11! )F l 1 Gilden en Gildekeuren van Oud Sneek. Dit No. bestaat uit 3 Bladen. 9 nade 6 W. WIRING, Sintel 4, Telef. 415- Sigarenmagazijn F. GORTER - Nauwe Rurgstr. - Sneek Opgericht 1901 -i- Telefoon 74 PUROL E” Eerste blad Woensdag; 4 Juli 1938 Reclantekolom. NIEUWSTIJDINGEN. I 44e Jaargang Bij Scheren - annex SNEEKER COURANT en «TMRRITSERADEEL KOOP Ulilial Orgui hr livinti huk. KIEZEBKINK Co., So. 80 •n b- ie r. UitgaveKIEZEBR1NK Co IV. (Slot). Schele Het mijnongeluk te Roche la Molière. Doos 30, Tube 80 ct. Onschuldig veroordeeld? f? I DIT IS UW VOORDEEL Doodslag. Op een feestpartij ter gelegenheid van een aanstaande boerenbruiloft te De Lutte bij Oldenzaal speelde zich Zondagavond een bloedig drama af. De 28-jarige ongehuwde J. Haarman werd na een korte woorden wisseling door een der gasten met een mes in het hart gestoken. Hij overleed na eenige oogenblikken. Twee doctoren en de mare chaussees uit Oldenzaal waren spoedig ter plaatse. De dader, de 21-jarige bakkersknecht J. K. uit De Lutte is gearresteerd en heeft bekend. dagochtend te Saint Etienne was aangeko men, had een langdurige conferentie met de mijndirectie en de vertegenwoordigers van de mijnwerkers over het ontstaan van het ongeluk. Zelf is hij geruimen tijd op de mijn geweest, om zich een beeld te kunnen vor men van de situatie. Het ongeluk heeft zich afgespeeld op een diepte van 220 M. onder den grond. Zater dagochtend om zeven uur merkten wakers een rook en gaslucht op; even later volgde een instorting. De instorting had tot gevolg, dat de samengeperste lucht, die voor de luchtverversching moet zorgen, een deel van de gangen niet meer kon bereiken, waar zich de giftige gassen ophoopten, die tot twee maal toe door de afvoerschachten terugsloe gen, waarbij de meeste slachtoffers werden gemaakt. De reddingswerkzaamheden wer den hierdoor eveneens zeer belemmerd. Het aantal dooden wordt afwisselend op gegeven als 48 en 51; in het eerste geval zouden er van de dooden 31 Franschen zijn, 11 Polen, 4 Marokkanen, 1 Italiaan en 1 Tsjechoslowaak. Er worden voorts een veer tigtal mijnwerkers verpleegd wegens gas vergiftiging. Het mijnwerkerscongres te Clermont Fer rand heeft bij wijze van rouw zijn zitting opgeheven en alle behandelde punten ver wezen naar een uitgebreiden bestuursraad, die in Augustus te Parijs gehouden zal wor den en beslissen zal op de rapporten der verschillende commissies. Het congres is gesloten, opdat zijn leden gisteren te Roche-la-Molière de begrafenis der slachtoffers zouden kunnen bijwonen. Abonnement i post f 3.60. Advertentieëni 0 ct. p. regel. Inge zonden mededeelingen hooger, bij Abonnement belangrijike korting Advertentiën worden Tevens gratis ge plaatst in ac SNEEKER COURANT per jaar f 2.50 fr.p.p f 5500.— - 5200.— - 5200.— -5157.— 4980.— - 4980.— - 4944.— - 4600.— - 4253.— - 4252.— - 4249.— géén Pijn en naschrijnen of stukgaan der huid, indien men vóór het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met Merijntje Gij zen als tooneels tuk. Naar „Astra” meedeelt heeft de auteur van „Merijntje Gijzens Jeugd” zijn boek tot tooneelstuk bewerkt. Een vrouw de neus afgebeten. Woensdagavond kwam de 29 jarige los werkman F. L. K. op het Oostplein te Rot terdam de 23-jarige vrouw P. V. tegen, van wien hij sinds geruimen tijd gescheiden leeft. De man, die buitengewoon jaloersch is, had ongeveer een jaar geleden de vrouw reeds op de Hoogstraat aangevallen en haar een steek met een mes gegeven. Hiervoor werd hij veroordeeld tot vier maanden ge vangenisstraf. Thans zag hij de vrouw op het Oostplein, rende plotseling op haar toe, wisselde eenige woorden en beet haar toen den neus af. De vrouw moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. De dader is in ver zekerde bewaring gesteld. Levert steeds de BESTE MERKEN uit de meest vooraanstaande fabrieken Bij kwantum reductie op den prijs SIGARETTEN de meest gevraagde merken Beleefd aanbevelend, ZE3- GOBTÏÏR Vergaan? Men maakt zich te IJmuiden ernstig on gerust over het lot van den Noorschen motorkotter IJmer Bo 194, welk vaartuig vorige week Maandag met een lading ma kreel uit Christiansand is vertrokken naar IJmuiden. Geregeld doen deze scheepjes Thans zullen we nog in versnelden pas enkele andere Sneeker gilden voor ons langs laten defileeren. Want deze serie artikelen zou gemakkelijk tot een ellenlange reeks uitgesponnen kunnen worden, doch door de groote over eenkomst der verschillende gildekeuren zou dit op ver velende herhaling uitkropen. Daarom tot slot nog enkele aparte groepen, waartusschen het verschil door den aard van ’t onderscheiden bedrijf tot nieuwsgierigheid prikkelt. Reeds noemden we het Sneeker smedengilde, waaronder begrepen werd de afdeeling grof- en hoefsmeden zoowel als de zilver- en goudsmeden. Ja, ook nog de koperslagers en allen „die metten hamer nieu werck uten vuer maecken”, konden zich op deze gilderol laten inschrijven. Voor hen allen was het privilege, dat niemand buiten de broeders van dit ambacht te Sneek ijzer-, koper-, zilver- en goud werk mocht verkoopen, ook niet dat buiten de veste was gefabriceerd. De edelsmeedkunst bloeide toen vooral, doordat de kleederdracht der Friesche vrouwen uit den gegoeden burger- en boerenstand zooveel ornamentwerk in goud en zilver vroeg buiten de hoofdbedekking (gouden en zilveren oorijzers, juweelen spelden, knoppen, haken, spiralen e. d.) in den vorm van gespen, knoopen, broches en braceletten, terwijl ook de mannen naar verhouding heel wat „zilver- en goudwerk” bij zich droegen-, In aansluiting met den tijd en zijn gewoonten moet ook het kuipersgilde beoordeeld worden, waarvan de leden binnen de veste het monopolie hadden van alle tonnen, valjen en ander kuipwerk te mogen leveren met uitzonde ring van de destijds bekende Hamburger tonnen voor het bier van dien naam, welke alleen geïmporteerd mochten worden. Het gekuipte vaatwerk vond toen veel meer aftrek dan thans door het zuivelbedrijf op de boerderij, den boter- handel, het gebruik van bier inplaats van koffie en thee als volksdranken. Wat de kleermakers en hun bedrijf te Sneek betreft, daarvan zijn slechts enkele bepalingen opgeteekend, waar van de hoofdinhoud is, dat weer alleen Sneeker burgers voor hun medepoorters kleeren mochten maken, nadat deze „sniders” eerst een geruimen tijd onder de deskundige leiding van een meester in het vak waren bekwaamd. Pelsen moesten ook in de stad gemaakt worden en alleen op de jaarmarkten mocht men het bontwerk ook van vreemden koopen. Een uitzondering op deze bepaling omtrent de leverantie van bontwerk was het zgn. „konijnen- werck”, waarvan de mindere man zijn ouderwetsche bont kraag kreeg. Aan het marsers- of kramers- (ook „cremers”-) gilde kwam de eer toe, dat zijn leden alleen hun kremerijen langs de deur mochten veilen. Niemand anders mocht binnen Sneek met de mars op den rug gezien worden om kleinhandel te drijven. Messen mochten echter weer alleen op de beide jaarmarkten uit den vreemde in de stad ge bracht en verhandeld worden. Overigens kon men bij het gilde der messenmakers terecht, waar ook messen op wederverkoop verkocht konden worden. Eenige gilden, die binnen Sneek ook nog vertegenwoor digd waren, doch die we in ons schema der bedrijfsgroepen niet of met een enkel woord noemden, dienen hier volledig heidshalve ook nog even de revue te passeeren. Wij hebben daarbij het oog op het gilde der chirurgijns, de genees-, heel- en verloskundigen dier dagen, dat der bakkers en F o ste r’s In 1924 zijn te Weimar twee broers Hans en Wilhelm Taubert, tot 15 jaar tuchthuis straf veroordeeld wegens moord op den wachtmeester der gendarmerie Biebighau- ser. Dadelijk na de veroordeeling is in de pers opgemerkt dat de aanwijzingen tegen de broers weinig overtuigend leken en dat er geen enkel rechtstreeksch bewijs tegen hen was aangevoerd. Thans is een nieuwe instructie in de zaak gelast, omdat een inwoner van Jena enigen tijd geleden als getuige in een proces heeft verklaard te weten wie de eigenlijke dader van den moord is en verzekerd dat het niet de gebr. Taubert zijn. Na de veroordeeling had de verdediger den broers aangeraden, gratie te vragen, doch zij hadden dit geweigerd, omdat men De minister van arbeid, Tardieu, die Zon- 1 als onschuldige niet om genade smeekt. Eindexamen Rijkszuivelschool Bolsward. Voor het eindexamen van de Rijkszuivel school te Bolsward slaagden met aanteeke- ning voor handelscorrespondentie in de achter hun namen aange'duide talen: B. v. Dam (F., D., E.); N. J. W. Hofsté (F); P. Hofstra (F., D., E.); H. Jager (D., E.); K. Jelsma (D., E.); E. de Jong (D., E.); FJ. J. van der Meer (F., D., E.); H. W. van der Veer (F., D., E.) ven door: Joh. Olij en Co., Sneek J. Andringa, Sneek E. v. d. Werf, Dokkum A. Ooms en J. Lusthoff, Sneek U. van Meekeren, Hindeloopen Sj. Schuitmaker, Leeuwarden S. de Wolf, Sneek J. Kerkstra, Sneek H. Molenaar, Sneek Sj. Verhoeve, Leeuwarden B. v. d. Kooij, Leeuwarden Laagste inschrijver gegund. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen IU/2 en 12/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden ge deponeerd op 23 Juli 1928: stuk onge smolten koevet, sleuteltje, heerenrijwiel. Aanwezig en te bevragen bij de navol- gende ingezetenen onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 2—3 Juli 1928: beursje inh., H. Ringnalda, Oosterdijk 21; zilveren rozenkrans, v. d. Kallen, Groot- zand; auto nummerbord, J. Polesz, Scharne- straat 23. Examen, benoemingen enz. Geslaagd voor het onderwijzersexamen aan de St. Ludgerus-kweekschool te Hil versum L. Bouwhuis te St. Nicolaasga en A. Bult te Bakhuizen. Bij Kon. besluit werd benoemd tot dijk graaf van het waterschap Hemelumer Olde- phaert en aanhoorige zeedijken de heer P. Gaastra te Workum. last not least dat der veerschippers. Hierover nog met een enkel woord tot slot. Het eerstgenoemde kon natuurlijk weinig leden tellen, daar de chirurgijns dunner gezaaid waren dan timmer lieden en schoenmakers, hun beroep meer de wetenschap, toen nog wel in de windselen vergeleken bij de medische onzer dagen, maar dan toch meer een wetenschap met een practijk, dan een eigenlijk vak vertegenwoordigde en de behoefte aan geneeskundigen bijstand heel wat geringer was. Het bestaan van deze organisatie binnen Sneek blijkt uit de nog voorhanden stukken het meest duidelijk wat betreft de 18e eeuw. Zoo klaagden haar ouderman en afterman in 1705 aan den Sneeker Magistraat hun nood, dat er zóóveel onbevoegde personen buiten het gild ook aan het „dokteren” waren getrokken. Zij beoefenden op hun wijze het chirurgijnsvak zonder de vereischte examens daartoe afgelegd te hebben. Ja, zelfs apothekers deden aan dergelijke knoeipraktijken mee, door patiënten te behan delen, die lijdende waren aan „een schirrus (lees: scirrhus, kliergezwel, verharding, H.) aan den hals, een gangrena (koudvuur) in den mond, inflamatie (ontsteking) aan ’t oog, sweer in de borst, abses aen de wang, seerbeen ende andere sware en gevaarlijke accidenten.” De zieken werden door de hun .in die gevallen verstrekte medicijnen dikwijls eer erger dan beter, soms zoo erg, dat zij „tot de kanker bedurven zijn geworden met verlies van een fragment van de opperste maxille” (bovenkaak). DeTredoeling van het bovenaangehaalde request nu was, om weer als vanouds ieder, die buiten het gilde aan ’t „chirurgynswerck” deed met een boete van 10 gulden (zeer hoog voor dien tijd) te straffen, half voor den Magistraat, half voor het gilde. Dan zou het kwakzalveren wel spoedig gedaan zijn! Ook de andere bepalingen van de gilderol moesten strenger gehandhaafd worden, waarvan vooral art. 13 een aardig staaltje van des tijds zeden is: dat „oude wijven ende bijmeesters, die onder ’t gild niet behoren, ganschelijk niet sullen worden toegelaten om haar salven, oliën of andere medicamenten te verkoopen noch de prac- ticq van medicinen te oeffenen”, zonder vergunning van commissarissen en gildemeesters. ’t Hield dus met kwak zalvende boertjes en specialisten van de natuurgeneeswijze nog niet op, ook de zwakke sekse deed de heeren chirur gijns van Sneek schade aan. Het bakkersgilde telde natuurlijk meer leden. In de 18e eeuw waren er gemiddeld ruim 20 Sneeker meester-bak- kers, die zich „aangesloten” hadden om een vakterm uit onze dagen te gebruiken. Uit die periode worden we van de genoemde corporatie ook nog het meeste gewaar. Zoo gebeurde het in den jare 1754 eens, dat de twee commis sarissen en meesters van ’t bakkersgilde den winkel van hun collega, Mr. bakker Marten Schultetus binnenstapten. Ze kwamen met het doel, om het brood te wegen, en be vonden dat zijn „naegemaeckte grouwe bollen” veel te licht waren. Twee „bollen” werden als overtuigingsstukken meegenomen, om op de eerste gildevergadering te worden beoordeeld. Bakker Schultetus trok zich van de zaak even wel niet zooveel aan, dat hij van plan was om in ’t vervolg zulk baksel „van geen minder swaarte en voor gelijcken prijs als conform de settinge (d. w. z. den vastgestelden prijs) op de grouwe bollen” te zullen verkoopen. Nu kwam de Magistraat van Sneek er aan te pas, die zijn weinig ter zake kundig oordeel wat wist en weet een politicus van grouwe bollen en derzelver zwaarte! ook eens zou laten gaan in het geding tusschen de bazen bakkers. De wijze raad nam het besluit om „de gehoudene conduite in desen te laudeeren” of in duidelijk Hollandsch overgezet zijnde, om de controleurs in ’t gelijk te stellen, ’t Was dus deels als in Joseph’s geschiedenis: de bakker werd gehangen maar de schenker kwam vrij, hier te ver staan in dén zin dat bakker Schultetus in ,,’t ongelijck wierde gestelt mits syn schrielheit”. Maar toch werd ook hem de hand nog eenigszins boven ’t hoofd gehouden door een nieuw ingelaschte bepaling in de gilderol der bakkers van den navolgenden inhoud: voor taan sal niemand mastelijne ofte door iets meerder uit- seevinge der semels dan de grouwe bollen vereischt, ter voorkominge van elusie” (misleiding). Dit voorkwam een strafvervolging van bakker Schultetus. Sinds 1748 was het bij dit gilde gebruikelijk, om telken jare eens en wel op den len Woensdag na Paschen een vergadering te beleggen, bij welke gelegenheid ten over staan van twee commissarissen uit het gerecht een ouder en een afterman werden benoemd, die twee jaar aanbleven. Om in het gilde opgenomen te worden, betaalde een gilde- broerszoon f 10.een burgers^oon f20.en een vreem deling f 30.terwijl de contributie per lid en per jaar f2.bedroeg. Eindelijk was er nog het Sneeker veerschippersgilde, eigenlijk groot- en klein-schippersgilde geheeten, waarin vracht-, beurt- en veerschippers allen waren opgenomen, aan welks nagedachtenis we eenige woorden dienen te wijden. Reeds in 1518 had het zijn eigen reglement, dat later nog herhaaldelijk werd aangevuld, vernieuwd, ver beterd, o. a. in 1618, 1709, 1710, 1733 en 1771. Enkele bepalingen er van laten we hier nog volgen. De veerschippers van Sneek waren verplicht zich aan de bepalingen van het veevervoer te onderwerpen, zulks in ’t belang van veehandel en veehouderij beide en hier van zooveel beteekenis. Hij, die de beurt had en weigerde ’n lading vee in te nemen, verviel in dé boete van een daal der ten voordeele van het gilde. Maar was zijn schip reeds voor den tijd der aangifte of opdracht bevracht, dan ging hij vrij uit. Waren er meerderen tegelijk, die het vrachtje niet wilden vervoeren, dan zou er om geloot moeten wor den, want de handel diende geholpen te worden. Toch wijst dit niet op een prettige en practische samenwerking tusschen koopman en schipper. Veevervoer van Sneek naar Holland, bv. naar Amster dam, Haarlem of Alkmaar, geschiedde per beurtman. Wer den er meer beesten ingeladen dan de beschikbare ruimte toeliet, dan was zulks voor risico van den koopman op dierenmishandeling lette men in dien tijd nog zoo niet! die ook een tweede schuit, zelfs een derde, kon afhuren met toestemming van de officieren van het gilde, gelijk hier de heeren bestuurderen heetten. Wat het soort schepen betreft, die destijds voor de vaart Friesland—Holland gebruikt werden, nog dit. Vóór 1700 was reeds vastgesteld, dat niemand van hét gilde van Sneek op Amsterdam mocht varen dan met een schip, dat minstens 7 last rogge kon bergen. Dat waren de zgn. kagen, die echter één voor één uit de vaart geraakten. En die er voor in de plaats kwamen, waren vaartuigen „nergens na gelijckende niet na kagen, ook niet van sulcken kracht en sterckte”. Het waren de zgn. lichters, die wel grootere lasten konden meevoeren maar veel lich ter gebouwd waren en dienden om over ondiepe zeeën de waren uit de grootste zeeschepen naar de min bereikbare havens te vervoeren. Voortaan, d. w. z. na 1700 mochten alleen zgn. smalschepen en koffen ter lengte van 46 voel en ter breedte van 13’/2 voet (minimum-afmetingen) in h<. veer SneekAmsterdam vice-versa gebruikt worden. Hier eindigen we voorloopig onze beschouwingen over de Sneeker gilde-toestanden in vroeger eeuwen om ecu volgende maal weer eens een nieuwen schotel aan te bieden. A. H. Geslaagd voor het toelatingsexamen aan de Model-Politie-Vakschool te Hilver sum, onze stadgenoot de heer S. Kuipers. OFFINGAWIER, 2 Juli. In een onbewaakt oogenblik is het 3-jarig zoontje van R. Kamstra alhier te water geraakt en ver dronken. voor het seizoen 1928 geen ander merk rijwiel dan SERVA, SENDERS of NED. KROON. hoofdpijn Maagpillen MM8D an TBUDA98A TNHBS Ultfsven ■nas Tdafoaa 159 ten hoogste vier dagen over de reis, zoo- dat het schip dus reeds vier dagen over tijd Is. Men heeft uit IJmuiden naar ver schillende havens en ook aan het licht schip Terschellingerbank geïnformeerd, doch men heeft niets omtrent het scheepje ver nomen. Men vreest, dat het in den storm van Donderdagnacht is vergaan. Er be vinden zich vier menschen aan boord. Omtrent het vreeselijke ongeluk in de mijn Roche-la-Molière bij Saint Etienne (Frankrijk) meldt Vas Dias nog de volgende bijzonderheden: Tengevolge van een brand, waarbij een schacht instortte, werden 53 mijnwerkers, o. w. 30 Franschen, door gasverstikking van het leven beroofd. Tot dusver konden 40 lijken en 15 gewonden worden geborgen. Op de plaats des onheils werkten 570 mijn werkers. De mijnwerkers ijlden onmiddellijk naar de liftkooien; velen echter konden zoo ver niet meer komen en werden door gassen bedwelmd. Onder het voortdurend gelui der alarm klokken liet men de liften telkens weer af dalen; in ontzetting snelden de familie leden van de arbeiders, die nog in de mijn waren, naar de directie; ondertusschen wer den reeds de eerste hulpmaatregelen getrof fen. Vreeselijke tooneelen speelden zich af toen de eerste gewonden aan de oppervlakte werden gebracht en op baren of steunende op hun redders werden weggevoerd. Zoo groot was het aantal lijkbaren, dat het erf van het directiegebouw spoedig vol stond en slechts een nauwe gang overbleef. De afgevaardigden Vernay en Durafour, vroeger minister van arbeid, hebben reeds bij het presidium van de Kamer een verzoek ingediend om te mogen interpelleeren over de vraag wie schuld heeft. De minister van arbeid Tardieu is Zaterdag uit Parijs ver trokken, om zich naar de plaats des onheils te begeven. In het naburige Saint Etienne ontstond onmiddellijk nadat het nieuws be kend was geworden groote droefheid en op winding. Op het raadhuis werd de vlag half stok geheschen. Zondag zou er een gedenk- teeken worden ingewijd; de plechtigheden zijn evenwel niet doorgegaan. Het ongeluk heeft een van de belangrijk ste mijnen van het Loire-bekken getroffen; deze mijn levert jaarlijks 200.000 ton kolen. Maandagnamiddag werd ten gemeente- huize door B. en W. aanbesteed: t Wegbreken van de bestaande stoepen, het stellen van hardsteenen trottoirbanden, het aanleggen van rioleeringen en het leg gen van trottoirtegels met de door de Ge meente te leveren gresbuizen, betonbuizen, betonputten, trottoirbanden en tegels in den Oosterdijk. 11 briefjes waren ingekomen. Ingeschre- Bij het gehouden examen in Steno grafie en Machineschrijven van de cursus Rehobóthschool alhier onder leiding van R. de Jong slaagden voor diploma Stenografie en Machineschrijven: H. v. d. Goot, Hom- merts; A. de Boer, Oosthem; R. H. Walda, Oosthem; W. Nijdam, Woudsend; G. v. d. Meer, S. v. d. Veer, P. v. d. Wal, C. Groen, J. P. Wieringa, D. v. d. Meulen, K. Marra en S. van Buren, allen te Sneek. Voor diploma Machineschrijven: S. de Vries, Sneek; B. Wester, Oppenhuizen; J. Gorter, Sneek; A. Hiemstra, Sneek; P. Glastra van Loon, Schafnegoutum; J. Hil- verda, Scharnegoutum; J. van Foeken, Sneek; en P. Elzinga bij Sneek. Voor diploma Stenografie: A. M. IJtsma, en Sj. Stilma, Sneek. Voor diploma Machine „B” A. M. IJtsma, L. Smid, P. Atsma, S. Baarda, Sj. Stilma en P. v. d. Veer, allen te Sneek. Voor^ diploma Stenografie „B” P. v. d. Veer, Sneek en voor diploma Stenografie „C” S. de Boer te Abbega. PROVINCIALE STATEN VAN FRIESLAND. De korenmolen te Sloten. In de gemeente Sloten is opgericht een „Vereeniging tot behoud van: den Korenmo len en andere Monumenten”, welker bestuur een subsidie uit de provincie fondsen ge vraagd heeft ten behoeve van de herstelling van den korenmolen, staande aan het bol werk aan de zuidzijde van het stadje. De vereeniging heeft, daartoe door bij dragen van ingezetenen en anderen in staat gesteld, den molen aangekocht en heeft thans nog te beschikken over f 850, terwijl de kosten van de restauratie op f 1500 wor den geraamd, zoodat nog een bedrag van f 650 ongedekt blijft. Ged. Staten zijn van oordeel, dat in dit geval ook de provincie van hare belangstelling dient te doen blijken door een gedeelte van laatstgenoemd be drag voor hare rekening te nemen. Zij stel len voor een bijdrage van f 200 te ver- leenen. Eindexamen gereformeerd gymnasium Leeuwarden. Bij het voortgezet eindexamen aan het gereformeerd gymnasium te Leeuwarden slaagden de heeren S. Eringa van Oude- mirdum en A. D. Wumkes van Leeuwarden. Afgewezen één. in ct. ct. o- en ie Is pe en m iim—nn reiai ii m: i Alom verkrijgbaar a f 0.65 Mm SNEEKER COURAJT is vaak te wijten aan slechte spijsvertering. Fosters Maagpillen verdrijven spoedig uw kwaal, werken uiterst zacht en verschaffen u een gezonden eetlust, nieuwe energie en een opgeruimd humeur. per flacon

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1928 | | pagina 1