o": geheimzinnige Talisman.
Uit onze Raadzaal.
it Ho. beslaat uit 4 Bladen.
44e Jaargang
Zaterdag 14 April 199S
Eerste blad.
o. 57
SiInI Ormi hr liimti huk.
JEZE BRINK Co
5
O
UitgaveKIEZEBR1NK Co.
o
I
[o]=—
J
2
bo
Tuaeh|Bi
[HDAGB n YRIJDAGBAYSrDS
Uitgaven:
BESLUIT:
A en B met een winst
van
C en D met een winst
woningen
van
F. min. met een verlies
woningen
van
allers
HOOFDSTUK XVI.
Vuur.
niet geschrokken. Daarop keerde hij zich i
o-o
2-1
et ter-
eek V
i met
a. de rekening van baten en lasten van het Woning
bedrijf over 1927 voorloopig vast te stellen:
Abonnementper jaar f 2.50 fr. p.p
post f 3.60.
Advertentieën9 cL p. regel. Inge
zonden tnededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiên worden tevens gratis ge
plaatst in uc SNEEKER COURANT
oet-
jor-
dus
:n I
iten
Wordt vervolgd.
ti ge-
If uur
doel-
ndstra
7—2
No. IV 07.352.17(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot voorloopige vaststelling van de rekening
van het Woningbedrijf over 1927.
SNEEK, 27 Maart 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Wij leggen U hierbij over de door de Commissie voor
het Woningbedrijf bij ons ingediende rekening over 1927
met bijbehoorende stukken.
Ten aanzien van deze bescheiden hebben wij niets te
onzer (verantwoording te vermelden.
Onder mededeeling, dat de balans per 31 December 1927
en de exploitatierekeningen over het afgeloopen jaar door
het Centraal Bureau voor Verificatie en Financiëele Ad
viezen der Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
accoord zijn bevonden, stellen wij U voor het volgende
besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 27 Maart 1928, No. IV 07.352.17(1);
ah
-9
-14
-24
-20
-24
-21
-54
B.
i
L'egcn
-22
-28
-20
-17
-26
-23
-37
4-0
4-5
in ontvangst en uitgaaf;
c. de balans van dat bedrijf per 31 December 1927 met
een totaal van f 140.144.26'/2 in debet en credit.
Aldus enz.
n te
I en
trijd.
nam
ra de
persbediende, van
in, Smidsstraat; Karl Christiaan Ferdinand
lotter, ovenbouwer, van Oppenhuizerweg
baar Langendreer bij Bochum (Duitschland),
SNEEK, 3 April 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 21 Juli
1926, no. 85, 2e afd. F, is goedkeuring onthouden aan het
raadsbesluit van 12 April 1926, no. 12 Ilb, tot wijziging
der gemeentebegrooting in dien zin, dat daarop werd
gebracht een post van f 113.000.voor demping van de
Wip c. a. Gelijk bekend is het tegen deze weigering inge
stelde beroep bij Koninklijk besluit van 5 Maart 1927, no.
14, ongegrond verklaard.
Wij brengen in herinnering, dat het bovengenoemde
bedrag van f 113.000.naar raming gemoeid zou zijn met
de demping van de Wip, de overkluizing van het Groot-
zand bij Leeuwenburg, de verbetering van de Suupmarkt,
de verruiming van de overbrugging tusschen Suupmarkt,
Kleinzand en Singel en de overkluizing van den Singel tot
de Hooiblokstraat, een en ander volgens de plannen, ont
worpen door den architect A. P. Smits te Aerdenhout.
Uit de gevoerde correspondentie en de gevallen beslis
singen is gebleken, dat, met het oog op de kosten, zoowel
bij de Gedeputeerde Staten als bij de Kroon bezwaar be
stond tegen het uitvoeren der werken in hun geheelen
Geoff. Ik ga het grondig onderzoeken, als
hoek van de kamer, die meer op een stan- j
daard voor stokken geleek, stond bijna
rechtop een ander geweer met hanen. Harry
pakte het ergens bij den loop beet en het
kwam Geoffrey voor alsof hij een rukje gaf,
net alsof het ergens aanhaakte. Op dat
zelfde oogenblik volgde er een hevige ont
ploffing, een groote barst was er in het
houten paneel van den muur en er was een
gat in de zoldering. Het had geen drie duim
gescheeld of Harry had de geheele lading
in zich gekregen; maar hij stond daar, met
het rookende geweer in de hand en blijkbaar
rden
:itas ber, gezelschapsjuffrouw, van Bolsward naar
itde
igen
V. B.-
jneek
t een
g 0-1
voor
Je de
fraai
1-2
IZ. B.- I
Naar het Engelse!
van
E. F. BENSON
B. en W. hebben den raad o. a. de volgende voorstellen
aangeboden:
No. X 07.351.53(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het instellen van een rechtsvordering
tegen de N. V. Meelfabriek „Fortuna” te
Leeuwarden tot betaling van een bedrag van
f 75.wegens vergoeding voor het herstellen
van de schade, op 2 Januari 1928 aangericht
aan den lantaarnpaal aan het Kleinzand, bij
den Singel, door een aan haar toebehoorende
vrachtauto.
ren en naderden al meer en meer de plek des
onheils.
De verkwikkende morgenzon, het koude
bad en boven alles het vertrek van mr.
Francis herstelden Geoffrey in zijn normaal
evenwicht, en eenmaal in balans gebracht,
sloeg de wijzer naar rechts over, in dezelfde
mate als hij gedurende die zenuwachtige
schrikken van nacht naar links had gewezen
en hij at met een ijver en een buitengewonen
eetlust en liet zich alles even goed smaken.
Zelfs aan het eind van dit vroolijke maal,
toen hij al gelachen had, tot hij niet meer
kon, overviel hem opeens weer een lachbui
en Harry bleef met zijn theekopje in de hand
zitten, om te hooren wat er nu weer was.
„O, het is niets,” zeide Geoffrey, ,,en toen
het gebeurde kwam ’t mij ook eigenlijk heel
niet belachelijk voor. Maar toen ik door de
hall liep, stond je oom opeens weer voor de
deur, ofschoon ik de dogcart had hooren
wegrijden. Hij kwam terug om iets te halen,
dat hij vergeten had. Raad eens wat dat
was; ik geef het je alleen maar te raden.”
Harry’s hand begon te beven en zijn
mondhoeken begonnen weer te trillen.
„Zijn flfluit,” zeide hij met trillende
stem.
„Juist!” schreeuwde Geoffrey, „en ik ben
benieuwd o, ik krijg zoo’n pijn van het
lachen ik ben benieuwd of hij vanavond
danspasjes rond Cavendish Square zal gaan
uitvoeren, al spelende op zijn fluit!”
Harry was net één oogenblik te vroeg
begonnen zijn thee te drinken.
Zij rookten een cigaret in de hall; Geof
frey was een en al haast om te beginnen,
terwijl er in Harry daarentegen, geheel
tegen zijn gewoonte, maar geen voortgang
was. Hun gesprek was overgegaan in een
meer ernstig gesprek over de jacht en Harry
zeide, dat hij de voorkeur gaf aan ’n ouder-
z. b., van Oude Koemarkt 24 naar Heem-
e, Schouwbroekerstraat 16; Wietsche de
f, dienstbode, van Oosterdijk 75 naar Joure,
;ensweg F 39; Auke Pot, z. b„ van Oud
hof 1 naar Huis ter Heide (Utr.), St. Jo-
b. de rekening van kapitaalsontvangsten en -uitgaven
van het bedrijf over 1927 voorloopig vast te stellen met
een totaal van f 80.586.55'/2 in ontvang en uitgaaf.
c. de balans van het bedrijf per 31 December 1927 voor
loopig vast te stellen met een totaal van f909.149.97 in
debet en credit.
Aldus enz.
Verbetering Singel enz.
No. 1.811.111.2(19).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot verbetering van den Singel, de Suup
markt en de overbrugging Kleinzand—Singel
Suupmarkt.
be- tdoorn,
rezen
men
ugde
B.
)opte
lotie-
chten
rven, ngerstrasse 11; Maria Bernardina Susanna
1 in hart, hulp in de huishouding, van 2e Self-
ierste straat 13 naar Groningen, Kruidgracht 3;
logen kje Rollema, echtgen. van Jurjen Roorda,
van Geeuwkade 30 naar Hilversum, van
igma mbarneveldtlaan 26; Hendrikje van Nogge-
k de
zijn
egen
bben.
kort
SNEEK, 20 Maart 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Door een vrachtauto van de N. V. Meelfabriek „For
tuna” te Leeuwarden is op 2 Januari 11. de lantaarnpaal
aan het Kleinzand, bij den Singel, omver gereden. De
kosten van het herstellen der aangerichte schade hebben
een som van f 75.bedragen.
Voor vergoeding van deze kosten is door het gasbedrijf
aan de genoemde vennootschap een bedrag van f 75.
in rekening gebracht. In haar bijgevoegd, tot het gas
bedrijf gericht schrijven geeft deze vennootschap echter te
kennen niet tot betaling der schade te kunnen overgaan
en verzoekt zij het bedrag van f 75.te willen decla-
reeren aan haar assuradeur „The Motor Union Insurance
Company Limited”, te Amsterdam.
Deze verzekeringsmaatschappij had echter reeds van
tevoren bij den hierbij overgelegden brief aan den directeur
der gemeente-bedrijven medegedeeld, dat het ongeval aan
force majeure moest worden toegeschreven, zoodat zij zich
niet tot vergoeding der schade gehouden achtte.
Blijkens het mede hierbij overgelegde rapport, opge
maakt door een agent van politie, die van de aanrijding
getuige was, is van force majeure geen sprake.
De gemeente heeft trouwens niet op den assuradeur,
doch op de naamlooze vennootschap zelf een vordering.
Of de vennootschap zich door verzekering tegen de ver
oorzaakte schade gedekt heeft, is een aangelegenheid,
waar de gemeente geheel buiten staat.
Wij hebben onze hiervoor omschreven meening ter
kennis van de vennootschap gebracht en haar uitgenoo-
digd de verschuldigde som van f75.alsnog vóór 1
Maart 1928 aan den boekhouder der gemeente-bedrijven
te betalen, bij gebreke waarvan dit bedrag in rechten zou
worden opgeëischt.
De betaling heeft echter tot dusver nog niet plaats
gehad.
Wij geven U daarom in overweging de vennootschap
in rechten voor de geleden schade aan te spreken.
Een omtrént deze aangelegenheid uitgebracht rechts
kundig advies voegen wij hierbij.
Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 20 Maart 1928, no. X 07.351.53(1);
BESLUIT:
Behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten
tegen de N- V. Meelfabriek „Fortuna”, gevestigd te Leeu
warden, een rechtsvordering in te stellen tot betaling van
een bedrag van f 75.wegens vergoeding voor het her
stellen van de schade, op 2 Januari 1928 aangericht aan
den lantaarnpaal aan het Kleinzand, bij den Singel, door
een aan haar toebehoorende vrachtauto.
Aldus enz.
No. Ill 07.352.17(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot voorloopige vaststelling van de rekening
van het reinigirrgsbedrijf over 1927.
B. en W. stellem voor:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 20 Maart 1928, no. Ill 07.352.17(1);
BESLUIT:
voorloopig vast te stellen:
a. de rekening van baten en lasten van het reinigings-
bedrijf over 1927 met een nadeelig saldo van f66.499.85;
b. de rekening van kapitaalsontvangsten en -uitgaven
van dat bedrijf over 1927 met een totaal van f 125.188.32’/2
een echte detective.”
„Maar maar ben je dan heelemaal niet
geschrokken?” vroeg Geoffrey zwakjes.
„Neen, wonderlijk genoeg, maar ik ben
niet geschrokken. Het is de Talisman, ik ge
loof zeker, dat het de Talisman is; en de
arme oude duivel, die hem dien vloek ge
geven heeft, voert de dingen al heel onhan
dig uit. Ik schaam mij over hem.”
„Vernietig toch dat ellendige ding!” riep
Geoffrey uit. „Verbrand het, trap het kapot,
smijt het weg!”
sombere wolken, waaruit van tijd tot tijd
een kronkelende bliksemstraal schoot; dan
weer nam hij hem vriendschappelijk bij zijn
arm en wandelde al pratend en lachend met
hem naar een huisje, dat op een hoogte
stond. Dat huisje zag hij in zijn droom tel
kens veranderen; hij wilde zijn vriend waar
schuwen, maar kon geen woord uitbrengen;
nu eens stond het heel alleen, dan weer
stond het in een rij van huizen, alle eender,
zich van links naar rechts, van horizon tot
horizon uitstrekkend; maar of het alleen
stond of te midden van honderden gelijk
vormige huizen, hij wist, dat daar in dat
ééne huisje ’t een of ander vaag, maar
vreeselijk gevaar schuilde. Nu eens waren
het de balken of de steenen zelf, die dreig
den te vallen, zoodra de deur geopend werd,
dan weer, dat wist hij, zouden uit alle ramen
vlammen schieten, zoodra Harry er binnen
trad; dan weer zag hij, dat het eigenlijk
geen huis was, maar een zwart gat, onein
dig diep, waaruit een ijskoude lucht opsteeg.
Maar in welke gedaante Harry’s begeleider
ook verscheen en welken vorm het huis ook
had, altijd, wanneer zij er dichtbij waren, gat
mr. Francis met een dierlijken kreet van vol-
danen haat, Harry een duw en dan schrikte
Geoffrey weer uit zijn droom op, liggend in
een bad van zweet. Dan was er nog iets
angstwekkends: de man, die met Harry liep
was telkens een ander; hij zou de wandeling
bijvoorbeeld beginnen met mr. Francis, maar
dan waren zij nog geen steenworp van het
huis af, of het was mr. Francis niet meer,
maar de oude baron van het Holbein schil
derij. Soms keek Evie met een verschrikt
angstig gezicht uit eén van de bovenramen
en in zijn droom zag hij haar met de hand
zwaaien en hoorde hij haar schreeuwen om
Harry te waarschuwen; maar de twee kon
den haar waarschijnlijk niet zien of niet hoo-
itionsstraat 1; Jan Smit, tuinman, van Has-
t naar 2e Zomerrakbuurt 38; Akke v. d.. Meer,
h van Den Haag naar 2e Zomerrakbuurt 19;
jas Twijnstra, z. b„ van Hartwerd naar Wil-'
i de Zwijgerstraat 77; Aukjen Visser, z. b„
oure Terzool naar Swartsbuurt 2; Gatske v. d.
mis- ’ude, z- van Leeuwarden naar Kleinzand
s
IOTE SBEEKER COURANT
innu SHEERER COURAHT an WYMBRITSERADEEL
1ST VAN INGEKOMEN EN VERTROKKEN
IRSONEN OVER DE MAAND MAART 1928.
INGEKOMEN:
Tjeerd Wesselius, boerenknecht, van Hinde
ren naar le Steenklipstraat 60; Marinus v.
Vlugt, bijbelcolporteur, van Den Haag naar
i van Nassaustr. 19; Hijlkje Annema, dienst-
de, van Beetsterzwaag 176 naar Klooster-
'arsstraat 3; *Thomas Engelsma, schipper,
n Oosterwolde (Ooststellingwerf), naar v. d.
ijbuurt 21; Pietje Zoodsma, wed. van Pieter
ïmendal, huishoudster, van Haarlem naar
Iswarderweg 1Lijsbeth Jorritsma, z. b., van
n Haag naar Bloemstraat 33; Aaltje Lourens,
mstbode, van Valburg naar 2e Boschdwars-
aat 9; Egbert v. dl Kooi, schipper, van Blok-
I naar Zuidend 5; Geertje Vaartjes, z. b„ van
mnekeburen naar IJlsterkade 2; Sietske Lan-
s, z. b., van Wijk aan Zee en Duin naar
Iria Louisestraat 3; *Hendrik Reker, stoker,
j Ten Boer naar Scharnestraat 26; Jan Mel-
or, bankwerker, van Rheden naar Grootzand
*Mintje Visser, los werkman, van Bolsward
ar Oppenhuizerweg 46; Geertje Antje Feike-
j, z. b., van joure n. Julianapark 17; Popkje
11. Woningen, zonder rijksvoors.chot gebouwd:
le. voor de 66 woningen in het Sperkhem met een ver
lies van f3.693.51;
2e. voor de 34 woningen aan de Franekervaart met een
winst Van f327.53;
Woningen met rijksvoorschot gebouwd:
woningen
l-2j--
1 e. voor de
f 2.425.94'/2;
2e. voor de
f677.42;
3e. voor de
f2.593.53;
4e. voor de woningen D en D max. met een verlies van
f4.324.87;
5e. voor de woningen E met een verlies van f3255.52;
omvang, ten deele omdat deze niet noodig werden geacht,
zooals demping van de Wip, ten deele omdat deze niet als
urgent werden aangemerkt, zooals de verbetering van de
Suupmarkt. Tegen het aanbrengen van de verbeteringen,
die als onmiddellijk noodzakelijk werden beschouwd, be
stonden echter geen overwegende bedenkingen.
Als noodzakelijk werd in een door de Gedeputeerde
Staten met instemming aangehaald schrijven van den
Hoofdingenieur van den provincialen waterstaat van 22
Juni 1926, no. 1679, aangewezen: verbetering van den
verkeerstoestand aan den Singel, verruiming van de over
brugging KleinzandSuupmarkt en verbetering van de
overbrugging GrootzandSuupmarkt bij Leeuwenburg.
In een eerder schrijven, nl. van 25 Februari 1925, no. 79,
2de afdeeling F, hadden de Gedeputeerde Staten mede
gedeeld er in mede te kunnen gaan, indien werden uit
gevoerd: verbetering van den Singel, van de overbrugging
Kleinzand—Suupmarkt, van den walmuur van de Suup
markt en eenige verruiming van de overbrugging Groot
zandSuupmarkt bij Leeuwenburg. Des te eerder kan,
naar de meening der hoogere autoriteiten, dezerzijds met
een partieele uitvoering genoegen worden genomen, omdat
immers steeds de gelegenheid open bleef tot uitbreiding
of algeheele uitvoering, indien dit later noodig mocht
blijken en aan den financieelen toestand der gemeente dan
geen bezwaar meer zoude behoeven te worden ontleend.
Nu dus, althans voorloopig, van een geheele uitvoering
der plannen moet worden afgezien, hebben wij ons onledig
gehouden met de beantwoording van de vragen, welk ge
deelte dan in de eerste plaats onder handen dient te
worden genomen en op welke wijze dit dient te geschieden.
Vanzelfsprekend kwam daarbij naar voren de uit ver-
keersoogpunt geheel onbevredigende toestand, die bestaat
aan den Singel en bij de overbrugging KleinzandSuup
markt, alsmede de onhoudbare toestand van de walbe
schoeiïng aan de Zuidzijde der Suupmarkt. Het is noodig,
dat op deze punten spoedig verbetering wordt aange
bracht. Daaromtrent kan, naar wij meenen, moeilijk ver
schil van gevoelen bestaan. Wel is in een der ter zake
uitgebrachte rapporten meer optimistisch geoordeeld over
de oude walbeschoeiïng aan de Suupmarkt, maar wij, die,
als min of meer dagelijksche toeschouwers, hebben kunnen
waarnemen, hoe slecht deze walbeschoeiïng inderdaad is,
zoo slecht, dat het eigenlijk verwondering mag wekken,
dat daar ter plaatse tot dusverre nog geen ongelukken
zijn gebeurd, wij kunnen dit optimisme niet deelen. Indien
ergens, dan moet hier worden ingegrepen.
Een tweede vraag is hoe?
Zal het gedeelte dat nu actueel wordt verklaard, geheel
worden uitgevoerd volgens de plannen-Smits, zal met
name de verbetering aan den Singel volgens deze plannen
geschieden, zoodat de daar thans aanwezige gracht tot
de Hooiblokstraat wordt overkluisd? Indertijd heeft de
Raad deze vraag met vrij groote meerderheid bevestigend
beantwoord. Dat wij niettemin dit punt nog weer in onze
overweging hebben getrokken, vindt zijn oorzaak in:
a. onze vrees, dat overkluizing, als het ware doodloo-
pend op een stuk gracht terwijl een stuk gracht doodloopt
op de overkluizing, aan het stadsbeeld groot nadeel zal
doen;
b. onze vrees, dat, als eenmaal met overkluizing wordt
begonnen dit spoedig zal blijken het begin van het einde
te zijn, wat wij uit een schoonheidsoogpunt als een onher
stelbaar nadeel voor de stad zouden beschouwen;
c. onze vrees, dat overkluizing de waterverontreiniging
ter plaatse in de hand zal werken;
d. de mogelijkheid, die wij meenen te zien, om voor hel
verkeer een bevredigenden toestand te verkrijgen met ver
mijding van de gevaren onder a, b en c genoemd.
Wij hebben, op grond van het in punt d vermelde, aan
den gemeente-architect opgedragen opnieuw na te gaan
welke verkeersverruiming zou kunnen worden verkregen,
indien de Singel niet werd overkluisd, maar het water
behouden bleef.
Uit het rapport van den genoemden ambtenaar halen
wij het volgende aan:
„De nieuwe bijgevoegde teekening No. 3b geeft een
oplossing van het vraagstuk Achterom met behoud van het
water. Deze oplossing, die ook in vroegere plannen reeds
naar voren is gebracht, werd nogmaals op verzoek van
Uw College onder de oogen gezien.
De oplossing is hier verkregen door a. gedeeltelijke
overkluizing van het Achterom bij de aansluiting Klein
zand, b. verbreeding der wallen ter weerszijden van de
gracht en c. een brug over de gracht voor de Hooiblok
straat.
Bij deze oplossing wordt dus het verkeer rechts en links
Inn - Talafae» 150.
i naar Geoffrey.
„De Talisman is weer aan den gang,”
zeide hij, „gisteren de vorst dat was de
ijskelder en dit lijkt al heel veel op vuur.”
Verscheidene ruiten van het raam waren
gesprongen door den schok en Harry hield
het geweer met den loop naar buiten.
„Nu den tweeden loop,” zeide hij, en de
tik van den neervallenden haan was het
eenige antwoord.
Hij maakte het sluitstuk open en haalde
er de rookende huls uit.
„Maar één patroon,” zeide hij; en toen in
de loopen kijkend, „en de linkerloop is
schoon. Het lijkt wel alsof het geweer eerst
is schoongemaakt en dat er daarna een pa
troon in gestoken is. Het is een vreemd
geval; maar laten wij nu maar gaan jagen,
Geoff.”
Geoff echter hield zich aan de tafel vast
en beefde hevig.
„Je bent toch niet getroffen?” vroeg hij
„Neen, dan zou ik niet op jacht kunnen
gaan. Kom, oude jongen, houd je toch goed,
er is niets gebeurd. Ik zal het geval onder-
zoeken. Spreek er maar met niemand over,
arry was dien morgen in een van zijn
ensporige opgewonden buien en de twee
ten om de minste kleinigheid als een
echte schooljongens. Het flauwste
aaltje, de meest gewone opmerking was
tnoeg om den een of den ander, of bei-
in een lachbui te doen uitbarsten. Geof-
vond een reden voor zijn vroolijkheid
t vertrek van mr. Francis. Gisteren, den
elen dag, nadat hij hem naar den ijs-
•r had zien trippelen, toen Harry aan
Lem- evaar ontsnapt was, had hij een rilling
en elk a's h’j 'n z*Jn nabijheid was, of zelfs
i maar bij de gedachte aan hem. Hij
k spel |jen nacht niet goed geslapenj en was
en ingedommeld te zijn, gedurig opge-
<t door nachtmerries, waarin hij nu
„_h_n mr- Francis, dan weer den ouden Fran-
an het portret zag, die Harry lokten
,a mei den een of ancjeren duisteren, doch
raden. en ondergang. Nu eens dwong mr.
tis Harry als de een of andere dui-
he rattenvanger van Hameln spelend
Jn fluit, hem te volgen en bracht hem
UIts,aKlchter en dichter naar een bank van
*Pieter Andreae, boerenarbeider, van Wor-
n naar 2e Boschdwarsstraat 13; Jan v. d.
en, kapper, van Kollum naar Nauwe Noor-
dit- home 10; Maria Johanna Wilhelmina Ver-
loel- 'en< winkeljuffrouw, van Amsterdam naar
deze i^e Noorderhorne 8; Elisabeth v. d. Velde, z.
van Hoogkerk n. Prinsengracht 21 (boven);
cobus Wilhelmus Thijsen, los werkman, van
fterdam naar Zuidend 34; Hendrikus Johannes
tonhis Cobelens, winkelbediende, v. Haarlem
ir Oppenhuizerweg 63; Anne de Boer, reizi-
van Oudwoude naar Koopmansgracht 34;
liem Hendrik Kroon, auto- en rijwielherstel-
I van Oudega (W.) naar Noordersingel 2;
firikus S. H. I. Visser, z. b., van Hilligers-
jg naar Schaapmarktplein 12.
VERTROKKEN:
Trijntje de Jong, dienstbode, van Klooster-
[str. 3 naar Anjum, p.a. M. J. de Jong. Anna
zabeth Brouwer, z. b., van Kruizebroederstr.
naar Harlingen, R.K. Meisjespensionaat;
istina Johanna Vos, echtgen. v. S. A. Faber,
van Prinsengracht 5 naar Ned.-Indië; Jetje
Jong, z. b., van Willem de Zwijgerstr. 42,
r Haarlem Bosch en Vaart no. 1Maaike
ima, wed', van Jan Hofman, z. b., van Prin-
gr. 21, naar Balk no. 59, p.a. B. Faber; Luise
lert, coupeuse, van Prins Hendrikkade 18,
Wolf r Enschede, p.a. Gebr. Walstra; Johan Ger-
aan i Jansen, koperslager, van Rozenstr. 15, naar
Parallelweg 4; *Antonius Theo-
as Grabal, grossier, van Muntstr. 4, naar
thede, Lipperkerkstr. 34; *Jan Flamehng,
kker, van Parkstr. 7, naar Huizum (Leeuw-
I); Noorderdw.str. 69; Paul Pier v. d. Hoek,
Galigastraat 6 naar Sta-
wetsch geweer met hanen boven het meer
nieuwe zonder hanen.
„Ik weet zelf niet waarom ik dat verkies,”
zeide hij, „maar het is nu eenmaal zoo. Als
ik over een sloot spring, dan zet ik mijn ge
weer zonder er bij te denken in de rust,
maar ik voel mij niet heelemaal thuis met
dat kleine schijfje, dat het geweer op „safe”
zet. Stel het geval eens dat het „safe” niet
werkte? Maar kom, laten wij dan maar
gaan, Geoff, als je toch zoo’n haast hebt.
De mannen wachten ons bij het hek; laten
wij maar gauw onze geweren halen en dan
gaan.”
Zij liepen de steenen gang door, die naar
de jachtkamer leidde, welke uitzag op de
palmenhaag. Er lagen twee geweren op
tafel en Geoffrey nam, na even naar het
andere gekeken te hebben, zijn eigen op.
„Je bent toch ook wel consequent,” zeide
hij tot Harry, „je beweert daarnet tegen mij
dat je liever schiet met een geweer met
hanen en nu schiet je toch met een geweer
zonder hanen.”
Harry nam het geweer op en bekeek het.
„Dit is het mijne niet,” zeide hij, „het is van
oom Francis. O, daar staat het mijne!”
In een groven gewerenstandaard in een
Kamer, uie meer op een sian-
stokken geleek, stond bijna