u lek Historisch Allerlei uit en over Oud Sneeh. Dit No. bestaat uit 3 Bladen. Nieuwstijdingen. op Qffkiiii Organ iir lniiUi huk. KIEZE BRINK Co., Eerste Blad No. 35 a* m n het ij ons A. H. •et U och ren >1 len niet 30 jaar lang is, als het derde deel der Op- standigen aanvangt, Lize Wijsman dokter geweest. De groote verandering heeft zich daartoe gekozen; wat zij echter in het twee de deel van de „Opstandigen”, omstreeks 1870 spelend, verkondigt, is hetzelfde waarvoor Mina Kruseman streed, nl. de vrouw meer onafhankelijk te maken. Nicolaas Beets had zich in 1872 geuit over de kwestie der vrouwen-emancipatie en o. a. gezegd dat het nog wel wat zou duren voor de vrouw op de collegebanken zat. Zijn voltrokken, velerlei ambten zijn de vrouw geopend, het meisje-studente is een gewoon verschijnsel geworden, meisjes en jongens bezoeken dezelfde school enz. De strijd, door de pioniersters met enthousiasme ge streden, is gewonnen, vergeten we dat niet als we nu deze pioniersters wel eens wat blauwkousachtig vinden. Dr. Lize Wijsman heeft haar ontslag genomen en heeft haar intrek genomen bij een nieuw geslacht der Coornvelds, Steven Coornveld is een zeer modern man, zijn vrouw, advocaat en Ka merlid, een niet minder moderne vrouw, met zes zeer vooruitstrevende kinderen. Het ge zin, dat hier beschreven wordt, moge als type hier in het Noorden nog niet gelden, in Den Haag en andere groote steden van Hol land vindt men het niets vreemds en zijn er tal van analoge gevallen; spr. gelooft dan ook niet dat zij het los worden van het ge zinsleven, het gemakkelijk opnemen van een scheiding enz. voor dezen tijd overdreven heeft geteekend. Dr. Lize ontdekt nu, dat zij, die altijd aan de kant van het moderne gestaan heeft, niet meer bij is, het jongere geslacht is haar vooruit geijld en doet haar twijfelen of dat, waarvoor zij gevochten heeft, de strijd wel waard is geweest. Die twijfel ontstaat mede als Elly bij haar haar hart komt uitstorten. Elly is de eenige doch ter uit dit gezin, die niet brillant is, niet mo dern voelt, geen andere roeping heeft dan ’n gewone vrouw te zijn en goede moeder voor haar kinderen. Haar verloofde verwacht van haar echter kameraadschap en hulp in z’n werk, en dan ontstaat juist het conflict bij Elly, die het leven in het ouderlijk gezin ten voorbeeld nemend, geen buiten het gezin werkende vrouw wil zijn. Spr. leest het fragment uit het derde deel, waarin het on derhoud tusschen tante Wijsman en nicht Elly wordt beschreven, en waarin tante Wijsman tenslotte constateert dat altijd het jonge geslacht weer vijandig staat tegen over het oudere, dat het altijd weer wat anders wil dan het voorgaande. In Elly schijnt dit jonge geslacht der vrouwen weer terug te willen naar onderwerping, om een geluk te winnen, dat zich niet door het vol gen van bepaalde principes laat dwingen, niet aan formules gebonden is. Spr. komt tot een besluit. Het laatste deel der Opstandigen is pessimistisch ge tint. Het moet dat zijn; zien we om ons dan was 1 toen wel werd geacht. maken, want zak- of kleedgeld kregen de dochters in dien tijd niet de ouders koch ten alles voor de kinderen, vaak eens per jaar op de kermis. Geschokt in haar geloof in de liefde en in de mannen verlaat Marie Elisabeth dit ty pisch Hollandsche gezin uit 1840, waarin de vader de tyran was. Jaren later ontmoeten we haar weer, de strijd voor de onafhanke lijkheid van de vrouw voerend en uitgekre ten als een blauwkous. In tegenstelling met 1840 beleefde men in 1870 een periode van welvaart, de loonen absoluut de baas, voelde het min of meer waren voorts laag, zoodat in de gezinnen gen, als vertegenwoordiger van God be- ceerden wat, enz. In het buitenland gistte het echter reeds, er was een sociaal mee voelen ontstaan, vooral de vrouwen was opgevallen het groote verschil tusschen rijk en arm, zij voelden de ontzaglijke onrecht vaardigheid van de groote ellende naast de grootste rijkdom, zij wilden sociaal werk zaam zijn, en tegelijkertijd werd de strijd leus van de gelijkheid der seksen aange heven. Stuart Mill’s „The Subjection of Wo men” was pas verschenen. In Toynbee- werk en dergelijke zocht de vrouw een be zigheid. In Engeland wierp Florence Night ingale zich op het verpleegsterswerk in de hospitalen; men vond het onvrouwelijk en jacht naar sensatie maken, maar keeren geeringen van vele landen zijn voorgegaan in het tot stand brengen van betere communicatie-middelen, waarbij ten slotte de geheele gemeenschap in cultureel en economisch opzicht is gebaat. Dit zou nog verder kunnen blijken, als we een ietwat gedetailleerde beschrijving konden geven van de Agence Havas, voortgekomen uit de Parijsche Cor respondence Garnier, de berichtendienst van Reuter en Wolff, met daarnaast de overige groote wereldbureaux als Associated Press, Norsk-Telegrambureau (Christiania), Agenzia Stefani (Rome), Agentura Fabra (Spanje), Swei- zerische Depeschen-Agentur (Zwitserland), Agence Bul- gare, Agence Constantinople, of de nieuwe Belga (België), Kipa en Ufa (Katholieke bureaux). Een mooi voorbeeld van koloniale agentschappen is nog onze Oostindische Aneta (Algem. Nieuws- en Telegraafagentschap), tien jaar geleden opgericht te Weltevreden, met bijkantoor in Den Haag, voor onze koloniën het eenige persbureau. Doch ik heb misschien reeds te veel van Uw geduld gevorderd, om wat te vernemen over den berichtendienst van ons Sneeker periodiekje. Dat ging in dien tijd aldus in zijn werk. Menschen, die zich toevallig of wegens zaken in een of ander land bevonden, schreven dikwijls vandaar kijk was nog typisch ouderwetsch, de eenige mogelijkheid voor de vrouw zag hij in het zich wijden aan het huisgezin, al begreep hij dat een ontwikkelde, in het werk van haar man belangstellende vrouw het huwe lijksgeluk te goede kon komen. De dorst naar vrijheid en onafhankelijkheid van de vrouw vond hij iets onnatuurlijks, een uit was van den tijd; vrouw en man waren twee ineengeslagen handen, de man de rechter, de vrouw de linker. Spr. laat in haar boek Beets te Leiden optreden met deze rede, en daar Marie Elisabeth Sylvain hem de vraag stellen, wat er dan van die duizenden linker handen moest worden, waarnaar zich geen rechter uitstrekt. Het publiek is zeer veront waardigd; alleen ’n jong meisje, Lize Wijs man, de dochter van Keejetje Coornveld, die door haar vader tot een huwelijk met Dr. Wijsman gedwongen werd, staat aan haar zijde. Door haar komt Marie Elisabeth nu met het jonge geslacht der Coornvelds in aanraking en dringen haar gedachten, dat het meisje moet werken en niet stil op een man moet blijven wachten, in die kring door. Die gedachten gaan er bij Lize Wijsman het best in, zij wil voor dokter studeeren, haar vader wil dat niet, maar het groote verschil met 1840 is wel dat nu de dochter zich niet meer bij de wil haars vaders neerlegt, al heeft zij er verdriet van, zij zet haar wil door en het opmerkelijke is dat de moeder, Keejetje, de meest dociele van de dochters van den ouden Coornveld, in haar lange hu welijk van onderwerping heeft leeren besef fen, dat de ouders niet het recht hebben de kinderen te dwingen; zij vindt de keuze van Lize naar, doch bidt God haar weg te zegenen en steunt haar. In haar wordt wel gedemonstreerd de groott vooruitgang der gedachten van 1840 tot 1870, ook al vraagt dr. Wijsman z’n dochter nog, als deze haar wil, dokter te worden, bekend maakt: „Se dert wanneer hebben kinderen rechten?” Lize wordt dan ook dokter, zij is een der eerste vrouwen geweest, die op de studie de moeilijkheden van de strijd der vrouwen om gelijke rechten met den man een strijd waarbij studenten en professoren het niet aan spot lieten ontbreken heeft onder vonden. UitgaveKIEZEBR1NK Co .^ZATERDAG 18 JAHUARI^ISSS lïËmSÏËKÏR COÜRANT annex SNEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL V«neh|Bt DUTBDACHI m VBIJDAGBjL V»MD« UHiftYMO Inu TddMx 15G. van het allerlaatste nieuws in een minimum tijds te voor zien! Dit zijn betrekkelijk nog jeugdverschijnselen van in hun soort moderne persdiensten, daar wij thans van de per spectieven, welke radiotelegraphie en -photographic ten behoeve onzer steeds meer volmaakt geworden en ter dege geoutilleerde dagbladpers openen, ons allerminst omlijnde denkbeelden kunnen vormen. Dat was een kleine eeuw geleden met de hulpmiddelen van dien tijd eenzelfde geval. Gij weet misschien op welk een eigenaardige wijze Reuters Telegram Company Ltd. het Londensche blad The Times gedwongen heeft, van haar bemiddeling gebruik te maken? Het was namelijk op Nieuwjaarsdag van het jaar 1859, dat Frankrijks monarch Napoleon 111 deze historische woorden sprak tot den Oostenrijkschen gezant: „Het doet mij leed U te doen weten, dat onze betrekkingen tot Uwe regeering niet zoo goed zijn als voorheen”. Dit beteekende een inleiding tot het Italiaansch-Oostenrijksche conflict, waarin het principe der nationaliteiten een rol speelde en voorloopig in kort geding werd uitgevochten op de uiterst bloedige slagvelden van Magenta en Solferino. Door be middeling van Reuter konden alle Londensche ochtend bladen het sensationeele nieuws den volke verkondigen behalve The Times, die juist daardoor eerst ’s middags om 3 uur met een afzonderlijke editie moest uitkomen. Toen was ook dit gezaghebbend orgaan gewonnen voor de aansluiting bij de belangengemeenschap met Freiherr von Reuter, alias Samuel Beer Josophat, die er nota bene in 1848 nog wel van door gegaan was met 6000 thaler van de Ostern-messe te Leipzig naar Parijs, waar hij als vertaler bij Havas weer aan den slag raakte! Nog een ander geval, eveneens historisch! ’t Geschiedde in 1865, toen president Lincoln vermoord was, dat Reuters agent te New York een speciaal stoomschip naar Londen full speed deed vertrekken, om dat bericht over te bren- gen met den last den mailstoomer voorbij te stevenen, mijn Schip is van buiten, daar de,Sloep op zijde gelegen werk om een ra in een horizontaal vlak te draaien of naar den wind te zetten) afgesneden.” Dit verhaal van een roofoverval door een Engelschen kaper geeft eenig denkbeeld, hoe aangenaam zulke berich ten uit het buitenland vooral de redactie der kleine plaat selijke blaadjes zullen zijn geweest. Zij komen overeen naar vorm en inhoud van wat er tegenwoordig volgt op den traditioneel-journalistieken aanhef: „Men schrijft ons „Londensche, Berlijnsche of Amer^kaansche Brieven”, „Uit het aanteekenboek van een Parijzenaar” of dergelijke rubrieken. Bepaald staatkundige of militaire berichten waren zeld- Wij zouden het nu eens hebben over de verzorging van de rubriek „Buitenland” met hetgeen daarmee samenhangt. Dit onderwerp brengt ons natuurlijk ook op het terrein der werkzaamheden onzer moderne Telegraphische Nieuwsbureaux en hare ontwikkeling, zonder welke de buitenlandsche berichtgeving niet gedacht kan worden. Wat is de afstand groot tusschen de in de 17e eeuw op de schippersbeurs verzamelde mondelinge scheepstijdingen ten huize van Edward Lloyd in de Londensche Towerstreet en „Lloyd News” van de 20ste eeuw, verkregen door den meest modernen berichtendienst van over de geheele wereld opgerichte signaalstations betreffende alle schepen boven de 100 registerton! Evenzoo, wat een groote tegen stelling en tevens een enorme ontwikkeling merken wij op bij de vergelijking tusschen den koeriersdienst van de Times, de postduivendienst tusschen ParijsLonden, door Havas onderhouden sedert 1840, en de radiotelegraphische gemeenschap tusschen de internationale persagentschap- uit brieven aan hun vrienden in de plaats hunner domi- het plaatselijk courantje, vooral als ze een of andere merk waardige gebeurtenis behelsden. Een voorbeeld. Schipper Eppe Everts, met zijn smak de Gaande Ploeg uitgevaren van Rotterdam met bestemming naar de Fransche havens, arriveerde den 23sten Maart 1789 te Rouen (Seine), een weinig boven Le Havre. Hij schreef vandaar in dato 26 dito het volgende voor het Sneeker blad: „Tot mijn leedwezen moet ik u ons wedervaren op onze reis bekend maken; in de Kanaal onder Engeland is ons een Engelsche roover aan boord gekomen, zijnde een Drie- mast-Sloep met 7 a 8 mannen, gewapend met Pistolen, Houwers en Knuppels; zij kwamen des avonds omtrent 8 utiren, met geweld over en terstond bij mij aan het Roer; en zoo stotende en knuffelende langs de roef naar voren; toen hebben zij. ons met geweld in het vooronder gestoten, het luik boven de kop digt, en een man van hun bij het luik op de wagt. Vervolgens zijn door hun onze kisten open gebroken, en ook het groot luik; de presenning (ge teerd zeildoek over de luiken of goederen) is in .stukken, en de talie (takel met een vast blok en losse schijf) van de Boot afgehakt; zijn in de Durk (hoosgat, pompzode) gaan hakken bij de Vaten, gemerkt ATL aan elkander; een Vat is in stukken gehakt, maar zij hebben het zoo laten leggen; van de Balen Papier is het baleersel in stukken gescheurd dog ook blijven leggen; maar van de kleine Waschvaten mankeeren er eenige; en eenige Kazen zijn vertrapt; welke Koopmans-Goederen zij meer gestolen hebben, kunnen wij onmooglijk nog bepaalen; agter in mijn Roef is mijn Kastje in stuk geslagen, en daar uit gestolen mijn Scljeepsgeld in Fransche en Hollandsche Specie fill; ook mijn Jenever, Thee, Spekham, gerookt Vleesch, Zijden Doek; ondertusschen moesten wij voorzitten tot dat die Roovers in alles hun wil hadden, waar na zij ons boven riepen; boven komende, vonden wij alles ontramponeerd; pen in onzen tijd, om de van hen afhankelijke dagbladen cilie, welke stukken dan niet zelden afgedrukt werden in I beter en verheugden zich overigens natuur lijk maanden te voren op pretjes die in het verschiet lagen als een bruiloft enz. Spr. leidde haar auditorium nu binnen in het gezin der Coornvelds uit dien tijd, op den avond waarin Marie Elisabeth Sylvain, dochter van een zuster van den ouden Coornveld, die met een Fransch muziek meester jaren geleden weggeloopen is, daar opgenomen wordt. Spr. leest dit fragment, waaruit blijkt, hoe de vader in zoo’n gezin uit de veertiger jaren van de vorige eeuw daarin het middelpunt was, voor hem sloof den moeder en dochters zich uit, de man was absoluut de baas, voelde het min of meer waicu vuun» iaaS, als plicht de tyran te zijn, en de levens der der gegoeden meerdere dienstboden werden kinderen te richten zooals hij dat wilde. gehouden, gevolg een ontlasting der moe- Hierin uitte zich in zekeren zin ook een ders en dochters van werk en daardoor een godsdienstig beginsel: de vader beschouwde door haar voelen van zekere leegte in 44» JAARGANG Abonnementper jaar f 2.50 fr p.p post f 3.60. Advertentieên 9 et p. regel. Inge zonden tnededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijke korting Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in uc SNEEKER COURANT full speed deed vertrekken, om dat bericht over te bren- g.-- - -j --- hetgeen natuurlijk gelukte! Overigens werden ten behoeve heelt, (is) vrij wat beschadigt en de bras (loopend touw- van Reuters nieuwsbureaux de berichten in verzegelde bussen overgenomen door snelzeilende jachten, zoodra de mailbooten de lersche kust naderden en via het land over Reuters eigen telegraaflijn naar Londen doorgegeven. Ook toen was het er al om te doen, elkaar een vlieg af te vangen, en wie het eerst het wereldnieuws kon brengen, had ze verdiend. De eigen kabel van Reuters Telegram Company Ltd., tusschen Lowestoff en Norderney, die bij den aanleg in 1865 100.000 had gekost, werd reeds vier jaar later door de Engelsche regeering overgenomen voor £726.000. Je moet maar durven! En tevens leert deze geschiedenis, hoe de internationale nieuwsbureaux de re- De Opstandigen. Voor het Nut sprak Woensdagavond in de Harmonie Mevr. Jo van AmmersKuiler over haar boek „De Opstandigen”. Na een inleidend woord van den voorzitter, den heer Peteri, zeide de spreekster dat het he vige dispuut, nu aan het luwen, dat over dit boek ontstaan is, haar verre van aangenaam is. Spr. beschouwt haar werk nl. niet als een tendenzboek betreffende de vrouwen-eman cipatie, doch meer als handelend over de verhouding, in verschillende tijdperken, tus schen ouders en kinderen. Die verhouding is immers wel enorm veranderd. Spr. gaat nu van avond, waar haar boek geen bepaalde tendenz heeft, ook geen principes verdedi gen, doch alleen iets scherper belichten de achtergrond van de „Opstandigen”, dus de verschillende tijdvakken waarin het boek speelt, en iets zeggen over hare gedachten en inzichten bij het schrijven van dit boek. Het denkbeeld, een dergelijke roman te schrijven, kwam bij spr. jaren geleden op, toen zij het leven van Mina Kruseman bestu deerde, die als jonge vrouw in 1875 hier te lande de denkbeelden over de emancipatie der vrouw verkondigde; zij was een vrouw van goede familie, die te Brussel aan het conservatorium ging studeeren, een onge hoord feit voor die tijd, toen voor de jonge i meisjes alle werk buiten dat in het huis houden als ongeoorloofd werd beschouwd, en zij in het ouderlijk huis bleven wachten tot er eens een man voor haar opdaagde. Bij de poging verder carrière te maken heeft Mina Kruseman gemerkt hoe moeilijk het voor een alleenstaande jonge vrouw was zich door ’t leven te slaan, in hoeveel slech ter conditie deze verkeerde bij dit pogen dan de jonge man. Mina Kruseman heeft hierover een paar tendenzwerken geschre ven, op Nutsavonden erover gesproken en er dingen gezegd, die toen veel stof opjoe- gen. Wij zijn daarover nu een beetje ver baasd, want het was toch heusch niet zoo verschrikkelijk, wat zij verkondigde. Zij ver dedigde nl. de stellingen: lo. dat het meisje recht had op een betere en degelijker opvoe ding dan de toen gebruikelijke, toen zij na de lagere school naar de Fransche school of kostschool ging en wat handwerken, mu- siceeren, maintien enz. leerde. Degelijker onderwijs vond men niet noodig. Toch zou deze de vrouw in staat hebben gesteld meer belangstelling te toonen voor het werk van haar man, wat het huwelijksgeluk ten goede zou zijn gekomen en meer invloed te oefe nen op de opvoeding der kinderen, welke toen feitelijk berustte bij den echtgenoot. Ten tweede was Mina Kruseman Van oor deel dat het voor de vrouw geen schande te werken voor haar Jrrood, wat het Mina Kruseman sprak vooral voor de ongehuwde vrouw, die ouder geworden de naam „oude vrijster” of „vaatje zuurbier” zou krijgen en een beklagenswaardig object voor allerlei spot werd. Als zoo’n ongehuw de vrouw geen fortuin bezat, werd ze afhan kelijk van de familieleden, bij wie ze voor niet veel meer dan een dienstbode telde. Mina Krusemen wilde deze vrouwen, door ze zelf tot werken in staat te stellen, onaf hankelijk en zelfstandig maken. De tijd bleek echter niet rijp voor deze poging te zijn; men schold Mina Kruseman voor een blauwkous en mannenhaatster. Was men in 1870 niet rijp voor deze za ken, nog veel minder was dat natuurlijk het geval in 1840, waarin het eerste deel der Opstandigen speelt. De eenige mogelijkheid voor de vrouw was eerst in het huisgezin voor haar ouders te werken, later voor haar man en dan in de verhouding: „de vrouw dienaresse van haar heer en meester”. Als reactie op de Fransche tijd waren hier toen weer de oud-vaderlandsche deugden van strengheid en eenvoud in zwang gekomen, de zin voor humor ontbrak, er heerschte in de gezinnen zekere stroefheid. In de belle- trie van dien tijd blijkt die levenshouding duidelijk, de godsdienstige roman, zonder persoons- of milieubeschrijving, zonder psy chologie, zonder welke nu een roman onmo gelijk is, deed opgeld, het was de tijd van de romantiek met haar scherpe tegenstel ling tusschen goed en kwaad. Er waren na tuurlijk eenige uitzonderingen. Werk van v. Koetsveld en Jonathan mag genoemd, maar vooral de Camera Obscura van Beets, het geestige werk, dat echter zijn tijdge- nooten het verwondert niet, gezien het gebrek aan humor, dat toen heerschte niet konden apprecieeren; men vond het Hollandsch gezin er door bespottelijk ge maakt. Beets schijnt zelfs gepoogd te heb ben, bang voor zijn reputatie als jong pre dikant, het boek uit de circulatie terug te nemen, wat hem, gelukkig, niet gelukt is. In de gezinnen der gegoeden had men, in verband met de algemeene verarming na den Franschen tijd, ook maar één dienst- j dert, en later als zij ziet hoe hij een zijner komen en heeft Marie Elisabeth Sylvain III. Een Sneeker nieuwstijding of courant van 1789. zaam, hetgeen te meer verwondert in een spannenden tijd, waaruit onze Friesche Bode of Sneeker Nieuwstijding stamt. En die er dan nog opgenomen werden, waren niet in alle opzichten te vertrouwen. Wij geven nogmaals een voorbeeld ten bewijze: „SNEEK. Met de laatste Poolsche Brieven heeft men bevestigende tijding ontfangen, dat die Republiek niet alleen haare Troepen naar de Grenzen deed trekken, maar dat dezelven ook uitdruklijke order ontfangen hebben om zich naar de Landen, die de Prins Potemkin in Poolsch Ukraine bezit, te begeven, en zulks op het ingekomen bericht, dat er 130 Wagens met Geweer (krijgstuig) onder bedekking van een Detachement Russen aldaar aangeko men waren, zoo men wil, om daar mede de Rusgezinde Boeren in die streek te wapenen.” Die zich onder onze lezers voor de Poolsch-Russische geschiedenis interesseert, zal wel weten, dat aan den verschrikkelijken naam Potemkin meer vast zit dan de her innering aan een bloedige film met veel politieke tendenzen, daar Potemkin in dit verband een merkwaardige histori sche figuur was, die als Russisch veldmaarschalk zeker zijn verdiensten had, doch als gunsteling en minnaar van Catharina II zulke immoreele eigenschappen bleek te be zitten, dat Czaar Peter I het niet beneden zijn keizerlijke waardigheid achtte, om Potemkin’s lijk uit de kist te laten halen om het daarna in de vestinggracht te doen werpen, welke van weinig piëteit jegens de dooden getuigende daad door Czaar Alexander .1 weer goed gemaakt werd met het lijk voor de tweede maal een eerlijke begrafenis te bezor gen, terwijl Czaar Nicolaas 1 te Cherson een bronzen standbeeld voor hem oprichtte. Voorzeker, de wisselende vorstengunst heeft met dezen Tauriër (Tawritschesky) tot ergernis der beschaafde Westersche wereld in bedenkelijke mate gesold. Stel U verder voor een Polen, tusschen de Eerste Deeling van 1773 en een Tweede van 20 jaar later, waarvan de aangrenzende naties Rusland, Pruisen en Oostenrijk groote deelen annexeerden, dat zich nog in de 18e eeuw uitstrekte van Pommeren en Hongarije tot over den Dnepr, maar zich steeds meer den strot voelde dicht geknepen door vraatzuchtige wolven, spijt den dapperen tegenstand, die 's konings neef Jozef Poniatowski en Thaddeus Koscziuszko boden. De ontbinding van Polen was nabij, de zon der gouden Poolsche vrijheid zou wel haast ondergaan, maar nog regeerde Stanislaus Ponia towski als koning, zij het dan bij de gratie der regeeringen van de naburige rijken. Met dat al en in verband met opgemelde toelichting hebben we hier dus een eigenaardig staal van „buitenlandsch nieuws”. Dat kan ook gezegd worden van de meeste andere politieke berichten: „Volgens Brieven uit Parijs, zou er eene Alliantie (verbond) aangegaan worden, tusschen 5 Mogendheden, als de Hoven van Oostenrijk, Spanje, Frankrijk, Rusland en Denemarken”. Het zou wel veeleer een coalitie tegen Frankrijk worden! Merkwaardig is voor al de aanteekening in parenthesi, die de Sneeker couran- tier aan dit bericht toevoegt: Voor dat wij onze voorige No. uitgaven, hadden wij reeds deze tijding in de Holland sche Couranten gelezen, maar aarselden dit bericht onze Lezeren medetedeelen, het welk wij waarschijnlijk nog ge daan hadden, wos niet de Leeuwarder Courantier oys hier in voorgegaan." Dit is wel het meest komische bewijs van de onbetrouw baarheid dier buitenlandsche berichten en met het oog op de komende sensationeele binnenlandsche politiek van Frankrijk des te onzinniger! Maar de onderlinge concur rentie, ook al onder de persorganen in Friesland, werk zaam, veroorzaakte, dat men het ten slotte met de waar heid en historiciteit der gebeurtenissen, die men meldde, niet al te nauw nam. Dat ten slotte de berichtgeving uit en over eigen gewest ook voor het nageslacht de meeste beteekenis had, zullen we een volgende maal aantoonen. B. zijn kinderen als van God in leen ontvan- haar leven, de dames schilderden en musi- L - - - - - schikte hij over zijn kinderen. Het beroep der zoons was al in hun jeugd door vader bepaald, huwelijken door de ouders reeds beklonken als de partijen nog in de kinder schoenen stonden. De resultaten dezer op voeding waren intusschen niet zoo veel min der dan der tegenwoordige; een enkele maal kwamen de kinderen wel in verzet, maar zelf voelden zij dit toch als iets zeer ver schrikkelijks. In de literatuur van dien tijd neemt de publieke opinie het ook steeds voor den beklagenswaardigen vader van een opstandig kind op. Opstandigheid moge bij de zoons wel eens voorgekomen zijn, spr. heeft de indruk dat de dochters zich bij den wil van vader als regel neerlegden, hun tra- kon men het niet meer, ook in Holland be nen in stilte schreiende. Tegen deze tyrannie gonnen de eerste vrouwen haar beroepen te van het gezinshoofd nu komt Marie Sylvain kiezen. Ze werden aangevallen en voor spr. heeft hiervoor een Fransch meisje blauwkous uitgemaakt, en in haar heilige genomen, omdat zij niet gelooft dat een Hol- overtuiging gekwetst, namen zij geen blad landsch meisje tot zulk een opstandigheid voor den mond en antwoordden fel. Spr. in die jaren in staat zou zijn geweest heeft er aanvankelijk over gedacht Mina in opstand. Reeds direct als Coornveld haar Kruseman haar hoofdpersoon te maken, is mooie Fransche naam in Miebetje veran- daarvan om practische redenen terug ge- bode, moeder en dochters deden de rest der dochters tot een huwelijk tegen haar zin huishoudelijke bezigheden, dat is ontzag- dwingt; zij, Miebetje, ontvlucht het huis lijk veel in dien tijd: de slacht, de wasch, als*Coornveld het huwelijk van zijn veel- verstelwerk, men was van den ochtend tot berovende zoon David met Miebetje ver- den avond bezig in een eentonig, gelijk- i biedt, omdat de vader een rijk huwelijk voor matig leven. Spr. heeft echter de indruk ge- 1 zijn zoon’s toekomst noodig acht, bij welk kregen, dat de meisjes er zich niet ongeluk- verbod David zich neerlegt. Geld voor de kig bij gevoelden, de onrust en onvree zijn vlucht heeft Miebetje zich verschaft door eerst veel later gekomen, zij wisten niet heimelijk voor een modiste kunstbloemen te [l

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1928 | | pagina 1