I. V. A. 0.
dossierno. II 07.353.8(3g)).
delde en die
838.4
697.-—
Jaar
de
ter, Utrecht, Nijmegen, Tiel. Leeuwarden was
Burgemeester en Wethouders van Sneek,
P. J. DE HOOP, Burgemeester.
P. S1KKES, Secretaris.
in fort Duquesne
maar nu arresteert Dumas
Januari
Februari
Maart
April
Mei
Juni
Juli
Augustus
September
October
November
December
Schaapmarkt gebeurd is, hebt u niet gezien.
GetuigeNeen, ik zag W. eerst in de
Galigastraat.
Advocaat-generaalEn toen werd ver
dachte van achteren besprongen.
GetuigePlotseling zonder voldoende
Getuige Ja met zijn tweeën tegelijk.
Raadsheer mr. NieuwenhuizenDat is
D e e
bij ht
genor
Kerk
genan
tamer
verrm
Kerk
met c
proce
Ge
in ha
wat
desku
onrec
de gt
breuk
van I
kome
achtti
door
feiten
word
zoudi
dezer
He
Febn
Gis
Venlo
Schou
van
jonge
wiel
gaf
dame
ooger
werd
genee
plaats
overli
Te
wege
dams
verkl
accijr
f 101
de hi
door
Gi
jongi
te Gi
dond
2 c.i
was
er ei
gewc
jongi
Hij i
De
D(
17.11
35.1
pakk
1927
het v
goed
voud
een
wich
1928
67.4
35.9
29.6
70.2
43.8
52.4
91.2
23.5
74.1
107.9
46.—
1927
37.7
29.1
51.9
81.—
43.7
89.—
53.3
201.6
87.9
48.1
72.2
42.9
Friesch
gemidd.
49.—
38.—
44.—
68.—
85.—
66.—
84.—
65.—
60.—
Dat eigen stadsrecht regelde de bestuursver-
houdingen, de markt, het muntrecht, verster-
slagen werd verdedigd, is het opmerkelijk dat
er wel bepaalde lijnen in dit recht zijn op te
merken, bepaalde gebieden hadden hun moeder
steden, wier recht door andere later gevormde
steden in dat gebied in zijn geheel werd over
genomen, dat van Middelburg was maatgevend
voor Zeeland bv., dat van Utrecht voor 't Sticht;
en het recht van Leuven is te volgen over Den
Bosch, Haarlem, Alkmaar, Medemblik tot Borg-
horn in N.-Holland. Hierdoor ontstond een soort
recht van beroep, de burger van de eene stad
kon voor rechtsuitleg een beroep doen op de
toepassing van dat recht in de moederstad.
I met z’n zeehaven was nr. 3, Sneek was de vier-
i de. Het stadsrecht van onze stad dateert voor-
zoover bekend van 1456, hoewel kroniekschrij
vers, maar die zijn niet al te betrouwbaar, ook
het jaartal 1294 noemen.
Na een korte pauze deed spr. een serie licht
beelden vertoonen van gebouwen in verschil
lende steden der Germaansche landen, welke uit
de middeleeuwen dateeren, gevolgd door een
serie beelden van stadhuizen uit Nederland en
elders, en van Friesche poorten en staten.
10 Januari de tweede lezing over „Verleden,
heden en toekomst van Sneek”,
staan èn in ruil voor bepaalde steun, èn door
den landsvorst vooral om van de steden hulp
te krijgen tegen zijn vazallen, de heeren in en-
geren zin der gebieden waarin bepaalde steden
lagen.
Het spreekt dat het verzorgingsgebied van
zoo’n middeleeuwsche stad niet groot was, en
het natuurlijk verschijnsel deed zich voor dat
de steden streefden naar een monopolie voor
nijverheid en handel in hun gebied, en trachtten
te verkrijgen, dat op de dorpen rond haar ge
bied deze takken van welvaart niet konden
worden uitgeoefend zonder toestemming van
de stedelijke magistraat (nog in 1527 verleende
de hertog van Gelder dit privilege aan Sneek).
Zoo’n monopolistisch streven kon op den duur
echter geen succes 'hebben, daar het tegen de
maatschappelijke ontwikkeling inging, doch on
getwijfeld hebben tal van steden het beoefend
in hun „vrijheid”, het gebied dat zij zich, toen
zij binnen de muren gaandeweg door aanbouw
van huizen het agrarisch karakter verloren
daarbuiten verwierven om er voor hun burgers
het landbouwbedrijf mogelijk te maken. In die
vrijheid, waar geen huizen gebouwd mochten
worden, lagen de gemeenschappelijke weiden
der burgerij (de Groendijkster fenne, 150 pdm.
groot, is wat Sneek betreft, daarvan een voor
beeld; in Deventer hebben nu nog de afstam
melingen van bepaalde families recht op een
gedeelte der opbrengst van de gemeenschappe
lijke weide).
Parallel aan hett streven naar een handels-
monopolie liep de poging de menschen naar
bepaalde markten te brengen; het stapelrecht,
bv. te Dordrecht (alle waren die de Merwede
afgevoerd werden moesten eerst te Dordrecht
opgeslagen) en te Groningen (alle graan uit
de omgeving moest aan de Groninger markt
verhandeld worden) zijn daarvan voorbeelden.
Had de stad zoo haar strijd naar buiten om
het monopolie, naar binnen had zij ook haar
strijd. Daar lagen immers bv. de kloosters, die
door haar eigen recht een enclave vormden in
het stadsrecht (immuniteiten), en die als de
kloosterlingen diverse ambachten beoefenden
hevige concurrentie aandeden aan de zwaar
belaste poorters. Die kloosters betaalden geen
grondbelasting, geen verervingsbelasting, geen
accijnzen; geen wonder dat de stedelijke bestu
ren met die instellingen strijd voerden. Daar
in h
volkom
dronke
politie
nemen
gepleej
Eisc
De
dat vei
den ve
geblek
daan t
Want
rechtk<
lijke sl
mogeli
en rus
Maa
kan hi
vast^ki
laste
Spr. z
zachts’
hij all
dit g<
zenuw
een la
En d:
trachte
a décl
tuigen
verdac
en faa
zelf al
En
hoort,
kom er
geplee
gtngei
wacht;
Drc
hier n
Hiervi
verooi
Coi
waard
uit ee
en sta
man.
slechti
Als
veroo:
een v
te lati
taire organisatie, soms vrijdom van tol in de
anderomliggende gebieden enz. Het was het totaal
van privileges van den heer ontvangen, die zich
- J en
vloeden als die der kruistochten en door de vaak bv. zeggenschap hield over de benoeming
van
Geslaagd te Amsterdam voor het
diploma Pedicure (voetverzorging) de heer
A. van der Woud Jr., alhier.
Bioscoopnieuw».
De Bioscoop bij de Waag heeft
als hoofdnummer „Harold op den Eenmans-
wagen” een schitterende creatie van Harold
Lloyd, vol kwinkslagen en grappige zetten
zooals de Telegraaf schreef, toen dit stuk
bij Tuschinsky ging. De schoonvader van
Harold, de oude Pop Dillon is de bestuur
der van een wrak vehikel met 1 paard, en
eens in de 24 uur moet hij met de krakende
kist op wielen over de baan rijden om de
concessie te houden. Een electrische tram-
maatschappij tracht de lijn in handen te
krijgen. Besloten wordt den tramwagen
eenvoudig in elkaar te timmeren. Dat lukt
niet, want Harold Lloyd heeft met Pop
alle oude heeren van de soos gemobiliseerd
en de aanval wordt afgeslagen. Daarna
steelt men de tram, doch Harold ook niet
van gisteren rechercheert den wagen en rijdt
er mede terug, dwars door den maalstroom
van het New Yorksch verkeer. Om de
dievenbende, die gehuurd is door de groote
trammaatschappij af te schrikken, poot hij
op het voorbalcon een houten diender.
Ook is het ding nu met 2 paarden be
spannen, zoodat het idee van bediening in
één hand wel eenigszins verloren gaat.
Doch dat deert Pop Dillon niet en tenslotte
biedt de directie den ouden rakker het
door hem geëischte bedrag. Een prachtige
aanleiding voor Harold om met Pops
dochter in het huwelijk te treden.
Ziehier alzoo weer een nieuw avontuur
van den sloomen duikelaar Harold Lloyd,
die aan het slot van iedere film plotseling
door een vlaag van leepheid wordt aangetast.
De AmicitiaBioscoop heeft een
boeiende, romantisch-historische film in 7
acten n.l. „De gemaskerde Spion”. Het stuk
speelt in den oorlog tusschen Engelschen
en Franschen in Canada (1755). Graaf
de Vaudreuil, de Fransche gouverneur van
Canada,sluit een verbond tegen de Engelschen
met Pontiac, hoofd van zes Indianenstammen.
Een gemaskerd man treedt binnen en dwingt
hen met een pistool dit stuk aan hem te
geven; het is de Engelsche kolonel O’Hara,
die, vervolgd, in de kamer van de beeld-
schoone Renée de Contrecoeur, dochter van
den generaal Contrecoeur terecht komt. De
volgroeid waren, ging men het verwerven van
medewerking te verleenen aan het beëindigen, met ingang
van 1 Januari 1929, van de met de woningstichting „Sint
Joseph” gesloten overeenkomst, waarbij aan die stichting
20 der door de gemeente aan de Willem de ZwiJgerstraat
gebouwde 66 woningen in exploitatie werden overgedra
gen. (Bijlage 4; dossierno. X 07.351.32(34)).
Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
intrekking van het raadsbesluit van 22 October 1923, no. aanleiding.
7 en tot het opnieuw onderhandsch verhuren van ver- FU—j—
gebied krijgen gemeenschappelijke belangen en
ter behartiging daarvan ontvangen zij van hun
heer tegen bepaalde vergoeding veelal in
financieelen vorm de verschillende privileges
om als steden hun gemeenschappelijke belangen
te behartigen. Aldus is volgens prof. Treub het
ontstaan van steden verklaard, die dan eigen
lijk geboren zijn uit marktplaatsen, wat wel
vaak het geval geweest zal zijn, misschien zelfs
met Sneek, waarvan de Marktstraat toch het
oudste gedeelte is.
In prof. Treub’s theorie spelen echter nog te
veel toevallige omstandigheden bij de steden
vorming een rol, en het kan, volgens spr., niet
anders dan dat bij een zoo algemeen verschijn
sel als de stedenvorming in dien tijd was, ook
een algemeene maatschappelijke oorzaak de
aanleiding daartoe moet zijn geweest. Spr.
zoekt die in de twee factoren: de ook toenmaals
steeds aangroeiende bevolking en de toename
der behoeften van elk individu afzonderlijk,
welke grootere productie eischten, dus sterker
arbeidsverdeeling. Deze beroepsmatige arbeid
stelde eischen aan de economische organisatie,
waaraan het agrarische recht dat de toenmalige
maatschappij beheerschte niet kon voldoen; de
vestiging der handwerkers vormt een enclave,
dat geheel andere behoeften heeft dan waaraan
het agrarisch recht kan voldoen men denke
maar eens alleen aan het geldwezen, dat de
handel wèl, de landbouw niet noodig had en
dit feit dat deze vestigingen behoeften hadden,
welke het agrarisch recht niet kon dekken, kan
een a'lgemeene aanleiding tot stedenvorming
geweest zijn. Door deze stedenvorming werden
dergelijke enclaven onttrokken aan het agra
risch recht, iedere stad had haar eigen recht,
noodig voor de lenigheid van eigen handel en
bedrijf, en dit eigen recht is het criterium voor
de stad, meer dan de bolwerken en muren die
menige stad nooit heeft gekend.
aanleiding van de circulaire van de Gedeputeerde Staten,
betreffende wijziging van de regeling der jaarwedden van
den burgemeester, den secretaris en den ontvanger. (Bij
lage 7; dossierno. X 07.53(2)).
Punt XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onbewoonbaarverklaring van de woningen Oudvaart
nos. 8 en 9. (Bijlage 9; dossierno. 1.778.522(4)).
Punt XIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van het bij raadsbesluit van 1 Juni 1926
no. 9 .vastgestelde uitbreidingsplan. (Bijlage 10; dos
sierno. 1.777.811(2)).
Punt XIV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om mede te werken aan een wijziging van het met de
N.V. Centrale Ammoniakfabriek te Weesp gesloten con
tract inzake de levering van ammoniakwater. (Bijlage 12;
ulibraUUngsplan te wijzigen in dien zin, dat:
a. vervallen de straten tusschen den Leeuwarderweg
en den trekweg, op de bij dit besluit behoorende teekening
met stippellijnen aangegeven, met dien verstande, dat het
terrein langs den Leeuwarderweg en langs den eersten
geprojecteerden ringweg, voor zoover op de teekening
geel gekleurd, uitsluitend wordt bestemd voor den bouw
van woningen of kantoorgebouwen;
b. vervalt de straat, geprojecteerd op het perceel ka
dastraal bekend gemeente Sneek, sectie D no. 827.
Aldus enz.
geren zin, op wiens grond de steden stonden,
en die zich verschillende rechten had voor
behouden. In dien strijd vonden de steden steun
bij den landsvorst, die poogde zijn door het
leenstelsel verbrokkelde gebied tot grootere
eenheid te brengen, een strijd dus, waarbij de
vooruitgang het streven naar grootere een
heid de hand reikte aan het conservatisme
de poging der steden om zooveel mogelijk
haar onafhankelijke positie te bewaren. Toen
de vorsten echter hun leenmannen bedwongen
hadden en ruim baan hadden gemaakt voor het
ontstaan der grootere eenheden, noodig voor
verdere economische ontwikkeling, ontstond de
strijd der vorsten tegen de steden, wier positie
onvereenigbaar was met die van het absolute
koningschap. In Duitschland en Frankrijk heb
ben omstreeks 1550 alle steden haar zelfstan
digheid reeds ingeboet, hier hebben zij zich wat
langer gehandhaafd, ten minste in politieken
zin, omdat onze vorsten geen absolute monar
chen waren. Economisch waren echter nadien
onze steden ook niet meer zelfstandig, door de
groote ontdekkingen der 15e en 16e eeuw was
de handel dermate uitgebreid, dat geen stad
zelfstandige economische eenheid
663.5
Kerk en Vrede.
De afd. Sneek van deze organisatie heeft
Dinsdag 15 Januari een openbare bijeen
komst in de Groote Kerk alhier. Ds. West-
mijse van Drachten zal daar spreken over
het onderwerp „Vredesduif of Oorlogssper-
wer”. Het Vrijz. Kerkkoor zal deze bijeen
komt met z’n zang opluisteren.
Deze jonge geheelonthouders zullen een
propaganda-avond houden op Maandag 14
Januari a.s. in de Harmonie.
Gistermiddag vond onder IJsbrechtum
een aanrijding plaats, welke nog betrekke
lijk goed is afgeloopen. Toen een auto uit
Leeuwarden, waarin de bestuurder met
vrouw en kind waren gezeten, uit de rich
ting Bolsward naar Sneek reed, kwam hem
een tram tegemoet; waarvan de stoom zoo
danig over den weg sloeg, dat de bestuur
der niet kon opmerken wat zich voor hem
op den weg bevond. Vlak voor de aanrij
dende auto nu stond een zwaar geladen
hooiwagen met een paard bespannen, waar
van de bestuurder J. G. van Sneek bij het
dier was gaan staan uit vrees dat het voor
de tram zou schrikken. De auto reed door
het slechte uitzicht op den hooiwagen, die
vooruit werd geduwd en J. G. raakte en
omwierp, waarna de raderen van den wa
gen den man over den voet gingen. De man
werd met een gekwetst been in het Zieken
huis te Sneek opgenomen, doch later naar
huis vervoerd. De autobestuurder en zijn
vrouw hadden geen letsel bekomen, zijn
kind had eenige schrammen, de auto was
zwaar beschadigd.
Neerslag te Sneek.
Overzicht van de hoeveelheid gevallen
neerslag te Sneek gedurende het jaar 1928,
vergeleken met die van het Friesch gemid-
van het jaar 1927.
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag 3 Januari.
Verzet tegen de politie.
T. W. W., 25 jaar, houtbewerker te
Sneek, had op 16 September te veel aan
Bacchus geofferd En in dien toestand ver
stoorde hij de orde. Deswege werd hij
door de agenten Stelma en Salverda inge
rekend. W. verzette zich tegen deze aan
houding, voor welke weerspannigheid de
Leeuwarder politierechter hem veroordeel
de tot 14 dagen gevangenisstraf.
Verdachte ging in hooger beroep. Er
zijn twee getuigen a charge en vier getui
gen a decharge gedagvaard.
In de buurt van de Galigastraat te Sneek
was verdachte, volgens het verhoor der
verbalisanten op 16 September druk bezig
de boel op stelten te zetten. Hij schreeuwde,
riep „Fr zal een dood”, wat blijkbaar op
de agenten sloeg en veroorzaakte door zijn
rumoerig gedrag een heelen volksoploop.
De agenten, na verdachte tot kalmte te
hebben aangem and achtten het gewenscht
in te grijpen en wilden hem arresteeren.
Deze verzette zich zoo krachtdadig, dat
de agenten het noodig vonden hem de
handboeien aan te doen. Verbaliseerende
zoowel als geverbaliseerde kwamen ten
slotte op den grond terecht.
Op een vraag van den verdediger mr.
Haan, antwoordt getuige Stelma, dat ver
lachte, nadat hij geboeid was, naar het
bureau is gesleurd. Hij verzette zich zoo
krachtdadig, aldus de politieman, dat een
dergelijk optreden noodig was.
Mr. Haan vraagt aan getuige Salverda
of verdachte bewusteloos was, toen hij naar
h t bureau werd gesleurd.
Getuige Hij was goed bij kennis.
Aan den eersten getuige a decharge,
Sjoerd Oppenhuizen, bakker te Sneek,
vraagt mr. Haan een relaas te doen van
wat is voorgevallen. Deze getuige woont
in de buurt. Oppenhuizen vertelt, dat W.
op den bewusten dag door de Galigastraat
liep, eenigszins luidruchtig. Plotseling werd
hij door twee agenten van achteren be
sprongen en, voor hij zich kon verzetten,
op den grond geworpen. Daarna sloeg een
derde agent hem met een hard voorwerp
op het hoofd en vervolgens werd hij naar
het bureau van politie gesleurd.
De advocaat generaalWat er op
VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK
op MAANDAG 7 JANUARI 1929, des avonds 7/t uur.
PUNTEN VAN BEHANDELING:
Punt 1. Notulen van de vergadering van 10 December
1928.
Punt II Ingekomen stukken:
Adres van het Bestuur der Nederl. Federatie van trans
portarbeiders, houdende verzoek aan de werklooze arbei
ders te Sneek met de a.s. Kerstdagen of Nieuwjaarsdag
een extra-uitkeering uit de gemeentekas te verstrekken.
(1.842.97(2)).
7 en tot het opnieuw onderhandsch verhuren van ver- Raadsheer mr. Nieuwenhuizen Verdachte
schillende gemeente-eigendommen, gelegen op den hoek werd dus besprongen door twee agenten.
van het Zomerrok en de Oudvaart, aan de Gebroeders O. -
en K. Bergsma. (Bijlage 5; dossierno. X 07.351.11(9)).
Punt XI. Advies van Burgemeester en Wethouders naar niet zoo gemakkelijk.
Tjitse Efdé, koopman te Sneek, wordt
vervolgens gehoord.
Deze heeft gezien, dat W. met drie
agenten over den grond lag. Stelma gaf
W. met een gummistok drie klappen op
zijn hoofd. Hierna werd W. weggesleurd
in de richting van het politiebureau.
Tjeerd van der Zee, handelsreiziger ver
klaart eveneens gezien te hebben, dat W.
onverwachts werd besprongen, op straat
gegooid en met een gummistok op het
hoofd geslagen. Van een volksoploop was
geen sprake, en tot verzet had W. geen
gelegenheid.
De ijzerhandelaar Geert Douma is de
laatste getuige a décharge. Hij verklaart
hetzelfde als de drie vodge getuigen. Van
trekken en slaan in tegenovergestelde rich
ting is geen sprake, een hek belette dat.
Dezelfde getuige zegt nog, dat verdachte
een man met een goed karakter is, maar
door verkeerde vrienden en den drank is
hij op den verkeerden weg geraakt. Onder
goede leiding kan hij evenwel weer een
nuttig lid der maatschappij worden.
Op een vraag van mr. Nieuwenhulzen
antwoordt deze getuige, dat het wel mo
gelijk is, dat verdachte heeft geworsteld
om los te komen.
Getuige Stelma blijft bij zijn oorspron
kelijke verklaring dat hij verdachte heeft
aangemaand (op de Schaapmarkt). Later
tegenover het Klokhuis, aan het einde der
Galigastraat, wilden de agenten verdachte
arresteeren. Deze verzette zich zoodanig,
dat het noodig was hem op den grond te
werpen. Getuige heeft hem toen een paar
slagen op den arm gegeven, maar niet op
het hoofd.
Verdachte zegt, dat hij wat luidruchtig
was, omdat hij een glas bier op hrd, hij
is er niet aan gewend. Hij krijgt het nooit
anders dan Zaterdags en Zondags. De
agenten hebben hem op de Schaapmarkt
aangemaand zich rustig te gedragen. Ver
dachte voldeed hieraan niet, maar ging de
Galigastraat in.
PresidentHebt u daar niet gezegd
Dezen zomer komen er twee los. Ik ben
de derde. En dan komen er dooden. Neem
maar afscheid van uw ouders
Verdachte Niet dat ik het mij herinner
Even later zou ik in een café nog een
glas bier koopen. Toen werd ik plotseLng
van achteren besprongen, tegen den grond
gegooid, bewusteloos geslagen en naar het
bureau van politie gesleept.
PresidentHebt U zich niet verzet
Verdachte Daartoe had ik geen kans.
De advocaat-generaal eischt vernietiging
van het vonnis der rechtbank om formeele
reden. Spr. acht de voorstelling door ver
dachte en de getuigen a décharge gegeven,
niet zeer geschikt om de verklaringen der
verbalisanten in twijfel te doen trekken.
Het is niet aan te nemen, dat de politie
zou cvergaan tot geweld, zonder dat ze
hiertoe gedwongen wordt. En vooral niet
tot dergeltjke krachtmaatregelen als hier
zijn toegepast.
Moge de stad hare bewoners groote voor
rechten geboden hebben, zij eischte zware of
fers ook. De burger moest meewerken bij de
verdediging van de stad (schutterij) en bij de
handhaving der orde, zware belastingen in den
vorm van „schot” en accijnzen (op wijn, bier,
turf, geslacht, brood, zout enz.) drukten op
hem, ook voor lantaarngeld voor straatverlich
ting moest hij wel bijdragen.
Wat ten slotte onze Nederlandsche steden
betreft zij opgemerkt dat hier de stedenvorming
ongeveer 100 jaar na die in Duitschland, die in
de He eeuw aanving, begon, en die in Friesland
weer ongeveer een eeuw later. Toen in 1500
ongeveer onze steden hun groei beëindigd had
den, waren er in Nederland een 80-tal, wel een
bewijs, dat haar invloed nog niet zoo oyer-
heerschend was; in groote gebieden trof men
in engeren zin geraakten later toen de steden geen stad aan. Onze oudste steden zijn Deven-
volgroeid waren, ging men het verwerven van ter, Utrecht, Nijmegen, Tiel. Leeuwarden was
’t poorterschap verbinden aan bepaalde eischen.1 destijds in Friesland de belangrijkste stad als
(Naarden bv. eischte dat iemand een bepaalde 1 politiek centrum, Franeker, 2000 inwoners tel-
som geld moest bezitten). De steden waren dus lende, was nr. 2, als centrum van dë weten
bedacht op het behoud van de voordeelen voor schap, waar ook veel adel resideerde, Harlingen
hun gevestigde poorters.
Al is er dus éénzelfde oorzaak geweest voor
stedenvorming, voor de stichting van een be
paalde stad waren uiteraard bijzondere aanlei
dingen; zoo ontstonden er uit burchten, bij ker
ken, uit markten, bij de zetel van een wereldlijk
of kerkelijk vorst enz. Niet alle steden zijn orga
nisch opgegroeid uit de omgeving. Freiburg in
Duitschland en Schiedam hier in Holland bv.
zijn bewust gesticht. Hoewel elke stad haar
eigen privileges had en er dus sterk verschil in
bestuursorganisatie enz. tusschen de steden on
derling kon zijn, het stadsrecht dus een indivi-
Punt 111. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium
voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage
1; dossierno. 1.851.33.02.7-2(1)’).
Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van twee leden der commissie van
toezicht op het lager onderwijs. (Bijlage 2; dossierno.
1.851.2.02.7-2(1)).
Punt V. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een lid-werkgever, een lid-werk-
man en een plaatsvervangend lid-werkman der Commissie,
welke Burgemeester en Wethouders van advies dient bij
de uitvoering van het „Werkloosheidsbesluit 1917” en aan
welke zal zijn opgedragen het bestuur der gemeente-
arbeidsbeurs. (Bijlage 6; dossierno. 1.848.44(6)).
Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van leden van de commissie tot wering
van schoolverzuim. (Bijlage 8; dossierno. 1.851.2.04.6(2)).
Punt VII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van 3 leden van de Commissie voor
lichamelijke opvoeding. (Bijl. 11; dossierno. 1.855.3(6)).
Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om een schriftelijke verklaring af te geven, waaruit blijkt,
dat het de bedoeling is geweest den heer Dr. G. C. Gerrits
in de betrekking van hulpleeraar in de wis-, natuur- en
werktuigkunde aan de gemeentelijke hoogere burger
school gedurende het tijdvak van 1 September 1902 af
tot en met 31 December 1902 in tijdelijken dienst werk
zaam te doen zijn. (Bijlage 3; dossierno. 208).
Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
gemaskerde is diep onder den indruk van
deze ontmoeting, vlucht verder en over
meestert Pontiac, wien hij echter het leven
schenkt. Denzelfden avond verschijnt de
kolonel de oorlog is nog niet uitge
broken op een officieel bal en Renée,
die in hem den gemaskerde herkent wordt
ook op hem verliefd en helpt hem als de
Fransche kapitein Dumas hem wil laten
arresteeren. Dan komt de oorlog; de Engelsch-
Amerikaansche troepen rukken tegen fort
Duquesne op, en de film geeft een getrouwe
reproductie van de nederlaag van de
Engelsche generaal Braddock, die de waar
schuwingen van George Washington in den
wind slaat. O’Hara verkleedt zich weer om
Renée te ontmoeten,
hem en levert
hem ter foltering aan de Indianen over.
Pontiac herkent echter O’Hara als zijn
redder, Renée doet ook haar best en als
O’Hara voor het peloton der roodhuiden
staat, schieten ze met los kruit O’Hara
en Renée bereiken het Amerikaansche hoofd
kwartier, waar zij in den echt worden ver
bonden. Een boeiende geschiedenis.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie, N.
Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 Vi en 12/2 uur, de
navolgende voorwerpen als gevonden gede
poneerd op 3 Januari 1929: moersleutel;
wollen kinderhandschoen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 3 Jan. 1929:
gouden damesringetje, S. Hoekstra, Bons
o.d. IJsbrechtum; dameshandschoen, P. Sei
nen, le Steenklipstraat 21; heerenhand-
schoen, G. Bokma, Lemmerweg.
Aankondigingen.
Zaterdag 5Januari, 3/2 uur. Aere
Perennius. Sneeker Damclub. Damwedstrijd
Juniores. Zie adv.
Zondag 6 J anuari. Harmonie. Ons
Genoegen. Opvoering van Z. B. B. H. H.,
blijspel in 3 bedrijven. Bal na.
Woensdag 9 Januari. 8 uur. Har
monie. Intern. Orde Goede Tempelieren.
Openbare propaganda-feestavond.
Maandag 14 Januari. Harmonie.
Propaganda-avond J. V. O.
Dinsdag 15Jan. Groote Kerk. 8 uur.
Afd. Sneek Kerk en Vrede. Ds. G. West-
mijse van Drachten over „Vredesduif of
Oorlogssperwer”. Medewerking van Vrijz.
Herv. Kerkkoor.
meer een
vormde.
Hebben de steden aanvankelijk de toevloed
van burgers aangemoedigd, door de hoorigen
die zich er vestigden het verwerven in den loop
der jaren van de vrijheid voor oogen te stellen
waardoor zij ook in strijd met den landheei
In het Gerechtsgebouw hield de heer P.
Sikkes gisteravond voor het I. v. A. O. zijn
eerste cursus over: „Het onstaan van Steden”.
Met deze stedenvorming heeft spr. niet op,
het oog de steden in de Romeinsche tijd hier
ontstaan, en die omstreeks de Middeleeuwen
reeds vrijwel hare beteekenis hadden verloren,
maar die in de Germaansche landen in de Mid
deleeuwen ontstonden. Van de algemeene oor
zaak van het ontstaan dier steden is weinig be
kend, al is er voor ’t stichten van bepaalde ste
den wel soms een zeer bepaalde aanleiding ge
weest. Zoo omstreeks het begin van de He
en het einde van de 10e eeuw schijnen de
omstandigheden rijp geweest te zijn voor ste
denvorming. Vóór dien tijd was de landbouw
het middel dat in alle behoeften voorzag, de
grondslag van het maatschappelijk leven, waar
over de groot-grondbezitter heerschte, zijn hoo
rigen waren de vroegere vrije boeren geworden,
zijn lijfeigenen de vroegere slaven. De woon
plaats van zoo’n heerscher, zij het wereldlijk of
kerkelijk vorst of klooster, vormde een centrum,
waarin de hoorigen woonden, die een handwerk
beoefenden en om dit centrum, de vroonhoeve,
welke door wallen beschermd was, lagen de
boerderijen, door de hoorigen bewerkt. De
vroonhoeve is dus reeds een grooter afgesloten
economisch geheel dan de vroegere familie-een-
heid, welke enkel voorzag in de behoeften van
een bepaalde familie; was daar de-arbeidsver
deeling stellig niet groot, aanmerkelijk grooter
was ze reeds in de vroonhoeve. Als dan de
landheeren, dank zij ook deze arbeidsverdeeling,
grooter producten-overschotten uit hun goede
ren ontvangen, ontstaat de behoefte aan ruil
handel, aan jaarmarkten, en men kan zich den
ken dat als gaandeweg het verband tusschen
landheer en hoorigen losser wordt, als de eerste
alleen nog uitkeeringen van de laatsten vordert,
deze, de hoorigen, voor hun eigen producten
overschotten behoefte hebben aan plaatselijke
markten dicht bij het kasteel van den heer gele- kingsrecht, poortersrecht, geldwezen, eigen mili-
gen.
De economische organisatie is dan een a„dc,
stadium ingetreden, dat verder vordert als de tot I
uitkeering verplichten door allerlei andere in- meer of rninder eigen rechten voorbehield
vlnpHnn nlc diö dor Izriticfnrhfori on rlrvrvr dn U..
humaniseerende invloed der kerk steeds vrijer
enkele bestuurders der stad. Privileges door
i
21.5
41.—
46.—
51.—
J. V. O.
1