Uit onze Raadzaal
Dit No. bestaat uit 3 Bladen
Nieuwstijdingen.
gffliliil Organ iir Iniiiti Sint
44e Jaargang
e
I
No. 68
KIKZE BRINK Co.,
Eerste biad uitgave: kiezebrink co. Woensdag £3 Hei 19$$
9
r
I
226 569 854 1078 1422 1799 2144 2442 2843
geen
1057
1061
1063
1065
1069
No. 1.842.73(14).
I
DINSDAGS u VRIJDAGS A
Abonnement t per jaar f 2.50 fr. p.p
post f 3.60.
233 582 862 1086 1432 1809 2154 2446 2847
235 586 869 1092 1439 1816 2168 2449 2848
237 600 874 1093 1446 1821 2169 2451 2855
251 601 878 1095 1448 1826 2185 2458 2863
260 610 888 1098 1451 1829 2186 2461 2868 j
261 624 899 1103 1452 1833 2187 2479 2873
269 638 900 1105 1455 1834 2197 2490 2874
285 640 906 1112 1460 1839 2210 2493 2879
298 653 91-6 1121 1469 1840 2212 2497 2884
307 654 917 1125 1476 1843 2220 2501 2896
322 662 921 1126 1482 1844 2230 2502 2898
328'666 925 1127 1490 1856 2231 2517 2902* - - -
J35 667 927 1135 1493 1869 2232 2520 2910 ®en en begrootingen inzake onderzoek
337 668 928 1155 1494 1880 2233 2521 2916 f?6/™w’JZ’ëing der begrooting
342 669 931 1170 1500 1881 2235 2525
343 672 934 1180 1501 2886 2237 2535
350 679 940 1186 1510 1889 2249 2537
361 680 948. 1190 1513 1900 2274 2556
366 682 954 1195 1514 1909 2280 2562
371 687 956 1196 1525 1916 2282 2571
376 696 957 1201 1531 1921 2293 2573
378 700 958 1203 1539 1938 2298 2575
De nog niet afgehaalde prijzen kunnen
den afgehaald ten huize van den heer j. Postma,
Leeuwarderdwarsstraat 11, tot en met 2 Juni
a.s. 26, 27, 28 Mei afwezig.
962 1210 1544 1940 2299 2578
966 1211 1546 1941 2303 2581
973 1215 1556 1944 2304 1587
977 1216 1568 1946 2307 2591
980 1233 1580 1956 2312 2598
981 1239 1582 1958 2321 2602
984 1241 1584 1960 2322 2609
985 1248 1592 1968 2324 2612
990 1251 1614 1970 2329 2616
992 1267 1621 1973 2330 2619
997 1278 1645 1988 2336 2622
998 1282 1656 1995 2337 2623
999 1284 1657 1996 2341 2624
1005 1288 1670 2002 2350 2629
1008 1294 1689 2010 2352 2631
1010 1309 1695 2015 2354 2646
1011 1322 1710 2017 2357 2650
16 397 703
18 400 705
29 402 706
45 406 707
4C 420 708
53 -129 710
57 430 713
65 438 717
69 441 719
78 448 720
84 454 724
88 457 764
94 46 1 765
95 465 775
.97 776
101 467 784
110 469 787 1012 1324 1722 2018 2360 2651
113 480 789 1013 1330 1728 2027 2366 2751
119 482 792 1017 1344 1731 2033 2368 2762
121 488 795 1019 1347 1732 2036 2369 2774
133 502 805 1020- 1351 1746 2067 2373 2777
144 506 807 1021
145 511 809 1025
149 523 816 1029
157 524 817
159 525 819
174 532 823
175 538 828
179 540 831
183 545 840 1070
204 550 842 1072
ji
L
t
en
het Old Burger Weeshuis voor 1927.
376 696 957 1201
wor
den afgehaald ten huize
Rapport van de Commissie voor rekenin-
van
van
L
kende om in voorkomende gevallen de ontruiming te vor
deren van door de gemeente per week verhuurde woningen,
waarvan de huurder opzettelijk nalatig is in de betaling
van woninghuur en ingeval van hooger beroep, te dier
zake verwerend op te treden.
j Ons hierop betrekking hebbend schrijven luidt als volgt:
i „Bij de groote vlucht, welke de gemeentelijke woning-
op- of aanmerkingen en adviseert tot goedkeuring van het
gewijzigde plan.
opgevat, geenszins in strijd behoeft te zijn en dat zulk
een besluit dus voor goedkeuring zeer wel vatbaar is.
In deze overtuiging en daartoe aangespoord door een
juist voorgekomen geval van opzettelijke wanbetaling,
hebben wij ons gewend tot de Gedeputeerde Staten dezer
provincie met de vraag of er hunnerzijds bezwaar zoude
bestaan tegen goedkeuring van een raadsbesluit, strek-
UhfUTW»
Namens de Commissie,
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
U. SIJTEMA, Rapporteur.
Z. h. s. conform besloten.
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
voorloopige vaststelling van de rekeningen van het gas-,
waterleiding- en electriciteitsbedrijf over 1927. (Bijlage
39; dossierno. II 07.352.17(1).
B. en W. adviseeren:
Wij leggen hierbij aan U over de door de Commissie
voor de gemeentebedrijven bij ons ingediende rekeningen ,>D1J ue gIU(jie viucm, wcikc uc gemeen ienjK.e wumng-
van^het gas-, waterleiding- en electriciteitsbedrijf over bouw, zoo hier als elders, genomen heeft, wordt er dooi
de gemeenten in het algemeen meer dan vroeger acht op
geslagen of de personen, die een gemeentewoning am-
bieeren, ook werkelijk tot het geregeld betalen der huur
penningen bereid en in staat zullen zijn. Toch is het, mede
uit oorzaak van de tot zekere hoogte nog altijd heer-
schende woningschaarschte, niet altijd en onder alle om
standigheden mogelijk de slechte betalers als huurders te
weren.
Hebben dergelijke elementen eenmaal in een gemeente
woning vasten voet gekregen, dan is dit, tenzij zij, na
huuropzegging, vrijwillig heengaan, het begin van een
dikwijls lange lijdensgeschiedenis, gevolg van de omstan
digheid, dat de gemeente, belemmerd als zij wordt in de
uitoefening harer rechten als verhuurder door de artikelen
143, 194, letter h en 199 der Gemeentewet, niet met de
noodige snelheid kan ingrijpen.
De gemeente, als woningverhuurder, staat in dit opzicht
ten achter bij den particulieren woning-exploitant.
Wenscht deze een woning, welke zonder recht of titel
wordt gebruikt, bv. bij voortzetting der bewoning na
beëindiging van den huurtijd te doen ontruimen, hij
kan op ieder gewenscht oogenblik een eisch daartoe bij
den rechter instellen.
Voor de gemeente is de zaak echter niet zoo eenvoudig.
Volgens de hiervoor aangehaalde bepalingen der Gemeen
tewet moet de Raad tot het voeren van een rechtsgeding
besluiten en is diens besluit onderworpen aan de goed
keuring van Gedeputeerde Staten.
Bovendien moet er een rechtskundig onderzoek worden
ingesteld. Met een en ander zijn vaak ettelijke weken ge
moeid en dit, terwijl alleen snel en krachtig ingrijpen het
opzet van den wanbetaler: geen huur betalen en trachten
tijd te winnen, zou kunnen verijdelen.
Ongetwijfeld is de gerechtelijke ontruiming, zooals de
gemeenten verplicht zijn haar te hanteeren, een middel,
dat dikwijls erger is dan de kwaal. Men denke, om nog
iets te noemen, aan de, dikwijls niet geringe, kosten van
het rechtskundig onderzoek; ook aan de huurderving, die,
kon de gemeente dadelijk ingrijpen, vermeden zou kunnen
worden.
Wij hebben ons dan ook afgevraagd of er, met eenige
concessie aan de praktijk, niet een andere, meer soepele
toepassing van de artikelen 143, 1 Q4h en 199 der Gemeen
tewet mogelijk is.
Het is ons bekend, dat deze kwestie Uw College reeds
eerder heeft bezig gehouden; dat een besluit van den Raad
der gemeente Leeuwarden d.d. 26 October 1920, strekkende
om in voorkomende gevallen, hetzij wegens niet-betaling
der huur, hetzij wegens niet-behoorlijke bewoning, de ont
ruiming van door de gemeente per dag of per week ver
huurde kleinere woningen voor den rechter te eischen, c. q.
bij hooger beroep verwerend of eischend op te treden, Uwe
goedkeuring niet heeft mogen verwerven en dat het daar
tegen door dien Raad ingestelde beroep door de Kroon on
gegrond is verklaard; ook, dat een besluit van den Raad
der gemeente Rotterdam van ongeveer dezelfde algemeene
strekking daarentegen door het gewestelijk bestuur van
Zuid-Holland werd goedgekeurd.
Zonder nu te willen treden in een beschouwing van de
gronden, welke eenerzijds tot goedkeuring, anderzijds tot
het onthouden van goedkeuring hebben geleid, wil het ons
toch voorkomen, dat er zeer wel plaats is voor de opvatting,
dat de bewoordingen van artikel 143 der Gemeentewet niet
verbieden noch die van artikel 199 dier wet zich daartegen
verzetten, dat de Raad voor een herhaaldelijk voorkomend,
scherp omschreven geval, waarbij het naar zijn oordeel
vaststaat, dat steeds het voeren van een procedure noodig
zSl zijn, een algemeen besluit tot het voeren van een ge
ding neemt. Door zoodanig raadsbesluit zou dan, mits door
Gedeputeerde Staten goedgekeurd, voor zulk een geval
aan het voorschrift van artikel 143 zijn voldaan.
Stelt men zich op dit standpunt, dat, naar ons bleek,
ook wordt gehuldigd in de, met het Rotterdamsche raads
besluit verband houdende, beslissing van de Arrondisse-
ments-Rechtbank te Rotterdam van 18 October 1927, (zie
weekblad Gemeente-belangen 1928, blz. 24), dan kan in
zulk een raadsbesluit vanzelfsprekend van een verboden
delegatie van hetgeen door de Gemeentewet aan den Raad
is opgedragen, geen sprake zijn, daar Burgemeester en
Wethouders dan in ieder voorkomend geval niets anders
doen dan aan dat besluit uitvoering geven.
Wij herhalen echter, dat zulk een algemeen raadsbesluit
zich moet beperken tot een herhaaldelijk voorkomend,
scherp omschreven geval, waarvan ontwijfelbaar vaststaat,
dat steeds het voeren van een procedure noodig is.
Het geval, dat wij hier meer speciaal op het oog hebben,
en dat, hoewel daarmede vee) overeenkomst vertoonende,
scherper is omlijnd dan het in het Leeuwarder raadsbesluit
omschrevene, meenen wij als volgt te moeten stellen:
Een huurder van een door de gemeente per week ver-
j huurde woning is onwillig (niet onmachtig, doch onmis
kenbaar onwillig), om de deswege door hem verschuldigde
huurpenningen te betalen. Het gevolg is, dat Burgemeester
en Wethouders hem in allen vorm tegen het einde van
den loopenden huurtermijn de huur opzeggen, doch de be
trokken persoon blijft ook na de beëindiging vandien ter
mijn met de bewoning voortgaan.
Wij richten ons thans tot U met de vraag:
Zou er Uwerzijds, van formeel standpunt beschouwd,
bezwaar bestaan tegen goedkeuring van een raadsbesluit,
waarbij is besloten, om in gevallen als het hiervoor om
schrevene, de ontruiming van de woningen in kwestie voor
den rechter te eischen of, ingeval van hooger beroep, te
dier zake verwerend op te treden?
Uw antwoord op deze vraag zien wij met belangstelling
tegemoet.”
Op dit schrijven mochten wij tot onze voldoening het
volgende antwoord ontvangen:
„In antwoord op nevensvermeld schrijven hebben wij
de eer U te berichten, dat wij bereid zijn, onze goedkeuring
te hechten aan een algemeen raadsbesluit als daarin is
bedoeld.”
De inhoud van het ingewonnen rechtskundig advies gaf
onsaanleiding het ontwerp-besluit eenigszins ruimer te
omschrijven dan aanvankelijk het voornemen was, in dien
zin, dat het ook geldt voor enkele andere dringende ge-
SNEEK, 20 April 1928.
Aan den Gemeenteraad.
De commissie voor rekeningen en begroetingen ontving
ter adviseering de gewijzigde begrooting van baten en
lasten van het Old Burger Weeshuis over het dienstjaar
1927. De gewijzigde posten zijn in een bijgevoegd schrijven
toegelicht. De totaalposten der begrooting zijn verlaagd
met een bedrag van f 1779.55 en gebracht van f96.486.39
op f 94.706.84.
De commissie heeft ten opzichte der wijzigingen
1927.
Ten aanzien van de aan U overgelegde bescheiden heb
ben wij niets meer te onzer verantwoording te vermelden.
Onder mededeeling, dat de rekeningen accoord zijn be
vonden door den directeur van het Centraal bureau voor
verificatie en financiëele adviezen der vereeniging' van
Nederlandsche gemeenten, stellen wij U voor het volgende
besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorfstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 24 April 1928, no. II 07.352.17 (nos. 1, 2 en 3);
BESLUIT:
I. voorloopig vast te stellen:
a. de rekening van baten en lasten van het gasbedrijf
over 1927 met een voordeelig saldo van f35.919.835;
b. de rekening van kapitaalontvangsten en -uitgaven
van dat bedrijf over 1927 met een totaal van f 193.176.315
in ontvang en uitgaaf;
c. de balans van dat bedrijf per 31 December 1927 met
een totaal van f 435.352.476 in debet en credit;
II. voorloopig vast te stellen:
a. de rekening van baten en lasten van het waterleiding
bedrijf over 1927 met een voordeelig saldo van f 13.314.53;
b. de rekening van kapitaalontvangsten en -uitgaven
van dat bedrijf over 1927 met een totaal van f 120.456.75
in ontvang en uitgaaf;
c. de balans van dat bedrijf per 31 December 1927 met
een totaal van f 314.780.196 in debet en credit;
III. voorloopig vast te stellen:
a. de rekening van baten en lasten van het electriciteits
bedrijf over 1927 met een voordeelig saldo van f 13.403.635;
b. de rekening van kapitaalsontvangsten en -uitgaven
van dat bedrijf over 1927 met een totaal van f86.405.995
in ontvang en uitgaaf;
c. de balans van dat bedrijf per 31 December 1927 met
een totaal van f 268.430.086 in debet en credit.
Z. h. s. voorloopig vastgesteld.
Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
aankoop van het perceel weiland, kadastraal bekend ge
meente Sneek, Sectie D, no. 534, gelegen aan den Leeu-
warderstraatweg en de Leeuwarder trekvaart van P. van
der Heij c. s. (Bijlage 40; dossierno. X 07.351.11(42)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr.
Z. h. s. aangenomen.
Punt Vil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
hét nemén van een besluit, om in voorkomende gevallen
in rechte de ontruiming enz. te vorderen van door de
gemeente verhuurde woningen, waarvan de huurders op
zettelijk nalatig zijn in de betaling van woninghuur of
die na behoorlijke opzegging of het afloopen van een
huurovereenkomst wederrechtelijk worden bewoond en,
ingeval van hooger beroep, terzake verwerend op te
treden. (Bijlage 41; dossierno. X 07. 351.32(42)).
B. en W. adviseeren:
Evenals de particuliere woningverhuurder komt ook de
gemeente als woning-exploitant af en toe voor het feit
te staan, dat een huurder van een haar toebehoorende
woning, nalatig is in het betalen der huurpenningen.
Doet zich zulk een geval voor en blijven alle pogingen
om den wanbetaler tot het behoorlijk nakomen zijner ver
plichtingen te brengen, zonder resultaat, dan rest, indien
althans mag worden aangenomen dat van opzettelijke
onwil en niet van bepaalde onmacht sprake is, nog slechts
één middel: de woning langs gerechtelijken weg te doen
ontruimen.
Voor de gemeenten is dit rechtsmiddel echter praktisch
vrijwel onbruikbaar. Immers, de gemeenten hebben, alvo
rens een rechtsgeding te kunnen instellen, te voldoen aan
de artikelen 143, 194/z en 199 der Gemeentewet, bepalingen
welke tot dusver steeds zoo werden verstaan, dat het in
stellen van ieder rechtsgeding moet steunen op een afzon
derlijk, aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten te
onderwerpen raadsbesluit en dat aan ieder zoodanig besluit
een rechtskundig onderzoek moet voorafgaan. Het spreekt
vanzelf, dat deze uiteraard tijdroovende formaliteiten,
wanneer genoemd rechtsmiddel wordt toegepast tegen een
wanbetalehden huurder, de ontruiming- der betrokken
woning tot schade der gemeente belangrijk moet vertragen.
Een ander, niet minder ernstig bezwaar is, dat de ge
meente, zoo dikwijls zij de ontruiming eener woning in
rechte wil vorderen, in de kosten van een rechtskundig
onderzoek vervalt.
In 1920 nam de raad der gemeente Leeuwarden een
besluit, om in voorkomende gevallen, hetzij wegens niet-
betaling der huur, hetzij wegens niet-behoorlijke bewoning
de ontruiming van doör de gemeente per dag of per week
verhuurde kleinere woningen voor den rechter te eischen,
c. q. bij hooger beroep verwerend of eischend op te treden.
Deze poging tot vereenvoudiging werd echter door
de Gedeputeerde Staten dezer provincie verijdeld. Zij ont
hielden aan het besluit hun goedkeuring, zich daarbij op
het standpunt stellende, „dat de bepalingen van art. 194/z
der Gemeentewet, inzonderheid met het oog op het be
paalde bij de artt. 143 en 199 dier wet als eisch stelt, dat
de Raad en hij alleen voor elk geval afzonderlijk, zich
behoort uit te spreken of, en, zoo ja, tegen wien een
rechtsgeding zal worden gevoerd”. Het door den Raad van
Leeuwarden bij de Kroon ingesteld beroep werd verworpen.
De opvatting, hier door de Gedeputeerde Staten gefor
muleerd, werd tot heden vrijwel algemeen gehuldigd. Van
een tegenovergestelde opvatting werd blijk gegeven door
de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, toen een besluit
van den Raad der gemeente Rotterdam van 9 October 1919
van vrijwel gelijke strekking als het Leeuwarder raads
besluit, door hen werd goedgekeurd.
Opmerking verdient, dat laatstbedoeld raadsbesluit ook
door de Arrondissements-rechtbank te Rotterdam blijkens
hare beslissing van 18 October 1927 aan de bepalingen
der gemeentewet werd geacht te voldoen.
Bij nauwgezette bestudeering dezer kwestie, kwamen
wij tot de overtuiging, dat een raadsbesluit, waarbij eens
voor al besloten wordt, om in een scherp omlijnd, her
haaldelijk voorkomend geval tot hét voeren van een rechts
geding over te gaan, met de artikelen 143, 194/z en 199
der Gemeentewet, indien deze eenigszins ruim worden
Advertentieên0 et p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in uc SNEEKER COURANT
1355 1749 2076 2374 2785
1357 1748 2077 2388 2790
1366 1750 2083 2392 2794
1373 1756 2087 2393 2797
1375 1767 2103 2395 2798
1382 1772 2118 2400 2799
1386 1776 2125 2419 2801
1390 1777 2126 2422 2803
1409 1786 2135 2425 2808
1410 1793 2140 2431 2824
205 553 844 1077 1415 1797 2143 2439 2832
230 580 856 1081 1424 1801 2150 2445 1844 I deze rekening in orde bevonden en adviseert tot goedkeu-
VERGADER1NG
MAANDAG 21 MEI 1928, ’s avonds 7’4
De heer S ij t e m a gelooft niet dat deze zaak zoo ingrijpend
is; ze is ook al van alle kanten bezien, zoodat spoedig een
beslissing kan worden genomen.
De V oorz.: De zaak zal wel spoedig aan de orde komen.
Conform het voorstel van B. en W. besloten.
i. Adres van Mej. F. C. P. Soutendam, houdende verzoek
om eervol ontslag als onderwijzeres aan de openbare
lagere 'school no. 1. (208).
B. en W. stellen voor het gevraagde ontslag eervol te ver-
leenen, met ingang van een door B. en W. te bepalen datum.
De Voorz.: Mej. Soutendam is hier bij het openbaar lager
onderwijs werkzaam sedert 31 Augustus 1891; ik meen dat
we het gevraagde ontslag niet alleen kunnen verleenen, maar
dat een woord van dank past aan mej. Soutendam voor de
wijze waarop ze gedurende zoo lange 37 jaren de be
langen van ons onderwijs steeds met ijver heeft behartigd.
Z. h. s. wordt het gevraagde ontslag alsnu eervol verleend.
Punt 111. Rapport van de Commissie voor rekeningen en
begrootingen betreffende onderzoek van de rekening der
brandweer over 1927. (Bijlage 37; dossierno. VII 07.352.
18(1)).
No. VII 07. 352.18(1).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrootingen betreffende onderzoek
van de rekening der brandweer over 1927.
JIEUWE SIEEZER COÜRAUT
annex SHEERER OOURAHT an WYMBRITSERJIDEEL
SNEEK, 20 April 1928.
Aan den Gemeenteraad.
De rekening van de brandweer dezer gemeente over het
dienstjaar 1927 werd in handen gesteld van de commissie
voor rekeningen en begrootingen om advies.
Deze rekening wijst als eindcijfer voor ontvangsten en
uitgaven een bedrag aan van f 1813.19. De commissie heeft
ring daarvan.
Nederlandsche Reisvereeniging.
Door de Afdeelingen Sneek en Leeuwar
den was op Hemelvaartsdag een boottocht
uitgeschreven naar den eersten zeilwedstrijd
dit jaar van de Sneeker Zeilclub en naar
Langweer.
Hoewel hët weer in den vroegen morgen
zich alles behalve gunstig liet aanzien, en
er daarom over gedacht werd den tocht uit
te stellen, meenden optimisten, dat het wel
droog zou blijven en wellicht zou opklaren.
Toen het gezelschap uit Leeuwarden, Frane-
ker 'én Bolsward te ruim 10 uur zich met
de deelnemers uit Sneek aan boord begaf
was de goede stemming er al spoedig in,
en bleef er in den geheelen dag.
Aan het Bestuur van de S. Z. C. werd
een fraaie astraal barometer (fabrikaat;
fa. Repko) overhandigd, die bestemd was
als prijs in een der klassen. Aan den start
der schepen, waarover de deelnemers voor
af waren ingelicht, werd bijzondere aan
dacht geschonken; de handige manoeuvres
voor den startlijn wekten hun bewondering.
De pachter van het Paviljoen had op de
bekende uitnemende wijze gezorgd voor ge
reserveerde tafels, waaraan de gasten hun
lunch konden gebruiken, en vanwaar ze
een aardig gezicht hadden op de voorbij
varende schepen van de vierde en vijfde
klasse.
Na een tocht om het Kolmeersland en
langs de talrijke daar gemeerde zeil- en
motorbooten, werd koers gezet naar Siebe-
sloot over de Goïngarijpsterpoelen en door
de Noorder Oudeweg naar Langweer. Een
deel van ’t gezelschap nam een kijkje bij,
de turnwedstrijden aldaar, anderen zochten
op andere wijze eenige afwisseling. Daarna
werd langs een anderen weg (over Wester-
brugsloot) weer naar ’t Paviljoen gevaren,
waar de thee werd gebruikt, de toren werd
beklommen, van de glijbaan en wipplank
gebruik werd gemaakt, en als ’t weer en
water iets warmer geweest was, zeker ook
de badhokjes niet vergeten zouden zijn. Het
kostte den leider eenige moeite zijn gezel
schap weer aan boord te krijgen, zeker toch
een bewijs, dat men zich amuseerde. Onder
’f genot van een heerlijk zonnetje werd
stadwaarts gevaren, waar men zich te ruim
zeven uur aan een gezelligen gemeenschap-
pelijken maaltijd in café-restaurant Piso
(’t Park) vereenigde.
De vele betuigingen van voldoening geven
de zekerheid, dat een volgende tocht zeker
ook een grooter aantal Sneekers tot de
deelnemers zullen behooren. Wenschen van
leden zal het bestuur gaarne ontvangen.
Verloting „Sport en Liefdadigheid”.
Op onderstaande no.s is een priis gevallen; de schenker deze muziektent de gemeente heeft aangeboden.
4 385 701 c a*---
Namens de Commissie,
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
U. SIJTEMA, Rapporteur.
Z. h. s. conform besloten.
Punt IV. Rapport van de Commissie voor rekeningen
f begrootingen betreffende onderzoek van de voorge
stelde wijziging der begrooting van het Old Burger Wees
huis voor 1927. (Bijlage 38; dossierno. 1.842.73(14)).
van den RAAD der gemeente SNEEK, op
uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig alle (15) leden.
Na opening der vergadering vraagt en verkrijgt de heer
Breeuwsma verlof om na behandeling der agenda een
vraag tot B. en W. te mogen richten betreffende en in ver
band met het in de laatste vergadering aangenomen voorstel
tot verbetering van Singel en Suupmarkt.
Aan de orde is:
Punt I. Notulen van de vergadering van 16 April 1928.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Ingekomen stukken:
a. Aanbieding van het gemeenteverslag over 1927.
<352(2))-
Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen.
b. Verslag van de gemeentebedrijven over 1927. (11(1)).
Dit verslag wordt opgenomen in het gemeenteverslag.
c. Verslag van de Gezondheidscommissie met den zetel
Sneek over 1927. (1.771.07.83-2(1)).
Alsvoren (gedeeltelijk).
d. Beredeneerd verslag van de werkzaamheden der
woningstichting „Patrimonium”, met winst- en verlies
rekening, over het annuïteitsjaar 1927/1928 en balans per
23 Februari 1928. (1.778.532.1(12)).
Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen.
e. Verslag van de Vereeniging tot oprichting en exploi
tatie van een Friesch Volkssanatorium, gevestigd te Leeu
warden, over 1927. (1.842.13(1)).
Alsvoren.
f. Verslag van de Vereeniging tot bestrijding der tuber
culose over 1927. (1.842.1(5)).
Alsvoren.
g. Adres van J. Bosscha e. a., houdende verzoek om niet
over te gaan tot een algemeene winkelsluiting op Zondag.
(1.838.1(1)).
Dit adres wordt gevoegd bij de desbetreffende stukken.
h. Adres van de Commissie, gevormd uit de 4 plaatse
lijke muziekvereenigingen, houdende verzoek om een spoe
dige beslissing te nemen omtrent de plaats, waar de door
nu wijlen M. J. Houwink geschonken muziektent zal worden
gebouwd. (1.854.1(8)).
B. en W. stellen voor dit adres in hunne handen te stellen
om advies.
De heer S ij t e m a: Deze kwestie hangt nu ongeveer 2 jaar.
In verband daarmee verzoekt spr. B. en W. dit adres niet
ianger onder zich te houden dan de volgende vergadering. Op
deze wijze gaat het karakter van cadeau geheel verloren en
het getuigt van weinig piëteit tegenover den schenker als een
beslissing moet wachten tot eventueel besloten is de veemarkt
te verplaatsen, wat nog wel eenigen tijd zal duren. Daarom
hoopt spr. dat de volgende keer deze zaak aan de orde wordt
gesteld en een beslissing zal kunnen worden genomen.
De Voorz.: ’De plaatsing houdt verband mét andere be
langrijke plannen en spr. weet niet of deze kwestie de volgende
vergadering al aan de orde zal kunnen worden gesteld, want
er zijn meer gewichtige punten, die op behandeling wachten.
Maar B. en W. hopen spoedig met voorstellen te komen. Spr.
meent echter aan de piëteit jegens den schenker verschuldigd
te zijn, dat een plaats voor de muziektent wordt gekozen zóó
dat ze ook werkelijk tot verfraaiing der stad bijdraagt. B. en
W. zijn geenszins van plan deze zaak op de lange baan te
schuiven, want wij zijn dankbaar voor de royale wijze, waarop