Uit onze Raadzaal
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
s,
Olympiade Brief.
ffltieel Orgaan der Geieeeole Sneed
Eerste blad
Nn. 91
44e Jaargang
KIEZE BRINK Co.,
Zaterdag; 11 Augustus 199S
BR SIEÉKÊË C OIBffï
- annex SNEEKER COURANT an WYMBRITSERKDEEL
tek.
J
Uitgave KIEZEBR1NK Co
aai
BESLUIT:
Aldus enz.
n ze
SNEEK, 31 Juli 1928
i
Aan den Gemeenteraad.
i
Juli 1928.
Aldus enz.
J
SNEEK, 24 Juli 1928.
r t
d.
k
SNEEK, 24 Juli 1928.
Aan den Gemeenteraad.
SNEEK, 31 Juli 1928.
Aan den Gemeenteraad.
■n ik
rou-
?rijp
ië is
leeft
itaal
ten
iren.
it te
dig-
den
5 en
VI.
No. X 07.352.18(5).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aanbieding van de gemeenterekening
over 1927.
hem
elijk
aar-
eins
egaf
van
ge-
zijn
;ong
ach-
No. X 07.351.34(3).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onderhandsche verhuring aan P. Jansen
van een gedeelte van het terrein der gemeen-
te-reiniging en tot het verleenen van ver
gunning aan hem tot het bouwen daarop van
een gebouwtje voor het smelten van vet en
het zouten van darmen.
A
I. In afwijking van het geldende huurcontract met ingang
van 1 October 1928 aan IJ. Rienstra, paardenslager, wo
nende te Sneek, de huur op te zeggen van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 1724;
II. Behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten
met ingang van 1 October 1928 het sub 1 bedoelde perceel
onderhands te verhuren aan S. Bakker, paardenslager,
wonende te Sneek, voor den huurprijs van vijf en twintig
gulden (f 25.per jaar en verder onder de volgende
voorwaarden:
le. de verhuring geschiedt voor den termijn van 1 Octo
ber 1928 af tot 1 Januari 1929, onder bepaling, dat de
huur daarna telkens stilzwijgend met een jaar wordt ver
lengd, zoolang niet door één der partijen opzegging heeft
plaats gehad;
2e. wanneer één der partijen de huur wil doen eindigen,
moet daarvan bij eenvoudige schriftelijke kennisgeving
opzegging geschieden ten minste drie maanden voor het
eindigen van het dan loopende huurjaar;
3e. de jaarlijksche huursom moet bij vooruitbetaling in
één termijn vóór den len Februari worden betaald ten
kantore van den directeur-boekhouder der gemeente-
reiniging; met afwijking hiervan moet de betaling der
huursom voor het tijdvak van 1 October 1928 af tot 1
Januari 1929, bedragende f6.25, vóór 1 November 1928
op het vorenbedoelde kantoor worden betaald. Bij gebreke
van tijdige betaling zal de huurovereenkomst dadelijk
worden geacht ontbonden te zijn, zonder dat eenige som
matie of ingebrekestelling van de zijde der verhuurster
noodig is;
4e. de huurder mag op het gehuurde terrein een opstal
houden voor het slachten van paarden, het rooken van
vleesch en het smelten van vet; wijziging in de inrichting
van den thans bestaanden opstal behoeft de goedkeuring
van Burgemeester en Wethouders;
5e. de aan- en afvoer van goederen naar en van het
op het te verhuren perceel staande gebouw mag niet anders
plaats hebben dan met inachtneming der door Burge
meester en Wethouders te geven voorschriften;
6e. binnen een jaar na het eindigen van den huurtijd
moet het sub 5e. bedoelde gebouw en verder alles, wat
aan den huurder behoort, door en op zijn kosten zijn ver
wijderd, bij gebreke waarvan een en ander onmiddellijk na
het verstrijken van den gestelden termijn het eigendom
der gemeente Sneek wordt;
7e. de kosten, die op de te sluiten overeenkomst vallen,
zijn evenals de grondbelasting en andere op den opstal
rustende lasten van 1 October 1928 af, voor rekening van
den huurder.
No. 208.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om een schriftelijke verklaring af te geven
betreffende den diensttijd van J. L. Dijkhuis
als tijdelijk leeraar aan de gemeentelijke
hoogere burgerschool over het tijdvak 8 Sep
tember 1903—14 October 1903.
B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen
aangeboden:
No. 1.812.11(2).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om hen te machtigen met de Nederlandsche
Tramweg Maatschappij, gevestigd te Utrecht,
een overeenkomst aan te gaan omtrent het
onderhoud van de bestratingen in en naast
den tramweg in de gemeente en van de Noor-
derpoortsbrug, de brug over het Kleinzand
en de Oppenhuizerbrug.
No. X 07.351.34(3).
Advies van Burgemeester en Wethouders
omtrent het adres van IJ. Rienstra en S.
Bakker, houdende verzoek om de huur van
het perceel, kadastraal bekend gemeente
Sneek, Sectie C, no. 1724, liggende op het
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 219 der
Gemeentewet bieden wij U hierbij aan de rekening van in
komsten en uitgaven der gemeente over 1927, vergezeld
van alle daarbij behoorende stukken.
Ingevolge het bepaalde in artikel 220 der aangehaalde
wet leggen wij tegelijk aan U over een ontwerp-besluit
tot voorloopige vaststelling der bedoelde rekening.
Abonnement: per jaar f2.50, fr. per
post f3.75.
Advertentiën: 9 ct. per regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting.
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
Uitgevers:
SNEEK TELEFOON No. 150.
SNEEK, 16
Aan den Gemeenteraad.
De commissie voor rekeningen en begrootingen ontving
,ter adviseering de rekening en verantwoording van ont
vangsten en uitgaven betreffende de rente van het legaat
van wijlen mej. Wed. Jorritsma over het jaar 1927.
De ontvangsten bedroegenf 329.56
de uitgaven-326.15%
terrein der gemeentereiniging, voor IJ. Rien
stra te doen .eindigen en dat perceel aan S.
Bakker te verhuren.
Een schriftelijke verklaring af te geven, waaruit blijkt,
dat het de bedoeling is geweest den heer J. L. Dijkhuis
In het hierbij gevoegde adres wordt door IJ. Rienstra
en S. Bakker, beiden paardenslager, wonende te Sneek,
verzocht om de huur van het perceel, kadastraal bekend
gemeente Sneek, Sectie C, no. 1724, liggende op het terrein
der gemeente-reiniging, voor IJ. Rienstra te doen eindigen
en dat perceel onder dezelfde voorwaarden, als thans
voor dezen gelden, te verhuren aan S. Bakker. Het perceel,
kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 1724
(oorspronkelijk no. 2013 ged.) werd ingevolge het raads
besluit van 29 Maart 1920, no. 16, gewijzigd bij dat van
4 September 1923, no. 12, onder goedkeuring van de Gede
puteerde Staten voor f 25.per jaar aan IJ. Rienstra
verhuurd.
Krachtens het geldende huurcontract kan de huur van
het vorenbedoelde perceel na opzegging slechts eindigen
met ingang van 1 Mei.
Inwilliging van het verzoek brengt mede, dat van deze
bepaling omtrent de huureindiging zal moeten worden
afgeweken. Wij zijn van meening, dat in dit geval daar
tegen geen bezwaren zijn aan te voeren.
Aangezien bij ons ook overigens geen bedenkingen tegen
de inwilliging van het verzoek bestaan, stellen wij U voor
de huur van het genoemde perceel met ingang van 1 Octo
ber e.k. dus in afwijking van de contractueele bepalin
gen aan IJ. Rienstra op te zeggen en dat perceel met
ingang van denzelfden datum in huur toe te wijzen aan
S. Bakker.
Behoudens een enkele afwijking zouden wij de voor
waarden, die thans voor IJ. Rienstra gelden, zooveel
mogelijk ook aan S. Bakker willen opleggen. Wij hebben
de te stellen bedingen geformuleerd als in het hierbij be
hoorende concept-besluit is aangegeven.
Bij de commissie voor de gemeente-reiniging, wier advies
omtrent het adres wij hierbij overleggen, bestaan tegen de
opzegging der huur aan IJ. Rienstra en de verhuring van
het bedoelde perceel aan S. Bakker geen bedenkingen.
Wij geven U in overweging het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het adres d.d. 27 Juni 1928 van IJ. Rienstra
en S. Bakker, beiden paardenslager, wonende te Sneek,
houdende verzoek om de huur van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 1724, liggende op
het terrein der gemeente-reiniging, voor IJ. Rienstra te
doen eindigen en dat perceel aan S. Bakker te verhuren;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
d.d. 24 Juli 1928, no. X 07.351.34(3);
Door den heer J. L. Dijkhuis, leeraar aan de rijks
hoogere burgerschool alhier, is tot den Pensioenraad het
verzoek gericht om de periode van 8 September 190314
October 1903, gedurende welke hij als tijdelijk leeraar aan
de destijds gemeentelijke hoogere burgerschool werkzaam
was, te doen medetellen bij zijn diensttijd, waarnaar te
zijner tijd het pensioen zal worden berekend.
In verband hiermede heeft de Pensioenraad ons verzocht
om toezending van het desbetreffende benoemingsbesluit.
De heer Dijkhuis is echter gedurende het genoemde tijd
vak aan de gemeentelijke hoogere burgerschool zonder
formeele aanstelling werkzaam geweest.
Ingevolge het bepaalde in artikel 133, 3e lid, der Pen
sioenwet 1922, S. 240, geldt in dit geval als aanstelling
een schriftelijke verklaring van de tot benoemen bevoegde
autoriteit in casu van den Raad dat het de bedoeling
is geweest den betrokkene als ambtenaar werkzaam te
doen zijn.
Met het oog hierop stellen wij U voor een zoodanige
verklaring voor den heer Dijkhuis af te geven door daartoe
het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 31 Juli 1928, no. 208;
BESLUIT:
adviseert tot goedkeuring daarvan.
Namens de Commissie:
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
U. SIJTEMA, Rapporteur.
evenmin als bij ons bezwaar tegen inwilliging van het
verzoek.
De commissie adviseert om aan Jansen dat gedeelte
grond in huur toe te wijzen, dat ten zuid-oosten van het
door J. Langeraap gehuurde terrein (Sectie C, nos. 2227
en 2468) ligt en ten noordwesten van het door IJ. Rienstra
gehuurde terrein (Sectie C, no. 1724). Het komt ons ge-
wenscht voor, dat de door Jansen te huren grond door
de commissie voor de gemeente-reiniging te zijner tijd
nauwkeurig wordt aangewezen.
Het rapport van de commissie leggen wij hierbij over.
Wij stellen U voor het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 24 Juli 1928, no. X 07.351.34(3);
BESLUIT:
Behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten
met ingang van 1 October 1928 aan P. Jansen, handelaar
in slachtproducten, wonende te Sneek, onderhands te ver
huren een gedeelte ter grootte van 24 M.2 van het terrein
der gemeente-reiniging, kadastraal bekend gemeente
Sneek, sectie C, no. 2623, voor den huurprijs van vier en
twintig gulden (f24.per jaar en verder onder de vol
gende voorw.aarden
le. de verhuring geschiedt voor den termijn van 1 Octo
ber 1928 af tot 1 Januari 1929, onder bepaling, dat de
huur daarna telkens stilzwijgend met een jaar wórdt ver
lengd, zoolang niet door één der partijen opzegging heeft
plaats gehad;
2e. wanneer één der partijen de huur wil doen eindigen,
moet daarvan bij eenvoudige schriftelijke kennisgeving
opzegging geschieden ten minste drie maanden voor het
eindigen van het dan loopende huurjaar;
3e. de jaarlijksche huursom moet bij vooruitbetaling in
één termijn vóór den len Februari worden betaald ten
kantore van den directeur-boekhouder der gemeente-
reiniging; met afwijking hiervan moet de betaling der
huursom voor het tijdvak van 1 October 1928 af tot 1
Januari 1929, bedragende f6.vóór 1 November 1928
op het vorenbedoelde kantoor worden betaald. Bij gebreke
van tijdige betaling zal de huurovereenkomst dadelijk
worden geacht ontbonden te zijn, zonder dat eenige som
matie of ingebrekestelling van de zijde der verhuurster
noodig is;
4e. het te verhuren gedeelte grond van 24 M.2 zal aan
den huurder nader worden aangewezen door de commissie
voor de gemeente-reiniging;
5e. de huurder mag op den gehuurden grond een ge
bouwtje plaatsen voor het smelten van vet en het zouten
van darmen overeenkomstig de aan hem te verleenen hin
derwetvergunning, en onder goedkeuring, voorzooveel het
uiterlijk betreft, van de commissie voor de gemeente-reini
ging;
6e. de aan- en afvoer van goederen naar en van het
sub 5e bedoelde gebouwtje mag niet anders plaats hebben
dan met inachtneming van de door Burgemester en Wet
houders te geven voorschriften;
7e. binnen een jaar na het eindigen van den huurtijd
moet het sub 5e bedoelde gebouwtje en verder alles, wat
aan den huurder behoort, door en op zijn kosten zijn ver
wijderd, bij gebreke waarvan een en ander onmiddellijk na
het verstrijken van den gestelden termijn het eigendom
der gemeente Sneek wordt;
8e. de kosten, die op de te sluiten overeenkomst vallen,
zijn evenals de grondbelasting en andere op den opstal
rustende lasten van 1 October 1928 af, voor rekening van
den huurder.
Voordeelig saldo f 3.40%
De commissie, die de rekening in orde heeft bevonden, j
SNEEK, 17 Juli 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Vóór het tot stand komen van de wet van 15 December
1917, S. 703, houdende voorschriften omtrent den aanleg
en de instandhouding van spoorwegen, waarop uitsluitend
met beperkte snelheid wordt vervoerd, op wegen, niet
onder beheer van het rijk, was door de gemeente met de
Nederlandsche Tramweg Maatschappij, gevestigd te
Utrecht, in 1914 een overeenkomst gesloten, waarbij de
gemeente aan die maatschappij vergunning verleende
voor het hebben van een tramweg door de gemeente Sneek.
De genoemde wet van 1917 bepaalt echter in artikel 2,
dat voor den aanleg en de instandhouding of alleen voor
de instandhouding van een spoorweg op wegen, niet in
beheer bij het rijk, door de Gedeputeerde Staten een ver
gunning moet worden verleend.
Zoolang de Nederlandsche Tramweg Maatschappij deze
vergunning nog niet van de Gedeputeerde Staten had
verkregen, liep de vorenbedoelde overeenkomst tusschen
de gemeente en de maatschappij door.
Thans is aan de maatschappij echter de vereischte ver
gunning voor het instandhouden van den tramweg van
Sneek naar Heerenveen, voorzoover deze op openbare
wegen, niet onder beheer van het rijk, is gelegen, ver
leend. Deze vergunning is opgenomen in het hierbij ge
voegde provinciaal blad no. 46 van 1928.
De in 1914 door de gemeente verleende vergunning is
hierdoor komen te vervallen.
Het onderhoud van de bestratingen en van de Noorder-
poortsbrug, de brugj over het Kleinzand en de Oppen
huizerbrug, voorzoover dat krachtens de bedoelde over
eenkomst tusschen de gemeente en de maatschappij bij
deze laatste berustte, is thans weder ten laste van de
gemeente gekomen.
Artikel 7 der aangehaalde wet bepaalt, dat de schade,
die voor de beheerders der wegen of voor andere recht
hebbenden op de wegen voortvloeit uit den'aanleg en de
instandhouding daarop van spoorwegen krachtens een
door de Gedeputeerde Staten verleende vergunning, door
den concessionaris moet worden vergoed. De vordering
daartoe moet worden ingesteld voor den rechter van het
kanton of, ter keuze van den eischer, van één der kantons,
waarin de weg is gelegen.
Op grond hiervan zou de gemeente jaarlijks de haar
door de aanwezigheid van de trambaan veroorzaakte
schade aan de maatschappij kunnen declareeren. Het is
te voorzien, dat de bepaling van het bedrag dezer schade
herhaaldelijk tot meeningsverschillen aanleiding zal geven.
Procedures zullen daarvan het gevolg zijn.
Om deze moeilijkheden, die wij in de toekomst verwach
ten, te vermijden, zijn wij met de directie der Nederland
sche Tramweg Maatschappij in overleg getreden over de
vraag, hoe deze meeningsverschillen zouden kunnen wor
den voorkomen.
De aangewezen weg daarvoor leek onè deze, dat de
vergoeding van de maatschappij aan de gemeente wegens
de door de aanwezigheid van de trambaan veroorzaakte
hoogere onderhoudskosten bij voorbaat contractueel werd
geregeld.
De directie heeft naar aanleiding hiervan een regeling
ontworpen omtrent het onderhoud van de bestratingen in
en naast den tramweg en van de vorengenoemde bruggen.
Deze regeling is vervat in de hierbij overgelegde ont-
werp-overeenkomst, waarmede wij ons kunnen vereenigen.
Wij verzoeken U daarom ons te machtigen dienover
eenkomstig te contracteeren, door het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 17 Juli 1928, no. 1.812.11(2);
BESLUIT:
Burgemeester en Wethouders te machtigen met de Ne
derlandsche Tramweg Maatschappij, gevestigd te Utrecht,
een overeenkomst aan te gaan omtrent het onderhoud van
de bestratingen in en naast den tramweg in de gemeente
en van de Noorderpoortsbrug, de brug over het Kleinzand
en de Oppenhuizerbrug.
Aldus enz.
No. VI 07.352.65(1).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrootingen inzake onderzoek van
de rekening van het legaat van wijlen de
weduwe W. J. Jorritsma over 1927.
Gisteren sprak ik een buitenlander, die
op een geweldig enthousiaste wijze zijn be
wondering te kennen gaf over de schoonheid
van Amsterdam bij avond. Hij had een
tochtje gemaakt met een van de motor-
booten, die hun passagiers bij avond over
het IJ en door de haven varen. Deze haven
vooral met zijn vele groote schepen waarvan
de lijnen vervagen in het schemerdonker,
met de vele en veelkleurige lichten, maakt
op hen, die niet aan een dergelijk schouw
spel gewoon zijn een phantastischen indruk.
Tjot besluit van de tocht wordt een rond
vaart gemaakt langs de van onder tot boven
verlichte Westertoren, en de verlichte
grachten.
In het Stadion zijn op het oogenblik de
turners in actie. De eerste dag van deze
turnoefeningen was niet gewijd aan wed
strijden, doch slechts aan demonstraties,
welke werden bijgewoond door de heele
Koninklijke familie. Het was een grootsch
schouwspel toen tegen twee uur het ko
ninklijke rijtuig, met vier paarden bespannen
en voorafgegaan door een voorrijder het
stadionplein opreed. Op het koninklijke
rijtuig volgden verschillende wagens voor
het gevolg, terwijl de stoet geëscorteerd
werd door de bereden politie. Op het van
Tuijlplein, het plein voor het stadion, had
zich een groote menschenmassa verzameld
die de koninklijke familie van harte toe
juichte.
Direct na de aankomst werd een begin
gemaakt met de turndemonstraties, welke
gegeven werden door Holland, Hongarije
en Duitschland. De Hollanders, zoowel
dames als heeren lieten keurig werk zien.
Het eenige wat er aan mankeerde was dat
het een beetje te gerekt was en eigenlijk te
lang duurde om de aandacht tot op ’t laatst
voldoende te kunnen boeien.
Daarna kwam een aantal Hongaarsche
dames in nationaal-kleurig costuum, die een
serie loopoefeningen lieten zien, die door
de elegance, waarmee ze werden uitgevoerd,
zeker de naam van een dèns verdienden.
Ten slotte kwamen de Duitschers; een
■groot aantal dames en heeren van de Deut
sche Hochschule für Leibes-Uebung te Ber
lijn. Al hoe aardig ’t andere was, wat men te
aanschouwen had gekregen, het moet ge
zegd worden dat het niet kon halen bij wat
nu geboden werd. In zeer kortdurende, zeer
vlot verloopende series werd beurteling door
de dames en heeren, ook soms door allen
tegelijk, een overzicht gegeven van de mo
derne wijzen van lichaamsoefeningen. Geen
1 enkel bevel, geen luid tellen van de leeraar
stoorde de aandacht, een enkele keer een
fluitje was alles wat er noodig was om de
oefeningen zonder eenige onderbreking in
een tempo te doen volbrengen dat bewon-
derenswaardig was. Een eigen muziekge
zelschap bestaande uit violen, guitaren en
een aantal houten blaasinstrumenten, die
we nog nooit eerder gezien hadden, zorg
den daar waar het wenschelijk was voor
een muzikale begeleiding. De bruine kleur
van alle deelnemers deed vermoeden dat zij
gewoon waren veel in de open lucht te tur
nen, een systeem dat misschien hier nog
lang niet genoeg beoefend wordt.
Het geheel maakte de indruk van buiten
gewoon goed verzorgd te zijn en, hoe kan
het anders bij de Duitschers, van een dege
lijke discipline. Tot slot volgde ook hier
een soort van rhythmische dans, waaraan
zoowel de dames als de heeren deelnamen.
Op het oogenblik zijn de wedstrijden in
het turnen aangevangen en wat men daar
te zien krijgt is schitterend, soms zelfs zoo
dat men eigenlijk niet recht weet of men er
de naam turnen nog wel aan geven mag of
dat men beter doet het acrobatiek te noe
men. De buitenlanders waren allen min of
meer verbaasd dat Hare Majesteit een turn-
demonstratie bezocht, terwijl de athletiek-
wedstrijden, die toch nog altijd de hoofd
schotel vormen van het Olympisch program
ma, niét door haar bezocht werden.
Was bij deze athletiekwedstrijden het
Stadion steeds uitverkocht, op het oogenblik
ziet men op de enorme tribunes veel open
plaatsen. Het turnen schijnt niet zoo in de
smaak te vallen als de andere nummers.
Nu ligt dat ook wel voor de hand omdat
men verschillende malen achter elkaar de
zelfde oefeningen ziet volbrengen al is het
ta]jc dan ook door andere turners. Maar op den
duur wordt het voor iemand, die geen vak
man op dit gebied is, toch wel een beetje
saai. Daarbij komt nog dat de andere spor
ten, die op andere plaatsen hoogtij vieren,
vele liefhebbers trekken en deze dus niet
in het stadion verschijnen.
De ruitersport is in Hilversum begonnen
en alles wat interesse voor paardensport
heeft is daarheen vertrokken, terwijl ’t boks-
gebouw de liefhebbers van blauwe oogen
en uitgeslagen tanden trekt, om niet te ver
geten de velen die in het schermgebouw
yan de elegante bewegingen en de snelheid
der schermers genieten.
In de programma’s, die men op de ver
schillende kampplaatsen kan krijgen, staat
gedrukt een lijst van hen die een eerste,
tweede of derde, prijs mochten verwerven
in de reeds afgeloopen wedstrijden. Bekijkt
men deze dan blijkt dat er al enkele Ne
derlanders geweest zijn die zich hebben
weten te onderscheiden. In de eerste plaats
Aan den Gemeenteraad.
Door P. Jansen, handelaar in slachtproducten, wonende
alhier, is tot ons het verzoek gericht om aan hem te ver
huren een gedeelte van het terrein der gemeente-reiniging,
kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 2623,
f ter grootte van 24 M.2. Het ligt in zijn bedoeling daarop
een gebouwtje te plaatsen voor het smelten van vet en
het zouten van darmen.
d Bij de commissie voor de gemeente-reiniging bestaat
I
IN
0
f
II