IG
H
PB1R@1 geneestenv0iftaaU^nuid
Uit onze Raadzaal.
DU No. bestaat uit 3 bladen.
NIH Orgaan der Oeaieenle Sneek
GELDEN BESCHIKBAAR
Eerste blad
No. 101
mm—iifiiwiMniiiiMii
ct.
NIEUWSTIJDINGEN.
-12
10
75
6
5
60
35
KIEZEBRINK Co.,
7 7 i 7 I
z o
Zaterdag IS ^September 19Ï8
IEDEIUIDSCHE NYPÜTHEEIBINÏ
opgericht te Veendam i» is»o
IV/lo Pandbrieven i 991/s°|o
(Bij omwieeeling tegen uitgelote Pand
brieven ia de koers */i lager.)
41t> ‘gang
iwmn—■iihmh.i
5
5
0
0
ï5
2
4
4
4
4
6
ct
I I I I I 11
Uitgave KIEZEBR1NK Co
t>
•n
n
w
w
•n
de
Daarnaast
Betrekking.
Directeur gemeente-bedrijven
Directeur openbaar slachthuis
Rector gymnasium
5300—6300
4500—5500
5280—6048
dikwijl
en. De
mmant»
raaf g'
méér
niet
oot da
zisseld
1 in he
Ook naar deze vergelijking te oordeelen blijven de jaar
wedden van de functionarissen in kwestie zeer aan den
lagen kant.
Ten slotte dient nog aandacht te worden geschonken
aan de plaats welke aan Sneek in de regeling der jaar-
No. X.07.352.18(5).
Rapport van de le Sectie voor onderzoek
van de gemeenterekening, dienst 1927.
No. X 07.352.18(5).
Rapport van de 2e Sectie voor onderzoek
van de gemeenterekening, dienst 1927.
SNEEK, 30 Augustus 1928.
Aan den Gemeenteraad.
De 2e sectie tot onderzoek der gemeenterekening over
1927, heeft de eer te berichten, dat zij die rekening heeft
nagezien en geen aanleiding is gevonden tot het maken
van op- of aanmerkingen en mitsdien adviseert tot goed
keuring.
No. X 07.352.18(5).
Memorie van antwoord van Burgemeester
en Wethouders op de rapporten der beide
secties betreffende hgt onderzoek der ge
meenterekening over 1927.
de go
m koof
geweze
aanklai
van
m divr
>ndjap<
d.
oemen,
werde
i man,
iefd o|
o
I I I I I
- o
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
Uitgevers:
SNEEK TELEFOON No. 150.
zijn, d
s altijr
een.
•HEEG, 13 Sept. De stemming voor de
verkiezing van bestuursleden van het water
schap „Heeg” had den volgenden uitslag.
Herkozen werden de heeren W. R. Abma,
141 st F. Bakker, 135 st., IJ. IJkema, 138
st., S. P. de Jong, 138 st., Sj. Kuipers, 141
st., P. Hofstee, 138 st., Als nieuwe bestuurs
leden werden gekozen de heeren N. van
der Werf met 86 st., en S. G. van der Meer
met 97 st.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie, N.
Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen ll'/2 en 12*/2 uur, de
navolgende voorwerpen als gevonden gede
poneerd op 12, 13 en 14 September 1928:
huissleutel en vulpotlood.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven: rem van rij
wiel, K. v. d. Brug, N. Noorderhorne 30a;
zilveren broche, Sj. Brinkman,‘le Badbuurt
10; grijze dameshandschoen, A. Jordan,
Ged. Pol 7; kinderhandtaschje, J. de Leeuw,
Parkbuurt 17; lederen riem, Kooiman, Zuid-
end 15; grijze mantelceintuur, A. Elzinga,
Ged. Neltjeshaven 20; cypersch katje,
Glastra, Kruizebroederstraat 53; vulpen, H.
Schuil, 2e N. Selfhelpstr. 14; autoband met
velg, W. Reen, Stationsstraat 2; beursje met
inhoud, M. J. de Wilde, Groote Kerkstraat;
portemonnaie m. inhoud, F. Pacques, Klein-
zand 29; boomstam, Bokma, Lemmerweg;
rijwielbelastingmerk, H. Schuil, Oude Self
help 21.
SNEEK, 28 Augustus 1928.
Aan den Gemeenteraad.
De huur van het perceel weiland, kadastraal bekend
gemeente Sneek, Sectie A, no. 1278, ter grootte van 87
Are, 70 centiare loopt op 1 Januari 1929 af.
De tegenwoordige huurder, Teake Veenstra, voerman
te Sneek, heeft ons verzocht, de huur voor den tijd van
5 jaren te verlengen.
De geboden jaarlijksche huursom ad 2 cent per M.2 of
f 175.40 in totaal komt aan den opzichter over de lande
rijen en aan ons billijk voor.
Wij stellen U dan ook voor het perceel met ingang
van 1 Januari 1929, voor den tijd van vijf jaren onder door
ons te stellen voorwaarden opnieuw aan Teake Veenstra
te verhuren.
Bij het redigeeren der voorwaarden zal door ons echter
meer dan tot dusverre, gelet worden op de belangen van
de huurders van gemeente-tuintjes, daar ter plaatse, aan
gezien deze belangen in den thans eindigenden huurtermijn
door Veenstra niet steeds zoo in het oog zijn gehouden
als wenschelijk moet worden geacht.
Wij geven U in overweging het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 28 Augustus 1928, no. X 07.351.32(35);
BESLUIT:
onder voorbehoud der goedkeuring van Gedeputeerde
Staten, tot onderhandsche verhuring van het perceel wei
land, Sectie A, no. 1278, ter grootte van 87 Are, 70 cen
tiare, gelegen in den Hospitalerpolder, voor den tijd van
vijf jaren, ingaande 1 Januari 1929, aan Teake Veenstra,
voerman te Sneek, tegen een jaarlijkschen huurprijs van
f 175.40 en onder door Burgemeester en Wethouders vast
te stellen voorwaarden.
SNEEK, 28 Augustus 1928.
Aan den Gemeenteraad.
ONTVANGSTEN.
Volgno. 82. In de sectie werd de opmerking gemaakt, dat
het bedrag, hetwelk ’t Rijk aan de gemeente vergoedt, ruim
f 3000.— beneden de raming bleef.
Naar aanleiding hiervan werd de vraag gesteld, of een
nauwkeuriger raming van dit bedrag ook mogelijk was.
UITGAVEN.
Volgno. 220. De sectie vraagt, of thans de tijd niet ge
komen is, om te trachten de kleeding voor de agenten
van Sneeker firma’s te betrekken.
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
S. G. SIEMENSMA, Rapporteur.
B. en W. hebben den raad de volgende voorstellen
aangeboden:
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onderhandsche verhuring van het perceel,
kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie
A, no. 1278, gelegen in den Hospitaler pol
der, aan Teake Veenstra.
wedden van de burgemeesters, secretarissen en ontvangers
in deze provincie is toebedeeld.
Sneek staat daar met Harlingen in één klasse. Sedert
het in werking treden van deze regeling 1 Januari
1920 is de bevolking van onze gemeente gestegen van
13531 tot 14589; die van Harlingen in dat tijdvak gedaald
van 10319 tot 10316.
Er is op dezen grond alleen reeds reden voor het stellen
van de vraag of beide gemeenten in één klasse behooren
te worden geplaatst, een vraag die ontkennend beantwoord
moet worden.
Sneek is de uitvoering van tal van werken hebben
het in de laatste jaren bewezen een vooruitgaande
stad, waardoor aan de vervulling der genoemde betrek
kingen hoogere eischen worden gesteld. Juist een vooruit
gaande plaats als de onze dient voor de leidende functies
zoodanige jaarwedden uit te loven, dat te allen tijde de
zekerheid bestaat, dat daarvoor geschikte functionarissen
kunnen worden verkregen.
Er is, naar wij meenen, aanleiding voor de Gedeputeerde
Staten ernstig te overwegen of de thans geldende jaar
wedden deze zekerheid verschaffen en er is naar onze mee-
ning daarnaast reden om, indien, gelijk thans door ons,
de vraag of dit het geval is, sterk in twijfel wordt ge
trokken, met dien twijfel meer rekening te houden dan
het college tot dusver wel pleegde te doen.
Samenvattende advisëeren wij U aan de Gedeputeerde
Staten mede te deelere, dat de Raad niet instemt met het
ontwerp-besluit, medegedeeld bij de circulaire van 15
Augustus 1928 no. 79, 2de afd., maar van meening is
dat voor Sneek de volgende regeling der jaarwedden dient
te worden vastgesteld:
burgemeester
secretaris
ontvanger
De vraag op welk bedrag de jaarwedden moeten worden
vastgesteld is tot zekere hoogte een willekeurige. Wij
meenen echter met het noemen van deze bedragen binnen
de perken der redelijkheid te blijven.
De Burgemeester heeft aan de samenstelling van dit
advies niet medegewerkt.
Ten aanzien van den gemeente-architect zullen wij U
een afzonderlijk voorstel doen.
SNEEK, 4 September 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Ten antwoord op de rapporten der beide sectiën betref
fende het onderzoek der gemeenterekening over 1927
deelen wij U het volgende mede:
le Sectie.
Volgno. 82. Het feit, dat het bedrag der rijksvergoeding
over 1927 ongeveer f3000.beneden de raming bleef, is
niet een gevolg van een te weinig nauwkeurige raming,
doch een uitvloeisel van het verantwoorden in den dienst
1927 van de afrekening der rijksvergoeding over 1924.
Over 1924 was aan voorschot op de rijksvergoeding
ontvangen een bedrag van f 102.006.terwijl bij de
afrekening deze vergoeding werd bepaald op f 96.789.26.
Van het nadeelig verschil ad f5.216.74 kwam een gedeelte
ad f 1.794.25 ten laste van het uitgebreid lager onderwijs,
terwijl de rest of f 3.422.49 voor rekening van het gewoon
lager onderwijs bleef (volgno. 82). Het bedrag ad f 3.422.49
komt vrijwel overeen met dat, waarmede de in 1927 ge
boekte rijksvergoeding bleef beneden de in de begrooting
van dat jaar daarvoor opgenomen raming, zoodat aan de
voor de gemeente nadeeliige afrekening der rijksvergoeding
over 1924 het door de sectie geconstateerde verschil moet
worden toegeschreven.
Dat het bedrag der definitief vastgestelde rijksvergoe
ding zoo belangrijk bij dat van het voorschot ten achter
bleef, moet aan twee omstandigheden worden toegeschre
ven:
le. vermindering der jaarwedden van het onderwijzend
personeel ingaande 1 Mei 1924 en 1 October 1924 inge
volge Kon. besluit van 23 April 1924, Stbl. 200;
2e. wijziging van de bepalingen betreffende de rijksver
goeding ingaande 1 Juli 1924 ingevolge de wetovan 30
Juni 1924, Stbl. 319.
Aldus enz.
No. X 07.53(2).
Advies van Burgemeester en Wethouders
naar aanleiding van de circulaire van de
Gedeputeerde Staten betreffende wijziging
van de regeling der jaarwedden van den
burgemeester, den secretaris en den ont
vanger.
SNEEK, 12 September 1928.
Aan den Gemeenteraad.
Door de Gedeputeerde Staten dezer provincie is, in een
circulaire welke wij hierbij overleggen, Uw advies gevraagd
ten aanzien van een wijziging in de regeling der jaar
wedden van den burgemeester, den secretaris en den ont
vanger.
In de circulaire wordt er aan herinnerd, dat de nu gel
dende regeling is vastgesteld bij Prov. blad no. 22 van 1920
en vervolgens gezegd: „Nu is in de praktijk gebleken en
vooral in den laatsten tijd is daarop meer dan voorheen
onze aandacht gevallen, dat naast de verschillen, die de
regeling zelve stelt, andere zijn ontstaan en wel in de
bedragen die de functionarissen zuiver genieten. Deze
verschillen vinden hun oorzaak in het pensioensverhaal
ingevolge de Pensioenwet 1922.
Immers is de toestand deze, dat in sommige gemeenten
het verhaal wordt toegepast tot in de wet vastgestelde
maximumpercentages, in andere gemeenten het verhaal
wordt beperkt tot lagere percentages en in enkele gemeen
ten het verhaal niet wordt toegepast.
De laatstbedoelde verschillen, die dus zijn ontstaan door
onderling afwijkende maatregelen, welke de gemeente
besturen treffen, kunnen wij niet juist achten. De wet
draagt aan ons college de vaststelling der jaarwedden op,
en de Kroon deelt blijkbaar onze meening, dat wij kunnen
vaststellen de zuiver te genieten bedragen.
In 1926 keurde Zij goed een wijziging der Drentsche
jaarweddenregeling, waarbij zoodanige bedragen werden
bepaald. In onze regeling verstoren de verschillen, ont
staan door onderling afwijkend pensioensverhaal, achteraf
de grondslagen der toegepaste Massificatie, die bedoelde^
uitsluitend gebaseerd te zijn deels op het zielental, deels
op de beteekenis der gemeenten als maatschappelijke en
economische eenheden. Daarom dienen die verschillen te
worden opgeheven. Het komt ons gewenscht voor, dit te
doen door het nemen van een besluit tot wijziging der
jaarweddenregeling, waarvan wij U het ontwerp hieronder
mededeelen.
Na de gegeven toelichting zal het Uw College duidelijk
zijn, dat het ontwerp-besluit geen gevolg is van een wijzi
ging van ons algemeen standpunt inzake het pensioens
verhaal. De strekking is alleen, in de materie der door
ons te treffen jaarweddenregeling verschillen, die buiten
ons om zijn ontstaan en een storenden invloed uitoefenen,
weg te nemen. Het ontwerp-besluit luidt aldus:
„In afwijking van de geldende regeling der jaarwedden
van de burgemeesters, de secretarissen en de ontvangers
der gemeenten in de provincie worden de jaarwedden in
de gemeenten, waar pensioensverhaal wordt toegepast,
vastgesteld tot zoodanige bedragen, dat na de toepassing
van dat verhaal de in de geldende regeling bepaalde be
dragen zuiver worden genoten.”
„Dit besluit treedt in werking op den eersten dag der
maand volgende op die, waarin het in het Provinciaal
blad is geplaatst.”
Wij hebben ons ernstig beraden op het advies, hetwelk
wij aan U naar aanleiding van deze circulaire zouden
uitbrengen.
Aan den eenen kant meenen wij, dat van een algemeene
verhooging; der jaarwedden en belooningen van het perso
neel in gemeentedienst, geen sprake zal kunnen zijn. Van
ons althans is een voorstel in die richting of een gunstig
advies op een eventueel tot een algemeene verhooging
Abonnement: per jaar f2.50, fr. per
post f3.75.
Advertentiën: 9 ct. per regel. Inge
zonden mededeelingen hooger, bij
Abonnement belangrijke korting.
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
•of
strekkend verzoek, niet te verwachten. Wij meenen ook
overigens, onder verwijzing naar onze mededeeling van
15 November 1927 (bijlage no. 112) en de behandeling
daarvan in den Raad, dat een algemeene herziening der
loonen van gemeentepersoneel in de komende tijden geen
punt van behandeling behoort uit te maken. Aan den
anderen kant mogen wij niet verhelen, dat bij ons reeds
sedert geruimen tijd het gevoel bestaat, dat in de nu gel
dende regeling bepaalde verhoudingen' niet geheel juist
zijn weergegeven, dat met name de jaarwedden van som
mige hoofdambtenaren der gemeente, wij bedoelen den
burgemeester, den secretaris, den ontvanger en den ge
meente-architect, niet staan in juiste verhouding tot de
beteekenis welke hun ambt voorde gemeente heeft.
De circulaire, in den aanhef van dit advies bedoeld, heeft
dit laatste punt actueel gemaakt voor den burgemeester,
den secretaris en den ontvanger, te wier aanzien thans door
de Gedeputeerde Staten in overweging is genomen de
jaarwedden te verhoogen met het bedrag dat krachtens
raadsbesluit aan pensioensbijdrage door de gemeente
wordt ingehouden, ten einde op die wijze verschillen in
de voor Friesland geldende regeling der jaarwedden van
.de burgemeesters, secretarissen en ontvangers, welke
buiten toedoen van de Gedeputeerde Staten zijn ontstaan,
op te heffen.
Wij kunnen deze gedachte niet bij U ondersteunen. In
dien het waar is dat, door te handelen gelijk de Gedepu
teerde Staten willen, de uniformiteit in de voor onze
provincie geldende regeling der jaarwedden van de ge
noemde functionarissen wordt hersteld, dan is het daar
naast eveneens waar, dat de op deze wijze verworven
gelijkheid een nieuwe ongelijkheid doet ontstaan, deze nl.
dat in dezelfde gemeente feitelijk van enkele ambtenaren
geen pensioenspremie wordt geheven en van alle andere
wel. Wij zijn tegen het scheppen van deze ongelijkheid zeer
sterk gekant en kunnen U, gelijk gezegd, niet adviseeren
aan het college van Gedeputeerde Staten in dezen een gun
stig advies uit te brengen.
Daarnaast rijst bij ons de vraag of een verhooging! van
jaarwedde als welke het feitelijk gevolg zou zijn van een
besluit van de Gedeputeerde Staten, als in ontwerp is
toegezonden, ook maar eenig effect zou hebben in dien zin,
dat èn bij ons èn bij de betrokken functionarissen het ge
voel van onbevredigdheid zoude worden weggenomen,
waarop wij boven doelden.
Wij herinneren er aan dat in onze gemeente wordt ver
haald:
3 voor eigen pensioen en y2 voor weduwen- en
weezenpensioen.
Toegepast op het maximum der genoten jaarwedden
beteekent dit een inhouding;: voor den burgemeester van
f 157.50, voor den secretaris van f 151.50, en voor den ont
vanger van f 106.50 per jaar.
Het is, meenen wij, zonder meer duidelijk, dat in ver
houding tot de genoten jaarwedden, hier niet kan worden
gesproken van verhoogingen, waardoor onregelmatig
heden worden opgeheven.
Ook om deze reden hebben wij voor het denkbeeld der
Gedeputeerde Staten geenerlei sympathie. Uitvoering er
van schept eenerzijds ongelijkheden welke scherp zullen
worden gvoeld; anderzijds wordt er niet de minste bevredi
ging door geschonken.
Indien wij deze gelegenheid meenen te moeten aangrijpen
om te trachten ten aanzien van den burgemeester, den
secretaris en den ontvanger wijziging te brengen in de
bestaande jaarweddenregeling, dan willen wij deze rege
ling eerst toetsen aan andere gemeenten in onderscheidene
gedeelten des lands.
Wij laten te dien einde hier volgen een lijstje van ge
meenten met vermelding der daar genoten jaarwedden.
Duidelijk blijkt daaruit, dat Friesland thans is de laagst
bezoldigende provincie van het geheele land.
O
g i i i i i i
ooooooomooooooo
-o-
«1 E ^1= S E
iNo£i:S55>Q^on:Qi^
is een vergelijking op haar plaats met
bezoldiging in de eigen gemeente door hoofdambtenaren
genoten.
Ook van deze bezoldiging laten wij een lijstje hier
volgen.
PUBLICATIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK maken bekend, dat zij overeen
komstig art. 6, sub c der Verordening op
de Winkelsluiting, vergunning hebben ver
leend aan de
firma CARL STOCKMANN, alhier,
tot het openhouden van den winkel Kruize
broederstraat no. 91 („Het Hooghuis”) op
Donderdag 20 September a.s., des avonds
van 8 tot 10’/2 uur, voor het houden van
een „modeshow”.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
gedurende den show geen verkoop aan het
publiek zal zijn toegelaten.
SNEEK, 15 September 1928.
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK maken bekend, dat is verdaagd
de beslissing op het verzoek van
W. T. STAM aldaar,
om vergunning tot uitbreiding van de aarde
werkfabriek, gelegen aan de Kleine Palen
no. 14, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie B, no. 2469, door bijplaatsing van
een electromotor van 0.5 P.K. voor het in
werking brengen van de draaischijf, welke
zich» in den Zuid-Oostelijken hoek van het
gebouw bevindt. 1
SNEEK, 15 September 1928.
De vreesziekte onder de honden.
Volgens de kynologische pers is in ons
land een zeer ernstige ziekte uitgebroken
onder de honden, welke de vreesziekte (hys
teria) genoemd wordt.
De verschijnselen dezer ziekte zijn deze,
dat, de hond plotseling aanvallen krijgt
welke aan dolheid doen denken, schuim
komt op den bek, het dier vliegt tegen alles
aan, zoodat daarvan zelfs herhaaldelijk
beenbreuken het gevolg zijn. De ziekte her
haalt zich na enkele dagen, soms na weken,
terwijl bijna alle dieren hieraan sterven.
Voor deze ziekte, welke vroeger in Enge
land schijnt te hebben geheerscht, is geen
geneesmiddel bekend.
Zeer vele hondenbezitters hebben hun die
ren in de laatste weken verloren, speciaal te
Rotterdam en in het Gooi, alsook misschien
elders in Noord-Holland schijnt deze ziekte
brandpunten te hebben. Met het oog hierop
wordt geraden: geen bezoek te brengen aan
kennels; elke opeenhooping van honden te
voorkomen; terwijl het in deze omstandig-
heden wel haast uitgesloten is, dat men op
tentoonstellingen inzendt.
f4500.— f5200.—
-4300.— -5000.—
- 3000.— - 3500.—
7 T1 I i
T>
7>
7
V
7
7
7
7
7
7
7
16.200.000.—
I
c
Bezoldiging.
2
o5
<u
<D
E
o o o o o
o o o o m
rf O O 'O o
-r
o o o o m
O d") O O m
co cm co co cm
"o
QJ
m”, zi
alles
rakt is
mender
men ze
en zelf
had he
em vo
zoo k
ienster
o o o o o o o
o o o o o o in
o o r- m o m m
o o o o o o m
cm Tf o m o in oo
•sf -r TT Tf TT co
IIEÏÏW ÖS C 0 S11
annex SHEERER OOURAHT on WYMBRITSERADEEL -
Directie Mr. M. J. BOS en
Mr. J. WILKENS
Gepl. Maatsch. Kap.
en Reserves
Hypotheken 154.000.000
Pandbrieven i 51.000.000
voor eerste hypotheek
op billijke voorwaarden.
No. X 07.351.32(35).
JU
co
<D
E
5
CQ
o cc
S
E
bZ)
E
es
C
o
in
ooooooomooooooo
^T+m'^inininoinminininiriTt
o
o
o
oio
o I oo
ooooooocoocoooooo
o
CM
I
E g p G
«vO'OCMQOO’^CMCMtFOCMOCMO
co'O^mcMTrocoocMO'Ocoino
ocor^ooF-’—•ococoininvoo’—'F-
OOQOOO^CMCMCOCOCOCOTfiOt^^f
o o o o o o o
o in m o o m o
F- o
cl I 'l' I
o o o o o m o
o o o r- o cn o
CM CM CM co co cn
o o o o o o o
o o o o o o o
F* O CM o *n o co
C--
o o o o o o o
o o cm o m o oo
co co «n m
o o o o o o o
o o o o o o m
o co o o in r-
o O o O o o m
oo rt- co o o m o
rr m m m m m
o o o o o o o
o o o o o o m
co o cm o o in q»
'j I 7 i 7 7 7
o o o o o o m
m o cm o o m o»
co co co