J
WESTERHOF’s
Roodzak Thee
EL PR06RE50
/-O
Zaterdag 99 September i&9&
TROMP. SMEEK.
per halt pond
per ons
ttllinl flrrjaaD ter Gemeente Sneek.
G. J. ALT1NG,
KLEiNZAHD 16
VRAAGT
oude vriend*
Geen vlieg
in huis
als ge sproeit met
mFlandbouwei
Rnim assortiment In het
Artistiek Magazijn
Jonsterkarte-Sneek
87|. cent
35 cent
PRUIMSTER
van
NIEMEIJER
VOOR PRUIMERS EEK HEEIIIIIHEID11
Eerste Blad
No. 103
44e Jaargang
üitgav®. K1EZEBR1NK Co
SN EEK - Telefoon No. 150
mork
ENGROS
I
SWMrjMD&l’
M&JM006S7
9 ct. p. regel tng.
zonden mededeeHngen hooger.
Abonnement belangrijke korting
Ad vertenl iën worden tevens gratis ge
dImUI in de SNEEKER COURANT
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
Ooou acht ti&G nog
euec ha te72.
6-3-J0d2J5cr.
een dubbeltje per pakje
:Z»
Abonnementper jaar f 2.50 ft. p.
post f 3.60.
Advertentièn
i
7
st. benoemd; de heer J. Tolsma had 1 st.
3
ambtenaren eigenlijk premievrij pensioen
zou men nu
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SHEERER COURANT en WYMBRITSERAOEEL
De heer Cnossen zegt dat Ged. St. geen
premievrij pensioen willen opleggen; zij tasten
de autonomie der gemeente in dezen niet aan,
maar zij willen de storende invloeden uit de
regeling, door hen getroffen, door de raden er
in gebracht, wegstrijken Er is inbreuk gemaakt
door de gemeenten op de salarisregeling. Ged.
St. hebben de verschillen in deze salarissen, in
verschillende gemeenten veroorzaakt door de
pensioenaftrek, niet gewild. Het is geen premie
vrij pensioen als men de bedragen nu met die
premie verhoogt, slechts wordt de verhouding
door Ged. St. bepaald, hersteld; deze ambtena
ren blijven de premie welbewust betalen. Als
het hoofd der gemeente iets hooger in salaris
staat dan het hoofd der school, en de secretaris
daar beneden, acht spr. dat geen verhouding en
spr. meent dat men met de omstandigheden,
waaronder deze ambtenaren moeten leven, re
kening moet houden. Daarom gelooft spr. dat
men mee moet gaan met de circulaire en de
salarissen zoo bepalen, dat het bedrag, door
Ged. St. bepaald, zuiver wordt genoten, wat
geen premievrij pensioen beteekent. Men neemt
eenigszins het gevaar weg dat voor deze pro
vincie gelegen is in het feit dat dit soort sala
rissen hier lager is dan in andere provincies.
Door deze lage salarissen toch loopt men ge-
„In afwijking van de geldende regeling der
jaarwedden van de burgemeesters, de secreta
rissen en de ontvangers der gemeenten in de
provincie worden de jaarwedden in de gemeen
ten, waar pensioensverhaal wordt toegepast,
vastgesteld tot zoodanige bedragen, dat na de
toepassing van dat verhaal de in de geldende
regeling bepaalde bedragen zuiver worden ge
noten.
„Dit besluit treedt in werking op den eersten
dag der maand volgende op die, waarin het in
het Provinciaal blad is geplaatst.’”
„Lettende op de artikelen 73, 104 en 107 der
Gemeentewet, verzoeken wij U hiermede, ons
van Uw gevoelen omtrent dit ontwerp-besluit
te doen blijken. Gaarne ontvangen wij Uw be
richt vóór 1 October a.s.
„Mocht vóór dien datum geen bericht van U
zijn binnengekomen, dan nemen wij aan, dat het
ontwerp-besluit U geen aanleiding tot opmer
kingen heeft gegeven.”
De bedoeling van Gedeputeerde Staten ach
ten wij juist. Deze blijkt U uit hun schrijven
voldoende, zoodat wij geen aanleiding vinden
daaraan iets toe te voegen.
Wij stellen U voor, ons te machtigen, Gede
puteerde Staten mede te deelen, dat U tegen
het ontwerp-besluit, zooals dat in hun schrijven
is vermeld, geen bezwaar hebt.
De heer G er b r a n d y zegt dat deze salaris
regeling aan Ged. Staten is, de aftrek inzake
pensioen aan den raad. Het oogenblikkelijk sa
laris van deze functionarissen is door verschil
lende pensioenaftrek in de diverse gemeenten
varieerend. Ged. St. schijnen dat nu pas ont
dekt te hebben, doch het wil spr. voorkomen
dat door de voorgestelde maatregel weer een
van Burgemeester en Wethouders.
B. en W. adviseeren:
In Uwe vergadering van 25 Augustus jl. werd
om advies in onze handen gesteld navolgend
schrijven van Gedeputeerde Staten, d.d. 15 Au
gustus 1928, no. 79, 2e afdeeling:
„Het is Uw College bekend, dat de jaarwed
den van de burgemeesters, de secretarissen en
de ontvangers der gemeenten in de provincie
SPECIAAL ADRES VOOR
Brillen, Veld- en Prismakijkers, Leesglazen,
Loupen, Barometers, Thermometers,
Staalwaren w.o.Zakmessen, Scheermessen,
Haarsnijmachines enz.
VerplegingsartikelenBuikgordels, Breuk
banden, Elastieken kousen enz.
ELECTR. SLIJP- en REPARAT1EINR1CHTINO
in de salarieering dient gebracht.
De heer Landman sluit zich bij beide spre
kers aan, de salarisregeling is bij Ged. Staten,
maar als wij nu hun advies volgen, scheppen
wij ongelijkheid tusschen ambtenaren in deze
gemeente. Spr. is pertinent tegen het voorstel
van B. en W.
De heer Van Gooi zegt dat als Ged. St.
deze salarissen op peil willen brengen, dit niet
zoo moet. Spr. weet dat een voorstel zijnerzijds
om voor allen het premievrij, pensioen in te voe
ren hier geen succes zal hebben, daarom doet
hij het ook niet. Maar waar de salarissen van
deze drie functionarissen stellig niet op peil zijn,
zou spr. Ged. St. in overweging willen geven
eenige verhooging van deze salarissen in te
voeren.
De heer N ij d a m vindt het eigenaardig, dat
Ged. Staten deze salarissen bepalen en de ge
meenten ze moeten betalen. Maar als Ged. St.
denken, dat ze te laag zijn, laten ze deze dan
zelf verbeteren, waartoe ze de macht hebben.
Als w ij het op deze wijze doen, wordt het toch
eigenlijk een kwestie van premievrij pensioen
en wat wordt dan onze verhouding tot de lagere
ambtenaren, die dan ook recht hebben een der-
gelijke verhooging te vragen. Spr. meent ook
niet dat Ged; St. een wenk moeten 'hebben over
de hoegrootheid van het salaris, zij moeten zelf
weten wat zij willen.
De Voorz.: Dit zou een negatief advies
zijn. Maar Ged. St. moeten volgens de wet
den raad hooren over deze salarisregeling, er
moet dus een advies gegeven.
De heer Rengers: Dat advies moet gege
ven, maar door de tegenwoordige gestie der
openbare uitvoerende organen wordt het hoe
langer hoe moeilijker. Er moet toch systeem
in zoo’n regeling zijn en nu krijgen Ged. St.
allemaal uiteenloopende adviezen van de ver
schillende gemeenten. Gezien dit feit zou spr.
het veel mooier vinden als men bij wetswijziging
den raad maar uitschakelde en dus door Ged.
Staten zelfstandig de lijn maar liet vaststellen.
Spr. is tegen het advies van B. en W. Over de
ontvanger behoeven wij niet meer te spreken,
de raad heeft reeds eerder gezegd: „die man
heeft te veel salaris”, wat Ged. St. echter niet
vonden en wat de andere salarissen betreft,
daarin spreekt de bevoegdheid een woordje
mee. Staatsrechtelijk is het ’t beste, dat ieder
op zijn gebied blijft. Ged. St. bepalen het grond
getal dezer salarissen, maar het is niet zoo
verschrikkelijk als de raad gebruik maakt van
zijn wettelijke bevoegdheid en een correctie
aanbrengt door verhaal van pensioenpremie.
Door afschaffing van 125 onbillijkheden inzake
de salarissen dezer functionarissen der Friesche
gemeenten schept men 1250 nieuwe,-omdat er
nu in elke gemeente een breuk in de verhouding
ontstaat tusschen deze salarissen en die der
andere gemeente-ambtenaren. Spr. voelt de on
billijkheid der tegenwoordige salarieering dezer
functionarissen ook niet; de raad heeft vooral
over den burgemeester weinig te zeggen, en
we kunnen dat hier in deze gemeente bij de
goede verhouding tusschen raad en burgemees
ter volkomen kalm behandelen zooals som
mige burgemeesters hun taak opvatten acht spr.
salarisverhooging niet zoozeer noodig. Iemand
vertelde spr. dat een zekere burgemeester pre
cies 150 dagen per jaar in zijn gemeente was,
misschien was dat een belang van die gemeen
te! Om ons uit te spreken over het salaris van
iemand, die niet in onzen dienst is vindt spr.
niet goed, daarom wil hij Ged. St. geen wenk
geven inzake de salarieering van den burge
meester. Wat de secretarissen betreft, hun ver
houding tot den raad is eenigszins anders, maar
ook 'zij hebben vrij veel vrijheid en sommigen
maken daarvan ook een vrij behoorlijk gebruik.
De raad heeft betrekkelijk weinig over deze
ambtenaren te zeggen. Bij geschillen tusschen
den raad en deze ambtenaren ziet men bij de
beslissingen van hoogere colleges daarover, dat
met uiterst geringe prestaties dezer ambtenaren
genoegen wordt genomen, men kan vrij wat
doen voor men de laan uitgaat! ’s Raads onver
mogen in dezen doet spr. tot de meening over
hellen dat men Ged. St. wel kan berichten dat
de raad deze zaak wil laten zooals zij is.
De Voorz. bewondert de wijze van het
wegstrijken der onregelmatigheden thans door
Ged. St. gevolgd, ook niet en zal verder niet
op de zaak ingaan, en dat wel om begrijpelijke
redenen.
BIT
df gdr btu
mn marm band
meenten het verhaal wordt toegepast tot de in
de wet vastgestelde maximum-percentages, in
andere gemeenten het verhaal wordt beperkt tot
lagere percentages en in enkele gemeenten het
verhaal niet wordt toegepast.
„De laatstbedoelde verschillen, die dus zijn
ontstaan door onderling afwijkende maatregelen,
welke de gemeentebesturen treffen, kunnen wij
niet juist achten. De wet draagt aan ons college
de vaststelling der jaarwedden op, en de Kroon
deelt blijkbaar onze meening, dat wij kunnen
vaststellen de zuiver te genieten bedragen. In
1926 keurde zij goed een wijziging der Drent-
sche jaarweddenregeling, waarbij zoodanige be
dragen werden bepaald. In onze regeling ver
storen de verschillen, ontstaan door onderling
afwijkend pensioensverhaal, achteraf de grond
slagen der toegepaste klassificatie, die bedoelde,
uitsluitend gebaseerd te zijn deels op het zie
lental, deels op de beteekenis der gemeenten
als maatschappelijke en economische eenheden.
Daarom dienen die verschillen te worden opge
heven. Het komt ons gewenscht voor, dit te
doen door het nemen van een besluit tot wijzi
ging der jaarweddenregeling, waarvan wij U
het ontwerp hieronder mededeelen.
„Na de gegeven toelichting zal het Uw college
duidelijk zijn, dat het ontwerp-besluit geen ge
volg is van een wijziging van ons algemeen
standpunt inzake het pensioensverhaal. De
strekking is alleen, in de materie der door ons
te treffen jaarweddenregeling verschillen, die
buiten ons om zijn ontstaan en een storenden
invloed uitoefenen, weg te nemen.
„Het ontwerp-besluit luidt aldus:
vaar de beste krachten te verliezen, terwijl onze
gemeenten juist thans in verband met de finan-
cieele moeilijkheden, le klas ambtenaren noodig
hebben. Spr. voelt iets voor de idee Gerbrandij,
maar zou dan hooger willen mikken. Laat ons
ons echter nu eenvoudig vereenigen met het
sober advies van B. en W.
De heer Atsma: Onze raad heeft eerst de
verschillende pensioenaftrek van resp. 3 en 6|A
voor allen op 6'/2 gebracht. Het vorig jaar
wou een lid 8J/2 van de salarissen boven de
f2000 heffen. Daaruit blijkt wel dat onze raad
niet van premievrij pensioen weten wil, ook
niet voor deze drie ambtenaren, wat trouwens
zeer onbillijk zou zijn. Met den heer Rengers is
spr. het eens: laat elk op zijn terrein blijven.
Spr. kan niet begrijpen, dat Ged. St. in 1928
eerst deze onbillijkheid ontdekken. Blijkbaar is
door een organisatie pressie uitgeoefend! Dat is
haar recht, maar laten Ged. St. den raad zijn
recht laten. Spr. wil dus berichten dat de raad
niet meegaat.
De heer Rengers stelt voor Ged. St. te
berichten dat de tegenwoordige toestand bij
dezen raad geen bezwaar ontmoet.
De heer v. d. L e ij zou nog even er op willen
wijzen, dat men er ten onrechte de hoegroot
heid der salarissen bijhaalt, waarover onze
meening niet wordt gevraagd. Men vraagt al
leen de meening over het ontwerp-besluit om
de schommelingen in de salarisregeiing door
Ged. St. vastgesteld, te niet te doen. Ged. St.
zeggen zelf dat zij hunne regeling zeer serieus
ontwierpen en om die te handhaven wenschen
zij dit besluit te nemen. Wij kunnen nu die rege
ling weer herstellen door of geen pensioenaftrek
toe te passen of het salaris met de aftrek te ver
hoogen. Spr. meent dat men voor het pensioen
moet bijdragen, waar wij dit over de geheele
linie hebben. Met die aftrek is trouwens reke
ning gehouden toen wij hier de salarissen voor
de lagere ambtenaren vaststelden. Dat hebben
Ged. St. blijkbaar niet gedaan bij de regeling
voor de hoogere ambtenaren. Spr. acht het
daarom ’t beste, gezien deze feiten, met de cir
culaire mee te gaan.
De heer Van Good: Het is toch niet juist
dat Ged. St. de aftrek destijds uit het oog heb
ben verloren. We hebben hier voor alle amb
tenaren premievrij pensioen gehad en later zijn
de salarissen niet verhoogd, toen de aftrek werd
ingevoerd, het was voor die ambtenaren wel
degelijk een salarisverlaging. Als wij nu de sala
rissen van deze drie functionarissen verhoogen,
zou men voor a 11 e ambtenaren premievrij pen
sioen moeten invoeren.
De heer Cnossen zegt dat de heeren er
op aandringen dat Ged. St. zelf maar moeten
overgaan tot verhooging, maar dan wordt
daarop toch weer inbreuk gemaakt doordat de
gemeenten pensioenpremie aftrekken. In ge
meenten waar geen aftrek is wordén de salaris
sen nu niet verhoogd, waaruit blijkt dat het
slechts het doel is de plooien door de gemeen
ten in de regeling gebracht weg te strijken.
De heer Gerbrandy zegt dat nu we ge
legenheid hebben een wenk te geven, we dat
kunnen doen.
Het voorstel-Gerbrandy om Ged. St. te be
richten dat het burgemeesterssalaris op f 4500
dient gebracht, vindt geen steun.
De heer Landman zegt nog dat de wet
houder Cnossen destijds wel was voor volledige
pensioenaftrek, terwijl nu zijn verdediging an
ders doet vermoeden. Spr. zou de raad in over
weging geven zeer zelfstandig te handelen en
zijn bevoegdheid te handhaven; gezien de be
lastingdruk hier kan spr. volkomen meegaan met
het voorstel-Rengers.
De heer Cnossen is nog voor 8’/2 pre-
mie-aftrek maar dan moeten de salarissen zoo
zijn dat er 8*/2 af kan en dat dient nagegaan
voor de ambtenaren voor wie we de volledige
aftrek toepassen. Het principe van het recht op
pensioen brengt voor spr. mee de volledige af
trek.
De heer N ij d a m zegt dat het voorstel-Ren
gers, eenmaal aangenomen, niet juist weergeeft
wat de raad van oordeel is. Er is een deel van
den raad dat vindt dat als Ged. St. meenen dat
de salarissen verhoogd moeten worden, de raad
dat aan hen overlaat en dat is niet te lezen uit
het voorstel-Rengers.
De heer Rengers wili ieder op zijn terrein
laten; willen Ged. St. de salarissen verhoogen,
wij kunnen er niets tegen doen!
Het voorstel van B. en W. komt in stemming.
Voor de leden v. d. Leij en Cnossen; tegen
de leden Gerbrandy, Rengers, Nijdam, Land
man, Jellema, v. d. Werf, Schilstra, v. Gooi,
Bootsma, Gaastra, Abma, Rijpma en Atsma.
Dit voorstel is dus verworpen met 132 st.
Nu komt in stemming het voorstel-Rengers,
nl. Ged. St. te berichten dat de tegenwoordige
toestand bij den raad geen bezwaar ontmoet.
Voor de leden: Rengers, Nijdam, Landman,
Jellema, v. d. Werf, Schilstra, v. Gooi, Bootsma,
Gaastra, Abma, Rijpma en Atsma; tegen de
leden Gerbrandy, v. d. Leij en Cnossen.
Met 123 st. aangenomen.
De heer Rengers: Een volgend jaar komt
er misschien een voorstel tot compensatie van
de gemeentelijke inkomstenbelasting voor deze
functionarissen!
i weer niet,
verhaal ingevolge de Pensioenwet 1922. lm- Spr. meent dat Ged. St. kan bericht worden dat
ge- I volgens het inzicht van den raad geen wijziging
Instrumentmaker w
Opticëa
- SHEER
h.h. Bootsma en Jellema verwerft de heer Jelle
ma 5 en de heer Bootsma 8 st. De heer Bootsma
is dus benoemd.
De heer Landman wijst op de commissie
voor de noodslachtplaatsen.
De Voorz.: Dat is een commissie ad hoe,
welke blijft functionneeren.
Punt IV. Benoeming Hoofd O. L. School
te Wolsum.
B. en W. adviseeren:
In Uwe vergadering van 16 Mei ji. is wegens
benoeming elders aan den heer W. Boersma
overeenkomstig zijn verzoek eervol ontslag ver
leend als Hoofd der O. L. School te Wolsum.
Naar wij reeds verwachtten, bleek het niet
gemakkelijk de daardoor ontstane vacature naar
behooren vervuld te krijgen, voornamelijk met
het oog hierop, dat de gemeentebesturen wet
telijk gedwongen zijn in vacatures als regel
wachtgelders te benoemen op straffe van ver
lies der rijksvergoeding.
Pogingen om ondanks deze beperking toch
tot een benoeming te komen, hadden geen re
sultaat, ook al om de ongunstige ligging van
Wolsum. Besloten werd toen aan den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het
verzoek te richten om in Wolsum met behoud
der rijksvergoeding een n i e t-wachtgelder te
mogen benoemen. Op dit verzoek werd gunstig
beschikt, zoodat wij in staat waren den 31 Juli
1928 een oproeping van sollicitanten te plaatsen
in „De Vacature”.
Hierop meldden zich 5 gegadigden aan, van
wie één na een bezoek aan de schoolwoning
zich terugtrok, zoodat er slechts uit 4 sollicitan
ten een keuze zou moeten worden gedaan.
Niettemin werd besloten met de voorbereiden
de maatregelen voor het samenstellen van een
voordracht voort te gaan.
De indrukken, ontvangen bij het bezoek van
drie der sollicitanten in hun klas, hebben ons
doen besluiten de volgende voordracht aan U
over te leggen, welke is opgemaakt in overeen
stemming met het oordeel van den Inspecteur
van het Lager Onderwijs in de inspectie Sneek
te Heerenveen blijkens diens schrijven van 12
September 1928, no. 566, dat hij echter ten on
rechte aan Uwen Raad heeft gericht.
No. 1 de heer W. Hemminga, onderwijzer te
Beets;
No, 2 de heer J. Tolsma, onderwijzer te Rot-
sterhaule;
No. 3 de heer P. Hiddema, onderwijzer te
Balk.
Wij stellen U voor uit deze voordracht een
Hoofd der Openbare Lagere school te Wolsum
te benoemen met ingang van een nader door
ons te bepalen datum.
In verband met het bovenstaande deelen wij
nog mede, dat tevens moet worden verhuurd de
onderwijzerswoning te Wolsum. De huurprijs
bedroeg tot dusver f 160.per jaar.
Verhooging van dit bedrag lijkt ons niet ge
wenscht.
Wij stellen U voor deze woning aan den te
benoemen onderwijzer tot wederopzegging on
dershands te verhuren met ingang van den
dag, waarop hij zijne betrekking aanvaardt,
zulks tegen een huurprijs van f 160.per jaar
en verder onder de door ons te s’tellen voor
waarden.
VERGADERING van den RAAD der gemeente
WYMBRITSERAOEEL,
op DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1928,
’s voormiddags 10 uur.
Voorz. de heer H. M. Tromp, burgemeester.
Secretaris de heer H. M. Martens.
Aanwezig alle (15) leden.
Na opening op de gebruikelijke wijze is aan
de orde:
Punt I. Notulen der vergadering van 25
Augustus 1928. (De Commissie bestaat uit
de heeren Jellema, Landman en Nijdam).
Deze notulen zijn door de commissie nagezien
en worden op haar voorstel onveranderd goed
gekeurd.
Punt II. Ingekomen stukken en tnede-
deelingen.
Ingekomen zijn:
a. Resolutie van Gedeputeerde Staten d.d.
1/5 September 1928, no. 28, 2e afd. F, hou
dende goedkeuring van de wijziging der ge-
meente-begrooting 1928, no. 4.
b. Idem d.d. 1/6 September 1928, no. 26, 2e
afd. F, houdende goedkeuring van het raads
besluit dd. 25 Augustus 1928 tot het opnieuw
vaststellen van art. 24 der verordening op het
beheer van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf.
c. Mededeeling van den heer J. H. G. Leisink,
te Westhem, dat hij zijne benoeming tot lid der
Commissie tot wering van Schoolverzuim aan
neemt.
Deze stukken worden aangenomen voor ken
nisgeving.
d. Verslag van den Armenraad te Leeuwarden
over 1927.
Ter inzage gelegd voor de leden.
Ingekomen is nog een adres van het Bestuur
der Geref. School te Gaastmeer om een nieuwe
kachel.
Een adres der afd. Heeg van de Friesche Mij.
om lokalen voor een cursus te Heeg en te
Woudsend beschikbaar te stellen.
Beide verzoeken worden op voorstel van B.
en W. ingewilligd.
De heer Gerbrandij vraagt hoeveel ver
goeding de Friesche Maatschappij, wat het laat
ste verzoek betreft, moet betalen.
De Voorz.: Dit is een afwijking van de
usantie, we vragen geen vergoeding omdat het
hier onderwijs betreft.
Nog is ingekomen een verzoek van eenige in
woners van Tirns om vergoeding voor vervoer
hunner kinderen naar de Geref. School te Schar-
negoutum.
Dit stuk is in handen van B. en W. gesteld
om prae-advies.
Punt III. Benoeming leden Raadscommis
sies.
In de commissie voor de strafverordeningen
worden bij acclamatie herbenoemd de h.h. Ren
gers, Atsma en Rijpma.
In de commissie voor het Electriciteitsbedrijf
worden bij acclamatie herbenoemd de h.h. Ren
gers, Abma en Schilstra.
In de commissie voor de reinigingsdienst wor
den bij acclamatie herbenoemd de h.h. Schilstra,
Atsma en van Gooi.
In de commissie voor de armenzaken worden
de h.h. Abma en Landman bij acclamatie her
benoemd. Er is één vacature v. d. Leij. Voor
deze vacature verkrijgen bij eerste stemming de
h.h. Bootsma 5, Jellema 5, v. d. Werf 3, Gaastra
1 st., terwijl 1 blanco was. Bij tweede vrije
stemming krijgen de h.h. Bootsma 6, Jellema 5,
Na schorsing en heropening der openbare ver
gadering wordt de heer W. Hemminga met 14 ongelijkheid met andere ambtenarengroepen in
st. benoemd; de heer J. Tolsma had 1 st. de eigen gemeente wordt geschapen, wanneer
Punt V. Missive van Gedeputeerde Staten die nu ook geen premievrij pensioen krijgen,
d.d. 15 Augustus 1928, no. 79, 2e afd., om- en daarvoor voelt spr. niet. Spr. acht deze weg
trent de jaarwedden der burgemeesters, dus niet de beste om de salarieering te ver-
secretarissen en ontvangers, met voorstel beteren, wat Ged. Staten blijkbaar willen. Spr.
vindt cjeze saiarjssen echter niet hoog en hij
gelooft dat dat van den burgemeester wel f 4500
mocht zijn; cijfers betreffende de andere sala
rissen wil spr. niet noemen, er is toch wel ver
band tusschen die en dat van den burgemeester.
Spr. wil dus de circulaire afwijzen, en Ged. Sta
ten tevens doen meedeelen, dat het salaris van
den burgemeester f4500 dient te zijn.
De heer R ij p m a, ofschoon erkennend, dat
bij de algemeene, regeling, laatstelijk vastge- door verschillende pensioenaftrek de salarisrege-
steld bij Prov. blad 1920, no. 22, op verschillende ling van Ged. St. in het nauw is gebracht, heeft
bedragen zijn bepaald in verband met een klas- toch tegen de circulaire bezwaar, daar deze voor
sificatie der gemeenten. Nu is in de praktijk J ...TL
gebleken en vooral in de'n laatsten tijd is daar- brengt. Als men consekwent was,
op meer dan voorheen onze aandacht gevallen, alle salarissen van ambtenaren hier moeten ver-
dat naast de verschillen, die de regeling zelve hoogen en dat is niet toe te laten. Spr. acht de
stelt, andere zijn ontstaan en wel in de bedragen I gronden door Ged. St. aangevoerd onjuist, daar
die de functionarissen zuiver genieten. Deze ver- de circulaire ook tegenstrijdigheden bevat. Ged.
schillen vinden hun oorzaak in het pensioens- j St. willen pensioenverhaal en toch
yorln cs n1 inrrdvnlrro Ha Dancinonnmt- 1 (TOO !»-»-> x J x i r»x i t :_,i_x
v. d. Werf 4 st; bij herstemming tusschen demers is de toestand deze, dat in sommige
ï- I volgens