag, voor onze koloniën het eenige persbureau.
Doch ik heb misschien reeds te veel van Uw geduld
gevorderd, om wat te vernemen over den berichtendienst
van ons Sneeker periodiekje. Dat ging in dien tijd aldus
in zijn werk. Menschen, die zich toevallig of wegens zaken
in een of ander land bevonden, schreven dikwijls vandaar
kijk was nog typisch ouderwetsch, de eenige
mogelijkheid voor de vrouw zag hij in het
zich wijden aan het huisgezin, al begreep
hij dat een ontwikkelde, in het werk van
haar man belangstellende vrouw het huwe
lijksgeluk te goede kon komen. De dorst
naar vrijheid en onafhankelijkheid van de
vrouw vond hij iets onnatuurlijks, een uit
was van den tijd; vrouw en man waren twee
ineengeslagen handen, de man de rechter,
de vrouw de linker. Spr. laat in haar boek
Beets te Leiden optreden met deze rede, en
daar Marie Elisabeth Sylvain hem de vraag
stellen, wat er dan van die duizenden linker
handen moest worden, waarnaar zich geen
rechter uitstrekt. Het publiek is zeer veront
waardigd; alleen ’n jong meisje, Lize Wijs
man, de dochter van Keejetje Coornveld, die
door haar vader tot een huwelijk met Dr.
Wijsman gedwongen werd, staat aan haar
zijde. Door haar komt Marie Elisabeth nu
met het jonge geslacht der Coornvelds in
aanraking en dringen haar gedachten, dat
het meisje moet werken en niet stil op een
man moet blijven wachten, in die kring door.
Die gedachten gaan er bij Lize Wijsman het
best in, zij wil voor dokter studeeren, haar
vader wil dat niet, maar het groote verschil
met 1840 is wel dat nu de dochter zich niet
meer bij de wil haars vaders neerlegt, al
heeft zij er verdriet van, zij zet haar wil
door en het opmerkelijke is dat de moeder,
Keejetje, de meest dociele van de dochters
van den ouden Coornveld, in haar lange hu
welijk van onderwerping heeft leeren besef
fen, dat de ouders niet het recht hebben de
kinderen te dwingen; zij vindt de keuze
van Lize naar, doch bidt God haar weg te
zegenen en steunt haar. In haar wordt wel
gedemonstreerd de groott vooruitgang der
gedachten van 1840 tot 1870, ook al vraagt
dr. Wijsman z’n dochter nog, als deze haar
wil, dokter te worden, bekend maakt: „Se
dert wanneer hebben kinderen rechten?”
Lize wordt dan ook dokter, zij is een der
eerste vrouwen geweest, die op de studie de
moeilijkheden van de strijd der vrouwen om
gelijke rechten met den man een strijd
waarbij studenten en professoren het niet
aan spot lieten ontbreken heeft onder
vonden.
UitgaveKIEZEBR1NK Co .^ZATERDAG 18 JAHUARI^ISSS
lïËmSÏËKÏR COÜRANT
annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
V«neh|Bt
DUTBDACHI m VBIJDAGBjL V»MD«
UHiftYMO
Inu TddMx 15G.
van het allerlaatste nieuws in een minimum tijds te voor
zien!
Dit zijn betrekkelijk nog jeugdverschijnselen van in hun
soort moderne persdiensten, daar wij thans van de per
spectieven, welke radiotelegraphie en -photographic ten
behoeve onzer steeds meer volmaakt geworden en ter dege
geoutilleerde dagbladpers openen, ons allerminst omlijnde
denkbeelden kunnen vormen. Dat was een kleine eeuw
geleden met de hulpmiddelen van dien tijd eenzelfde geval.
Gij weet misschien op welk een eigenaardige wijze Reuters
Telegram Company Ltd. het Londensche blad The Times
gedwongen heeft, van haar bemiddeling gebruik te maken?
Het was namelijk op Nieuwjaarsdag van het jaar 1859,
dat Frankrijks monarch Napoleon 111 deze historische
woorden sprak tot den Oostenrijkschen gezant: „Het doet
mij leed U te doen weten, dat onze betrekkingen tot Uwe
regeering niet zoo goed zijn als voorheen”. Dit beteekende
een inleiding tot het Italiaansch-Oostenrijksche conflict,
waarin het principe der nationaliteiten een rol speelde en
voorloopig in kort geding werd uitgevochten op de uiterst
bloedige slagvelden van Magenta en Solferino. Door be
middeling van Reuter konden alle Londensche ochtend
bladen het sensationeele nieuws den volke verkondigen
behalve The Times, die juist daardoor eerst ’s middags
om 3 uur met een afzonderlijke editie moest uitkomen.
Toen was ook dit gezaghebbend orgaan gewonnen voor
de aansluiting bij de belangengemeenschap met Freiherr
von Reuter, alias Samuel Beer Josophat, die er nota bene
in 1848 nog wel van door gegaan was met 6000 thaler
van de Ostern-messe te Leipzig naar Parijs, waar hij als
vertaler bij Havas weer aan den slag raakte!
Nog een ander geval, eveneens historisch! ’t Geschiedde
in 1865, toen president Lincoln vermoord was, dat Reuters
agent te New York een speciaal stoomschip naar Londen
full speed deed vertrekken, om dat bericht over te bren-
gen met den last den mailstoomer voorbij te stevenen, mijn Schip is van buiten, daar de,Sloep op zijde gelegen
werk om een ra in een horizontaal vlak te draaien of naar
den wind te zetten) afgesneden.”
Dit verhaal van een roofoverval door een Engelschen
kaper geeft eenig denkbeeld, hoe aangenaam zulke berich
ten uit het buitenland vooral de redactie der kleine plaat
selijke blaadjes zullen zijn geweest. Zij komen overeen
naar vorm en inhoud van wat er tegenwoordig volgt op
den traditioneel-journalistieken aanhef: „Men schrijft ons
„Londensche, Berlijnsche of Amer^kaansche Brieven”, „Uit
het aanteekenboek van een Parijzenaar” of dergelijke
rubrieken.
Bepaald staatkundige of militaire berichten waren zeld-
Wij zouden het nu eens hebben over de verzorging van
de rubriek „Buitenland” met hetgeen daarmee samenhangt.
Dit onderwerp brengt ons natuurlijk ook op het terrein
der werkzaamheden onzer moderne Telegraphische
Nieuwsbureaux en hare ontwikkeling, zonder welke de
buitenlandsche berichtgeving niet gedacht kan worden.
Wat is de afstand groot tusschen de in de 17e eeuw op
de schippersbeurs verzamelde mondelinge scheepstijdingen
ten huize van Edward Lloyd in de Londensche Towerstreet
en „Lloyd News” van de 20ste eeuw, verkregen door den
meest modernen berichtendienst van over de geheele
wereld opgerichte signaalstations betreffende alle schepen
boven de 100 registerton! Evenzoo, wat een groote tegen
stelling en tevens een enorme ontwikkeling merken wij op
bij de vergelijking tusschen den koeriersdienst van de
Times, de postduivendienst tusschen ParijsLonden, door
Havas onderhouden sedert 1840, en de radiotelegraphische
gemeenschap tusschen de internationale persagentschap- uit brieven aan hun vrienden in de plaats hunner domi-
het plaatselijk courantje, vooral als ze een of andere merk
waardige gebeurtenis behelsden. Een voorbeeld. Schipper
Eppe Everts, met zijn smak de Gaande Ploeg uitgevaren
van Rotterdam met bestemming naar de Fransche havens,
arriveerde den 23sten Maart 1789 te Rouen (Seine), een
weinig boven Le Havre. Hij schreef vandaar in dato 26 dito
het volgende voor het Sneeker blad:
„Tot mijn leedwezen moet ik u ons wedervaren op onze
reis bekend maken; in de Kanaal onder Engeland is ons
een Engelsche roover aan boord gekomen, zijnde een Drie-
mast-Sloep met 7 a 8 mannen, gewapend met Pistolen,
Houwers en Knuppels; zij kwamen des avonds omtrent 8
utiren, met geweld over en terstond bij mij aan het Roer;
en zoo stotende en knuffelende langs de roef naar voren;
toen hebben zij. ons met geweld in het vooronder gestoten,
het luik boven de kop digt, en een man van hun bij het
luik op de wagt. Vervolgens zijn door hun onze kisten
open gebroken, en ook het groot luik; de presenning (ge
teerd zeildoek over de luiken of goederen) is in .stukken,
en de talie (takel met een vast blok en losse schijf) van
de Boot afgehakt; zijn in de Durk (hoosgat, pompzode)
gaan hakken bij de Vaten, gemerkt ATL aan elkander; een
Vat is in stukken gehakt, maar zij hebben het zoo laten
leggen; van de Balen Papier is het baleersel in stukken
gescheurd dog ook blijven leggen; maar van de kleine
Waschvaten mankeeren er eenige; en eenige Kazen zijn
vertrapt; welke Koopmans-Goederen zij meer gestolen
hebben, kunnen wij onmooglijk nog bepaalen; agter in mijn
Roef is mijn Kastje in stuk geslagen, en daar uit gestolen
mijn Scljeepsgeld in Fransche en Hollandsche Specie fill;
ook mijn Jenever, Thee, Spekham, gerookt Vleesch, Zijden
Doek; ondertusschen moesten wij voorzitten tot dat die
Roovers in alles hun wil hadden, waar na zij ons boven
riepen; boven komende, vonden wij alles ontramponeerd;
pen in onzen tijd, om de van hen afhankelijke dagbladen cilie, welke stukken dan niet zelden afgedrukt werden in
I
beter en verheugden zich overigens natuur
lijk maanden te voren op pretjes die in het
verschiet lagen als een bruiloft enz.
Spr. leidde haar auditorium nu binnen in
het gezin der Coornvelds uit dien tijd, op
den avond waarin Marie Elisabeth Sylvain,
dochter van een zuster van den ouden
Coornveld, die met een Fransch muziek
meester jaren geleden weggeloopen is, daar
opgenomen wordt. Spr. leest dit fragment,
waaruit blijkt, hoe de vader in zoo’n gezin
uit de veertiger jaren van de vorige eeuw
daarin het middelpunt was, voor hem sloof
den moeder en dochters zich uit, de man was
absoluut de baas, voelde het min of meer waicu vuun» iaaS,
als plicht de tyran te zijn, en de levens der der gegoeden meerdere dienstboden werden
kinderen te richten zooals hij dat wilde. gehouden, gevolg een ontlasting der moe-
Hierin uitte zich in zekeren zin ook een ders en dochters van werk en daardoor een
godsdienstig beginsel: de vader beschouwde door haar voelen van zekere leegte in
44» JAARGANG
Abonnementper jaar f 2.50 fr p.p
post f 3.60.
Advertentieên 9 et p. regel. Inge
zonden tnededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc SNEEKER COURANT
full speed deed vertrekken, om dat bericht over te bren-
g.-- - -j ---
hetgeen natuurlijk gelukte! Overigens werden ten behoeve heelt, (is) vrij wat beschadigt en de bras (loopend touw-
van Reuters nieuwsbureaux de berichten in verzegelde
bussen overgenomen door snelzeilende jachten, zoodra de
mailbooten de lersche kust naderden en via het land over
Reuters eigen telegraaflijn naar Londen doorgegeven. Ook
toen was het er al om te doen, elkaar een vlieg af te
vangen, en wie het eerst het wereldnieuws kon brengen,
had ze verdiend. De eigen kabel van Reuters Telegram
Company Ltd., tusschen Lowestoff en Norderney, die bij
den aanleg in 1865 100.000 had gekost, werd reeds vier
jaar later door de Engelsche regeering overgenomen voor
£726.000. Je moet maar durven! En tevens leert deze
geschiedenis, hoe de internationale nieuwsbureaux de re-
De Opstandigen.
Voor het Nut sprak Woensdagavond in
de Harmonie Mevr. Jo van AmmersKuiler
over haar boek „De Opstandigen”. Na een
inleidend woord van den voorzitter, den
heer Peteri, zeide de spreekster dat het he
vige dispuut, nu aan het luwen, dat over dit
boek ontstaan is, haar verre van aangenaam
is. Spr. beschouwt haar werk nl. niet als een
tendenzboek betreffende de vrouwen-eman
cipatie, doch meer als handelend over de
verhouding, in verschillende tijdperken, tus
schen ouders en kinderen. Die verhouding is
immers wel enorm veranderd. Spr. gaat nu
van avond, waar haar boek geen bepaalde
tendenz heeft, ook geen principes verdedi
gen, doch alleen iets scherper belichten de
achtergrond van de „Opstandigen”, dus de
verschillende tijdvakken waarin het boek
speelt, en iets zeggen over hare gedachten
en inzichten bij het schrijven van dit boek.
Het denkbeeld, een dergelijke roman te
schrijven, kwam bij spr. jaren geleden op,
toen zij het leven van Mina Kruseman bestu
deerde, die als jonge vrouw in 1875 hier te
lande de denkbeelden over de emancipatie
der vrouw verkondigde; zij was een vrouw
van goede familie, die te Brussel aan het
conservatorium ging studeeren, een onge
hoord feit voor die tijd, toen voor de jonge
i meisjes alle werk buiten dat in het huis
houden als ongeoorloofd werd beschouwd,
en zij in het ouderlijk huis bleven wachten
tot er eens een man voor haar opdaagde.
Bij de poging verder carrière te maken heeft
Mina Kruseman gemerkt hoe moeilijk het
voor een alleenstaande jonge vrouw was
zich door ’t leven te slaan, in hoeveel slech
ter conditie deze verkeerde bij dit pogen
dan de jonge man. Mina Kruseman heeft
hierover een paar tendenzwerken geschre
ven, op Nutsavonden erover gesproken en
er dingen gezegd, die toen veel stof opjoe-
gen. Wij zijn daarover nu een beetje ver
baasd, want het was toch heusch niet zoo
verschrikkelijk, wat zij verkondigde. Zij ver
dedigde nl. de stellingen: lo. dat het meisje
recht had op een betere en degelijker opvoe
ding dan de toen gebruikelijke, toen zij na
de lagere school naar de Fransche school
of kostschool ging en wat handwerken, mu-
siceeren, maintien enz. leerde. Degelijker
onderwijs vond men niet noodig. Toch zou
deze de vrouw in staat hebben gesteld meer
belangstelling te toonen voor het werk van
haar man, wat het huwelijksgeluk ten goede
zou zijn gekomen en meer invloed te oefe
nen op de opvoeding der kinderen, welke
toen feitelijk berustte bij den echtgenoot.
Ten tweede was Mina Kruseman Van oor
deel dat het voor de vrouw geen schande
te werken voor haar Jrrood, wat het
Mina Kruseman sprak vooral voor de
ongehuwde vrouw, die ouder geworden de
naam „oude vrijster” of „vaatje zuurbier”
zou krijgen en een beklagenswaardig object
voor allerlei spot werd. Als zoo’n ongehuw
de vrouw geen fortuin bezat, werd ze afhan
kelijk van de familieleden, bij wie ze voor
niet veel meer dan een dienstbode telde.
Mina Krusemen wilde deze vrouwen, door
ze zelf tot werken in staat te stellen, onaf
hankelijk en zelfstandig maken. De tijd
bleek echter niet rijp voor deze poging te
zijn; men schold Mina Kruseman voor een
blauwkous en mannenhaatster.
Was men in 1870 niet rijp voor deze za
ken, nog veel minder was dat natuurlijk het
geval in 1840, waarin het eerste deel der
Opstandigen speelt. De eenige mogelijkheid
voor de vrouw was eerst in het huisgezin
voor haar ouders te werken, later voor haar
man en dan in de verhouding: „de vrouw
dienaresse van haar heer en meester”. Als
reactie op de Fransche tijd waren hier toen
weer de oud-vaderlandsche deugden van
strengheid en eenvoud in zwang gekomen,
de zin voor humor ontbrak, er heerschte in
de gezinnen zekere stroefheid. In de belle-
trie van dien tijd blijkt die levenshouding
duidelijk, de godsdienstige roman, zonder
persoons- of milieubeschrijving, zonder psy
chologie, zonder welke nu een roman onmo
gelijk is, deed opgeld, het was de tijd van
de romantiek met haar scherpe tegenstel
ling tusschen goed en kwaad. Er waren na
tuurlijk eenige uitzonderingen. Werk van
v. Koetsveld en Jonathan mag genoemd,
maar vooral de Camera Obscura van Beets,
het geestige werk, dat echter zijn tijdge-
nooten het verwondert niet, gezien het
gebrek aan humor, dat toen heerschte
niet konden apprecieeren; men vond het
Hollandsch gezin er door bespottelijk ge
maakt. Beets schijnt zelfs gepoogd te heb
ben, bang voor zijn reputatie als jong pre
dikant, het boek uit de circulatie terug te
nemen, wat hem, gelukkig, niet gelukt is.
In de gezinnen der gegoeden had men, in
verband met de algemeene verarming na
den Franschen tijd, ook maar één dienst- j dert, en later als zij ziet hoe hij een zijner komen en heeft Marie Elisabeth Sylvain
III. Een Sneeker nieuwstijding of courant van 1789.
zaam, hetgeen te meer verwondert in een spannenden tijd,
waaruit onze Friesche Bode of Sneeker Nieuwstijding
stamt. En die er dan nog opgenomen werden, waren niet
in alle opzichten te vertrouwen. Wij geven nogmaals een
voorbeeld ten bewijze:
„SNEEK. Met de laatste Poolsche Brieven heeft men
bevestigende tijding ontfangen, dat die Republiek niet
alleen haare Troepen naar de Grenzen deed trekken, maar
dat dezelven ook uitdruklijke order ontfangen hebben om
zich naar de Landen, die de Prins Potemkin in Poolsch
Ukraine bezit, te begeven, en zulks op het ingekomen
bericht, dat er 130 Wagens met Geweer (krijgstuig) onder
bedekking van een Detachement Russen aldaar aangeko
men waren, zoo men wil, om daar mede de Rusgezinde
Boeren in die streek te wapenen.”
Die zich onder onze lezers voor de Poolsch-Russische
geschiedenis interesseert, zal wel weten, dat aan den
verschrikkelijken naam Potemkin meer vast zit dan de her
innering aan een bloedige film met veel politieke tendenzen,
daar Potemkin in dit verband een merkwaardige histori
sche figuur was, die als Russisch veldmaarschalk zeker
zijn verdiensten had, doch als gunsteling en minnaar van
Catharina II zulke immoreele eigenschappen bleek te be
zitten, dat Czaar Peter I het niet beneden zijn keizerlijke
waardigheid achtte, om Potemkin’s lijk uit de kist te laten
halen om het daarna in de vestinggracht te doen werpen,
welke van weinig piëteit jegens de dooden getuigende daad
door Czaar Alexander .1 weer goed gemaakt werd met het
lijk voor de tweede maal een eerlijke begrafenis te bezor
gen, terwijl Czaar Nicolaas 1 te Cherson een bronzen
standbeeld voor hem oprichtte. Voorzeker, de wisselende
vorstengunst heeft met dezen Tauriër (Tawritschesky) tot
ergernis der beschaafde Westersche wereld in bedenkelijke
mate gesold. Stel U verder voor een Polen, tusschen de
Eerste Deeling van 1773 en een Tweede van 20 jaar later,
waarvan de aangrenzende naties Rusland, Pruisen en
Oostenrijk groote deelen annexeerden, dat zich nog in de
18e eeuw uitstrekte van Pommeren en Hongarije tot over
den Dnepr, maar zich steeds meer den strot voelde dicht
geknepen door vraatzuchtige wolven, spijt den dapperen
tegenstand, die 's konings neef Jozef Poniatowski en
Thaddeus Koscziuszko boden. De ontbinding van Polen
was nabij, de zon der gouden Poolsche vrijheid zou wel
haast ondergaan, maar nog regeerde Stanislaus Ponia
towski als koning, zij het dan bij de gratie der regeeringen
van de naburige rijken. Met dat al en in verband met
opgemelde toelichting hebben we hier dus een eigenaardig
staal van „buitenlandsch nieuws”.
Dat kan ook gezegd worden van de meeste andere
politieke berichten: „Volgens Brieven uit Parijs, zou er
eene Alliantie (verbond) aangegaan worden, tusschen 5
Mogendheden, als de Hoven van Oostenrijk, Spanje,
Frankrijk, Rusland en Denemarken”. Het zou wel veeleer
een coalitie tegen Frankrijk worden! Merkwaardig is voor
al de aanteekening in parenthesi, die de Sneeker couran-
tier aan dit bericht toevoegt: Voor dat wij onze voorige
No. uitgaven, hadden wij reeds deze tijding in de Holland
sche Couranten gelezen, maar aarselden dit bericht onze
Lezeren medetedeelen, het welk wij waarschijnlijk nog ge
daan hadden, wos niet de Leeuwarder Courantier oys hier
in voorgegaan."
Dit is wel het meest komische bewijs van de onbetrouw
baarheid dier buitenlandsche berichten en met het oog op
de komende sensationeele binnenlandsche politiek van
Frankrijk des te onzinniger! Maar de onderlinge concur
rentie, ook al onder de persorganen in Friesland, werk
zaam, veroorzaakte, dat men het ten slotte met de waar
heid en historiciteit der gebeurtenissen, die men meldde,
niet al te nauw nam.
Dat ten slotte de berichtgeving uit en over eigen gewest
ook voor het nageslacht de meeste beteekenis had, zullen
we een volgende maal aantoonen.
B.
zijn kinderen als van God in leen ontvan- haar leven, de dames schilderden en musi-
L - - - - -
schikte hij over zijn kinderen. Het beroep
der zoons was al in hun jeugd door vader
bepaald, huwelijken door de ouders reeds
beklonken als de partijen nog in de kinder
schoenen stonden. De resultaten dezer op
voeding waren intusschen niet zoo veel min
der dan der tegenwoordige; een enkele maal
kwamen de kinderen wel in verzet, maar
zelf voelden zij dit toch als iets zeer ver
schrikkelijks. In de literatuur van dien tijd
neemt de publieke opinie het ook steeds
voor den beklagenswaardigen vader van een
opstandig kind op. Opstandigheid moge bij
de zoons wel eens voorgekomen zijn, spr.
heeft de indruk dat de dochters zich bij den
wil van vader als regel neerlegden, hun tra- kon men het niet meer, ook in Holland be
nen in stilte schreiende. Tegen deze tyrannie gonnen de eerste vrouwen haar beroepen te
van het gezinshoofd nu komt Marie Sylvain kiezen. Ze werden aangevallen en voor
spr. heeft hiervoor een Fransch meisje blauwkous uitgemaakt, en in haar heilige
genomen, omdat zij niet gelooft dat een Hol- overtuiging gekwetst, namen zij geen blad
landsch meisje tot zulk een opstandigheid voor den mond en antwoordden fel. Spr.
in die jaren in staat zou zijn geweest heeft er aanvankelijk over gedacht Mina
in opstand. Reeds direct als Coornveld haar Kruseman haar hoofdpersoon te maken, is
mooie Fransche naam in Miebetje veran- daarvan om practische redenen terug ge-
bode, moeder en dochters deden de rest der dochters tot een huwelijk tegen haar zin
huishoudelijke bezigheden, dat is ontzag- dwingt; zij, Miebetje, ontvlucht het huis
lijk veel in dien tijd: de slacht, de wasch, als*Coornveld het huwelijk van zijn veel-
verstelwerk, men was van den ochtend tot berovende zoon David met Miebetje ver-
den avond bezig in een eentonig, gelijk- i biedt, omdat de vader een rijk huwelijk voor
matig leven. Spr. heeft echter de indruk ge- 1 zijn zoon’s toekomst noodig acht, bij welk
kregen, dat de meisjes er zich niet ongeluk- verbod David zich neerlegt. Geld voor de
kig bij gevoelden, de onrust en onvree zijn vlucht heeft Miebetje zich verschaft door
eerst veel later gekomen, zij wisten niet heimelijk voor een modiste kunstbloemen te
[l