1
l
Officieel orpan
der gemeente bneek
I
annex SNEEKER COURANT (72e Jaargang)
Dit No. bestaat uit 3 bladen
Ij
Hl
Xuterda* fl<& Fehrsaarl 19^9
Eerste blad
No. 39
Klachten over het gas.
|l
45- Jaargang
Uitgave KIEZEBRINK A Co.
i
De SNEEKER COURANT is een
stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60.
UitH* I Uedeelte
i
te rol moet vervullen maar toch een schoone de Katholieken de kunst, in het bijzonder j rochie gewerkt. Spr. eindigt met de wensch schoone in uw leven bij U in herinnering
Maatregelen ter bestrijding van den nood.
Naar wij vernemen hebben B. en W. de
zer gemeente in verband met de door de
koude teweeggebrachte nood besloten:
lo. De normen der steunverleening aan
uitgetrokken werkioozen te verhoogen;
2o. in overleg met het Burgerlijk Armbe
stuur toegezegd mee te zullen werken aan
de verleening van ruimere onderstand;
3e. maatregelen te nemen om voor be
paalde categorieën der bevolking gratis
cokes beschikbaar te stellen;
4e. de bijslag der baanvegers tijdelijk te
verhoogen;
5e. met spoed een comité bijeen te roepen,
ter bevordering van steun aan diegenen, die
door de bovengenoemde maatregelen nie
bereikt worden.
Eenige bestuursleden der afd. Sneek van de Nederl. Ver. van Huisvr.
hebben een onderhoud met den directeur der gemeentebedrijven gehad over
de klachten inzake het gas. Naar aanleiding daarvan schreef genoemde
directeur een artikel in het orgaan der afdeeling „De Sneeker Huisvrouw”,
dat wij ons veroorloven hier in extenso over te nemen.
ons de muziek daarvoor geschikt en be
stemd. Daarnaast heeft kapelaan Stoverinck
als door opgevat, n.l. dat ze dient te
strekken tot meerdere eere Gods en grootere
zijn hier nog vele jaren te mogen arbeiden
en zijn werk voort te zetten en dat ook als
hij vertrokken is, op de grondslagen door
hem gelegd voor de waardeering van de
kunst onder ons, zal mogen worden voort-
I
'Sa
nieuwe leidingen. Een afdoend middel tegen deze plaag moet nog worden
gevonden.
Alleen ruime dienstleidingen kunnen hier helpen, die een kleine ver
nauwing kunnen verdragen, alvorens last te veroorzaken. Doch indien een
klacht de gasfabriek bereikt, is dit euvel spoedig verholpen. Alleen, opgra
vingen in bevroren grond zijn zeer moeilijk, en in verband daarmede is
directe en afdoende hulp niet altijd mogelijk.
Komen wij thans aan de meter, het eerste teere punt. Velen wenschen
eert' kleine meter, ten eerste om de lagere meterhuur en ten tweede omdat
eert kleine meter mooier wordt gevonden of dat men geen plaats heeft voor
een grootere. Doch met een te kleine meter brengt men de goede voorziening
in gevaar en zoo zijn er nog zeer vele veel te kleine meters in gebruik.
Verschillende gevallen zijn mij bekend, dat een 3 lichtsmeter het werk
moest doen van een 10 of 20 lichts of wel, dat een 10 lichts meter een
gashoeveelheid door moest laten, waarmede een 30 lichtsmeter vol belast
zou zijn. Meerdere gevallen komen voor, dat de verbruiker bezwaar maakt
tegen de juiste grootere meter en toch staat op zijn recht om over de
slechte gasvoorziening te blijven klagen. Een te kleine meter geeft een te
groot drukverlies met slechte toevoer naar de toestellen en een grootere
kans op foutieve meteraanwijzing. Indien zich eenigszins condenswater
vormt of naphtaline zich afzet, zijn kleine meters met hun nauwe ver
bindingen spoedig een bron van groote last.
Hierbij zij er nog op gewezen, dat de meter zoo mogelijk een niet al
te koud plekje krijgt. Tochtgaten bij de dienstleiding en meter stoppe men
zooveel mogelijk dicht bv. met kranten. Ook om en in de meterkast zij flink
dooi houden het devies. Meerdere malen is het ons in den winter overkomen,
dat ijs in den meter werd aangetroffen. Een voldoend groote meter kan in
dit opzicht meer verdragen.
En nu tot slot het meest teere punt in het voortgeleidingssysteem, „de
huisinstallatie”.
Kosten-van aanleg, vernieuwing en in goeden toestand houden komen
vanzelfsprekend voor rekening van den verbruiker.
Oorspronkelijk bestemd voor verlichting, is de dunne huisleiding gelei
delijk verrijkt met allerlei aanhangsels, welke allen gas trachten te ver
bruiken als gascomfoor, gasfornuis, waschketel, strijkijzer, tafeltje voor
theewater, geyser, heetwatertoestel, koelkast en dat alles tezamen met de
oorspronkelijke verlichting en soms nog met gaskachels voor sla^p-, bad-,
ontvang- en andere kamers. Zelfs voor een klein gedeelte van deze ver-
bruikstoestellen is de leiding ten eenenmale onvoldoende. Oude leidingen
zitten dan dikwijls nog grootendeels vol roest. Van reiniging kan meestal
bij deze kleine pijpjes, die op allerlei kunstige wijzen zijn weggestopt in
spouwmuren, achter lambrizeering enz. geen sprake zijn. Dergelijke onbe
reikbare leidingen kunnen bovendien gevaar opleveren.
Bij een poging tot reiniging is de kans op totale verstopping zeer
groot, daar de buizen soms in allerlei kronkelingen groote omwegen volgen
en zeer zelden voorzien zijn van inrichtingen, om bij gedeelten roest te
kunnen verwijderen.
Verbeteringen in zoo’n huisinstallatie kosten geld en loopen daardoor
achter bij het gasverbruik. Meermalen worden nieuwe toestellen aan de
bestaande toegevoegd, zonder dat het advies van de gasfabriek is inge
wonnen, welke toch het meeste belang heeft bij tevreden verbruikers. Bin
dende voorschriften in dezen zouden een goed middel zijn, misschien wel
het eenige dat afdoende verbetering kan brengen.
Soms komt het voor, dat verbruikers ons zonder meer komen ver
tellen, dat er aan de fabriek andere maatregelen met betrekking tot den
druk moeten worden genomen. In een dergelijk geval kwam ik eens tot
de volgende waarnemingen. De druk aan de fabriek bedroeg 45 mm. Bij
een verbruiker in de staci werd het eerste toestel ontstoken. De druk bij
uitgang meter was 40 mm. Nadat achtereenvolgens het tweede, derde en
vierde toestel waren aangezet, was de druk bij uitgang meter 38 mm. Dienst
leiding en meter waren goed. Bij het eerste toestel was de druk 35 mm.,
bij het tweede 30 mm., hetgeen beide nog voldoende kan worden geacht.
Bij het derde en vierde toestel was de druk evenwel 19 mm., wat onvol
doende was. Over een van deze laatstgenoemde toestellen was de klacht
van onvoldoende druk aan de gasfabriek geuit. De cijfers van de zéér
hooge drukafval uitsluitend in de huisleiding toonen duidelijk, dat deze
leiding de eenig schuldige was. Dergelijke gevallen zijn er zeer veel.
Een andere verbruiker liet berichten, dat de gastoevoer bij Ijpm.onvol-
doende was. Uit direct ingesteld onderzoek bleek verstopping van de
dienstleiding. Wegens vorst was de noodzakelijke opgraving niet direct
mogelijk. Om voorloopig te kunnen helpen, moest eerst een toestel van de
gasfabriek worden gehaald, doch daar de verbruiker dien dag nog slechts
een kwartier vrij veel gas nobdig had, vond hij, dat wij aan de gasfabriek
maar even meer druk moesten gaan zetten. De druk, die -hij voor zijn kwar
tiertje noodig had, zou heel wat in de war gestuurd hebben, weshalve wij
zoo vrij zijn geweest niet aan deze opdracht van onzen afnemer te voldoen.
Slechts indien een grooter verbruik op eenig uur over de geheele stad
dit wenschelijk maakt, wordt de druk aan de gasfabriek automatisch ver
hoogd. In dit opzicht wordt zooveel mogelijk met de belangen van de ver
bruikers rekening gehouden. Meerdere druk kan niet baten voor slechte
huisleidingen.
Een uitgave in zoo’n geval voor een doelmatige huisleiding is wel
besteed en zal een eiken dag weerkeerend ongerief opheffen.
Gaarne zullen wij U in voorkomend geval ter zijde staan.
SNEEK, Februari 1929. Ir. J. BELLINGA.
Dezer dagen was ik zoo gelukkig, over bovengenoemd onderwerp
een onderhoud te mogen hebben met een deputatie uit het bestuur van
de Ned. Vereeniging van Huisvrouwen afdeeling Sneek. Gelukkig, omdat
daarmede een aanvang is gemaakt met de -samenwerking met de voor
naamste belanghebbenden bij een goede gasvoorziening. Hierbij betuig ik
mijn dank, dat het mij in de gelegenheid heeft willen stellen, in het orgaan
der Vereeniging een korte uiteenzetting te geven omtrent mogelijke oor
zaken van een minder goede gasvoorziening.
„Slecht Gas”. Dat is de verzuchting, welke de directies van Gasfabrieken
somtijds, en dan vaak langs een omweg, bereikt. Meestal komt zoo’n
klacht onvolledig over, soms veel te laat, soms in het geheel niet, ofschoon
dat niet behoeft te verwonderen, daar de klacht niet aan het juiste adres
is geuit. Betreuren doen wij dit wel, daar alleen klachten kunnen leiden
tot verbetering. Klachten bij de administratie van de Gasfabriek steunen
ons in hooge mate bij ons voortdurend streven, de gasvoorziening zooveel
mogelijk te verbeteren. Hierbij doe ik dan ook een beroep op de medewerking
van allen, vooral de huisvrouwen van Sneek. Als die welwillend wordt
verleend, kan op verbetering gerekend worden; alleen moet ik hier tevens
waarschuwen voor te groote verwachtingen, daar vooruitgang niet anders
dan langzaam kan zijn. Hierbij houde men in het oog, dat er te Sneek
4000 verbruikers zijn. Met geregelde controle van bv. 20 installaties per
week door een bevoegd persoon zou voor alle installaties een tijd van vier
jaren gemoeid zijn. Een dergelijke geregelde controle samen met de behan
deling van de klachten moet langzaam maar zeker verbetering brengen.
Doch ook indien alles naar wensch gaat, zijn storingen bij 4000 instal
laties nooit geheel te voorkomen, daar weersinvloeden, slijtage, en andere
ouderdomsgebreken van huisleidingen steeds een .woordje zullen blijven
meespreken.
„Het gas is zoo slecht bij mij”, hoorde eens een terreinwerker van een
buurvrouw. Het was zelfs zoo erg, dat ze haar middageten bij de buren
moest gaan koken. Ik heb toen vooreerst verzekerd, dat ze toch allen uit
hetzelfde vaatje getapt kregen. De kwaliteit van het gas was hier niet
de oorzaak, het betrof alleen de slechte toevoer. Wat de warmtewaarde
van het gas betreft, of die iets hooger of lager is, daarvan zal de huis
vrouw heel weinig bemerken, als deze waarde steeds maar zoo constant
mogelijk wordt gehouden. Hierbij zij opgemerkt, dat de calorische waarde
van het gas hier in Sneek over 't algemeen hooger is dan in vele andere
plaatsen.
Hiermede houdt ten nauwste verband de luchtregeling bij lampen,
kooktoestellen en kachels, waarop ik hier niet verder in zal gaan. Wel
kan ik mededeelen, dat reeds eenigen tijd geleden een contröle-toestel is
besteld, dat ons in staat zal stellen, deze eisch van constante warmtewaarde
te benaderen. Binnen eenige maanden kan dat in ons bezit zijn.
Thans zal ik mij beperken tot het hinderlijkste verschijnsel, nl. „Onvol
doende aanvoer van gas op de verbruiksplaatsen” en zal hierbij den weg
van het gas volgen.
Het gas verlaat den gashouder door den regulateur en komt in het
hoofdbuizennet der stad. Het stroomen van gas door buizen geeft weerstand,
zoodat aan het andere einde der stad een lagere druk heerscht dan aan
de fabriek. Indien verstoppingen optreden, wordt die druk lager, doch
door voortdurende controle worden storingen uiterst zeldzaam. De enkele
keeren, dat ze voorkomen, zijn ze spoedig verholpen. Bij een groot verbruik
in de stad wordt de druk aan de gasfabriek verhoogd, zoodanig, dat op
eenzelfde punt in de hoofdbuis de druk steeds zooveel mogelijk dezelfde
blijft.
Daarna komt het gas in de dienstleiding. Dit is de buis tusschen hoofd
buis en gasmeter. Deze dienstleiding is evenals de hoofdbuis geheel toe
vertrouwd aan de zorgen van de gasfabriek en kan vooral bij sterke tem
peratuurswisseling nogal eens storing veroorzaken. Verschillende dienst
leidingen zijn vroeger gelegd voor eenige lichtpunten en worden nu gebruikt
voor gasfornuis, kachel en soms voor drukautomaat, geyzer of warmwater-
apparaat voor de keuken. Deze toestellen werken een korte tijd, doch vragen
per tijdseenheid een groote hoeveelheid, gas, waarvoor de nauwe leiding
meermalen onvoldoende is, zoodat de druk te laag wordt. Indien de oude
dienstleiding verteerd, lek of gebroken is, is de zaak zeer zeker niet gezond.
In deze genoemde gevallen dient de dienstleiding te worden vernieuwd,
doch waar het hier een storing bij een verbruiker betreft, kan alleen een
klacht verbetering brengen.
Vernieuwing geschiedt door de fabriek en voor zoover de dienstleiding
in gemeentegrond ligt voor rekening van de fabriek en voor zoover die ligt
op eigen terrein en in de woning van den verbruiker voor rekening var.
dezen. In sommige gevallen kan nog eens tijdelijk baat worden gevonden
bij doorblazen en verspreiden van de roest in de leiding.
Resten nog de verstoppingen door naphtaline in- de dienstleidingen,
die.meer speciaal optreden bij temperatuurswisselingen. Doorblazen door
personeel van de gasfabriek is dan de eenige boodschap. Dit soort ver-*
stopping kan soms na korten tijd weer optreden en komt ook voor bij
Uitstel opkomst dienstplichtigen.
De BURGEMEESTER van SNEEK
brengt ter algemeene kennis, dat de Mi
nister van Defensie heeft bepaald, dat, in
verband met de heerschende griepgevallen
onder de militairen, de opkomst van de
dienstplichtigen, die 18 of 25 Februari 1929
ter inlijving voor eerste oefening of voor
herhalingsoefeningen zou plaats hebben,
voorloopig veertien dagen wordt uitgesteld.
De betrokken dienstplichtigen kunnen
evenwel genoemden Minister verzoeken zoo-
dra mogelijk op te komen.
In het daartoe strekkend verzoekschrift
moet o.m. worden vermeld de naam, lich
ting, het garnizoen, het volledig adres, de
erneente van inschrijving, zoomede of het
eerste oefening, dan wel herhalingsoefe
ningen betreft.
Nadere inlichtingen worden ter secreta
rie 2e afd. verstrekt.
SNEEK, 15 Februari 1929.
12'/2-jarig priesterfeest Kapelaan
B. Th. Stoverinck.
Dinsdagochtend ving de herdenking van
bovengenoemd feit aan met het opdragen
door den jubilaris van een plechtige Hoog
mis, daarbij geassisteerd door pastoor El-
berssen van Zorgvlied en kapelaan Verhoef
alhier. Het zangkoor St. Caecilia voerde,
onder directie van den heer Fl. v. Bergen
de 4-stemmige mis „Stella Maris” van
Griesbacher uit. ’s Avonds half negen was
ër receptie in de groote zaal van Amicitia,
waar de jubilaris, omringd door Deken en
kapelaan der parochie en familieleden d<
huldebetuiging van Katholiek Sneek in ont
vangst nam.
De heer kapelaan Verhoeff opende met
er aan te herinneren, dat de R.-K. parochie
in U/2 jaar voor de derde maal ter feestelijke
receptie b een is, nl. in Augustus 1927 ter
viering va i het 25-jarig priesterschap van
den Z.Eerw. Deken, in Sept. 1928 ter her
denking van het 25-jarig bestaan van het
Ziekenhuis, terwijl nu het feit hier wordt
herdacht dat kapelaan Stoverinck 12'/2 jaar
geleden tot priester werd gewijd. Het is te
begrijpen dat het Zangkoor z’n begeesteren
de directeur het eerst wil huldigen, daarom
zij het dit koor gegeven aan die hulde thans
eerst een muzikale uiting te geven.
Nadat het zangkoor onder leiding van den
heer Fl. v. Bergen „Haec est dies” had doen
hooren, was het woord aan den Z.Eerw.
Deken pastoor van Galkom, die er op wees
dat kapelaan Stoverinck thans hier het
voorwerp is van een huldiging, terwijl
hij reeds zoovele malen bij onze feesten, bijv
bij het gouden priesterfeest van Z.Eerw.
deken Velthuysen, spr.’s 25-jarig priester
feest, en het feest van het Ziekenhuis z’n
onontbeerlijke medewerking verleende,
waarvoor wij hem allen dankbaar zijn en
waarom mede wij verheugd zijn hem nu
eens zelf een feest te bereiden. Een koperen
feest is wel niet van zoo groote beteekenis,
maar als we op die 121/2 jaar terugzien,
waarvan meerdere hier in Sneek zijn door
gebracht, dan aarzelt spr. niet den jubi
laris geluk te wenschen met wat hij heeft
bereikt, daarbij de hoop uitsprekend dat hij
ft e WMIjOllty' N.
llffl
De NIEUWE SNEEKER COURANTjis een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdsgs en Vrijdags. Abonnementsprijs in de
Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Ooënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega.
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. I Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdurn, Wyckel,
Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting.
ook in z’n verder leven nog veel mag ver- opluistering is als het geschiedt op de wijze
richten tot Gods eer en het welzijn der pa
rochianen.
In het bijzonder valt op het aandeel dat1 devotie der ineloovigen. Steeds gaaft gij
gij, kapelaan Stoverinck had in de muzi
kale medewerking bij onze godsdienstoefe
ningen, welke daarbij wel een ondergëschik- zijn muzikale talenten gebruikt om onder ook in dit opzicht in het belang der pa-I gebouwd. Moge deze dag steeds als een
de muziek te bevorderen en ook dat is van dat het kapelaan Stoverinck gegeven moge
groot belang. Meer waardeering van de
goede kunst», van de schoonheid voert tot
God. Die waardeering leert de jongeren
zich bezig te houden met het werkelijk
schoone en zoo heeft kapelaan Stoverinck
NIEUWE SNE
i
i
i