II
1
Uit onze Raadzaal
Dit No. bestaal alt 3 Bladen.
BUITENLAND.
NIEUWSTUDINBEN.
llOilnl Orgm iu liiiiHi lint.
Eerste biad
No. 78
Woensdag Juni lt>9S
Officiéél Gedeelte.
KIEZEBRINK Co.,
44e Jaargang
UitgaveKIEZEBR1NK Co.
BESLUIT:
SNEEK, 6 Juni 1928.
Aan den Gemeenteraad.
van
BESLUIT:
SNEEK, 12 Juni 1928.
SNEEK, 6 Juni 1928.
over
F'
Namens de Commissie:
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
U. SIJTEMA, Rapporteur.
SNEEK, 5 Juni 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Door de politie zijn aangehouden twee
personen, die zich aan diefstal van verschil-
B. en W. nebben den raad o. a de volgende voorstellen
aangeboden:
Provinciale Keuringsdienst.
Uit het verslag van dezen dienst
1927 citeeren wij het volgende:
Wat de wijze van winning en verdere
behandeling betreft der melk, die door par
ticuliere verkoopers en melkveehouders voor
consumptie in den handel wordt gebracht,
kan worden opgemerkt, dat een langzaam
voorschrijdende verbetering overal wordt
geconstateerd. Vuile stallen of vuil vee blij
ken bij een tweede bezoek van den betrok
ken keurmeester aan een grondige schoon
maak onderworpen te zijn geweest, het
filtreeren door een goede wattenteems ge-
tot inwilliging van het verzoek, met dien verstande, dat
van de kosten, welke met de aan te brengen verandering
gemoeid zijn, een gedeelte ad f250.ten laste van de
exploitatie der Rehobothschool over 1928 wordt gebracht.
lende goederen in café’s te Assen hebben
schuldig gemaakt.
Eveneens werd aangehouden een persoon,
wiens opsporing en aanhouding door de
politie te Groningen was gevraagd wegens
verduistering en valschheid in geschrifte.
No. II 07.352(3).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de verordening op het
beheer van de gemeentebedrijven.
Gereformeerde kerk. Bedankt voor Ijlst
door R. van der Weerd, cand. te Kampen.
Derhalve zal het méér in het belang der gemeente, zoo
wel als van het bedrijf zijn, indien art. 21, 2e lid wordt
gelezen:
„De gemaakte winst wordt gereserveerd”.
Het verheugt ons te kunnen mededeelen, dat wij ons met
de in deze beschouwing ontwikkelde gedachtengang, zoo
wel wat de tariefstelling als de versterking der positie
van het bedrijf en de bestemming der winst aangaat,
geheel kunnen vereenigen.
Wij stellen U dan ook voor de voor onze bedrijven gel
dende verordening, voor zooveel het electriciteitsbedrijf
betreft, met de zienswijze van de Gedeputeerde Staten in
overeenstemming te brengen, waardoor aan de tusschen
dat college en ons nog altijd bestaande kwestie een einde
is gemaakt.
Onder verwijzing naar het bovenstaande geven wij U
in overweging het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 12 Juni 1928, no. II 07.352(3);
Abonnement i
poat f 3.60.
Advertentieën0 ct p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting
Advertentiën worden tevens gratis ge*
plaatst in ac óNEEKER COUR AN 1
Tsnehjnt
DIWBDAGi en YRIJDAG8AV«MD4
üiigsvsrs
Ssssk f®lete« 159,
heeft, adviseert tot goedkeuring
per jaar'f 2,50 fr.p.p
schiedt reeds vrij algemeen. Het reinigen
der bussen met kokend water wordt aan
geraden en deze raad in vele gevallen opge
volgd.
In het bijzonder mag opnieuw melding
worden gemaakt van de door het Old
Burger Weeshuis en Gemeentebestuur te
Sneek genomen maatregelen ter verbetering
der in die gemeente gedistribueerde melk.
Het opvolgen van aan huurders van los land
opgelegde verplichtingen inzake de wijze
van winning, behandeling en distributie der
melk werd ook gedurende dit jaar op in
tensieve wijze door de ambtenaren van den
Keuringsdienst gecontroleerd. In aansluiting
aan de stalcontröle is een kaartsysteem
aangelegd. Voor elke veehouder is een af
zonderlijke kaart aanwezig, waarop met
behulp van een puntenschaal door de keur
meesters een overzicht wordt gegeven van
de indruk, die bij het melken wordt verkre
gen. Een dergelijke kaart-systeem wordt
eveneens aangehouden ter boeking van de
resultaten van het bacteriologisch en van
het chemisch onderzoek, zoodat op een
voudige wijze een overzicht van de kwaliteit
van de melk over een bepaalde periode ge
geven kan worden.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 25 en 26
Juni 1928. Bruin datnestaschje met inh.,
S. Faber, le Frittemahovenstr. 24. Zilveren
broche, H. de Leeuw, Leliestr. 13. Lederen
meisjestaschje, A. de Groot, Nieuwbuurt 4.
Heerenrijwiel, A. Rienstra, Looxmadw.str.
„11. Poppenwagentje, J. H. Harkema, 2e
Woudstraat 33. Streng koralen, R. Slippens,
Pr. Hendrikkade 19.
Door het bestuur der rechtspersoonlijkheid bezittende
Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs alhier is tot
U het verzoek gericht om gelden uit de gemeentekas te
ontvangen voor het doen vervangen van de in de Reho
bothschool aanwezige gasverlichting door electrische ver
lichting.
Deze gasverlichting heeft reeds zeer geruimen tijd reden
tot klachten gegeven, zoodat voorziening dringend noodig
is. Het schoolbestuur verwacht, dat de moeilijkheden niet
blijvend zullen worden overwonnen bij een verbetering
van de bestaande gasverlichting, doch dat alleen het aan
brengen van electrische verlichting uitkomst zal brengen.
Het doet dan ook bij het ingediende adres het verzoek,
om daartoe Uw medewerking te verleenen. In dat geval
verklaart het zich bereid, een bedrag van f250.dat
met verbetering der gasverlichting zou zijn gemoeid en
uit dien hoofde ten laste van de exploitatie zou moeten
worden gebracht, voor eigen rekening te nemen. Het over
blijvende deel der kosten, geraamd op f230.komt dan
ten laste van de gemeente.
.Bij onderscheidene Koninklijke besluiten is uitgemaakt,
dat vervanging van de in een schoolgebouw aanwezige
gasleiding en gasverlichting door een electrische verlich
ting moet aangemerkt worden als een „verandering van
inrichting”, bedoeld in artikel 72 der Lager Onderwijswet
1920, zoodat tegen inwilliging van het verzoek uit dien
hoofde geen wettelijke bezwaren bestaan. Ook worden
naar ons oordeel door deze vervanging de normale eischen,
aan het geven van lager onderwijs te stellen, niet over
schreden. Was dit wel het geval, dan zou op grond van
een in den laatsten tijd ontstane en thans vrij vaste juris
prudentie daaraan een weigeringsgrond kunnen worden
ontleend.
Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het verzoek van het bestuur der Vereeniging
voor Christelijk Schoolonderwijs aldaar om gelden uit de
gemeentekas te ontvangen voor het doen vervangen van
de in de Rehobothschool aanwezige gasverlichting door
een electrische verlichting;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
van 5 Juni 1928, no. 1.851.2.06 B (10);
Het chemisch onderzoek geschiedt op de
gewone wijze. Het bacteriologisch onder
zoek strekt zich uit tot het bepalen van het
aantal bacteriën per cc van de aan- of
afwezigheid van coli in resp. 1 cc0.5 cc
en 0.1 cc melk de reductaseproef en het
katalasecijfer.
In het algemeen kan gezegd worden dat
de melk van goede kwaliteit was. Vuile
melk werd niet aangetroffen. Het meeren-
deel der monsters bevatte weinig of geen
colibacterieën en eveneens was het adntal
bacterieën dat per cc tot ontwikkeling kwam
in de meeste monsters gering. Slechts enkele
malen werden meer dan 100.000 bacterieën
per cc. gevonden.
De indruk die de keurmeesters kregen bij
stalbezoek gedurende het melken was even
eens zeer gunstig. De voorgeschreven maat
regelen werden in het algemeen met vol
doende nauwgezetheid opgevolgd. Vee en
stal waren als regel goed schoon. Het is hebben gemaakt voor verbetering der melk-
gewoonte geworden de uiers, die steeds winning op de boerderij. Melken volgens de
kort behaard worden gehouden, met een methode „MesdagHeida” of volgens „Old
No. 1.851.2.06 B (10).
Advies van Burgemeester en Wethouders
op het verzoek van het bestuur der Vereeni
ging voor Christelijk Schoolonderwijs, om
gelden uit de gemeentekas te ontvangen voor
het doen vervangen van de in de Rehoboth
school aanwezige gasverlichting door elec
trische verlichting.
doek af te vegen, de eerste stralen weg te Burger Weeshuis voorwaarden”, is voor de
melken, de handen voor het melken te was- meesten geen vreemde klank meer. De
schen, terwijl verschillende veehouders reeds meikerscursussen hebben velen, maar nog
zoover zijn, dat telkens na het melken van steeds veel te weinigen geleerd, hoe gemol-
Bewoners van het stadsgedeelte Kerk-
hoflaanLooxmagracht verwijzen wij naar
de advertentie van het Waterleidingbedrijf
in ‘dit nummer.
De balans en de winst- en verliesrekening van het Old
Burger Weeshuis dienst 1927, werd om advies gesteld in
handen van de commissie voor rekeningen en begrootingen.
De ontvangsten en uitgaven der winst- en verlies-reke-
ning bedragen f88.135.64, de totalen der debet- en credit-
posten van de balans f 1.774.131.42’/^.
De commissie heeft op beide stukken geen op- of aan
merkingen en adviseert tot goedkeuring.
Namens de Commissie:
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
U. SIJTEMA, Rapporteur.
No. VI 07.352.1(1). -
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrootingen inzake onderzoek van
de rekening van het Burgerlijk Armbestuur
over 1927.
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens opleiding tot een
geestelijk ambt.
De BURGEMEESTER van SNEEK
brengt ter algemeene kennis, dat van heden
af ter secretarie, 2e afd., ter inzage ligt de
beschikking van den Minister van Oorlog
d.d. 18 Juni 1928 waarbij aan:
EEUWE DIJKSTRA
dienstplichtige der lichting 1929 uit deze
gemeente met ingang van 1 Juli a.s. voor
2 jaren vrijstelling van den dienstplicht is
verleend, wegens opleiding tot een geestelijk
ambt.
Tegen deze uitspraak kan binnen 10
dagen na de dagteekening dezer bekend
making in beroep worden gekomen.
SNEEK, 26 Juni 1928.
De Fransche franc.
Het Fransche parlement heeft het voor
stel der regeering tot stabilisatie van de
franc aang.enomen. Hiermede heeft Frank
rijk feitelijk een nieuwe munteenheid ge
kregen, met een waarde van een vijfde van
de oude franc.
Poincaré heeft hiermede de kroon gezet
op zijn schitterend werk als leider der re
geering in de moeilijkste na-oorlogsche ja
ren. Acht ministers van financiën, elkaar
opvolgende in de loop van l'/a jaar hadden
de aanhoudende daling der franc niet kun
nen tegenhouden, toen werd ongeveer mid
den 1926 een beroep gedaan op Poincaré.
Hij kreeg van dezelfde Kamer, die hem in
1924 niet wilde hebben, nu buitengewone
bevoegdheden, drastische maatregelen wer
den genomen, zware belastingen ingevoerd,
en eind 1926 kocht het speculeerend pu
bliek, dat tot dien tijd francs verkocht,
weer francs, het speculeerde op een stijging,
dank zij de maatregelen door Poincaré ge
nomen.
Het werd nu de taak van de regeering
met behulp van de Bank van Frankrijk, die
vóór dien tijd alle middelen gebruikt had
om een daling te verhinderen, de stijging
den franc te stuiten, welke het even
wicht van de begrooting en den buiten-
landschen handel bedreigde en een te snelle
daling van de prijzen ten gevolge moest
hebben.
Toen de Bank van Frankrijk in December
1926 last kreeg om het peil van den franc
op 124 te handhaven, was de feitelijke sta
bilisatie tot stand gekomen en na anderhalf
jaar is hierop thans de officieele stabilisatie
gevolgd. Als men in aanmerking neemt dat
de commissie van financieele deskundigen
in Juli 1926 rekening gehouden had met
een stabilisatie-koers van 175 in het pond
sterling, terwijl hij nu op goed 124 is ge
steld, en dat men dit heeft kunnen bereiken
zonder de groote buitenlandsche leeningen
welke die commissie noodig had geacht,
wordt het pas goed duidelijk welk mirakel
Poincaré volbracht heeft.
De Fransche Kamer schonk hem voor dit
voorstel dan ook de ontzaglijke meerder
heid van 450 tegen 22 stemmen.
Natuurlijk zal Frankrijks finh’ncieele toe
stand door deze stabilisatie alleen niet ge
red zijn, daarvoor is nog aanhoudende
krachtsinspanning noodig, maar de regee
ring heeft thans het hare gedaan om die
redding mogelijk te maken, de daad is thans
aan de arbeidskracht van het geheele Fran
sche volk. In het parlement zal, vreezen we,
nu het oude spel van persoonlijke eerzucht
en patijbelang, waarvoor dit lichaam
zoo bekend is, wel weer beginnen en het is
daarom mogelijk dat Poincaré dit spel beu,
en nu zijn groote werk gedaan is, vrijwillig
of gedwongen zal aftreden.
Met ingang, van 1 Sept. a.s. is tot
leerares aan de Rijks-kweekschool voor on
derwijzeressen) te Middelburg benoemd
mej. Sj. Hoekstra alhier.
bedrijven zoüden moeten worden in acht genomen.
Volgens het aangehaalde Statenbesluit nu, zou het pro
vinciaal bedrijf worden beheerd naar commercieele begin
selen, met dien verstande evenwel, dat het maken van
winst geen doel zoude zijn, door welke bepalingen der
halve ook de exploitatie van gemeentebedrijven werd be-
heerscht.
Toen door ons bij schrijven van 15 December 1920 aan
de Gedeputeerde Staten werd verzocht aan de gemeente
vergunning te verleenen voor de levering van electrischen
stroom, welke vergunning moest worden verkregen op
grond van art. 1 der Provinciale electriciteitsverordening,
werd door het genoemde college tegen het verleenen dezer
vergunning bezwaar gemaakt, zoolang in onze gemeente
lijke bedrijfsverordening opgenomen bleef de bepaling be
treffende de winstverdeeling, hiervoor bedoeld.
Ten einde het verkrijgen dezer vergunning niet in de
waagschaal te stellen hebben wij U bij ons voorstel van
11 Januari 1921 (bijlage no. 5) in overweging gegeven U
in beginsel bereid te verklaren tot wijziging der verorde
ning in den geest als door de Gedeputeerde Staten was
aangegeven, met welk voorstel de Raad zich in zijn ver
gadering van 31 Januari 1921 heeft vereenigd. Wij hebben
ons op 31 Maart 1921 over deze aangelegenheid vervolgens
met een uitvoerig schrijven tot de Gedeputeerde Staten ge
wend, op welk schrijven wij echter nimmer antwoord heb
ben ontvangen. Gevolg van dit uitblijven van antwoord is
geweest, dat de bedrijfsverordening op het punt in kwestie
nog steeds onveranderd is gebleven. Actueel was een
wijziging ook niet, aangezien de winst tot dusverre nog
steeds is moeten worden aangewend tot delging van-dooi
de gemeente uit eigen middelen aangezuiverde verliezen,
of tot terugbetaling van door de gemeente anderszins voor
het bedrijf betaalde gelden. Nu het zich echter laat aan
zien, dat spoedig de gemeente uit dezen hoofde niets meer
van het bedrijf zal hebben te vorderen, is de tijd voor
het treffen van een definitieve voorziening aangebroken.
Uit een briefwisseling tusschen het gemeentebestuur van
Wymbritseradeel en de Gedeputeerde Staten over de voor
die gemeente vastgestelde bedrijfsverordening, waarin een
bepaling was opgenomen van gelijke strekking als thans
nog in onze verordening voorkomt, is ons gebleken van
het inzicht in deze materie, dat op dit oogenblik bij dc
Gedeputeerde Staten bestaat.
Ten opzichte van de in art. 21 van de verordening voor
Wymbritseradeel opgenomen bepaling betreffende de be
stemming van gemaakte winst, wordt in een schrijven
van de Gedeputeerde Staten van 15 Februari 1928 het
volgende opgemerkt:
„In de eerste plaats bestaan bij ons college bedenkingen
tegen de bestemming, die volgens art. 21 der verordening
aan de te maken winst wordt gegeven. Zooals U in de toe
lichting bij de verordening opmerkt, is het bedrijf niet
opgericht met het doel winst te maken. Wij meenen verder
uit de toelichting te mogen opmaken, dat Uw college
voornemens is steeds een zoodanige tariefstelling te be
vorderen, dat baten en lasten zooveel mogelijk tegen elkaar
opwegen. Een zoodanige bedrijfsvoering heeft onze volle
instemming; lage tarieven, die de afname van stroom ge
woonlijk sterk doen vermeerderen, vormen een belang
rijke factor voor den bloei van het bedrijf. Uit den aard
der zaak zal dan echter, vooral in de eerste jaren, de winst
zeer beperkt blijven. Voor de gemeente met haar begroo
ting, die over duizenden loopt, vormt een uitkeering tot
de helft dier winst, in verhouding tot hare uitgaven, een
bate van zeer geringe betekenis. Onttrekking aan het
bedrijf van dat voor de gemeente betrekkelijk geringe be
drag, kan op de ontwikkeling van het bedrijf een nadee-
ligen invloed uitoefenen. Tariefsverlaging bv., die voor
verhooging van den omzet zoo noodzakelijk is, zal langer
moeten worden uitgesteld. De bedrijfswinst dient naar onze
meening in de eerste plaats te worden bestemd voor ver
sterking van de positie van het bedrijf en zal niet kunnen
worden gemist voor dekking van toekomstige verliezen,
die bij doorgevoerde tariefsverlaging niet altijd kunnen
uitblijven. Ook met het oog op een stabiele raming in de
gemeentebegrooting, waarop werd de winst volgens
de in art. 21 opgenomen regeling verdeeld misschien eenige
jaren een winstuitkeering zou kunnen worden geraamd,
terwijl enkele jaren later weer een verlies zou moeten
worden gedekt, achten wij het meer gewenscht dat na
de moeilijke beginjaren, die elk bedrijf doorworstelen moet
de gemeente voorloopig geen voor- of nadeelen van het
bedrijf ondervindt. Om eerst wanneer de positie van het
bedrijf voldoende versterkt zal zijn (tegen een reserve tot
een maximum bedrag van f 75.000.hebben wij geen
bezwaar) eventueele winst ten bate van de gemeente te
brengen.
In verband met Uw opmerking, dat de gemeente de
verliezen in het verleden heeft betaald, vestigen wij nog
Uw aandacht er Qp, dat de provincie, ter tegemoetkoming
in geleden verliezen, een reductie op den stroomprijs
gaf,, onder voorwaarde, dat het restant verlies ten laste
der gemeente werd genomen. De provincie heeft derhalve
ook in die verliezen gedeeld; mocht de gemeente er toe
overgaan winsten van het bedrijf als vergoeding der be
taalde verliezen tot zich te nemen, dan zou de provincie
op restitutie der verleende reductie aanspraak moeten
maken.
No. 1.842.73(13).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrootingen betreffende de verlies-
en winstrekening over 1927 en de balans per
31 December 1927 van het Old Burger Wees
huis.
de verordening op het beheer van de bedrijven der ge
meente Sneek te wijzigen als volgt:
artikel 32, 1ste, 2e, 3e en 4e lid worden vervangen door
de volgende bepalingen:
1. Er wordt voor elk bedrijf een reservefonds gevormd.
2. Voor zooveel het gasbedrijf en het waterleidingbedrijf
aangaat wordt, voorbehoudens het bepaalde in het 5de lid,
van de gemaakte winst 40 in het reservefonds gestort
en 60 aan de gemeente uitgekeerd, terwijl, voor zooveel
het electriciteitsbedrijf aangaat, voorbehoudens het be
paalde in het 5e lid, de volledige winst in het reservefonds
wordt gestort.
3. Als winst wordt aangemerkt de netto winst, volgens
de laatstelijk door den Raad vastgestelde winst- en verlies
rekening.
4. De gekweekte rente komt, zoolang het reservefonds
niet volgestort is, aan het fonds ten goede, en vormt bij
volstorting een bate van het bedrijf.”
een of meer koeien de handen opnieuw ge-
wasschen worden. Een der koemelkers, die
een melkcursus gevolgd heeft, wascht de
uiers en de staarten der koeien met water
voor dat hij met het melken begint.
Regenten van het Old Burger Weeshuis
hebben, toen zij het initiatief namen tot het
invoeren van deze maatregelen, een uitste
kende daad verricht, niet alleen toch dat
in Sneek reeds een belangrijk gedeelte der
voor consumptie doeleinden bestemde melk
van uitstekende kwaliteit is, en niet alleen
dat een veehouder te IJpecolsga en een
ander te Akkrum, vrijwillig de gestelde
voorwaarden in hun bedrijf volledig toe
passen, m^ar ik heb de indruk gekregen,
dat ook meerdere veehouders, zoowel in
Sneek als elders in deze provincie geneigd
zijn dit voorbeeld te volgen. Niet vergeten
mag hierbij worden dat reeds langen tijd
de heeren J. Mesdag en Heida propaganda
Kerknieuws.
Ned. Hervormde kerk. Bedankt voor
I Heeg door D. J. Petersen te Hien en Dode-
I waard (Bet.).
Geslaagd voor het examen gemeente-
financiën van de Nederlandsche Vereeniging
voor gemeente-administratie de heer A.
Zadel alhier.
Aan den Gemeenteraad.
Bij raadsbesluit van 29 September 1920, no. 13, is de
verordening op het beheer van de gemeentebedrijven in
dier voege aangevuld en gewijzigd, dat zij ook van toe
passing werd op het toen opgerichte gemeentelijke elec
triciteitsbedrijf. O. a. is toen in de verordening de bepaling
opgenomen, dat ook van de netto-winst van dit bedrijf
60 onmiddellijk ten goede zoude komen aan de ge
meente en dat 40 zouden worden gestort in een reserve
fonds, terwijl, zoodra dit fonds f 75.000.zou bedragen
de stortingen daarin zoude worden gestaakt en de geheele
netto winst in de gemeentekas gestort. Ofschoon deze
wijziging bij besluit van de Gedeputeerde Staten van 14
October 1920, no. 130, 2de afdeeling F werd goedgekeurd,
rezen later bij genoemd college bedenkingen, inzonderheid
tegen de bepaling betreffende de storting van winst in de
gemeentekas en betreffende de winstverdeeling, bedenkin
gen die hun grond vonden in het besluit der Provinciale
Staten van Friesland'van 2 Mei 1916, waarbij de begin
selen zijn vastgesteld naar welke het provinciaal elec
triciteitsbedrijf zoude worden beheerd, welke beginselen
ook bij de exploitatie van gemeentelijke electriciteits-
Aan den Gemeenteraad.
De commissie voor rekeningen en begrootingen ontving
om advies de rekening en verantwoording der Algemeene
Armenadministratie over het dienstjaar 1927.
De ontvangsten en uitgaven van het Armhuis bedroegen
f 18.335.98, w.v. een subsidie van den Algemeenen dienst
van f 10.056.79.
De ontvangsten en uitgaven van den algemeenen dienst
bedroegen f 47.521.54, w.v. een subsidie uit de gemeentekas
van f 44.869.39. De commissie, die op deze rekening geen
op- of aanmerkingen
daarvan.
I
I
1 I
I J.*-l
MMWiifia n niiMnrweag ms r
mm SNEEZER COÜBAH
annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERADEEL