I. V. A. 0. dossierno. II 07.353.8(3g)). delde en die 838.4 697.-— Jaar de ter, Utrecht, Nijmegen, Tiel. Leeuwarden was Burgemeester en Wethouders van Sneek, P. J. DE HOOP, Burgemeester. P. S1KKES, Secretaris. in fort Duquesne maar nu arresteert Dumas Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September October November December Schaapmarkt gebeurd is, hebt u niet gezien. GetuigeNeen, ik zag W. eerst in de Galigastraat. Advocaat-generaalEn toen werd ver dachte van achteren besprongen. GetuigePlotseling zonder voldoende Getuige Ja met zijn tweeën tegelijk. Raadsheer mr. NieuwenhuizenDat is D e e bij ht genor Kerk genan tamer verrm Kerk met c proce Ge in ha wat desku onrec de gt breuk van I kome achtti door feiten word zoudi dezer He Febn Gis Venlo Schou van jonge wiel gaf dame ooger werd genee plaats overli Te wege dams verkl accijr f 101 de hi door Gi jongi te Gi dond 2 c.i was er ei gewc jongi Hij i De D( 17.11 35.1 pakk 1927 het v goed voud een wich 1928 67.4 35.9 29.6 70.2 43.8 52.4 91.2 23.5 74.1 107.9 46.— 1927 37.7 29.1 51.9 81.— 43.7 89.— 53.3 201.6 87.9 48.1 72.2 42.9 Friesch gemidd. 49.— 38.— 44.— 68.— 85.— 66.— 84.— 65.— 60.— Dat eigen stadsrecht regelde de bestuursver- houdingen, de markt, het muntrecht, verster- slagen werd verdedigd, is het opmerkelijk dat er wel bepaalde lijnen in dit recht zijn op te merken, bepaalde gebieden hadden hun moeder steden, wier recht door andere later gevormde steden in dat gebied in zijn geheel werd over genomen, dat van Middelburg was maatgevend voor Zeeland bv., dat van Utrecht voor 't Sticht; en het recht van Leuven is te volgen over Den Bosch, Haarlem, Alkmaar, Medemblik tot Borg- horn in N.-Holland. Hierdoor ontstond een soort recht van beroep, de burger van de eene stad kon voor rechtsuitleg een beroep doen op de toepassing van dat recht in de moederstad. I met z’n zeehaven was nr. 3, Sneek was de vier- i de. Het stadsrecht van onze stad dateert voor- zoover bekend van 1456, hoewel kroniekschrij vers, maar die zijn niet al te betrouwbaar, ook het jaartal 1294 noemen. Na een korte pauze deed spr. een serie licht beelden vertoonen van gebouwen in verschil lende steden der Germaansche landen, welke uit de middeleeuwen dateeren, gevolgd door een serie beelden van stadhuizen uit Nederland en elders, en van Friesche poorten en staten. 10 Januari de tweede lezing over „Verleden, heden en toekomst van Sneek”, staan èn in ruil voor bepaalde steun, èn door den landsvorst vooral om van de steden hulp te krijgen tegen zijn vazallen, de heeren in en- geren zin der gebieden waarin bepaalde steden lagen. Het spreekt dat het verzorgingsgebied van zoo’n middeleeuwsche stad niet groot was, en het natuurlijk verschijnsel deed zich voor dat de steden streefden naar een monopolie voor nijverheid en handel in hun gebied, en trachtten te verkrijgen, dat op de dorpen rond haar ge bied deze takken van welvaart niet konden worden uitgeoefend zonder toestemming van de stedelijke magistraat (nog in 1527 verleende de hertog van Gelder dit privilege aan Sneek). Zoo’n monopolistisch streven kon op den duur echter geen succes 'hebben, daar het tegen de maatschappelijke ontwikkeling inging, doch on getwijfeld hebben tal van steden het beoefend in hun „vrijheid”, het gebied dat zij zich, toen zij binnen de muren gaandeweg door aanbouw van huizen het agrarisch karakter verloren daarbuiten verwierven om er voor hun burgers het landbouwbedrijf mogelijk te maken. In die vrijheid, waar geen huizen gebouwd mochten worden, lagen de gemeenschappelijke weiden der burgerij (de Groendijkster fenne, 150 pdm. groot, is wat Sneek betreft, daarvan een voor beeld; in Deventer hebben nu nog de afstam melingen van bepaalde families recht op een gedeelte der opbrengst van de gemeenschappe lijke weide). Parallel aan hett streven naar een handels- monopolie liep de poging de menschen naar bepaalde markten te brengen; het stapelrecht, bv. te Dordrecht (alle waren die de Merwede afgevoerd werden moesten eerst te Dordrecht opgeslagen) en te Groningen (alle graan uit de omgeving moest aan de Groninger markt verhandeld worden) zijn daarvan voorbeelden. Had de stad zoo haar strijd naar buiten om het monopolie, naar binnen had zij ook haar strijd. Daar lagen immers bv. de kloosters, die door haar eigen recht een enclave vormden in het stadsrecht (immuniteiten), en die als de kloosterlingen diverse ambachten beoefenden hevige concurrentie aandeden aan de zwaar belaste poorters. Die kloosters betaalden geen grondbelasting, geen verervingsbelasting, geen accijnzen; geen wonder dat de stedelijke bestu ren met die instellingen strijd voerden. Daar in h volkom dronke politie nemen gepleej Eisc De dat vei den ve geblek daan t Want rechtk< lijke sl mogeli en rus Maa kan hi vast^ki laste Spr. z zachts’ hij all dit g< zenuw een la En d: trachte a décl tuigen verdac en faa zelf al En hoort, kom er geplee gtngei wacht; Drc hier n Hiervi verooi Coi waard uit ee en sta man. slechti Als veroo: een v te lati taire organisatie, soms vrijdom van tol in de anderomliggende gebieden enz. Het was het totaal van privileges van den heer ontvangen, die zich - J en vloeden als die der kruistochten en door de vaak bv. zeggenschap hield over de benoeming van Geslaagd te Amsterdam voor het diploma Pedicure (voetverzorging) de heer A. van der Woud Jr., alhier. Bioscoopnieuw». De Bioscoop bij de Waag heeft als hoofdnummer „Harold op den Eenmans- wagen” een schitterende creatie van Harold Lloyd, vol kwinkslagen en grappige zetten zooals de Telegraaf schreef, toen dit stuk bij Tuschinsky ging. De schoonvader van Harold, de oude Pop Dillon is de bestuur der van een wrak vehikel met 1 paard, en eens in de 24 uur moet hij met de krakende kist op wielen over de baan rijden om de concessie te houden. Een electrische tram- maatschappij tracht de lijn in handen te krijgen. Besloten wordt den tramwagen eenvoudig in elkaar te timmeren. Dat lukt niet, want Harold Lloyd heeft met Pop alle oude heeren van de soos gemobiliseerd en de aanval wordt afgeslagen. Daarna steelt men de tram, doch Harold ook niet van gisteren rechercheert den wagen en rijdt er mede terug, dwars door den maalstroom van het New Yorksch verkeer. Om de dievenbende, die gehuurd is door de groote trammaatschappij af te schrikken, poot hij op het voorbalcon een houten diender. Ook is het ding nu met 2 paarden be spannen, zoodat het idee van bediening in één hand wel eenigszins verloren gaat. Doch dat deert Pop Dillon niet en tenslotte biedt de directie den ouden rakker het door hem geëischte bedrag. Een prachtige aanleiding voor Harold om met Pops dochter in het huwelijk te treden. Ziehier alzoo weer een nieuw avontuur van den sloomen duikelaar Harold Lloyd, die aan het slot van iedere film plotseling door een vlaag van leepheid wordt aangetast. De AmicitiaBioscoop heeft een boeiende, romantisch-historische film in 7 acten n.l. „De gemaskerde Spion”. Het stuk speelt in den oorlog tusschen Engelschen en Franschen in Canada (1755). Graaf de Vaudreuil, de Fransche gouverneur van Canada,sluit een verbond tegen de Engelschen met Pontiac, hoofd van zes Indianenstammen. Een gemaskerd man treedt binnen en dwingt hen met een pistool dit stuk aan hem te geven; het is de Engelsche kolonel O’Hara, die, vervolgd, in de kamer van de beeld- schoone Renée de Contrecoeur, dochter van den generaal Contrecoeur terecht komt. De volgroeid waren, ging men het verwerven van medewerking te verleenen aan het beëindigen, met ingang van 1 Januari 1929, van de met de woningstichting „Sint Joseph” gesloten overeenkomst, waarbij aan die stichting 20 der door de gemeente aan de Willem de ZwiJgerstraat gebouwde 66 woningen in exploitatie werden overgedra gen. (Bijlage 4; dossierno. X 07.351.32(34)). Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van het raadsbesluit van 22 October 1923, no. aanleiding. 7 en tot het opnieuw onderhandsch verhuren van ver- FU—j— gebied krijgen gemeenschappelijke belangen en ter behartiging daarvan ontvangen zij van hun heer tegen bepaalde vergoeding veelal in financieelen vorm de verschillende privileges om als steden hun gemeenschappelijke belangen te behartigen. Aldus is volgens prof. Treub het ontstaan van steden verklaard, die dan eigen lijk geboren zijn uit marktplaatsen, wat wel vaak het geval geweest zal zijn, misschien zelfs met Sneek, waarvan de Marktstraat toch het oudste gedeelte is. In prof. Treub’s theorie spelen echter nog te veel toevallige omstandigheden bij de steden vorming een rol, en het kan, volgens spr., niet anders dan dat bij een zoo algemeen verschijn sel als de stedenvorming in dien tijd was, ook een algemeene maatschappelijke oorzaak de aanleiding daartoe moet zijn geweest. Spr. zoekt die in de twee factoren: de ook toenmaals steeds aangroeiende bevolking en de toename der behoeften van elk individu afzonderlijk, welke grootere productie eischten, dus sterker arbeidsverdeeling. Deze beroepsmatige arbeid stelde eischen aan de economische organisatie, waaraan het agrarische recht dat de toenmalige maatschappij beheerschte niet kon voldoen; de vestiging der handwerkers vormt een enclave, dat geheel andere behoeften heeft dan waaraan het agrarisch recht kan voldoen men denke maar eens alleen aan het geldwezen, dat de handel wèl, de landbouw niet noodig had en dit feit dat deze vestigingen behoeften hadden, welke het agrarisch recht niet kon dekken, kan een a'lgemeene aanleiding tot stedenvorming geweest zijn. Door deze stedenvorming werden dergelijke enclaven onttrokken aan het agra risch recht, iedere stad had haar eigen recht, noodig voor de lenigheid van eigen handel en bedrijf, en dit eigen recht is het criterium voor de stad, meer dan de bolwerken en muren die menige stad nooit heeft gekend. aanleiding van de circulaire van de Gedeputeerde Staten, betreffende wijziging van de regeling der jaarwedden van den burgemeester, den secretaris en den ontvanger. (Bij lage 7; dossierno. X 07.53(2)). Punt XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Oudvaart nos. 8 en 9. (Bijlage 9; dossierno. 1.778.522(4)). Punt XIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het bij raadsbesluit van 1 Juni 1926 no. 9 .vastgestelde uitbreidingsplan. (Bijlage 10; dos sierno. 1.777.811(2)). Punt XIV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om mede te werken aan een wijziging van het met de N.V. Centrale Ammoniakfabriek te Weesp gesloten con tract inzake de levering van ammoniakwater. (Bijlage 12; ulibraUUngsplan te wijzigen in dien zin, dat: a. vervallen de straten tusschen den Leeuwarderweg en den trekweg, op de bij dit besluit behoorende teekening met stippellijnen aangegeven, met dien verstande, dat het terrein langs den Leeuwarderweg en langs den eersten geprojecteerden ringweg, voor zoover op de teekening geel gekleurd, uitsluitend wordt bestemd voor den bouw van woningen of kantoorgebouwen; b. vervalt de straat, geprojecteerd op het perceel ka dastraal bekend gemeente Sneek, sectie D no. 827. Aldus enz. geren zin, op wiens grond de steden stonden, en die zich verschillende rechten had voor behouden. In dien strijd vonden de steden steun bij den landsvorst, die poogde zijn door het leenstelsel verbrokkelde gebied tot grootere eenheid te brengen, een strijd dus, waarbij de vooruitgang het streven naar grootere een heid de hand reikte aan het conservatisme de poging der steden om zooveel mogelijk haar onafhankelijke positie te bewaren. Toen de vorsten echter hun leenmannen bedwongen hadden en ruim baan hadden gemaakt voor het ontstaan der grootere eenheden, noodig voor verdere economische ontwikkeling, ontstond de strijd der vorsten tegen de steden, wier positie onvereenigbaar was met die van het absolute koningschap. In Duitschland en Frankrijk heb ben omstreeks 1550 alle steden haar zelfstan digheid reeds ingeboet, hier hebben zij zich wat langer gehandhaafd, ten minste in politieken zin, omdat onze vorsten geen absolute monar chen waren. Economisch waren echter nadien onze steden ook niet meer zelfstandig, door de groote ontdekkingen der 15e en 16e eeuw was de handel dermate uitgebreid, dat geen stad zelfstandige economische eenheid 663.5 Kerk en Vrede. De afd. Sneek van deze organisatie heeft Dinsdag 15 Januari een openbare bijeen komst in de Groote Kerk alhier. Ds. West- mijse van Drachten zal daar spreken over het onderwerp „Vredesduif of Oorlogssper- wer”. Het Vrijz. Kerkkoor zal deze bijeen komt met z’n zang opluisteren. Deze jonge geheelonthouders zullen een propaganda-avond houden op Maandag 14 Januari a.s. in de Harmonie. Gistermiddag vond onder IJsbrechtum een aanrijding plaats, welke nog betrekke lijk goed is afgeloopen. Toen een auto uit Leeuwarden, waarin de bestuurder met vrouw en kind waren gezeten, uit de rich ting Bolsward naar Sneek reed, kwam hem een tram tegemoet; waarvan de stoom zoo danig over den weg sloeg, dat de bestuur der niet kon opmerken wat zich voor hem op den weg bevond. Vlak voor de aanrij dende auto nu stond een zwaar geladen hooiwagen met een paard bespannen, waar van de bestuurder J. G. van Sneek bij het dier was gaan staan uit vrees dat het voor de tram zou schrikken. De auto reed door het slechte uitzicht op den hooiwagen, die vooruit werd geduwd en J. G. raakte en omwierp, waarna de raderen van den wa gen den man over den voet gingen. De man werd met een gekwetst been in het Zieken huis te Sneek opgenomen, doch later naar huis vervoerd. De autobestuurder en zijn vrouw hadden geen letsel bekomen, zijn kind had eenige schrammen, de auto was zwaar beschadigd. Neerslag te Sneek. Overzicht van de hoeveelheid gevallen neerslag te Sneek gedurende het jaar 1928, vergeleken met die van het Friesch gemid- van het jaar 1927. GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag 3 Januari. Verzet tegen de politie. T. W. W., 25 jaar, houtbewerker te Sneek, had op 16 September te veel aan Bacchus geofferd En in dien toestand ver stoorde hij de orde. Deswege werd hij door de agenten Stelma en Salverda inge rekend. W. verzette zich tegen deze aan houding, voor welke weerspannigheid de Leeuwarder politierechter hem veroordeel de tot 14 dagen gevangenisstraf. Verdachte ging in hooger beroep. Er zijn twee getuigen a charge en vier getui gen a decharge gedagvaard. In de buurt van de Galigastraat te Sneek was verdachte, volgens het verhoor der verbalisanten op 16 September druk bezig de boel op stelten te zetten. Hij schreeuwde, riep „Fr zal een dood”, wat blijkbaar op de agenten sloeg en veroorzaakte door zijn rumoerig gedrag een heelen volksoploop. De agenten, na verdachte tot kalmte te hebben aangem and achtten het gewenscht in te grijpen en wilden hem arresteeren. Deze verzette zich zoo krachtdadig, dat de agenten het noodig vonden hem de handboeien aan te doen. Verbaliseerende zoowel als geverbaliseerde kwamen ten slotte op den grond terecht. Op een vraag van den verdediger mr. Haan, antwoordt getuige Stelma, dat ver lachte, nadat hij geboeid was, naar het bureau is gesleurd. Hij verzette zich zoo krachtdadig, aldus de politieman, dat een dergelijk optreden noodig was. Mr. Haan vraagt aan getuige Salverda of verdachte bewusteloos was, toen hij naar h t bureau werd gesleurd. Getuige Hij was goed bij kennis. Aan den eersten getuige a decharge, Sjoerd Oppenhuizen, bakker te Sneek, vraagt mr. Haan een relaas te doen van wat is voorgevallen. Deze getuige woont in de buurt. Oppenhuizen vertelt, dat W. op den bewusten dag door de Galigastraat liep, eenigszins luidruchtig. Plotseling werd hij door twee agenten van achteren be sprongen en, voor hij zich kon verzetten, op den grond geworpen. Daarna sloeg een derde agent hem met een hard voorwerp op het hoofd en vervolgens werd hij naar het bureau van politie gesleurd. De advocaat generaalWat er op VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK op MAANDAG 7 JANUARI 1929, des avonds 7/t uur. PUNTEN VAN BEHANDELING: Punt 1. Notulen van de vergadering van 10 December 1928. Punt II Ingekomen stukken: Adres van het Bestuur der Nederl. Federatie van trans portarbeiders, houdende verzoek aan de werklooze arbei ders te Sneek met de a.s. Kerstdagen of Nieuwjaarsdag een extra-uitkeering uit de gemeentekas te verstrekken. (1.842.97(2)). 7 en tot het opnieuw onderhandsch verhuren van ver- Raadsheer mr. Nieuwenhuizen Verdachte schillende gemeente-eigendommen, gelegen op den hoek werd dus besprongen door twee agenten. van het Zomerrok en de Oudvaart, aan de Gebroeders O. - en K. Bergsma. (Bijlage 5; dossierno. X 07.351.11(9)). Punt XI. Advies van Burgemeester en Wethouders naar niet zoo gemakkelijk. Tjitse Efdé, koopman te Sneek, wordt vervolgens gehoord. Deze heeft gezien, dat W. met drie agenten over den grond lag. Stelma gaf W. met een gummistok drie klappen op zijn hoofd. Hierna werd W. weggesleurd in de richting van het politiebureau. Tjeerd van der Zee, handelsreiziger ver klaart eveneens gezien te hebben, dat W. onverwachts werd besprongen, op straat gegooid en met een gummistok op het hoofd geslagen. Van een volksoploop was geen sprake, en tot verzet had W. geen gelegenheid. De ijzerhandelaar Geert Douma is de laatste getuige a décharge. Hij verklaart hetzelfde als de drie vodge getuigen. Van trekken en slaan in tegenovergestelde rich ting is geen sprake, een hek belette dat. Dezelfde getuige zegt nog, dat verdachte een man met een goed karakter is, maar door verkeerde vrienden en den drank is hij op den verkeerden weg geraakt. Onder goede leiding kan hij evenwel weer een nuttig lid der maatschappij worden. Op een vraag van mr. Nieuwenhulzen antwoordt deze getuige, dat het wel mo gelijk is, dat verdachte heeft geworsteld om los te komen. Getuige Stelma blijft bij zijn oorspron kelijke verklaring dat hij verdachte heeft aangemaand (op de Schaapmarkt). Later tegenover het Klokhuis, aan het einde der Galigastraat, wilden de agenten verdachte arresteeren. Deze verzette zich zoodanig, dat het noodig was hem op den grond te werpen. Getuige heeft hem toen een paar slagen op den arm gegeven, maar niet op het hoofd. Verdachte zegt, dat hij wat luidruchtig was, omdat hij een glas bier op hrd, hij is er niet aan gewend. Hij krijgt het nooit anders dan Zaterdags en Zondags. De agenten hebben hem op de Schaapmarkt aangemaand zich rustig te gedragen. Ver dachte voldeed hieraan niet, maar ging de Galigastraat in. PresidentHebt u daar niet gezegd Dezen zomer komen er twee los. Ik ben de derde. En dan komen er dooden. Neem maar afscheid van uw ouders Verdachte Niet dat ik het mij herinner Even later zou ik in een café nog een glas bier koopen. Toen werd ik plotseLng van achteren besprongen, tegen den grond gegooid, bewusteloos geslagen en naar het bureau van politie gesleept. PresidentHebt U zich niet verzet Verdachte Daartoe had ik geen kans. De advocaat-generaal eischt vernietiging van het vonnis der rechtbank om formeele reden. Spr. acht de voorstelling door ver dachte en de getuigen a décharge gegeven, niet zeer geschikt om de verklaringen der verbalisanten in twijfel te doen trekken. Het is niet aan te nemen, dat de politie zou cvergaan tot geweld, zonder dat ze hiertoe gedwongen wordt. En vooral niet tot dergeltjke krachtmaatregelen als hier zijn toegepast. Moge de stad hare bewoners groote voor rechten geboden hebben, zij eischte zware of fers ook. De burger moest meewerken bij de verdediging van de stad (schutterij) en bij de handhaving der orde, zware belastingen in den vorm van „schot” en accijnzen (op wijn, bier, turf, geslacht, brood, zout enz.) drukten op hem, ook voor lantaarngeld voor straatverlich ting moest hij wel bijdragen. Wat ten slotte onze Nederlandsche steden betreft zij opgemerkt dat hier de stedenvorming ongeveer 100 jaar na die in Duitschland, die in de He eeuw aanving, begon, en die in Friesland weer ongeveer een eeuw later. Toen in 1500 ongeveer onze steden hun groei beëindigd had den, waren er in Nederland een 80-tal, wel een bewijs, dat haar invloed nog niet zoo oyer- heerschend was; in groote gebieden trof men in engeren zin geraakten later toen de steden geen stad aan. Onze oudste steden zijn Deven- volgroeid waren, ging men het verwerven van ter, Utrecht, Nijmegen, Tiel. Leeuwarden was ’t poorterschap verbinden aan bepaalde eischen.1 destijds in Friesland de belangrijkste stad als (Naarden bv. eischte dat iemand een bepaalde 1 politiek centrum, Franeker, 2000 inwoners tel- som geld moest bezitten). De steden waren dus lende, was nr. 2, als centrum van dë weten bedacht op het behoud van de voordeelen voor schap, waar ook veel adel resideerde, Harlingen hun gevestigde poorters. Al is er dus éénzelfde oorzaak geweest voor stedenvorming, voor de stichting van een be paalde stad waren uiteraard bijzondere aanlei dingen; zoo ontstonden er uit burchten, bij ker ken, uit markten, bij de zetel van een wereldlijk of kerkelijk vorst enz. Niet alle steden zijn orga nisch opgegroeid uit de omgeving. Freiburg in Duitschland en Schiedam hier in Holland bv. zijn bewust gesticht. Hoewel elke stad haar eigen privileges had en er dus sterk verschil in bestuursorganisatie enz. tusschen de steden on derling kon zijn, het stadsrecht dus een indivi- Punt 111. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage 1; dossierno. 1.851.33.02.7-2(1)’). Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van twee leden der commissie van toezicht op het lager onderwijs. (Bijlage 2; dossierno. 1.851.2.02.7-2(1)). Punt V. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid-werkgever, een lid-werk- man en een plaatsvervangend lid-werkman der Commissie, welke Burgemeester en Wethouders van advies dient bij de uitvoering van het „Werkloosheidsbesluit 1917” en aan welke zal zijn opgedragen het bestuur der gemeente- arbeidsbeurs. (Bijlage 6; dossierno. 1.848.44(6)). Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van leden van de commissie tot wering van schoolverzuim. (Bijlage 8; dossierno. 1.851.2.04.6(2)). Punt VII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van 3 leden van de Commissie voor lichamelijke opvoeding. (Bijl. 11; dossierno. 1.855.3(6)). Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om een schriftelijke verklaring af te geven, waaruit blijkt, dat het de bedoeling is geweest den heer Dr. G. C. Gerrits in de betrekking van hulpleeraar in de wis-, natuur- en werktuigkunde aan de gemeentelijke hoogere burger school gedurende het tijdvak van 1 September 1902 af tot en met 31 December 1902 in tijdelijken dienst werk zaam te doen zijn. (Bijlage 3; dossierno. 208). Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om gemaskerde is diep onder den indruk van deze ontmoeting, vlucht verder en over meestert Pontiac, wien hij echter het leven schenkt. Denzelfden avond verschijnt de kolonel de oorlog is nog niet uitge broken op een officieel bal en Renée, die in hem den gemaskerde herkent wordt ook op hem verliefd en helpt hem als de Fransche kapitein Dumas hem wil laten arresteeren. Dan komt de oorlog; de Engelsch- Amerikaansche troepen rukken tegen fort Duquesne op, en de film geeft een getrouwe reproductie van de nederlaag van de Engelsche generaal Braddock, die de waar schuwingen van George Washington in den wind slaat. O’Hara verkleedt zich weer om Renée te ontmoeten, hem en levert hem ter foltering aan de Indianen over. Pontiac herkent echter O’Hara als zijn redder, Renée doet ook haar best en als O’Hara voor het peloton der roodhuiden staat, schieten ze met los kruit O’Hara en Renée bereiken het Amerikaansche hoofd kwartier, waar zij in den echt worden ver bonden. Een boeiende geschiedenis. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, N. Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 Vi en 12/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden gede poneerd op 3 Januari 1929: moersleutel; wollen kinderhandschoen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 3 Jan. 1929: gouden damesringetje, S. Hoekstra, Bons o.d. IJsbrechtum; dameshandschoen, P. Sei nen, le Steenklipstraat 21; heerenhand- schoen, G. Bokma, Lemmerweg. Aankondigingen. Zaterdag 5Januari, 3/2 uur. Aere Perennius. Sneeker Damclub. Damwedstrijd Juniores. Zie adv. Zondag 6 J anuari. Harmonie. Ons Genoegen. Opvoering van Z. B. B. H. H., blijspel in 3 bedrijven. Bal na. Woensdag 9 Januari. 8 uur. Har monie. Intern. Orde Goede Tempelieren. Openbare propaganda-feestavond. Maandag 14 Januari. Harmonie. Propaganda-avond J. V. O. Dinsdag 15Jan. Groote Kerk. 8 uur. Afd. Sneek Kerk en Vrede. Ds. G. West- mijse van Drachten over „Vredesduif of Oorlogssperwer”. Medewerking van Vrijz. Herv. Kerkkoor. meer een vormde. Hebben de steden aanvankelijk de toevloed van burgers aangemoedigd, door de hoorigen die zich er vestigden het verwerven in den loop der jaren van de vrijheid voor oogen te stellen waardoor zij ook in strijd met den landheei In het Gerechtsgebouw hield de heer P. Sikkes gisteravond voor het I. v. A. O. zijn eerste cursus over: „Het onstaan van Steden”. Met deze stedenvorming heeft spr. niet op, het oog de steden in de Romeinsche tijd hier ontstaan, en die omstreeks de Middeleeuwen reeds vrijwel hare beteekenis hadden verloren, maar die in de Germaansche landen in de Mid deleeuwen ontstonden. Van de algemeene oor zaak van het ontstaan dier steden is weinig be kend, al is er voor ’t stichten van bepaalde ste den wel soms een zeer bepaalde aanleiding ge weest. Zoo omstreeks het begin van de He en het einde van de 10e eeuw schijnen de omstandigheden rijp geweest te zijn voor ste denvorming. Vóór dien tijd was de landbouw het middel dat in alle behoeften voorzag, de grondslag van het maatschappelijk leven, waar over de groot-grondbezitter heerschte, zijn hoo rigen waren de vroegere vrije boeren geworden, zijn lijfeigenen de vroegere slaven. De woon plaats van zoo’n heerscher, zij het wereldlijk of kerkelijk vorst of klooster, vormde een centrum, waarin de hoorigen woonden, die een handwerk beoefenden en om dit centrum, de vroonhoeve, welke door wallen beschermd was, lagen de boerderijen, door de hoorigen bewerkt. De vroonhoeve is dus reeds een grooter afgesloten economisch geheel dan de vroegere familie-een- heid, welke enkel voorzag in de behoeften van een bepaalde familie; was daar de-arbeidsver deeling stellig niet groot, aanmerkelijk grooter was ze reeds in de vroonhoeve. Als dan de landheeren, dank zij ook deze arbeidsverdeeling, grooter producten-overschotten uit hun goede ren ontvangen, ontstaat de behoefte aan ruil handel, aan jaarmarkten, en men kan zich den ken dat als gaandeweg het verband tusschen landheer en hoorigen losser wordt, als de eerste alleen nog uitkeeringen van de laatsten vordert, deze, de hoorigen, voor hun eigen producten overschotten behoefte hebben aan plaatselijke markten dicht bij het kasteel van den heer gele- kingsrecht, poortersrecht, geldwezen, eigen mili- gen. De economische organisatie is dan een a„dc, stadium ingetreden, dat verder vordert als de tot I uitkeering verplichten door allerlei andere in- meer of rninder eigen rechten voorbehield vlnpHnn nlc diö dor Izriticfnrhfori on rlrvrvr dn U.. humaniseerende invloed der kerk steeds vrijer enkele bestuurders der stad. Privileges door i 21.5 41.— 46.— 51.— J. V. O. 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 2