H
I - -
Uit onze Raadzaal.
NAk Gewetensgeld.
1.
■“•Dit Ho. bestaat uit 3 Bladen-
Nieuwstijdingen.
rd.
11AKIEZE BRINK Co.,
MK £,d- Sneek Internationale Vrouwenbond
voor Vrede en Vrijheid.
BUI ILNLANU.
ZATERDM 10 MAART 1138
UitgaveKIEZEBR1NK Co.
44a JAAR8AI8
47
ij:
SNEEK, 28 Februari 1928.
BESLUIT:
L
en
Aldus enz.
Aldus enz.
den
EN.
5.200.—
Jaar.
worden, naar de achtererven der te bouwen woningen.
1
e
ee
Totaal
per
jaar.
Totaal
aantal
weken.
Engeland en Egypte.
u de kans op een verbond tusschen
Dte en Engeland verkeken is, heeft En-
nd medegedeeld zich niet te kunnen
enigen met de wetsvoorstellen door de
?tische regeering bij het Egyptisch par-
nt ingediend inzake het recht van ver
ding en vergaderen. Deze voorstellen
en de autoriteiten in hun macht kunnen
vakken. Men heeft dus nu een concreet
waarbij Egypte en de bezettende mo-
heid, Engeland, tegenover elkaar staan
No. X 07.352.71(15).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het aangaan vaneen geldleening, groot
f 110.000.—, met de Verzekeringsbank „Vic-
tiroa” te Amsterdam, tot dekking van de kos
ten van het opspuiten en bouwrijp maken van
gronden tusschen den Leeuwarderweg en de
Oudvaart.
No. 60.
Advies van Burgemeester en Wethouders
over het adres van W. Feenstra, schipper,
wonende te Groningen, houdende verzoek om
restitutie van de door hem over de belas
tingjaren 1924/1925 en 1925/1926 betaalde
gemeentelijke inkomstenbelasting.
aan den adressant te berichten, dat zijn verzoek niet ter
bevoegder plaatse is ingediend.
1921
1922
1923
1924
1925
1926
1927
9
40
104
132
107
119
121
1934
1938
1943
45
249
634
812
647
564
671
34.22
43.38
34.485
34.83"
30.975
26.45
29.32
Abonnement i per jaar f 2.50 fr, p.p
poat f 3.60.
Advertentiein i 0 et p. regel. Inge*
zonden mededeelingen booger, bij
Abonnement belangrij|ke korting
Advertentlën worden tevens gratis ge
plaatst in ac SNEEKER COURAN7
5
6
6
6
6
5
57/
308.—
1735.30
3586.50
4598.50
3313.75
3147.25
"3548.25
No. 1.838.1(1).
Advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van de afdeeling Sneek van
den Nederlandschen Kappersbond, houdende
verzoek om wijziging van de Verordening op
de winkelsluiting in dien zin, dat kappers
zaken gedurende den geheelen Zondag voor
het publiek gesloten moeten zijn.
aandacht. Het is geen kwestie van de eerste
SNEEK, 14 Februari 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Door de afdeeling Sneek van den Nederlandschen Kap
persbond is het hierbij gevoegde adres tot U gericht,
waarin wordt verzocht in de Verordening op de winkel
sluiting een bepaling op te nemen, dat kapperszaken des
Zondags niet voor het publiek geopend mogen zijn.
Naar aanleiding hiervan deelen wij U mede, dat de
bij den bedoelden bond aangesloten kappers alhier onder
ling overeengekomen zijn hun zaken des Zondags voor het
publiek gesloten te houden. Het is echter gebleken, dat
eenige kappers zich niet steeds aan de overeengekomen
sluiting houden en binnen de in de genoemde verordening
toegelaten uren hun salons des Zondags voor het publiek
open stellen, waardoor de in onderling overleg bereikte
Zondagssluiting dreigt te mislukken.
Wij achten dezen inbreuk op het prijzenswaardig initia
tief van den bond niet gewenscht. Teneinde een conse
quente doorvoering van de sluiting van de kapperszaken
op Zondag mogelijk te maken meenen wij, dat het aan
beveling verdient het verzoek in te willigen. Wij geven U
daarom in overweging daartoe over te gaan.
Het door den Commissaris van Politie omtrent deze
aangelegenheid uitgebracht rapport, waarmede wij ons
niet geheel hebben kunnen vereenigen, leggen wij hierbij
over.
Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het adres van de afdeeling Sneek van den
Nederlandschen Kappersbond, houdende verzoek om wijzi
ging van de Verordening op de Winkelsluiting in dien
zin, dat kapperszaken gedurende den geheelen Zondag
voor het publiek gesloten moeten zijn;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
d.d. 14 Februari 1928, no. 1.838.1(1);
BESLUIT:
de Verordening op de winkelsluiting in dier voege te
wijzigen, dat aan artikel 1, le lid, sub c, wordt toegevoegd:
„en voorzooveel barbierswinkels en kapperssalons betreft
gedurende den geheelen Zondag”.
Aldus enz.
No. X 07.155.2(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het geven van namen aan nieuw aan te
leggen straten tusschen den Leeuwarderweg
en de Oudvaart.
Samen f 14.500/
In totaal zullen de uitgaven dus f 10.000.-F f 14.500.
f 24.500.beneden de raming blijven.
Hier staat echter tegenover, dat eenige hoogere kosten
zijn gemaakt door het vervoeren van den aanwezigen
zwarten grond van de terreinen, die opgespoten zullen
Gemiddeld
bedrag per i
persoon.
jft:
■ml”
ive*
4.500.—
dgf Mo* 47 Eerste BBarf
lifliliil Orgni hr haiiiti M.
Yanehfat
(JDTIDAGB es VBUDA®3AT®NDS
Bmnm Sta 159.
B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen aan
geboden:
iGemiddeld
aantal
I weken per
persoon.
I
(Tusschentijdsche verkiezing in Engeland.
be laatste tijd zijn de liberalen bij tus-
lentijdsche verkiezingen in Engeland aan
1 winnende hand. Nu hebben zij weer een
servatieve parlementszetel te St. Ives
- werd. Mevrouw Runciman is de geluk-
haar man is reeds Lagerhuislid; voor
erste maal in de Engelsche geschiedenis
t nu een echtpaar zitting.
eigend.
Wij zouden dan:
a. de drie straten, aan te leggen loodrecht op den
Leeuwarderweg, respectievelijk langs de noordoostzijde
van het gebouw, eigen aan D. van der Heij, langs de
SNEEK, 21 Februari 1928.*
Aan den Gemeenteraad.
Gevolg gevende aan de‘in Uwe vergadering van 14 Fe
bruari jl. tot ons gerichte uitnoodiging om, met intrekking
van ons desbetreffend voorstel d.d. 4 Januari -jl. no.
X 07.155.2(1), voor de nieuw aan te leggen straten op
het bouwterrein tusschen den Leeuwarderweg en de Oud
vaart andere, niet aan oude zeevaarders ontleende namen
te kiezen en aan U voor te dragen, komen wij thans met
een collectie namen, ontleend aan de voor onze stad zoo
bij uitstek karakteristieke watersport.
De onderwerpelijke straten zijn o. i. door hun ligging
in de nabijheid van de jachthaven aan de Oudvaart wel
in het bijzonder tot het dragen van dergelijke namen ge-
Aan den Gemeenteraad.
Door W. Feenstra, schipper, wonende te Groningen,
is tot U het hierbijgevoegde adres gericht, waarin verzocht
wordt om restitutie van de door hem over de belasting
jaren 1924/1925 en 1925/1926 betaalde gemeentelijke
inkomstenbelasting. Dit verzoek is klaarblijkelijk gegrond
op de missive van den Minister van Financiën van 12
Augustus 1924, B No. 192, die wij mede hierbij overleggen.
Uit door den Inspecteur der directe belastingen c. a.
alhier, le afdeeling, verstrekte inlichtingen is ons gebleken,
dat de adressant in de genoemde belastingjaren niet in
de gemeentelijke inkomstenbelasting van Sneek is aan
geslagen geweest. Wij hebben Feenstra daarom verzocht
de desbetreffende aanslagbiljetten aan ons ter inzage te
zenden, waaraan door hem bij schrijven van 7 Februari 1.1.
gevolg is gegeven. Deze aanslagbiljetten betreffen o. m.
de gemeentelijke inkomstenbelasting voor de gemeente
Amsterdam, en niet voor de gemeente Sneek.
Wij hebben ons daarna nog gewend tot den Ontvanger
der directe belastingen c. a., alhier, met het verzoek ons
te berichten, of hem wellicht iets omtrent den aanslag van
Feenstra in de gemeentelijke inkomstenbelasting van
Sneek bekend was, en zoo ja, of in de uitkeeringen aan
den ontvanger dezer gemeente ingevolge het bepaalde in
artikel 243/? der Gemeentewet, betreffende die belasting
over de genoemde belastingjaren ook door Feenstra be
taalde bedragen begrepen geweest zijn. Bij dezen ambte
naar is daaromtrent echter ook niets bekend.
De over deze aangelegenheid gevoerde correspondentie
voegen wij hierbij.
Aangezien uit de van de rijksbelastingadministratie ont
vangen inlichtingen blijkt, dat Feenstra niet in de gemeen
telijke inkomstenbelasting van Sneek over de belasting
jaren 1924/1925 en 1925/1926 is aangeslagen geweest, zijn
wij van meening, dat zijn verzoek niet aan het juiste adres
gericht is. Wij laten hierbij buiten beantwoording de vraag,
of hij door blijkbaar te verzuimen tijdig bezwaren in te
dienen bij den Inspecteur der directe belastingen c. a., die
de aanslagen heeft vastgesteld, en daarna eventueel bij
den Raad van beroep voor de directe belastingen tot wiens
rechtsgebied de gemeente van aanslag behoort, zijn rech
ten op teruggaaf der betaalde belasting heeft verloren. Ook
gaan wij niet in op de vraag, of, indien hij wel in de
gemeentelijke inkomstenbelasting van Sneek over de ge
noemde belastingjaren aangeslagen geweest was, de Raad
bevoegd geweest zou zijn hem restitutie van die belasting
te verleenen.
Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gele'zen het adres van W. Feenstra, schipper, wonende
te Groningen, houdende verzoek om restitutie van de door
hem over de belastingjaren 1924/1925 en 1925/1926 be
taalde gemeentelijke inkomstenbelasting;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
d.d. 28 Februari 1928, no. 60;
BESLUIT:'
Hiermede is een uitgaaf van f2.500.gemoeid geweest.
In totaal zal derhalve gedekt moeten worden een bedrag
aan uitgaven van f 134.000.f24.500.f2.500.—
f 112.000.—, of rond f 110.000.—
Dit bedrag zal uit een geldleening moeten worden ge
vonden.
Door de Incassobank te Leeuwarden is, blijkens hierbij
overgelegde brieven als vertegenwoordigster van de Ver
zekeringsbank „Victoria”, het aanbod gedaan aan de ge
meente het benoodigde bedrag onderhands te leenen óp
scliuldbekentenis, onder de volgende voorwaarden:
a. de looptijd der leening moet ongeveer 30 jaren zijn:
b. de uitgifte zal plaats hebben a pari;
c. de rente zal bedragen 4%
d. versterkte aflossing zal gedurende de eerste vijf jaren
niet mogen plaats vinden.
De Incasso-bank heeft voor haar bemoeiingen een be-
middelingsprovisie van bedongen.
De door de verzekeringsbank „Victoria” gestelde lee-
ningsvoorwaarden komen ons billijk voor. Zij steken niet
ongunstig af bij de condities, waaronder andere Friesche
gemeenten in de laatste maanden leeningen konden
plaatsen. Bij uitgifte der leening in obligatiën zouden zeer
waarschijnlijk geen gunstiger voorwaarden kunnen worden
bedongen, terwijl dan belangrijke zegel- en drukkosten
betaald zouden moeten worden, die nu bespaard kunnen
blijven.
Wij stellen U dan ook voor het aanbod van de verzeke
ringsbank „Victoria” te aanvaarden.
De aflossing zouden wij alsvolgt wenschen te zien ge
regeld:
gedurende elk der jaren 1929 tot en met 1937 f 2000.—
1938 1942 - 4000.—
1943 1958 -4500.—
behoudens eventueele geheele of gedeeltelijke vervroegde
aflossing behalve in de eerste vijf jaren.
De datum van storting zou bepaald kunnen worden op
15 April 1928.
Naar den eisch van het Provinciaal blad no. 86 van 1923
hebben wij in Uw te nemen besluit den naam van de
geldschietster vermeld.
Wij geven U in overweging het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 14 Februari 1928, no. X 07.352.71 (15)
zuidwestzijde van de Roomsch-Katholieke meisjesschool
en langs de noordoostzijde van het Sint-Bonifaciusgesticht,
zuidoostwaarts naar de Oudvaart en op bijgevoegde kaart
gemerkt a, bb en c willen noemen respectievelijk:
Regenboogstraat, Boeierstraat en Jachthavenstraat;
b. de beide straten, welke zullen loopen van de Regen
boogstraat naar de Boeierstraat en op bijgevoegde kaart
onderscheidenlijk gemerkt d en e, respectievelijk Tjotter-
straat en Jollenstraat, terwijl wij wat betreft
c. de nieuw aan te leggen straat langs de Oudvaart
tusschen de Regenboogstraat en de Jachthavenstraat
handhaven ons voorstel d.d. 4 Januari jl., nl. om den naam
le Oosterka.de- voortaan ook voor deze straat te doen
gelden.
Wij stellen U mitsdien voor te nemen het volgende
besluit:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 21 Februari 1928, no. X 07.155.2(1);
BESLUIT:
a. aan de drie straten, aan te leggen loodrecht op den
Leeuwarderweg, respectievelijk langs de noordoostzijde
van het gebouw, eigen aan D. van der Heij, laiigs de
zuidwestzijde van de Roomsch-Katholieke meisjesschool
en langs de noordoostzijde van het Sint-Bonifaciusgesticht,
zuidoostwaarts naar de Oudvaart en op bijgevoegde kaart
gemerkt a, bb en c de namen te geven onderscheidenlijk
van:
Regenboogstraat, Boeierstraat en Jachthavenstraat;
b. aan beide straten, welke de Regenboogstraat en de
Boeierstraat onderling zullen verbinden en op bijgevoegde
kaart onderscheidenlijk gemerkt d en e de namen te geven
respectievelijk van:
Tjotterstraat en jollenstraat;
c. te bepalen, dat de naam le Oosterkade in het vervolg
niet alleen zal gelden voor de straat, loopende van den
Leeuwarderweg bij de Oosterpoortsbrug zuidoostwaarts
langs de Stadsgracht zooals dat tot heden het geval is,
doch ook voor de nieuw aan te leggen straat langs de
Oudvaart tusschen de Regenboogstraat en de Jachthaven
straat en op bijgevoegde kaart gemerkt
Aldus enz.
SNEEK, 14 Februari 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Door U werd in de vergadering van 31 Mei 1927 onder
no. 7 o. m. besloten over te gaan tot opspuiting van gron
den tusschen den Leeuwarderweg en de Oudvaart en tot
het volledig inrichten van die gronden tot bouwterrein.
In ons voorstel, dat tot het nemen van dit besluit heeft
geleid (bijlage no.442 tot het raadsverslag 1927), werd
aan de hand van een door den gemeente-architect opge
maakte begrooting het bedrag, dat in totaal met de uit
voering van deze werken gemoeid zou zijn, op f 134.000.
gesteld. Het toen opgemaakte overzicht van kosten leggen
wij hierbij weder over.
De uitgaven, welke thans nog moeten worden gedaan,
zullen beneden het genoemde bedrag blijven, en wel op
grond van het volgende:
In het overzicht waren mede opgenomen de kosten van
de in den Leeuwarderweg gelegde rioleering, uitgevoerd
in 1922, en die van slootdemping en trottoiraanleg aan
den Leeuwarderweg tot de R.-K. Meisjesschool, uitgevoerd
in 1926 en reeds in de rekening over dat jaar opgenomen.
Een bedrag van f 10.000.in het overzicht vermeld, was
derhalve reeds betaald.
Ook in verband met de omstandigheid, dat de opspuiting
van den grond niet tot die breedte zal worden uitgevoerd
als waarvan bij den opzet der begrooting werd uitgegaan
en de doortrekking van straten en riolen over de terreinen,
die nog in eigendom toebehooren aan de heeren Wierda
en Kuperus, niet kan worden uitgevoerd, zullen de werke
lijke uitgaven beneden de raming blijven en wel met de
volgende bedragen:
a. minder zandopspuiting, 4000 M.3 a f 1.30
b. minder kosten van opspuiting wegens een
lagere aannemingssom dnn waarop gerekend
was (f 1.10 per M.3 in plaats van f 1.30 per
M.3), 24.000 M.3 a f0.20
c. minder straataanleg en rioleering (nl.
niet op de terreinen van Wierda en Kuperus)
No. 1.842.97(2).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van het raadsbesluit van 14
Juli 1921, no. 16, betreffende het verleenen
van steun aan „uitgetrokken” en „nog niet
reglementair rechthebbende” werkloozen.
SNEEK, 28 Februari 1928.
Aan den Gemeenteraad.
De aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring ingezonden
gemeentebegrooting voor 1928 gaf dat college aanleiding
tot het maken van enkele opmerkingen. Na gevoerde cor-
respondentie werd omtrent alle aangevoerde bedenkingen
overeenstemming verkregen, behalve ten aanzien van het
bezwaar, door Gedeputeerde Staten gemaakt tegen het
nog steeds voortduren van de steunverleening aan „uit- z
getrokken” en „nog niet reglementair rechthebbende”
werkloozen. (Volgno. 444).
Onzerzijds was op verzoek van het genoemde college
het volgende overzicht verstrekt van den verleenden steun
over de jaren 1921 tot en met 1927.
Aantal
verschil
lende
personen.
-J- r
rken )p 6 Maart werd alhier opgericht een af-
j ,ing van de Internationale Vrouwenbond
JlvP Vrede en Vrijheid met aanvankelijk 90
Ji. Het doel der vereeniging is, in alge-
ne termen uitgedrukt, den groei der
esgedachte te bevorderen en dan wel in
erste plaats onder en door de vrouwen.
ij den Inspecteur der directe belastingen
te Sneek, le afdeeling, werd ontvangen
23.65 gewetensgeld wegens vroeger te
nlg betaalde helaatingeri.
Terwijl de Volkenbondscommissie voor
jrbitrage en veiligheid nog bezig was aan
jet uitkerken van model tractaten, die voor
lopig de eenige tastbare uitkomsten van
Jet langgerekte debat beloven te zullen
vorden, is de Volkenbondsraad te Genève
3 zijn Maart-zitting bijeengekomen. Van de
pderwerpen die er op de agenda staan,
rekt de kwestie, die tusschen de Kleine
aitente en Hongarije over de jongste wa-
^nsmokkelarij hangende is, het meest de
'L--o-- - -
grootte, maar als precedent zal de wijze
waarop men haar regelt haar waarde heb-
b|n.
^Hongarije, waar de militaire controle van
.ia den oorlog afgeschaft is, evenals in de
‘pierige centrale landen, heeft tegen het ver
red van de bepalingen van het vredes-trac-
aat machine-geweren ingevoerd en toen dat
i&tdekt werd, de wapenen fluks laten vee
rtigen, om het onderzoek te bemoeilijken,
staten van de Kleine Entente, die de
iste belanghebbenden zijn bij verboden
oorlogstoerustingen van Hongarije, wen
sten deswege de procedure voor een on
derzoek door militaire deskundigen onder
Ispiciën van den Volkenbond vastgesteld
«zien en vervolgens in het land een nieuwe
(spectie te laten houden. Hongarije verzet
ifch hiertegen en vermoedelijk zal van zulk
dn straffen maatregel niets komen, omdat
et machtige vrienden in den Raad heeft,
talië bv. dat nauwe betrekkingen met de
-Ipngaren aankweekt en waar de machine-
eweren vandaan zouden zijn, en Duitsch-
ahd dat nog een bijzondere reden heeft, om
m' deze zaak aan Hongaarsche zijde te
•‘aan. Deze bijzondere reden is dat de Vol-
nbondsraad uitgenoodigd is, een proce-
ure vast te stellen die in dergelijke om-
et met tandigheden later ook tegen Duitschland
80, 2 egepast zou kunnen worden, indien het in
piegel. ’•itair opzicht dingen mocht doen welke
t bij het tractaat van Versailles verboden
i n.
Men herinnert zich dat, na de afschaffing
n de militaire controle door de geallieer-
J n in Duitschland, de vraag hoe de Vol
inbond handelen moet in gevallen, waarin
n nieuw onderzoek daar noodig geoor-
'eld mocht worden, niet afdoende geregeld
Duitschland’s waardigheid zou tegen het
■■^.nkbeeld van nieuwe pottenkijkers in zijn
rsenaal in verzet komen, zoo goed als men
■i Hongarije zulk een houding ziet aanne-
en. Het laat zich, als men op de berichten
t Genève af mag gaan, aanzien dat de
olkenbondsraad de gevoeligheid der Hon-
aren zal trachten te ontzien, zonder na-
urlijk de Kleine Entente voor het hoofd
stooten. De verwachting is daarom dat
inspectie zwl geschieden door een com-
ssie van burgerlijke deskundigen die tech-
3ch niet voldoende op de hoogte zijn, om
i’herp toe te kunnen kijken. Andere over-
onnen staten zouden dan een precedent
bben, om zich op te beroepen, wanneer
ft later het vuur te na aan de schenen
fegd werd, aldus de N. Rt. Ct.
adere berichten uit Genève melden dat
Igarije zeer brutaal is opgetreden. Zijn
«vaardigde verzocht den Raad geen on-
ftoek in te stellen omdat de betrekkingen
fchen zijn land en de nabuurstaten al niet
itfitterend waren en een onderzoek die nog
3|hter zou maken! Er is echter een corn
lie van onderzoek uit neutrale burger-
■■4 leden bestaand, ingesteld waarin ook
i Nederlander zitting heeft.
4
behoudens goedkeuring der Gedeputeerde Staten met de
verzekeringsbank „Victoria” te Amsterdam een geldlee
ning, groot f 110.000.,aan te gaan, teneinde daarmede
te dekken de uitgaven, gemoeid met de opspuiting en het
bouwrijp maken van gronden tusschen den Leeuwarderweg
en de Oudvaart, onder de volgende voorwaarden:
le. de uitgifte der leening vindt plaats op onderhandschc
schuldbekentenis;
2e. de leening wordt uitgegeven tegen pari-koers;
3e. de rente bedraagt 4%
4e. de storting van het bedrag der leening heeft plaats
ten kantore van den gemeente-ontvanger van Sneek op
15 April 1928;
5e. de betaling der jaarlijksche rente heeft plaats in twee
gelijke termijnen, verschijnende op 15 Aprihen 15 Oktober
van ieder jaar, voor het eerst op 15 October 1928;'
6e. de geldleening zal a pari worden afgelost.
De aflossing bedraagt:
in elk der jaren 1929 tot en met 1933 f2000.—
1937 ten minste -2000.—
1942 -4000.—
1958 -4500.—
7e. de gemeente behoudt zich het recht voor om, uit
gezonderd in de jaren 1929 tot en met 1933, te allen tijde
tot vervroegde geheele of gedeeltelijke aflossing over te
gaan. Van het voornemen tot vervroegde geheele of ge
deeltelijke aflossing wordt door haar ten minste drie maan
den van te voren aan de geldschietster kennis gegeven;
8e. ter verzekering van de gerégelde betaling der ver
schenen rente en aflossing van de geldleening worden de
daartoe vereischte sommen op den gewonen dienst van de
begrooting der gemeente gebracht; alle gewone middelen
der gemeente worden daarvoor verbonden, en voor zooveel
de aflossing betreft, zoo noodig, ook de buitengewone
middelen;
9e. aan de Incasso-bank te Leeuwarden wordt voor de
door haar verleende bemiddeling bij de plaatsing der geld
leening door de gemeente een provisie van van
het bedrag der geldleening toegekend;
10e. de kosten, die op het sluiten der geldleening vallen,
worden door de gemeente gedragen.
1”
B»
1
f
i
n
9»!
ast.
je»;
uur
ider
®k.
«la.
Lig®
4.800.—
f
JIEUWE SNEEZER CDÏÏRANT
- annex SHEERER COURAHT en VYMBRITSERADEEL
x
Genève.