11!
)F
l
1
Gilden en Gildekeuren van Oud Sneek.
Dit No. bestaat uit 3 Bladen.
9
nade
6
W. WIRING, Sintel 4, Telef. 415-
Sigarenmagazijn F. GORTER - Nauwe Rurgstr. - Sneek
Opgericht 1901 -i- Telefoon 74
PUROL
E”
Eerste blad
Woensdag; 4 Juli 1938
Reclantekolom.
NIEUWSTIJDINGEN.
I
44e Jaargang
Bij Scheren
- annex SNEEKER COURANT en «TMRRITSERADEEL
KOOP
Ulilial Orgui hr livinti huk.
KIEZEBKINK Co.,
So. 80
•n
b-
ie
r.
UitgaveKIEZEBR1NK Co
IV. (Slot).
Schele
Het mijnongeluk te Roche la Molière.
Doos 30, Tube 80 ct.
Onschuldig veroordeeld?
f?
I
DIT IS UW VOORDEEL
Doodslag.
Op een feestpartij ter gelegenheid van een
aanstaande boerenbruiloft te De Lutte bij
Oldenzaal speelde zich Zondagavond een
bloedig drama af. De 28-jarige ongehuwde
J. Haarman werd na een korte woorden
wisseling door een der gasten met een mes
in het hart gestoken. Hij overleed na eenige
oogenblikken. Twee doctoren en de mare
chaussees uit Oldenzaal waren spoedig ter
plaatse. De dader, de 21-jarige bakkersknecht
J. K. uit De Lutte is gearresteerd en heeft
bekend.
dagochtend te Saint Etienne was aangeko
men, had een langdurige conferentie met de
mijndirectie en de vertegenwoordigers van
de mijnwerkers over het ontstaan van het
ongeluk. Zelf is hij geruimen tijd op de mijn
geweest, om zich een beeld te kunnen vor
men van de situatie.
Het ongeluk heeft zich afgespeeld op een
diepte van 220 M. onder den grond. Zater
dagochtend om zeven uur merkten wakers
een rook en gaslucht op; even later volgde
een instorting. De instorting had tot gevolg,
dat de samengeperste lucht, die voor de
luchtverversching moet zorgen, een deel van
de gangen niet meer kon bereiken, waar zich
de giftige gassen ophoopten, die tot twee
maal toe door de afvoerschachten terugsloe
gen, waarbij de meeste slachtoffers werden
gemaakt. De reddingswerkzaamheden wer
den hierdoor eveneens zeer belemmerd.
Het aantal dooden wordt afwisselend op
gegeven als 48 en 51; in het eerste geval
zouden er van de dooden 31 Franschen zijn,
11 Polen, 4 Marokkanen, 1 Italiaan en 1
Tsjechoslowaak. Er worden voorts een veer
tigtal mijnwerkers verpleegd wegens gas
vergiftiging.
Het mijnwerkerscongres te Clermont Fer
rand heeft bij wijze van rouw zijn zitting
opgeheven en alle behandelde punten ver
wezen naar een uitgebreiden bestuursraad,
die in Augustus te Parijs gehouden zal wor
den en beslissen zal op de rapporten der
verschillende commissies.
Het congres is gesloten, opdat zijn leden
gisteren te Roche-la-Molière de begrafenis
der slachtoffers zouden kunnen bijwonen.
Abonnement i
post f 3.60.
Advertentieëni 0 ct. p. regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijike korting
Advertentiën worden Tevens gratis ge
plaatst in ac SNEEKER COURANT
per jaar f 2.50 fr.p.p
f 5500.—
- 5200.—
- 5200.—
-5157.—
4980.—
- 4980.—
- 4944.—
- 4600.—
- 4253.—
- 4252.—
- 4249.—
géén Pijn en naschrijnen of stukgaan
der huid, indien men vóór het inzeepen
de baardoppervlakte inwrijft met
Merijntje Gij zen als tooneels tuk.
Naar „Astra” meedeelt heeft de auteur
van „Merijntje Gijzens Jeugd” zijn boek
tot tooneelstuk bewerkt.
Een vrouw de neus afgebeten.
Woensdagavond kwam de 29 jarige los
werkman F. L. K. op het Oostplein te Rot
terdam de 23-jarige vrouw P. V. tegen,
van wien hij sinds geruimen tijd gescheiden
leeft. De man, die buitengewoon jaloersch is,
had ongeveer een jaar geleden de vrouw
reeds op de Hoogstraat aangevallen en haar
een steek met een mes gegeven. Hiervoor
werd hij veroordeeld tot vier maanden ge
vangenisstraf.
Thans zag hij de vrouw op het Oostplein,
rende plotseling op haar toe, wisselde eenige
woorden en beet haar toen den neus af.
De vrouw moest naar het ziekenhuis
worden overgebracht. De dader is in ver
zekerde bewaring gesteld.
Levert steeds de BESTE MERKEN uit de meest vooraanstaande fabrieken
Bij kwantum reductie op den prijs
SIGARETTEN de meest gevraagde merken
Beleefd aanbevelend, ZE3- GOBTÏÏR
Vergaan?
Men maakt zich te IJmuiden ernstig on
gerust over het lot van den Noorschen
motorkotter IJmer Bo 194, welk vaartuig
vorige week Maandag met een lading ma
kreel uit Christiansand is vertrokken naar
IJmuiden. Geregeld doen deze scheepjes
Thans zullen we nog in versnelden pas enkele andere
Sneeker gilden voor ons langs laten defileeren. Want deze
serie artikelen zou gemakkelijk tot een ellenlange reeks
uitgesponnen kunnen worden, doch door de groote over
eenkomst der verschillende gildekeuren zou dit op ver
velende herhaling uitkropen. Daarom tot slot nog enkele
aparte groepen, waartusschen het verschil door den aard
van ’t onderscheiden bedrijf tot nieuwsgierigheid prikkelt.
Reeds noemden we het Sneeker smedengilde, waaronder
begrepen werd de afdeeling grof- en hoefsmeden zoowel
als de zilver- en goudsmeden. Ja, ook nog de koperslagers
en allen „die metten hamer nieu werck uten vuer maecken”,
konden zich op deze gilderol laten inschrijven. Voor hen
allen was het privilege, dat niemand buiten de broeders
van dit ambacht te Sneek ijzer-, koper-, zilver- en goud
werk mocht verkoopen, ook niet dat buiten de veste was
gefabriceerd. De edelsmeedkunst bloeide toen vooral,
doordat de kleederdracht der Friesche vrouwen uit den
gegoeden burger- en boerenstand zooveel ornamentwerk
in goud en zilver vroeg buiten de hoofdbedekking (gouden
en zilveren oorijzers, juweelen spelden, knoppen, haken,
spiralen e. d.) in den vorm van gespen, knoopen, broches
en braceletten, terwijl ook de mannen naar verhouding heel
wat „zilver- en goudwerk” bij zich droegen-,
In aansluiting met den tijd en zijn gewoonten moet ook
het kuipersgilde beoordeeld worden, waarvan de leden
binnen de veste het monopolie hadden van alle tonnen,
valjen en ander kuipwerk te mogen leveren met uitzonde
ring van de destijds bekende Hamburger tonnen voor het
bier van dien naam, welke alleen geïmporteerd mochten
worden. Het gekuipte vaatwerk vond toen veel meer aftrek
dan thans door het zuivelbedrijf op de boerderij, den boter-
handel, het gebruik van bier inplaats van koffie en thee
als volksdranken.
Wat de kleermakers en hun bedrijf te Sneek betreft,
daarvan zijn slechts enkele bepalingen opgeteekend, waar
van de hoofdinhoud is, dat weer alleen Sneeker burgers
voor hun medepoorters kleeren mochten maken, nadat deze
„sniders” eerst een geruimen tijd onder de deskundige
leiding van een meester in het vak waren bekwaamd.
Pelsen moesten ook in de stad gemaakt worden en alleen
op de jaarmarkten mocht men het bontwerk ook van
vreemden koopen. Een uitzondering op deze bepaling
omtrent de leverantie van bontwerk was het zgn. „konijnen-
werck”, waarvan de mindere man zijn ouderwetsche bont
kraag kreeg.
Aan het marsers- of kramers- (ook „cremers”-) gilde
kwam de eer toe, dat zijn leden alleen hun kremerijen
langs de deur mochten veilen. Niemand anders mocht
binnen Sneek met de mars op den rug gezien worden om
kleinhandel te drijven. Messen mochten echter weer alleen
op de beide jaarmarkten uit den vreemde in de stad ge
bracht en verhandeld worden. Overigens kon men bij het
gilde der messenmakers terecht, waar ook messen op
wederverkoop verkocht konden worden.
Eenige gilden, die binnen Sneek ook nog vertegenwoor
digd waren, doch die we in ons schema der bedrijfsgroepen
niet of met een enkel woord noemden, dienen hier volledig
heidshalve ook nog even de revue te passeeren. Wij hebben
daarbij het oog op het gilde der chirurgijns, de genees-,
heel- en verloskundigen dier dagen, dat der bakkers en
F o ste r’s
In 1924 zijn te Weimar twee broers Hans
en Wilhelm Taubert, tot 15 jaar tuchthuis
straf veroordeeld wegens moord op den
wachtmeester der gendarmerie Biebighau-
ser. Dadelijk na de veroordeeling is in de
pers opgemerkt dat de aanwijzingen tegen
de broers weinig overtuigend leken en dat
er geen enkel rechtstreeksch bewijs tegen
hen was aangevoerd.
Thans is een nieuwe instructie in de zaak
gelast, omdat een inwoner van Jena enigen
tijd geleden als getuige in een proces heeft
verklaard te weten wie de eigenlijke dader
van den moord is en verzekerd dat het
niet de gebr. Taubert zijn.
Na de veroordeeling had de verdediger
den broers aangeraden, gratie te vragen,
doch zij hadden dit geweigerd, omdat men
De minister van arbeid, Tardieu, die Zon- 1 als onschuldige niet om genade smeekt.
Eindexamen Rijkszuivelschool Bolsward.
Voor het eindexamen van de Rijkszuivel
school te Bolsward slaagden met aanteeke-
ning voor handelscorrespondentie in de
achter hun namen aange'duide talen:
B. v. Dam (F., D., E.); N. J. W. Hofsté
(F); P. Hofstra (F., D., E.); H. Jager (D.,
E.); K. Jelsma (D., E.); E. de Jong (D.,
E.); FJ. J. van der Meer (F., D., E.); H.
W. van der Veer (F., D., E.)
ven door:
Joh. Olij en Co., Sneek
J. Andringa, Sneek
E. v. d. Werf, Dokkum
A. Ooms en J. Lusthoff, Sneek
U. van Meekeren, Hindeloopen
Sj. Schuitmaker, Leeuwarden
S. de Wolf, Sneek
J. Kerkstra, Sneek
H. Molenaar, Sneek
Sj. Verhoeve, Leeuwarden
B. v. d. Kooij, Leeuwarden
Laagste inschrijver gegund.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen IU/2 en 12/2 uur,
de navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op 23 Juli 1928: stuk onge
smolten koevet, sleuteltje, heerenrijwiel.
Aanwezig en te bevragen bij de navol-
gende ingezetenen onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 2—3 Juli
1928: beursje inh., H. Ringnalda, Oosterdijk
21; zilveren rozenkrans, v. d. Kallen, Groot-
zand; auto nummerbord, J. Polesz, Scharne-
straat 23.
Examen, benoemingen enz.
Geslaagd voor het onderwijzersexamen
aan de St. Ludgerus-kweekschool te Hil
versum L. Bouwhuis te St. Nicolaasga en
A. Bult te Bakhuizen.
Bij Kon. besluit werd benoemd tot dijk
graaf van het waterschap Hemelumer Olde-
phaert en aanhoorige zeedijken de heer P.
Gaastra te Workum.
last not least dat der veerschippers. Hierover nog met een
enkel woord tot slot.
Het eerstgenoemde kon natuurlijk weinig leden tellen,
daar de chirurgijns dunner gezaaid waren dan timmer
lieden en schoenmakers, hun beroep meer de wetenschap,
toen nog wel in de windselen vergeleken bij de medische
onzer dagen, maar dan toch meer een wetenschap met een
practijk, dan een eigenlijk vak vertegenwoordigde en de
behoefte aan geneeskundigen bijstand heel wat geringer
was. Het bestaan van deze organisatie binnen Sneek blijkt
uit de nog voorhanden stukken het meest duidelijk wat
betreft de 18e eeuw. Zoo klaagden haar ouderman en
afterman in 1705 aan den Sneeker Magistraat hun nood,
dat er zóóveel onbevoegde personen buiten het gild ook
aan het „dokteren” waren getrokken. Zij beoefenden op
hun wijze het chirurgijnsvak zonder de vereischte examens
daartoe afgelegd te hebben. Ja, zelfs apothekers deden aan
dergelijke knoeipraktijken mee, door patiënten te behan
delen, die lijdende waren aan „een schirrus (lees: scirrhus,
kliergezwel, verharding, H.) aan den hals, een gangrena
(koudvuur) in den mond, inflamatie (ontsteking) aan ’t
oog, sweer in de borst, abses aen de wang, seerbeen ende
andere sware en gevaarlijke accidenten.” De zieken werden
door de hun .in die gevallen verstrekte medicijnen dikwijls
eer erger dan beter, soms zoo erg, dat zij „tot de kanker
bedurven zijn geworden met verlies van een fragment van
de opperste maxille” (bovenkaak).
DeTredoeling van het bovenaangehaalde request nu was,
om weer als vanouds ieder, die buiten het gilde aan ’t
„chirurgynswerck” deed met een boete van 10 gulden (zeer
hoog voor dien tijd) te straffen, half voor den Magistraat,
half voor het gilde. Dan zou het kwakzalveren wel spoedig
gedaan zijn! Ook de andere bepalingen van de gilderol
moesten strenger gehandhaafd worden, waarvan vooral
art. 13 een aardig staaltje van des tijds zeden is: dat „oude
wijven ende bijmeesters, die onder ’t gild niet behoren,
ganschelijk niet sullen worden toegelaten om haar salven,
oliën of andere medicamenten te verkoopen noch de prac-
ticq van medicinen te oeffenen”, zonder vergunning van
commissarissen en gildemeesters. ’t Hield dus met kwak
zalvende boertjes en specialisten van de natuurgeneeswijze
nog niet op, ook de zwakke sekse deed de heeren chirur
gijns van Sneek schade aan.
Het bakkersgilde telde natuurlijk meer leden. In de 18e
eeuw waren er gemiddeld ruim 20 Sneeker meester-bak-
kers, die zich „aangesloten” hadden om een vakterm uit
onze dagen te gebruiken. Uit die periode worden we van
de genoemde corporatie ook nog het meeste gewaar. Zoo
gebeurde het in den jare 1754 eens, dat de twee commis
sarissen en meesters van ’t bakkersgilde den winkel van
hun collega, Mr. bakker Marten Schultetus binnenstapten.
Ze kwamen met het doel, om het brood te wegen, en be
vonden dat zijn „naegemaeckte grouwe bollen” veel te
licht waren. Twee „bollen” werden als overtuigingsstukken
meegenomen, om op de eerste gildevergadering te worden
beoordeeld. Bakker Schultetus trok zich van de zaak even
wel niet zooveel aan, dat hij van plan was om in ’t vervolg
zulk baksel „van geen minder swaarte en voor gelijcken
prijs als conform de settinge (d. w. z. den vastgestelden
prijs) op de grouwe bollen” te zullen verkoopen.
Nu kwam de Magistraat van Sneek er aan te pas, die
zijn weinig ter zake kundig oordeel wat wist en weet
een politicus van grouwe bollen en derzelver zwaarte!
ook eens zou laten gaan in het geding tusschen de bazen
bakkers. De wijze raad nam het besluit om „de gehoudene
conduite in desen te laudeeren” of in duidelijk Hollandsch
overgezet zijnde, om de controleurs in ’t gelijk te stellen,
’t Was dus deels als in Joseph’s geschiedenis: de bakker
werd gehangen maar de schenker kwam vrij, hier te ver
staan in dén zin dat bakker Schultetus in ,,’t ongelijck
wierde gestelt mits syn schrielheit”.
Maar toch werd ook hem de hand nog eenigszins boven
’t hoofd gehouden door een nieuw ingelaschte bepaling in
de gilderol der bakkers van den navolgenden inhoud: voor
taan sal niemand mastelijne ofte door iets meerder uit-
seevinge der semels dan de grouwe bollen vereischt, ter
voorkominge van elusie” (misleiding). Dit voorkwam een
strafvervolging van bakker Schultetus.
Sinds 1748 was het bij dit gilde gebruikelijk, om telken
jare eens en wel op den len Woensdag na Paschen een
vergadering te beleggen, bij welke gelegenheid ten over
staan van twee commissarissen uit het gerecht een ouder
en een afterman werden benoemd, die twee jaar aanbleven.
Om in het gilde opgenomen te worden, betaalde een gilde-
broerszoon f 10.een burgers^oon f20.en een vreem
deling f 30.terwijl de contributie per lid en per jaar
f2.bedroeg.
Eindelijk was er nog het Sneeker veerschippersgilde,
eigenlijk groot- en klein-schippersgilde geheeten, waarin
vracht-, beurt- en veerschippers allen waren opgenomen,
aan welks nagedachtenis we eenige woorden dienen te
wijden. Reeds in 1518 had het zijn eigen reglement, dat
later nog herhaaldelijk werd aangevuld, vernieuwd, ver
beterd, o. a. in 1618, 1709, 1710, 1733 en 1771. Enkele
bepalingen er van laten we hier nog volgen.
De veerschippers van Sneek waren verplicht zich aan
de bepalingen van het veevervoer te onderwerpen, zulks
in ’t belang van veehandel en veehouderij beide en hier
van zooveel beteekenis. Hij, die de beurt had en weigerde
’n lading vee in te nemen, verviel in dé boete van een daal
der ten voordeele van het gilde. Maar was zijn schip reeds
voor den tijd der aangifte of opdracht bevracht, dan ging
hij vrij uit. Waren er meerderen tegelijk, die het vrachtje
niet wilden vervoeren, dan zou er om geloot moeten wor
den, want de handel diende geholpen te worden. Toch
wijst dit niet op een prettige en practische samenwerking
tusschen koopman en schipper.
Veevervoer van Sneek naar Holland, bv. naar Amster
dam, Haarlem of Alkmaar, geschiedde per beurtman. Wer
den er meer beesten ingeladen dan de beschikbare ruimte
toeliet, dan was zulks voor risico van den koopman
op dierenmishandeling lette men in dien tijd nog zoo niet!
die ook een tweede schuit, zelfs een derde, kon afhuren
met toestemming van de officieren van het gilde, gelijk
hier de heeren bestuurderen heetten.
Wat het soort schepen betreft, die destijds voor de
vaart Friesland—Holland gebruikt werden, nog dit. Vóór
1700 was reeds vastgesteld, dat niemand van hét gilde
van Sneek op Amsterdam mocht varen dan met een schip,
dat minstens 7 last rogge kon bergen. Dat waren de zgn.
kagen, die echter één voor één uit de vaart geraakten.
En die er voor in de plaats kwamen, waren vaartuigen
„nergens na gelijckende niet na kagen, ook niet van
sulcken kracht en sterckte”. Het waren de zgn. lichters,
die wel grootere lasten konden meevoeren maar veel lich
ter gebouwd waren en dienden om over ondiepe zeeën de
waren uit de grootste zeeschepen naar de min bereikbare
havens te vervoeren. Voortaan, d. w. z. na 1700 mochten
alleen zgn. smalschepen en koffen ter lengte van 46 voel
en ter breedte van 13’/2 voet (minimum-afmetingen) in h<.
veer SneekAmsterdam vice-versa gebruikt worden.
Hier eindigen we voorloopig onze beschouwingen over
de Sneeker gilde-toestanden in vroeger eeuwen om ecu
volgende maal weer eens een nieuwen schotel aan te
bieden. A. H.
Geslaagd voor het toelatingsexamen
aan de Model-Politie-Vakschool te Hilver
sum, onze stadgenoot de heer S. Kuipers.
OFFINGAWIER, 2 Juli. In een onbewaakt
oogenblik is het 3-jarig zoontje van R.
Kamstra alhier te water geraakt en ver
dronken.
voor het seizoen 1928 geen ander
merk rijwiel dan SERVA, SENDERS
of NED. KROON.
hoofdpijn
Maagpillen
MM8D an TBUDA98A TNHBS
Ultfsven
■nas Tdafoaa 159
ten hoogste vier dagen over de reis, zoo-
dat het schip dus reeds vier dagen over
tijd Is. Men heeft uit IJmuiden naar ver
schillende havens en ook aan het licht
schip Terschellingerbank geïnformeerd, doch
men heeft niets omtrent het scheepje ver
nomen. Men vreest, dat het in den storm
van Donderdagnacht is vergaan. Er be
vinden zich vier menschen aan boord.
Omtrent het vreeselijke ongeluk in de
mijn Roche-la-Molière bij Saint Etienne
(Frankrijk) meldt Vas Dias nog de volgende
bijzonderheden:
Tengevolge van een brand, waarbij een
schacht instortte, werden 53 mijnwerkers, o.
w. 30 Franschen, door gasverstikking van
het leven beroofd. Tot dusver konden 40
lijken en 15 gewonden worden geborgen.
Op de plaats des onheils werkten 570 mijn
werkers. De mijnwerkers ijlden onmiddellijk
naar de liftkooien; velen echter konden zoo
ver niet meer komen en werden door gassen
bedwelmd.
Onder het voortdurend gelui der alarm
klokken liet men de liften telkens weer af
dalen; in ontzetting snelden de familie
leden van de arbeiders, die nog in de mijn
waren, naar de directie; ondertusschen wer
den reeds de eerste hulpmaatregelen getrof
fen. Vreeselijke tooneelen speelden zich af
toen de eerste gewonden aan de oppervlakte
werden gebracht en op baren of steunende
op hun redders werden weggevoerd.
Zoo groot was het aantal lijkbaren, dat
het erf van het directiegebouw spoedig vol
stond en slechts een nauwe gang overbleef.
De afgevaardigden Vernay en Durafour,
vroeger minister van arbeid, hebben reeds
bij het presidium van de Kamer een verzoek
ingediend om te mogen interpelleeren over
de vraag wie schuld heeft. De minister van
arbeid Tardieu is Zaterdag uit Parijs ver
trokken, om zich naar de plaats des onheils
te begeven. In het naburige Saint Etienne
ontstond onmiddellijk nadat het nieuws be
kend was geworden groote droefheid en op
winding. Op het raadhuis werd de vlag half
stok geheschen. Zondag zou er een gedenk-
teeken worden ingewijd; de plechtigheden
zijn evenwel niet doorgegaan.
Het ongeluk heeft een van de belangrijk
ste mijnen van het Loire-bekken getroffen;
deze mijn levert jaarlijks 200.000 ton kolen.
Maandagnamiddag werd ten gemeente-
huize door B. en W. aanbesteed:
t Wegbreken van de bestaande stoepen,
het stellen van hardsteenen trottoirbanden,
het aanleggen van rioleeringen en het leg
gen van trottoirtegels met de door de Ge
meente te leveren gresbuizen, betonbuizen,
betonputten, trottoirbanden en tegels in den
Oosterdijk.
11 briefjes waren ingekomen. Ingeschre-
Bij het gehouden examen in Steno
grafie en Machineschrijven van de cursus
Rehobóthschool alhier onder leiding van R.
de Jong slaagden voor diploma Stenografie
en Machineschrijven: H. v. d. Goot, Hom-
merts; A. de Boer, Oosthem; R. H. Walda,
Oosthem; W. Nijdam, Woudsend; G. v. d.
Meer, S. v. d. Veer, P. v. d. Wal, C. Groen,
J. P. Wieringa, D. v. d. Meulen, K. Marra
en S. van Buren, allen te Sneek.
Voor diploma Machineschrijven: S. de
Vries, Sneek; B. Wester, Oppenhuizen; J.
Gorter, Sneek; A. Hiemstra, Sneek; P.
Glastra van Loon, Schafnegoutum; J. Hil-
verda, Scharnegoutum; J. van Foeken,
Sneek; en P. Elzinga bij Sneek.
Voor diploma Stenografie: A. M. IJtsma,
en Sj. Stilma, Sneek.
Voor diploma Machine „B” A. M. IJtsma,
L. Smid, P. Atsma, S. Baarda, Sj. Stilma
en P. v. d. Veer, allen te Sneek.
Voor^ diploma Stenografie „B” P. v. d.
Veer, Sneek en voor diploma Stenografie
„C” S. de Boer te Abbega.
PROVINCIALE STATEN VAN FRIESLAND.
De korenmolen te Sloten.
In de gemeente Sloten is opgericht een
„Vereeniging tot behoud van: den Korenmo
len en andere Monumenten”, welker bestuur
een subsidie uit de provincie fondsen ge
vraagd heeft ten behoeve van de herstelling
van den korenmolen, staande aan het bol
werk aan de zuidzijde van het stadje.
De vereeniging heeft, daartoe door bij
dragen van ingezetenen en anderen in staat
gesteld, den molen aangekocht en heeft
thans nog te beschikken over f 850, terwijl
de kosten van de restauratie op f 1500 wor
den geraamd, zoodat nog een bedrag van
f 650 ongedekt blijft. Ged. Staten zijn van
oordeel, dat in dit geval ook de provincie
van hare belangstelling dient te doen blijken
door een gedeelte van laatstgenoemd be
drag voor hare rekening te nemen. Zij stel
len voor een bijdrage van f 200 te ver-
leenen.
Eindexamen gereformeerd gymnasium
Leeuwarden.
Bij het voortgezet eindexamen aan het
gereformeerd gymnasium te Leeuwarden
slaagden de heeren S. Eringa van Oude-
mirdum en A. D. Wumkes van Leeuwarden.
Afgewezen één.
in
ct.
ct.
o-
en
ie
Is
pe
en
m iim—nn reiai ii m: i
Alom verkrijgbaar a f 0.65
Mm SNEEKER COURAJT
is vaak te wijten aan
slechte spijsvertering.
Fosters Maagpillen
verdrijven spoedig uw
kwaal, werken uiterst
zacht en verschaffen
u een gezonden eetlust,
nieuwe energie en een
opgeruimd humeur.
per flacon