der gemeente Sneek
Officieel orgaan
I
itmiiiiDiCHi Mummi
opgericht te Veendam i» ts»o
vaarin opgenomen de Eerste Neder-
landsoiie By„otheekbriefbsnk
te ’a Uravenhags)
45e Jaargang
Eerste blad
Znlerdna tf> Jtanunri
No. 31
Dit No. bestaat uit 3 bladen-
i
2
41/» °|o Mrimn i99l/i°|o
GELDEN BESCHIKBAAR
voor eerste hypotheek
op billijke voorwaarden.
mtUWSTIJOINbtH.
Uitgave KIEZEBRINK Co.
De SNEEKER COURANT is een
d
1839.
1
id
toen die wateren weken, kwamen de bergtoppen
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel.
Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting.
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
Jjsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijetnirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg.
Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen.
antwoord.
Ten slotte sprak de heer v. d. Brug een
woord van dank tot de spreekster voor haar
aardige en belangrijke causerie, wekte de
belangstellenden op het gehoorde goed te
overwegen en stelde zich beschikbaar tot
het geven van inlichtingen omtrent reisge
legenheid enz. Waarna de bijeenkomst ge
sloten werd.
geweten verbiedt het militairisme diensten te
verleenen, dan, dr. Kuyper zei het al, moet zelfs
de staat wijken. In dat geweten stellen wij ons
vertrouwen, het is ’t vaste, dat er in den mensch
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (72e Jaargang)
I
Kerk en Vrede.
In de Groote Kerk hield de afd. Sneek van
„Kerk en Vrede” Dinsdagavond een propagan-
da-vergadering, die goed bezocht was. De heer
L. Bakker heette den spreker van den avond, ds.
Westmijse van Drachten, .'kom. Deze sprak
over „Oorlogssperwer en Vredesduif na 10 jaar”.
Spr. constateert dat het voor allen die den
vrede liefhebben een vreugde moet zijn, dat de
organisatie Kerk en Vrede bestaat, die als een
wachter op de muren scherp uitziet en ook
durft te zeggen, wat ze meent. Zij was het die
nog pas te Arnhem, toen de St. Eusebius-kathe-
draal, die anders slechts voor orgelconcerten
wordt beschikbaar gesteld, doch welke thans’ om
een zóóveeljarig bestaan van een regiment fees
telijk te vieren, werd gebruikt, in een gespierd
ingezonden stuk getuigde dat er velen zijn die
met walging en groeiende antipathie alle mili
tair gedoe gadeslaan, en niet wenschen mede te
werken aan versterking van het misverstand,
dat Christendom en militairisme bij elkaar zou
den hooren. Een misverstand, waaraan het oor
spronkelijke Christendom niet schuldig staat, dat
tegen het geweld was en dat steeds zuiver is
bewaard in tal van kleine secten die onbe
taalde rekeningen der Kerken doch ontstaan
is door het feit dat toen het Christendom z’n
knieval deed voor de Staatsmacht, het ook het
geweld is gaan steunen; dus een officieel
militairistisch Christendom ontstond, dat over-
heerschte in den na-Romeinschen tijd, in den
tijd ook van Cromwell en onze republiek en tot
in den tijd van Bismarck doorloopt.
De liberale overtuiging van den langzamen
vooruitgang, die voor Augustus 1914 zoovele
gemoederen in slaap suste en de meening deed
post vatten dat de evolutie de menschen gaan
deweg wel zoo zou verbeteren, dat een groote
oorlog niet meer te duchten was, werd weg
gevaagd door de gebeurtenissen van 1914’18,
welke spr. het publiek evenals een film wil doen
voorbijtrekken.
Inderdaad, de oorlogssperwer wierp zijn scha
duw toen wel donker over de wereld. In Frank
rijk en elders stonden de levende muren van
jonge mannen uit centrale en geallieerde landen
tegenover elkander en zóó werden onze ge
voelens afgestompt, dat we tenslotte geen inte
resse meer hadden voor de kleine indeukingen,
welke die muren soms kregen. Alleen de huis
moeder had nog belangstelling voor de krant en
wel voor de rubriek distributienieuws, want de
staat bemoeide zich immers met al onze levens-
benoodigdheden, met ons stukje brood en ons
kopje thee. Dan komen in October 1918 de ge
ruchten van wapenstilstand, Oostenrijk zinkt in
een, in Duitschland rollen de kronen over de
straat, de keizer komt als banneling in Neder
land. Het was een sympathieke gedachte van
den toenmaligen burgemeester van Groningen,
dat hij op dien Maandag, toen de wereldge
schiedenis hoorbaar langs onze deuren ging, de
klokken der kerken deed luiden en hunne voor
gangers uitnoodigde de menigte bij het groote
gebeuren van den vrede te bepalen.
„Kerk en Vrede”, inderdaad ze behooren bij
elkaar, en het is in onze versnipperende tijd' zoo
van beteekenis dat er een organisatie is, waarin
deze groote waarheid is uitgedrukt, uitgedrukt
voor alle groepen, want niet alleen de vrijzin
nigen kunnen in deze organisatie opgenomen,
vele ethisch orthodoxe predikanten en hunne
volgelingen telt men in haar rijen. Het was ech
ter niet het officieele Christendom, dat in No
vember 1918 het eerst weer de eenheid van alle
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.59, naar buiten fr. per post f 3.60.
Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aaa-huis verspreid
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Nederland en België.
Naar de Tel. meldt, heeft de Belgische
regeering aan onze regeering een nota doen
w_.. *oekomen met nieuwe voorstellen betref-
is. Ook al overspoelden de wateren de bergen, fendc de herziening van het Verdrag van
D e 1 7000 voor Neel.
Men schrijft aan de N. R. Ct.
Over de som gelds, die eenigen tijd ge
leden door een schildersjongmaatje In een
onbewoond huis te Alkmaar werd gevon
den met als eenige aanduiding „Voor Neel”,
is thans tusschen den vinder en den erfge
naam overeenstemming bereikt. Zooals wij
destijds meedeelden, had de vinder ge-
ëischt dat de schat van ruim f 7.000 als
„gevonden schat” zou worden beschouwd,
terwijl de erfgenaam van de familie Corner,
die het laatst het huis bewoonde, de heer
De Bruin te Rotterdam, het geld als hem
toebehoorende beschouwde. De kwestie
kwam in de gemeenteraad van Alkmaar,
waar B. en W. voorstelden het geld aan
den heer De Bruin uit te keeren. De stem
men staakten toen en de meening werd
geopperd, dat aan de kwestie een eind
zou komen, als de heer De B. den vinder
een behoorlijk vindersloon gaf.
Thans wordt ons medegedeeld, dat de
vinder f 500 heeft ontvangen en zich daar
mee tevreden heeft verklaard, zoodat aan
de uitkeering van den schat aan den heer
De Bruin nu niets meer in den weg staat.
Canada.
Dinsdagavond had in ’t Gerechtsgebouw
alhier een bijeenkomst plaats, saamgeroe-
pen door den agent van de Holland-Ame-
rika Stoombootmaatschappij, den heer K.
v. d. Brug alhier, ten doel hebbende aan be
langstellenden gelegenheid te geven inlich
tingen te ontvangen omtrent het leven en de
toestanden in het tegenwoordig veel be
sproken immigratie-gebied Canada aan de
overzijde van den Atlantischen Oceaan.
Mej. G. Veeman, die als dochter van een
farmer, een achttal jaren in de nabijheid van
Edmonton heeft geleefd en thans in die
streek als onderwijzeres werkzaam is en tij
delijk hier te lande vertoeft, had zich bereid
verklaard een schets te geven van de Cana-
leesche toestanden en inlichtingen te ver
schaffen over wat de aanwezigen zou inte-
resseeren.
De bijeenkomst, die, in tegenstelling van
die in den namiddag gehouden was, slechts
matig was bezocht, werd door den heer K.
v. d. Brug geopend met een woord van wel
kom die daarna het woord aan Mej. Veeman
gaf.
De spreekster, die op nog jeugdigen leef
tijd met haar ouders naar het nieuwe land
vertrok en de levensomstandigheden daar
te lande, speciaal op het land, goed heeft
leeren kennen, geeft een getrouw en onge
kunsteld beeld van het kolonisatiegebied.
Zij heeft het gezien, zooals het zich uitstrekt
van den eenen oceaan tot den anderen, van
den 49sten breedtegraad tot in de Pool-
zeeën.
Velen stellen belang in dit reusachtig ge
bied, hetgeen zeer begrijpelijk is, als men
bedenkt, dat de menschen hier zoo dicht
samengepakt leven, zoodat er nauwelijks
ruimte blijft om zich vrij te bewegen, als
men hier zwoegen en werken moet zonder
vooruitzicht naar een beter toekomst.
Het is dan ook voor spr. een genot, eens
iets te kunnen vertellen van het nieuwe va
derland. Canada geeft werkelijk betere kan
sen dan de oude wereld, omdat het in zijn
bodem onmetelijke schatten bergt, die wach
ten op gezonde, ijverige, stoere jongelui om
ze te delven. De onbekendheid met het land
maakt dat mei» huiverig is er naar toe te
gaan. Daarom is het goed de menschen in
te lichten.
Canada dan, voorzoover het bekend is, is
ongeveer 280 maal zoo groot als Nederland
en heeft evenveel inwoners, 8 millioen. De
helft van deze inwoners leven in het ooste
lijk deel van het land. Het grootste gedeelte
van Canada is bedekt met eeuwenoude bos-
schen en oerwouden. Daartusschen strekken
zich de onmetelijke vlakten uit,, die men
prairiën noemt. Hier groeit het dichte gras
telken jare hoog op, is nooit gemaaid, ver
welkt ieder jaar en bemest den grond op
nieuw. Deze eeuwenlange toestand heeft de
grond bedekt met ’n zeer dikke laag humus,
zoodat bij het in cultuur brengen in geen 20
jaar bemesting noodig is.
Deze prairiën beslaan een oppervlakte
van 1400 millioen acres (ruim 1 pdm.),
waarvan nog maar slechts ’n twaalfde deel,
110 millioen, bezet zijn. Hiervan is de helft
in cultuur. Zij vormen de graanschuur voor
een groot deel van de wereld. Hier trekken
de farmers naar toe en vinden er een goede
toekomst.
Buiten de tarwe, die hier verbouwd wordt,
levert het land ook nog andere schatten. De
mijnindustrie is evenzeer niet onbelangrijk.
De bodem is rijk aan mineralen, als goud,
koper, asbest, steenkool, terwijl er veel ge
daan wordt aan de vischvangst, de vangst
van pelsdieren. De landbouw staat echter
bovenaan.
De regeering heeft de geheele exploitatie
in handen. Dit is een groot voordeel. Want
waar de andere landen van de wereld allen
meer of minder schuldenaren van de Ver.
Staten zijn geworden, heeft Canada zich na
den oorlog niet tot deze geldmarkt behoe
ven te wenden. De belastingen worden er
steeds verlaagd en de staatsschuld wordt
geleidelijk afgelost uit het surplus van de
staatsinkomsten. Men berekent dan ook, dat
het land na 10 jaar financiëel geheel onaf
hankelijk zal zijn.
Inkomstenbelasting wordt eerst geheven
bij een inkomen van 2000 dollar, na aftrek
van 700 dollar voor ieder kind. Verder heeft
men nog de grondbelasting.
Het land is verdeeld in negen provincies.
Drie er van worden door de prairie ge
vormd, nl. Alberta, Saskatchewan en Mani
toba.
De prairie is uitgemeten in vierkante mij
len, die omgeven worden van i
weer te voorschijn; de bergen, ze zijn het vaste,
ze wortelen als in het ingewand van de aarde.
In geestelijk opzicht is het geweten zoo’n
berg, ons geloof in vrede, in broederschap in
de mogelijkheid dat eens gerealiseerd zal wor
den waarheen wij thans streven. Het vaste was
er ook in de harten van die Duitsche stokers
en machinisten, die in November 1918, toen de
regeering te Berlijn reeds onderhandelde over
de wapenstilstand, de vuren der oorlogsschepen
doofden, toen admiraal von Scheer, in revolu-
tionnair verzet tegen Berlijn, de uitvaart beval
om de Engelsche vloot slag te leveren; het was
er in de Engelsche mijnwerkers, die op een ge
geven oogenblik, toen de geallieerden de cen-
tralen na den vrede nog meer wenschten te
knechten, hun regeering toeriepen: „Laat af”,
en in de menschen der wetenschap, die elkaar
straks in de Rijnprovincie zullen ontmoeten om
te spreken over dë kwestie, hoe in de toekomst
de oorlog ook moreel buiten de wet te stellen.
Dat vaste is er in dien Pruisischen generaal Von
Schonaich, die na 30 jaar dienst, thans in ons
land protesteert tegen het militairisme, en van
dat vaste getuigt ten slotte toch ook nog, dat
hoe vaak de oorlogvoerenden ook in hunne
communiqué’s enz. den naam van God hebben
misbruikt, ze nimmer er in hebben durven ge
wagen van het Evangelie en Jezus Christus, daar
zij beseften, dat deze zich niet met den oorlog
verstaan.
Inderdaad: torenhoog staat het echt Christe
lijk idealisme boven de wateren, als een vuur
toren, waarop wij ons kunnen richten; wij zijn
niet pessimistisch als de schrijver van ’t Noach-
verhaal, maar gelooven in een gezindheid van
den mensch, die hem kan bekeeren, innerlijk
veranderen. Het is op dat geloof dat Kerk en
Vrede zijn hoop en zijn actie bouwt, allen zijn
daarin welkom, ook hier in Sneek, waar het
troepje van 20 leden nog hedenavond belang
rijk dient versterkt. Het is in dat geloof, dat wij
als de schrijver van het Noach-verhaal, aan den
hemel zien een zevenkleurige boog, niet, zoo
als de schrijver gelöoft, als een Godsbelofte dat
Hij geen zondvloed meer zal zenden, neen, wij
lezen daarin „God met ons”, niet ons in onze
strijd vóór Kerk en Vrede tegen den oorlog.
Het Vrijzinnig Kerkkoor had onder leiding
van zijn directeur, den heer Paul Gaillard, bij
den aanvang en in de pauze enkele liederen ge
zongen, voor welke verdienstelijke zang de heer
Bakker dit koor dank bracht, waarna hij ds.
Westmijse dankte.
vierkante mijlen worden onderverdeeld in
acres, terwijl 160 acres ’n zgn. „homestead'’
vormen. Zoo’n homestead nu geeft de regee
ring cadeau aan ieder die het wil bewerken.
Men mag zelf het terrein uitzoeken en ont
vangt het voor den tijd van drie jaar. Het
ligt afgelegen en is onbewerkt en onbe
bouwd, ieder moet er zelf zijn huis bouwen,
de benoodigdheden aanvoeren enz. Na drie
jaar moeten 30 acres gescheurd en 20 be
bouwd zijn. Is aan deze voorwaarde vol
daan, dan is het land eigendom van den
bewerker. Anders neemt de staat het terug.
Velen koopen echter liever gescheurd land,
omdat men dan de eerste jaren beter op de
oogst kan rekenen, die na scheuring het
eerste jaar nooit meevalt. De prijzen variëe-
ren van 2550 dollar per acre, d. i. 100
dollar per H.A. De koopsom wordt dan af
betaald met de opbrengst, waarvan nooit
meer dan de helft geëischt kan worden.
Huren komt in ’t algemeen niet voor.
Ook voor anderen dan boeren is er goede
toekomst. Vakmenschen zijn er weinig. Ge
brek is er aan timmerlieden, daar de huizen
allen van hout gebouwd worden. Metselaars
heeft men er niet noodig.
De levensstandaard is in Canada hoog
opgevoerd, men houdt er van goede en
degelijke kost. Vooral in den oogsttijd tracht
de eene huisvrouw hierin de andere te over
treffen. Men houdt er van, steeds van alles
het beste te koopen. Auto en radio heeft er
iedereen.
Aan loon betaalt men er den geschoolden
boerenarbeider 40-50 dollar per maand, bo
ven kost en inwoning. Dit geldt voor een
seizoen AprilOctober. De overige tijd van
het jaar moet men zich anders voorzien,
door hout te kappen en ander werk, wat er
in overvloed is. Sommige blijven zonder loon
op de boerderij. Er is voor deze menschen
volop werk en ze zijn moeilijk te krijgen.
In Mei wordt er gezaaid en in Augustus
geoogst. In dien dorschtijd wordt er wel
5—7 dollar per dag betaald.
Eenzaam is het leven er betrekkelijk niet.
In de dorpen, waar iedereen Zaterdags
heengaat om inkoopen te doen, is er altijd
wel iets te doen. Bioscopen vindt men er en
verwarmde ijsbanen, biljartzalen enz. Drank
en bier mogen in het publiek niet geschon
ken of gedronken worden. Het kan gekocht
worden in stadswinkels om het thuis te ge
bruiken.
De post gaat er niet verder dan het dorps-
kantoor. Alles moet er door buitenmenschen
worden afgehaald.
Scholen zijn er overal. Ook midden in de
prairie. Spr. zelf is onderwijzeres aan zoo’n
prairieschool, geheel alleen en heeft 8 lagere
en 2 hoogere klassen, waar zelfs wiskunde
wordt onderwezen. Het aantal leerlingen is
natuurlijk gering, doch bestaat uit alle na
tionaliteiten. De leerplicht duurt tot 15 jaar.
In de hoofdsteden der provincies is het
onderwijs goed geregeld alsook het land
bouwonderwijs.
Op het land ^taat men 5 uur op en werkt
er met enkele tusschenruimten tot ’s avonds
6 uur. ■*'4'
Het klimaat is in de provincie prachtig
De zon schijnt er alle dagen, het geheele
jaar door. Zomers kan het er wel warm
worden, maar doordat de lucht zuiver is,
heeft men er geen last van. Zoo gaat het
ook met de koude. Een temperatuur van 0
graden Fahrenheit vindt men er heerlijk.
Soms zakt deze tot 4048 graden, doch is
dan nog beter te dragen dan hier 1012
Het sterftecijfer is dan ook nergens ter
wereld zoo laag dis in de prairies van Cana
da. Rotten of 'schimmelen van schoenen,
kleeren enz., zooals hier, is er onbekend. Om
het klimaat alleen zou men de menschen
aanbevelen, naar Canada te gaan.
Wie is nu geschikt er naar toe te gaan?
De Ver. Staten hebben iedereen tot zich ge
trokken. Alles wat elders niet meer wezen
kon ging naar Amerika. Dat heeft zich ge
wroken. Thans is het een land, dat over
loopt van misdadigers. In Canada wil men
dat_niet en ziet er op toe, dat zulke elemen
ten niet binnenkomen. Hollanders wil men
er graag hebben. Maar men moet kunnen en
willen werken en niet tegen ongemakken
opzien. Geld is niet beslist noodig, doch wel
zeer gewenscht, dat men iets bezit. Tevens
moet men zich voorstellen dat wat men hier
geleerd heeft, daar van weinig waarde is.
Dus moeten de gebruiken van voren aan op
nieuw geleerd worden. Wie dus een farm
(boerderij) wil koopen, moet eerst in de leer
gaan bij een andere farmer. Hieruit volgt,
dat men liefst geen huishouden moet heb
ben te onderhouden.
Alles saamgenomen dan is Canada wel
een land, waar voor goede werkers een
betere toekomst te bereiken valt.
Na deze uiteenzetting werden door enkele
-aanwezigen verschillende vragen gesteld,
wegen. Deze j die door Mej. Veeman uitvoerig werden be-
Directie Mr M J BOS en
Mr J. WILKENS
Gepl. Maatach Kap. f 8 750.000
en Reserves
Hypotheken ^3 000.000
Pandbrieven f 70 000.000
Rijksmiddelen.
De Rijksmiddelen hebben in December
1928 f43,209 000 opgeleverd, of f3,397.000
mier dan het jaar tevoren. Voor het ge
tijen volgen ten opzichte dezer vraagstukken „ï?ar1?28 was de opbrengst
immar rl o-iol f rit» 1«<n 1 urn Q Tl
A. P. bv. nu dankbaar zijn voor haar ontwape- beteekent van f 6.826.000.
Een goede vangst.
Een Medemblikker visscher achtte zijn
netten, welke door de vorst in zee waren
gebleven, verloren door den dool kon hij
volken verkondigde, dat deed de Spaansche
griep, die als een worgengel over de aarde trok
en van alle volken zware offers eischte.
Nu, na ruim 10 jaar, wenscht spr. nog eens
bij al dat gebeuren stil te staan, als een drama
nog eens op het tooneel te brengen, daarbij als
coulisse kiezend dat Oud-Testamentische ver
haal van den Zondvloed, dat terug grijpt tot
naar de wieg der menschheid, en waarvan de
schrijver de vertelstof gebruikt als voertuig voor
zijn eigen gedachten. Die groote vloed bracht
het water 15 ellen boven de toppen der bergen,
zegt de schrijver en hoe geboeid waren wij in
onze jeugd al niet door dat verhaal van Noach,
die zich met de zijnen redde in de ark, en ten
slotte de duif uitzond als verkenner of de aarde
weer veilig was.
Tien jaar geleden is het nu sedert de oorlogs-
wateren alles overspoeld hebben wat er vast
stond onder de menschen. Daar was de moraal,
die voor 1914 dan overheerschend de burger
lijke moge geweest zijn, ze was er toch, maar
werd overspoeld; goede trouw, eerlijkheid, ook
een zekere handelsmoraal, ze verdwenen, de
crisisjaren brachten de schimmelplant van den
kettinghandel met zijn diefjes en diefjesmaat,
die dit soort menschen met lichaam en ziel vast
klonk aan de aarde. De levenslust en energie
der jongeren vond tijdelijk geen uitweg, en
zocht er een in het holle vermaak van bioscoop
enz., terwijl roeping en taak braak lagen. Dat de
oorlog en al wat daarvan het gevolg was kon
komen en alles overspoelen, bewijst wel dat er
iets niet in orde was met het officieele Chris
tendom, dat de lijn uit het oog had verloren van
het oude Christendom der secten, waarin geen
plaats was voor het geweld. Trouwens de in-
consekwentie van den staat, die pastoors, ka
pelaans en dominees vrij stelt van den dienst
en van de a.-r. en andere partijen die deze vrij
stelling accepteeren, bewijst reeds dat niet ge
heel ook door de heidensche Staat uit
het oog verloren is, dat Evangelie en oorlog niet
bij elkaar hooren.
Het is de heerlijke taak van Kerk en Vrede,
die oude lijn weer te voorschijn te brengen en
te volgen, daarbij vooral ook gesteund door de
jongeren, waarom spr. met verheugenis con
stateert het anti-militairistisch streven bv. bij de
Doopsgezinde jongeren. Duidelijk toont profes
sor Heering in zijn boek: „De zondeval van het
Christendom” aan, dat dit Christendom en het
militairisme niet bij elkaar hooren, dat het een
schande is dat Christenvolken gewapend en in
oorlog tegenover elkaar staan, waar de eerste
bladzijde van den bijbel reeds schande over de
broedermoord spreekt. Spr. deelt mede dat ds.
De Vos hier 4, 11, 18 en 25 Februari over dit
boek een cursus zal geven.
Tien jaar is het nu geleden dat de vredesduif
wegschoot over de wateren, en wat zien we?
Allerwege toenemende bewapening. Frankrijk
besteedt 6 milliard fres. ttan de versterking zij
ner grenzen tegen Duitschland en Italië, de Ame-
rikaansche oorlogsbegrooting bedraagt 700 mil
lioen dollar, China gaat in Shanghai een vloot-
basis inrichten, de Fransche staatsuitgaven wor
den voor 77 in beslag genomen voor oorlogs
doeleinden, ondanks Kellogg-pact en Volken
bond, tractaten trouwens, die bij uitbarsting van
een conflict maar als vodjes papier beschouwd
worden. Deze oorlogstoerusting toont wel aan
dat de oorlogssperwer nog leeft en als een don
kere schaduw het leven der jongeren bedreigt.
Voorspeld wordt een tweede wereldoorlog, en
we denken aan de verschrikkingen, welke dan
de gifgassen zullen veroorzaken; onderscheid
tusschen soldaat en burger zal er niet meer zijn
en alles zal ingelijfd worden in één militair re
gime., Daarom is het zoo noodig ook de oude
lijn van het Christendom weer te voorschijn te
brengen, want de lijn die Rome en Dordt in
dezen volgen is afval van het oude Evangelie.
De organisatie Kerk en Vrede staat sterk in
haar actie omdat de Kerk, anders dan de poli
tieke partijen, geen grenzen kent, zij zich beroe-
pen kan op de machtige geestelijke beweging
van het Christendom, welke spreekt tot alle be-
schaafde volken. Buitendien, alle politieke par-(. tnoo
tijen volgen ten opzichte dezer vraagstukkenJaar ‘928 was de
niet immer dezelfde lijn; al kunnen we de S. D. 492 305.009, hetgeen een vermindering
r» u.. Ji.i-ixkniAoLart* wam f A
ningsactie, we weten ons ook nog te herinneren,
dat Schaper in Augustus 1914 naar de grenzen
wilde en Troelstra zijn zoon voor het militai
risme beschikbaar stelde.
We weten dat er telkens meer begenadigde
jongelui komen, die dienst weigeren, maar zul-- -
len niemand tot zoo’n feit aansporen, omdat ef, bijkomen en bleken zij onbeschadigd te
een zaak van het geweten zelve is. Bij de door- z,'in- Hij kon bovendien een vangst van
snee jongelui van tegenwoordig vinden de 10.009 haringen ophalen,
prachtige waarheden ook geen voedingsbodem,
die voelen meer voor een pretje, maar als het