Officieel orgaan der gemeente Sneek WINTERJASSEN ier, o. 442. HEBT U EEN NIEUWE JAS NOODIG? ten De timcieele betrekking tus- schen rijk en gemeenten. ’s Morgens en s Avonds 0 J gDü No. beslaat uit 3 bladen. Iljezljl* m .25 I.I7V3 :t. p.p. P. S. BAKKER, er Reclamekolom. f 29= f 39= ING r Maat lijke zerd e Coupe Se bij Verkoudheden en Rheumabek V. WUR1NG - Sincel 4 SNEEK Kaas Het ontwerp zal in werking treden op 1 Mei 1931; een gedeelte der bepalingen op 1 Janu ari 1931. neiiMiinic a ëlo f 19= KOWSTIJDIN&ER SERVA 0. agave De SNEEKER COURANT Is een lg- [o]« :n net zer. G. 4 pond cent :nt Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting. j h. Nieuwestad LEEUWARDEN ")e NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60. Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), i jsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Controle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. minder dan f 850 900 950 1000 1050 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 1600 Beter* en goedkooper dan elk mder rijwiel, prijzen vanaf f 62.50, a con- ant en in huurkoop alléén b ij 850 900 950 1000 1050 1100 1150 1200 1250 1300 1350 1400 1450 1500 1550 Moderne 2-rij Ulster Chique 2-rij Ulster Moderne 2-rij Winterjas f f 1600 OL 26. ff Onze magazijnen zijn Geopend tot 8 uur ’s Zaterdags tot 10 uur ff ff ff timers toter ter cerd ir. dezer. Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel. if ff ff som el. 437. IEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (72e Jaargang) f 1.— 2. — 3. — 4. — 5. — 6. — 7. — 8. — 9. — 10. — 11. — 12. — 13. — 14. — 15. — 16.50 r week, bewas-|>P de gemeentefondsbelasting te heffen, waar in bij de V;. ■A De Veemarkt. Naar wij vernemen hebben Ged. Sta ten goedkeuring verleend aan het raads besluit van 13 Augustus 1928 tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1928 voor zooveel betreft de verplaatsing van de vee markt. JL. X - - Sanap’T J Ut Vooral op drn o»«m Sanaplrlo daar dere tabletten Wttua bescberipd d|t> te8ep namaal^e^ ting naast de rijksinkomstenbelasting, een be zwaar vormt om tot een goede definitieve re geling van de gemeente-financiën te komen.” De staatscommissie deelt mede, overwogen te hebben of zij deze materie in haar onderzoek zou betrekken, maar acljtte het niet op haar weg gelegen een zóó vér reikend voorstel te doen. De ministers achten dit, gezien de op dracht dér commissie, begrijpelijk, maar mee nen dat het de regeering niet van den plicht ontheft het vraagstuk in zijn vollen om vang te bezien en zoo noodig tot ingrijpende maatre gelen het voorstel te doen. De memorie zet daarna breedvoerig uiteen, waarom naar het oordeel der regeering in het bestaan van een gemeentelijke inkomstenbe lasting naast de rijksinkomstenbelasting één der grondfouten ligt van den huidigen toestand. Sommige middelen gaat de memorie voort waarmee men dé hieruit ontstane euvelen heeft willen bestrijden, zijn niet alleen als lap middelen te beschouwen, maar ook in zichzelf ondeugdelijk. Dit wordt achtereenvolgens betoogd ten aan zien van de gemeentelijke grensregeling en ten aanzien van de forensenbelasting. Terzake van de laatste zegit de memorie on der meer: Historisch is zij zeker in alle opzichten ver klaarbaar. Toen zij dertig jaar geleden werd ingevoerd, heerschte feitelijk de opvatting, dat men min of meer „in fraudém legis” handelde door op een andere plaats te wonen dan waar men werkte. De forensenbelasting gold, als <*en soort „boete”. De omstandigheden zijn intusschen in de laatste dertig jaren geheel veranderd. De mid delen van verkeer zijn in zeer groote mate toe genomen. Het spoor- en tramwegnet heeft zich uitgebreid. De motortractie heeft de afstanden verkort. De vraag rijst, of ’t in deze dagen nog aan iemand kwalijk kan worden genomen, dat hij gaat wonen waar hem dit het best past en van waar hij zijn dagelijksche taak op bevredigende wijze meent te kunnen vervullen. Door de toeneming der bevolking en de ont wikkeling van het bedrijfsleven heeft bovendien de forensenbelasting heel andere afmetingen aangenomen dan oorspronkelijk voor oogen stonden. Menigeen wordt nu forens zonder dat hij het weet of bèdoelt, en merkt dit eerst uit den forensenaanslag. Daarbij komt, dat ook de fictie, dat „h e t” inkomen verdiend wordt in de gemepntè waar men forensenbelasting be taalt, over steeds talrijker aangeslagenen met de werkelijkheid in strijd komt. Het is vaak een zeer gering percentage van het arbeidsinkomen van vermogensinkomsten geheel gezwegen dat in de forensaalgeraeente verdiend wordt en dat niettemin aldaar voor het volle inkomen (naar den maatstaf van twee derden) belasting plichtig doet zijn. Al deze factoren tezamen genomen maken de huidige forensenbelasting onhoudbaar. In het vervolg der memorie wordt uiteen gezet dat, zoo in dezen tijd een gemeentelijke belasting naar het inkomen ondoelmatig is, daarentegen bij uitstek als heffingsobject zi'ch aanbiedt datgene wat zichtbaar aan de plaats zelve verbonden is en daar blijk geeft van den meerderen of minderen welstand van hen, die zullen worden aangeslagen. Een verterings belasting als de Rijksbelasting op het personeel en een zakelijke belasting als de grondbelasting zijn in beginsel heffingen, die een gemeente be hoeft en die voor haar passen. De opbrengst dezer belastingen is niet afhankelijk van vluch tige rijkdommen, die den eenen dag aan een gemeente kunnen toekomen en den volgenden dag weder verdwijnen, maar in hoofdzaak van de vaste outillage der gemeente, van het beeld dat zij vertoont en dat niet dan geleidelijk wij ziging ondergaat. In deze heffingen zit ook een natuurlijk accres bij uitbreiding van de bebou wing, terwijl wat in het bijzonder de per- soneele belasting betreft hier overvloedig en veel meer dan bij de uniforme heffing van die belasting door het rijk, gelegenheid bestaat om met tal van zeer uiteenloopende plaatselijke omstandigheden rekening te houden en op die wijze, zonder in onbillijkheden of hardheden te vervallen, de opbrengst soms aanzienlijk hooger te doen zijn dan dit thans het geval is. Met de vervanging van de inkomstenbelasting door een meer voor gemeentelijk gebruik ge- eigende heffing zal, zegt de memorie, uiteraard niet kunnen worden volstaan. Naast haar zal be- hooren te komen een algemeene uitkeering op aanzienlijk ruimeren voet dan in de bestaande wet vervat is. De rechtvaardiging daarvan is gelegen in de omstandigheid, dat het huidige overmatige verschil in druk tusschen de ge meenten onderling voor een aanmerkelijk deel berust in andere factoren, dan welke van de gemeentelijke gestie afhankelijk zijn. De taak, die de gemeenten in onzen tijd te vervallen hebben, wordt voor een aanmerkelijk deel be paald niet door den vrijen wil harer bestuur ders, maar door vóórbeschikking. Het niet te vermijden deel harer uitgaven bepaalt zich niet zijn de meest geschikte momenten om Purol toe te passen daarom behoort op iedere slaap kamer een doos of tube Purol aanwezig te zijn tot datgene wat haar door de wet wordt op gelegd, of wat als van algemeen Rijksbelang wordt aangeduid, maar strekt zich uit over een groot gebied voor haar eigen aangelegen heden. De ministers betoogen, dat ook in hét rapport der voornoemde staatscommissie dezelfde ge dachte tot uiting komt en dat om die reden naast de „rijksuitkeeringen”, welke de com missie thans toegekend wil zien, voor de toe komst door de commissie „rijksbijdragen” in uitzicht worden gesteld als een middel om den staat te doen medebetalen in de uitgaven, welke de gemeenten doen om het algemeen plaatse lijk belang èn het landsbelang beide te dienen. Wat de commissie hierover schrijft, versterkt de ministers in de overtuiging, dat de „uitkee- ringen” en de „bijdragen” principieel niet een onderscheiden basis hebben en dat het onder havige vraagstuk zich derhalve niet tot de wet telijke uitgaven beperkt. De nieuwe uitkeering zal tot strekking heb ben dat deel van de overheidstaak, dat naar ons staatsbestel nu eenmaal aan de gemeenten is toevertrouwd en waaraan zij zich, zooal for meel, toch feitelijk niet kunnen onttrekken, méér dan tot dusver te doen financieren uit de door alle ingezetenen op te brengen middelen. Het voorbeeld zal hiermee worden gevolgd, door menig ander land reeds gegeven. In Duitschland heeft ten aanzien van het inkomen uitsluitend het rijk de „Objektshoheit” (de be voegdheid om een belastingbron aan te boren) en hebben de Lander en gemeenten slechts „Er- tragshoheit” (d. w. z. aanspraak op een deel van de opbrengst der belasting). De memorie zet de daar getroffen regeling in algemeene trekken uiteen en wijst ook op die, welke in België bestaat. Zij doet uitkomen, dat ook hier te lande meermalen is aangedrongen op maatregelen, waardoor de woonplaats haar overwegenden en ongerechtvaardigden invloed zou verliezen bij hetgeen in het algemeen landsbelang door de burgers moet worden opgebracht. Reeds in 1903 schreef mr. A. R. Zimmerman in een prae-advies, uitgebracht voor de Ver- eeniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek: „Het is geen gezond stelsel, hetwelk tcel’aat dat men zijn bijdrage in de algemeene lasten beduidend kan doen slinken door van woonplaats te veranderen en de wijk te nemen naar een asyl, waar reeds veel vermogende lie den bijeen zijn”. In dit verband wees de schrij ver er Op, dat er tal van onderwerpen zijn, die „wellicht plaatselijk het best worden gere geld, maar waarvan de kosten evenmin gemeentegewijze behooren te worden gedekt als bv. die van de justitie.” In een ten vorigen jare verschenen werk van dr. F. C. Cremer werd aanbevolen het voor beeld te volgen van Londen met zijn 65 „pari shes”, waar een fonds bestaat, waarin de be voorrechte gemeenten stortingen doen ten bate van de minder bevoorrechte. De ministers mee nen, dat in ons land, waar de bevolking wel ongeveer gelijk is aan die van Londen, maar waar in plaats van met 65 parishes met bijna 1100 gemeenten te rekenen valt, een on gewijzigde overneming van dit voorbeeld op moeilijkheden zou stuiten, maar dat de grond gedachte ervan op andere wijze kan worden verwezenlijkt, gelijk door het ontwerp wordt beoogd. Thans is bij de Tweede Kamer een wets ontwerp ingediend tot wijziging van de finan- Ipieele betrekking tusschen het Rijk en de ge- (meenten en wijziging van eenige bepalingen der Gemeentewet. De voornaamste bepalingen daarvan zijn de of meer doch minder dan f4000, dan is verschuldigd f 18, be nevens f3 voor elk geheel bedrag van f 100, waarmede zij de som van f 1600 te boven gaat. Is de belastbare som f 4000 of meer, doch minder dan f 7000, dan is verschuldigd f 90, be nevens f4 voor elk geheel bedrag van f 100, waarmede zij de som van f 4000 te boven gaat. Is de belastbare som f7000 of meer, doch minder dan f 10.000, dan is verschuldigd f210, benevens f 5 voor elk geheel bedrag van f 100, waarmede zij de som van f 7000 te boven gaat. Is de belastbare som f 10.000 of meer, dan is verschuldigd f 360, benevens f 6 voor elk geheel bedrag van f 100, waarmede zij de som van f 10.000 te boven gaat. Naast de nieuwe uitkeering zullen in de plaats van de afgeschafte inkomstenbelasting, zegt de memorie moeten komen nieuwe plaatselijke middelen. Niet vergeten behoort te worden dat ’t bud get van elke gemeente in laatste instantie mede door de eigen gemeenelijke gestie beïnvloed wordt. Het wezenlijk bestaande verschil van opvatting in de uitvoering van de gemeentelijke taak, zal daarom tot uiting moeten blijven ko men in de door de gemeenten als zoodanig te dragen lasten. De prikkel tot een zuinig beheer zal hierdoor blijven gevoed, waarschijnlijk zelfs in meerdere maté dan thans. De gemeenten krijgen dus de bevoegdheid tot het heffen- van een eigen verteringsbelasting en afgestaan wordt aan de gemeenten de hoofdsom op het gebouwd of het ongebouwd, naar eigen keuze. De gemeentefondsbel’asting heeft als grond slag de volgens de bepalingen der wet op de inkomstenbelasting 1914 vastgestelde belast bare som. De belasting wordt geheven volgens het on derstaand tarief: 800 of meer, doch ff ff Is de belastbare Zoo ja, dan zult U ongetwijfeld interesse hebben voor de Jassen, welke wij heden als bijzondere RECLAME-AANBIEDING étaleeren Een blik in de étalage en U is overtuigd dat hier voor een MINIMUM PRIJS een MAXI VSUM AAN WAARDEaangeboden wordt DOUBLE FAC maf mooi gei uite achterkant, geschikt voor Jeugdige personen - Reclame prijs van uiterst solide diagonaal met geruite achterkant, zeer nieuw - Reclameprijs yan prima Velours, in effen en geruite dessins Nieuwste kleuren - Reclameprijs (an het getal niet hooger mag zijn dan het getal opcenten, dat in de gemeente geheven jvordt op het gebouwd en dat, indien het de steen van30 overschrijdt, in zekere verhouding zal moe- w in orde fen staan tot het aantal opcenten op de ver biedt ons mogensbelasting. “d, 1 De wet van 1897 inzake de uitkeeringen aan °*de gemeenten wordt ingetrokken. er billijk Door een wijziging van de Provinciale Wet >ns kooptjvofdt aan de provinciën, ter vervanging van en n saliipcenten op de personeele belasting, een iets LKEMA's’uimere bevoegdheid gegeven tot het heffen «volgende: Ingesteld wordt een gemeentefonds, waar- Byjit jaarlijks aan de gemeenten uitkeeringen pullen worden gedaan volgens een formule, jvaarin eenerzijds de druk der verplichte uit gaven en anderzijds de draagkracht der inge zetenen tot uitdrukking is gebracht. De middelen van het fonds worden verkregen uit de opbrengst van de „Gemeentefondsbe- lasting”, een nieuwe heffing, die blijkens de memorie van toelichting bedoelt te zijn een imificatie in gematigden vorm van de gemeen elijke inkomstenbelasting. De gemeentelijke inkomstenbelasting wordt ktgeschaft, evenzeer als de forensenbelasting. Aan de gemeenten wordt afgestaan de hoofdsom der grondbelasting, hetzij op de ge- ppuwde, hetzij op de ongebouwde eigendom- Alkmaar'nen’ naa' keuze van elke gemeente. Aan de gemeente wordt de bevoegdheid ge geven een eigen verteringsbelasting te heffen. Hiertegenover wordt de rijksbelasting op het personeel afgeschaft. I Aan de gemeenten zal vrij staan opcenten I, Sneek.,an andere opcenten. ebt voor on^werP van de staatscommissie 1921 |ot regeling van den steun aan noodlijdende gemeenten, wordt, behoudens wijziging van tén der artikelen, in dit wetsontwerp overge- iomen. i Uitvoerig zetten de onderteekenaars der me- fnorie, de ministers van financiën en van bin- penlandsche zaken en landbouw, uiteen, waar om zij, groote waardeering hebbende voor den prbeid, welken de commissie heeft verricht, en pp een vóórnaam punt de door de comfnissie pondgetrokken lijn volgende, zich met de conclusies J’/j cent[an 'iet verslag der staatscommissie 1921 niet funnen vereenigen. Hun bezwaar ligt voorna- eer Iijnehgijj^ jn, nje^ voldoende rekening houden 65 cts.het het verschil in draagkracht tusschen de erschilliende gemeenten. De ministers wijzen er op, dat de Staatscom missie op blz. 88 van haar verslag schrijft over wogen te hebben, dat „het belastingstelsel van ISMA, et rijk en dat der gemeenten econcftm ch een *®™***'»feheel vormen en dat in het bijzonder het be lief. 7.f^an van een gemeenielijke inkomstenbelas- Bescherming van jonge meisjes. Te Arnhem is gehouden de jaarlijksche vergadering van de Nederlandsche vereeni- ging tot behartiging van de belangen van jonge meisjes, onder voorzitterschap van mevr, van Romondt-Vis die o.a. in haar openingswoord zeide, dat hoewel de ver- eeniging in contact staat met den Volken bond er nog veel menschen zijn, die zelfs niet weten, dat een dergelijke vereeniging bestaat. Hieruit volgt, dat een krachtige arbeid meer dan noodzakelijk is. Mej. de Jongh bracht verslag uit over het werk der vereeniging tijdens de Olym pische Spelen, waarin zij o.a. zeide, dat talrijke maatregelen voorbereid waren, doch dat gelukkig de sombere voorspellingen niet uitgekomen zijn. De vereeniging kon zich beperken tot het exploiteeren van een geschikt logement voor jongemeisjes in de buurt van het station. Slechts enkele malen moest de politie op aanwijzing van de vereeniging op het station optreden tegen beruchte typen. Tot bestuursleden werden herkozen de dames mevrouw Romondt-Vis, presidente, en mej. van Hoogstraten, en gekozen de dames Tichelman en mevr. Bierens de Haan. Uit het jaarverslag bleek, dat er dringend behoefte is aan een organisatie van Christe lijke vrouwen, wat geïllustreerd werd met verschillende gevallen, waarin meisjes ge holpen moesten worden. De vereeniging telt 970 leden In 5 te huizen voor vrouwen en de logeergelegen heden werden door 1819 meisjes gedurende 7343 nachten gelogeerd. Door de posten aan de stations werden 27,000 meisjes en jonge vrouwen geholpen. In het geheel kwamen er 32,500 meisjes in aanraking met de vereeniging. Ook in Indië werd het werk uitgebreid. Kwaadwilligheid. Gisternacht is weer brand uitgebroken in de timmerfabriek van de firma Knapen en Co. te Beverwijk. Aan blusschen viel niet te denken. De brand kon echter beperkt blijven tot de fabriek, die geheel afbrandde. De opcenten op de gemeentefondsbelasting, I Het is thans de zesde maal in drre j ar welke de gemeenten bevoegd zullen zijn te tijd, dat deze fabriek door brand wordt heffen, worden op alle aanslagen in dé gemeen- geteisterd. Werd er bij vorige gelegenheden te tot een gelijk getal geheven. Het getal dier i ree£js aan kwaadwilligheid gedacht, thans opcenten zal niet hooger mogen zijn dan hetjg djt vermoeden nog verSterkt. De politie getal opcenten dat m de een streng onderzoek in. De schade wordt op de hoofdsom van de grondbelasting op de gebouwde eigendommen, noch hooger I1S zeer aanzienlijk. dan 30 plus de helft van het getal opcenten, dat in de gemeente geheven wordt op de hoofdsom van dé vermogensbelasting. De verteringsbelasting (nieuwe naam voor de aan de gemeenten afgestane personeele belasting) wordt geheven naar de' volgende grondslagen: lo. huurwaarde, 2o. mobilair, 3o. dienstboden, 4o. paarden, 5o. motorrijtuigen, 6o. andere in de belastingverordening aan te wijzen grondslagen waaruit het verteringsver- mogen kan blijken. Deze grondslagen mogen slechts worden be last in de genoemde volgorde, in dier voege, dat een of meer daarvan niet onevenredig zwaar in verhouding tot de andere worden be last. De opbrengst van de gemeentefondsbelas ting zal gestort worden in het in te stellen Gemeentefonds. De uitkeering, welke uit dit fonds aan de gemeenten zal worden gedaan, zal berusten op een rekening, waarbij in aan merking wordt genomen eenerzijds de draag kracht, anderzijds de uitgaven in het algemeen landsbelang gedaan. Door instelling van dit fonds wordt dus de plaatselijke inkomsten belasting, welke tot nu toe voor dé verschil lende gemeenten zoo uiteenliep, voor alle ge meenten gelijk gemaakt; door enkele andere heffingen kan echter weer eenig verschil in druk optreden, doch die druk zal, zooals in de memorie gezegd wordt, nergens meer het donkere beeld vertoonen dat thans in onder scheiden gemeenten gezien wordt. De inwerkingtreding is bepaald in het jaar 1931.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1928 | | pagina 1