der gemeente Sneek Officieel orgaan I 4 I Dit No. bestaal uit 4 bladen. Natuurkundig Genootschap Oiliciëel Gedeelte. Niouwitijdiagau 2 45a Jaargang Znterdn* Januari 1999 Eerste blad No. 33 t. NATIONALE BANKVEREENIGING Behandeling van Verhuring van H.L. 22.7 30.9 34.1 31.2 36.9 36.8 H.L. 17.6 24.6 24.5 24.2 28.6 27.4 K.G. 517 626 600 574 636 755 1927 4675 5515 6225 7250 1928 4150 4520 4975 6125 alle ASSURANTIES SAFELOKETTEN. app. H.L. 157 207 238 243 253 260 SMEEK I Uitgave KIEZEBRINK Co. 1886 1906/10 1911/15 1916/20 1921/25 1926 De SNEEKER COURANT is een Rectificatie. Opbrengst per H.A. ii' Opbrengst hooi I slachtelijke weg is het moeilijken Dragers werd veroorzaakt I Men deelt ons mede dat het bericht in ons vorig nummer opgenomen en ontleend aan het Friesch Dagblad, betreffende ver koop van den winkel aan het Grootzand van den heer Christian aan den heer Nauta, van allen grond ontbloot is. Het huis aan de Schoolstraat, eigen aan den heer Pijlgroms alhier, is onderhands aangekocht door den heer Feitsma. GROOTZAND 32 K.G. zwavel zure ammoniak per H.A. 0 100 200 300 NIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (72e Jaargang) grond voor; bij regen worden de fijnste klei- deeltjes nu dieper den grond ingevoerd, waar nog minder poriën zijn, die dan door die deeltjes verstopt worden; daar, ongeveer 40 c.M. onder de oppervlakte, vormt zich dan die keiharde, geen waterdoorlatende laag (de knip) met het gevolg dat het water daarboven staan blijft en de grond verzuurt. De spoorlijn naar Leeuwar den is de grens tusschen het min of meer ver zuurde en niet verzuurde land hier. Grasland is voor waterafvoer ’t best te helpen met drainage. Daarna zet spr .uiteen hoe men langs colori- metrische weg de zuurgraad van een grondsoort bepaalt; in de praktijk spreekt men meer van kalktoestand, een kalktoestand van 10 betee- kent dat per 1000 K.G. grond 10 K.G. koolzure kalk toegevoegd zou moeten worden om de grond neutraal te krijgen. Iedere plant ontwik kelt zich het best bij een bepaalde kalktoestand; zoo groeit rogge het best bij 5, haver 5, bieten neutraal, de vlinderbloemigen bij -j- 2, aardappelen geven het hoogste zetmeelgehalte bij neutrale grond, doch een toestand van 12 is de meest gewenschte, omdat bij die toestand de schurftziekte in bedwang wordt gehouden. Een tekort in de kalktoestand veroorzaakt allicht een vermindering van opbrengst van 20 Hier in de buurt zijn tal van gronden te zuur. Spr. vond een perceel met 18, doch bekalking bracht hier het eerste jaar geen noemenswaard verschil in hooi-opbrengst; de oorzaak daarvan dient gezocht in de onmogelijkheid de kalk bij grasland behoorlijk door den bodem te werken. Goede drainage zal eenige verbetering kunnen brengen. t lo. De betere kennis van bouw en structuur van den grond. Niet alleen de voedzaamheid van den grond, ook de waterhoudendheid en de zuurgraad spe len voor het opbrengstvermogen een rol. In het algemeen zal bv. de voedzaamheid voor de plant van een grasland hier bij Sneek (klei) grooter zijn dan van een grasland op veengrond in Z.-O. Friesland. Maar in een droge zomer kan het best zijn dat het laatste veel meer opbrengt, omdat het eerste door scheuren in de oppervlakte spoe dig uitdroogt en de plantenwortels afsterven, terwijl veengrond genoeg water in zoo’n zomer houdt. Grond is een mengsel van verwerings- gesteenten en zijn structuur stelt men vast met behulp van een slibproef. Van een grasland bij Sneek vond spr. dat de grond bevatte 15 humus, voorts le. 48 deeltjes kleiner c.... 0.002 m.m., 2e. 17.5 kleiner dan 0.02, 3e. 17.2 kleiner dan 0.2 en 4e. 1.5 kleiner dan 2 m.m. Daar klei de grond is, waarbij 66 be staat uit deeltjes kleiner dan 0.002 en 0.02 m.m. hebben we hiermee klaarblijkelijk te doen; bij zand zijn de fracties 3 en 4 het grootst, bij leem fracties 1 en 2, maar is fractie 2 grooter dan 1. Door de grootte der deeltjes bij zand is er geen capillaire werking en is de waterhoudend heid dus gering. Daarom wordt bij ontginning het opname-vermogen verhoogd door toevoe ging van een bindmiddel, een stof van zeer fijne deeltjes, die wel het water vasthouden. Bij klei zijn de poriën daarentegen zoo nauw dat ze wel het water vasthouden; hevige regen ver oorzaakt dan echter weer dat het vele water in den bodem toevoer van lucht afsluit, die de wortels moeilijk kunnen ontberen, de wortels gaan rotten, terwijl door de armoede aan zuur stof de anaerobe bacteriën zich kunnen ontwik- u kelen en moerasgras, boterzuur enz. zich in den standen van voor 1869. Op die partij brenge bodem vormt, in één woord: de grond verzuurt, men dan ook straks zijn stem uit. i Hier moet dus de gulden middenweg bereikt: Hierna werd gegeven ’t tooneelstuk „Onseen goede waterhoudendheid naast een goede ventilatie van den bodem. De laatste wordt ver kregen door het streven naar een kruimelstruc- tuur, de kruimels houden veel water vast, ter wijl door de ruimten tusschen de kruimels on derling het water snel kan afvloeien. Ter ver krijging van deze structuur bij zandgrond ge bruikt men humus als bindmiddel, ook groen- bemesting. enz. Kalk kan de structuur van klei verbeteren; het poriëngehalte wordt er door verhoogd om het water sneller af te voeren. Dit alles kan op bouwland, omdat men daar een geschikte gelegenheid heeft de grond met kalk goed te mengen. Voor grasland gaat dit niet op, omdat daar gescheurd zou moeten worden. Hier om Sneek komt dan ook nog al veel ontkalkte H.L. 21.7 22.5 24.7 25.8 31.° >32256 27.9 34287 In de Harmonie sprak Woensdagavond voor het Natuurkundig Genootschap de heer dr. J. Oosterhuis alhier over „Oorzaken van de snelle vooruitgang van den landbouw”. De wereldoorlog met zijn voedselnood heeft in tal van landen het vraagstuk hoe zelf te voor zien in de levensbehoeften van het volk acuut gemaakt in Engeland, in bijzonder ongun stige omstandigheden verkeerend, is sedert dien zeer veel aandacht besteed aan cultuurvraag- stukken en ook in Nederland gebeurt dat. En dat is noodig, want onze bevolking is van 2 a 3 millioen zielen in 1820 gegroeid tot 7 millioen, zonder dat de uitbreiding der bebouwde opper vlakte daarmede gelijke tred kon houden; meer intensieve bebouwing is dus noodig. Heeft Mal thus in 1798 de kinderbeperking aanbevolen als middel om de bevolking in staat te stellen steeds voldoende levensbehoeften ter beschik king te hebben, de tegenstanders van dit middel hebben grootendeels gelijk gekregen, toen zij betoogden dat waarschijnlijk verhooging der opbrengsten door meer intensieve cultuur ook een groeiende bevolking van levensmiddelen zou kunnen blijven voorzien. Die verhooging is in derdaad ingetreden en blijkt voor Nederland sprekend uit het staatje hieronder: DIENSTPLICHT. JAARLIJKSCH ONDERZOEK in 1929. De BURGEMEESTER der gemeente SNEEK brengt ter openbare kennis, dat be houdens onvoorziene omstandigheden in JUNI a.s. het jaarlijksch onderzoek zal plaats hebben voor de gewone dienstplich tigen der landmacht van de lichtingen 1917 en 1920. Plaats en tijd van het onderzoek zullen nader worden bekend gemaakt. SNEEK, 25 Januari 1929. mentaire stelsel, omdat ze met alle demo cratische elementen van andere partijen wil en kan sarnenwerken en die het land be waren wil voor de terugkeer van de toe- De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60. Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Oauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega. IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemlrdum, Wyckel, Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting. Feestavond Vrijz.-Dem. Tooneel- en Muziekclub. Dinsdagavond gaf de Vrijz.-Dem. Too neel- en Muziekclub een feestavond in de Harmonie, welke flink bezocht was. Na muziek van een voortreffelijk orkestje, werd opgevoerd de een-acter „Volkomen in zijn recht” van Mevr, van OostenMös- singer, een propaganda voor een betere hu welijkswetgeving, dat zeer goed werd ge speeld. Daarna hield de leider der partij de heer Mr. Marchant een korte rede over de betee- kenis van de naderende verkiezingen. De ge dachten in het gespeelde tooneelstuk neer gelegd, zullen het publiek zich hebben doen afvragen: hoe is het mogelijk dat we hier in Nederland nog leven onder een wetge> ving, welke zulke toestanden mogelijk maakt en hoe brengen we daarin verandering? Deze toestand is mede mogelijk omdat alles in het staatkundig leven zoo langzaam gaat, al zou men dat niet zeggen als men eens nagaat wat in de eerste 29 jaren der 20e eeuw de tijd dat spr. in de volks vertegenwoordiging zitting heeft is be reikt. Zoo in het begin der twintigste eeuw kwam als regel een arbeider nimmer buiten de plaats zijner inwoning. Ontzaglijk zijn verbeterd ook -de woning- en hygiënische toestanden. Spr. volgde te Deventer als wethouder een liberaal op, die tegen een tram was omdat vrachtwagenverkeer voor- deeliger was voor de Deventer zakenlieden, tegen een waterleiding omdat die te duur was, tegen een wandelpark omdat het geld kostte: alle verbeteringen werden tegen ge houden omdat er geld voor moest worden uitgegeven; op verkiezingsvergaderingen te platten lande dronk men geregeld jenever, nu ziet men dat niet meer. Een reusachtige vooruitgang dus toch, die verkregen is om dat de gedachte sedert dien ingang heeft gevonden dat men onhoudbare toestanden niet met kleine middelen als die der liefda digheid, wegneemt, doch met groote midde len, door ingrijpen der overheid moet be strijden. Als wij daarover vroegen spraken, zeiden de liberalen van ons op verkiezings vergaderingen dat als de radicalen hun zin kregen een boer achter de ploeg zelfs z’n neus niet zou kunnen snuiten zonder proces verbaal op te loopen omdat hij z’n neus niet had gesnoten volgens artikel zooveel van die-en-dié-wet! Wij zijn tegen dit soort be strijding opgetornd en hebben aangetoond dat de vrijheid der liberalen moest leiden tot de vooruitgang alleen van hen, die de eco nomische macht en het geld hebben in de maatschappij en dat de vaak meer begaaf den uit ander milieu niet omhoog zouden kunnen komen. De taak van de wetgever is uit het volk te halen wat er in zit, alle krach ten daaruit omhoog te laten komen, om pp die wijze het peil van beschaving en voorï^ brenging ten bate van dat geheele volk te doen stijgen. Dat is de leidende gedachte in ons pro gram: de kansen op ontwikkeling dienen voor alle leden onzer gemeenschap gelijk gemaakt, gelijke ontwikkelingsvoorwaarden dus, een politiek zoo uitnemend weergege ven in de titel van het tooneelstuk dat straks nog zal worden gegeven: „Ons geluk is dat van anderen”. Zij die veel over vrijheid spreken, hebben Wat zijn nu de oorzaken van de toeneming der opbrengsten per H.A. van wel 60 terwijl op dit gebied nog zeer veel gedaan kan wor den? Die oorzaken zijn een viertal, nl. lo. de betere kennis van bouw en structuur van den grond; 2o. de toenemende kennis omtrent de bemestingsleer; 3o. de bestrijding der planten ziekten; 4o. de veredeling der gewassen. Bij elk dezer vier punten zal spr. een oogenblik stil staan. Tarwe Rogge Erwten Suiker- Aard- Vlas bieten K.G. 21760 30129 31700 29520 Het tweede punt is: De bemesting met kunst mest. Waren reeds in het begin der 19e eeuw eenige ontdekkingen gedaan betreffende de stoffen, welke de planten voor den groei absoluut be hoefden, Liebig bracht die theorieën in 1840 in praktijk door toevoeging dier stoffen, kali, fos for, kalk en stikstof aan den grond. Van dat jaar dateert de triomf der kunstmest. Stassfurt en de Elzas leveren de kali. In praehistorische tijden moet bij Stassfurt een haf zijn geweest, waarin het water geleidelijk indampte en ten slotte de zouten uitkristalliseerden, de gemakkelijk oplos bare kalizouten later dan het steenzout, waar van 300 M. dikke lagen voorkomen. Om bij dat steenzout te komen moest men eerst de laag kalizouten verwijderen, waarvoor men vroeger geen debouché had, doch dat sedert 1840 als kunstmest uitstekende diensten bewijst. Fosfor wordt de planten verstrekt in den vorm van fos faten. Super wordt op kleigrond, Thomas-slak- kenmeel op veengrond gegeven. De kalk wordt als mergel, kluitkalk enz. verstrekt; zeer belang rijk is de stikstof, waarvan we hebben de Chili- salpeter en de zwavelzure ammoniak; 'hoe meer de laatste verbruikt wordt, hoe goedkooper ze kan bereid, zoodat in de concurrentiestrijd tus schen deze twee stoffen de Chili-salpeter wel het loodje zal moeten leggen. Het spreekt dat elke landstreek en grondsoort z’n bepaalde behoeften betreffende bemesting heeft; om inlichtingen daaromtrent te verschaf fen zijn de landbouwproefstations ontstaan. Er mag nog wel eens op gewezen dat bij het ge- dan V’ruik van zwavelzure ammoniak op klei de kalk rin den grond met het zwavelzuur gips vormt, zoodat deze grond ontkalkt wordt en als er niet op wordt gelet, de structuur geheel in de war raakt. Wat echter met kunstmest valt te bereiken blijkt uit een proef op 4 veldjes aan de O. B. W. boerderij bij de Domp genomen. Elk veldje had bovendien 400 K.G. superfos faat gekregen. Wanneer op eenzijdige wijze bemest wordt kunnen ziekten optreden. Zoo deed de Hoog- halensche ziekte in die streek de oogst misluk ken omdat voortdurende bemesting met zwavel zure ammoniak de grond ontkalkt had, een kalk- bemesting haalde de zuurgraad toen omlaag. De 1 Veenkoloniale haverziekte -- door bacteriën, welker groei bevorderd werd door de overmaat van kalk, welke ’t land kreeg door de aanwezigheid van veel mosselschalen van de mossels, waarmee het land een stikstof- bemesting kreeg. het in den regel goed en bekommeren zich niet om het lot van anderen. Waarom is nu ,al is er veel vooruitgang, de wetgeving op tal van terreinen ook bv. op dat der huwelijkswetgeving, zoo achter lijk? Er is onder alle partijen geen enkele, waarvan ten minste niet een deel bv. verbe tering der huwelijkswetgeving wil en de zeg genschap der vrouw, met name ook over de kinderen, vergrooten; wie geen vreemde is in onze rechtspraak kent afschuwelijke staal tjes van de huidige misstanden op dit ge bied. De R.-K. en C.-H. bepleiten inderdaad ook ernstig verbetering op dit gebied, maar de A.-R. zijn er griezelig van, zij vreezen dat hun beginsel: de man hoofd van hel gezin, er eenigszins door aangetast zal wor den en dan verder geleidelijk zal worden af gebroken. Zij vreezen deze verbetering zoo zeer dat zij zelfs den a.-r. minister van justi tie een herziening op dit gebied niet durven opdragen. De vrouw blijft op deze wijze het slachtoffer. Nu zijn inderdaad de huidige toestanden, onder een extra-parlementair kabinet niet gunstig voor een verbetering op dit gebied. Het kabinet onthoudt zich van voorstellen welke op het terrein van den politieken strijo liggen en men zal dus moeten wachten op een parlementair kabinet voor deze zaak kan aangevat, waarom spr. nu even over de komende verkiezingsstrijd wil spreken. We hebben ons kiesrecht om het volk in staat te stellen zelf te beslissen in welke richting het zal worden geregeerd. Maar als dat zoo zal zijn, moet er een waarborg zijn, dat de samenstelling van het kabinet achter de ministerstafel klopt met de parlementaire meerderheid, bij de verkiezingen verkregen. Vandaar onze eisch dat het parlementaire stelsel in de praktijk gevolgd wordt door samenstelling van parlementaire kabinetten, anders is er geen harmonie tusschen regee- ring en volkswil, en is uitoefenen van het kiesrecht een ijdele formaliteit. Als hier gebeurde wat in Italië, Spanje, Polen, Servië heeft plaats gehad zou ons democratisch staatsrecht in een oogwenk tegen de vlakte liggen, omdat dan niet meer de richting onzer wetgeving bepaald zou worden door het volk zelf. Wij hebben nog niet zoo heel lang geleden zelf onze ko ninklijke kabinetten gehad, nl. in de pe riode 1848—1869, na de grondwetsherzie ning van Thorbecke. Eerst in 1869 is door de praktijk beslist dat de macht bij het parlement en niet bij de koninklijke ka binetten lag. En zoo kan de praktijk ook, zonder grondswetsherziening of iets der gelijks, van de parlementaire kabinetten weer terugkomen tot de koninklijke van voorheen. Daarom moeten we zorgen dat in de parlementaire praktijk de parlementaire kabinetten weer ingevoerd worden. Wij nemen als vaststaand aan dat de meerder heid van het Nederlandsche volk democra tisch gezind is, democratische elementen tellen immers ook de C.-H. en R.-K. in hun gelederen. De kunst is nu die democratische elementen uit alle partijen te overtuigen dat alleen een democratische politiek mo gelijk is als al die elementen samenwerking zoeken. Hier in Friesland ieder die het oor te luisteren legt weet het bestaat onder de C.-H. absoluut geen neiging meer samen te werken met de katholieken, en de C.-H. kiezers zullen als hier C.-H. spre kers optreden goed doen hun te vragen een definitieve uitlating over die samenwerking te geven; wat die dan toch wel niet zullen doen omdat, al zijn die sprekers nu anti papistisch, straks na de verkiezingen toch misschien wel zal getracht worden het met de R.-K. eens te worden. Maar als dat gebeurt is de democratie verkouden, en daarom kunnen de kiezers niet beter doen dan alleen die partijen te steunen die in de parlementaire praktijk het zuiverst in de leer zijn. Dat is onze partij, die niet is anti-clericaal, in het midden staat van de strijd om de handhaving van het parle- in Australië deed deze bladluis weinig schade en het bleek, dat daar zijn natuurlijke vijand, een schildluis, voorkwam, die in Californië ontbrak. Door ook deze schildluis naar Amerika over te brengen werd geleidelijk weer het evenwicht hersteld. Een evenwicht waarvoor de natuur, aan zichzelf overgelaten, steeds zorgt; men heeft bv. uit de boeken van een maatschappij die reeds honderden jaren in pelzen handelt, kunnen nagaan dat het aantal poolvossen regel matig schommelt met het aantal lemmingen, hun vijand. Een bepaalde vlindersoort doet hier geen schade, deed dat echter wel toen ze in Amerika werd ingevoerd, omdat daar haar natuurlijke vijanden, roofvliegen en schimmels, ontbraken, die toen ook geïmporteerd werden. Hier hebben we dus te doen met ziekten door dieren veroorzaakt, thans iets over plantaardige veroorzakers daarvan. Het moederkoorn tast de rogge aan, schimmels dringen de korrels bin nen en vormen daar door een net van schimmel- draden een korrel, welke geweldig giftig is en bij den mensch de kriebelziekte, soms gevolgd door den dood, veroorzaakt. Door machinale zuivering kan men thans verhinderen dat deze korrels tusschen de goede roggekorrels komen. De bestrijding der ziekte kan geschieden door het maaien zoo spoedig te doen geschieden, dat de moederkoornkorrels nog niet op den grond vallen om deze te infecteeren, voorts dient zaai zaad genomen dat absoluut vrij is van de ziekte en ook drainage helpt. De roest in het koren is ook een schimmel ziekte. Deze schimmel vormt zomer- en herfst- sporen. De zomersporen hebben de bladen van de berberis noodig om herfstsporen te vormen, die dan weer het winterkoren aantasten. Men dient dus de berberis te verwijderen uit de na bijheid van graanvelden, doch dit blijkt niet afdoende, omdat de herfstsporen toch ook op 'het graan zelve kunnen worden ontwikkeld. De brand in het koren kan door de zeer fijne sporen (stuifbrand) een geheel haverveld in kor ten tijd aantasten. Door desinfectie van de graankorrels kan uitbreiding voorkomen, daar de infectie plaats heeft bij het ontkiemen van de plant. De aardappelziekte veroorzaakte in 1845 in Ierland en ons land hongersnood. Aan den on derkant der bladen treden gele vlekken op, die zwart worden, en aan welker rand een witte laag zit; de bladen sterven af, de knol blijft klein, de oogst mislukt. Door microscopisch on derzoek kon deze ziekte als een schimmelziekte worden geïdentificeerd. De schimmeldraden dringen in de intercellulaire ruimten der blad- cellen en zuigen deze uit, de schimmel komt dan door de huidmondjes van het blad weer naar buiten, sporen worden gevormd en zoo ver spreidt de ziekte zich. Besproeiing met een mengsel van kopersulfaat en gebluschte kalk is het bestrijdingsmiddel. De spórenvorming ‘heeft het snelst plaats bij vochtig warm weer; door een samenwerking van onze meteorologische dienst en de phytopathologische dienst (dienst ter bestrijding van plantenziekten) worden de aardappelverbouwers tegenwoordig tijdig ge waarschuwd wanneer het weer gunstig is voor sporenvorming en zij dus met succes kunnen bespuiten. Reeds in 1845 bleek dat sommige aardappel planten beter resistentie-vermogen tegen deze ziekte hadden dan andere. Door aardappelen van deze planten te pooten kon men deze eigen schap in bepaalde soorten vastleggen. Dit brengt spr. tot punt 4o.: De veredeling der gewassen. Deze veredeling kan, waar we een plant langs ongeslachtelijken weg kunnen vermeerderen, nog al gemakkelijk plaats vinden, zooals we bij den aardappel zagen. Bij de ge- o- 5 van het complex erffactoren van een wezen zijffitie chromosomen, in elke celkern aanwezig, welke zich bij de kerndeeling ook weer splitsen, zoodat elke nieuwe cel weer een compleet stel van der gelijke erffactoren heeft. Bij de bevruchting wordt dus het aantal chromosomen bij de ver- eeniging van beide kernen verdubbeld, doch er is een bepaald moment, dat der reductiedeeling, waarbij het dubbele aantal weer op het enkele wordt teruggebracht. Door de vereeniging van de chromosomen van moeders- zoowel als va derszijde, kan men tallooze combinaties van er felijke factoren krijgen. Is bv. ’n soort aardappel resistent tegen de aardappelziekte, doch heeft deze een niet zeer hoog zetmeelgehalte en wordt deze gekruist met een die niet resistent is doch I I' Spr. komt zoo als vanzelf tot het derde deel van zijn onderwerp: 3o. De bestrijding der plantenziekten. Reeds Aristoteles en Plinius ge wagen van dergelijke ziekten. Over de bestrij ding hier het een en ander. In 1890 liep de geheele Californische citroen- oogst gevaar door de verwoesting van een, naar het bleek uit Australië geïmporteerde bladluis; dan ook straks zijn stem uit. Geluk is dat van anderen”, door Politicus. I De schrijver heeft reeds meer van dit werk I van V.-D. propagandistische strekking geleverd en wat ook nu opviel was de vlotte dialoog, waardoor de bedrijven nergens saai waren, anders een gevaar bij stukken van dit soort. Over het geheel werd het goed ge speeld, sommige der optredenden waren zelfs uitstekend. Muzieknummers volgden, terwijl het slot woord werd gesproken door den voorz. van de kieskring, de heer Ritmeester. Het was een opwekking tot aansluiting bij deze partij. Er was bal na.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 1